NL NL ONTWERPRESOLUTIE

EUROPEES PARLEMENT
2009 - 2014
Zittingsdocument
5.2.2014
B7-0000/2014
ONTWERPRESOLUTIE
overeenkomstig artikel 87 bis, lid 3, van het Reglement
betreffende de gedelegeerde verordening van de Commissie van 12 december
2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees
Parlement en de Raad betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan
consumenten wat de definitie van "technisch vervaardigd nanomateriaal"
betreft
(C(2013)8887 def.)
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Rapporteur: Carl Schlyter, Åsa Westlund, Kartika Tamara Liotard, Christa
Klaß, Sirpa Pietikäinen, Frédérique Ries
RE\1015222NL.doc
NL
PE526.328v01-00
In verscheidenheid verenigd
NL
B7-0000/2014
Resolutie van het Europees Parlement betreffende de gedelegeerde verordening van de
Commissie van 12 december 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van
het Europees Parlement en de Raad betreffende de verstrekking van voedselinformatie
aan consumenten wat de definitie van "technisch vervaardigd nanomateriaal" betreft
(C(2013)98887 def.)
Het Europees Parlement,
–
gezien de gedelegeerde verordening van de Commissie van 12 december 2013 tot
wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten wat de definitie
van "technisch vervaardigde nanomaterialen" betreft (C(2013)08887)1,
–
gezien artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
–
gezien Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van
25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten,
en met name de artikelen 2, lid 2, onder t), artikel 18, lid 3, en artikel 18, lid 52,
–
gezien het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement
en de Raad betreffende nieuwe voedingsmiddelen3,
–
gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van
16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven4,
–
gezien de lijsten van de Unie die zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1129/2011
van de Commissie van 11 november 2011 tot wijziging van bijlage II bij
Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad door
opstelling van een EU-lijst van levensmiddelenadditieven5 en Verordening (EU)
nr. 1130/2011 van de Commissie van 11 november 2011 tot wijziging van bijlage III bij
Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake
levensmiddelenadditieven door de opstelling van een EU-lijst van voor gebruik in
levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen, levensmiddelenaroma’s en
voedingsstoffen goedgekeurde levensmiddelenadditieven6,
–
gezien Verordening (EU) nr. 257/2010 van de Commissie van 25 maart 2010 tot
vaststelling van een programma voor de herbeoordeling van goedgekeurde
levensmiddelenadditieven overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het
1
C(2013) 8887 definitief.
PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18.
COM(2013)0894.
PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.
PB L 295 van 12.11.2011, blz. 1.
PB L 295 van 12.11.2011, blz. 178.
2
3
4
5
6
PE526.328v01-00
NL
2/6
RE\1015222NL.doc
Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenadditieven1,
–
gezien Aanbeveling 2011/696/EU van de Commissie van 18 oktober 2011 inzake de
definitie van nanomateriaal2,
–
gezien het advies van het Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico's
(WCNG) van 8 december 2010 inzake de "wetenschappelijke basis voor de definitie
van de term "nanomateriaal""3,
–
gezien de voorlopige conclusies van de 32e vergadering van de raad van bestuur van het
Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) van 27 december 20134,
–
gezien de ontwerpresolutie van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en
voedselveiligheid,
–
gezien artikel 87 bis, lid 3, van zijn Reglement,
A.
overwegende dat in artikel 18, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende
de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (Regulation on Food
Information to Consumers - FIC-verordening) is voorzien dat elk ingrediënt dat in de
vorm van technisch vervaardigd nanomateriaal in een product is verwerkt, duidelijk in
de lijst van ingrediënten dient te worden vermeld, met het oog op de
informatievoorziening van de consument; overwegende dat de FIC-verordening tevens
voorziet in een definitie van "technisch vervaardigde nanomaterialen";
B.
overwegende dat artikel 18, lid 5, van de FIC-verordening de Commissie de
bevoegdheid verleent om, middels gedelegeerde handelingen, de in de betreffende
verordening vervatte definitie van "technisch vervaardigde nanomaterialen" te wijzigen
en aan te passen met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van de
verordening;
C.
overwegende dat Aanbeveling 2011/696/EU van de Commissie een algemene definitie
van nanomaterialen geeft;
D.
overwegende dat in Verordening (EU) nr. 1129/2011 en Verordening (EU)
nr. 1130/2011 van de Commissie EU-lijsten zijn vastgesteld met de
levensmiddelenadditieven die vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG)
nr. 1333/2008 mochten worden gebruikt na toetsing of zij met de bepalingen van deze
verordening in overeenstemming waren;
E.
overwegende dat de gedelegeerde verordening van de Commissie alle
levensmiddelenadditieven die in de EU-lijsten zijn opgenomen uitsluit van de nieuwe
definitie van "technisch vervaardigd nanomateriaal" en in plaats daarvan voorstelt de
behoefte aan specifieke nano-gerelateerde etiketteringsvoorschriften te regelen in het
kader van het herbeoordelingsprogramma overeenkomstig Verordening (EU)
1
PB L 80 van 26.3.2010, blz. 19.
PB L 275 van 20.10.2011, blz. 38.
http://ec.europa.eu/health/scientific_committees/emerging/docs/scenihr_o_032.pdf
http://echa.europa.eu/documents/10162/13608/preliminary_conclusions_mb32_en.pdf
2
3
4
RE\1015222NL.doc
3/6
PE526.328v01-00
NL
nr. 257/2010 van de Commissie, door indien nodig, de gebruiksvoorwaarden van
bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 en de in Verordening (EU) nr. 231/20121
van de Commissie vastgestelde specificaties van deze levensmiddelenadditieven te
wijzigen;
F.
overwegende dat het momenteel juist levensmiddelenadditieven zijn die wellicht als
nanomaterialen in voedingsmiddelen aanwezig zijn;
G.
overwegende dat deze algehele vrijstelling de etiketteringsvoorschriften voor alle
levensmiddelenadditieven die technisch vervaardigde nanomaterialen zijn, tenietdoet;
overwegende dat dit de nuttige werking van de wet ondermijnt en in strijd is met de
fundamentele doelstelling van de richtlijn om een hoog niveau van bescherming van de
gezondheid en de belangen van consumenten te waarborgen door de eindverbruikers
een basis te verschaffen voor het maken van goed doordachte keuzes;
H.
overwegende dat de Commissie deze algehele vrijstelling voor alle bestaande
levensmiddelenadditieven rechtvaardigt door te stellen dat "de vermelding van
dergelijke levensmiddelenadditieven in de lijst van ingrediënten gevolgd door het woord
"nano" tussen haakjes de consument in verwarring zou kunnen brengen, daar ermee
gesuggereerd zou kunnen worden dat deze additieven nieuw zijn, terwijl zij in
werkelijkheid reeds decennia lang in diezelfde vorm in levensmiddelen worden
gebruikt";
I.
overwegende dat deze rechtvaardiging onjuist en irrelevant is, aangezien de FICverordening niet voorziet in een onderscheid tussen bestaande en nieuwe
nanomaterialen, maar expliciet etikettering vereist voor alle ingrediënten die in de vorm
van technisch vervaardigde nanomaterialen in producten zijn verwerkt;
J.
overwegende dat het verklaarde voornemen van de Commissie om de behoefte aan
specifieke nano-gerelateerde etiketteringsvoorschriften met betrekking tot in de
EU-lijsten opgenomen levensmiddelenadditieven te regelen in het kader van het
herbeoordelingsprogramma ongepast is, aangezien veiligheidsaangelegenheden hierbij
verward worden met algemene etiketteringsvoorschriften om consumenten van
informatie te voorzien; overwegende dat hiermee eveneens wordt gesuggereerd dat de
Commissie de noodzaak van specifieke nano-etikettering helemaal in twijfel trekt,
hetgeen een inbreuk zou betekenen op artikel 18, lid 3, van de FIC-verordening,
ongeacht of een levensmiddelenadditief een nanomateriaal is of niet, en dat deze
etiketteringsvoorschriften moeten worden toegepast voor alle goedgekeurde
levensmiddelenadditieven die nanomaterialen zijn, ongeacht de
gebruiksomstandigheden of andere specificaties;
K.
overwegende dat het voorts onaanvaardbaar is om te verwijzen naar een niet gerelateerd
herbeoordelingsprogramma dat reeds bestond op het moment dat de wetgever besloot
om expliciete etiketteringsvoorschriften op te nemen in de FIC-verordening, in een
poging deze etiketteringsvoorschriften drie jaar later ongedaan te maken;
1
Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie van 9 maart 2012 tot vaststelling van de specificaties
van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad
opgenomen levensmiddelenadditieven (PB L 83 van 22.3.2012, blz. 1).
PE526.328v01-00
NL
4/6
RE\1015222NL.doc
L.
overwegende dat de Commissie voorstelt de standaarddefinitie uit
Aanbeveling 2011/696/EU toe te passen waarin een drempel van 50 % wordt
gehanteerd, onder voorbehoud van een algemene toetsing zonder dat evenwel een
termijn voor deze toetsing wordt vastgesteld;
M.
overwegende dat overeenkomstig deze aanbeveling van de Commissie in specifieke
gevallen en waar nodig vanuit milieu-, gezondheids, veiligheids- of
mededingingsoogpunt, de drempelwaarde van 50 % voor de gekwantificeerde
grootteverdeling kan worden vervangen door een drempel tussen 1 en 50 %;
N.
overwegende dat volgens het advies van het WCNG een drempel van 0,15 % op basis
van een statistische benadering kan worden gehanteerd voor de identificatie van
nanomateriaal;
O.
overwegende dat de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, in overleg met haar
wetenschappelijk comité en haar netwerk voor nanomaterialen in levensmiddelen en
diervoeder, de Commissie op 3 oktober 2012 heeft geïnformeerd dat "in het licht van de
huidige onzekerheden met betrekking tot de veiligheid, een lagere drempel voor het
aantal nanodeeltjes, bv. 10 %, moet worden overwogen voor voedsel-gerelateerde
toepassingen, in plaats van de momenteel in de aanbeveling voorgestelde (50 %)";
P.
overwegende dat volgens de voorlopige conclusies van de 32e vergadering van de raad
van bestuur van het ECHA "de raad en de uitvoerend directeur van het Europees
Agentschap voor chemische stoffen van mening waren dat de op dit moment
beschikbare informatie inzake nanomaterialen ontoereikend is om de potentiële effecten
ervan te beoordelen; een verbetering van deze situatie is nodig met het oog op de
doelstelling om de menselijke gezondheid en het milieu te beschermen";
Q.
overwegende dat uit een representatieve studie naar de mening van het publiek over
nanomaterialen door het Duitse federale instituut voor risicobeoordeling van 2008 blijkt
dat het publieke draagvlak voor nanomaterialen het laagste is wanneer het
nanomaterialen in voedsel betreft1;
R.
overwegende dat overeenkomstig het voorstel van de Commissie voor een verordening
betreffende nieuwe voedingsmiddelen de in de FIC-verordening vastgelegde definitie
van "technisch vervaardigde nanomaterialen" eveneens van toepassing zou zijn op
nieuwe voedingsmiddelen;
S.
overwegende dat er, in het licht van de adviezen van het WCNG, de EFSA en de ECHA
en de studie van het Duitse federale instituut voor risicobeoordeling, potentiële zorgen
bestaan over de veiligheid van nanomaterialen in voedingsmiddelen;
T.
overwegende dat de door de Commissie voorgestelde drempel van 50 % derhalve in
strijd is met de basisdoelstelling van de richtlijn om een hoog niveau van bescherming
van de gezondheid en belangen van consumenten na te streven; overwegende dat de
door de EFSA aanbevolen drempel van 10 % passender zou zijn, onder voorbehoud van
een toetsing;
1
http://www.bfr.bund.de/cm/349/public_perceptions_about_nanotechnology.pdf
RE\1015222NL.doc
5/6
PE526.328v01-00
NL
1.
maakt bezwaar tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie van
12 december 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees
Parlement en de Raad betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan
consumenten wat de definitie van "technisch vervaardigde nanomaterialen" betreft;
2.
is van mening dat de gedelegeerde verordening van de Commissie niet strookt met de
doelstelling en inhoud van de basishandeling en dat zij de gedelegeerde bevoegdheden
die krachtens de basishandeling aan de Commissie zijn toegekend, overstijgt;
3.
dringt er bij de Commissie op aan een nieuwe gedelegeerde handeling in te dienen
waarin rekening wordt gehouden met het standpunt van het Parlement;
4.
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie en haar
ervan in kennis te stellen dat zij de gedelegeerde verordening onverwijld dient in te
trekken;
5.
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en aan de
regeringen en parlementen van de lidstaten.
PE526.328v01-00
NL
6/6
RE\1015222NL.doc