Verslag 1 - La Gro Advocaten

FAILLISSEMENTSVERSLAG
Nummer
:
1
Datum
:
17 februari 2014
Gegevens onderneming
:
De besloten vennootschap Facilitair Bedrijf Gouda B.V.,
tevens h.o.d.n. GBO Facilitair Bedrijf
statutair gevestigd te Gouda
kantoorhoudende te (2803 PC) Gouda aan de Gentseweg
nr. 13, KvK-nummer 24369817
Surseancenummer
:
S09/13/88
Faillissementsnummer
:
F09/13/1132
Datum uitspraak surseance
:
19 december 2013
Datum uitspraak faillissement
:
31 december 2013
Op verzoek van
:
eigen aangifte
Curator
:
Mr. R.P. de Bruin
Rechter-commissaris
:
Mr. G.H.M. Smelt
Boedelrekening
:
1409.81.047
Activiteiten onderneming
:
Verzorgen van het secretariaat en de administratie van
diverse verenigingen en stichtingen, die actief zijn in de
vlakglasbranche
Personeel gemiddeld aantal
:
23
Netto omzet
:
2009: € 1.519.666,00
2010: € 1.603.317,00
2011: € 1.662.068,00
2012: € 1.762.510,00
tot en met oktober 2013: € 1.513.111,00
Verslagperiode
:
Bestede uren in verslagperiode :
Totaal bestede tijd
:
31 december 2013 t/m 13 februari 2014
Curator
: 39,08 uur
Mr. A.I. Mekes
: 57,92 uur
Mr. T.F.E. Dilien
: 7,58 uur
FA
: 8,27 uur
112,85 uur
*********
2
1.
Inventarisatie
1.1.
Directie en organisatie
Facilitair Bedrijf Gouda B.V. is op 31 december 2004 opgericht. Enig aandeelhouder en
bestuurder van de vennootschap is de Organisatie voor de Vlakglasbranche GBO, zijnde
een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid (hierna: “de Vereniging”). Voorts is de
heer C. Wittekoek sinds 12 december 2011 gevolmachtigd directeur van de vennootschap.
1.2
Winst en verlies
Het resultaat na belastingen bedroeg per ultimo 2009 € 18.276,00 (winst);
Het resultaat na belastingen bedroeg per ultimo 2010 € 10.357,00 (winst);
Het resultaat na belastingen bedroeg per ultimo 2011 €
8.578,00 (winst);
Het resultaat na belastingen bedroeg per ultimo 2012 €
8.480,00 (verlies);
Het resultaat na belastingen bedroeg per 31-10-2013 € 67.316,00 (verlies).
1.3
Balanstotaal
Het balanstotaal per ultimo 2009 bedroeg € 391.607,00;
Het balanstotaal per ultimo 2010 bedroeg € 404.330,00;
Het balanstotaal per ultimo 2011 bedroeg € 430.152,00;
Het balanstotaal per ultimo 2012 bedroeg € 410.599,00.
1.4
Lopende procedures
Voor zover de curator heden bekend is de vennootschap niet betrokken bij gerechtelijke
procedures.
1.5
Verzekeringen
Voor zover heden bekend heeft de vennootschap de navolgende verzekeringen
afgesloten: pensioenverzekeringen, een ziekteverzuimverzekering, diverse WIAverzekeringen, een WGA-Eigen risico-verzekering, een werkgeversaansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en een inventaris-/bedrijfsschadeverzekering. De curator heeft
de werkgeversaansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen reeds opgezegd en zal op
korte termijn bezien welke verzekeringen nog meer kunnen worden opgezegd.
3
1.6
Huur
De vennootschap heeft met Homco Reality Fund LP een huurovereenkomst gesloten ter
zake de huur van een bedrijfsruimte (twee verdiepingen) aan de Gentseweg 13 te Gouda,
inclusief 10 parkeerplaatsen. Na van de rechter-commissaris verkregen machtiging heeft
de curator de huurovereenkomst opgezegd tegen 1 april 2014, althans tegen de rechtens
eerst mogelijke datum. Voor zover heden bekend zijn de huurpenningen over het boekjaar
2013 volledig aan de verhuurder voldaan.
Tevens huurt de vennootschap van de stichting Vlakglas Recycling Nederland (VRN) een
archiefruimte. De curator is met VRN overeengekomen deze huurovereenkomst met
wederzijds goedvinden te beëindigen per 31 januari 2014.
1.7
Oorzaak faillissement
Facilitair Bedrijf Gouda B.V. (hierna: “FBG”) houdt zich bezig met het verzorgen van het
secretariaat en de administratie van verenigingen en stichtingen, die actief zijn in de
vlakglasbranche. De werkzaamheden worden uitgevoerd op basis van
beheerovereenkomsten, die FBG met een vijftal stichtingen/verenigingen heeft afgesloten.
Het betreft hier de Organisatie voor de Vlakglasbranche GBO (hierna: “de Vereniging”), de
stichting Bedrijfstak Pensioenfonds voor de Groothandel in Vlakglas, de Groothandel in
Verf, het Glasbewerkings- en het Glazeniersbedrijf (BPFV), het Kenniscentrum Glas
(KCG), de stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Vlakglasbranche (STOOV)
en de stichting Vlakglas Recycling Nederland (VRN). Daarnaast biedt FBG informatie- en
incassodiensten aan de leden van de Vereniging.
De heer Wittekoek, dagelijks bestuurder van FBG, heeft de curator medegedeeld dat het
bedrijfsresultaat van FBG het afgelopen jaar aanzienlijk is verslechterd, doordat de
incasso- en informatieafdeling sinds enige tijd verlieslatend is. Dit wordt voornamelijk
veroorzaakt door het feit dat de incassodiensten aan de leden van de Vereniging worden
aangeboden onder de voorwaarde dat FBG de incassokosten draagt, indien de vordering
van het lid van de Vereniging oninbaar blijkt te zijn. Daarvan is in de afgelopen jaren vaak
sprake geweest, zulks als gevolg van de verslechterde situatie in de economie en de
branche.
Teneinde het resultaat van FBG te verbeteren, heeft de heer Wittekoek enerzijds getracht
de activiteiten van de incassoafdeling te verkopen en anderzijds ook de voorwaarden,
waaronder de beheerovereenkomsten werden uitgevoerd, opnieuw uit te onderhandelen.
4
Ten aanzien van de beheerovereenkomsten is met name getracht de stichtingen/
verenigingen te bewegen een hogere beheervergoeding te accepteren, zodat FBG minder
risico’s zou lopen bij het verrichten van haar activiteiten. De beheervergoedingen
bestonden namelijk uitsluitend uit de doorbelasting van directe kosten voor huisvesting en
inzet van personeel, zulks verhoogd met een zeer geringe risico-opslag voor eventuele
ziekte of vervanging van werknemers. In de beheervergoeding was geen winstopslag
begrepen. Daarenboven boden de voorwaarden bij de beheerovereenkomsten nauwelijks
ruimte om bij een tijdelijke uitbreiding van werkzaamheden de kosten voor de inzet van
extra personeel aan de stichtingen/verenigingen door te belasten.
In beide doelstellingen (de verkoop van de activiteiten van de incassoafdeling en het
verhogen van de beheervergoedingen) is de heer Wittekoek niet geslaagd. De heer
Wittekoek is vervolgens tot de conclusie gekomen dat de bedrijfsvoering van FBG niet
langer (zonder een additionele financiering) kon worden voortgezet. In week 50 van het
jaar 2013 heeft er nader overleg plaatsgevonden met de Vereniging, zulks tijdens een
ledenvergadering. Aan de leden is de vraag voorgelegd of zij c.q. de Vereniging bereid
waren c.q. was om aan FBG additionele financiering te verstrekken. Die vraag is door de
leden negatief beantwoord, naar aanleiding waarvan is besloten surseance van betaling
voor FBG aan te vragen.
Op 19 december 2013 heeft de Rechtbank Den Haag voorlopige surseance van betaling
aan de vennootschap verleend, waarna de curator (destijds in zijn hoedanigheid van
bewindvoerder) de mogelijkheden heeft onderzocht om de bedrijfsvoering van FBG voort
te zetten. Daarbij is gebleken dat voortzetting – zonder een additionele financiering – niet
tot de mogelijkheden behoorde. Dit hield met name verband met de omvang van de vaste
lasten (onder andere salarissen en huur), maar ook met het feit dat de inkomsten uit de
beheerovereenkomst met STOOV zouden komen te vervallen, aangezien STOOV de
beheerovereenkomst aan FBG reeds had opgezegd tegen 31 december 2013. Voorts was
het noodzakelijk om nieuwe (tijdelijke) medewerkers aan te trekken, teneinde de
achterstand in de werkzaamheden voor BPFV weg te werken. Deze achterstand was
enerzijds ontstaan als gevolg van ziekte van een tweetal personeelsleden en anderzijds
als gevolg van de situatie dat de werklast plotseling aanzienlijk was toegenomen.
5
Die werklast was toegenomen als gevolg van het uitvoeren van waardeoverdrachten van
opgebouwde pensioenrechten voor werknemers, die in de branche werkzaam zijn
geworden of de dienstbetrekking met een werkgever binnen de branche hebben beëindigd
en de wens te kennen hebben gegeven de door hen opgebouwde waarde over te dragen
naar BPFV c.q. van BPFV naar een ander pensioenfonds.
Aangezien voor de kosten van een langdurige voortgezette bedrijfsvoering en de daarbij te
plegen noodzakelijke investeringen onvoldoende dekking bestond, is besloten de
surseance van betaling bij de Rechtbank voor te dragen voor intrekking en de Rechtbank
te verzoeken het faillissement van FBG uit te spreken. Het faillissement is vervolgens op
31 december 2013 uitgesproken.
In de komende verslagperiode zal de curator onderzoek verrichten naar de door de heer
Wittekoek geschetste oorzaken van het faillissement.
2.
Personeel
2.1
Aantal ten tijde van het faillissement
Ten tijde van het faillissement waren er 23 werknemers bij de vennootschap in
dienstbetrekking werkzaam, waaronder de heer Wittekoek.
2.2
Aantal in jaar voor faillissement
In het jaar voorafgaande aan het faillissement was een vergelijkbaar aantal werknemers bij
de vennootschap in loondienst werkzaam.
2.3
Datum ontslagaanzegging
Na verkregen machtiging van de rechter-commissaris heeft de curator de werknemers op
3 januari 2014 schriftelijk het ontslag aangezegd. De intakegesprekken met het UWV en
de werknemers hebben inmiddels plaatsgevonden. De salarissen zijn voldaan tot en met
december 2013.
6
3.
Activa
Onroerende zaken
3.1
Beschrijving
De gefailleerde vennootschap is geen eigenaresse van onroerende zaken.
3.2
Verkoopopbrengst
N.v.t.
3.3
Hoogte hypotheek
N.v.t.
3.4
Boedelbijdrage
N.v.t.
Bedrijfsmiddelen/voorraad
3.5
Beschrijving
De bedrijfsmiddelen van de vennootschap bestaan hoofdzakelijk uit kantoorinventaris en
kantoorbenodigdheden, zoals bureaus, desktops, dossierkasten, printers etc. Voor iedere
werknemer is een complete werkplek ingericht.
3.6
Verkoopopbrengst
Gelet op de omvang van de bedrijfsmiddelen heeft de curator besloten deze te laten
taxeren. De bedrijfsmiddelen zijn getaxeerd op een onderhandse verkoopwaarde van
€ 14.500,-- en liquidatiewaarde van € 7.750,--.
.
De curator heeft inmiddels – met toestemming van de rechter-commissaris – een deel van
het kantoormeubilair en de computers verkocht aan GBO Vereniging. GBO Vereniging had
zich bij de curator gemeld met interesse in de overname van dit meubilair ten behoeve van
de voortzetting van haar activiteiten in verband waarmee zij ook aan vier werknemers van
de vennootschap een arbeidsovereenkomst heeft aangeboden. De koopsom van het
gedeelte van het meubilair dat aan GBO Vereniging is verkocht bedraagt € 6.250,-exclusief BTW. Na ontvangst van de koopsom op de faillissementsrekening, zijn de
bedrijfsmiddelen aan GBO Vereniging geleverd.
7
Voorts heeft de curator aan een werknemer een laptop verkocht voor een bedrag van
€ 50,-- exclusief BTW. GBO Vereniging wenste aanvankelijk deze laptop voor de
betreffende werknemer te kopen, maar vanwege de zuiverheid is gekozen voor een
gescheiden verkoop.
Met betrekking tot de verkoop van de overige bedrijfsmiddelen heeft de curator een aantal
partijen uitgenodigd om de bedrijfsmiddelen te bezichtigen en daarop een bieding uit te
brengen. De curator streeft ernaar om op korte termijn de verkoop te realiseren.
3.7
Bodemvoorrecht fiscus
Op de verkoopopbrengst van de bodemzaken rust het bodemvoorrecht van de fiscus ex
artikel 21 Invorderingswet.
Onderhanden werk
3.8
Beschrijving
Zoals reeds eerder vermeld heeft FBG in totaal met een vijftal stichtingen/verenigingen
een beheerovereenkomst afgesloten voor het verzorgen van het secretariaat en de
administratie van die stichtingen/verenigingen. Deze overeenkomsten zijn telkens
aangegaan voor de periode van een kalenderjaar.
Eén stichting, te weten STOOV, heeft de beheerovereenkomst aan FBG weliswaar
opgezegd tegen 31 december 2013, maar partijen waren voor datum surseance c.q.
datum faillissement met elkaar overeengekomen dat de werkzaamheden in de maand
januari 2014 zouden worden voortgezet, zulks teneinde een goede overdracht van de
werkzaamheden te verzorgen.
De beheervergoedingen worden maandelijks bij de stichtingen/verenigingen in rekening
gebracht en leveren alsdan een totale opbrengst van circa € 150.000,-- per maand op.
3.9
Verkoopopbrengst
Verwezen wordt naar het gestelde onder 6 van dit verslag.
3.10
Boedelbijdrage
N.v.t.
8
Andere activa
3.11
Beschrijving
Aan kasgeld is een bedrag ontvangen van € 888,95.
4.
Debiteuren
4.1
Omvang debiteuren
Voor zover uit de administratie blijkt, bestaan er per datum surseance vorderingen op
debiteuren van in totaal € 152.836,90. Het betreft hier de door de stichtingen/verenigingen
aan FBG verschuldigde beheervergoedingen voor de maand december 2013, alsmede de
aan hen doorbelaste kopieer- en frankeerkosten voor de maand november 2013.
Nadien zijn de kopieer- en frankeerkosten voor de maand december 2013 nog in rekening
gebracht bij de stichtingen/verenigingen, zulks voor een totaalbedrag van € 4.343,81.
4.2
Opbrengst
De openstaande vorderingen met betrekking tot de beheervergoedingen voor de maand
december 2013 en de kopieer- en frankeerkosten voor de maand november 2013 zijn
inmiddels allen voldaan. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat stichting VRN op het
door haar verschuldigde bedrag in mindering heeft gebracht de openstaande factuur voor
de huur van de archiefruimte, die FBG van deze stichting huurt. Het betreft hier een
bedrag van € 1.479,08.
Ook de openstaande vorderingen met betrekking tot de kopieer- en frankeerkosten voor de
maand december 2013 zijn volledig geïncasseerd, waardoor de totale
debiteurenopbrengst per heden een bedrag van € 155.701,63 bedraagt.
4.3
Boedelbijdrage
N.v.t.
5.
Bank / Zekerheden
5.1
Vordering van bank(en)
De gefailleerde vennootschap houdt een betaalrekening aan bij de Rabobank
Gouwestreek.
9
Op deze rekening bevond zich per datum surseance/faillissement een creditsaldo. Het
creditsaldo per 6 januari 2014 bedroeg € 67.912,70. Dit creditsaldo is door de Rabobank
overgemaakt naar de faillissementsrekening.
De Rabobank Gouwestreek heeft voorts uit hoofde van een afgegeven bankgarantie met
betrekking tot de huurovereenkomst ter zake de kantoorruimte aan de Gentseweg 13 te
Gouda een vordering ingediend ter hoogte van € 25.064,37 p.m.
5.2
Leaseovereenkomsten
De vennootschap heeft ter zake de (operational) lease van personenauto’s een viertal
leaseovereenkomsten gesloten met Multilease en één leaseovereenkomst met Renault
Business Finance. Eén leaseovereenkomst met Multilease en de leaseovereenkomst met
Renault Business Finance zijn per 1 februari 2014 overgedragen aan het KCG. De drie
andere leaseovereenkomsten zijn na voltooiing van de voortzetting van de activiteiten (zie
hierna onder 6) beëindigd en de leaseauto’s zijn aan de leasemaatschappij geretourneerd.
Daarnaast heeft de vennootschap met De Lage Landen een leaseovereenkomst gesloten
met betrekking tot het gebruik van een tweetal kopieermachines. De leasetermijnen zijn
reeds voor datum faillissement voldaan tot en met 28 februari 2014. Aangezien de
activiteiten van de vennootschap inmiddels zijn gestaakt, is ook de leaseovereenkomst
met De Lage Landen beëindigd en zijn de kopieermachines geretourneerd.
5.3
Beschrijving zekerheden
Tot meerdere zekerheid voor de terugbetaling van haar vordering uit hoofde van de
afgegeven bankgarantie zijn de navolgende zekerheden aan de Rabobank Gouwestreek
verstrekt:
-
verpanding van de vorderingen, inclusief daarover te ontvangen rente, op
Rabobank Gouwestreek uit hoofde van voor de vennootschap aangehouden
spaar-/depositogelden, thans groot € 26.537,87;
-
5.4
een contragarantie ter grootte van € 25.064,37.
Separatistenpositie
Zie hiervoor sub 5.3.
5.5
Boedelbijdragen
(Nog) niet van toepassing.
10
5.6
Eigendomsvoorbehoud
Vooralsnog hebben zich bij de curator geen crediteuren gemeld, die zich beroepen op een
eigendomsvoorbehoud ter zake geleverde zaken.
5.7
Reclamerechten
Vooralsnog hebben zich bij de curator geen crediteuren gemeld, die zich beroepen op een
reclamerecht ter zake geleverde zaken.
5.8
Retentierechten
Vooralsnog hebben zich bij de curator geen crediteuren gemeld, die zich beroepen op een
retentierecht ter zake geleverde zaken.
6.
Doorstart / voortzetten
6.1
Doorstart/voortzetten
De activiteiten van de vennootschap – te weten het verzorgen van het secretariaat en de
administratie van een vijftal stichtingen/verenigingen – brengen met zich mee dat deze
zich er niet voor leenden om per direct gestaakt te worden. De stichtingen/verenigingen
zouden alsdan direct in ernstige problemen komen en schade lijden. Om die reden heeft
de curator besloten de beheerovereenkomsten met de contractanten weliswaar op te
zeggen, maar hen daarbij aan te bieden om de werkzaamheden nog gedurende een
maand voort te zetten en binnen die periode de werkzaamheden aan die contractanten of
een door hen aan te wijzen derde over te dragen. Een dergelijke overdrachtsperiode was
voor datum surseance c.q. faillissement reeds overeengekomen met STOOV, die de
beheerovereenkomst zelf aan gefailleerde heeft opgezegd tegen 31 december 2013 en
waarbij de maand januari 2014 als overdrachtsperiode is overeengekomen.
Aan het voorstel van de curator om de activiteiten op een ordentelijke wijze over te dragen
heeft de curator de voorwaarde verbonden dat de beheervergoedingen over de maand
december 2013 en de beheervergoedingen over de maand januari 2014 direct door de
contractanten dienden te worden voldaan. De contractanten hebben allen met het voorstel
van de curator ingestemd en ook hebben zij inmiddels allen de beheervergoedingen
voldaan.
11
Voor de goede orde wordt opgemerkt dat in overleg is besloten het KCG op de
beheervergoeding voor de maand januari 2014 een korting van € 605,00 inclusief BTW toe
te kennen, zulks vanwege het feit dat een aantal kosten door het faillissement niet langer
zijn gemaakt c.q. door het KCG zelf zijn gemaakt, terwijl deze aspecten voorheen
onderdeel uitmaakten van de te betalen beheervergoeding.
6.2
Financiële verslaglegging
De kosten met betrekking tot de voortzetting van de activiteiten voor de duur van één
maand zijn begroot op een bedrag van circa € 15.000,--. Bij de begroting van dit bedrag is
rekening gehouden met kosten voor de voortzetting van de overeenkomsten met
betrekking tot de leaseauto’s, telefoniecontracten, ICT-contracten, porti en de nodige
verzekeringen. In het bedrag zijn niet begrepen de salariskosten voor het personeel en
evenmin de huurpenningen ter zake de huur van de kantoorruimte, zulks in verband met
het feit dat ter zake een bankgarantie is gesteld.
Tot op heden zijn door de boedel kosten voldaan tot een totaalbedrag van € 2.389,01. De
curator is nog in afwachting van eindafrekeningen ter zake de overige kosten.
6.3
Opbrengst
In verband met het voortzetten van de activiteiten voor de duur van één maand is een
bedrag geïncasseerd ter hoogte van € 149.805,26. Het betreft hier de beheervergoedingen
met betrekking tot de maand januari 2014, zulks rekening houdend met de korting voor het
KCG.
Ter zake de doorbelasting van kopieer- en frankeerkosten voor de maand januari 2014 is
nog een totaalbedrag in rekening gebracht bij de stichtingen/verenigingen van € 1.317,88.
Dit bedrag is nog niet geïncasseerd.
7.
Rechtmatigheid
7.1
Boekhoudplicht
De curator heeft de beschikking gekregen over de administratie van de vennootschap.
Daarin zal door hem onderzoek worden verricht.
12
7.2
Depot jaarrekeningen
De jaarrekeningen over de nagenoemde boekjaren zijn op de hieronder genoemde data
gedeponeerd.
Jaar
Gedeponeerd
2012
24 juli 2013
2011
10 juli 2012
2010
14 juni 2011
2009
29 juni 2010
2008
24 juni 2009
2007
30 juli 2008
2006
2 april 2008
2005
6 april 2007
Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de jaarrekeningen over de boekjaren
2005 en 2006 te laat zijn gedeponeerd.
7.3
Goedkeurende Verklaring Accountant
Op grond van artikel 396 lid 1 van boek 2 BW is de besloten vennootschap vrijgesteld van
de verplichting tot controle van de jaarrekening door een accountant. Desalniettemin heeft
de vennootschap opdracht tot accountantscontrole verstrekt.
7.4
Stortingsverplichting aandelen
Aangezien de vennootschap reeds in 2004 is opgericht, zal een vordering wegens het niet
volstorten van het aandelenkapitaal zijn verjaard, zodat nader onderzoek achterwege blijft.
7.5
Rekening-courantvordering directie
Nader onderzoek vindt plaats.
7.6
Onbehoorlijk bestuur
Nader onderzoek vindt plaats.
7.7
Paulianeus handelen
Nader onderzoek vindt plaats.
13
8.
Crediteuren
8.1
Boedelvorderingen
8.2
Salaris curator
: p.m.
UWV
: p.m.
Kosten voortzetting activiteiten
: p.m.
Preferente vordering van de fiscus
Door de Belastingdienst is tot op heden een vordering ingediend van € 56.089,-- ter zake
verschuldigde loonheffingen, omzetbelasting en vennootschapsbelasting.
8.3
Preferente vordering van het UWV
De curator is nog in afwachting van de vordering van het UWV.
8.4
Andere preferente crediteuren
Tot op heden geen.
8.5
Aantal concurrente crediteuren
Tot op heden hebben 9 crediteuren hun vorderingen ingediend bij de curator.
8.6
Bedrag concurrente crediteuren
Blijkens de aan de curator ter beschikking gestelde crediteurenlijst hebben crediteuren
per datum faillissement een bedrag van € 50.195,23 te vorderen.
Door de crediteuren (behoudens de bank) zijn tot op heden bij de curator vorderingen
ingediend van in totaal € 61.904,35.
8.7
Verwachte wijze van afwikkeling
Daarover kan in dit stadium van het faillissement nog geen uitspraak worden gedaan.
9.
Overig
9.1
Termijn afwikkeling faillissement
De curator verwacht het onderhavige faillissement af te kunnen wikkelen binnen een
termijn van 24 maanden.
14
9.2
Plan van aanpak
De curator zal zich in eerste instantie richten op de verkoop van de activa en het voldoen
van de kosten in verband met de voortgezette bedrijfsvoering. Daarnaast zal de curator
zich in de komende verslagperiode bezighouden met de werkzaamheden hieronder nader
genoemd onder 9.5.
9.3
Indiening volgend verslag
Het volgend verslag zal worden ingediend uiterlijk op 31 maart 2014.
9.4
Boedelactief
Het boedelactief per heden bedraagt € 382.105,72.
9.5
Nog te verrichten werkzaamheden
-
afwikkelen bedrijfsactiviteiten c.q. voldoening kosten;
-
verrichten van nader onderzoek naar de oorzaken van het faillissement;
-
inventariseren c.q. opzeggen verzekeringen;
-
verkoop bedrijfsmiddelen;
-
incasseren vergoedingen kopieer- en frankeerkosten;
-
inventariseren crediteuren;
-
nader onderzoek vordering in rekening-courant;
-
nader onderzoek in de administratie;
-
nader onderzoek paulianeus handelen;
-
nader onderzoek onbehoorlijk bestuur.
Gouda, 17 februari 2014
R.P. de Bruin, curator