Inspectierapport De Kleine KOM (KDV) Asseltseweg 4 8161 VV EPE Registratienummer 219288860 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport: GGD Noord en Oost Gelderland EPE 25-08-2014 Regulier onderzoek Definitief 02-10-2014 Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Ouderrecht ..................................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13 2 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Op 25 augustus 2014 is Kinderdagverblijf De Kleine Kom van Stichting Kom Kinderopvang in opdracht van de gemeente Epe bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Omdat dit kinderdagverblijf wordt gesubsidieerd voor vroeg en voorschoolse educatie worden ook de voorwaarden daaromtrent meegenomen in de toetsing. Daarnaast is het vierogenprincipe beoordeeld bij dit kinderdagverblijf. Beschouwing Kinderdagverblijf (KDV) de kleine KOM maakt onderdeel uit van Kom kinderopvang op maat. De organisatie heeft zo'n 12 locaties in de gemeente Epe. KDV de kleine KOM is een kinderdagverblijf met veertig kindplaatsen. Er zijn twee stamgroepen, een babygroep en een peutergroep. Het kinderdagverblijf is alle dagdelen door de weeks geopend. De beroepskrachten zijn coöperatief tijdens het uitvoeren van de inspectie. Inspectiegeschiedenis In het inspectierapport van de inspectie van 28 september 2012 is er één tekortkoming vastgesteld; -Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. Tijdens de inspectie van 17 september 2013 zijn er tekortkomingen geconstateerd op het domein Voorschoolse educatie: -De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma's. -Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma's. Zowel in 2012 als in 2013 betreft de tekortkoming de invalkrachten en niet de vaste krachten op de locatie. De gemeente Epe heeft naar aanleiding van dit inspectierapport een schrijven doen uitgaan naar de houder in oktober 2013. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Van belang om op te merken is het volgende: Zowel in 2012 als in 2013 betreft de tekortkoming op het VVE-certificaat de invalkrachten en niet de vaste krachten op de locatie. Dat is bij deze inspectie wederom vastgesteld. 3 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Pedagogisch klimaat". Voor het beoordelen of het pedagogisch beleid van de houder wordt uitgevoerd in de praktijk is het pedagogisch werkplan doorgenomen en getoetst in de praktijk. Binnen het domein "pedagogische praktijk" zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • waarborging emotionele veiligheid; • ontwikkeling van persoonlijke competentie; • ontwikkeling van sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Aangezien deze locatie gesubsidieerd wordt in het kader van vroeg- en voorschoolse educatie is gecontroleerd of wordt voldaan aan de eisen die volgen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Dit onderdeel komt als laatste aan bod binnen dit domein. Pedagogisch beleid In het algemene pedagogisch beleidsplan, kinderdagopvang, februari 2014 wordt verwezen naar het protocol 4 ogen beleid. Dit protocol is voor ouders terug te vinden op de website van de houder. In dit document staan verschillende manieren beschreven waarop het vierogenprincipe in de praktijk wordt uitgevoerd. Het is een organisatiebreed document. De wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven staat in voldoende mate duidelijk en observeerbaar beschreven. Pedagogische praktijk In het pedagogisch werkplan staat beschreven als voorbeeld van de wereld aan kunnen dat baby's worden gestimuleerd zelf met een vorkje brood te eten, en zelf uit beker of fles te drinken. Zodra kinderen groot genoeg zijn kunnen ze zelf aangeven wat ze op hun brood willen hebben. Tijdens de observatie is dit terug gezien in de praktijk. Beroepskrachten vragen aan de peuters wat ze op brood willen. Ook dreumesen en jonge peuters eten het brood met een vorkje. Het zelf smeren wordt tevens gestimuleerd. Het pedagogisch beleidsplan wordt uitgevoerd in de praktijk. Emotionele veiligheid De samenstelling van de groep is gedurende het dagdeel constant, kinderen zien dezelfde kinderen. Daarbij is er per stamgroep sprake van vaste beroepskrachten. Er is veel interactie tussen beroepskracht en kind; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk. Op de babygroep is duidelijk te zien dat met alle baby's gecommuniceerd wordt, zowel verbaal als non-verbaal. Tijdens het verschonen is te zien dat de beroepskracht communiceert met het kindje die verschoond wordt. De communicatie is afgestemd op de leeftijd. Bij een baby worden kortere zinnetjes gebruik dan bij een dreumes. Ook wordt bij de baby meer benoemd dan bij de dreumes. Aan de dreumes worden ook vragen gesteld, zoals: “was het zo leuk op vakantie?" De emotionele veiligheid wordt geborgd. Persoonlijke competentie Er is sprake van een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen. De beroepskrachten geven duidelijke informatie over start, verloop en einde van een activiteit; de situatie is voor kinderen inzichtelijk. 4 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze signalen correct interpreteren en sluiten hier tijdig op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. De beroepskracht heeft een kindje verschoond en wil met het kindje vanuit de verschoonruimte naar de groepsruimte. Het kindje ziet de toezichthouder staan. De beroepskracht spoort het kindje aan om de groepsruimte in te stappen, het kindje zet de stap niet. De beroepskracht vraagt aan het kindje: “Durf je niet over de drempel?, ben je een beetje verlegen? Kom maar." De beroepskracht tilt het kindje op en houdt haar even vast. Er wordt zorggedragen voor het ontwikkelen van persoonlijke competentie. Normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Bij de observatie op de peutergroep is te zien dat voor elke nieuwe stap van de dagindeling dit wordt geïntroduceerd middels een liedje. Voordat het fruit wordt gegeten wordt er een liedje over appels gezongen met de daarbij behorende bewegingen. Ook voor het brood eten wordt een liedje gezongen. Tevens wordt ervoor zorggedragen dat de kinderen op elkaar wachten met het eten totdat elk kindje een gesmeerde boterham heeft. Normen en waarden worden overgebracht. Voorschoolse educatie Voor de voorschoolse educatie wordt gebruik gemaakt van de methode Piramide. Dit is een erkende interventiemethode voor vroeg- en voorschoolse educatie. Per week wordt er, conform het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, minimaal 10 uur aan activiteiten aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling besteed aan voorschoolse educatie. De beroepskracht op locatie heeft aangegeven dat op de peutergroep maximaal 14 peuters worden opgevangen. Hiermee wordt voldaan aan de eis dat er ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen zijn op de groep. De vaste beroepskrachten die worden ingezet voor vroeg en voorschoolse educatie zijn adequaat geschoold. Ze zijn zowel in het bezit van een diploma conform cao welzijn als in het bezit van een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma's. De tijdens de inspectie aanwezige invalberoepskracht heeft echter geen bewijs kunnen overleggen dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma's. De invalberoepskracht heeft aangegeven dat alle invalkrachten dit kalenderjaar nog een vve-cursus gaan volgen, maar de invalberoepskracht weet niet wanneer dit gaat gebeuren. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten op locatie) Observaties Pedagogisch beleidsplan (versie februari 2014) VVE-certificaten 5 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE Personeel en groepen Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan. Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan. De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten zijn in het bezit van een verklaring omtrent gedrag die voldoet aan de voorwaarden. Sinds de week van de inspectie wordt er een stagiaire op deze locatie ingezet. De stagiaire heeft een verklaring omtrent gedrag overlegd, de aanvrager is echter de vorige houder van een kinderopvangorganisatie en niet de school. Hierdoor moet er voor deze stage opnieuw een verklaring omtrent worden aangevraagd, hetzij door school, hetzij door de houder. Houder heeft aangegeven dat de verklaring omtrent gedrag is aangevraagd. Deze is echter nog niet binnen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie De tijdens de inspectie aanwezige beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kindratio Tijdens het inspectiebezoek zijn beide stamgroepen geopend. Het aantal aanwezige kinderen en aantal aanwezige beroepskrachten is tijdens de inspectie als volgt: -op de babygroep zijn er 4 kinderen in de leeftijd van 0-2 jaar met 1 beroepskracht; -op de peutergroep zijn er 9 peuters in de leeftijd van 2-4 jaar met 2 beroepskrachten. De beroepskracht-kindratio voldoet. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten op locatie) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten 6 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE Veiligheid en gezondheid De houder dient ervoor zorg te dragen dat er altijd iemand mee kan kijken of luisteren indien er sprake is van de situatie dat een beroepskracht alleen op de groep staat (het vier-ogenprincipe). Vierogenprincipe De beroepskrachten op de locatie hebben onder andere de volgende maatregelen benoemd die in de praktijk gebeuren om ervoor zorg te dragen dat de beroepskracht de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl de beroepskracht gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene: -Stagiaires worden zowel aan het begin van de dag als aan het eind van de dag ingezet. -Als het voorkomt dat er slechts 1 beroepskracht nodig is op deze locatie, wordt ervoor zorggedragen dat er op kantoor een achterwacht aanwezig is (dit komt bijvoorbeeld wel eens voor op de woensdagmiddag of vrijdagmiddag). -De aanwezige achterwacht loopt dan ook regelmatig binnen op de groep. -Er wordt gebruik gemaakt van een babyfoon. Als de tussendeur tussen de ruimte van de babygroep en de ruimte van de peutergroep dicht is, wordt de babyfoon aangezet. Als de achterwacht op kantoor zit, is er een verbinding met de groepsruimte middels de babyfoon. -Als op beide groepen 1 beroepskracht aanwezig is, wordt er regelmatig bij elkaar naar binnen gelopen. De houder draagt er zorg voor dat de maatregelen die beschreven staan in het kader van het vier ogen principe worden uitgevoerd. Het vierogenprincipe wordt geborgd. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten op locatie) 7 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE Ouderrecht Bij dit onderdeel wordt bekeken of de oudercommissie de mogelijkheid heeft gekregen om advies uit te brengen over het ten uitvoer brengen van het vierogenprincipe op de locatie. Oudercommissie De oudercommissie heeft aangegeven advies te hebben gegeven aangaande het vierogenprincipe. Aan deze voorwaarde wordt dan ook voldaan. Gebruikte bronnen: Mailcontact oudercommissielid 8 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) 9 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 11 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie : : : : de kleine KOM http://www.komkinderopvang.nl 40 Ja : : : : : KOM Kinderopvang op Maat De Wetstraat 25 8172 CK VAASSEN www.komkinderopvang.nl 41040162 : : : : : GGD Noord en Oost Gelderland Postbus 51 7300 AB APELDOORN 088-4433000 Mevr. T. Dudok van Heel Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats : EPE : Postbus 600 : 8160 AP EPE Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : : : : : 25-08-2014 18-09-2014 01-10-2014 02-10-2014 03-10-2014 : 03-10-2014 : 08-10-2014 12 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Inmiddels is de VOG van de stagiaire ontvangen en u reeds toegestuurd. 13 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-08-2014 de kleine KOM te EPE
© Copyright 2025 ExpyDoc