Brancherapport Zakelijke dienstverlening

Brancherapport
Zakelijke
dienstverlening
Markt, trends, ontwikkelingen
en risico’s
Inhoud
3ICT-dienstverlening
12Advocaten, notarissen, accountants,
administratie- en belastingkantoren
20 Organisatieadvies-, onderzoeks- en
PR-bureaus
27 Reclamebureaus
32 Architecten- en ingenieursbureaus
39 Schoonmaakbedrijven
43 Uitzendbureaus
2
ICT-dienstverlening
De markt
De ICT-dienstverlening is onderdeel van de ICT-markt.
ICT-dienstverleners adviseren hun klanten over automatisering of voeren activiteiten uit als:
–ontwikkeling van nieuwe ICT-programmatuur
–implementatie van nieuwe ICT-programmatuur
–onderhoud, vernieuwing en aanpassing van
ICT-programmatuur
–beheer van websites, servers en databanken.
Figuur 1. Aantal ICT-dienstverleners verdeeld over subbranches en werknemersklassen (per 1 januari 2014)
Subbranches
1
werkz
pers
2
werkz
pers
3-5
werkz
pers
5-10
werkz
pers
10-20
werkz
pers
20-50
werkz
pers
50-100
werkz
pers
≥ 100
werkz
pers
Totaal
Software
Softwareontwikkeling
20.435
1.980
990
765
515
330
125
85
25.225
IT-dienstverlening
Adviesbureaus op het
gebied van IT
11.915
860
495
445
300
200
70
40
14.325
985
85
45
40
20
10
5
0
1.190
Overige IT-dienstverlening
4.970
405
165
150
85
75
15
15
5.880
Gegevensverwerking,
webhosting e.d.
3.790
420
210
155
90
40
5
5
4.715
Webportals
2.195
380
135
70
30
20
5
5
2.840
44.290
4.130
2.040
1.625
1.040
675
225
150
54.175
Beheer van computerfaciliteiten
Webhosting
Totaal
Bron: CBS, augustus 2014
Figuur 1 laat de verdeling van ICT-dienstverleners zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame
personen.
3
–– ICT is bij de meeste bedrijven een vast onderdeel
geworden in alle onderdelen van het bedrijfsproces, zoals
inkoop, voorraadbeheersing, productie en marketing &
verkoop.
–– De markt voor softwareontwikkeling ontwikkelt zich
daardoor razendsnel. Consumenten en bedrijven
verwachten dat gegevens overal en altijd snel voorhanden zijn. Deze 7x24 dienstverlening zorgt ervoor, dat
de eisen aan de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid
van IT-systemen en de uitgaven die daar mee gepaard
gaan, steeds hoger worden.
–– De markt groeit dankzij een toename aan bestedingen
aan innovatieve cloudoplossingen (gedeelde infrastructuur), zowel privaat als publiek. Mede door de opkomst
van cloud computing is het verdienmodel van softwarebedrijven aan het veranderen van verkoop op basis van
licenties naar Sofware-as-a-Service (SaaS). Relatief zijn
er veel kleine, jonge bedrijven actief in deze markt.
–– De markt voor IT-dienstverleners is de laatste jaren juist
gekrompen. Deze bedrijven zijn conjunctuurgevoelig en
hebben te maken met verzadigde markten, de overgang
naar nieuwe verdienmodellen en toenemende (internationale) concurrentie. Grote IT-dienstverleners hebben
massaontslagen doorgevoerd en veel ontslagen werknemers zijn als zzp’er doorgegaan.
–– In de markt voor webhosting is een toenemende vraag
naar beheer van de infrastructuur (zoals back-ups en
beveiliging) en een kant-en-klaar platform. De vraag
naar diensten zoals IaaS (Infrastructure-as-a-Service)
en PaaS (Platform-as-a-Service) neemt toe.
–– Een belangrijke trend is dat steeds meer apparaten
verbonden zijn met internet. Dit wordt ook wel het
‘internet der dingen’ genoemd.
4
–– De toename van cybercriminaliteit zorg ervoor, dat
beveiliging een steeds belangrijker thema wordt.
–– De datastromen die organisaties, overheden en burgers
creëren, verdubbelen naar schatting iedere twee jaar.
Organisaties zien zich daardoor geconfronteerd met een
complexe, snelgroeiende berg data. Big Data is het
fenomeen dat het gebruik van de door mensen, software,
computers en sensoren gegenereerde data ons betere
analyses, plannen en beslissingen in het vooruitzicht
stelt. Big Data zorgt voor groei in de markt voor
ICT dienstverleners.
Feiten en cijfers
–– De branche van ICT-dienstverlening bestaat uit ruim
54.000 bedrijven.
–– In totaal werken er ongeveer 43.000 zelfstandigen in
de branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder
bedrijven met 1 of 2 werkzame personen.
–– De bedrijven met 3 tot 10 werkzame personen vormen
met ruim 2.000 bedrijven een kleine groep.
–– Ruim 2.000 ICT-dienstverleners hebben meer dan
10 werknemers in dienst.
–– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) leveren
de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de
branche met ongeveer 56% van de banen.
Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame
personen) zijn goed voor circa 44% van de banen.
–– De meeste ICT-dienstverleners houden zich bezig
met ontwikkeling van software.
–– In 2013 telde de branche ruim 8.000
bedrijfsoprichtingen.
–– De gerealiseerde omzet in 2013 bedroeg circa
€ 25 miljard.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien in de
ICT-dienstverlening in de periode 2005-2013 en de
verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de
economische groei.
De branche is sterk gevoelig voor de stand van de
economie. In economisch minder goede tijden hebben
bedrijven in de branche te kampen met flinke terugval in
de omzetten.
De branche heeft tussen 2005 en 2008 een sterk groeitempo gekend. Als gevolg van de economische en
financiële crisis tussen 2008 en 2013 zijn de omzetten
flink gedaald, met een opleving in 2011. In 2014 en 2015
wordt een groei in de omzet verwacht, die sterker is dan
de groei van de economie.
In totaal werd in 2013 circa € 25 miljard omzet
gerealiseerd, waarvan circa € 23,2 voor rekening van
softwareontwikkelaars en IT-dienstverleners en
€ 1,8 voor rekening van webhosting bedrijven.
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij ICT-dienstverleners en het bruto binnenlands product (BBP)
120
115
Index (2010 = 100)
110
105
100
95
90
85
80
75
70
2005
2006
2007
2008
2009
ICT-dienstverleners
2010
2011
BBP
2012
2013
2014
2015
Prognose
Bron: CBS, CPB, EIM (2014 & 2015)
5
Figuur 3. ICT-dienstverlening: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen
9.000
8.000
8.000
7.000
7.970
6.600
8.020
7.285
6.760
6.000
5.995
5.730
5.000
4.000
3.000
3.785
4.410
3.920
3.170
3.040
3.420
2.000
1.000
–
2007
2008
2009
Opheffingen
De ICT-dienstverlening is een branche met veel bedrijfsdynamiek. Er zijn relatief veel bedrijfsoprichtingen. In
2009 en 2010 tijdens de kredietcrisis is er weliswaar
een kleine dip geweest, maar sinds 2011 ligt het aantal
bedrijfsoprichtingen weer op circa 8.000 per jaar. Het
aantal bedrijfsopheffingen is sterk gestegen sinds 2011.
De ICT-dienstverlening behaalde volgens CBS-cijfers tussen
2009 en 2012 gemiddeld een bedrijfsresultaat van circa
9%. Dat is hoger dan het marktgemiddelde (6,5%), maar
lager dan het gemiddelde van de zakelijke dienstverlening
(12%).
Bron: CBS
6
2010
2011
2012
2013
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven
Software en
IT- dienstverlening
Webhosting
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
31,2%
36,7%
31,8%
68,9%
Personeel
44,9%
33,6%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
3,1%
3,6%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
0,8%
1,1%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
3,6%
1,8%
2,9%
1,9%
Verkoop
1,9%
7,9%
1,8%
1,7%
Communicatie
0,9%
1,1%
0,9%
0,3%
Overig
9,3%
8,1%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
4,4%
6,0%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Kostencategorie
Bron: CBS, 2012
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten
gemaakt wordt door personeel en door inkoop. Vergeleken
met het totale bedrijfsleven zijn de huisvestingskosten
relatief hoog. Vergeleken met andere zakelijke dienstverleners zijn de vervoers- en afschrijvingskosten van
softwareontwikkelaars en IT-dienstverleners relatief
gezien hoog. Het personeel rijdt in duurdere auto’s en
reist veel. Volgens een meting van het EIM waren er in
2010 in het MKB circa 8.500 personenauto’s en 1.400
bestelauto’s (exclusief leaseauto’s). Daarnaast wordt er
relatief veel afgeschreven op computerapparatuur. Bij
webhosting bedrijven zijn de apparatuur- en inventaris-,
verkoop-, communicatie- en afschrijvingskosten relatief
hoog. Deze bedrijven investeren veel in servers en internet
dataverkeer.
7
Figuur 5. ICT-bestedingen door consumenten,
overheid en bedrijven
Figuur 6. Bestedingen aan software naar
type drager
40.000
7.000
35.000
30.000
25.000
33.588
34.298
2.050
2.187
5.553
5.739
5.800
5.835
20.000
15.000
6.353
6.035
Hardware, incl.
Office en
Backoffice
Services
14.184
14.150
Telco services
–
2013
6.035
6.353
980
1.238
931
1.232
5.000
4.000
Public Cloud
Hosted &
Private Cloud
On premises
3.000
2.000
Software
10.000
5.000
Networking
equipment
6.000
1.000
4.124
3.883
2013
2014 (verwachting)
–
2014 (verwachting)
Bron: Nederland ICT
Bron: Nederland ICT
De totale bestedingen door consumenten, overheid en
bedrijven aan ICT groeien naar verwachting met 2,1%
in 2014. De explosief stijgende bestedingen aan clouddiensten hebben een aanjagende werking op de totale
ICT-bestedingen. Alle segmenten maken groei door.
De segmenten Networking equipment, Backoffice
equipment (opslag) en Software maken een zeer sterke
groei door. Het segment Hardware doet het goed, mede
doordat bestedingen aan tablets en smartphones sterk
blijven toenemen. Het Telecomsegment ten slotte blijft
stabiel, per saldo door een toename van bestedingen
aan datadiensten en een afname van bestdingen aan
belminuten, sms en vaste telefonie.
8
Trends, ontwikkelingen, risico’s en
verzekeringsbehoeften
–– De meest gesloten verzekeringen binnen de
ICT-dienstverlening zijn personenauto,
bedrijfsaansprakelijkheid en brand.
–– Verzekeringen op het gebied van AOV en rechtsbijstand
worden ook vaak gesloten.
–– Er zijn specifieke verzekeringsproposities voor ICT’ers
op de markt op het gebied van beroeps- en bedrijfsaansprakelijkheid, brand en bedrijfsschade, computer- en
machinebreuk-verzekeringen en cybercriminaliteit.
–– De brancheorganisatie biedt mantelcontracten voor
verzekeringen.
–– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot
verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen
en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder
in een aantal thema’s bijeengebracht.
Markt en regelgeving
Trends & ontwikkelingen
–– Het gebruik van ICT blijft verder groeien. Dat geldt
zowel in de zakelijke als in de particuliere markt.
De afhankelijkheid van ICT neemt bij veel bedrijven
toe. Uitval van ICT-functies kan ondernemingen soms
volledig platleggen. Deze trend leidt tot meer vraag
naar specialistische kennis over de inzet van ICT bij
het optimaliseren van bedrijfsprocessen.
–– Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van cloud
computing, zoals cloudapplicaties (software-as-aservice oftewel SaaS), cloudplatforms
(platform-as-a-service oftewel PaaS) en cloud infrastructuur (infrastructure-as-a-service oftewel IaaS).
Dit kan via publieke of private servers of via gedeelde
hosted servers. Gebruikers willen software, platforms
en infrastructuur gebruiken op het moment dat het }
hen uitkomt.
–– Online dienstverlening door het bedrijfsleven blijft
verder toenemen. Internet wordt steeds meer gebruikt
om te winkelen, te vergelijken en om aankopen te doen.
Dit leidt tot meer omzet voor gespecialiseerde
ICT-dienstverleners die hiervoor de systemen leveren.
–– De hoeveelheid data die wordt gecreëerd is groter dan
de beschikbare opslagcapaciteit. Hierdoor moeten
keuzes gemaakt worden wat wel en wat niet opgeslagen
wordt.
–– ICT biedt veel mogelijkheden tot innovaties.
Voorbeelden hiervan zijn 3D-printing en elektrische en
zelfsturende auto’s.
–– Volgens een berekening van het Amerikaanse Center for
Strategic and International Studies (CSIS) bedraagt de
schade van cybercriminaliteit aan de Nederlandse
economie ongeveer 1,5% van het bruto nationaal
product, oftewel circa € 8,8 miljard.
–– Er wordt steeds meer aandacht besteed aan Big Data
analytics om processen beter te laten verlopen.
Risico’s
–– De afhankelijkheid van ICT leidt bij veel bedrijven tot
extra uitgaven ten behoeve van risicobeheersing bij
uitval van ICT-systemen. Verzekeringen op het gebied
van machinebreuk, computer- en elektronica, bedrijfsschade, reconstructie en extra kosten kunnen hierbij
een rol spelen.
–– Het aanbieden van cloud computing diensten brengt
nieuwe security risico’s met zich mee. Een adequate
beroepsaansprakelijkheidsverzekering en rechtsbijstandverzekering en heldere algemene voorwaarden
zijn daarom steeds belangrijker.
–– Groei van online dienstverlening leidt tot nieuwe
vraagstukken rond aansprakelijkheid. Dat speelt
ondermeer bij onvoldoende beveiliging of bij fouten in
de programmatuur. Naast goede leveringsvoorwaarden
kan een beroeps- of bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering hierbij een rol spelen.
–– Security risico’s en cybercriminaliteit nemen toe. Goed
risicomanagement op dit gebied wordt steeds belangrijker. Er zijn inmiddels speciale verzekeringen tegen
cybercriminaliteit op de markt.
Technologie & innovatie
Trends & ontwikkelingen
–– Van ICT-dienstverleners wordt verwacht dat zij op de
hoogte zijn van de laatste trends op het gebied van ICT,
zoals smartphones, Internet, televisie, social media en
nieuwe online diensten, zoals Dropbox en diensten van
Google. De verschillende media en online platforms zijn
steeds meer met elkaar geïntegreerd.
–– Een relatief nieuwe snel opkomende technologie is
3D-printen. 3D-printers maken het mogelijk om digitale
data om te zetten in objecten. Bedrijven en consumenten kunnen tegenwoordig beschikken over relatief
betaalbare 3D-printers, waarmee ze snel en eenvoudig
objecten van kunststof kunnen printen. Volgens
onderzoeksbureau Gartner zullen de wereldwijde
bestedingen aan 3D-printers in 2017 uitgroeien tot
rond de € 4,1 miljard.
–– Steeds meer apparaten zijn verbonden met internet.
Dit wordt ook wel het ‘internet der dingen’ genoemd.
–– In het topsectorenbeleid van de overheid heeft ICT een
belangrijke rol in de ambitie om te behoren tot de top
vijf kenniseconomieën. Deze rol komt ook naar voren
in zogenaamde ‘doorbraakprojecten’ met ICT, die zich
onder andere richten op het MKB, Energie en ICT en
Big Data.
–– Steeds meer bedrijven besteden het beheer van hun
datacenters uit. Naar schatting 80 procent van alle
serverbased computing zal in 2020 uitbesteed zijn.
9
Risico’s
–– De integratie van verschillende media en online platforms brengt kansen met zich mee, maar ook risico’s.
De risico’s liggen voornamelijk op het gebied van
diefstal en/of verlies van bedrijfsgevoelige data. Dit kan
leiden tot aanzienlijke verliezen bij opdrachtgevers. De
aansprakelijkheid hiervoor dient goed afgedekt te zijn.
–– Door de opkomst van nieuwe technologieën ontstaan
nieuwe businessmodellen en nieuwe bedrijven. De
verzekeringsrisico’s en daaraan verbonden premies
zullen opnieuw bekeken moeten worden.
–– Het belang van cyber security wordt nog groter, met
steeds meer apparaten om ons heen met een link naar
het internet. Dit kan zelfs impact hebben op de
veiligheid.
Personeel
Trends & ontwikkelingen
–– Er is steeds meer specialisatie in vakkennis en expertise.
In de softwareontwikkeling is een tekort aan
specialisten.
–– Er is sprake van een mismatch van vraag en aanbod op
opleidingsniveau. De vraag naar ICT’ers met HBO+
niveau of hoger is groter dan het aanbod van HBO
studenten. Er is sprake van een oververtegenwoordiging
van MBO studenten ten opzichte van de vraag.
–– Het aandeel werknemers met een flexibele arbeidsrelatie is gegroeid van 13% in 2008 naar 16% in 2012. Dit
is wel lager dan gemiddeld in de zakelijke dienstverlening. Op de lange termijn wordt een stabilisatie van dit
aandeel verwacht. Ook is er een grote groep zzp’ers
actief in de branche, die zelfstandig werken of in een
flexibele netwerkorganisatie met andere zelfstandigen.
Ongeveer 15% van de werkzame personen is
zelfstandig
–– Belangrijkste risico’s op ziekte en arbeidsongeschiktheid voor ICT’ers zijn overspannenheid en pees- en
spierklachten. De toename aan te verwerken informatie
en data kan zorgen voor een toename van het risico op
overspannenheid.
10
Risico’s
–– Het tekort aan gespecialiseerd en hoger opgeleid
ICT-personeel leidt in tijden van een groeiende
economie tot spanning op de arbeidsmarkt, toename
van ziekteverzuim door hoge werkdruk en in ernstige
gevallen zelfs tot arbeidsongeschiktheid. Preventie,
verzuimbegeleiding en re-integratie, bijvoorbeeld op
het gebied van burnout en pees- en spierklachten, en
goede inkomensverzekeringen zijn in de branche steeds
belangrijker.
–– Voor zzp’ers is het risico op verlies van inkomen bij
arbeidsongeschiktheid en het risico op een pensioengat
groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Daarbij valt te denken aan
producten op het gebied van (beroeps)aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente.
–– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico
Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren.
–– Binnen de branche is er een vrijwillig bedrijfstakpensioenfonds voor de Informatie- Communicatie- en
Kantoortechnologiebranche (pensioenfonds ICK) en er
is een cao ICK, die niet algemeen verbindend is
verklaard. Beide gelden alleen voor leden van de
werkgeversvereniging ICT. Overige bedrijven actief in
de ICT sector kunnen op vrijwillige basis gebruik maken
van het pensioenfonds.
Duurzaamheid
Trends & ontwikkelingen
–– Computers, smartphones, datacenters en communicatienetwerken verbruiken aanzienlijke hoeveelheden
elektriciteit. Om die reden draagt ICT-apparatuur flink
bij aan CO2-uitstoot. Schattingen van het verbruik
liggen tussen de 5% en 10% van het totale energieverbruik. De sector heeft binnen de MeerjarenAfspraken
(MJA) Energie-efficiëntie, afgesproken om voor 2020
een energie-efficiencyverbetering overeengekomen van
30% ten opzichte van 2005 te leveren.
–– Er komt steeds meer ICT-apparatuur op de markt en de
levensduur wordt korter. De verantwoorde inzameling
van gebruikte ICT-apparatuur voor recycling wordt
daarmee steeds meer van belang.
–– ICT-bedrijven stellen andere sectoren in staat om
duurzamer te functioneren, oftewel het vergroenen
met ICT.
Belangrijke organisaties
–– Nederland ICT, branchevereniging van IT-, telecom-,
internet- en officebedrijven. Mantelcontracten voor
verzekeringen op het gebied van zorg, ongevallen,
persoonlijke verzekeringen voor werknemers, WEGAM,
WIA, AOV en ziekteverzuim.
Bron
De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd
op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel
(KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf
(EIM), UWV en brancheorganisaties.
11
Advocaten, notarissen, accountants, administratie- en
belastingkantoren
De markt
Advocaten, notarissen, accountants, administratie- en
belastingkantoren zijn onderdeel van de markt voor
zakelijke dienstverlening.
Ze adviseren bedrijven over specialistische onderwerpen
of voeren activiteiten uit als:
–– juridische procedures en rechtszaken
–– administratieve taken of belastingzaken
–– boekhouding of de controle daarop.
Figuur 1. Aantal advocaten, notarissen, accountants, administratie- en belastingkantoren verdeeld over
subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches
Juridische
dienstverlening
Administratieve
dienstverlening
2
werkz
pers
3-5
werkz
pers
5-10
werkz
pers
10-20
werkz
pers
20-50
werkz
pers
50-100
werkz
pers
≥ 100
werkz
pers
Totaal
Advocatenkantoren
5.765
820
645
570
235
100
25
25
8.185
Rechtskundige
adviesbureaus
4.440
315
100
50
35
20
0
5
4.965
Notarissen
670
50
210
305
135
30
0
5
1.405
Deurwaarders
115
20
20
35
35
25
5
10
265
Octrooibureaus
200
20
15
15
10
5
5
5
275
Registeraccountants
1.335
135
110
125
95
45
15
15
1.875
Accountantskantoren
2.220
335
240
255
150
75
25
15
3.315
Boekhoudkantoren
12.880
1.620
750
385
90
30
5
5
15.765
Belastingconsulenten
3.235
355
205
185
65
20
0
5
4.070
Overige administratiekantoren
3.690
340
185
125
65
40
5
5
4.455
Totaal
34.550
4.010
2.480
2.050
915
390
85
95
44.575
Bron: CBS, augustus 2014
12
1
werkz
pers
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien
naar type activiteiten en naar omvang van het
aantal werkzame personen.
–– Gespecialiseerde zakelijke dienstverleners bestaan als
beroepsgroep al vrij lang. De meeste van dit soort
bedrijven bestaan al sinds de industriële revolutie.
Klanten zijn voor het merendeel bedrijven en daarnaast
ook consumenten. De branche is sterk georganiseerd
in meerdere belangenorganisaties, waaronder brancheorganisaties, ordes en registers.
–– De markt voor juridische dienstverlening is ondanks de
crisis de afgelopen jaren beperkt gegroeid. Het aantal
bedrijven is veel sterker gegroeid, waardoor sprake is
van een toenemende concurrentie in de markt.
Enerzijds is sprake van buitenlandse toetreders en
anderzijds van een toename van het aantal zzp’ers.
Door het ontstaan van nieuwe vormen van dienstverlening en nieuwe prijsmodellen is er sprake van een
sterke prijsconcurrentie.
–– Geografisch is de advocatuur sterk geconcentreerd rond
Amsterdam, de Zuidas (nationaal).
–– De economische crisis en de verslechtering van het
betalingsgedrag heeft geleid tot meer werk voor
deurwaarders en incassobureaus. Wel is er sprake van
een verschuiving van inning naar preventie.
–– Het aantal octrooiaanvragen is de afgelopen jaren
gegroeid en levert daardoor meer werk op voor octrooibureaus. Spin-off programma’s van universiteiten en
subsidies zijn belangrijke drijvers hiervoor.
–– Notariskantoren zijn sterk afhankelijk van de woningmarkt en bedrijfsoprichtingen. Daardoor hebben deze
kantoren veel geleden onder de economische crisis.
–– Administratieve dienstverleners hebben een negatieve
impact ondervonden van de economische crisis. De
economie is gekrompen, waardoor er minder administratief werk te doen was. Daarnaast is er sprake van
een sterke automatisering van de administratie en
toename van online boekhoudprogramma’s.
13
Feiten en cijfers
–– D
e branche van advocaten, notarissen, accountants,
administratie- en belastingkantoren bestaat uit ruim
44.500 bedrijven.
–– In totaal werken er ongeveer 38.000 zelfstandigen in de
branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder
bedrijven met 1 of 2 werkzame personen.
–– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met
ruim 4.500 bedrijven een grote groep.
–– Bijna 1.500 bedrijven uit deze groep zakelijke dienstverleners hebben meer dan 10 werknemers.
–– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) leveren de
grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche
met ongeveer 62% van de banen. Grootzakelijke
bedrijven (100 of meer werkzame personen) zijn goed
voor circa 38% van de banen.
–– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt
gevormd door de boekhoudkantoren.
–– In 2013 telde de branche bijna 4.400
bedrijfsoprichtingen.
–– De gerealiseerde omzet in 2013 bedroeg ongeveer
€ 15,4 miljard.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij advocaten,
notarissen, accountants, administratie- en belastingadviseurs in de periode 2005-2013 en de verwachting voor
2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei.
De omzet van administratief dienstverleners is veel
conjunctuurgevoeliger dan de omzet van juridische
dienstverleners.
Bij juridisch dienstverleners is sinds 2007 sprake van een
omzetstijging. Alleen in 2013 is de omzet beperkt gedaald.
De verwachting is dat in 2014 en 2015 de groei doorzet.
Bij administratief dienstverleners is sinds 2010 sprake van
een omzetdaling. De verwachting is dat in 2014 de omzet
licht daalt en pas in 2015 weer verbetert.
In totaal werd in 2013 circa € 15,3 miljard omzet gerealiseerd, waarvan € 5,9 miljard door juridisch dienstverleners
en € 9,4 miljard door administratief dienstverleners.
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij advocaten, notarissen, accountants, administraie- en
belastingkantoren en het bruto binnenlands product (BBP)
115
Index (2010 = 100)
110
105
100
95
90
85
2005
2006
2007
Juridische-dienstverleners
Bron: CBS, CPB, Rabobank (2014) EIM (2015)
14
2008
2009
2010
Administratieve dienstverlerers
2011
2012
BBP
2013
2014
Prognose
2015
Figuur 3. Advocaten, notarissen, accountants, administraie- en belastingkantoren:
ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen
6.000
5.240
5.000
4.735
4.385
4.395
4.395
4.000
3.835
3.000
2.795
3.665
2.890
2.920
2.470
2.165
2.000
2.265
2.340
1.000
–
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Opheffingen
De branche kent minder bedrijfsdynamiek dan bijvoorbeeld de branche van ICT-dienstverleners. Het aantal
bedrijfsoprichtingen ligt relatief wat lager. Sinds 2010
is het aantal bedrijfsoprichtingen gedaald. In 2013 was
het aantal ongeveer even groot als in 2007. Het aantal
bedrijfsopheffingen is juist gestegen sinds 2010.
De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012 een
bedrijfsresultaat van circa 19%. Dat is hoger dan het marktgemiddelde (6,5%) en hoger dan het gemiddelde van de
zakelijke dienstverlening (12%).
15
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven
Juridische dienstverleners
Administratief
dienstverleners
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
8,4%
9,0%
31,8%
68,9%
52,3%
59,1%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
9,5%
6,6%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
1,3%
0,8%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
1,7%
3,7%
2,9%
1,9%
Verkoop
2,4%
1,8%
1,8%
1,7%
Communicatie
1,9%
1,4%
0,9%
0,3%
19,4%
13,6%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
3,2%
4,1%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Kostencategorie
Inkoop
Personeel
Overig
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten
gemaakt wordt door personeel. Binnen de zakelijke dienstverlening is dit zelfs relatief hoog. Er wordt relatief veel
uitgegeven aan huisvesting en energie, het meeste nog
door juridische dienstverleners. De sterke concentratie van
advocaten aan de Zuidas in Amsterdam dragen hieraan bij.
Juridisch dienstverleners besteden relatief veel aan inventaris. Administratief dienstverleners besteden relatief veel
aan vervoersmiddelen. Volgens een meting van het EIM
waren er in 2010 in het MKB circa 11.000 personenauto’s
(exclusief leaseauto’s).
16
Trends, ontwikkelingen en risico’s
–– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche
zijn auto, brand en aansprakelijkheid.
–– Verzekeringen op het gebied van AOV worden ook vaak
gesloten.
–– Juridische dienstverleners worden ondermeer betaald
vanuit auto- (letselschade) en
rechtsbijstandverzekeringen.
–– Er zijn specifieke verzekeringen op de markt voor de
verschillende beroepsgroepen op het gebied van
beroepsaansprakelijkheid.
–– Verschillende brancheorganisaties bieden mantelcontracten voor verzekeringen.
–– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot
verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen
en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in
een aantal thema’s bijeengebracht.
Markt en regelgeving
Trends & ontwikkelingen
–– De Nederlandse overheid bezuinigt steeds meer op
gesubsidieerde rechtshulp voor minder draagkrachtige
burgers.
–– Eind 2013 heeft het Europese Hof van Justitie de vrije
advocaatkeuze onderstreept. Consumenten mogen zelf
hun advocaat kiezen bij het gebruik maken van een
rechtsbijstandverzekering voor een gerechtelijke of
administratieve procedure.
–– Bedrijven zijn steeds minder bereid de hoge uurtarieven
van advocaten te betalen. Dit zorgt voor meer werk bij
rechtskundig adviesbureaus, deurwaarders en incassobureaus, die vaker lagere tarieven rekenen en nieuwe
business modellen hanteren zoals no-cure-no-pay
constructies.
–– Notariskantoren zien in 2014 hun omzetten weer
groeien als gevolg van een stijging van de woningverkopen en een toename van het aantal testamenten,
huwelijkse voorwaarden en samenlevingscontracten. In
sommige gevallen staat de functie van notaris onder
druk, doordat voor bepaalde diensten, zoals bijvoorbeeld een periodieke gift, mensen niet meer langs de
notaris hoeven. Daarnaast treden branchevreemde
partijen, zoals de HEMA, toe tot de branche.
–– In de markt voor deurwaarders en incassobureaus
verschuift de behoefte van opdrachtgevers van het
innen naar het voorkomen van vorderingen.
–– Voor accountants worden de audit-regels steeds
strenger en daarmee de kosten hoger, terwijl tegelijkertijd de tarieven onder druk staan vanwege sterke
concurrentie in de markt. Accountants gaan hierdoor
meer op zoek naar winstgevende adviesdiensten. Dit
kan echter wel conflicten opleveren. Onafhankelijkheid
wordt steeds belangrijker voor het imago van de
accountant. Inmiddels mogen accountants beursgenoteerde klanten niet tegelijkertijd adviseren en
controleren.
–– Accountants krijgen steeds vaker vragen op het gebied
van inkomensverzekeringen en pensioen. Sommige
accountantskantoren kiezen er daarom voor om een
deel van hun werknemers de Wft-modules Inkomen en
Pensioen te laten behalen.
Risico’s
–– Een toename van het gebruik van het recht op vrije
advocaatkeuze kan hogere kosten voor rechtsbijstandverzekeraars met zich meebrengen, die hierdoor
mogelijk de premies zullen verhogen..
–– Rechtsbijstand- , aansprakelijkheid- en kredietverzekeringen zijn belangrijke bronnen van inkomsten voor
juridische dienstverleners.
–– Bij de verschuiving van inning naar preventie bij
gerechtsdeurwaarders en incassobureaus kunnen
kredietverzekeraars en bedrijven die kredietwaardigheid informatie leveren, zoals Graydon en Dun &
Bradstreet, een rol in spelen.
–– De toename in complexiteit en de strengere eisen
rondom onafhankelijkheid en transparantie kunnen van
invloed zijn op de (beroeps)aansprakelijkheid.
–– Assurantietussenpersonen en verzekeraars kunnen een
rol spelen bij de ondersteuning van accountantskantoren op het gebied van vragen over inkomens- en
pensioenverzekeringen.
Technologie & innovatie
Trends & ontwikkelingen
–– Het aanbod van online en telefonisch juridisch advies
neemt toe. De tarieven voor deze diensten liggen
aanzienlijk lager dan voor persoonlijk advies.
–– Advocatenkantoren gebruiken steeds vaker software
gericht op efficiënter werken, zoals urenregistratie en
kantoormanagementsoftware.
–– Er is sprake van voortschrijdende digitalisering.
Enerzijds automatiseren steeds meer bedrijven de
administratie, waardoor er minder werk op dit gebied te
doen is voor administratief dienstverleners. Anderzijds
worden steeds meer eisen gesteld ten aanzien van het
digitaal aanleveren van gegevens en rapportages door
administratief dienstverleners.
–– Het gebruik van online boekhouden blijft groeien. Het
geeft bedrijven de mogelijkheid via internet hun
gegevens in te voeren en een overzicht van alle grootboekposten te krijgen op elk gewenst moment.
–– Doordat veel mensen zakelijk toegang hebben tot
internet, neemt het risico van verspreiding van vertrouwelijke bedrijfsgegevens toenemen. Cybercriminaliteit
neemt de laatste jaren sterk toe.
17
Risico’s
–– Juridisch en administratief dienstverleners beheren
vaak veel belangrijke data van klanten. Schade hieraan
door brand, cybercriminaliteit of verlies van data dient
zoveel mogelijk voorkomen te worden.
Preventieadviezen en goede dekkingen op het gebied
van brand, dataverlies en cybercrime zijn belangrijk.
Aansprakelijkheidsverzekeringen kunnen risico’s op
claims op dit gebied afdekken. Ook goede afspraken
met leveranciers van dataopslag en rechtsbijstandverzekeringen kunnen van belang zijn.
–– De toename van het gebruik van software zorgt ervoor
dat het bedrijfsproces hiervan in toenemende mate
afhankelijk wordt. Verzekeringen op het gebied van
computer en elektronica, bedrijfsschade, reconstructie
en extra kosten kunnen de risico’s op schade afdekken.
–– Innovatieve bedrijfsmodellen (bijvoorbeeld internetaanbieders) kennen mogelijkerwijs een ander
risicoprofiel. Hierdoor wordt aanpassing in de
bestaande dekkingen wenselijk of zelfs noodzakelijk.
–– Goed risicomanagement op het gebied van internet
security risico’s wordt steeds belangrijker. Inmiddels
zijn specifieke cybercriminaliteit verzekeringen op de
markt voor de risico’s van diefstal van gegevens via het
internet.
Personeel
Trends & ontwikkelingen
–– Personeel is in deze branche de motor van de onderneming. Relatief is er veel aanbod vanuit de verschillende
juridische en administratieve studies.
–– Ongeveer 15% van de werknemers heeft een flexibele
arbeidsrelatie. Dit is minder dan gemiddeld (19%).
Het aantal zelfstandigen is gegroeid van 19% in 2010
tot 22% in 2013.
–– Psychische klachten zijn de belangrijkste oorzaken van
ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid onder advocaten. De advocatuur gaat gebukt onder een veelheid
werkgerelateerde problemen zoals werkdruk, samenwerkingsproblemen en een moeizame balans tussen
werk en privé.
–– Bij accountantskantoren is er een sterke vraag naar
ervaren accountants.
–– Door de omzet- en margedruk zullen accountantskantoren hun personeelsbestand steeds meer inrichten op
de bezetting die door het jaar heen nodig is.
Piekperiodes, zoals in de eerste vier maanden van het
jaar, zullen steeds meer worden opgevangen door
flexwerkers of zzp’ers.
–– In de arbeidsmarkt van belastingadviseurs verschuift de
vraag van belastingadvieskantoren, die op termijn
minder personeel nodig hebben, naar de
Belastingdienst, die juist meer fiscalisten nodig hebben.
Risico’s
–– Hoge werkdruk en stress kunnen leiden tot arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en
re-integratie en goede inkomensverzekeringen zijn in
de branche steeds belangrijker.
–– De inzet van meer flexwerkers bij accountants zorgt
ervoor dat advies op het gebied van de mogelijkheden
van eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet-flex en
WGA belangrijker worden.
–– Voor zzp’ers is het risico op verlies van inkomen bij
arbeidsongeschiktheid en het risico op een pensioengat
groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Daarbij valt te denken aan
producten
op het gebied van (beroeps)aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente.
–– In deze branche is er alleen voor medewerkers in het
notariaat een beroepspensioenfonds. Er is geen algemeen verbindend verklaarde cao.
–– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico
Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren.
18
Belangrijke organisaties
Bron
–– Balieplus (advocaten).
Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied van
cybercriminaliteit, AOV, beroepsaansprakelijkheid,
persoonlijke verzekeringen voor werknemers, zorg,
collectief ongevallen, WIA, ziekteverzuim en goodwill
(bij overlijden van een vennoot) en pensioen.
–– Koninklijke Beroepsorganisatie van
Gerechtsdeurwaarders (KBvG)
–– Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB)
–– Vereniging voor Letselschade Advocaten (LSA)
–– Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants
(NBA)
–– Nederlandse Orde van Administratie- en
Belastingdeskundigen (NOAB).
Mantelcontract voor verzekeringen op het gebied van
beroepsaansprakelijkheid.
–– Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB)
–– Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA)
–– De Nederlandse Orde van AccountantsAdministratieconsulenten (NOvAA)
–– Nederlandse Orde van Accountans en
Accountantskantoren (NOVAK).
Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied
van beroeps-/bedrijfsaansprakelijkheid, rechtsbijstand,
auto, brand, bedrijfsschade, computer, zakenreis, AOV,
ziekteverzuim, WIA, ongevallen, zorg, Carrière Stop
Polis (ORV).
–– Nederlandse Vereniging van Rechtskundige
Adviseurs (NVRA)
–– Register Belastingadviseurs (RB)
–– Stichting Notarieel pensioenfonds (SNPF,
beroepspensioenfonds)
–– Samenwerkende Registeraccountants en AccountantsAdministratieconsulenten (SRA)
–– Vereniging van accountants- en
belastingadviesbureaus (VLB)
De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd
op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel
(KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf
(EIM), UWV en brancheorganisaties.
19
Organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus
Organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus zijn een
onderdeel van de markt van zakelijke dienstverleners. Ze
adviseren over specialistische zaken en voeren taken voor
klanten uit als:
–– ontwikkeling en implementatie van organisatievormen
–– onderzoek naar en advies over markten, klanten,
strategie, organisatie, processen & systemen
–– marketing en PR-activiteiten
–– projectmanagement en interim-management.
De markt
Figuur 1. Aantal reclamebureaus verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches
Management
advies
Organisatieadviesbureaus
Public relationsbureaus
Overige
managementadviesbureaus
Marktonderzoek
Markt- en opinieonderzoekbureaus
Totaal
1 werkz
pers
2 werkz
pers
3-5
werkz
pers
5-10
werkz
pers
10-20
werkz
pers
20-50
werkz
pers
50-100
werkz
pers
≥ 100
werkz
pers
Totaal
71.790
4.540
1.345
920
470
265
65
35
79.340
2.250
185
85
75
45
15
5
0
2.660
10.420
760
295
210
90
65
15
10
11.865
4.570
405
210
170
100
65
20
10
5.550
89.030
5.800
1.935
1.375
705
410
105
55
99.415
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het
aantal werkzame personen.
20
–– Organisatieadviesbedrijven bestaan al sinds het begin
van de twintigste eeuw. Dat is veel langer dan bijvoorbeeld ICT-dienstverleners. De branche is zeer beperkt
georganiseerd en kent geen specifieke opleidingen,
orders of registers.
–– Er is de trend dat managementadviesbureaus zich
steeds meer richten op het creëren van eigen kennis en
inzichten. Investeren in ‘Big Data’ en kennissystemen
worden belangrijker en ‘data driven’ adviesopdrachten
nemen toe. De vraag naar strategisch advies en specialistische kennis neemt toe en de vraag naar
procesbegeleiding neemt af.
–– Marktonderzoekbureaus richten zich steeds meer op
consultancy, omdat opdrachtgevers vaker inzichten
willen en niet alleen onderzoeksdata.
–– De financiële en economische crisis heeft geleid tot een
forse terugval van de omzetten in de branche in de
jaren 2009 t/m 2011. De totale omzet is met bijna 20%
afgenomen. Dit was het resultaat van enerzijds minder
opdrachten en anderzijds een daling van de tarieven
vanwege een toename van de concurrentie.
–– Grote adviesbureaus hebben aanzienlijke ontslagen
doorgevoerd en tegelijkertijd zijn er veel nieuwe
adviseurs als zzp’er gestart, al dan niet noodgedwongen
vanwege ontslag. Deze zzp’ers werken steeds vaker
samen in flexibele netwerkorganisaties. De branche
kent een zeer lage toetredingsdrempel.
–– De schaal en de professionaliteit van organisatieadviesbureaus is de laatste decennia sterk toegenomen. Eerst
nam de schaal toe door consolidatie in nationale
markten. Later ontstonden wereldwijd actieve
organisaties.
–– De adviesbureaus in deze branche zijn verschillend op
het gebied van dienstenpakket, organisatievorm, stijl,
tariefstelling, omvang et cetera.
Feiten en cijfers
–– De branche van organisatieadvies-, onderzoeks- en
PR-bureaus bestaat uit bijna 100.000 bedrijven.
–– In totaal werken er ongeveer 72.000 zelfstandigen in de
branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder
bedrijven met 1 of 2 werkzame personen.
–– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met
ruim 3.300 bedrijven een grote groep.
–– Bijna 1.300 bedrijven uit deze groep zakelijke dienstverleners hebben meer dan 10 werknemers.
–– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) leveren de
grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche
met ongeveer 68% van de banen. Grootzakelijke
bedrijven (100 of meer werkzame personen) zijn goed
voor circa 32% van de banen.
–– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt
gevormd door organisatieadviesbureaus.
–– In 2013 telde de branche ongeveer 14.500
bedrijfsoprichtingen.
–– De gerealiseerde omzet in 2013 bedroeg circa
€ 17,2 miljard.
21
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus
en het bruto binnenlands product (BBP)
125
115
Index (2010 = 100)
105
95
85
75
65
55
2005
2006
2007
Juridische-dienstverleners
2008
2009
2010
Administratieve dienstverlerers
2011
2012
BBP
2013
2014
2015
Prognose
Bron: CBS, CPB, Rabobank (2014) EIM (2015)
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus in de periode
2005-2013 en de verwachting voor 2014 en 2015, afgezet
tegen de economische groei.
De branche kent een grote bedrijfsdynamiek. Tussen 2008
en 2010 is het aantal bedrijfsoprichtingen gedaald. In 2013
was het aantal oprichtingen weer op het niveau van 2008.
Het aantal opheffingen is sterk gestegen sinds 2010.
De branche is gevoelig voor de stand van de economie. In
economisch minder goede tijden hebben bedrijven in de
branche vaak te kampen met terugval in de omzetten.
Een flink aantal professionals uit deze branche kiest er voor
om een eigen bureau op te zetten. Daarbij spelen verschillende motieven een rol, bijvoorbeeld ontslag en het niet
kunnen vinden van een nieuwe baan, het verbeteren van
de inkomenssituatie of van de mogelijkheden om flexibeler
te werken. Daarnaast willen sommige starters zich op een
bepaald specialisme concentreren.
Tussen 2005 en 2008 is de branche flink gegroeid door een
sterk groeiende economie. De groei heeft zich doorgezet
voor marktonderzoekbureaus, maar is wel afgezwakt en in
2012 en 2013 is er sprake van krimp. Bij managementadviesbureaus is sprake van een zeer sterke krimp van 2009
tot en met 2011. Sinds 2012 groeit deze branche weer.
In totaal werd in 2013 circa € 17,2 miljard omzet gerealiseerd, waarvan € 15,6 door managementadviesbureaus en
€ 1,6 door marktonderzoekbureaus.
22
De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012 een
bedrijfsresultaat van ruim 20%. Dat is hoger dan het marktgemiddelde (6,5%) en hoger dan het gemiddelde van de
zakelijke dienstverlening (12%).
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken
binnen de sector en met het totale bedrijfsleven
Bron: CBS
Figuur 3. Organisatieadvies-, onderzoeks- en PR-bureaus: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen
16.000
13.135
14.000
12.000
14.840
12.405
14.520
14.520
10.000
7.645
8.000
10.360
13.330
7.865
6.745
6.000
6.235
5.845
5.490
10.424
4.000
2.000
–
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Opheffingen
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten
gemaakt wordt door personeel, terwijl ook inkoop een
aanzienlijk deel van de kosten uitmaakt, het meeste
bij marktonderzoekbureaus. Vergeleken met het totale
bedrijfsleven wordt relatief veel uitgegeven aan huisvesting
en energie, vervoersmiddelen, verkoop en communicatie.
De bedrijven zitten op duurdere locaties en reizen en
bellen veel. Managementadviesbureaus geven veel uit aan
vervoersmiddelen vergeleken met andere zakelijke dienstverleners, terwijl marktonderzoekbureaus relatief veel
uitgeven aan verkoop.
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven
Kostencategorie
Managementadvies
Marktonderzoek
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
25,8%
35,6%
31,8%
68,9%
Personeel
46,9%
41,0%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
3,4%
3,8%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
0,8%
0,8%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
4,2%
2,6%
2,9%
1,9%
Verkoop
2,6%
3,2%
1,8%
1,7%
Communicatie
1,3%
1,2%
0,9%
0,3%
11,6%
9,6%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
3,3%
2,2%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Overig
23
Trends, ontwikkelingen en risico’s
–– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche
zijn auto, brand en bedrijfsaansprakelijkheid.
–– Verzekeringen op het gebied van AOV worden ook
vaak gesloten.
–– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot
verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen
en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in
een aantal thema’s bijeengebracht.
Markt en regelgeving
Trends & ontwikkelingen
–– Naast het bedrijfsleven is de overheid een belangrijke
opdrachtgever. De overheid heeft al geruime tijd een
kostenbesparingsprogramma lopen om het aantal
adviesopdrachten terug te dringen en hebben daartoe
een eigen adviesbureau opgericht. Senior managers
vanuit de overheid worden ingezet als consultant. Sinds
2009 zijn de uitgaven van het Rijk aan consultants met
80% afgenomen.
–– Binnen het bedrijfsleven is de financiële sector een
belangrijke opdrachtgever voor adviesbureaus. Binnen
deze sector vinden grote reorganisaties plaats. Aan de
ene kant levert dat extra werk op om te ondersteunen
bij het opstellen van een nieuwe strategie en bij de
reorganisatie. Aan de andere kant komen de budgetten
voor nieuw advieswerk en marktonderzoek onder druk
te staan vanwege kostenbesparingen.
–– Grote opdrachtgevers werken steeds meer met
preferred suppliers en inkoopcontracten.
–– Eind 2011 is de Europese norm voor Management
Consultancy Services gelanceerd (EN 16114). Het doel
van deze norm is het verbeteren van de transparantie en
het begrip tussen klanten en Management Consultancy
Service Providers (MCSP’s). Dat moet leiden tot betere
resultaten van adviesprojecten en tot het wegnemen
van hindernissen voor grensoverschrijdende
opdrachtverlening.
–– Per medio 2013 zijn de nieuwe Aanbestedingswet en
het Aanbestedingsbesluit van kracht. Opdrachten van
overheden boven een bepaald omvang dienen
aanbesteed te worden. Hiervoor heeft de Nederlandse
overheid het online-aanbestedingssysteem
TenderNed ontwikkeld.
24
–– Marktonderzoek verandert van aard. Consumenten zijn
mondig, hun tijd is schaars, en meedoen aan onderzoek
is niet meer vanzelfsprekend. Opdrachtgevers
verwachten steeds meer kennis en inzichten in plaats
van alleen data en informatie. Marktonderzoekbureaus
gaan daardoor steeds meer adviesdiensten verlenen.
Risico’s
–– Toenemende specialisatie en veranderingen in klantsectoren kunnen zorgen voor een toename aan ontslagen.
Een goede aansprakelijkheidsverzekering en concurrentiebeding kunnen een belangrijke rol spelen.
–– Een Europese norm voor Management Consultancy
Services en richtlijnen van de MOA kunnen de kwaliteit
van managementadvies- en marktonderzoekbureaus
verbeteren. Dit kan leiden tot aanpassing van de
inschatting van de aansprakelijkheidsrisico’s en in lijn
daarmee de premies.
–– De toename van wet- en regelgeving op het gebied van
aanbestedingen kan met name invloed hebben op de
(beroeps)aansprakelijkheid.
–– De verschuiving van marktonderzoekbureaus naar
adviesdiensten kan mogelijk extra aansprakelijkheidsrisico’s met zich meebrengen.
Technologie & innovatie
Personeel
Trends & ontwikkelingen
–– Nieuwe maatschappelijke of economische trends, zoals
bijvoorbeeld Big Data, social media, maatschappelijk
verantwoord ondernemen, zijn drijfveren voor de
opkomst van nieuwe type adviesbureaus.
–– Marktonderzoek wordt steeds meer online en real-time
uitgevoerd, direct na het uitvoeren van een bepaalde
activiteit, zoals het bestellen van een product of bellen
met de klantenservice.
–– Nieuwe manieren van onderzoek, zoals via games of
via neurologische brainscans of emotiemetingen
winnen terrein.
–– Social media blijft aan terrein winnen voor PR bureaus.
PR advies wordt daardoor steeds meer 24/7 uitgevoerd.
In geval van belangrijke evenementen, zoals bijvoorbeeld de WK voetbal, hebben grote bureaus hele teams
werkzaam, die op de sociale media actief zijn.
–– ICT en internet worden steeds belangrijker in
het adviesproces.
Trends & ontwikkelingen
–– Personeel is in deze branche de motor van de onderneming. Relatief is er veel aanbod, omdat er geen
specifieke studies vereist zijn. Voor gespecialiseerde
strategische adviesbureaus, marktonderzoekbureaus en
specifieke interim adviesbureaus is het moeilijker om
goed personeel te vinden.
–– Ongeveer 15% van de werknemers heeft een flexibele
arbeidsrelatie. Dit is minder dan gemiddeld (19%).
Organisatieadviesbureaus gebruiken steeds vaker
tijdelijke contracten. Het aantal zelfstandigen in de
branche bedroeg ongeveer 22% in 2013.
–– Adviseurs staan soms onder grote druk. Ze maken veel
overuren en lopen verhoogd risico op een verstoorde
balans tussen werk en privéleven.
–– Het opleiden van personeel wordt steeds belangrijker
om te voldoen aan de vraag naar meer kennis en
specialisatie. Ontwikkelingen op het gebied van ICT en
internet gaan snel en vragen ook om een goede actuele
kennis hierover bij medewerkers.
Risico’s
–– Nieuwe type adviesbureaus kennen mogelijkerwijs een
ander risicoprofiel. Hierdoor wordt aanpassing in de
bestaande dekkingen wenselijk of zelfs noodzakelijk.
–– Goed risicomanagement op het gebied van internet
security risico’s wordt steeds belangrijker. Schade door
brand, verlies van data of cybercriminaliteit kan
aanzienlijke kosten en bedrijfsstagnering met zich
meebrengen. Goede verzekeringen voor computer- en
elektronica, brand, bedrijfsschade, reconstructie en
extra kosten kunnen een goede dekking geven voor de
risico’s. Inmiddels zijn ook specifieke cybercriminaliteit
verzekeringen op de markt voor de risico’s van diefstal
van gegevens via het internet.
–– Voor PR-bureaus, die steeds meer evenementgedreven
werken, kan een evenementenverzekering een risicodekkende oplossing bieden.
Risico’s
–– Hoge werkdruk kan leiden tot ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en
re-integratie en goede inkomensverzekeringen zijn in
de branche steeds belangrijker.
–– De inzet van meer flexwerkers bij accountants zorgt
ervoor dat advies op het gebied van de mogelijkheden
van eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet-flex en
WGA belangrijker worden.
–– Voor zzp’ers is het risico op verlies van inkomen bij
arbeidsongeschiktheid en het risico op een pensioengat
groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan toegevoegde waarde leveren. Daarbij valt te denken aan
producten op het gebied van (beroeps)aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente.
–– Er is geen verplicht bedrijfstakpensioenfonds in
deze branche. Er is geen algemeen verbindend
verklaarde cao.
–– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico
Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren.
25
Belangrijke organisaties
–– Algemene Beroepsvereniging voor Counseling (ABvC)
–– Brancheorganisatie Bedrijfsoverdracht Bemiddelaars
(BOBB)
–– Dutch Dialogue Marketing Association (DDMA)
–– MarktOnderzoekAssociatie (MOA)
–– Nederlandse Vereniging voor Interim Managers (NVIM)
–– De Orde van organisatiekundigen en -adviseurs (Ooa)
–– Nederlandse Orde van Register Managers (ORM)
–– Raad van Organisatie-Adviesbureaus (ROA)
–– De Vereniging voor Public Relations Adviesbureaus
(VPRA)
Bron
De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd
op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel
(KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf
(EIM), UWV en brancheorganisaties.
26
Reclamebureaus
De markt
–– Reclameontwerp- en adviesbureaus en organisaties die
reclamediensten verlenen, zijn onderdeel van de markt
voor zakelijke dienstverlening.
Zij voeren uiteenlopende werkzaamheden uit
rond reclamecampagnes, waaronder:
–– –adviseren over marketingstrategie en
reclamecampagnes
–– –bedenken en ontwikkelen van reclamecampagnes
–– –begeleiden en uitvoeren van reclamecampagnes
–– –analyseren van resultaten en effecten van
campagnes.
–– Grafische vormgeving en dtp-bedrijven behoren niet tot
deze branche.
Figuur 1. Aantal reclamebureaus verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches
Reclamebureaus
Handel in advertentieruimte
Totaal
1 werkz
pers
23.355
2 werkz 3-5 werkz
pers
pers
2.300
975
5-10
werkz
pers
10-20
werkz
pers
20-50
werkz
pers
50-100
werkz
pers
≥ 100
werkz
pers
Totaal
765
285
125
30
10
27.845
970
130
60
30
25
15
5
5
1.240
24.325
2.430
1.035
795
310
140
35
15
29.085
Bron: CBS, augustus 2014
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame
personen.
–– De reclamewereld bestaat sinds de industrialisatie.
In Rotterdam en Amsterdam vestigden zich reeds aan
het eind van negentiende eeuw de eerste
reclamebureaus.
–– De reclamewereld heeft sterk te lijden gehad onder de
economische crisis. De advertentiemarkt is sterk
gekrompen.
–– De moderne consument is minder goed voorspelbaar.
Daardoor treden soms zeer snelle veranderingen op in
het koopgedrag van bepaalde doelgroepen. Mede
daardoor is persoonlijke reclame meer in opkomst,
worden de massamedia anders ingezet en ontstaan
allerlei nieuwe vormen van reclame.
–– Door convergentie van de verschillende reclamekanalen
als televisie, internet en mobiel ontstaan niet alleen
nieuwe mogelijkheden voor reclamecampagnes, maar
ook meer behoefte aan een geïntegreerde multimediale
aanpak.
–– Reclamebureaus zoeken naar nieuwe verdienmodellen,
omdat de traditionele advertentiemarkt sterk krimpt.
Voorbeelden hiervan zijn contentmarketing en social
media marketing.
–– De toename van het gebruik van de mobiel voor
internet en apps zorgt voor een groei in opdrachten op
dit vlak.
–– Communicatie heeft een impact op het hele bedrijf en
wordt meer en meer gedragen door medewerkers door
het hele bedrijf heen. Verschillende departementen
leveren inhoud en verhalen, medewerkers treden via
social media op als ambassadeurs en de kwaliteit van de
klantendienst heeft een impact op de reputatie. .
–– Geografisch is de reclamebranche sterk geconcentreerd
rond Amsterdam (nationaal).
27
Feiten en cijfers
–– De branche van reclamebureaus bestaat uit ruim
29.000 bedrijven.
–– In totaal werken er ongeveer 26.500 zelfstandigen in de
branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder
bedrijven met 1 of 2 werkzame personen.
–– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met
ruim 1.800 bedrijven een redelijke groep.
–– Ongeveer 500 bedrijven uit deze groep
zakelijke dienstverleners hebben meer dan
10 werknemers.
–– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) leveren de
grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche
met ongeveer 81% van de banen. Grootzakelijke
bedrijven (100 of meer werkzame personen) zijn goed
voor circa 19% van de banen.
–– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt
gevormd door de categorie reclamebureaus.
–– In 2013 telde de branche bijna 3.400
bedrijfsoprichtingen.
–– De omzet van de totale branche was in 2013 ongeveer
€ 6,0 miljard.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij reclamebureaus in de periode 2005-2013 en de verwachting voor
2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei.
De branche is zeer gevoelig voor veranderingen in de
economie. In minder goede economische tijden wordt er
vaak snel bezuinigd op de diensten van reclamebureaus.
Sinds 2009 is sprake van een zeer sterke terugval in
reclame-inkomsten. Bedrijven geven met name minder uit
aan reclames via print en televisie. De online reclamebestedingen zijn wel sterk toegenomen. In totaal werd in 2013
ongeveer € 6,0 miljard omzet gerealiseerd.
De branche kent een redelijke bedrijfsdynamiek met
een aanzienlijk aantal bedrijfsoprichtingen. Het aantal
bedrijfsoprichtingen is in 2010 sterk gedaald en sinds 2011
weer gestegen. Het aantal bedrijfsopheffingen stijgt sinds
2010.
De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012
een bedrijfsresultaat van bijna 12%. Dat is hoger dan
het marktgemiddelde (6,5%) en ongeveer gelijk aan het
gemiddelde van de zakelijke dienstverlening (12%).
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij reclamebureaus en het bruto binnenlands product (BBP)
125
120
Index (2010 = 100)
115
110
105
100
95
90
85
80
75
2005
2006
2007
2008
2009
Reclamebureaus
Bron: CBS, CPB, EIM (2014, 2015)
28
2010
2011
BBP
2012
Prognose
2013
2014
2015
Figuur 3. Reclamebureaus: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen
4.000
3.700
3.000
3.525
3.490
3.500
3.015
3.385
3.190
2.825
2.635
2.500
2.000
1.810
1.920
2.165
1.995
1.740
1.585
1.500
1.000
500
–
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Opheffingen
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten
gemaakt wordt door inkoop en een aanzienlijk deel door
personeel. De inkoop betreft onder meer inkoop van online
en offline advertentieruimte en productiewerk. Onder deze
categorie valt inkoop van werk geleverd door zzp’ers.
Binnen de zakelijke dienstverlening wordt daarmee relatief
veel aan inkoop uitgegeven. Vergeleken met het totale
bedrijfsleven wordt relatief veel uitgegeven aan huisvesting
en energie, en communicatie. Volgens een meting van het
EIM waren er in 2010 in het MKB circa 3.500 personenauto’s (exclusief leaseauto’s).
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven
Kostencategorie
Reclamebureaus
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
58,1%
31,8%
68,9%
Personeel
24,4%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
3,7%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
0,8%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
2,0%
2,9%
1,9%
Verkoop
1,7%
1,8%
1,7%
Communicatie
0,9%
0,9%
0,3%
Overig
5,7%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
2,7%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
Bron: CBS
29
Trends, ontwikkelingen en risico’s
–– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche
zijn auto, brand en bedrijfsaansprakelijkheid.
–– Verzekeringen op het gebied van AOV en reis worden
ook vaak gesloten.
–– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot
verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen
en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in
een aantal thema’s bijeengebracht.
Markt en regelgeving
Trends & ontwikkelingen
–– De markt wordt steeds competitiever. Dat is enerzijds
het gevolg van een sterke afname van de reclamebestedingen en anderzijds komt het doordat een aanzienlijk
aantal professionals voor zichzelf begint en zich direct
verhuurt aan opdrachtgevers.
–– Reclame via televisie lijkt steeds minder gewenst te zijn
door consumenten. De opkomst van ‘on-demand’ video
diensten zoals Netflix, waarbij films en series online
gestreamed worden, is een bedreiging voor de televisie
reclame-inkomsten. Netflix is namelijk reclamevrij.
–– De inkoop van reclamedienstverlening door grote
bedrijven wordt verder geprofessionaliseerd. Dat
betekent dat opdrachtgevers meer dwingende eisen
stellen aan de uitvoering van opdrachten.
–– De Reclame Code Commissie voert steeds meer toezicht
op oneerlijke handelspraktijken, met als doel de consument beter te beschermen tegen misleiding en
ondernemers tegen oneerlijke concurrentie. Zo is per 1
januari 2014 de Reclamecode Social Media (RSM)
aangenomen. Deze code geeft het bedrijfsleven handvatten bij het ontwikkelen van reclamecampagnes met
gebruik van social media als Facebook en Twitter.
–– Met de invoering van de cookiewet moeten websites
bezoekers informeren als zij cookies willen plaatsen.
De bezoeker moet daarvoor toestemming geven.
Dat geldt alleen voor cookies die surfgedrag bijhouden.
Voor cookies die de werking van websites verbeteren,
de zogenaamde ‘analytic cookies’ is dit sinds kort niet
meer nodig.
–– Intellectueel eigendom blijft toenemen aan belang.
–– Reclamebureaus exploiteren steeds vaker eigen
consumentendatabases om de wensen van de klant in
kaart te brengen.
30
Risico’s
–– De toename in toezicht op het ontwikkelen van reclamecampagnes en strengere wet- en regelgeving rond
het volgen van surfgedrag op internet kunnen hun
weerslag hebben op de (beroeps)aansprakelijkheid.
–– De inzet van innovatieve reclame-instrumenten kan
leiden tot andere risicoprofielen. Hierdoor kan aanpassing in de bestaande dekkingen noodzakelijk worden.
–– Een goede rechtsbijstandverzekering kan bescherming
bieden tegen misbruik van intellectueel eigendom door
concurrenten.
Technologie & innovatie
Trends & ontwikkelingen
–– Reclamebestedingen voor reclame via internet stijgen
verder door. Zo zijn bestedingen aan search engine
optimization (SEO), Google Adwords, banners en
advertorials sterk gestegen. Consumenten willen echter
steeds minder vaak reclames zien. In reactie hierop
zijn er inmiddels zogenaamde adblock programma’s
verkrijgbaar, die advertenties blokkeren.
–– Reclames via de verschillende kanalen mobiel, internet
en offline worden steeds meer met elkaar geïntegreerd.
Zo wordt bijvoorbeeld gewerkt aan technologie om met
de mobiel een scan te maken van een reclame en op die
manier een aankoop te doen via de mobiel.
–– Reclamebureaus gebruiken steeds meer nieuwe technologieën. Voorbeelden hiervan zijn audiovisueel
materiaal via internet, computerprogrammatuur, games
en ‘Augmented Reality’ (AR). AR is het versmelten van
de werkelijke (fysieke) wereld met de virtuele wereld.
Met behulp van deze techniek kan een virtuele laag
over de werkelijkheid heen gelegd worden en is het
mogelijk om objecten die er niet zijn te laten verschijnen
in 3D. Middels een smartphone kan men in het gezichtsveld van de gebruiker digitale informatie laten
verschijnen die de poster verrijkt met praktische
informatie, beelden, een spel of een speciaal effect. Een
ander voorbeeld is ‘virtual boarding’ in de sportwereld.
Reclame op televisie wordt via digitale reclame getoond
als laag over de vaste borden heen, die in de stadions te
zien zijn.
–– Doordat veel mensen zakelijk toegang hebben tot
internet zijn bedrijven kwetsbaarder voor internetcriminaliteit. Dat geldt met name omdat
cybercriminaliteit toeneemt.
–– Social media hebben inmiddels een vaste plek veroverd
in de communicatiemix. Ze worden voornamelijk
gebruikt om te zenden en te monitoren maar ook steeds
meer om de dialoog aan te gaan met doelgroepen.
Social media worden ingezet voor o.a. co-creatie en
crowdsourcing. Verder komen content marketing en
storytelling steeds meer in de belangstelling.
Risico’s
–– Innovaties en technologische veranderingen kunnen
ertoe leiden dat de dekkingen van de huidige aansprakelijkheids- en technische verzekeringen tekortschieten.
Door analyse kan worden bepaald welke dekkingen nog
van toepassing zijn en welke niet. Daarnaast moet
bekeken worden of er nieuwe risico’s zijn ontstaan die
(nog) niet zijn afgedekt. Hierdoor kan behoefte
ontstaan aan meer, uitgebreidere, aanvullende of
geheel nieuwe verzekeringen.
–– Innovatieve bedrijfsmodellen (bijvoorbeeld internetaanbieders) kennen mogelijkerwijs een ander
risicoprofiel. Hierdoor wordt aanpassing in de
bestaande dekkingen wenselijk of zelfs noodzakelijk.
–– Goed risicomanagement op het gebied van internet
security risico’s wordt steeds belangrijker. Schade door
brand, verlies van data of cybercriminaliteit kan
aanzienlijke kosten en bedrijfsstagnering met zich
meebrengen. Het niet of onvoldoende nemen van
adequate preventiemaatregelen kan er toe leiden dat
schades niet of onvolledig zijn gedekt door de huidige
brand, bedrijfsschade, computer- en elektronicaverzekeringen. Inmiddels zijn ook specifieke cybercriminaliteit verzekeringen op de markt voor de risico’s
van diefstal van gegevens via het internet.
Personeel
Trends & ontwikkelingen
–– Personeel is een belangrijke, creatieve factor in deze
branche. Personeelskosten vormen een aanzienlijk deel
in de totale kosten van reclamebureaus.
–– Een deel van de reclamebranche is sterk evenement en
seizoensgedreven. Grootschalige evenementen, zoals
de WK voetbal en Olympische Spelen, maar ook kleinschalige evenementen, zoals festivals, zorgen voor
pieken in de vraag naar personeel. Reclamebureaus
werken daarom steeds meer met flexibele contracten
om aan deze vraag te voldoen. Dit betreft vaak zzp’ers.
–– Het aantal zzp’ers in de branche is relatief erg hoog.
Redenen daarvoor kunnen zijn dat men graag zelfstandig en flexibeler wil kunnen werken of dat men zich
op een bepaald specialisme wil concentreren. In het
geval van startende bedrijven wordt in de beginfase
vaak vanuit het eigen huis gewerkt.
–– Professionals in de reclamebranche staan soms onder
grote druk. Een veelgehoorde klacht is dat er veel
overuren worden gemaakt en dat daardoor de balans
tussen werk en privéleven verstoord kan raken. Dat
leidt tot hogere kans op ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid en een relatief groot personeelsverloop.
Risico’s
–– Hoge werkdruk kan leiden tot een toename van het
ziekteverzuim en in ernstige gevallen zelfs tot arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding en
re-integratie en goede inkomensverzekeringen zijn in
de branche steeds belangrijker.
–– Zzp’ers missen een wettelijk vangnet voor ziekte en
arbeidsongeschiktheid. Ook het risico op een pensioengat is groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan
toegevoegde waarde leveren. Dat geldt bijvoorbeeld op
het gebied van beroepsaansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente.
–– Er is geen verplicht bedrijfstakpensioenfonds in deze
branche, maar wel een facultatief bedrijfstakpensioenfonds voor de media. Dit is het pensioenfonds PNO
Media. Er is geen Algemeen Verbindend Verklaarde
CAO voor de branche.
Belangrijke organisaties
–– Voorheen Genootschap voor Reclame (GVR), tegenwoordig actief met het slagzinnenregister
–– Vereniging van communicatie adviesbureaus (VEA)
–– Brancheorganisatie voor public relations en
communicatieadviesbureaus in Nederland (VPRA)
Bron
De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd
op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel
(KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf
(EIM), UWV en brancheorganisaties.
31
Architecten- en ingenieursbureaus
De markt
Architecten- en ingenieursbureaus maken deel uit van de
markt voor zakelijke dienstverlening.
Ze maken ontwerpen en adviseren over gebouwen,
infrastructuur en installaties. Belangrijke categorieën daarbinnen zijn:
–– huizen, flats en kantoren
–– wegen, waterwegen en spoorwegen
–– fabrieken en technische installaties
Figuur 1. Aantal architecten , ingenieurs , technisch ontwerpers verdeeld over subbranches en
werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches
1 werkz
pers
2 werkz 3-5 werkz
pers
pers
5-10
werkz
pers
10-20
werkz
pers
20-50
werkz
pers
50-100
werkz
pers
≥ 100
werkz
pers
Totaal
Architectenbureaus
4.970
630
315
225
125
45
10
5
6.325
Ingenieursbureaus
24.830
2.125
1.125
950
565
300
95
80
30.070
Totaal
29.800
2.755
1.440
1.175
690
345
105
85
36.395
Bron: CBS, augustus 2014
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien naar type activiteiten en naar omvang van het
aantal werkzame personen.
–– Architecten- en ingenieursbureaus bestaan al meer dan
honderd jaar. Ze vormen een relatief stabiel onderdeel
van de economie.
–– Beide type bureaus zijn erg afhankelijk van de ontwikkeling van de bouw en de investeringsbereid van de
overheid en het bedrijfsleven. Architectenbureaus zijn
het meeste afhankelijk van de bouw en ingenieursbureaus het meeste van de investeringsbereidheid van de
overheid en het bedrijfsleven.
–– De bouwproductie is de afgelopen jaren zeer sterk
gedaald, vergeleken met 2008 was de omzet in 2013
20% lager. De omzet van architectenbureaus is sinds
2008 daardoor bijna gehalveerd. Daarnaast heeft de
overheid sterk bezuinigd op projecten waar ingenieursbureaus bij betrokken zijn en zijn de investeringen van
het bedrijfsleven ook afgenomen.
–– Door de enorme omzetdalingen in de afgelopen jaren
en het grote aantal faillissementen, zijn veel architecten
ontslagen en voor zichzelf begonnen.
32
–– Architectenbureaus zijn sterk gericht op de Nederlandse
markt, terwijl ingenieursbureaus veel vaker internationaal werken.
–– Ketensamenwerking tussen architecten- en ingenieursbureaus neemt toe en biedt veel kansen op het gebied
van innovatie.
–– Een deel van de (bouw)projecten wordt steeds groter en
complexer. Daardoor is er behoefte aan bureaus die
specialisten in huis hebben op een groot aantal
expertisegebieden.
–– Het thema duurzaamheid blijft aan belang toenemen.
Feiten en cijfers
–– De branche van architecten- en ingenieurs-bureaus
bestaat uit ruim 36.000 bedrijven.
–– Eind december 2013 zijn er 14.196 personen geregistreerd in het architectenregister. Driekwart daarvan is
architect. Interieurarchitecten, stedenbouwkundigen en
tuin- en landschapsarchitecten vormen respectievelijk
13%, 6% en 5% van het register.
–– In totaal werken er ongeveer 23.000 zelfstandigen in de
branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder
bedrijven met 1 of 2 werkzame personen.
–– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met circa
2.500 bedrijven een redelijke groep.
–– Ruim 1.200 bedrijven uit deze groep zakelijke dienstverleners hebben meer dan 10 werknemers.
–– MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) leveren de
grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche
met ongeveer 56% van de banen. Grootzakelijke
bedrijven (100 of meer werkzame personen) zijn goed
voor circa 44% van de banen.
–– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt
gevormd door de categorie ingenieursbureaus.
–– In 2013 telde de branche bijna 4.000
bedrijfsoprichtingen.
–– De omzet van de totale branche was in 2013 ongeveer
€ 13,3 miljard.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij architectenen ingenieursbureaus in de periode 2005-2013 en de
verwachting voor 2014 en 2015, afgezet tegen de
economische groei.
De branche is flink afhankelijk van de stand van de
economie. In economisch slechte tijden wordt minder
gebouwd. Dan is er dus ook minder werk voor
architecten- en ingenieursbureaus.
Sinds 2008 is de omzet van architectenbureaus gehalveerd. Voor 2014 wordt een groei verwacht vanwege een
milde winter en een verlaagd BTW tarief. In 2015 trekt
de economie weer meer aan en wordt ook een omzetgroei
verwacht. De omzet van de ingenieursbureaus loop in lijn
met de ontwikkelingen van de economie. De omzet van
deze branche is al in 2013 gegroeid, ondanks een daling
van de economie. De reden hiervan is het aantrekken van
de wereldeconomie en groei in internationale omzet.
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij architecten- en ingenieursbureaus
en het bruto binnenlands product (BBP)
135
Index (2010 = 100)
125
115
105
95
85
75
65
2005
2006
2007
2008
Bron: CBS, CPB, ABN Amro Economisch
Bureau (2014, 2015)
Architectenbureaus
2009
2010
Ingenieursbureaus
2011
2012
BBP
2013
2014
Prognose
2015
33
Figuur 3. Architecten- en ingenieursbureaus: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen
5.000
4.740
4.175
4.500
4.000
4.005
3.835
3.980
3.575
3.435
3.500
3.140
3.000
2.500
2.000
2.420
2.560
2.420
2.105
1.940
1.810
1.500
1.000
500
–
2007
Bron: CBS
2008
2009
Opheffingen
In totaal werd in 2013 ongeveer € 13,3 miljard omzet
gerealiseerd, waarvan € 12,4 miljard voor rekening
van de ingenieursbureaus en € 0,9 miljard door
architectenbureaus.
De branche kent een redelijke bedrijfsdynamiek met
een aanzienlijk aantal bedrijfsoprichtingen. Het aantal
bedrijfsoprichtingen is in 2010 gedaald en sinds 2011 weer
gestegen. Het aantal bedrijfsopheffingen stijgt sinds 2010.
De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012 een
bedrijfsresultaat van 12%. Dat is hoger dan het marktgemiddelde (6,5%) en gelijk aan het gemiddelde van de
zakelijke dienstverlening (12%).
34
2010
2011
2012
2013
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven
Kostencategorie
Architectenbureaus
Ingenieursbureaus
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
13,0%
32,6%
31,8%
68,9%
Personeel
56,6%
46,5%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
7,1%
3,5%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
1,2%
0,9%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
2,7%
2,5%
2,9%
1,9%
Verkoop
2,0%
1,6%
1,8%
1,7%
Communicatie
1,1%
0,8%
0,9%
0,3%
12,7%
8,5%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
3,6%
3,1%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Overig
Bron: CBS
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten
gemaakt wordt door personeel. Bij ingenieursbureaus
wordt nog een aanzienlijk deel van de kosten door inkoop
gemaakt. Deze inkoop betreft onder meer inkoop van materialen, onderdelen, gereedschap en instrumenten. Binnen
de zakelijke dienstverlening wordt door architectenbureaus
relatief veel aan huisvesting en energie en apparatuur en
inventaris uitgegeven. Architectenbureaus zitten vaak
op duurdere locaties in grote steden en gebruiken dure
tekentafels en computers. Volgens een meting van het EIM
waren er in 2010 in het MKB circa 6.400 personenauto’s en
4.400 bestelauto’s(exclusief leaseauto’s).
Trends, ontwikkelingen en risico’s
–– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche
zijn auto, brand en beroeps-/ bedrijfsaansprakelijkheid.
–– Verzekeringen op het gebied van AOV worden ook
vaak gesloten.
–– Binnen de branche voor architecten zijn een aantal
branchespecifieke verzekeringen en dekkingen ontwikkeld, zoals een beroepsaansprakelijkheidsverzekering
en dekking voor maquettes.
–– Architecten zijn vaak meeverzekerd op de construction
all risk verzekering (CAR), die een aannemer of
opdrachtgever heeft gesloten.
–– Verschillende brancheorganisaties bieden mantelcontracten voor verzekeringen.
–– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot
verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen
en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in
een aantal thema’s bijeengebracht.
35
Markt en regelgeving
Trends & ontwikkelingen
–– De markt kent steeds meer grote en complexe projecten.
Hierdoor ontstaat vraag naar meer expertisevelden en
efficiënte coördinatie daarvan. De toename van
complexere ontwikkel- en bouwprojecten gaat hand in
hand met strengere eisen van de overheid. Deze strengere eisen worden vastgelegd in aanvullende wet- en
regelgeving.
–– De particuliere vraag naar architecten neemt toe. Veel
gemeenten stellen het als vereiste bij de aankoop van
bouwkavels dat de bouw van de woning plaatsvindt aan
de hand van tekeningen van een architect. In 2013 is de
Consumentenregeling, die de algemene voorwaarden
consument-architect bevat en de wederzijdse verplichtingen en rechten van opdrachtgever en architect
vastlegt, aangepast aan het nieuwe Bouwbesluit.
–– Europese aanbestedingsregels worden complexer en
veelomvattend. Vooral kleinere bureaus ondervinden
daar last van omdat ze vaak niet alle benodigde expertise in huis hebben. In sommige gevallen stellen de
regels inzake internationale aanbestedingen zelfs de
grotere bureaus voor problemen.
–– Grote specialistische ingenieursbureaus zijn vooral
actief bij internationale projecten en veel minder in
nationale of regionale markten.
–– De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft een
Nationaal Programma Herbestemming in het leven
geroepen. Een groot aantal organisaties, waaronder de
Bond van Nederlandse Architecten (BNA), werkt aan
een gezamenlijke agenda van activiteiten om herbestemming te stimuleren.
–– Tot 1 januari 2015 geldt voor de loonkosten bij renovatie, herstel en tuinonderhoud van woningen ouder
dan twee jaar een lager BTW tarief van 6% in plaats van
21%. Dit heeft een positief effect op de markt voor
architectenbureaus. Architecten moeten wel de renovatie of herstel ook begeleiden.
–– De algemene voorwaarden voor adviseurs van
opdrachtgevers zijn vastgelegd in De Nieuwe Regeling
(DNR), opgesteld door de BNA. Ook de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de architect is
afgestemd op de algemene voorwaarden in DNR.
–– Ingenieursbureaus worden vaker (mede)verantwoordelijk voor de realisatie en exploitatie van door hen
ontworpen faciliteiten. Wel zijn er negatieve ervaringen
in de markt, zoals bijvoorbeeld bij Imtech, met betrekking tot het in eigen beheer ontwikkelen van projecten.
36
Risico’s
–– De toename van complexere projecten en strengere
eisen rond onafhankelijkheid en transparantie zijn vaak
van invloed op de (beroeps)aansprakelijkheid.
–– Uitbreiding van het takenpakket kan impact hebben op
de aansprakelijkheidsdekkingen, bijvoorbeeld
ontwerpaansprakelijkheid.
–– Innovatieve bedrijfsmodellen, zoals ontwikkeling en
exploitatie in eigen beheer, kennen vaak andere
risicoprofielen. Dat kan een ander verzekeringspakket
vereisen.
Technologie & innovatie
Trends & ontwikkelingen
–– In de bouwwereld wordt het maken van een Bouwwerk
Informatie Model (BIM) steeds meer gemeengoed. BIM
is een informatiemodel dat gemaakt en gebruikt wordt
bij een manier van ontwerpen en bouwen waarbij een
gebouw of constructie en veel of alle informatie daarover geïntegreerd als een informatiemodel in een of
meer computer databanken wordt vastgelegd. Meestal
vormt een 3D-model een onderdeel van het totale
model. Ook kan andere informatie over het bouwwerk
in het model geïntegreerd worden, zoals functies van
ruimtes en onderdelen en planning van werkzaamheden. BNA, Bouwend Nederland, NL Ingenieurs en
UNETO-VNI en TNO sloten onlangs een branche-innovatiecontract (BIC). Met dit contract kunnen de
branches de kennis van TNO over BIM gebruiken,
uitbreiden en toegankelijk maken voor hun leden.
–– Doordat veel mensen zakelijk toegang hebben tot
internet, zijn bedrijven kwetsbaarder voor
internetcriminaliteit.
–– De verduurzaming van de gebouwde omgeving heeft
hoge prioriteit van beleidsmakers en de bouw. Aan
architectenbureaus wordt steeds vaker gevraagd om het
ontwerp energiezuinig of zelfs energieneutraal te
maken.
–– De markt voor duurzame technologie, zoals windmolens, zonne-energie en vergisting- en
vergassingsinstallaties, groeit sterk en er zijn steeds
meer ingenieursbureaus die zich hiermee bezig houden.
Risico’s
–– Innovaties en technologische veranderingen kunnen
ertoe leiden dat de dekkingen van de huidige technische verzekeringen tekortschieten. Door analyse kan
worden bepaald welke dekkingen nog van toepassing
zijn en welke niet.
–– Innovatieve bedrijfsactiviteiten (bijvoorbeeld duurzame
technologie) kennen mogelijkerwijs een ander risicoprofiel. Hierdoor wordt aanpassing in de bestaande
dekkingen wenselijk of zelfs noodzakelijk.
–– Goed risicomanagement op het gebied van internet
security risico’s wordt steeds belangrijker. Schade door
brand, verlies van data of cybercriminaliteit kan
aanzienlijke kosten en bedrijfsstagnering met zich
meebrengen. Het niet of onvoldoende nemen van
adequate preventiemaatregelen kan er toe leiden dat
schades niet of onvolledig zijn gedekt door de huidige
brand, bedrijfsschade, computer- en elektronicaverzekeringen. Inmiddels zijn ook specifieke
cybercriminaliteit verzekeringen op de markt voor de
risico’s van diefstal van gegevens via het internet.
Personeel
Trends & ontwikkelingen
–– In deze branche is personeel een belangrijke motor van
de onderneming. De kwaliteit van het personeel is
bepalend voor het prestatieniveau. In de arbeidsmarkt
voor architecten is sprake van een overaanbod van
studenten bouwkunde. In de arbeidsmarkt voor ingenieurs is op een aantal gebieden juist sprake van een
grotere vraag dan aanbod, bijvoorbeeld op het gebied
van werktuigbouwkundigen en elektrotechnisch
ingenieurs voor onder meer duurzame technologie.
–– Er is een steeds grotere diversiteit aan type ingenieurs.
De vooropleiding is voornamelijk Hogere Technische
School (HTS) of Technische Universiteit (TU). Deze
opleidingen hebben het vaak moeilijker dan andere
studies om nieuwe studenten te werven.
–– Architecten en ingenieurs staan soms onder grote druk.
Een veelgehoorde klacht is dat er veel overuren worden
gemaakt. Daardoor kan de balans tussen werk en
privéleven verstoord raken. Daarnaast zijn de salarissen
bij architectenbureaus vaak laag. Dit kan leiden tot
ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.
–– De Wet op de architectentitel beschermt de titels
architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect en interieurarchitect. Alleen personen die in het
architectenregister staan ingeschreven voor een
bepaalde discipline mogen de bijbehorende titel voeren.
–– Er zijn relatief veel zzp’ers in de branche (19% van de
werkzame beroepsbevolking). Binnen de architectenbureaus is dit aantal sterk toegenomen vanwege de vele
ontslagen in de sector.
Risico’s
–– Hoge werkdruk kan leiden tot ziekteverzuim en in
ernstige gevallen zelfs tot arbeidsongeschiktheid.
Preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie en goede
inkomensverzekeringen zijn in de branche steeds
belangrijker.
–– Er is een (digitale) Risico Inventarisatie & Evaluatie
(RI&E), toegespitst op arbeidsomstandigheden en
risico’s in de architectenbranche. Bij bedrijven tot 25
man hoeven de daarin geformuleerde eisen slechts licht
te worden getoetst door een arbodeskundige. Daarnaast
is een protocol Gezond Werken opgesteld, dat zich
vooral richt op problemen rond RSI en werkdruk.
–– Zzp’ers missen een wettelijk vangnet voor ziekte en
arbeidsongeschiktheid. Ook het risico op een pensioengat is groot. Een specifiek aanbod voor zzp’ers kan
toegevoegde waarde leveren. Dat geldt bijvoorbeeld op
het gebied van beroepsaansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en (bancaire) lijfrente.
–– Er is een verplicht bedrijfstakpensioenfonds voor
architectenbureaus (Stichting Pensioen Fonds
Architectenbureaus). Voor ingenieursbureaus is er geen
verplicht bedrijfstakpensioenfonds.
–– Architectenbureaus vallen onder een Algemeen
Verbindend Verklaarde cao. Ingenieursbureaus kennen
uitsluitend ondernemings-cao’s.
Belangrijke organisaties
–– Bureau Architectenregister: wettelijk register voor
architecten
–– Bond van Nederlandse Architecten (BNA): brancheorganisatie voor architecten. Mantelcontracten voor
verzekeringen op het gebied van beroeps-/bedrijfs-/
bestuurdersaansprakelijkheid, evenementen, rechtsbijstand, auto, brand, bedrijfsschade, computer, zakenreis,
maquettes, reconstructiekosten, AOV, ziekteverzuim,
WIA, ongevallen, ANW-hiaat, zorg, Carrière Stop Polis
(ORV).
–– Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI NIRIA):
beroepsvereniging van en voor ingenieurs.
Mantelcontracten voor verzekeringen op het gebied
Inkomen bij arbeidsongeschiktheid en werkloosheid,
zorg schade, overlijden en Gouden handdruk
37
Bron
De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd
op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel
(KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf
(EIM), UWV en brancheorganisaties.
38
Schoonmaakbedrijven
De markt
Schoonmaakbedrijven zijn onderdeel van de markt van
zakelijke dienstverleners. Hun dienst bestaat in hoofdzaak
uit het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden voor
derden. Belangrijke categorieën daarbinnen zijn:
–– reinigen van interieurs van woningen en kantoren en
schoonmaken van toiletten
–– glazenwassen, schoorsteenvegen, gevelreiniging,
brand- en roetreiniging, salvage en reiniging van
industriële installaties
–– schoonmaken van tanks van schepen en vrachtwagens,
schoonmaken van vuilcontainers en de bierwacht
(schoonmaken en controle van bierleidingen).
Figuur 1. Aantal architecten , ingenieurs , technisch ontwerpers verdeeld over subbranches en
werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches
1 werkz 2 werkz 3-5 werkz
pers
pers
pers
5-10
werkz
pers
10-20
werkz
pers
20-50
werkz
pers
50-100
werkz
pers
≥ 100
werkz
pers
Totaal
Interieurreiniging van gebouwen
5.320
1.030
565
460
300
195
75
70
8.015
Glazenwassen en schoorsteenvegen
2.410
360
200
160
75
45
10
10
3.270
860
145
65
65
35
30
10
10
1.220
8.590
1.535
830
685
410
270
95
90
12.505
Reiniging transportmiddelen en
overig
Totaal
Bron: CBS, augustus 2014
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien
naar type activiteiten en naar omvang van het
aantal werkzame personen.
–– De opkomst van schoonmaakbedrijven gedurende de
laatste decennia is een gevolg van de algemene trend
zaken uit te besteden, die niet tot de ‘core business’
behoren.
–– De schoonmaakbranche heeft te lijden onder de
economische crisis. Zowel de overheid als het bedrijfsleven geven minder uit aan schoonmaak. Het oprichten
van een eigen schoonmaakorganisatie door de overheid, de toename van het Nieuwe Werken en de
leegstand van kantoorruimte hebben een negatieve
impact op de vraag naar schoonmaak. Voor schoonmaakbedrijven is het moeilijk om onderscheidend te
zijn in hun aanbod.
Daardoor is er sprake van sterke concurrentie en
prijsdruk binnen de branche.
–– De vraag naar multiserviceconcepten, waarbij schoonmaak, beveiliging en catering worden gecombineerd,
neem toe.
–– Er ontstaan nieuwe businessmodellen, zoals prestatiecontracten en performancegericht schoonmaken
(alleen actie ondernemen als er iets vuil is).
–– Er is steeds meer aandacht voor duurzaamheid en
milieu in de branche, bijvoorbeeld door gebruik van
milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen en
-methodieken.
39
Feiten en cijfers
–– D
e branche van schoonmaakbedrijven bestaat uit ruim
12.500 bedrijven.
–– In totaal werken er ongeveer 7.000 zelfstandigen in de
branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder
bedrijven met 1 of 2 werkzame personen.
–– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met circa
1.500 bedrijven een redelijke groep.
–– Ongeveer 865 bedrijven in deze branche hebben meer
dan 10 werknemers.
–– Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame
personen) leveren de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche met ongeveer 59% van de banen.
MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) zijn goed
voor circa 41% van de banen.
–– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt
gevormd door interieurreiniging van gebouwen.
–– In 2013 telde de branche bijna
1.900 bedrijfsoprichtingen.
–– De gerealiseerde omzet in 2013 bedroeg circa
€ 5,0 miljard.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij schoonmaakbedrijven in de periode 2005-2013 en de verwachting voor
2014 en 2015, afgezet tegen de economische groei.
De branche is enigszins gevoelig voor de stand van de
economie. Hierbij is sprake van een laatcyclisch effect, dat
wil zeggen, dat een daling of groei van de economie zich
pas enige tijd later vertaalt naar de schoonmaakbranche.
Tot en met 2008 was sprake van een sterke stijging, in lijn
met de sterk groeiende economie. Tussen 2009 en 2013 is
de omzet licht gegroeid. De verwachting is, dat de omzet
in 2014 en 2015 daalt, door het laatcyclisch effect van de
economische krimp in 2013, de plannen van de overheid
voor het inbesteden en een teruglopend aantal vierkante
meters dat in gebruik is bij bedrijven.
In totaal werd in 2013 circa € 5,0 miljard omzet
gerealiseerd. Ongeveer 75% van de omzet betreft interieurschoonmaak, ongeveer 10% betreft glasbewassing en
15% overige schoonmaak.
De branche kent een lage bedrijfsdynamiek met een
beperkt aantal bedrijfsoprichtingen. Sinds 2007 is het
aantal bedrijfsoprichtingen toegenomen, met een dip in
2010. Het aantal bedrijfsopheffingen neemt toe sinds 2010.
De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012
een bedrijfsresultaat van bijna 11%. Dat is hoger dan
het marktgemiddelde (6,5%) en ongeveer gelijk aan het
gemiddelde van de zakelijke dienstverlening (12%).
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij schoonmaakbedrijven en het bruto binnenlands product (BBP)
105
Index (2010 = 100)
100
95
90
85
80
2005
2006
2007
2008
2009
Bron: CBS, CPB, Rabobank, ABN Amro Economisch Bureau (2014, 2015)
Uitzendbureaus
40
2010
2011
BBP
2012
Prognose
2013
2014
2015
Figuur 3. Schoonmaakbedrijven: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen
2.000
1.845
1.800
1.700
1.600
1.400
1.800
1.745
1.615
1.575
1.330
1.310
1.200
1.000
905
985
960
870
1.120
1.025
800
600
400
200
–
2007
Bron: CBS
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Opheffingen
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven
Kostencategorie
Schoonmaakbedrijven
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
19,4%
31,8%
68,9%
Personeel
63,6%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
2,2%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
1,0%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
4,0%
2,9%
1,9%
Verkoop
1,0%
1,8%
1,7%
Communicatie
0,7%
0,9%
0,3%
Overig
5,3%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
3,0%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de
kosten gemaakt wordt door personeel. Zelfs binnen de
zakelijke dienstverlening is dit relatief hoog. Ook aan
vervoersmiddelen wordt relatief veel uitgegeven in de
schoonmaakbranche. Relatief worden veel bestelauto’s
gebruikt in de branche. Volgens een meting van het EIM
waren er in 2010 in het MKB circa 3.000 personenauto’s en
6.000 bestelauto’s(exclusief leaseauto’s).
41
Trends, ontwikkelingen en risico’s
Markt en regelgeving
–– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche
zijn (bestel)auto, WEGAM, brand en beroeps-/
bedrijfsaansprakelijkheid.
–– Verzekeringen op het gebied van ziekteverzuim en WIA
worden ook vaak gesloten.
–– Binnen de branche zijn een aantal branchespecifieke
dekkingen ontwikkeld, zoals voor aansprakelijkheid
voor schade van werknemers in het verkeer
(Werkgeversaansprakelijkheid verkeer-schade voor
Werknemers, WvW).
–– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot
verzekeringsproducten.
Die trends en ontwikkelingen en hun uitwerking op
bedrijfsrisico’s zijn hieronder in een aantal thema’s
bijeengebracht.
Trends & ontwikkelingen
–– De Rijksoverheid gaat een eigen schoonmaakorganisatie inrichten. De overheid wil het signaal afgeven dat
schoonmaakmedewerkers een belangrijke bijdrage
leveren aan het goed kunnen functioneren van de
overheidsorganisatie. Schoonmaakmedewerkers komen
daarom in dienst van de Rijksoverheid en het schoonmaken wordt in eigen beheer gedaan. Dit wordt ook wel
’inbesteden’ genoemd. Deze stap heeft in combinatie
met de Participatiewet ook gevolgen voor het schoonmaakwerk bij gemeenten.
–– De code verantwoordelijk marktgedrag heeft de prijsspiraal naar beneden gestopt. De code heeft als doel de
marktverhoudingen in de branche te verbeteren. In de
code is vastgelegd dat alle betrokken partijen bij de
aanbesteding niet alleen kijken naar de prijs, maar dat
juist kwaliteit van de uitvoering van schoonmaakwerk
en de arbeidsomstandigheden moeten worden
meegewogen.
–– De in wet- en regelgeving vastgelegde eisen ten aanzien
van kwaliteit en veiligheid zijn strenger geworden.
Mede daardoor zijn certificering en keurmerken actuele
onderwerpen in de branche. De branchevereniging OSB
heeft een eigen kwaliteitskeurmerk ontwikkeld voor
leden. Ook de Vereniging Schoonmaken is een Vak!
(SieV!), die zich voornamelijk op het MKB richt, heeft
een eigen keurmerk ontwikkeld.
–– Per medio 2013 zijn de nieuwe Aanbestedingswet en
het Aanbestedingsbesluit van kracht. Opdrachten van
overheden boven een bepaald omvang dienen aanbesteed te worden. Hiervoor heeft de Nederlandse
overheid het online-aanbestedingssysteem
TenderNed ontwikkeld.
Risico’s
–– Strengere eisen aan de kwaliteit en keurmerken zorgen
ervoor, dat de aansprakelijkheidsverzekeringen
toenemen aan belang. Certificaten en keurmerken
kunnen ook een belangrijke basis vormen voor
preventie-eisen van verzekeraars en leiden tot een
betere beheersing van risico’s.
–– Europese aanbesteding kan leiden tot zwaardere eisen
met betrekking tot aansprakelijkheid.
42
Technologie & innovatie
Trends & ontwikkelingen
–– Er is sprake van een trend naar uitbreiding van dienstverlening. Voorbeelden hiervan zijn toevoeging van
specialistische schoonmaak van bijvoorbeeld computerruimtes of industriële complexen. Ook worden
receptiediensten, beveiliging, ICT-ondersteuning,
catering, office support, koeriersdiensten et cetera
aangeboden.
–– Er wordt steeds vaker gesproken van facility management. Daarmee wordt de uitbesteding bedoeld van alle
activiteiten die buiten de core business van een bedrijf
vallen, aan één enkele externe dienstverlener.
Schoonmaak is een onderdeel van dat pakket.
–– Een manier voor bedrijven om aan meerwaarde van de
dienstverlening te werken, is het investeren in producten procesvernieuwingen, zoals innovatieve
reinigings- en hygiënesystemen en sociale innovatie
(bijvoorbeeld optimale personeelsinzet).
–– Sensoren kunnen steeds meer helpen bij het meten van
de schoonmaakstatus van gebouwen.
–– Steeds vaker worden geavanceerde schoonmaakmachines, zoals zuig- en schrobmachines ingezet, om
efficiënter en meer ergonomisch verantwoord te
werken. Er worden ook al robot stofzuigers gebruikt.
–– Gebouwen worden steeds groter en hoger, waardoor
nieuwe methodes en technologieën ontwikkeld worden
glazen en gevels schoon te maken.
–– Glazenwassers werken steeds vaker met een systeem
bestaande uit lichte telescoopstelen met aangepaste
borstels waarmee tot op zeer grote hoogten ramen
gewassen kunnen worden zonder het gebruik van een
ladder of hoogwerker.
–– Er is steeds meer aandacht voor duurzame en milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen.
Risico’s
–– Innovaties en technologische veranderingen kunnen
ertoe leiden dat de dekkingen van de huidige technische verzekeringen tekortschieten. Door analyse kan
worden bepaald welke dekkingen nog van toepassing
zijn en welke niet. Soms ontstaan nieuwe risico’s die
vaak niet zijn afgedekt binnen bestaande
verzekeringen.
–– De toename aan technische hulpmiddelen zorgt ervoor,
dat de verzekeringen voor deze werkmaterialen belangrijker worden.
–– Personeel van schoonmaakbedrijven werkt in het
algemeen bij de klant met allerhande schoonmaakapparatuur en -middelen. Een goede aansprakelijkheidsverzekering voor werknemers is daarom belangrijk.
Personeel
Trends & ontwikkelingen
–– De schoonmaakbranche kent een grote verscheidenheid
aan werknemers, die verschillen in achtergrond, land
van herkomst en ervaring. De branche kent een groot
aantal parttime medewerkers. Vaak werken deze
medewerkers in de avonduren, als kantoren, fabrieken
en instellingen gesloten zijn.
–– Fysieke belasting, zoal stofzuigen, schrobben is een
belangrijke oorzaak van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid in de branche. Binnen de
glazenwassersbranche vormt werken op hoogte het
grootste risico op ongevallen. In het kader van het
Arboconvenant Schoonmaak- en Glazenwassersbranche
zijn de afgelopen jaren maatregelen gerealiseerd ter
vermindering van de blootstelling aan de arbeidsrisico’s
fysieke belasting, werkdruk, gevaarlijke stoffen, biologische agentia (preventie en afhandeling van
prikaccidenten), cytostatica en handeczeem. Voor het
meten van de werkdruk is een speciale digitale werkdrukmeter voor de branche ontwikkeld.
–– In de sector werken relatief veel flexwerkers, zoals
uitzendkrachten en werkt het merendeel bij bedrijven
met meer dan 100 werknemers. De modernisering van
de Ziektewet kan hier een grote impact hebben op de
premielasten van de Ziektewet-flex en WGA premies.
–– Opdrachtgevers stellen hogere eisen aan de kwaliteit
van het schoonmaakwerk en daarmee aan het personeel. Vaker wordt overdag schoongemaakt en dat vergt
van het personeel meer communicatieve vaardigheden.
Dagschoonmaak biedt wel betere mogelijkheden om
werk en zorgtaken te combineren.
43
–– Binnen de sector wordt steeds meer geïnvesteerd in
opleidingen. Sociale partners zijn in de schoonmaakcao overeengekomen ernaar te streven dat iedereen in
de schoonmaak binnen één jaar na indiensttreding de
Basis(vak)opleiding Schoonmaak heeft gevolgd en over
voldoende taalvaardigheid beschikt. Er worden ook
taalcursussen gegeven.
–– In het kader van de nieuwe Participatiewet is het goed
mogelijk om relatief veel mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt in te zetten op schoonmaaklocaties.
Belangrijke organisaties
Risico’s
–– De branche kent specifieke beroepsziekten die onder
andere het gevolg zijn van het omgaan met schoonmaakmiddelen. Fysieke belasting, werkdruk, gevaarlijke
stoffen, biologische, cytostatica en handeczeem kunnen
leiden tot ziekteverzuim en in ernstige gevallen zelfs tot
arbeidsongeschiktheid. Preventie, verzuimbegeleiding
en re-integratie en goede inkomensverzekeringen zijn
in deze branche erg belangrijk.
–– Het relatief grote aandeel van flexwerkers zorgt ervoor,
dat de modernisering van de Ziektewet grote impact
kan hebben op de kosten. Een goed advies over eigenrisicodragerschap mogelijkheden voor de Ziektewet-flex
en WGA is belangrijk.
–– Er is een verplichtgestelde deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en
Glazenwassersbedrijf (BPF Schoonmaak). Er is een
algemeen verbindend verklaarde cao voor het schoonmaak en glazenwassersbedrijf.
–– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico
Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren.
Bron
44
–– Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en
Bedrijfsdiensten (OSB). Biedt diensten op het gebied
van preventie, verzuim en re-integratie. Heeft een eigen
verzekeringsdienst die adviesdiensten biedt op het
gebied van verzekeringen voor brand (opstal- en
inventaris), bedrijfsschade, zakelijk en privéauto,
pensioen voor zelfstandigen, ziekteverzuim en WIA.
–– Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA)
–– De Vereniging Schoonmaken is een Vak! (SieV!)
De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd
op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel
(KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf
(EIM), UWV en brancheorganisaties.
Uitzendbureaus
De markt
Uitzendbureaus en werving- en selectiebureaus zijn
onderdeel van de zakelijke dienstverlening. Ze voeren een
breed palet aan werkzaamheden uit voor derden. In veel
gevallen gaat het om het zoeken en vinden van personeel
en om het detacheren van personeel op locatie bij de
klanten. Uitzendkrachten werken onder verantwoordelijkheid/gezag van de inlener of eindgebruiker, terwijl
uitleenkrachten onder het gezag en verantwoordelijkheid
vallen van de uitlener. Het gaat hier vaak om (incidentele)
detachering.
Figuur 1. Aantal uitzendbureaus verdeeld over subbranches en werknemersklassen (1 januari 2014)
Subbranches
1 werkz 2 werkz 3-5 werkz
pers
pers
pers
5-10
werkz
pers
10-20
werkz
pers
20-50
werkz
pers
50-100
werkz
pers
≥ 100
werkz
pers
Totaal
Uitzendbureaus
1.285
300
315
425
415
505
260
285
3.790
Uitleenbedrijven
1.215
145
160
185
225
205
105
110
2.350
Arbeidsbemiddeling
4285
475
245
205
130
105
25
15
5.485
Totaal
6.785
920
720
815
770
815
390
410
11.625
Bron: CBS, augustus 2014
Figuur 1 laat de verdeling van deze groep bedrijven zien
naar type activiteiten en naar omvang van het aantal werkzame personen.
–– De branche is al sinds de jaren zeventig in opkomst. In
de laatste twintig jaar is de branche sterk gegroeid en
geprofessionaliseerd. Daarbij is een veelheid aan
bedrijven en specialismen ontstaan. De branche is sterk
georganiseerd. De meeste uitzendbureaus zijn bij een
van de brancheorganisaties aangesloten.
–– De uitzendbranche volgt vroegcyclisch de economische
ontwikkelingen.
–– Verwacht wordt dat bedrijven voorlopig terughoudend
zullen zijn in het aannemen van vast personeel zolang
er geen sprake is van krapte op de arbeidsmarkt. Het
aantal flexwerkers binnen organisaties is gegroeid van
12% in 2008 tot 17% in 2013. Er zijn grote verschillen
per sector.
–– Zzp’ers, die met concurrerend tarieven komen, zijn in
toenemende mate een concurrent van uitzendbureaus.
–– Automatisering en online diensten nemen in veel
sectoren aan belang toe, wat de vraag naar arbeid remt.
–– De schaal en mate van professionaliteit waarin uitzendbureaus zich manifesteren, neemt toe door fusies en
overnames in internationale markten.
–– Er ontstaan steeds meer vormen van publiekprivate
samenwerking tussen uitzendbureaus en UWV en
gemeenten om werkzoekenden aan het werk te helpen.
In juni 2014 was het aantal geregistreerde werklozen
659.000 en bedroeg het werkloosheidspercentage
8,3%. De werkloosheid is sterk gestegen tot en met
begin 2014. Sinds april 2014 daalt het aantal echter
weer. De verwachting is dat deze trend zich zal
doorzetten.
–– Uitzendbureaus verlenen steeds vaker aanvullende
diensten, zoals werving en selectie, re-integratie,
opleidingen en advies op het gebied van human
resource management (HRM).
45
Feiten en cijfers
–– De
branche van uitzendbureaus bestaat uit ruim
11.500 bedrijven.
–– In totaal werken er ongeveer 5.000 zelfstandigen in de
branche. Deze zijn voornamelijk te vinden onder
bedrijven met 1 of 2 werkzame personen.
–– De bedrijven met 3 tot 10 werknemers vormen met
ruim 1.500 bedrijven een redelijke groep.
–– Bijna 2.400 bedrijven uit deze groep hebben meer dan
10 werknemers.
–– Grootzakelijke bedrijven (100 of meer werkzame
personen) leveren de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid in de branche met ongeveer 78% van de banen.
MKB bedrijven (tot 100 werkzame personen) zijn goed
voor circa 22% van de banen.
–– De grootste groep bedrijven binnen deze branche wordt
gevormd door uitzendbureaus.
–– In 2013 waren er circa 1.750 bedrijfsoprichtingen.
–– De gerealiseerde omzet in 2013 bedroeg circa
€ 20,1 miljard omzet.
Figuur 2 laat de omzetontwikkeling zien bij uitzendbureaus
in de periode 2005-2013 en de verwachting voor 2014 en
2015, afgezet tegen de economische groei.
De branche is zeer gevoelig voor de stand van de economie.
Bedrijven in de branche hebben in economisch minder
goede tijden te kampen met sterke terugval in omzetten.
Na een periode van sterke groei heeft de branche krimpende omzetten gezien in 2009 en 2010. In 2011 was er
sprake van een kleine opleving en in 2012 zijn de omzetten
weer gedaald en in 2013 is er sprake van een lichte groei.
De verwachting is dat in 2014 en 2015 de markt weer
groeit. De groei zal wel lager zijn naar verwachting dan de
groei van de economie, omdat bedrijven een gedeelte van
de economische groei nog kunnen realiseren met bestaand
personeel.
In totaal werd in 2013 circa € 20,1 miljard omzet gerealiseerd. Dit is ongeveer 11% lager dan in 2008. Ongeveer
92% van de omzet wordt gerealiseerd door uitzend- en
uitleenbureaus en 8% door arbeidsbemiddelingbedrijven.
Figuur 2. Index omzetontwikkeling bij uitzendbureaus en het bruto binnenlands product (BBP)
120
115
110
Index (2010 = 100)
105
100
95
90
85
80
75
70
65
2005
2006
Bron: CBS, CPB, Rabobank (2014, 2015)
46
2007
2008
2009
Uitzendbureaus
2010
2011
BBP
2012
Prognose
2013
2014
2015
Figuur 3. Uitzendbureaus: ontwikkeling aantal oprichtingen en opheffingen
3.000
2.630
2.500
2.185
1.495
1.975
2.000
1.870
1.745
1.590
1.500
1.100
1.000
1.585
1.565
1.265
1.165
1.310
1.210
500
–
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Opheffingen
Bron: CBS
De branche kent een redelijke bedrijfsdynamiek. Sinds
2008 is het aantal bedrijfsoprichtingen wel sterk gedaald,
terwijl het aantal bedrijfsopheffingen juist is gegroeid.
De meeste uitzendkrachten werken in de industrie (19%),
gevolgd door de bouwnijverheid (9%) en de zakelijke
dienstverlening (9%).
De branche behaalde gemiddeld tussen 2009 en 2012 een
bedrijfsresultaat van 5%. Dat is lager dan het marktgemiddelde (6,5%) en lager dan het gemiddelde van de zakelijke
dienstverlening (12%).
Uit figuur 4 blijkt, dat het grootste gedeelte van de kosten
gemaakt wordt door personeel. Zelfs binnen de zakelijke
dienstverlening is dit relatief hoog. Ook aan vervoersmiddelen wordt relatief veel uitgegeven in de uitzendbranche.
Volgens een meting van het EIM waren er in 2010 in
het MKB circa 6.500 personenauto’s en 2.400 bestelauto’s(exclusief leaseauto’s).
Figuur 4. Bedrijfskosten naar kostencategorie vergeleken binnen de sector en met het totale bedrijfsleven
Kostencategorie
Schoonmaakbedrijven
Zakelijke dienstverlening
Totale bedrijfsleven
Inkoop
19,4%
31,8%
68,9%
Personeel
63,6%
45,9%
13,9%
Huisvesting & energie
2,2%
3,6%
2,5%
Apparatuur & inventaris
1,0%
0,8%
0,8%
Vervoersmiddelen
4,0%
2,9%
1,9%
Verkoop
1,0%
1,8%
1,7%
Communicatie
0,7%
0,9%
0,3%
Overig
5,3%
8,8%
7,0%
Afschrijvingen
3,0%
3,3%
2,9%
Totaal
100%
100%
100%
Bron: CBS, 2012
47
Trends, ontwikkelingen en risico’s
–– De meest gesloten verzekeringen binnen de branche
zijn auto, brand en bedrijfsaansprakelijkheid.
–– Verzekeringen op het gebied van ziekteverzuim en WIA
worden ook vaak gesloten.
–– Binnen de branche zijn een aantal branchespecifieke
verzekeringen en dekkingen ontwikkeld, zoals voor
eigenrisicodragerschap van de Ziektewet-flex risico’s en
zorg- en ziekteverzuimverzekeringen voor buitenlandse
werknemers.
–– Belangrijke trends en ontwikkelingen bieden aanknopingspunten voor een goed advies met betrekking tot
verzekeringsproducten. Die trends en ontwikkelingen
en hun uitwerking op bedrijfsrisico’s zijn hieronder in
een aantal thema’s bijeengebracht.
Figuur 5. Beroepsbevolking: aantal werkzame personen naar positie in de werkkring
100%
90%
80%
13%
14%
3% 2%
3% 2%
8%
9%
74%
2005
14%
15%
14%
3% 2%
2% 2%
10%
10%
11%
10%
10%
11%
73%
71%
71%
71%
71%
70%
69%
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
3%
2%
14%
15%
14%
2%
3%
70%
2%
3%
2%
3%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Bron: CBS
48
Werknemers vaste arbeidsrelatie
Werknemers met tijdelijk contract
Oproep- of invalkrachten
Zelfstandigen
Uitzendkracht
Markt en regelgeving
Trends & ontwikkelingen
–– Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie
neemt al jaren af. Sinds 2005 is het aandeel afgenomen
van 74% naar 68% van de werkzame beroepsbevolking
(zie figuur 5). Daarvoor in de plaats maken bedrijven
steeds meer gebruik van flexibele arbeidscontracten,
zoals tijdelijke contracten, oproepkrachten en uitzendkrachten. Ook wordt er steeds meer gebruik gemaakt
van zzp’ers. Het aandeel uitzendkrachten binnen de
flexibele arbeidscontracten is afgenomen, terwijl het
aandeel tijdelijke contracten en oproepkrachten is
toegenomen. Ook de inzet van zzp’ers groeit.
–– De inwerkingtreding van de nieuwe Wet werk en
zekerheid heeft invloed op de inzet van flexibele
contracten. De overheid wil met de wet werknemers met
een tijdelijk arbeidscontract sneller in aanmerking laten
komen voor een vast contract (na 2 jaar in plaats van
3 jaar). Dit kan een negatieve impact hebben op uitzendbureaus, omdat ook uitzendkrachten meer rechten
krijgen op een vast contract. Op dit moment staat in het
Burgerlijk Wetboek dat er maximaal 26 weken gebruik
kan worden gemaakt van het uitzendbeding. Deze regels
zorgen ervoor dat uitzendcontracten een ander karakter
hebben dan andere arbeidscontracten. Met de Wet Werk
en Zekerheid wordt de mogelijkheid om bij cao af te
wijken van de wettelijke termijn beperkt tot 78 gewerkte
weken (1,5 jaar). De voorgenomen planning is dat de
flexmaatregel per 1 juli 2015 ingaat.
–– Ongeveer 8% van de opdrachtgevers neemt naast het
inhuren van personeel nu andere diensten af van
uitzendbureaus. De andere diensten die het meest
worden afgenomen zijn HR-diensten, zoals werving en
selectie, assessments, training en opleiding en mobiliteit. Ruim een vijfde van de bedrijven die nu geen
andere diensten afnemen, ziet kansen om wel
HR-diensten in de toekomst af te gaan nemen. De
grootste kansen zien bedrijven verder nog in services bij
de social return verplichting (vergroten van de arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt), payrolling en outsourcing.
–– De administratieve lasten van de uitzendbranche zijn
ruim driemaal zo hoog als de gemiddelde administratieve lasten per onderneming in Nederland. Oorzaken
liggen onder meer bij de omvang van het aantal
uitzendkrachten, de hoge mutatiegraad, het grote
aantal wetswijzigingen en het systeem van weekverloning. De uitzendbranche maakt geen onderdeel uit van
het Programma Regeldruk Bedrijven van de overheid.
–– Samenwerking tussen publieke en private arbeidsbemiddelaars komt steeds vaker voor. Met het UWV
bestaan al enige tijd diverse vormen van samenwerking,
bijvoorbeeld speeddaten, geautomatiseerd uitwisselen
van vacatures en het Servicepunt Flex. Maar ook met
gemeenten ontstaan steeds meer initiatieven om
werkzoekenden uit de bijstand naar werk te begeleiden.
–– In Nederland werken jaarlijks circa 300.000 arbeidsmigranten. Het overgrote deel van de arbeidsmigranten in
Nederland heeft de Poolse nationaliteit maar het
aandeel dat via de reguliere uitzendsector in ons land
aan het werk gaat, daalt. In de afgelopen drie jaar liep
dit aandeel met een kwart terug (van 91% naar 65%),
Het aantal Duitse, Spaanse en Portugese flexkrachten
neemt juist toe. Vanaf 1 januari 2014 is de Nederlandse
arbeidsmarkt vrij toegankelijk voor werknemers uit
Roemenië en Bulgarije. Tot nu maken bonafide uitzendbureaus hier nog weinig gebruik van. Wel wordt een
toename van het aantal malafide uitzendorganisaties
gesignaleerd.
–– Onlangs is een keurmerk voor huisvesting van arbeidsmigranten (Certified Flexhome) ontwikkeld. Dit nieuwe
keurmerk, ondergebracht in de Stichting Normering
Flexwonen, maakt voor gemeenten, werkgevers, werknemers, buurtbewoners en andere betrokkenen zichtbaar dat huisvesting van arbeidsmigranten in orde is.
–– Per medio 2013 zijn de nieuwe Aanbestedingswet en
het Aanbestedingsbesluit van kracht. Opdrachten van
overheden boven een bepaald omvang dienen aanbesteed te worden. Hiervoor heeft de Nederlandse
overheid het online-aanbestedingssysteem
TenderNed ontwikkeld.
–– Het hebben van een keurmerk wordt steeds belangrijker
gevonden door opdrachtgevers. Er zijn meerdere
keurmerken voor uitzendbureaus, zoals het SNA- en
ABU-keurmerk,
–– Uitzendbureaus moeten vanaf 2012 als uitzendbureau
in het Handelsregister geregistreerd staan. Dit is een
nieuwe stap om malafide uitzendbureaus en uitbuiting
van werknemers aan te pakken. De registratieplicht is
een aanvulling op het systeem van certificering van de
branche zelf.
49
–– De uitzendkracht heeft per 27 april 2012 (mede als
uitvloeisel van Europese regels) wettelijk meer rechtsbescherming/rechten verkregen door uitbreiding van
de Wet Allocatie Arbeidskrachten Door Intermediairs
(WAADI). De uitzendkracht heeft recht op ten minste
dezelfde arbeidsvoorwaarden, bedrijfsfaciliteiten en
toegang tot vacatures als die gelden voor werknemers
werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies.
–– De Participatiewet is onder meer bedoeld om werkgevers te prikkelen om zich in te spannen voor
arbeidsgehandicapten. Afgesproken is dat 125.000
banen moeten worden gecreëerd voor mensen met een
arbeidshandicap. Wordt het aantal van 125.000 niet
gehaald, dan treedt de zogeheten Quotumwet in
werking. Deze zal grote werkgevers verplichten om een
vast percentage van hun personeelsbestand te laten
bestaan uit mensen met een arbeidshandicap. Onlangs
is met het ministerie van SZW en de Werkkamer
afgesproken dat de detacheringen en ook uitzendkrachten mee gaan tellen bij de Participatiewet.
–– Per 1 juli 2012 gelden nadere afspraken met de belastingdienst die leiden tot vrijwaring van
inleenaansprakelijkheid. Als de inlener aan een aantal
voorwaarden voldoet, dan kan die niet meer door de
Belastingdienst aansprakelijk worden gesteld voor de
niet-betaalde Loonheffingen en/of BTW door een
uitzendbureau.
–– Ontwikkelingen in de markt voor uitzendbureaus
verschillen sterk per sector en per regio. De overheid
schakelt al een aantal jaren op rij minder flexkrachten
in. Specialistische uitzendbureaus gericht op de inzet
van uitzendkrachten in de zorg hebben al langere tijd te
maken met een teruglopende vraag. In 2014 en 2015
profiteren de uitzendbureaus vooral van de aantrekkende vraag naar arbeidskrachten als gevolg van
opleving in de industrie.
50
Risico’s
–– Specialisatie kan leiden tot meer en meer specifieke
risico’s met betrekking tot aansprakelijkheid.
–– Marktuitbreiding met nieuwe diensten kan ook voor
aansprakelijkheid en WIA-verzekeringen tot nieuwe
dekkingsgebieden leiden.
–– Europese aanbesteding leidt naar verwachting tot meer
eisen op het gebied van verzekeringen.
–– Buitenlandse uitzendkrachten vormen een aparte
risicogroep. Hun verzekeringen verdienen speciale
aandacht.
–– Door de sterk veranderende wet- en regelgeving bestaat
de kans dat inkomens- en aansprakelijkheidsverzekeringen regelmatig bijgesteld moeten worden.
Technologie & innovatie
Trends & ontwikkelingen
–– Innovaties aan de kant van opdrachtgevers zorgen voor
nieuwe vraag naar gespecialiseerde uitzendkrachten.
Vooral uitzendbureaus die zich richten op hooggeschoold, vaak technisch personeel krijgen hiermee
te maken.
–– Het internet wordt meer en meer leidend bij uitzendbureaus in de communicatie met zowel de uitzendkrachten als de opdrachtgevers. Het gaat daarbij om
alle activiteiten in het bedrijfsproces, zoals werven,
selecteren, matchen, plaatsingscontracten genereren,
uren registreren, plannen, factureren en verlonen.
–– Er is steeds meer software beschikbaar voor personeelsmanagement en HRM.
Risico’s
–– Nieuwe uitzendmarkten brengt nieuwe personeelsrisico’s mee voor de uitzendkrachten. Goede
risicoanalyse, eventueel gevolgd door aanpassingen in
preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie dienstverlening en de inkomensverzekeringen kunnen daarbij
van belang zijn.
–– Het risico op cybercriminaliteit en dataverlies door
brandschade of andere schade neemt toe, door een
toename van het gebruik van Internet en ICT. Goed
risicomanagement op het gebied van internet security
risico’s wordt steeds belangrijker. Goede dekkingen
voor reconstructie en cybercriminaliteit en computeren elektronica zijn belangrijk.
Personeel
Belangrijke organisaties
Trends & ontwikkelingen
–– Uitzendbureaus hebben enerzijds te maken met eigen
vaste medewerkers (vaak recruiters en intercedenten)
en anderzijds met uitzendkrachten die worden
uitgeleend.
–– De arbeidsmarkt voor uitzendkrachten is zeer ruim. Er
zijn veel werklozen op de markt, die een baan via een
uitzendbureau zoeken. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer een derde van de werkzoekenden via een
uitzendbureau weer aan een baan komt.
–– De Wet Beperking Ziekteverzuim en
Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (Bezava) heeft een
sterke impact op de uitzendsector voor de premies voor
de Ziektewet en WGA. Middelgrote (10 tot 100 werknemers) en grote (100 of meer werknemers) krijgen sinds
1 januari 2014 (gedeeltelijk) individuele premiedifferentiatie voor de ZW-flex, WGA-vast en WGA-flex
tarieven. Veel uitzendorganisaties kiezen ervoor om
eigenrisicodrager te worden voor ZW-flex en de WGA.
De noodzaak van een effectieve verzuimbegeleiding van
vangnetters wordt daarmee groter.
–– Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU).
Mantelcontracten op het gebied van verzekeringen voor
aanvulling op de ziektewetuitkering voor uitzendkrachten, zorg, ziekteverzuim, WIA, krediet,
ongevallen, aansprakelijkheid, pensioen,
inkomensgarantie
–– Brancheorganisatie voor Werving, Search en Selectie
(OAWS)
–– Nederlandse Bond van Bemiddelings- en
Uitzendondernemingen (NBBU). Mantelcontracten op
het gebied van verzekeringen voor AOV, krediet, zorg,
pensioen, ZW eigenrisicodragerschap, aanvulling
ziektewet, WIA.
Bron
De in dit brancherapport gebruikte informatie is gebaseerd
op openbaar beschikbare gegevens zoals van het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS), Kamer van Koophandel
(KvK), Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf
(EIM), UWV en brancheorganisaties.
Risico’s
–– Er is een verplicht bedrijfstakpensioenfonds voor
personeel van uitzendbureaus en overige diensten zoals
detachering. Voor de uitzendkrachten zelf is er echter
geen bedrijfstakpensioenfonds. De verplichte basisregeling biedt de gelegenheid individueel bij te sparen tegen
gunstige fiscale voorwaarden. Er is een algemeen
verbindend verklaarde cao voor uitzendkrachten en één
voor de vaste medewerkers in de uitzendbranche.
–– Pensioenopbouw is vaak een complex vraagstuk in de
branche. Uitzendpersoneel werkt namelijk soms
parttime, soms bij meerdere uitzendorganisaties tegelijk
en soms gedurende een bepaalde periode intensief en
later juist minder.
–– Een goed advies over eigenrisicodragerschap mogelijkheden voor de Ziektewet-flex en WGA is belangrijk.
–– Ondernemers zijn wettelijk verplicht om een Risico
Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren.
51
Meer informatie?
Wilt u meer weten over het Brancherapport Zakelijke
dienstverlening? Neem dan contact op met ons.
Wij gaan graag met u in gesprek.
Delta Lloyd
A 12.2.09-1014
Spaklerweg 4
1096 BA Amsterdam
www.deltalloyd.nl
Aan deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.