Hemel en Aarde Nr. 3 Jaargang 14, Winter 2015 Brood om niet te vergeten Het is druk in Jeruzalem. Mensen hebben hun vrienden en familie uitgenodigd, want vandaag is het feest. Paasfeest, het feest van de platte broden. Heel, heel lang geleden waren de joden slaven in Egypte totdat ze op een dag met hulp van God konden ontsnappen. En die ontsnapping vieren ze elk jaar. Elk jaar komen vrienden en familie bij elkaar om met elkaar te eten. ‘Weet je nog,’ vraagt iemand dan, ‘hoe we zijn ontsnapt uit Egypte? Weet je nog hoe weinig tijd we hadden? Zo weinig dat het brood geen tijd had om te rijzen. Platte broden hadden we toen!’ Jeruzalem krioelt van de mensen die speciaal zijn gekomen voor het feest. Ook Jezus wil met zijn vrienden het paasfeest vieren in Jeruzalem. Petrus en Johannes zijn er al. Ze lopen door de warme, smalle straatjes van de grote stad. Alle winkels zijn open en overal is het druk. ‘Pas op, ga aan de kant,’ zegt Johannes en hij trekt Petrus aan zijn mouw. Een ezeltje met grote pakken op z’n rug kan maar net door het straatje heen. ‘Wat een volk, hè,’ zucht Petrus en hij kijkt om zich heen. ‘Als je het mij vraagt vinden we het nooit op tijd.’ ‘Jawel hoor,’ zegt Johannes, ‘kijk, zie je daar die man met die waterkruik? Die ken ik, hij woont in het huis waar we feest kunnen vieren. Kom, we gaan hem achterna!’ De man gaat een trap op en Petrus en Johannes volgen hem. Ze komen binnen in een mooie zaal. ‘Is dit de zaal waar Jezus met zijn vrienden Pasen kan vieren?’ vraagt Petrus. ‘Ja,’ zegt de man, ‘hier kunnen jullie rustig samen zijn.’ Petrus kijkt om zich heen, er staan rustbedden langs de kant en er staat een grote tafel in het midden. Het is dik voor elkaar. ‘Goed,’ zegt hij, ‘dank je wel.’ ‘Kom,’ zegt Johannes, ‘neem een slok water en rust even uit, want we moeten zo weer de drukte in. We moeten nog een heleboel boodschappen doen voor het feest.’ Die avond zitten Jezus en zijn vrienden samen aan tafel. De kaarsen branden. Er is vlees en versgebakken brood en wijn. Het eten is lekker, het is gezellig en iedereen is vrolijk. ‘Ik ben blij dat ik met jullie kan eten,’ zegt Jezus, ‘blij dat we weer even samen kunnen zijn en brood en wijn kunnen delen. Laten we God daarvoor bedanken.’ Jezus pakt een brood, en zegt: ‘Dank u God, schepper van alles, dank u voor het koren dat groeit op de aarde en voor dit brood dat ervan is gemaakt.’ Hij breekt het brood in stukjes en geeft het aan zijn vrienden. Dan pakt hij een beker, schenkt er wijn in en dankt God voor de druiven die groeien op de aarde en de wijn die ervan is © Kwintessens 2014-2015 Brood om niet te vergeten 1/2 Hemel en Aarde Nr. 3 Jaargang 14, Winter 2015 gemaakt. De beker gaat rond en iedereen drinkt er een slokje uit. God bedanken voor brood en wijn was niet vreemd voor de vrienden, zo ging het met Pasen altijd. Maar dan, net als iedereen weer verder wil gaan met feesten, zegt Jezus: ‘Wacht even, ik wil jullie nog iets zeggen. Ik wil heel graag dat jullie mij nooit vergeten. Als ik er niet meer ben moeten jullie brood en wijn blijven delen. En elke keer als je dat doet, denk je aan mij.’ De vrienden worden er even stil van. Dit is wel heel ongewoon, maar al snel wordt de sfeer weer vrolijker, het feest was nog niet afgelopen en Simon begint met een lied. Pas diep in de nacht is het feest voorbij. Hennie van Hattum en Els Ettes uit: Door de Poort, communieproject voor parochie en school, Kwintessens 2008 © Kwintessens 2014-2015 Brood om niet te vergeten 2/2
© Copyright 2024 ExpyDoc