43 - Startpagina PKN Sneek

Zondag 9 november 2014:
Martinikerk.
Ds. Jan Willem Nieboer
Gelezen: 1 Samuël 3: 1-18
Gezongen: Lied 276: 1 en 2, Lied 303, Lied 837: 1 en 2, Lied 840, Lied 418: 1 en 2
Het verhaal van Sint Maarten
De kleine Martinus wordt geboren in het gezin van een Romeinse officier. Martinus
wordt ook soldaat, maar steekt anders in elkaar. Hij staat op gelijke voet met zijn
bedienden. Zijn vader vindt dat niks en legt Martinus uit dat sterke mensen geboren
zijn om de baas te zijn en zwakke mensen om te dienen: “Verschil moet er zijn. Het
zwakke heeft geen bestaansrecht. Kijk maar naar de natuur. Alles wat te zwak is om
te overleven gaat dood. Zo is het bedoeld”.
Op een koude winteravond rijdt Martinus met zijn afdeling van het leger de poort van
Amiens binnen. Op de grond zit een bedelaar in weinig meer dan een dun hemd.
Martinus ziet de soldaten voor hem aan de bedelaar voorbij rijden en hoort de stem
van zijn vader: “Alles wat te zwak is om te overleven gaat dood”. Als Martinus als
laatste langs de bedelaar komt stopt hij abrupt. Hij stapt af, snijdt de helft van zijn
mantel en legt die om de schouders van de bedelaar. Die nacht verschijnt Christus
hem in een droom. Hij heeft het gezicht van de bedelaar en draagt de halve mantel.
Christus zegt: “Alles wat jij voor de zwakken doet, heb je voor mij gedaan. “
SINT MAARTEN EN SAMUEL
Samuel groeide op in de tempel.
Dat klinkt vroom, maar dat was het niet.
Het was een rotzooitje daar in dat tempeltje van Silo.
Priester Eli die er de scepter zwaaide was een slappe, verzuurde, oude man.
Zijn twee zonen waren er ook priester:
Ze maakten misbruik van hun macht, snaaiden het lekkerste offervlees weg voor
zichzelf, desnoods onder bedreiging en ze gingen naar bed met de vrouwen die er
dienst deden.
Dat naar bed gaan, klinkt nog een beetje lief.
Als mannen met macht naar bed gaan met vrouwen die dienst doen, kun je het beter
over verkrachting hebben.
En alles wat Eli zegt is: “Toe jongens, doe dat nou niet….”
Het is geen wonder dat het Godslampje bijna uit is in deze tempel.
Martinus groeide op in het gezin van een Romeinse officier.
Zijn vader had hem genoemd naar de oorlogsgod Mars.
Een echte soldatennaam, in de hoop dat hij een aardje naar zijn vaartje had.
Maar Martinus aardde anders.
Dat zal hij waarschijnlijk lang gevoeld en geweten hebben.
Voelen en weten kan lang onder de oppervlakte blijven.
Maar niet voor altijd.
Het verhaal van Sint Maarten klinkt suikerzoet
Als een overdosis snoepgoed, waar je je misselijk aan eet na 11 november.
Een stoere Romeinse soldaat die hoog vanaf zijn paard, onder begeleiding van
zwellende violen een arme, bibberende bedelaar de helft van zijn mantel geeft.
Maar de kern van het verhaal is níet dat Martinus de bedelaar helpt.
Het is andersom.
De bedelaar helpt Martinus:
om dat ‘weten en voelen’ dwars door het laatste laagje stoerheid heen naar buiten te
trekken.
Dit moment bij de stadspoort is voor Martinus een breekpunt en een keerpunt.
Macht, uiterlijk vertoon, bewondering kan helpen om het heel ver te schoppen.
Maar het zijn uiteindelijk de zwakke krachten die je bij je bestemming brengen.
Samuel zijn naam betekent God hoort.
Zijn moeder ervoer zijn geboorte als een kadootje van God.
Daarom bracht ze hem naar de tempel.
Zij voelde dat dit kind een bijzondere bestemming had.
Maar we zijn er nog niet als God ons hoort.
Wij zullen God ook moeten horen.
Dat valt nog niet mee.
Eli kan niet meer tegen zijn eigen, ontspoorde zonen op.
Het lijkt wel of hij bij de kleine Samuel, die onmacht probeert te compenseren.
Als Samuel zijn naam hoort in de nacht draaft hij zo hard naar Eli, dat je bang wordt
dat het er bij het arme jongetje goed is ingepeperd dat Eli gehoorzaamd moest
worden.
Het verhaal maakt op deze symbolische manier duidelijk dat voor Samuel het
gehoorzamen van Eli hetzelfde was als het gehoorzamen van God.
Geloven is: doen wat de priester zegt.
Dit verhaal is een soort coming of age story.
Samuel wordt volwassen en leert op eigen benen staan.
Ook voor hem is dit een breekpunt en een keerpunt.
Daar heb je hulp bij nodig en die komt vaak uit onverwachte hoek.
Martinus wordt geholpen door een bedelaar.
Samuel door de oude uitgebluste Eli, die al zijn waardigheid al had verloren.
Eli valt genadeloos van zijn voetstuk voor Samuel.
En Eli zelf begrijpt, eerder dan Samuel, dat dit nodig is.
Deze jongen heeft het in zich om Gods stem te horen, hoe hard die stem ook
overschreeuwd wordt.
Op bewonderenswaardige manier neemt Eli zijn verlies en maakt hij plaats voor de
nieuwe generatie.
Daarin is hij groot.
Ik geloof dat ieder mens zijn eigen unieke bestemming heeft.
Die is te vinden waar jouw diepste wens raakt aan Gods diepste wens.
Waar jouw unieke kracht door God wordt aangeraakt.
Voor iedereen is dat anders.
Wie weet ben je in de wieg gelegd om: mensen te verbinden, of om een
klokkenluider te zijn, of om vakwerk te leveren in hout of steen, om schoonheid te
scheppen, om onder woorden te brengen wat mensen beweegt, om kinderen te
begeleiden in hun ontwikkeling, om te vechten tegen onrecht, om het voortouw te
nemen als iedereen naar zijn tenen kijkt, om een ander waardigheid te geven, om
kleurrijk te zijn, om wortels te hoeden, om ondernemer te zijn, om... noem maar op
Jouw innerlijke bestemming, daar kun je niet omheen.
Gaandeweg je leven komt het aan het licht, als...
als je luistert.
En voor jou als ouder is de opdracht om te luisteren naar je kind.
Opvoeden is: Door de oppervlakte heen luisteren.
Deze verhalen helpen daarbij.
En ze waarschuwen:
Want de bestemming van jouw kind kán dwars tegen jouw verwachtingen ingaan.