Download preek

Preek van 2 november 2014
gehouden in ‘De Morgenster’ in Papendrecht
door Piet van Die
GOD IN DE GANG DER GENERATIES
‘U bent oud geworden,’ zeiden ze, ‘en uw zonen volgen uw voorbeeld niet na.
Benoem liever een koning om ons te besturen, zoals alle andere volken er een
hebben.’ (1 Samuel 8,5)
Heman, de voorzanger, uit de familie van Kehat – hij was een zoon van Joël, die
de zoon was van Samuel. (1 Kronieken 6,18)
Heman en Jedutun en andere officieel benoemde personen moesten daar
de HEER loven met de woorden: ‘Eeuwig duurt zijn trouw.’ (1 Kronieken 16, 41)
De voetsporen van de ouderen
Ouderen vragen weleens of ik met hen alvast hun kerkelijke uitvaart wil
bespreken. Ze mankeren nog niets. En vaak wijst er nog niets op dat hun einde
nadert. Maar je weet maar nooit, schijnen ze te denken. Want met hun
kinderen kunnen ze er niet over praten: die hebben namelijk niet zoveel meer
met het geloof of de kerk. Daarom kan alles maar beter al op papier staan. En
dus bellen ze de dominee.
Waar deze ouderen tegenaan lopen is dat er een cultuur voorbijgaat. Er groeit
een generatie op die nauwelijks of geen voeling meer heeft met geloofswereld
van hun ouders of grootouders. Daar kun je je als oudere behoorlijk eenzaam
bij voelen. En bij tijd en wijle misschien ook een beetje schuldig: ben ik niet
tekortgeschoten? Heb ik het wel goed gedaan?
Misschien heeft Samuel dat gevoel ook gekend. Zijn beide zonen waren niet in
zijn voetsporen getreden. Niet dat zij het geloof vaarwel hadden gezegd. Dat
bestond in die tijd nog niet. Iedereen geloofde. Maar wat al wel bestond was
iets dat pijnlijker was dan het ongeloof van onze tijd: praktisch atheïsme.
Daarmee bedoel ik: leven alsof God niet bestaat. Een levensstijl die neerkomt
op: je nergens iets van aantrekken, omdat je denkt: God kan mij toch niets
maken. Waar mensen zo leven trekken ze zich meestal ook niks van hun
medemens aan. En dat was precies de levenshouding van Joël en Abia, de twee
1
zonen van Samuel. Ze waren rechters – mensen die Israël in die tijd leidden.
Maar zij waren corrupte rechters. Van God los. Het streed met alles waar
Samuel in zijn leven voor had gestaan.
Begin of einde?
Dat is des te schrijnender omdat met Samuel ooit een nieuwe cultuur leek te
zijn begonnen. Ik neem u even mee naar de jonge jaren van Samuel. Het was
een tijd waarin iedereen maar wat voor het vaderland weg leefde. Maar de
jonge Samuel groeide op in een heiligdom in Silo. Daar zwaaide priester Eli de
scepter. Maar met deze oude Eli leek de religie van Israël op zijn laatste benen
te lopen. Diens beide zonen waren ook al corrupt en van Eli zelf ging ook weinig
meer uit. ‘De godslamp in het heiligdom was bijna uitgedoofd,’ vertelt het
verhaal veelbetekenend. Nog één zuchtje wind en het leek gedaan met het
verbond dat van generatie op generatie was doorgegeven. Maar met de jonge
Samuel leek alles weer op te vlammen! Hij was de belichaming van een nieuw
Israël. Hoopgevend!
Maar oud geworden bleek het precies andersom. Met Samuel was geen nieuwe
tijd begonnen. Hij was een overgangsfiguur. Hij was degene in wie de oude
cultuur nog even een opleving zou beleven, maar het was een laatste
stuiptrekking. De tijden zouden na hem voorgoed veranderen. Er zou maar
weinig bij het oude blijven. Samuel stond op de drempel van een nieuwe tijd –
de tijd van de rechters was voorbij, de tijd van de koningen brak aan. God was
daar niet vóór, zo had Samuel begrepen. God was zelf immers koning over
Israël. Maar zelfs God zou het nieuwe tijdperk niet tegenhouden. En dus
eindigde de oud geworden Samuel als de belichaming van een oude cultuur die
op het punt stond van verdwijnen. Zijn eigen kinderen waren er de illustratie
van. De trein van het verbond vond in zijn kinderen geen nieuwe rails om
verder te kunnen rijden.
Van vast naar vloeibaar
In onze tijd beleven wij ook zo’n cultuuromslag. Misschien wel een omslag die
precies omgekeerd is als die in de tijd van Samuel. Toen ontwikkelde de
maatschappij zich van een losse verzameling stammen tot een vaste
eenheidsstaat met een koning en één georganiseerde religie. Wij maken
precies de tegenovergestelde beweging: van vast naar vloeibaar, zou je kunnen
2
zeggen. Wij laten ons minder gemakkelijk binden. Onze binding aan bestaande
organisaties wordt losser. We verbinden ons wel gemakkelijk met losse
netwerken van mensen. En niet voor een levenlang, maar zolang als het werkt.
We worden geen lid meer van Amnesty, maar zijn niet te beroerd om
regelmatig een petitie op het internet te ondertekenen.
Internet: het middel en tegelijk beeld voor die nieuwe cultuur. Zoals de
boekdrukkunst ingrijpende gevolgen had voor wereld en kerk, zo verandert nu
het internet de wereld én de kerk. Het bepaalt ons denken, onze manier van
leven. De nieuwe generatie bindt zich moeilijker aan een instituut – kerkelijk of
niet. En als jonge mensen dat doen, dan pas vaak na een periode shoppen. Ze
kijken eerst bijvoorbeeld of een geloofsgemeenschap een netwerk biedt waarin
ze zich thuis voelen. En als dat zo is, dan haken ze aan. Om het later misschien
weer in te wisselen voor een ander, misschien zelfs niet-kerkelijk netwerk. ‘De
dominee gaat voorbij’ luidde de titel van een boek over de toekomst van het
predikantschap. Maar wat voor de dominee geldt, geldt ook voor de kerk. De
kerk zoals ouderen die gekend hebben, is aan het verdwijnen.
Toch een doorgaande lijn
Toch zullen de sporen van vroeger nooit helemaal doodlopen. Dat is althans de
hoop die het Bijbelboek Kronieken in ons kan wekken. Ik neem u weer mee
naar de tijd van Samuel. Of beter, naar de nieuwe cultuur die na hem was
aangebroken. De tijden zijn inmiddels ingrijpend veranderd. Er is een koning.
Het is David. Hij regeert over een één geworden land. Er is één hoofdstad:
Jeruzalem. En daar is één heiligdom met een gestandaardiseerde gang van
zaken. Alles ziet er compleet anders uit dan in de tijd van Samuel.
En toch – als we de camera op die nieuwe wereld in laten zoomen zien we iets
dat nog herinnert aan Samuel. Het is zijn kleinzoon Heman. En uitgerekend
deze Heman bekleedt een vooraanstaande positie in de nieuw vormgegeven
religie. Nee, hij is geen profeet, zoals zijn grootvader. Ook geen rechter, zoals
zijn vader Joël. Heman is cantor: voorzanger – een fulltime positie in de
eredienst van Jeruzalem. Het is zijn taak om de lofzang gaande te houden.
Letterlijk: in de eredienst moesten vier woorden telkens terugkomen: ‘Eeuwig
duurt Gods trouw.’ Het was alsof die woorden in die nieuwe setting opnieuw
waren gaan fonkelen.
3
Uitgerekend de zoon van een vader die was afgeweken van het pad van het
verbond, is dus een van de dragende krachten van de religie in de nieuwe
cultuur! Anders gezegd: tussen Samuel en zijn nageslacht loopt een diepe
breuk (niets blijft hetzelfde), maar wie goed kijkt ziet ook een doorgaande lijn
(het verbond gaat door). De trein van Gods geschiedenis die bij de zonen van
Samuel op dood spoor leek te zijn gekomen, had kennelijk een wissel gevonden
waarover de trein op een ander spoor door kon. En de kleinzoon van Samuel is
een van de houten dwarsbalken onder de rails van dat nieuwe spoor.
Van grootvader/moeder op kleinzoon/dochter
Veel gelovige ouders hebben het gevoel: bij mij stopt de generaties lange
geloofsoverdracht. Maar wie zegt dat dit werkelijk zo is? Niet alleen de
wereldgeschiedenis kent onverwachte wendingen ten goede, ook een
familiegeschiedenis. Vroeger zei men in evangelisatiekringen: ‘De verloren zoon
kent nog de weg naar het Vaderhuis, maar de zoon van de verloren zoon niet
meer.’ Met andere woorden: als je zoon niet meer naar de kerk gaat, zal je
kleinzoon het evangelie niet eens meer kennen. Maar dat is veel te kleingelovig
gedacht! Het is ook veel te veel vanuit de oude cultuur geredeneerd. Er zijn
nieuwe patronen van denken nodig – patronen die hoopvolle tekenen
zichtbaar maken die anders onzichtbaar blijven. Ik zal een voorbeeld noemen
van zo’n hoopvol teken.
In onze geloofsgemeenschap zijn er zogeheten ‘geloofskoffertjes’ in omloop. In
die geloofskoffertjes zitten allerlei spulletjes die behulpzaam kunnen zijn bij de
geloofsopvoeding: kinderbijbels, prentenboeken, cd’s, kleurplaten. Die
koffertjes circuleren onder jonge gezinnen. Maar wat gebeurde? Sommige
opa’s en oma’s die ervan hoorden, zeiden: ‘Kunnen wij zo’n koffertje ook niet
eens lenen? We hebben de kleinkinderen een dag in de week. Misschien
vinden ze de spulletjes uit zo’n koffertje ook wel leuk.’ Het zijn grootouders
waarvan de kinderen vervreemd zijn van kerk en geloof, maar die er geen
bezwaar tegen hebben dat hun ouders er met de kleinkinderen vorm aan
geven. Ze hebben er alleen zelf minder gevoel bij. Of het is gewoon door alle
drukte wat weggezakt. Opa en oma moeten er dan wel voor oppassen dat ze
dat niet te fanatiek of opdringerig doen. Je moet je kinderen in hun
opvoedingstaak niet voor de voeten lopen of er misbruik van maken. Maar
wanneer je daarvoor waakt, zou het weleens een nieuwe vorm van
4
geloofsoverdracht kunnen zijn. Er lijkt een breuk tussen de generaties te lopen,
maar wie zegt dat er niet tegelijk een doorgaande lijn mogelijk is?
Eeuwig duurt zijn trouw
Houdt zoiets de kerk in stand? Zullen die kleinkinderen dan misschien ooit de
weg naar de kerk vinden? Och, waarom niet? Het zal waarschijnlijk een totaal
ander soort kerk zijn. Maar misschien schuilt er in zo’n kleinkind dan ook wel
een nieuw soort kerkmusicus. Maar doe het niet om er je eigen oude cultuur
mee overeind te houden. Want het gaat niet om de kerk, maar om het geheim
dat God heeft met mensen. En dat geheim luidt: ‘Eeuwig duurt zijn trouw.’
Tussen die generaties loopt vaak een breuk. Maar de Geest van God vindt vast
wel de doorgaande lijn. Hoe? Dat is vaak niet aan te wijzen. Dat vindt in het
verborgene plaats. Opeens is daar die Heman. Waar komt zijn geloof opeens
vandaan? Zo’n groot voorbeeld was zijn eigen vader niet. Was het dan zijn
moeder? Ze wordt nergens genoemd. Is het zaad dan gezaaid door zijn
grootvader Samuel? Dat kan. Hoewel Samuel op zijn oude dag wel een beetje
mopperige man was geworden die alles van vroeger beter vond. Misschien
moeten we het dan ook zó zeggen: het geloof van Heman is een geheim tussen
hem en God. Daar kan niemand tussen komen. De onbekende Heman, die een
randfiguur is in de Bijbel, is een teken van Gods trouw. ‘Ik zal er zijn’ is de naam
van Israëls God. Dat betekent: Hij gaat mee in de verandering van de tijden. Hij
laat zich vinden in de veranderingen. Hij is niet aan één cultuur of tijdperk
gebonden. ‘Eeuwig duurt zijn trouw.’
Samuel heeft zich verzet tegen de nieuwe cultuur. Hij kon de oude maar
moeilijk loslaten. Maar de naam van zijn kleinzoon in Gods goede boek is een
lesje vertrouwen. En alleen wie vertrouwt, kan leren loslaten.
Misschien moeten ouderen dan ook niet zo’n hele uitvaartliturgie
dichttimmeren. Wat richtlijnen geven is mooi. Dat helpt en geeft je
nabestaanden wat houvast. Maar laat wat open. Heb vertrouwen dat er een
invulling komt die misschien verbaast. Bovendien moet je niet tot over je graf
heen willen regeren. Dat doet God wel. ‘Eeuwig duurt zijn trouw.’
5