serie: richard strauss tros klassiek avro klassiek vier jubilarissen 7 februari 2014, 20.15 uur muzikale meesterwerken inleiding Leo Samama 19.30 uur ton koopman & peter eötvös tros vocaal Radio Filharmonisch Orkest Alexander Vedernikov dirigent Stefan Dohr hoorn Karol Szymanowski Concertouverture opus 12 (1904) 1882-1937 Richard Strauss Hoornconcert nr.1 in Es opus 11 (1883) 1864-1949 Allegro Andante Allegro PAUZE Henk Badings Symfonische proloog (1942) 1907-1987 Dmitri Sjostakovitsj Symfonie nr. 6 in b opus 54 (1939) 1906-1975 Largo Allegro Presto de concertseries van 2 Nieuw klassiek: Peter Eötvös 70 jaar KLAUS RUDOLPH In het weekend van 21 en 22 februari a.s. staat de Hongaarse componist en dirigent Péter Eötvös in de schijnwerpers: de maestro wordt zeventig. Als een van de chef-dirigenten van het Radio Kamerorkest zorgde hij ruim tien jaar voor spraakmakende Peter Eötvös concerten voor de Nederlandse omroep. Op 21 februari dirigeert hij de Nederlandse première van zijn eigen Vioolconcert ‘Do-Re-Mi’ met soliste Midori en werken van zijn landgenoten Kodály en Bartók. De dag erna dirigeert hij het ensemble Insomnio in zijn jazzy Snatches of a Conversation en muziek van Harvey en Tiensuu. SERIE TROS KLASSIEK vrijdag 21 februari 2014 20.15 uur inleiding Thea Derks 19.30 uur Vredenburg Leidsche Rijn zaterdag 22 februari 2014 20.00 uur Vredenburg Leeuwenbergh Insomnio Radio Filharmonisch Orkest Peter Eötvös dirigent Radio Filharmonisch Orkest Peter Eötvös dirigent Midori Goto viool Kodály Dansen van Galánta Eötvös Vioolconcert DoReMi Harvey Bird Concerto with Pianosong Eötvös Snatches Tiensuu Nemo NEDERLANDSE PREMIÈRE Bartók Concert voor orkest Aanstekelijk minimal Drankje na afloop Minimal Music: zaterdag 8 februari brengt de NTR ZaterdagMatinee een programma met muziek van John Adams en Philip Glass. Het Concerthuis zette een aantal ‘minimal must haves’ voor u op een rij, waaronder Music in 12 Parts van Philip Glass en Music for 18 Musicians van Steve Reich. En natuurlijk ontbreekt Lavinia Meijers hommage aan Philip Glass niet. ➜ WWW.RADIO4.NL/CONCERTHUIS Na het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen. vrijdag 7 februari 2014, 20.15 uur Zonnig hoornconcert en ijselijk koude symfonie Szymanowski Concert-Ouverture De Concertouverture opus 12 van Karol Szymanowski is een vroege compositie, zijn eerste orkestwerk zelfs. Het werk ontstond in 1904 naar aanleiding van het gedicht Ridder Witez· van Tadeusz Micinski. De partituur werd het jaar daarop geïnstrumenteerd. Szymanowski liet het toen aan zijn studievriend Grzegorz Fitelberg zien, die in februari 1906 met het Warschaus Filharmonisch Orkest de eerste uitvoering ervan dirigeerde tijdens een concert dat geheel was gewijd aan jonge Poolse componis- ten. Daarop adviseerde Fitelberg de componist het werk opnieuw te orkestreren. Hij bood aan hem ermee te helpen. Deze versie werd in 1919 in Wenen ten doop gehouden. De stijl van de Concertouverture heeft veel weg van een symfonisch gedicht als Don Juan van Richard Strauss. We herkennen eenzelfde gevoel voor briljante orkestkleuren, eenzelfde passie en gedrevenheid ook. Tegelijkertijd horen we op bepaalde momenten ook al de melodische fijngevoeligheid, en de aandacht voor details die de latere werken zozeer kenmerken. Strauss Eerste hoornconcert Karol Szymanowski De jonge Richard Strauss werd door zijn vader met de grootste zorg gevormd. Franz Strauss was hoornist in de Münchner Hofoper en professor aan het conservatorium. Bovendien was hij geen onverdienstelijk componist. Zo leerde de tienjarige Richard de opera’s van Wagner kennen, met name Tannhäuser en Lohengrin. Op het gymnasium raakte Richard in de ban van Tristan und Isolde, Wagners meest revolutionaire opera. In 1882 deed Strauss met goed gevolg eindexamen. 3 4 Eerder herkennen we wel de invloed van Mendelssohn, Brahms en Bruch, zoals in de twee symfonieën, het Vioolconcert en het Hoornconcert. In de Serenade in Es kunnen we ook van de invloed van Mozart spreken. Door deze compositie kwam Strauss nader in contact met een van de grootste dirigenten van zijn tijd, Hans von Bülow, die hem in 1885 als zijn assistent in Meiningen aanstelde. Nauwelijks 21 jaar oud werd Richard Strauss gezien als de opvolger van Brahms en Wagner (beiden!). Von Bülow noemde hem in de wandelgangen Richard III. Na Richard Wagner was een Richard II vooralsnog ondenkbaar. Richard Strauss schreef zijn Eerste Richard Strauss hoornconcert in 1882/83, kort na zijn gymnasiumeindexamen, voor zijn In de schoolbanken had hij in het vader. Gustav Leinhos speelde de eergeheim een Vioolconcert geschreven. Zijn ste uitvoering in 1885 in Meiningen, vader schonk hem als examencadeau Hans von Bülow dirigeerde. Vader een reis naar Bayreuth, hét pelgrimsStrauss wilde het concert niet spelen, oord der Wagnerianen. De grote comaangezien het volgens hem technisch ponist leefde toen nog en had zojuist veel te lastig was. Dat weerhield zijn laatste opera, Parsifal, voltooid. Strauss er overigens niet van, zestig Maar in de muziek van de jonge Strauss jaar later, in 1942, een tweede concert is van enige Wagneriaanse invloed nog voor zijn vader te schrijven, ditmaal niet veel te bespeuren. Behalve als een in memoriam. misschien in de toen al zeer riante Het Eerste hoornconcert is een briljant orkestraties. stuk muziek, bestaat uit drie relatief Nauwelijks 21 jaar oud werd Richard Strauss gezien als de opvolger van Brahms en Wagner (beiden!). Von Bülow noemde hem in de wandelgangen Richard III. Na Richard Wagner was een Richard II vooralsnog ondenkbaar. korte delen en past het instrument als weinig andere soloconcerten. Het is duidelijk dat Strauss precies wist wat er allemaal wel en niet mogelijk is op de hoorn. Bovendien heeft hij voor de solist de meest weelderige melodieën geschreven. De vormopbouw is zeer klassiek, met als eerste deel (Allegro) een beknopte hoofdvorm, die zonder onderbreking overgaat in het tweede deel (Andante), een samengestelde liedvorm, en tenslotte een Rondo (Allegro) op een jachtthema, hetgeen de hoorn voortreffelijk past. Wie deze muziek beluistert, krijgt inderdaad de indruk dat de jongeman die dit gecomponeerd heeft slechts zijn neus achterna schreef, en wat er ook gebeurde, hij kwam steeds weer perfect op z’n pootjes terecht. Weinig concerten klinken zo natuurlijk, zo jeugdig romantisch, zo ongecompliceerd feestelijk, en weinig concerten zijn voor uitvoerenden en luisteraars zo dankbaar. Richard Strauss stond aan het begin van een stralende carrière. 5 Henk Badings bepalen het grootste deel van zijn direct al zeer omvangrijke oeuvre. Het gebruik van achttoonmodi in vrijwel al zijn meer dan 700 composities, geschreven tussen ongeveer 1930 en 1987, versterkt het samenspel van smachtende en scherpe kleurstellingen. Badings Na 1940 kreeg daarnaast ook een meer Symfonische proloog Frans getinte lichtheid de kans, maar De muzikale ontplooiing van Henk de ernstige toon en expressieve vertelBadings is niet zo duidelijk als één trant blijven de overhand houden; doorlopende ontwikkeling te beschou- zelfs in zijn meest geavanceerde elekwen. Zijn allereerste werken zijn hartronische werken. monisch vaak al zeer dissonant. In de In 1942 kreeg Badings de eervolle opjaren ’30 leek hij zich vooral op de dracht een compositie te schrijven Duitse toonkunst te oriënteren: volle voor het eerste eeuwfeest van de orkestraties, expressieve melodieën en Wiener Philharmoniker. Ongetwijfeld heeft Karl Böhm hierin een belangrijke een dissonante harmonische taal die toch altijd weer lijkt op te lossen naar rol gespeeld, aangezien hij al eerder, welluidende consonante samenklanken, voor de oorlog, met veel succes muziek 6 van Badings had uitgevoerd. Het resultaat van deze opdracht is de Symfonische proloog, ook wel bekend als de Vierde ouverture (Badings schreef er zes), een compositie van hier en daar Bruckneriaanse allure die met zijn thematiek, contrapunt en orkestratie geheel en al past in de grote Duitse klassiek-romantische traditie. Deze muziek onderstreept tevens Badings voornaamste creatieve adagium, namelijk dat de compositorische techniek die hij in overvloed bezat slechts één doel dient: het scheppen van een schijnwereld, waarin zowel de luisteraar als de uitvoerende musicus zich kan ‘uitleven’. Dmitri Sjostakovitsj Sjostakovitsj’ Zesde In de ogen van de vakbond en het Centraal Comité was Sjostakovitsj een van die halsstarrige componisten die zich niets aantrokken van enige opgelegde cultuurpolitiek. Begin 1936 werd Sjostakovitsj dan ook terecht gewezen. De stok waarmee hij geslagen werd was zijn succesvolle opera Lady Macbeth van het district Mtsensk; deze zou te negatief, te erotisch, te modern, te westers zijn. Daarna kwam Sjostakovitsj in de Vijfde symfonie met een soort schuldbekentenis (“Het antwoord van een Sovjet-kunstenaar op terechte kritiek”); hij had zijn techniek grondig vereenvoudigd. Tenminste, dat is de officiële lezing. Als we echter de Getuigenissen mogen geloven die Solomon Volkov uit de mond van Sjostakovitsj heeft opgetekend, is deze symfonie eerder te verstaan als een muzikaal ‘verslag’ van de massa-executies waarmee Stalins politieke terreur in 1937 een eerste hoogtepunt bereikte. Het werk beleefde een grandioos succes. De machthebbers meenden dat Sjostakovitsj het nut van de reprimande had ingezien, maar de ‘gewone man’ in de concertzalen begreep maar al te goed wat er werkelijk aan de hand was. De daaropvolgende symfonie liet daarom ook niet lang op zich wachten. Officieel had Sjostakovitsj kort na het succes van de Vijfde symfonie in 1937 al aangekondigd dat hij een groots werk ter nagedachtenis aan Lenin zou schrijven. Er was zelfs sprake van een omvangrijke symfonie met koor. Hoe In 1939 was er geen enkele reden tot vrolijkheid of feestelijk vlagvertoon. Menige kunstenaar kon slechts overleven door óf dodelijk serieus te zijn, óf te vluchten in ironie. Met zijn Zesde symfonie heeft Sjostakovitsj beide gedaan. anders werd de Zesde symfonie in werkelijkheid. Alleen al door het eerste deel, een somber en dreigend Largo, kreeg men een ongemakkelijk gevoel van dreiging en terneergeslagenheid, een gevoel dat door het scherpe contrast met het kwikzilverige Allegro en het opzwepende Presto slechts pijnlijker werd. Sjostakovitsj voltooide de Zesde in de zomer van 1939, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog; de eerste uitvoering volgde in november van dat jaar door het Filharmonisch Orkest van Leningrad onder leiding van Jevgeni Mravinski, hetzelfde team dat twee jaar eerder ook de Vijfde ten doop had gehouden. En opnieuw had Sjostakovitsj een ‘excuus’-programma bedacht, een knappe afleidingsmanoeuvre. Zo liet hij de pers weten: “Het muzikale karakter van de Zesde symfonie is anders dan de sfeer en toon van de Vijfde, waarin tragische en gespannen momenten zo typerend zijn. In mijn meest recente symfonie overheerst een contemplatieve, lyrische muziek. Ik wilde daarin gevoelens van lente, vreugde en jeugd overbrengen.” Het succes van de symfonie was aanvankelijk groot, maar er was ook kritiek. Sjostakovitsj zou een saai eerste deel hebben geschreven, waarbij hij geen enkele rekening had gehouden met zijn publiek; de finale was niet meer dan een circusnummer, het muzikale verslag van een voetbalwedstrijd; en de gehele symfonie miste de noodzakelijke heldere vormgeving die de Vijfde nu juist tot zo’n succes had gemaakt. Sjostakovitsj heeft in deze symfonie geen compromissen gesloten, zoals men in het Westen vaak heeft gemeend. Toen deze muziek geschreven werd, was er in de Sovjet-Unie ook geen enkele reden tot vrolijkheid of feestelijk vlagvertoon. Menige kunstenaar kon slechts overleven door óf dodelijk serieus te zijn, óf te vluchten in ironie. In zijn Zesde symfonie heeft Sjostakovitsj beide gedaan. De algemene atmosfeer is er zeker geen van lente en jeugdige blijdschap, maar eerder van ijselijke kou, eenzaamheid, en angst. Het was hoe Sjostakovitsj zich voelde, zo herinnerde hij zich jaren later nog. Leo Samama 7 8 uitvoerenden Alexander Vedernikov, dirigent Alexander Vedernikov (1964) studeerde piano en directie aan het conservatorium van zijn geboortestad Moskou. In 1989 verbond hij zich als dirigent aan het Nemirovitsj-Dantsjenko-Muziektheater van Moskou. In 1990 werd Vedernikov benoemd tot dirigent bij het Radio Symfonieorkest van Moskou en trad sindsdien ook regelmatig op als gastdirigent bij vooraanstaande Russische orkesten. Er volgden optredens in Spanje, Turkije, Italië, Duitsland, Griekenland en Japan. In Nederland dirigeerde Alexander Vedernikov onder meer het Residentie Orkest, het Nederlands Blazers Ensemble, het Radio Symfonie Orkest en het Nederlands Philharmonisch Orkest. In 1995 richtte hij zijn eigen orkest op, de Russische Filharmonie, die inmiddels een plaats in het Russische muziekleven heeft veroverd. In 1997 gaf dat orkest concerten in Nederland, België en Engeland. Behalve vaste gastdirigent van het Noord Nederlands Orkest was Alexander Vedernikov van 2001 tot 2009 muzikaal directeur van het Bolsjoj Theater in Moskou en daarmee opvolger van Gennadi Rozjdestvenski. In die hoedanigheid leidde hij vele operaproducties, waaronder Boris Godoenov in de originele orkestratie Alexander Vedernikov van Moesorgski, Prokofjevs Oorlog en Vrede en de wereldpremière van Leonid Desjatnikovs De kinderen van Rosenthal. Onder zijn leiding maakte het Orkest van het Bolsjoj Theater tournees naar Athene, Hamburg, Parijs, Londen en Milaan. Verder trad Alexander Vedernikov op als gastdirigent met talrijke Europese orkesten. In 2010 maakte hij debuut bij de Nationale Opera van Finland en in seizoen 2012/2013 debuteerde hij bij de Opera van Zürich en bij The Metropolitan Opera in New York met Jevgeni Onegin. Stefan Dohr, hoorn De in Münster geboren Duitse hoornist Stefan Dohr is een wereldwijd veel gevraagd solist en kamermuziekspeler. Sinds 1993 is hij eerste hoornist van de Berliner Philharmoniker, vast lid van het Berliner Philharmonisches Oktett en het Ensemble Wien-Berlin. Naast het solo-repertoire uit de klassiekromantische periode speelt hij graag werken van hedendaagse componisten. Zo werd een aantal werken speciaal voor hem geschreven, zoals het Montafon-concert van Herbert Willi, Toshio Hosokawa’s Moment of blossoming en een Hoornconcert, dat Wolfgang Rihm aan hem opdroeg. Tot zijn cdopnamen behoren de cd’s ‘Opera!’ en ‘FOUR CORNERS!’ die Stefan Dohr opnam met de hoornsectie van de Berliner Philharmoniker, opnamen van de complete hoornconcerten van Mozart en een opname van Schumanns Konzertstück. ➜ WWW.STEFANDOHR.COM Radio Filharmonisch Orkest Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) bezet een prominente plaats in het Nederlandse muziekleven. Door een onuitputtelijk streven naar de hoogste artistieke kwaliteit en een uitgebalanceerde programmering groeide het momenteel honderd musici sterke orkest uit tot een van de beste orkesten van Nederland. Het orkest werd in 1945 opgericht door Albert van Raalte en werd nadien geleid door achtereenvolgens Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Ot- 9 Stefan Dohr terloo, Hans Vonk, Sergiu Comissiona, Edo de Waart en Jaap van Zweden. In 2012 werd Markus Stenz aangesteld als chef-dirigent. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012. Met ingang van augustus 2013 maakt het RFO deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Groot Omroepkoor en de productie-afdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR en AVROTROS). Het RFO werkte samen met befaamde gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Riccardo Muti, Kurt Masur, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, Vladimir Jurowsky en Valery Gergiev. Het RFO levert belangrijke bijdragen aan de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, en aan De Vrijdag van Vredenburg te Utrecht. Het RFO excelleert in 10 bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante operauitvoeringen, waarbij het regelmatig eerste uitvoeringen in Nederland en wereldpremières betreft. Naast de concerten in de omroepseries was het RFO onder andere te horen op het Festival Musica 2008 en tijdens de BBC Proms 2011 in de Royal Albert Hall. Het Radio Filharmonisch Orkest heeft een indrukwekkende plaat- en cd-catalogus opgebouwd. Op verschillende labels verschenen vanaf de jaren ’70 legendarische grammofoonplaten met dirigenten als Leopold Stokowski en Antal Doráti. Onder leiding van Jean Fournet werd een serie cd’s gerealiseerd met Frans repertoire. Opnamen van de complete symfonieën van Mahler onder leiding van Edo de Waart verschenen op cd, alsook een unieke Wagner-box en de complete orkestwerken van Rachmaninov. Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson en Jan van Vlijmen werden onderscheiden met prijzen en eervolle vermeldingen. Met dirigent Mark Wigglesworth werden de symfonieën van Sjostakovitsj op cd vastgelegd, en onder leiding van Jaap van Zweden verscheen een Brucknercyclus. De live-registratie van Wagners Parsifal, in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Van Zweden, werd onderscheiden met de Edison Klassiek 2012 in de categorie Opera. ➜ WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL ➜ Volg het Radio Filharmonisch Orkest op twitter (@radiofilhorkest) en facebook CONCERTEN IN DE S III 8 februari 2014, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam Aanstekelijk minimal Residentie Orkest Groot Omroepkoor Brad Lubman dirigent Gijs Leenaars koordirigent Karen Gomyo viool Stravinsky Symfonieën voor blazers (versie 1947) Glass Eerste vioolconcert Adams Harmonium Een halve eeuw geleden zorgden Philip Glass en Steve Reich voor een aardverschuiving. Met hun ‘repetitieve muziek’ staken ze de ‘gevestigde’ avant-garde naar de kroon. Glass’ Vioolconcert en Harmonium van Adams laten horen hoe aanstekelijk de minimal music nog altijd kan zijn. Radio Filharmonisch Orkest BESCHERMHEER Bernard Haitink CHEF-DIRIGENT Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden ERE-DIRIGENT Edo de Waart VASTE GASTDIRIGENT James Gaffigan EERSTE VIOOL Joris van Rijn Alexander Baev Fred Gaasterland Maria Escarabajal Alberto Facanha Johnson Mariska Godwaldt Josje ter Haar Kerstin Kendler Anna Korpalska Pamela Kubik Leonie Mensink Pedja Milosavljevic Theo Ploeger Gerrie Rodenhuis Ruud Wagemakers Miyuki Konoe TWEEDE VIOOL Casper Bleumers Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Zofia Balcar Ian van den Berk Esther de Bruijn Michiel Eekhof Wouter Groesz Yvonne Hamelink Annemarie van Helderen Esther Kövy Renate van Riel Alexander van den Tol Frits Wagenvoorde Robbert Honorits ALTVIOOL Francien Schatborn Huub Beckers Arjan Wildschut Marije Helder Annemijn den Herder Annemarie Konijnenburg Erik Krosenbrink Robert Meulendijk Igor Bobylev Ewa Wagner Ruben Sanderse Stanislava Stoeva Wouter Huizinga Maartje van Lent CELLO Michael Müller Anton Istomin Eveline Kraayenhof Winnyfred Beldman Mirjam Bosma Crit Coenegracht Sebastiaan van Eck Anneke Janssen Rebecca Smit Arjen Uittenbogaard CONTRABAS Rien Wisse Wilmar de Visser Walter van Egeraat Annika Hope Jim Schultz Sjeng Schupp Stephan Wienjus Ioannis Bampaloukas Eduard Zlatkin FLUIT Barbara Deleu Carla Meijers Maike Grobbenhaar HOBO Aisling Casey Yvonne Wolters Frauke Elsen 11 KLARINET Frank van den Brink Esther Misbeek Diede Brantjes Sergio Hamerslag FAGOT Jos Lammerse Freek Sluijs Desirée van Vliet HOORN Petra Botma-Zijlstra Annelies van Nuffelen Toine Martens Fréderick Franssen Laurens Otto Rebecca Grannetia TROMPET Hessel Buma Jacco Groenendijk Raymond Rook Hans Verheij TROMBONE Jaume Gavilan Agullo Victor Belmonte Albert Brandt Attema TUBA Bernard Beniers PAUKEN Bas Voorter SLAGWERK Hans Zonderop Mark Haeldermans Vincent Cox Esther Doornink René Oussoren HARP Veronique Serpenti CELESTA Stephan Kiefer Verjaardagsweekend 12 Ton Koopman 70 jaar SERIE MUZIKALE MEESTERWERKEN vrijdag 14 februari 2014, 20.15 uur inleiding Huib Ramaer 19.30 uur Vredenburg Leidsche Rijn Amsterdam Baroque Orchestra zaterdag 15 februari 2014, 20.00 uur Vredenburg Leeuwenbergh o.l.v. Ton Koopman orgel Ton Koopman, klavecimbel Catherine Manson, viool Tini Mathot orgel Klaus Mertens bas Verena Gropper sopraan Ariel Hernandez tenor J.S. Bach Orgelconcert BWV 1059R (naar cantate BWV 35) J.S. Bach Sinfonia uit cantate BWV 209 (‘Non sa che sia dolore’) J.S. Bach ‘Schweigt stille, plaudert nicht’ Kaffeekantate BWV 211 C. Schaffrath Concert in a voor twee orgels en orkest (Ton Koopman en Tini Mathot, orgel) J.C.F. Bach Sinfonia in Bes Bach Sonate voor viool en clavecimbel nr. 4 in c, BWV1017 • Chromatische Fantasie en Fuga in d, BWV903 (solo clavecimbel) • Sonate voor viool en clavecimbel nr 5 in f, BWV1018 • Chaconne BWV1004, voor viool • Sonate voor viool en clavecimbel nr. 6 in c, BWV1019 Vijf werken tonen Bach de virtuoos, de alleskunner en de architect die met enkel een klavecimbel of een viool kathedralen aan geluid weet op te trekken. colofon Concert i.h.k.v. verjaardagsweekend Ton Koopman. PROGRAMMERING RANDPROGRAMMERING AVROTROS RADIO4 REDACTIE PROGRAMMABOEK Astrid in ’t Veld Thea Derks en Victor Striker Clemens Romijn PRODUCTIE EINDREDACTIE RADIO4 AVROTROS EINDREDACTIE Sandra Eil Tim Moen Onno Schoonderwoerd PUBLICITEIT & PRODUCTIE JONG TALENT CASTING DIRECTOR VORMGEVING Anne Marie van Doorn Mauricio Fernández Dorine Verharen ADMINISTRATIE EN FINANCIËN ARTISTIEK LEIDER DRUK Anneke de Vries Kees Vlaardingerbroek Van der Weij BV Hilversum PRESENTATIE RADIO 4 PROGRAMMATOELICHTING OMSLAGILLUSTRATIE Mark Brouwers, Ab Nieuwdorp en Maartje Stokkers Leo Samama Gustav Klimt, schets voor een fries in Palais Stoclet, Brussel, 1908-10.
© Copyright 2024 ExpyDoc