Radio Filharmonisch Orkest

serie:
richard strauss
tros klassiek
avro klassiek
vier jubilarissen 7 februari 2014, 20.15 uur
muzikale meesterwerken inleiding Leo Samama 19.30 uur
ton koopman & peter eötvös
tros vocaal Radio Filharmonisch Orkest
Alexander Vedernikov dirigent
Stefan Dohr hoorn
Karol Szymanowski Concertouverture opus 12 (1904)
1882-1937
Richard Strauss Hoornconcert nr.1 in Es opus 11 (1883)
1864-1949 Allegro
Andante
Allegro
PAUZE
Henk Badings Symfonische proloog (1942)
1907-1987
Dmitri Sjostakovitsj Symfonie nr. 6 in b opus 54 (1939)
1906-1975 Largo
Allegro
Presto
de concertseries van
2
Nieuw klassiek: Peter Eötvös 70 jaar
KLAUS RUDOLPH
In het weekend van 21 en 22 februari a.s. staat de
Hongaarse componist en dirigent Péter Eötvös in
de schijnwerpers: de maestro wordt zeventig.
Als een van de chef-dirigenten van het Radio Kamerorkest zorgde hij ruim tien jaar voor spraakmakende
Peter Eötvös
concerten voor de Nederlandse omroep.
Op 21 februari dirigeert hij de Nederlandse première van zijn eigen Vioolconcert
‘Do-Re-Mi’ met soliste Midori en werken van zijn landgenoten Kodály en Bartók.
De dag erna dirigeert hij het ensemble Insomnio in zijn jazzy Snatches of a
Conversation en muziek van Harvey en Tiensuu.
SERIE TROS KLASSIEK
vrijdag 21 februari 2014 20.15 uur
inleiding Thea Derks 19.30 uur
Vredenburg Leidsche Rijn
zaterdag 22 februari 2014 20.00 uur
Vredenburg Leeuwenbergh
Insomnio
Radio Filharmonisch Orkest
Peter Eötvös dirigent
Radio Filharmonisch Orkest
Peter Eötvös dirigent
Midori Goto viool
Kodály Dansen van Galánta
Eötvös Vioolconcert DoReMi
Harvey Bird Concerto with
Pianosong
Eötvös Snatches
Tiensuu Nemo
NEDERLANDSE PREMIÈRE
Bartók Concert voor orkest
Aanstekelijk minimal
Drankje na afloop
Minimal Music: zaterdag 8 februari brengt de NTR
ZaterdagMatinee een programma met muziek van
John Adams en Philip Glass. Het Concerthuis
zette een aantal ‘minimal must haves’ voor u op een
rij, waaronder Music in 12 Parts van Philip Glass en
Music for 18 Musicians van Steve Reich. En natuurlijk ontbreekt Lavinia Meijers hommage aan Philip
Glass niet.
➜ WWW.RADIO4.NL/CONCERTHUIS
Na het concert is er
gelegenheid om een
drankje te nuttigen.
vrijdag 7 februari 2014, 20.15 uur
Zonnig hoornconcert en ijselijk koude symfonie
Szymanowski
Concert-Ouverture
De Concertouverture opus 12 van Karol
Szymanowski is een vroege compositie,
zijn eerste orkestwerk zelfs. Het werk
ontstond in 1904 naar aanleiding van
het gedicht Ridder Witez· van Tadeusz
Micinski. De partituur werd het jaar
daarop geïnstrumenteerd. Szymanowski
liet het toen aan zijn studievriend
Grzegorz Fitelberg zien, die in februari
1906 met het Warschaus Filharmonisch
Orkest de eerste uitvoering ervan dirigeerde tijdens een concert dat geheel
was gewijd aan jonge Poolse componis-
ten. Daarop adviseerde Fitelberg de
componist het werk opnieuw te orkestreren. Hij bood aan hem ermee te helpen. Deze versie werd in 1919 in Wenen ten doop gehouden.
De stijl van de Concertouverture heeft
veel weg van een symfonisch gedicht
als Don Juan van Richard Strauss. We
herkennen eenzelfde gevoel voor briljante orkestkleuren, eenzelfde passie
en gedrevenheid ook. Tegelijkertijd
horen we op bepaalde momenten ook
al de melodische fijngevoeligheid, en
de aandacht voor details die de latere
werken zozeer kenmerken.
Strauss Eerste hoornconcert
Karol Szymanowski
De jonge Richard Strauss werd door
zijn vader met de grootste zorg gevormd. Franz Strauss was hoornist in
de Münchner Hofoper en professor
aan het conservatorium. Bovendien
was hij geen onverdienstelijk componist. Zo leerde de tienjarige Richard de
opera’s van Wagner kennen, met
name Tannhäuser en Lohengrin. Op het
gymnasium raakte Richard in de ban
van Tristan und Isolde, Wagners meest
revolutionaire opera. In 1882 deed
Strauss met goed gevolg eindexamen.
3
4
Eerder herkennen we wel de invloed
van Mendelssohn, Brahms en Bruch,
zoals in de twee symfonieën, het Vioolconcert en het Hoornconcert. In de Serenade in Es kunnen we ook van de
invloed van Mozart spreken. Door deze
compositie kwam Strauss nader in
contact met een van de grootste dirigenten van zijn tijd, Hans von Bülow,
die hem in 1885 als zijn assistent in
Meiningen aanstelde. Nauwelijks 21
jaar oud werd Richard Strauss gezien
als de opvolger van Brahms en Wagner
(beiden!). Von Bülow noemde hem in
de wandelgangen Richard III. Na Richard Wagner was een Richard II vooralsnog ondenkbaar.
Richard Strauss schreef zijn Eerste
Richard Strauss
hoornconcert in 1882/83, kort na zijn
gymnasiumeindexamen, voor zijn
In de schoolbanken had hij in het
vader. Gustav Leinhos speelde de eergeheim een Vioolconcert geschreven. Zijn ste uitvoering in 1885 in Meiningen,
vader schonk hem als examencadeau
Hans von Bülow dirigeerde. Vader
een reis naar Bayreuth, hét pelgrimsStrauss wilde het concert niet spelen,
oord der Wagnerianen. De grote comaangezien het volgens hem technisch
ponist leefde toen nog en had zojuist
veel te lastig was. Dat weerhield
zijn laatste opera, Parsifal, voltooid.
Strauss er overigens niet van, zestig
Maar in de muziek van de jonge Strauss jaar later, in 1942, een tweede concert
is van enige Wagneriaanse invloed nog voor zijn vader te schrijven, ditmaal
niet veel te bespeuren. Behalve
als een in memoriam.
misschien in de toen al zeer riante
Het Eerste hoornconcert is een briljant
orkestraties.
stuk muziek, bestaat uit drie relatief
Nauwelijks 21 jaar oud werd Richard Strauss gezien als de
opvolger van Brahms en Wagner (beiden!). Von Bülow
noemde hem in de wandelgangen Richard III. Na Richard
Wagner was een Richard II vooralsnog ondenkbaar.
korte delen en past het instrument als
weinig andere soloconcerten. Het is
duidelijk dat Strauss precies wist wat
er allemaal wel en niet mogelijk is op
de hoorn. Bovendien heeft hij voor de
solist de meest weelderige melodieën
geschreven. De vormopbouw is zeer
klassiek, met als eerste deel (Allegro)
een beknopte hoofdvorm, die zonder
onderbreking overgaat in het tweede
deel (Andante), een samengestelde
liedvorm, en tenslotte een Rondo
(Allegro) op een jachtthema, hetgeen
de hoorn voortreffelijk past.
Wie deze muziek beluistert, krijgt inderdaad de indruk dat de jongeman
die dit gecomponeerd heeft slechts
zijn neus achterna schreef, en wat er
ook gebeurde, hij kwam steeds weer
perfect op z’n pootjes terecht. Weinig
concerten klinken zo natuurlijk, zo
jeugdig romantisch, zo ongecompliceerd feestelijk, en weinig concerten
zijn voor uitvoerenden en luisteraars
zo dankbaar. Richard Strauss stond aan
het begin van een stralende carrière.
5
Henk Badings
bepalen het grootste deel van zijn
direct al zeer omvangrijke oeuvre. Het
gebruik van achttoonmodi in vrijwel
al zijn meer dan 700 composities, geschreven tussen ongeveer 1930 en
1987, versterkt het samenspel van
smachtende en scherpe kleurstellingen.
Badings
Na 1940 kreeg daarnaast ook een meer
Symfonische proloog
Frans getinte lichtheid de kans, maar
De muzikale ontplooiing van Henk
de ernstige toon en expressieve vertelBadings is niet zo duidelijk als één
trant blijven de overhand houden;
doorlopende ontwikkeling te beschou- zelfs in zijn meest geavanceerde elekwen. Zijn allereerste werken zijn hartronische werken.
monisch vaak al zeer dissonant. In de
In 1942 kreeg Badings de eervolle opjaren ’30 leek hij zich vooral op de
dracht een compositie te schrijven
Duitse toonkunst te oriënteren: volle
voor het eerste eeuwfeest van de
orkestraties, expressieve melodieën en Wiener Philharmoniker. Ongetwijfeld
heeft Karl Böhm hierin een belangrijke
een dissonante harmonische taal die
toch altijd weer lijkt op te lossen naar rol gespeeld, aangezien hij al eerder,
welluidende consonante samenklanken, voor de oorlog, met veel succes muziek
6
van Badings had uitgevoerd. Het resultaat van deze opdracht is de Symfonische proloog, ook wel bekend als de Vierde ouverture (Badings schreef er zes),
een compositie van hier en daar
Bruckneriaanse allure die met zijn
thematiek, contrapunt en orkestratie
geheel en al past in de grote Duitse
klassiek-romantische traditie. Deze
muziek onderstreept tevens Badings
voornaamste creatieve adagium, namelijk dat de compositorische techniek die hij in overvloed bezat slechts
één doel dient: het scheppen van een
schijnwereld, waarin zowel de luisteraar als de uitvoerende musicus zich
kan ‘uitleven’.
Dmitri Sjostakovitsj
Sjostakovitsj’ Zesde
In de ogen van de vakbond en het
Centraal Comité was Sjostakovitsj een
van die halsstarrige componisten die
zich niets aantrokken van enige opgelegde cultuurpolitiek. Begin 1936
werd Sjostakovitsj dan ook terecht gewezen. De stok waarmee hij geslagen
werd was zijn succesvolle opera Lady
Macbeth van het district Mtsensk; deze
zou te negatief, te erotisch, te modern,
te westers zijn.
Daarna kwam Sjostakovitsj in de Vijfde
symfonie met een soort schuldbekentenis
(“Het antwoord van een Sovjet-kunstenaar op terechte kritiek”); hij had zijn
techniek grondig vereenvoudigd. Tenminste, dat is de officiële lezing. Als we
echter de Getuigenissen mogen geloven
die Solomon Volkov uit de mond van
Sjostakovitsj heeft opgetekend, is deze
symfonie eerder te verstaan als een
muzikaal ‘verslag’ van de massa-executies waarmee Stalins politieke terreur
in 1937 een eerste hoogtepunt bereikte. Het werk beleefde een grandioos
succes. De machthebbers meenden dat
Sjostakovitsj het nut van de reprimande had ingezien, maar de ‘gewone
man’ in de concertzalen begreep maar
al te goed wat er werkelijk aan de
hand was.
De daaropvolgende symfonie liet daarom ook niet lang op zich wachten. Officieel had Sjostakovitsj kort na het
succes van de Vijfde symfonie in 1937 al
aangekondigd dat hij een groots werk
ter nagedachtenis aan Lenin zou
schrijven. Er was zelfs sprake van een
omvangrijke symfonie met koor. Hoe
In 1939 was er geen enkele reden tot vrolijkheid of feestelijk
vlagvertoon. Menige kunstenaar kon slechts overleven door
óf dodelijk serieus te zijn, óf te vluchten in ironie. Met zijn
Zesde symfonie heeft Sjostakovitsj beide gedaan.
anders werd de Zesde symfonie in werkelijkheid. Alleen al door het eerste deel,
een somber en dreigend Largo, kreeg
men een ongemakkelijk gevoel van
dreiging en terneergeslagenheid, een
gevoel dat door het scherpe contrast
met het kwikzilverige Allegro en het
opzwepende Presto slechts pijnlijker
werd.
Sjostakovitsj voltooide de Zesde in de
zomer van 1939, aan de vooravond van
de Tweede Wereldoorlog; de eerste uitvoering volgde in november van dat
jaar door het Filharmonisch Orkest van
Leningrad onder leiding van Jevgeni
Mravinski, hetzelfde team dat twee
jaar eerder ook de Vijfde ten doop had
gehouden. En opnieuw had Sjostakovitsj een ‘excuus’-programma bedacht,
een knappe afleidingsmanoeuvre. Zo
liet hij de pers weten: “Het muzikale
karakter van de Zesde symfonie is anders
dan de sfeer en toon van de Vijfde,
waarin tragische en gespannen momenten zo typerend zijn. In mijn
meest recente symfonie overheerst een
contemplatieve, lyrische muziek. Ik
wilde daarin gevoelens van lente,
vreugde en jeugd overbrengen.”
Het succes van de symfonie was aanvankelijk groot, maar er was ook kritiek. Sjostakovitsj zou een saai eerste
deel hebben geschreven, waarbij hij
geen enkele rekening had gehouden
met zijn publiek; de finale was niet
meer dan een circusnummer, het muzikale verslag van een voetbalwedstrijd; en de gehele symfonie miste de
noodzakelijke heldere vormgeving die
de Vijfde nu juist tot zo’n succes had
gemaakt. Sjostakovitsj heeft in deze
symfonie geen compromissen gesloten,
zoals men in het Westen vaak heeft
gemeend. Toen deze muziek geschreven
werd, was er in de Sovjet-Unie ook
geen enkele reden tot vrolijkheid of
feestelijk vlagvertoon. Menige kunstenaar kon slechts overleven door óf dodelijk serieus te zijn, óf te vluchten in
ironie. In zijn Zesde symfonie heeft Sjostakovitsj beide gedaan. De algemene
atmosfeer is er zeker geen van lente en
jeugdige blijdschap, maar eerder van
ijselijke kou, eenzaamheid, en angst.
Het was hoe Sjostakovitsj zich voelde,
zo herinnerde hij zich jaren later nog.
Leo Samama
7
8
uitvoerenden
Alexander Vedernikov, dirigent
Alexander Vedernikov (1964) studeerde
piano en directie aan het conservatorium van zijn geboortestad Moskou. In
1989 verbond hij zich als dirigent aan
het Nemirovitsj-Dantsjenko-Muziektheater van Moskou. In 1990 werd Vedernikov benoemd tot dirigent bij het
Radio Symfonieorkest van Moskou en
trad sindsdien ook regelmatig op als
gastdirigent bij vooraanstaande Russische orkesten. Er volgden optredens
in Spanje, Turkije, Italië, Duitsland,
Griekenland en Japan. In Nederland
dirigeerde Alexander Vedernikov onder meer het Residentie Orkest, het
Nederlands Blazers Ensemble, het Radio Symfonie Orkest en het Nederlands Philharmonisch Orkest. In 1995
richtte hij zijn eigen orkest op, de Russische Filharmonie, die inmiddels een
plaats in het Russische muziekleven
heeft veroverd. In 1997 gaf dat orkest
concerten in Nederland, België en Engeland. Behalve vaste gastdirigent van
het Noord Nederlands Orkest was
Alexander Vedernikov van 2001 tot
2009 muzikaal directeur van het Bolsjoj Theater in Moskou en daarmee
opvolger van Gennadi Rozjdestvenski.
In die hoedanigheid leidde hij vele
operaproducties, waaronder Boris
Godoenov in de originele orkestratie
Alexander Vedernikov
van Moesorgski, Prokofjevs Oorlog en
Vrede en de wereldpremière van Leonid
Desjatnikovs De kinderen van Rosenthal.
Onder zijn leiding maakte het Orkest
van het Bolsjoj Theater tournees naar
Athene, Hamburg, Parijs, Londen en
Milaan. Verder trad Alexander Vedernikov op als gastdirigent met talrijke
Europese orkesten. In 2010 maakte hij
debuut bij de Nationale Opera van Finland en in seizoen 2012/2013 debuteerde hij bij de Opera van Zürich en
bij The Metropolitan Opera in New
York met Jevgeni Onegin.
Stefan Dohr, hoorn
De in Münster geboren Duitse hoornist
Stefan Dohr is een wereldwijd veel
gevraagd solist en kamermuziekspeler.
Sinds 1993 is hij eerste hoornist van de
Berliner Philharmoniker, vast lid van
het Berliner Philharmonisches Oktett
en het Ensemble Wien-Berlin. Naast
het solo-repertoire uit de klassiekromantische periode speelt hij graag
werken van hedendaagse componisten.
Zo werd een aantal werken speciaal
voor hem geschreven, zoals het
Montafon-concert van Herbert Willi,
Toshio Hosokawa’s Moment of blossoming
en een Hoornconcert, dat Wolfgang
Rihm aan hem opdroeg. Tot zijn cdopnamen behoren de cd’s ‘Opera!’ en
‘FOUR CORNERS!’ die Stefan Dohr
opnam met de hoornsectie van de
Berliner Philharmoniker, opnamen
van de complete hoornconcerten van
Mozart en een opname van Schumanns
Konzertstück.
➜ WWW.STEFANDOHR.COM
Radio Filharmonisch Orkest
Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO)
bezet een prominente plaats in het
Nederlandse muziekleven. Door een
onuitputtelijk streven naar de hoogste
artistieke kwaliteit en een uitgebalanceerde programmering groeide het
momenteel honderd musici sterke orkest uit tot een van de beste orkesten
van Nederland. Het orkest werd in
1945 opgericht door Albert van Raalte
en werd nadien geleid door achtereenvolgens Paul van Kempen, Bernard
Haitink, Jean Fournet, Willem van Ot-
9
Stefan Dohr
terloo, Hans Vonk, Sergiu Comissiona,
Edo de Waart en Jaap van Zweden. In
2012 werd Markus Stenz aangesteld als
chef-dirigent. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012. Met
ingang van augustus 2013 maakt het
RFO deel uit van de Stichting Omroep
Muziek, samen met het Groot Omroepkoor en de productie-afdeling van
de concertseries van Radio 4 (NTR en
AVROTROS).
Het RFO werkte samen met befaamde
gastdirigenten als Leopold Stokowski,
Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Riccardo Muti, Kurt Masur, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson
Thomas, Gennady Rozhdestvensky,
Peter Eötvös, Vladimir Jurowsky en
Valery Gergiev. Het RFO levert belangrijke bijdragen aan de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, en aan De Vrijdag van Vredenburg te Utrecht. Het RFO excelleert in
10
bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante operauitvoeringen, waarbij het regelmatig
eerste uitvoeringen in Nederland en
wereldpremières betreft. Naast de concerten in de omroepseries was het RFO
onder andere te horen op het Festival
Musica 2008 en tijdens de BBC Proms
2011 in de Royal Albert Hall.
Het Radio Filharmonisch Orkest heeft
een indrukwekkende plaat- en cd-catalogus opgebouwd. Op verschillende
labels verschenen vanaf de jaren ’70
legendarische grammofoonplaten met
dirigenten als Leopold Stokowski en
Antal Doráti. Onder leiding van Jean
Fournet werd een serie cd’s gerealiseerd
met Frans repertoire. Opnamen van de
complete symfonieën van Mahler onder
leiding van Edo de Waart verschenen
op cd, alsook een unieke Wagner-box
en de complete orkestwerken van
Rachmaninov. Cd’s met werken van
hedendaagse componisten als Jonathan
Harvey, Klas Torstensson en Jan van
Vlijmen werden onderscheiden met
prijzen en eervolle vermeldingen. Met
dirigent Mark Wigglesworth werden
de symfonieën van Sjostakovitsj op cd
vastgelegd, en onder leiding van Jaap
van Zweden verscheen een Brucknercyclus. De live-registratie van Wagners
Parsifal, in de NTR ZaterdagMatinee
onder leiding van Van Zweden, werd
onderscheiden met de Edison Klassiek
2012 in de categorie Opera.
➜ WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL
➜ Volg het Radio Filharmonisch
Orkest op twitter (@radiofilhorkest)
en facebook
CONCERTEN IN DE
S III
8 februari 2014, 14.15 uur
Concertgebouw Amsterdam
Aanstekelijk minimal
Residentie Orkest
Groot Omroepkoor
Brad Lubman dirigent
Gijs Leenaars koordirigent
Karen Gomyo viool
Stravinsky Symfonieën voor blazers
(versie 1947)
Glass Eerste vioolconcert
Adams Harmonium
Een halve eeuw geleden zorgden Philip
Glass en Steve Reich voor een aardverschuiving. Met hun ‘repetitieve muziek’
staken ze de ‘gevestigde’ avant-garde
naar de kroon. Glass’ Vioolconcert en
Harmonium van Adams laten horen hoe
aanstekelijk de minimal music nog altijd
kan zijn.
Radio Filharmonisch Orkest
BESCHERMHEER
Bernard Haitink
CHEF-DIRIGENT
Markus Stenz
HONORARY CHIEF CONDUCTOR
Jaap van Zweden
ERE-DIRIGENT
Edo de Waart
VASTE GASTDIRIGENT
James Gaffigan
EERSTE VIOOL
Joris van Rijn
Alexander Baev
Fred Gaasterland
Maria Escarabajal
Alberto Facanha Johnson
Mariska Godwaldt
Josje ter Haar
Kerstin Kendler
Anna Korpalska
Pamela Kubik
Leonie Mensink
Pedja Milosavljevic
Theo Ploeger
Gerrie Rodenhuis
Ruud Wagemakers
Miyuki Konoe
TWEEDE VIOOL
Casper Bleumers
Andrea van Harmelen
Sarah Loerkens
Zofia Balcar
Ian van den Berk
Esther de Bruijn
Michiel Eekhof
Wouter Groesz
Yvonne Hamelink
Annemarie van Helderen
Esther Kövy
Renate van Riel
Alexander van den Tol
Frits Wagenvoorde
Robbert Honorits
ALTVIOOL
Francien Schatborn
Huub Beckers
Arjan Wildschut
Marije Helder
Annemijn den Herder
Annemarie Konijnenburg
Erik Krosenbrink
Robert Meulendijk
Igor Bobylev
Ewa Wagner
Ruben Sanderse
Stanislava Stoeva
Wouter Huizinga
Maartje van Lent
CELLO
Michael Müller
Anton Istomin
Eveline Kraayenhof
Winnyfred Beldman
Mirjam Bosma
Crit Coenegracht
Sebastiaan van Eck
Anneke Janssen
Rebecca Smit
Arjen Uittenbogaard
CONTRABAS
Rien Wisse
Wilmar de Visser
Walter van Egeraat
Annika Hope
Jim Schultz
Sjeng Schupp
Stephan Wienjus
Ioannis Bampaloukas
Eduard Zlatkin
FLUIT
Barbara Deleu
Carla Meijers
Maike Grobbenhaar
HOBO
Aisling Casey
Yvonne Wolters
Frauke Elsen
11
KLARINET
Frank van den Brink
Esther Misbeek
Diede Brantjes
Sergio Hamerslag
FAGOT
Jos Lammerse
Freek Sluijs
Desirée van Vliet
HOORN
Petra Botma-Zijlstra
Annelies van Nuffelen
Toine Martens
Fréderick Franssen
Laurens Otto
Rebecca Grannetia
TROMPET
Hessel Buma
Jacco Groenendijk
Raymond Rook
Hans Verheij
TROMBONE
Jaume Gavilan Agullo
Victor Belmonte Albert
Brandt Attema
TUBA
Bernard Beniers
PAUKEN
Bas Voorter
SLAGWERK
Hans Zonderop
Mark Haeldermans
Vincent Cox
Esther Doornink
René Oussoren
HARP
Veronique Serpenti
CELESTA
Stephan Kiefer
Verjaardagsweekend
12
Ton Koopman 70 jaar
SERIE MUZIKALE MEESTERWERKEN
vrijdag 14 februari 2014, 20.15 uur
inleiding Huib Ramaer 19.30 uur
Vredenburg Leidsche Rijn
Amsterdam Baroque Orchestra
zaterdag 15 februari 2014, 20.00 uur
Vredenburg Leeuwenbergh
o.l.v. Ton Koopman orgel
Ton Koopman, klavecimbel
Catherine Manson, viool
Tini Mathot orgel
Klaus Mertens bas
Verena Gropper sopraan
Ariel Hernandez tenor
J.S. Bach Orgelconcert BWV 1059R
(naar cantate BWV 35)
J.S. Bach Sinfonia uit cantate BWV 209
(‘Non sa che sia dolore’)
J.S. Bach ‘Schweigt stille, plaudert nicht’
Kaffeekantate BWV 211
C. Schaffrath Concert in a voor twee
orgels en orkest (Ton Koopman en Tini
Mathot, orgel)
J.C.F. Bach Sinfonia in Bes
Bach Sonate voor viool en clavecimbel
nr. 4 in c, BWV1017
• Chromatische Fantasie en Fuga in d,
BWV903 (solo clavecimbel)
• Sonate voor viool en clavecimbel nr 5
in f, BWV1018
• Chaconne BWV1004, voor viool
• Sonate voor viool en clavecimbel nr. 6
in c, BWV1019
Vijf werken tonen Bach de virtuoos, de
alleskunner en de architect die met enkel
een klavecimbel of een viool kathedralen
aan geluid weet op te trekken.
colofon
Concert i.h.k.v. verjaardagsweekend Ton Koopman.
PROGRAMMERING
RANDPROGRAMMERING AVROTROS RADIO4
REDACTIE PROGRAMMABOEK
Astrid in ’t Veld
Thea Derks en Victor Striker
Clemens Romijn
PRODUCTIE
EINDREDACTIE RADIO4 AVROTROS
EINDREDACTIE
Sandra Eil
Tim Moen
Onno Schoonderwoerd
PUBLICITEIT & PRODUCTIE JONG TALENT
CASTING DIRECTOR
VORMGEVING
Anne Marie van Doorn
Mauricio Fernández
Dorine Verharen
ADMINISTRATIE EN FINANCIËN
ARTISTIEK LEIDER
DRUK
Anneke de Vries
Kees Vlaardingerbroek
Van der Weij BV Hilversum
PRESENTATIE RADIO 4
PROGRAMMATOELICHTING
OMSLAGILLUSTRATIE
Mark Brouwers, Ab Nieuwdorp
en Maartje Stokkers
Leo Samama
Gustav Klimt, schets voor een
fries in Palais Stoclet, Brussel,
1908-10.