Programmaboekje

deSingel
do 20 mrt 2014
Blauwe Zaal Grote podia
National Philharmonic of
Russia
olv. Vladimir Spivakov
inleiding Francis Maes | 19.15 uur | Muziekstudio
begin 2
0 uur | pauze omstreeks 2
0.45 uur | einde omstreeks 21.55 uur
internationaal symfonisch
2013-2014
Mahler Chamber Orchestra
olv. Teodor Currentzis
za 7 sep 2013
Rotterdams Philharmonisch Orkest
olv. Yannick Nézet-Séguin
za 12 okt 2013
Budapest Festival Orchestra
Iván Fischer & orkest
za 18 jan 2014
Anima Eterna Brugge & Collegium Vocale Gent
olv. Jos van Immerseel
vr 21 feb 2014
ational Philharmonic of Russia
N
olv. Vladimir Spivakov
do 20 mrt 2014
Deutsche Kammerphilharmonie Bremen
olv. Ivor Bolton
vr 28 mrt 2014
teksten programmaboekje Francis Maes
coördinatie programmaboekje deSingel, Eveline Heylen
National Philharmonic of
Russia
olv. Vladimir Spivakov
Tae-Hyung Kim piano
Sergej Rachmaninov (1873-1943)
Pianoconcerto nr 3 in d, opus 30
Allegro ma non tanto
Intermezzo. Adagio - attaca subito
Finale. Alla breve
41’
pauze
Gelieve uw GSM uit te schakelen.
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be
Selecteer hiervoor voorstelling | concert | tentoonstelling van uw keuze.
REAGEER
& WIN
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, …
betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen.
Selecteer hiervoor voorstelling | concert | tentoonstelling van uw keuze.
Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets
te winnen.
Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER,
Kasteeldreef 6 | Schilde | +32 (0)3 384 29 70 | www.tklavervier.be
Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur
informatie en reserveren: +32 (0)3 237 71 00 | www.grandcafedesingel.be
drankjes | hapjes | snacks | uitgebreid tafelen
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)
Symfonie nr 5 in d, opus 47
Moderato
Allegretto (Scherzo)
Largo
Allegro non troppo
47’
Sergej Rachmaninov
Pianoconcerto nr 3 in d, opus 30
Sergej Rachmaninov componeerde zijn ‘Derde Pianoconcerto’ in de
zomer van 1909 in de idyllische omgeving van Ivanovka, het landgoed
van zijn vrouw. Hij droeg het op aan de pianist Josef Hofmann, die
het nochtans niet aandurfde om het publiek uit te voeren. Kort na de
voltooiing ondernam Rachmaninov zijn eerste tournee naar Amerika.
Tijdens de overtocht studeerde hij het concerto in op een stil klavier.
De première vond plaats op 28 november in het New Theater in New
York. Walter Damrosch dirigeerde het New York Symphony Orchestra.
Het concert werd hernomen op 30 november. De kritiek was matig
positief en noemde het concert goede muziek, maar niet groots of
gedenkwaardig.
Op 16 januari was een nieuwe uitvoering gepland in New York, maar
nu met de New York Philharmonic onder leiding van Gustav Mahler.
Rachmaninov verwachtte veel van de uitvoering en kreeg gelijk:
“In die tijd was Mahler de enige dirigent die ik waard vond om de
evenknie te zijn van Nikisch. Hij legde zich toe op het concerto totdat
de begeleiding, die aan de gecompliceerde kant is, gerepeteerd was
tot in de perfectie, terwijl hij toch al een andere lange repetitie achter
de rug had. Voor Mahler is elk detail van de partituur belangrijk – een
houding die veel te zeldzaam is onder dirigenten.”
Een andere observatie geeft een idee van de discipline die Mahler de
New York Philharmonic had bijgebracht:
“Hoewel de repetitie gepland was tot 12u30, speelden we en speelden
we tot ver na dit uur, en wanneer Mahler aankondigde dat het eerste deel
nogmaals gerepeteerd zou worden, verwachtte ik toch enig protest of
misbaar van de musici, maar ik merkte geen enkel teken van ergernis.
Het orkest speelde het eerste deel met een alerte en misschien zelfs
grotere toewijding dan de eerste keer.”
De eerste Russische uitvoering vond plaats op 4 april 1910 in Moskou
onderleiding van Jevgeni Plotnikov. De kritiek oordeelde dat het
concerto het beste in Rachmaninov vertegenwoordigde:
“oprechtheid, eenvoud, en helderheid in muzikale denken… Het bezit
een frisheid aan inspiratie die niet streeft naar de ontdekking van nieuwe
wegen” (Grigori Prokofjev).
Een geïnspireerd concerto dat structureel geen potten breekt,
was de teneur van de vroege receptie van het werk. Het ‘Derde
Pianoconcerto’ ontstond immers in een tijd waarin radicale
componisten de grenzen verlegden. De immense populariteit van
het werk kwam pas twintig jaar later op gang. Het concerto is in de
eerste plaats geliefd om zijn onvergetelijke melodieën, maar de echte
kwaliteit is te verklaren door de zorg voor elk detail in het samenspel
tussen piano en orkest. Rachmaninov wist goed dat de begeleiding
erg complex was. Precisie in het orkestspel is een voorwaarde voor
een succesvolle uitvoering.
De grote schoonheid van het concerto openbaart zich meteen in de
beroemde beginmelodie. Rachmaninov verklaarde dat hij de melodie
op de piano wilde doen zingen, zoals een zanger zou doen. Daarvoor
moest hij een orkestbegeleiding vinden die de zang niet zou verstoren.
De zingende toon van de eerste pianosolo is inderdaad uniek. Even
merkwaardig is de beslissing om een pianoconcerto te beginnen met
een understatement, een subtiele melodie zonder virtuoos vertoon.
Op die manier wordt de energie van de solopartij gedoseerd en gericht
naar de dynamische opbouw van de overrompelende finale.
Over de beginmelodie reageerde Rachmaninov tegen elke
interpretatie die er een verwijzing in hoorde naar het orthodoxe
kerkgezang: “het thema is niet ontleend aan een volkslied noch
aan kerkmuziek. Het schreef eenvoudig weg zichzelf. Als ik al
een plan had bij de compositie van dit thema, dacht ik enkel aan
klank.” Er zit wellicht een grond van waarheid in beide standpunten.
Een onbewuste inspiratie in het oude orthodoxe kerkgezang, die
Rachmaninov goed kende, is erg waarschijnlijk. Aan de andere kant
is de opmerking dat het thema zichzelf schreef niet onzinnig. De
melodie begint met een melodie in een beperkte tessituur. Naarmate
Rachmaninov de tessituur stapsgewijze uitbreidt, groeit het thema
verder. Deze werkwijze is een prachtig voorbeeld van de economie
van de middelen waartoe Rachmaninov in zijn beste muziek in staat is.
Sergej Rachmaninov
Dmitri Sjostakovitsj
Dmitri Sjostakovitsj
Symfonie nr 5 in d, opus 47
De ‘Vijfde Symfonie’ (1937) van Sjostakovitsj behoort tot de meest
gespeelde werken van de componist. Haar succes kan worden
toegeschreven aan twee factoren: aan de ene kant de relatieve
toegankelijkheid van de muziek, aan de andere de fascinatie voor de
vele raadsels die in de symfonie worden vermoed. Geschreven na de
eerste crisis in de loopbaan van Sjostakovitsj is de verleiding groot
om de ‘Vijfde Symfonie’ te horen als een commentaar op die crisis.
Sjostakovitsj kreeg in 1936 een strenge terechtwijzing van de top van
de communistische partij, die zich uitte in een anoniem editoriaal in
de Pravda dat gericht was tegen zijn opera ‘De Lady Macbeth van
Mtsensk’. Sjostakovitsj’ ‘Vierde Symfonie’ deelde in de klappen.
Zij kwam merkwaardig dichtbij een uitvoering, maar op de generale
repetitie volgde geen groen licht voor de première. Niemand durfde
nog de verantwoordelijkheid te nemen om muziek te laten uitvoeren
die als antisovjet en formalistisch gebrandmerkt was. De situatie
tekent de beklemmende atmosfeer van de jaren 1936-37, toen de
eerste vormen van repressie tegenover de muziekwereld voelbaar
werden.
Vergeleken met de ‘Vierde Symfonie’ vormt de ‘Vijfde Symfonie’
een stap terug. Beide symfonieën zijn opgevat als een creatieve
verwerking van het model van Mahler. In de Vierde vergroot
Sjostakovitsj alles uit wat Mahler had voorgedaan. In de ‘Vijfde
Symfonie’ keert hij terug naar de contouren van Mahler in zijn puur
instrumentale symfonieën.
dienstbaar te maken aan de sovjetideologie. Dat Sjostakovitsj het
zich kon veroorloven om het dictaat niet te volgen, toont aan dat de
controle van de partijorganen over de muziek nog niet absoluut was.
De aanval op ‘De Lady Macbeth van Mtsensk’ was ook nooit bedoeld
om Sjostakovitsj als componist te kraken. Het was een agressieve
vingerwijzing van wie de baas was, maar het succes van zijn ‘Vijfde
Symfonie’ was eveneens voorgeprogrammeerd.
De crisis die Sjostakovitsj onderging was het gevolg van een
machtsstrijd achter de schermen over de controle over het muzikale
domein. Om die crisis te begrijpen moeten we even teruggaan in de
tijd.
Tegenwoordig gaan er stemmen op om de koerswijziging van
Sjostakovitsj te begrijpen als een interne artistieke evolutie.
Ondanks alle uiterlijke indrukken bezitten beide symfonieën een
gemeenschappelijke kern. Toch is de overgang ondenkbaar zonder de
politieke beïnvloeding die de twee symfonieën van elkaar scheidde.
Met politieke beïnvloeding bedoelen we niet dat Sjostakovitsj een
dictaat kreeg om zich te houden aan een bepaald type van symfonie.
Beter gezegd, hij kreeg wel een dictaat, maar volgde het niet. Platon
Kerzjentsev, hoofd van het Comité voor Artistieke Zaken, had hem
opgedragen om zijn werk te inspireren op volksmuziek. Het was
immers de tijd waarin Stalin het oude nationalisme oprakelde om het
Op 28 januari verscheen een anoniem editoriaal in de Pravda onder
de titel ‘Chaos in de plaats van muziek’. De tekst maakt op een
ondubbelzinnige manier brandhout van de opera. De tekst staat ook
bol van verwijzingen naar kleinburgerlijk formalisme. Het dreigement
tegen “een spel dat slecht kan aflopen” was niet mis te verstaan.
Sjostakovitsj probeerde zich aanvankelijk niet al te druk te maken over
het artikel en werkte zijn concertprogramma in Archangelsk af. De
ernst van de situatie werd pas ten volle duidelijk toen er een tweede
artikel verscheen dat zijn werk aanviel. Op 6 februari moest zijn ballet
‘De heldere stroom’ het ontgelden in een artikel met de titel ‘Fouten in
het ballet’. Er was duidelijk meer aan de hand dan een slechte kritiek
Op 17 januari 1936 woonde Stalin met een entourage van Sovjetpolitici
de opvoering bij van De Stille Don van Ivan Dzerzjinski. In de laatste
pauze nodigde hij de componist en de dirigent, Samoeïl Samosoed uit
in zijn loge. Stalin en Molotov feliciteerden hen met hun bijdrage tot de
ontwikkeling van een politiek correcte Sovjetopera.
Op 26 januari trok Stalin met zijn medestanders naar de Bolsjojproductie van ‘De Lady Macbeth van Mtsensk’. Sjostakovitsj was
getipt door de directeur van het theater en was aanwezig. Beiden
rekenden op een vergelijkbare ontvangst. Toen er geen uitnodiging
kwam en het bericht de ronde deed dat Stalin voortijdig was
vertrokken, wist Sjostakovitsj niet meteen wat te denken. Hij vertrok
op concertreis naar Archangelsk.
van een individuele recensent.
Wat was er gebeurd? De campagne in de Pravda hing samen met een
politieke strategie die terugging tot 1932. De Communistische Partij
vaardigde toen de resolutie uit “Over de herstructurering van literairartistieke organisaties”. De Russische Associatie van Proletarische
Schrijvers werd opgedoekt. In de muziek onderging het RAPM
hetzelfde lot. In de plaats daarvan kwamen overkoepelde organisaties
die de activiteiten en professionele belangen in elke kunstdiscipline
samenbundelden.
Het domein van de muziek werd ondergebracht in de Bond van
Sovjetcomponisten. Eerst werden de afdelingen van Moskou en
Leningrad opgericht. De volgende zestien jaar zou de Bond zich
verspreiden naar de hele Sovjetunie. Componisten begroetten de
oprichting met enthousiasme.
De ware bedoeling achter de oprichting van de Componistenbond was
de totale centralisering van de macht in de handen van de Partijtop.
In 1932 was de Partij nog niet in staat om die centralisering af te
dwingen. Muziek was ook niet hun eerste bekommernis. De controle
over de literatuur was veel belangrijk. Literatuur bepaalt immers de
ideeën die een samenleving sturen. In 1934 had Sjostakovitsj nog
alle reden om te denken dat zijn opera de doelstellingen van de Sovjet
cultuurpolitiek diende.
Wat hij niet had ingeschat was de verburgerlijking die Stalin in zijn
nieuwe cultuurpolitiek doorvoerde. Als denkmantel voor de eindeloze
wreedheden die hij in de jaren van terreur beging, stimuleerde hij
een kunst die de traditionele waarden, inclusief de familiale, zou
huldigen. De nieuwe cultuurpolitiek van Stalin maakte ook komaf met
de revolutionaire kunst die in de jaren twintig had gebloeid. Voor Stalin
was dergelijke kunst overbodig geworden sinds de uitbouw van de
ideale socialistische staat. Onder zijn bewind plaatste de Sovjetunie
zich definitief buiten de geschiedenis. De kunst die de overwinning op
de geschiedenis moest symboliseren, kon enkel klassiek en tijdloos
zijn. Die kunst moest ook nationaal zijn, volgens de slogan “nationaal
in vorm, socialistisch in inhoud”. Het internationale modernisme had
geen bestaansrecht meer. Individueel genie was ook niet langer van
tel. Wie teveel aandacht trok met individuele successen moest vroeg
of laat van zijn piëdestal vallen.
De campagne had nochtans niet tot doel om Sjostakovitsj als
componist te fnuiken. Hij kreeg spoedig de kans om zich met zijn
‘Vijfde Symfonie’ te rehabiliteren. Belangrijker was de machtstrijd
die achter de schermen aan de gang was. De aanstoker van de
campagne was Platon Kerzjentsev. Hij was het hoofd van het Comité
voor Artistieke Zaken en nadrukkelijk belast met de taak om de
weerspannige Componistenbond in het gareel te krijgen.
De ‘Vijfde Symfonie’ bezit alle uiterlijke kenmerken die de nieuwe
cultuurpolitiek verlangde. Met zijn verwijzing naar een klassiek
model (Mahler en Tsjajkovski) volgt de symfonie het paradigma van
de tijdloze kunst. In de pers verschenen ronkende verklaringen over
hoe vooruitziend de Partij had gehandeld om het ware talent van
de componist te stimuleren. Sjostakovitsj plaatste zich onder de
bescherming van de officiële critici en herhaalde hun standpunten:
“heel juist waren de woorden van Alexej Tolstoj, dat het thema van
mijn symfonie de vorming van een persoonlijkheid is. In de kern van de
conceptie van het werk beoogde ik juist dat: een mens in al zijn lijden.
De finale van de symfonie lost de gespannen en tragische momenten
van de voorgaande delen vreugdevol en optimistisch op.”
Sjostakovitsj verklaarde de symfonie als een creatief antwoord op de
uitdagingen die het artikel in de Pravda hem had opgelegd: “Als ik er
echt in ben geslaagd in muzikale beelden alles te belichamen wat ik
heb gedacht en gevoeld sedert de kritische artikelen in Pravda, als de
veeleisende luisteraar in mijn muziek een ommekeer merkt naar een
grotere klaarheid en eenvoud, kan ik tevreden zijn.”
Het overrompelende succes van de eerste uitvoering op 21 november
1937 in Leningrad onder leiding van Jevgeni Mravinski was nochtans
niet enkel te wijten aan de helderheid van de structuur. Velen
hoorden de symfonie als een woordeloze uitlaatklep voor hun leed
in de donkerste dagen van Stalins terreur. De vraag over de precieze
betekenis van de finale houdt alle commentatoren sindsdien bezig. De
ultieme climax op de bevestiging van de hoofdtoonaard is buitenissig
en overdreven. Was dit een vingerwijzing van Sjostakovitsj naar de
werkelijkheid achter het optimisme dat de symfonie moest uitdragen?
Schreef Sjostakovitsj opzettelijk een bladzijde holle retoriek en
bombast om iets duidelijk te maken, of moet de finale worden
begrepen als een echte triomf? De uitlatingen waarin Sjostakovitsj
zich voor de eerste optie uitspreekt zijn van latere datum en komen
uit een twijfelachtige bron ('Testimony' van Solomon Volkov). De
componist liet ons geen getuigenis na over hoe hij werkelijk dacht in
de tijd waarin hij de ‘Vijfde Symfonie’ schreef. Vandaag hoort niemand
meer de finale als een triomf. De geschiedenis heeft de ‘Vijfde
Symfonie’ definitief getekend als een muzikale getuigenis over de
jaren van terreur.
National Philharmonic of Russia
De National Philharmonic of Russia (NPR) werd in januari 2003 opgericht door
het Ministerie van Cultuur in opdracht van president Vladimir Poetin. Het orkest
verenigt zowel topmusici als getalenteerde jeugd en staat onder leiding van
de wereldberoemde violist en dirigent Vladimir Spivakov. Tijdens haar jonge
bestaan is de NPR er in geslaagd een van de beste symfonieorkesten van
Rusland te worden en zo bewondering van het publiek evenals erkenning van
professionals te oogsten. Prominente dirigenten werkten reeds samen en
treden regelmatig op met de NPR. Samen met Vladimir Spivakov bereidt het
orkest nieuwe programma’s voor en geeft het concerten met wereldberoemde
maestro’s waaronder James Conlon, Alexander Lazarev, Krzysztof Penderecki,
Gennady Rozhdestvensky, Jukka-Pekka Saraste, John Nelson, Hans Graf, George
Cleve, Okko Kamu, Michel Plasson, Eri Klas, Saulus Sondeckis. Een van de
belangrijkste objectieven daarbij is de voortzetting van de erfenis en tradities van
drie grote Russische dirigenten: Evgeny Mravinsky, Kirill Kondrashin en Evgeny
Svetlanov. Gedurende de afgelopen jaren heeft de NPR werken uitgevoerd ism.
vooraanstaande musici zoals de operasterren Jessye Norman, Kiri Te Kanawa,
Renee Fleming, Angela Gheorghiu, Placido Domingo, Jose Carreras, Dmitry
Hvorostovski, Maria Ghuleghina, Juan Diego Florez, Ferruccio Furlanetto,
Marcelo Alvarez, Ramon Vargas, violisten Gidon Kremer, Gil Shaham, Hilary
Hahn, Laurent Korcia, Mayuko Kamio, cellisten Natalia Gutman, Xavier Phillios,
Tatiana Vasilieva, pianisten Arkady Volodos, Barry Douglas, Valery Afanasiev,
Mikhail Rudy. Daarnaast spelen John Lill, Denis Matsuev, Alexander Ghindin
en Olga Kern op regelmatige basis mee. Het repertoire van de NPR bestrijkt
de periode vanaf de vroege klassieke symfonieën tot de nieuwste werken
van hedendaagse componisten. Enkele bijzondere projecten waren daar de
voorbije jaren getuige van: ‘Jeanne d’ Arc au bûcher’ van Honegger met Fanny
Ardant, ‘Persephone’ van Stravinsky met Sati Spivakova, allebei in een regie
van Kirill Serebrenikov, ‘Seven Deadly Sins’ van Weill met Ute Lemper en een
avondvullend balletprogramma ‘Symphonic Dances of the 20th Century’ met
sterdansers Uliana Lopatkina, Igor Zelensky, Nikolay Tziskaridze, Svetlana
Lunkina en Andrian Fadeev. De NPR verzorgde in Moskou en Tokio premières
van H. Shore’s symfonie ‘Lord of the Rings’ en presenteerde de ‘Vijfde Symfonie’
van A. Rybnikov’s en de ‘Newspaper Overture’ van V. Martynov. In het kader van
het festival Edison Denissov Space bracht het een programma met werken van
Boulez, Xenakis, Dutilleux en Denissov. Het orkest was bovendien het eerste om
in Moskou de ‘Mass of Life’ van Frederick Delius te brengen, evenals de ‘Tweede
Symfonie’ van Kurt Weill, ‘Ameriques’ van Edgar Varèse, de ‘Vierde Symfonie”
van Franz Schmidt, de suite uit ‘La Tragedie de Salome’ van Florent Schmitt en
werk van Ernest Chausson, Boris Tishchenko, Martijn Padding, Rabin de Raaff
alsook een symfonische versie van Wagners tetralogie ‘Der Ring ohne Worte’
samengesteld door Lorin Maazel. Met de NPR Subscription Series heeft het
orkest een grote omvang repertoirestukken van Mahler, Strauss, Liszt, SaintSaëns, Beethoven, Brahms, Schubert en Scandinavische componisten vertolkt.
Een serie ‘Great Cantates and Oratorio’ bracht het ‘Requiem’ van Mozart, de
‘Coronation Mass’ en ‘Great Mass’, het ‘Stabat Mater’ van Rossini, ‘Ein deutches
Requiem’ van Brahms, het ‘Requiem’ van Fauré, Poulencs ‘Stabat Mater’ en
Brittens ‘War Requiem’ ten gehore. In ‘Russian Seasons by Sergei Diaghilev’
werden verschillende symfonische suites gepresenteerd, gecomponeerd voor de
beroemde balletproducties van Diaghilev. Het orkest heeft een aantal opnames
gerealiseerd van oa. werken van Tsjaikovski en Rachmaninov (Sony Music). Ook
National Philharmonic of Russia
zette het orkest ‘Yellow Stars’ van Isaak Schwartz op plaat en kwam er een cd uit
met Nikolay Tokarev als solist.
www.nfor.ru
deSingel tijdlijn
do 20 mrt 2014 (debuutconcert)
National Philharmonic of Russia olv. Vladimir Spivakov
Rachmaninov, Sjostakovitsj
National Philharmonic of Russia
muzikale leiding
Vladimir Spivakov
eerste viool
Yeremey Tsukermann
Timur Pirverdiev
Elena Resnitchenko
Vladimir Lukyanov
Tatyana Yurieva
Victoria Blazhina
Tatyana Shanina
Marianna Orloff
Irina Pavlikhina
Alexander Plyakov
Tatyana Serebrova
Artur Adamyan
Anna Koryatskaya
Sergey Belosertsev
Darya Kuchenova
Natalia Geisler
Yulia Kalinkina
tweede viool
Ludmila Murina
Yvgeny Subbotin
Alexey Morilov
Yulia Solodakhina
Marina Slutskaya
Olga Kiseleva
Vladimir Lundin
Irina Tsirulnikova
Anna Gurevitch
Irina Garevskih
DmitriAkinfin
Elena Slobina
Svetlana Yaslovetskaya
Svetlana Ovsyannikova
Anna Kobsareva
altviool
Svetlana Steptchenko
Nikolay Kondrashin
Emil Salaridse
Natalia Hutornaya
Olga Krylova
Alexandra Hanafina
Anna Larionova
Dmitri Potemkin
Kirill Belotsvetov
Shamil Saidov
Andrey Yarovoy
Natalia Semyonova
cello
Yuri Loyevsky
Nikolay Solonovitch
Yevgeny Ivanov
Nikolay Silvestrov
Mikhail Mostakov
Tatyan Kalmykova
Olga Mozhar
Vladislav Provotar
Oleg Smirenkov
Maria Smirnova
Alexander Dulov
contrabas
Nikolay Gorbunov
Vasiliy Zatsepin
Vyatcheslav Mikhaylov
Sergey Karatchun
Alexey Grafskiy
Mikhail Iosilevitch
Anna Bestchastnova
Alexey Sinev
fluit
Sergey Bubnov
Svetlana Mitryaykina
Victor Hotulev
Vladimir Shamidanov
trombone
Alexander Gorbunov
Valeriy Golikov
Igor bakanov
Sergey Klimenko
hobo
Alexander Arhangelskiy
Maxim Orehov
Anastasia Kosarskaya
Vladimir Gavrilov
tuba
Alexey Kotov
klarinet
Andrey Mikhaylovskiy
Boris Puryzhinskiy
Igor Eremin
fagot
Stanoslav Katenin
Alexander Velitchko
Nikita Kim
trompet
Kirill Soldatov
Alexander Baharev
Ivan Maloshtanov
Alexey Parshenkov
hoorn
Stanislav Davydov
Leonid Vosnesenskiy
Andrey Romanov
Alexander Andrusik
Alexey Shanin
Dmitri Grandov
slagwerk
Valeriy Polivanov
Sergey Vasilyev
Yuriy Gridasov
Dmitriy Barkov
Andrey Lysenko
harp
Ilona Nokelaynen
piano
Zoya Abolits
Vladimir Spivakov
Vladimir Spivakov, alom bekend bij orkest en publiek, is niet alleen één van
de grootste violisten van onze tijd, maar ook een veelzijdig en gerespecteerd
dirigent. Hij is artistiek leider en chef-dirigent van de NPR en sinds 2003 voorzitter
van het Moskouse Performing Arts Centre. Van 1999 tot 2002 was Spivakov
chef-dirigent van het Russisch Nationaal Orkest. Daarnaast verscheen hij in
de belangrijkste concertzalen ter wereld en werkte hij samen met Europese en
Amerikaanse orkesten waaronder de symfonieorkesten van Londen, Chicago,
Philadelphia, Cleveland en Boedapest, het La Scala Symphony Orchestra,
het Frans Radio Orkest, … evenals alle toonaangevende Russische orkesten.
Spivakov maakte zijn debuut in de Verenigde Staten in 1975 en rekende daarna
op een snelle, internationale erkenning. Als soloviolist werkte hij met belangrijke
orkesten waaronder die van Moskou, Leningrad, Berlijn, Wenen, Londen,
New York, Parijs, Chicago, Philadelphia, Pittsburgh en Cleveland. Hij heeft ook
samengewerkt met de meest vooraanstaande dirigenten van de voorbije eeuw
zoals Svetlanov, Kondrashin, Temirkanov, Rostropovich, Bernstein, Leinsdorf,
Ozawa, Maazel, Giulini, Masur, Chailly, Conlon en Abbado. In 1979 richtte
Vladimir Spivakov met enkele vrienden en collega’s het kamerorkest Moscow
Virtuosi op waarvan hij nog steeds directeur, dirigent en solist is. Spivakov
studeerde orkestdirectie bij Izrail Gusman en Leonard Bernstein. Daarnaast
stichtte hij het International Colmar Music Festival in Frankrijk in 1989 waarvan
hij eveneens tot op vandaag directeur is. Spivakov is ook voorzitter van het
Sarasate Violin Contest in Spanje. In 2002 werd hij voorzitter van de jury van de
Tchaikovsky International Violin Competition in Moskou. Spivakov werd vanaf
1989 bekroond met diverse eretitels in Rusland, Frankrijk, Oekraïne en Armenië.
In 2006 werd hij aangewezen als de UNESCO Artist for Peace voor zijn grote
bijdragen aan de wereld van de kunst en zijn inzet gericht op vrede en dialoog
tussen culturen. In de Verenigde Staten ontving Spivakov de Liberty-prijs, in 2009
werd hij gedecoreerd in zijn vaderland en ontving hij een Mozart Gold Medal.
Enkele prominente componisten hebben hun stukken bovendien aan Spivakov
opgedragen: Arvo Pärt ‘Spiegel im Spiegel’, Alfred Schnittke ‘Vijf fragmenten
op schilderijen van Jeroen Bosch’, Isaak Schvarts ‘Concerto voor orkest Yellow
Stars’, Vyacheslav Artyomov ‘Gentle Emanation’. Geboren in Oufa, studeerde
Spivakov viool bij Yuri Yankelevich en David Oistrakh. Op jonge leeftijd won hij
reeds de Marguerite Long-Jacques Thibaud Competition in Parijs (1965), de
Paganini Competition in Genève (1967), de Montreal International Competition
(1969) en de Tchaikovsky Competition in Moscow (1970). Spivakov heeft talrijke
opnames op zijn palmares staan, zowel als solist als dirigent. Ze geven een mooi
beeld van diverse muzikale stijlen uit diverse periodes van de Europese barok
tot componisten uit de 20ste eeuw zoals Prokofiev, Shostakovich, Penderecki,
Schnittke, Pärt, Kancheli, Shchedrin en Gubaidulina. Tot 1997 speelde Spivakov
op een viool van Francesco Gobetti, een geschenk van professor Yankelevich.
Sinds dan speelt hij op een Stradivarius die hem uitgeleend werd voor het leven.
www.vladimirspivakov.com
deSingel tijdlijn
do 20 mrt 2014 (debuutconcert)
National Philharmonic of Russia olv. Vladimir Spivakov
Rachmaninov, Sjostakovitsj
Vladimir Spivakov © Christian Steiner
Tae-Hyung Kim
De Koreaanse pianist Tae-Hyung Kim maakte zijn internationale debuut in
oktober 2004 toen hij de eerste prijs voor de beste interpretatie won tijdens
de International Piano Competition in de stad Porto. In datzelfde jaar ontving
hij een tweede prijs tijdens de pianowedstrijd van Jeunesses Musicales en
werd hij bekroond tijdens diverse andere prestigieuze wedstrijden zoals de
Hamamatsu International Piano Competition in 2006 en de Long-Thibaud
International Competition in 2007. In maart 2013 won hij de eerste prijs en
de publieksprijs van de Hastings International Piano Concerto Competition
in Groot-Brittannië. In 2010 behaalde Tae-Hyung Kim de vijfde plaats in de
Koningin Elisabethwedstrijd. Sindsdien breidde hij zijn activiteiten uit door op
te treden met toonaangevende orkesten als het KBS Symphony Orchestra,
het Korean Symphony Orchestra, het Korean Chamber Orchestra en het
Bucheon Philharmonisch Orkest alsook het Tokyo Symphony Orchestra, Kioi
Sinfonietta Tokyo, het Nationaal Orkest van België, het Orchestre National
de France, het Orchestre Royal de Chambre de Wallonie, het Belgrade
Philharmonic Orchestra, … Hij leverde daarnaast uitzonderlijke prestaties
tijdens het Seoul Lente Festival, het Bergen International Music Festival,
Yokohama International Piano Concert, Hamamatsu Piano Academie,
Ishikawa Music Festival, Florence International Music Festival en Euro Music
Festival in Leipzig. Hij speelde in beroemde concertzalen waaronder Salle
Pleyel, Salle Gaveau, Salle Cortot in Parijs, Gewandhaus in Leipzig, Paleis
voor Schone Kunsten in Brussel, Handelsbeurs in Gent, het Concertgebouw
in Brugge, ... Tae-Hyung Kim studeerde summa cum laude af aan Yewon
School, Seoul Arts High School en studeerde bij professor Choong-Mo Kang
aan de Korean National University of Arts. Na zijn afstuderen volgde hij in
Duitsland masterclasses en vervolmaakte hij zich onder leiding van Elisso
Wirssaladze en verdiepte hij zich in het lied bij Helmut Deutsch in München
aan de Hochschule für Musik und Theater. Hij studeert nu nog verder aan het
Conservatorium van Moskou.
deSingel tijdlijn
do 20 mrt 2014
National Philharmonic of Russia olv. Vladimir Spivakov
Rachmaninov, Sjostakovitsj
ma 31 mei 2010
Tea-Hyung Kim
Beethoven, Schumann
(last minute vervanging annulering Elisso Wirssaladze)
Tae-Hyung Kim © Rami
binnenkort in deSingel
Artis Quartett Wien
Peter Schuhmayer, Johannes Meissl viool
Herbert Kefer altviool Othmar Müller cello
W A Mozart Strijkkwartet nr 21 in D, KV575, ‘Viooltje’
E Wellesz Strijkkwartet nr 3 in d, opus 25
J Brahms Strijkkwartet nr 2 in a, opus 51 nr 2
za 5 apr 2014 | 20 uur | Blauwe zaal
gratis inleiding Waldo Geuns | 19.15 uur | Blauwe foyer
€22, €18 (basis) | €18, €14 (-25/65+) | €8 (-19 jaar)
architectuur
theater
dans
muziek
www.desingel.be
t +32 (0)3 248 28 28
Desguinlei 25
B-2018 Antwerpen
f deSingelArtCity
deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie en de Stad Antwerpen.
mediasponsors