deSingel do 20 mrt 2014 Blauwe Zaal Grote podia National Philharmonic of Russia olv. Vladimir Spivakov inleiding Francis Maes | 19.15 uur | Muziekstudio begin 2 0 uur | pauze omstreeks 2 0.45 uur | einde omstreeks 21.55 uur internationaal symfonisch 2013-2014 Mahler Chamber Orchestra olv. Teodor Currentzis za 7 sep 2013 Rotterdams Philharmonisch Orkest olv. Yannick Nézet-Séguin za 12 okt 2013 Budapest Festival Orchestra Iván Fischer & orkest za 18 jan 2014 Anima Eterna Brugge & Collegium Vocale Gent olv. Jos van Immerseel vr 21 feb 2014 ational Philharmonic of Russia N olv. Vladimir Spivakov do 20 mrt 2014 Deutsche Kammerphilharmonie Bremen olv. Ivor Bolton vr 28 mrt 2014 teksten programmaboekje Francis Maes coördinatie programmaboekje deSingel, Eveline Heylen National Philharmonic of Russia olv. Vladimir Spivakov Tae-Hyung Kim piano Sergej Rachmaninov (1873-1943) Pianoconcerto nr 3 in d, opus 30 Allegro ma non tanto Intermezzo. Adagio - attaca subito Finale. Alla breve 41’ pauze Gelieve uw GSM uit te schakelen. De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling | concert | tentoonstelling van uw keuze. REAGEER & WIN Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling | concert | tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6 | Schilde | +32 (0)3 384 29 70 | www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren: +32 (0)3 237 71 00 | www.grandcafedesingel.be drankjes | hapjes | snacks | uitgebreid tafelen Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Symfonie nr 5 in d, opus 47 Moderato Allegretto (Scherzo) Largo Allegro non troppo 47’ Sergej Rachmaninov Pianoconcerto nr 3 in d, opus 30 Sergej Rachmaninov componeerde zijn ‘Derde Pianoconcerto’ in de zomer van 1909 in de idyllische omgeving van Ivanovka, het landgoed van zijn vrouw. Hij droeg het op aan de pianist Josef Hofmann, die het nochtans niet aandurfde om het publiek uit te voeren. Kort na de voltooiing ondernam Rachmaninov zijn eerste tournee naar Amerika. Tijdens de overtocht studeerde hij het concerto in op een stil klavier. De première vond plaats op 28 november in het New Theater in New York. Walter Damrosch dirigeerde het New York Symphony Orchestra. Het concert werd hernomen op 30 november. De kritiek was matig positief en noemde het concert goede muziek, maar niet groots of gedenkwaardig. Op 16 januari was een nieuwe uitvoering gepland in New York, maar nu met de New York Philharmonic onder leiding van Gustav Mahler. Rachmaninov verwachtte veel van de uitvoering en kreeg gelijk: “In die tijd was Mahler de enige dirigent die ik waard vond om de evenknie te zijn van Nikisch. Hij legde zich toe op het concerto totdat de begeleiding, die aan de gecompliceerde kant is, gerepeteerd was tot in de perfectie, terwijl hij toch al een andere lange repetitie achter de rug had. Voor Mahler is elk detail van de partituur belangrijk – een houding die veel te zeldzaam is onder dirigenten.” Een andere observatie geeft een idee van de discipline die Mahler de New York Philharmonic had bijgebracht: “Hoewel de repetitie gepland was tot 12u30, speelden we en speelden we tot ver na dit uur, en wanneer Mahler aankondigde dat het eerste deel nogmaals gerepeteerd zou worden, verwachtte ik toch enig protest of misbaar van de musici, maar ik merkte geen enkel teken van ergernis. Het orkest speelde het eerste deel met een alerte en misschien zelfs grotere toewijding dan de eerste keer.” De eerste Russische uitvoering vond plaats op 4 april 1910 in Moskou onderleiding van Jevgeni Plotnikov. De kritiek oordeelde dat het concerto het beste in Rachmaninov vertegenwoordigde: “oprechtheid, eenvoud, en helderheid in muzikale denken… Het bezit een frisheid aan inspiratie die niet streeft naar de ontdekking van nieuwe wegen” (Grigori Prokofjev). Een geïnspireerd concerto dat structureel geen potten breekt, was de teneur van de vroege receptie van het werk. Het ‘Derde Pianoconcerto’ ontstond immers in een tijd waarin radicale componisten de grenzen verlegden. De immense populariteit van het werk kwam pas twintig jaar later op gang. Het concerto is in de eerste plaats geliefd om zijn onvergetelijke melodieën, maar de echte kwaliteit is te verklaren door de zorg voor elk detail in het samenspel tussen piano en orkest. Rachmaninov wist goed dat de begeleiding erg complex was. Precisie in het orkestspel is een voorwaarde voor een succesvolle uitvoering. De grote schoonheid van het concerto openbaart zich meteen in de beroemde beginmelodie. Rachmaninov verklaarde dat hij de melodie op de piano wilde doen zingen, zoals een zanger zou doen. Daarvoor moest hij een orkestbegeleiding vinden die de zang niet zou verstoren. De zingende toon van de eerste pianosolo is inderdaad uniek. Even merkwaardig is de beslissing om een pianoconcerto te beginnen met een understatement, een subtiele melodie zonder virtuoos vertoon. Op die manier wordt de energie van de solopartij gedoseerd en gericht naar de dynamische opbouw van de overrompelende finale. Over de beginmelodie reageerde Rachmaninov tegen elke interpretatie die er een verwijzing in hoorde naar het orthodoxe kerkgezang: “het thema is niet ontleend aan een volkslied noch aan kerkmuziek. Het schreef eenvoudig weg zichzelf. Als ik al een plan had bij de compositie van dit thema, dacht ik enkel aan klank.” Er zit wellicht een grond van waarheid in beide standpunten. Een onbewuste inspiratie in het oude orthodoxe kerkgezang, die Rachmaninov goed kende, is erg waarschijnlijk. Aan de andere kant is de opmerking dat het thema zichzelf schreef niet onzinnig. De melodie begint met een melodie in een beperkte tessituur. Naarmate Rachmaninov de tessituur stapsgewijze uitbreidt, groeit het thema verder. Deze werkwijze is een prachtig voorbeeld van de economie van de middelen waartoe Rachmaninov in zijn beste muziek in staat is. Sergej Rachmaninov Dmitri Sjostakovitsj Dmitri Sjostakovitsj Symfonie nr 5 in d, opus 47 De ‘Vijfde Symfonie’ (1937) van Sjostakovitsj behoort tot de meest gespeelde werken van de componist. Haar succes kan worden toegeschreven aan twee factoren: aan de ene kant de relatieve toegankelijkheid van de muziek, aan de andere de fascinatie voor de vele raadsels die in de symfonie worden vermoed. Geschreven na de eerste crisis in de loopbaan van Sjostakovitsj is de verleiding groot om de ‘Vijfde Symfonie’ te horen als een commentaar op die crisis. Sjostakovitsj kreeg in 1936 een strenge terechtwijzing van de top van de communistische partij, die zich uitte in een anoniem editoriaal in de Pravda dat gericht was tegen zijn opera ‘De Lady Macbeth van Mtsensk’. Sjostakovitsj’ ‘Vierde Symfonie’ deelde in de klappen. Zij kwam merkwaardig dichtbij een uitvoering, maar op de generale repetitie volgde geen groen licht voor de première. Niemand durfde nog de verantwoordelijkheid te nemen om muziek te laten uitvoeren die als antisovjet en formalistisch gebrandmerkt was. De situatie tekent de beklemmende atmosfeer van de jaren 1936-37, toen de eerste vormen van repressie tegenover de muziekwereld voelbaar werden. Vergeleken met de ‘Vierde Symfonie’ vormt de ‘Vijfde Symfonie’ een stap terug. Beide symfonieën zijn opgevat als een creatieve verwerking van het model van Mahler. In de Vierde vergroot Sjostakovitsj alles uit wat Mahler had voorgedaan. In de ‘Vijfde Symfonie’ keert hij terug naar de contouren van Mahler in zijn puur instrumentale symfonieën. dienstbaar te maken aan de sovjetideologie. Dat Sjostakovitsj het zich kon veroorloven om het dictaat niet te volgen, toont aan dat de controle van de partijorganen over de muziek nog niet absoluut was. De aanval op ‘De Lady Macbeth van Mtsensk’ was ook nooit bedoeld om Sjostakovitsj als componist te kraken. Het was een agressieve vingerwijzing van wie de baas was, maar het succes van zijn ‘Vijfde Symfonie’ was eveneens voorgeprogrammeerd. De crisis die Sjostakovitsj onderging was het gevolg van een machtsstrijd achter de schermen over de controle over het muzikale domein. Om die crisis te begrijpen moeten we even teruggaan in de tijd. Tegenwoordig gaan er stemmen op om de koerswijziging van Sjostakovitsj te begrijpen als een interne artistieke evolutie. Ondanks alle uiterlijke indrukken bezitten beide symfonieën een gemeenschappelijke kern. Toch is de overgang ondenkbaar zonder de politieke beïnvloeding die de twee symfonieën van elkaar scheidde. Met politieke beïnvloeding bedoelen we niet dat Sjostakovitsj een dictaat kreeg om zich te houden aan een bepaald type van symfonie. Beter gezegd, hij kreeg wel een dictaat, maar volgde het niet. Platon Kerzjentsev, hoofd van het Comité voor Artistieke Zaken, had hem opgedragen om zijn werk te inspireren op volksmuziek. Het was immers de tijd waarin Stalin het oude nationalisme oprakelde om het Op 28 januari verscheen een anoniem editoriaal in de Pravda onder de titel ‘Chaos in de plaats van muziek’. De tekst maakt op een ondubbelzinnige manier brandhout van de opera. De tekst staat ook bol van verwijzingen naar kleinburgerlijk formalisme. Het dreigement tegen “een spel dat slecht kan aflopen” was niet mis te verstaan. Sjostakovitsj probeerde zich aanvankelijk niet al te druk te maken over het artikel en werkte zijn concertprogramma in Archangelsk af. De ernst van de situatie werd pas ten volle duidelijk toen er een tweede artikel verscheen dat zijn werk aanviel. Op 6 februari moest zijn ballet ‘De heldere stroom’ het ontgelden in een artikel met de titel ‘Fouten in het ballet’. Er was duidelijk meer aan de hand dan een slechte kritiek Op 17 januari 1936 woonde Stalin met een entourage van Sovjetpolitici de opvoering bij van De Stille Don van Ivan Dzerzjinski. In de laatste pauze nodigde hij de componist en de dirigent, Samoeïl Samosoed uit in zijn loge. Stalin en Molotov feliciteerden hen met hun bijdrage tot de ontwikkeling van een politiek correcte Sovjetopera. Op 26 januari trok Stalin met zijn medestanders naar de Bolsjojproductie van ‘De Lady Macbeth van Mtsensk’. Sjostakovitsj was getipt door de directeur van het theater en was aanwezig. Beiden rekenden op een vergelijkbare ontvangst. Toen er geen uitnodiging kwam en het bericht de ronde deed dat Stalin voortijdig was vertrokken, wist Sjostakovitsj niet meteen wat te denken. Hij vertrok op concertreis naar Archangelsk. van een individuele recensent. Wat was er gebeurd? De campagne in de Pravda hing samen met een politieke strategie die terugging tot 1932. De Communistische Partij vaardigde toen de resolutie uit “Over de herstructurering van literairartistieke organisaties”. De Russische Associatie van Proletarische Schrijvers werd opgedoekt. In de muziek onderging het RAPM hetzelfde lot. In de plaats daarvan kwamen overkoepelde organisaties die de activiteiten en professionele belangen in elke kunstdiscipline samenbundelden. Het domein van de muziek werd ondergebracht in de Bond van Sovjetcomponisten. Eerst werden de afdelingen van Moskou en Leningrad opgericht. De volgende zestien jaar zou de Bond zich verspreiden naar de hele Sovjetunie. Componisten begroetten de oprichting met enthousiasme. De ware bedoeling achter de oprichting van de Componistenbond was de totale centralisering van de macht in de handen van de Partijtop. In 1932 was de Partij nog niet in staat om die centralisering af te dwingen. Muziek was ook niet hun eerste bekommernis. De controle over de literatuur was veel belangrijk. Literatuur bepaalt immers de ideeën die een samenleving sturen. In 1934 had Sjostakovitsj nog alle reden om te denken dat zijn opera de doelstellingen van de Sovjet cultuurpolitiek diende. Wat hij niet had ingeschat was de verburgerlijking die Stalin in zijn nieuwe cultuurpolitiek doorvoerde. Als denkmantel voor de eindeloze wreedheden die hij in de jaren van terreur beging, stimuleerde hij een kunst die de traditionele waarden, inclusief de familiale, zou huldigen. De nieuwe cultuurpolitiek van Stalin maakte ook komaf met de revolutionaire kunst die in de jaren twintig had gebloeid. Voor Stalin was dergelijke kunst overbodig geworden sinds de uitbouw van de ideale socialistische staat. Onder zijn bewind plaatste de Sovjetunie zich definitief buiten de geschiedenis. De kunst die de overwinning op de geschiedenis moest symboliseren, kon enkel klassiek en tijdloos zijn. Die kunst moest ook nationaal zijn, volgens de slogan “nationaal in vorm, socialistisch in inhoud”. Het internationale modernisme had geen bestaansrecht meer. Individueel genie was ook niet langer van tel. Wie teveel aandacht trok met individuele successen moest vroeg of laat van zijn piëdestal vallen. De campagne had nochtans niet tot doel om Sjostakovitsj als componist te fnuiken. Hij kreeg spoedig de kans om zich met zijn ‘Vijfde Symfonie’ te rehabiliteren. Belangrijker was de machtstrijd die achter de schermen aan de gang was. De aanstoker van de campagne was Platon Kerzjentsev. Hij was het hoofd van het Comité voor Artistieke Zaken en nadrukkelijk belast met de taak om de weerspannige Componistenbond in het gareel te krijgen. De ‘Vijfde Symfonie’ bezit alle uiterlijke kenmerken die de nieuwe cultuurpolitiek verlangde. Met zijn verwijzing naar een klassiek model (Mahler en Tsjajkovski) volgt de symfonie het paradigma van de tijdloze kunst. In de pers verschenen ronkende verklaringen over hoe vooruitziend de Partij had gehandeld om het ware talent van de componist te stimuleren. Sjostakovitsj plaatste zich onder de bescherming van de officiële critici en herhaalde hun standpunten: “heel juist waren de woorden van Alexej Tolstoj, dat het thema van mijn symfonie de vorming van een persoonlijkheid is. In de kern van de conceptie van het werk beoogde ik juist dat: een mens in al zijn lijden. De finale van de symfonie lost de gespannen en tragische momenten van de voorgaande delen vreugdevol en optimistisch op.” Sjostakovitsj verklaarde de symfonie als een creatief antwoord op de uitdagingen die het artikel in de Pravda hem had opgelegd: “Als ik er echt in ben geslaagd in muzikale beelden alles te belichamen wat ik heb gedacht en gevoeld sedert de kritische artikelen in Pravda, als de veeleisende luisteraar in mijn muziek een ommekeer merkt naar een grotere klaarheid en eenvoud, kan ik tevreden zijn.” Het overrompelende succes van de eerste uitvoering op 21 november 1937 in Leningrad onder leiding van Jevgeni Mravinski was nochtans niet enkel te wijten aan de helderheid van de structuur. Velen hoorden de symfonie als een woordeloze uitlaatklep voor hun leed in de donkerste dagen van Stalins terreur. De vraag over de precieze betekenis van de finale houdt alle commentatoren sindsdien bezig. De ultieme climax op de bevestiging van de hoofdtoonaard is buitenissig en overdreven. Was dit een vingerwijzing van Sjostakovitsj naar de werkelijkheid achter het optimisme dat de symfonie moest uitdragen? Schreef Sjostakovitsj opzettelijk een bladzijde holle retoriek en bombast om iets duidelijk te maken, of moet de finale worden begrepen als een echte triomf? De uitlatingen waarin Sjostakovitsj zich voor de eerste optie uitspreekt zijn van latere datum en komen uit een twijfelachtige bron ('Testimony' van Solomon Volkov). De componist liet ons geen getuigenis na over hoe hij werkelijk dacht in de tijd waarin hij de ‘Vijfde Symfonie’ schreef. Vandaag hoort niemand meer de finale als een triomf. De geschiedenis heeft de ‘Vijfde Symfonie’ definitief getekend als een muzikale getuigenis over de jaren van terreur. National Philharmonic of Russia De National Philharmonic of Russia (NPR) werd in januari 2003 opgericht door het Ministerie van Cultuur in opdracht van president Vladimir Poetin. Het orkest verenigt zowel topmusici als getalenteerde jeugd en staat onder leiding van de wereldberoemde violist en dirigent Vladimir Spivakov. Tijdens haar jonge bestaan is de NPR er in geslaagd een van de beste symfonieorkesten van Rusland te worden en zo bewondering van het publiek evenals erkenning van professionals te oogsten. Prominente dirigenten werkten reeds samen en treden regelmatig op met de NPR. Samen met Vladimir Spivakov bereidt het orkest nieuwe programma’s voor en geeft het concerten met wereldberoemde maestro’s waaronder James Conlon, Alexander Lazarev, Krzysztof Penderecki, Gennady Rozhdestvensky, Jukka-Pekka Saraste, John Nelson, Hans Graf, George Cleve, Okko Kamu, Michel Plasson, Eri Klas, Saulus Sondeckis. Een van de belangrijkste objectieven daarbij is de voortzetting van de erfenis en tradities van drie grote Russische dirigenten: Evgeny Mravinsky, Kirill Kondrashin en Evgeny Svetlanov. Gedurende de afgelopen jaren heeft de NPR werken uitgevoerd ism. vooraanstaande musici zoals de operasterren Jessye Norman, Kiri Te Kanawa, Renee Fleming, Angela Gheorghiu, Placido Domingo, Jose Carreras, Dmitry Hvorostovski, Maria Ghuleghina, Juan Diego Florez, Ferruccio Furlanetto, Marcelo Alvarez, Ramon Vargas, violisten Gidon Kremer, Gil Shaham, Hilary Hahn, Laurent Korcia, Mayuko Kamio, cellisten Natalia Gutman, Xavier Phillios, Tatiana Vasilieva, pianisten Arkady Volodos, Barry Douglas, Valery Afanasiev, Mikhail Rudy. Daarnaast spelen John Lill, Denis Matsuev, Alexander Ghindin en Olga Kern op regelmatige basis mee. Het repertoire van de NPR bestrijkt de periode vanaf de vroege klassieke symfonieën tot de nieuwste werken van hedendaagse componisten. Enkele bijzondere projecten waren daar de voorbije jaren getuige van: ‘Jeanne d’ Arc au bûcher’ van Honegger met Fanny Ardant, ‘Persephone’ van Stravinsky met Sati Spivakova, allebei in een regie van Kirill Serebrenikov, ‘Seven Deadly Sins’ van Weill met Ute Lemper en een avondvullend balletprogramma ‘Symphonic Dances of the 20th Century’ met sterdansers Uliana Lopatkina, Igor Zelensky, Nikolay Tziskaridze, Svetlana Lunkina en Andrian Fadeev. De NPR verzorgde in Moskou en Tokio premières van H. Shore’s symfonie ‘Lord of the Rings’ en presenteerde de ‘Vijfde Symfonie’ van A. Rybnikov’s en de ‘Newspaper Overture’ van V. Martynov. In het kader van het festival Edison Denissov Space bracht het een programma met werken van Boulez, Xenakis, Dutilleux en Denissov. Het orkest was bovendien het eerste om in Moskou de ‘Mass of Life’ van Frederick Delius te brengen, evenals de ‘Tweede Symfonie’ van Kurt Weill, ‘Ameriques’ van Edgar Varèse, de ‘Vierde Symfonie” van Franz Schmidt, de suite uit ‘La Tragedie de Salome’ van Florent Schmitt en werk van Ernest Chausson, Boris Tishchenko, Martijn Padding, Rabin de Raaff alsook een symfonische versie van Wagners tetralogie ‘Der Ring ohne Worte’ samengesteld door Lorin Maazel. Met de NPR Subscription Series heeft het orkest een grote omvang repertoirestukken van Mahler, Strauss, Liszt, SaintSaëns, Beethoven, Brahms, Schubert en Scandinavische componisten vertolkt. Een serie ‘Great Cantates and Oratorio’ bracht het ‘Requiem’ van Mozart, de ‘Coronation Mass’ en ‘Great Mass’, het ‘Stabat Mater’ van Rossini, ‘Ein deutches Requiem’ van Brahms, het ‘Requiem’ van Fauré, Poulencs ‘Stabat Mater’ en Brittens ‘War Requiem’ ten gehore. In ‘Russian Seasons by Sergei Diaghilev’ werden verschillende symfonische suites gepresenteerd, gecomponeerd voor de beroemde balletproducties van Diaghilev. Het orkest heeft een aantal opnames gerealiseerd van oa. werken van Tsjaikovski en Rachmaninov (Sony Music). Ook National Philharmonic of Russia zette het orkest ‘Yellow Stars’ van Isaak Schwartz op plaat en kwam er een cd uit met Nikolay Tokarev als solist. www.nfor.ru deSingel tijdlijn do 20 mrt 2014 (debuutconcert) National Philharmonic of Russia olv. Vladimir Spivakov Rachmaninov, Sjostakovitsj National Philharmonic of Russia muzikale leiding Vladimir Spivakov eerste viool Yeremey Tsukermann Timur Pirverdiev Elena Resnitchenko Vladimir Lukyanov Tatyana Yurieva Victoria Blazhina Tatyana Shanina Marianna Orloff Irina Pavlikhina Alexander Plyakov Tatyana Serebrova Artur Adamyan Anna Koryatskaya Sergey Belosertsev Darya Kuchenova Natalia Geisler Yulia Kalinkina tweede viool Ludmila Murina Yvgeny Subbotin Alexey Morilov Yulia Solodakhina Marina Slutskaya Olga Kiseleva Vladimir Lundin Irina Tsirulnikova Anna Gurevitch Irina Garevskih DmitriAkinfin Elena Slobina Svetlana Yaslovetskaya Svetlana Ovsyannikova Anna Kobsareva altviool Svetlana Steptchenko Nikolay Kondrashin Emil Salaridse Natalia Hutornaya Olga Krylova Alexandra Hanafina Anna Larionova Dmitri Potemkin Kirill Belotsvetov Shamil Saidov Andrey Yarovoy Natalia Semyonova cello Yuri Loyevsky Nikolay Solonovitch Yevgeny Ivanov Nikolay Silvestrov Mikhail Mostakov Tatyan Kalmykova Olga Mozhar Vladislav Provotar Oleg Smirenkov Maria Smirnova Alexander Dulov contrabas Nikolay Gorbunov Vasiliy Zatsepin Vyatcheslav Mikhaylov Sergey Karatchun Alexey Grafskiy Mikhail Iosilevitch Anna Bestchastnova Alexey Sinev fluit Sergey Bubnov Svetlana Mitryaykina Victor Hotulev Vladimir Shamidanov trombone Alexander Gorbunov Valeriy Golikov Igor bakanov Sergey Klimenko hobo Alexander Arhangelskiy Maxim Orehov Anastasia Kosarskaya Vladimir Gavrilov tuba Alexey Kotov klarinet Andrey Mikhaylovskiy Boris Puryzhinskiy Igor Eremin fagot Stanoslav Katenin Alexander Velitchko Nikita Kim trompet Kirill Soldatov Alexander Baharev Ivan Maloshtanov Alexey Parshenkov hoorn Stanislav Davydov Leonid Vosnesenskiy Andrey Romanov Alexander Andrusik Alexey Shanin Dmitri Grandov slagwerk Valeriy Polivanov Sergey Vasilyev Yuriy Gridasov Dmitriy Barkov Andrey Lysenko harp Ilona Nokelaynen piano Zoya Abolits Vladimir Spivakov Vladimir Spivakov, alom bekend bij orkest en publiek, is niet alleen één van de grootste violisten van onze tijd, maar ook een veelzijdig en gerespecteerd dirigent. Hij is artistiek leider en chef-dirigent van de NPR en sinds 2003 voorzitter van het Moskouse Performing Arts Centre. Van 1999 tot 2002 was Spivakov chef-dirigent van het Russisch Nationaal Orkest. Daarnaast verscheen hij in de belangrijkste concertzalen ter wereld en werkte hij samen met Europese en Amerikaanse orkesten waaronder de symfonieorkesten van Londen, Chicago, Philadelphia, Cleveland en Boedapest, het La Scala Symphony Orchestra, het Frans Radio Orkest, … evenals alle toonaangevende Russische orkesten. Spivakov maakte zijn debuut in de Verenigde Staten in 1975 en rekende daarna op een snelle, internationale erkenning. Als soloviolist werkte hij met belangrijke orkesten waaronder die van Moskou, Leningrad, Berlijn, Wenen, Londen, New York, Parijs, Chicago, Philadelphia, Pittsburgh en Cleveland. Hij heeft ook samengewerkt met de meest vooraanstaande dirigenten van de voorbije eeuw zoals Svetlanov, Kondrashin, Temirkanov, Rostropovich, Bernstein, Leinsdorf, Ozawa, Maazel, Giulini, Masur, Chailly, Conlon en Abbado. In 1979 richtte Vladimir Spivakov met enkele vrienden en collega’s het kamerorkest Moscow Virtuosi op waarvan hij nog steeds directeur, dirigent en solist is. Spivakov studeerde orkestdirectie bij Izrail Gusman en Leonard Bernstein. Daarnaast stichtte hij het International Colmar Music Festival in Frankrijk in 1989 waarvan hij eveneens tot op vandaag directeur is. Spivakov is ook voorzitter van het Sarasate Violin Contest in Spanje. In 2002 werd hij voorzitter van de jury van de Tchaikovsky International Violin Competition in Moskou. Spivakov werd vanaf 1989 bekroond met diverse eretitels in Rusland, Frankrijk, Oekraïne en Armenië. In 2006 werd hij aangewezen als de UNESCO Artist for Peace voor zijn grote bijdragen aan de wereld van de kunst en zijn inzet gericht op vrede en dialoog tussen culturen. In de Verenigde Staten ontving Spivakov de Liberty-prijs, in 2009 werd hij gedecoreerd in zijn vaderland en ontving hij een Mozart Gold Medal. Enkele prominente componisten hebben hun stukken bovendien aan Spivakov opgedragen: Arvo Pärt ‘Spiegel im Spiegel’, Alfred Schnittke ‘Vijf fragmenten op schilderijen van Jeroen Bosch’, Isaak Schvarts ‘Concerto voor orkest Yellow Stars’, Vyacheslav Artyomov ‘Gentle Emanation’. Geboren in Oufa, studeerde Spivakov viool bij Yuri Yankelevich en David Oistrakh. Op jonge leeftijd won hij reeds de Marguerite Long-Jacques Thibaud Competition in Parijs (1965), de Paganini Competition in Genève (1967), de Montreal International Competition (1969) en de Tchaikovsky Competition in Moscow (1970). Spivakov heeft talrijke opnames op zijn palmares staan, zowel als solist als dirigent. Ze geven een mooi beeld van diverse muzikale stijlen uit diverse periodes van de Europese barok tot componisten uit de 20ste eeuw zoals Prokofiev, Shostakovich, Penderecki, Schnittke, Pärt, Kancheli, Shchedrin en Gubaidulina. Tot 1997 speelde Spivakov op een viool van Francesco Gobetti, een geschenk van professor Yankelevich. Sinds dan speelt hij op een Stradivarius die hem uitgeleend werd voor het leven. www.vladimirspivakov.com deSingel tijdlijn do 20 mrt 2014 (debuutconcert) National Philharmonic of Russia olv. Vladimir Spivakov Rachmaninov, Sjostakovitsj Vladimir Spivakov © Christian Steiner Tae-Hyung Kim De Koreaanse pianist Tae-Hyung Kim maakte zijn internationale debuut in oktober 2004 toen hij de eerste prijs voor de beste interpretatie won tijdens de International Piano Competition in de stad Porto. In datzelfde jaar ontving hij een tweede prijs tijdens de pianowedstrijd van Jeunesses Musicales en werd hij bekroond tijdens diverse andere prestigieuze wedstrijden zoals de Hamamatsu International Piano Competition in 2006 en de Long-Thibaud International Competition in 2007. In maart 2013 won hij de eerste prijs en de publieksprijs van de Hastings International Piano Concerto Competition in Groot-Brittannië. In 2010 behaalde Tae-Hyung Kim de vijfde plaats in de Koningin Elisabethwedstrijd. Sindsdien breidde hij zijn activiteiten uit door op te treden met toonaangevende orkesten als het KBS Symphony Orchestra, het Korean Symphony Orchestra, het Korean Chamber Orchestra en het Bucheon Philharmonisch Orkest alsook het Tokyo Symphony Orchestra, Kioi Sinfonietta Tokyo, het Nationaal Orkest van België, het Orchestre National de France, het Orchestre Royal de Chambre de Wallonie, het Belgrade Philharmonic Orchestra, … Hij leverde daarnaast uitzonderlijke prestaties tijdens het Seoul Lente Festival, het Bergen International Music Festival, Yokohama International Piano Concert, Hamamatsu Piano Academie, Ishikawa Music Festival, Florence International Music Festival en Euro Music Festival in Leipzig. Hij speelde in beroemde concertzalen waaronder Salle Pleyel, Salle Gaveau, Salle Cortot in Parijs, Gewandhaus in Leipzig, Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, Handelsbeurs in Gent, het Concertgebouw in Brugge, ... Tae-Hyung Kim studeerde summa cum laude af aan Yewon School, Seoul Arts High School en studeerde bij professor Choong-Mo Kang aan de Korean National University of Arts. Na zijn afstuderen volgde hij in Duitsland masterclasses en vervolmaakte hij zich onder leiding van Elisso Wirssaladze en verdiepte hij zich in het lied bij Helmut Deutsch in München aan de Hochschule für Musik und Theater. Hij studeert nu nog verder aan het Conservatorium van Moskou. deSingel tijdlijn do 20 mrt 2014 National Philharmonic of Russia olv. Vladimir Spivakov Rachmaninov, Sjostakovitsj ma 31 mei 2010 Tea-Hyung Kim Beethoven, Schumann (last minute vervanging annulering Elisso Wirssaladze) Tae-Hyung Kim © Rami binnenkort in deSingel Artis Quartett Wien Peter Schuhmayer, Johannes Meissl viool Herbert Kefer altviool Othmar Müller cello W A Mozart Strijkkwartet nr 21 in D, KV575, ‘Viooltje’ E Wellesz Strijkkwartet nr 3 in d, opus 25 J Brahms Strijkkwartet nr 2 in a, opus 51 nr 2 za 5 apr 2014 | 20 uur | Blauwe zaal gratis inleiding Waldo Geuns | 19.15 uur | Blauwe foyer €22, €18 (basis) | €18, €14 (-25/65+) | €8 (-19 jaar) architectuur theater dans muziek www.desingel.be t +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen f deSingelArtCity deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie en de Stad Antwerpen. mediasponsors
© Copyright 2024 ExpyDoc