Stroomschema m.b.t. inzet casemanager bij opname in ziekenhuis

Stroomschema m.b.t. de inzet van de casemanager dementie bij opname in een ziekenhuis of GGZ instelling
Update: oktober 2014 - Heleen van Milligen ([email protected])
In dit stroomschema worden de taken en verantwoordelijkheden van de casemanager dementie weergegeven bij opname van een cliënt in het ziekenhuis of
GGZ instelling. Sinds 1 januari 2013 mag de casemanager dementie de cliënt bij opname in het ziekenhuis blijven begeleiden.
•Casemanager geeft de cliënt en mantelzorger instructie wat te doen bij
onverwachte opname, of
•Casemanager bereidt de cliënt en mantelzorger voor op de opname
•Acute opname: verpleegkundige afdeling ouderengeneeskunde of
consultatief psychiatrisch verpleegkundige vraagt aan de
cliënt/mantelzorger naar de gegevens van de casemanager en belt de
casemanager voor overdracht van informatie
•Geplande opname: casemanager belt de afdeling ouderengeneeskunde in
het ziekenhuis, kondigt opname aan, geeft zijn/haar contactgegevens door
en stuurt het overdrachtformulier naar het ziekenhuis
•Verpleegkundige afdeling ouderengeneeskunde zorgt dat informatie op de
juiste afdeling terecht komt
•Verpleegkundige afdeling ouderengeneeskunde brengt de casemanager op
de hoogte van de afdeling waar cliënt ligt en de situatie van de cliënt
•Verpleegkundige afdeling ouderengeneeskunde of transferverpleegkundige
bespreekt de mogelijkheden voor ontslag met de casemanager en nodigt de
casemanager uit voor het ontslaggesprek
•Verpleegkundige afdeling ouderengeneeskunde of transferverpleegkundige
brengt in kaart welke thuiszorg nodig is na ontslag uit het ziekenhuis en
draagt dit over aan de casemanager
•Casemanager regelt de zorg die thuis ingezet moet worden na ontslag uit
het ziekenhuis
•Casemanager is (indien mogelijk) aanwezig bij ontslaggesprek
Afspraken over overdracht bij opname in ziekenhuis
- Acute opname: indien bekend is wie de casemanager is, is de
verpleegkundige afdeling ouderengeneeskunde (Bronovo, Haga),
consultatief psychiatrisch verpleegkundige (MCH) of
afdelingsverpleegkundige (Parnassia) er verantwoordelijk voor dat
informatie van de casemanager wordt opgevraagd.
- Geplande opname: de casemanager is er verantwoordelijk voor dat
de informatie aan komt bij de afdeling ouderengeneeskunde.
Bij opname in het LangeLand Ziekenhuis, overdracht versturen naar:
Transferbureau LangeLand Ziekenhuis, tel: 079 – 346 26 83, e-mail:
[email protected].
Bij opname GGZ ziekenhuis Parnassia, overdracht versturen naar:
Transferpunt Parnassia tel: 06-22963408, e-mail: [email protected].
Afspraken over contact tijdens opname in ziekenhuis
- Verpleegkundige afdeling ouderengeneeskunde of
transferverpleegkundige is verantwoordelijk voor de overdracht van
informatie naar de casemanager.
Afspraken bij overdracht bij ontslag uit ziekenhuis
- Verpleegkundige afdeling ouderengeneeskunde of
transferverpleegkundige is verantwoordelijk voor overdracht van
informatie naar de casemanager bij ontslag als casemanager niet
aanwezig is bij ontslaggesprek.
Als de casemanager niet bekend is kan dit nagevraagd worden bij het
Centraal Aanmeldpunt:
- Den Haag, Wassenaar, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk:
tel. 070 -700 00 83, e-mail: [email protected]
- Zoetermeer:
tel: 079 – 371 94 71, e-mail:: [email protected]
(Bij navraag via de telefoon krijgt u direct antwoord, via de e-mail kan dit
enige dagen duren)
Stroomschema m.b.t. de inzet van de casemanager dementie bij opname in een beschermde woonvorm (tijdelijk of permanent)
Update: juni 2013 - Heleen van Milligen ([email protected])
In dit stroomschema worden de taken en verantwoordelijkheden van de casemanager dementie weergegeven bij opname van een cliënt in een beschermde
woonvorm. Sinds 1 januari 2013 mag de casemanager dementie de cliënt bij tijdelijke opname in een beschermde woonvorm blijven begeleiden. Bij
permanente opname wordt de begeleiding langzaam afgebouwd (tot het MDO na ongeveer 6 weken).
Traject vóór opname: de casemanager vult een opnameformulier in om een aanvraag voor opname te doen. Vervolgens belt de casemanager met de beschermde woonvorm waar de
cliënt naar toe wil om te vragen of er plek is en stuurt het opnameformulier naar de betreffende organisatie toe. De organisatie bekijkt intern op welke afdeling plek voor een nieuwe
opname is en vraagt toestemming aan de specialist ouderengeneeskunde voor opname. De organisatie belt terug naar de casemanager en geeft aan of er plek en toestemming voor
opname is. De cliënt moet bij opname een geldige indicatie hebben. Bij een acute opname is de instelling verantwoordelijk voor het aanvragen van de indicatie. Bij een geplande
opname is de casemanager verantwoordelijk voor het aanvragen van de indicatie.
•Casemanager stuurt het overdracht formulier en het zorgplan naar
de EVV’er
•Casemanager is (indien mogelijk) aanwezig bij opname
•Tijdelijke opname: EVV'er nodigt casemanager uit voor
ontslaggesprek
•Permanente opname: EVV'er nodigt casemanager uit voor eerste
MDO (na +/- 6 weken)
•Tijdelijke opname: casemanager is (indien mogelijk) bij
ontslaggesprek aanwezig
•Permanente opname: indien nodig draagt de casemanager
informatie over naar maatschappelijk werk of psycholoog
Afspraken over overdracht bij opname in beschermde woonvorm
- De casemanager is er verantwoordelijk voor dat de informatie
aan komt bij de EVV’er.
- Indien de casemanager niet aanwezig kan zijn bij opname, dan
neemt casemanager telefonisch contact op met EVV ‘er.
- Er komt een lijstje met telefoonnummers van opnamepunten
(per organisatie een telefoonnumer).
Afspraken over contact tijdens opname in beschermde woonvorm
- Casemanager is aanwezig bij eerste MDO (na 6 weken), dit is de
afsluiting voor casemanager.
- Casemanager kan in die 6 weken nog wat betekenen voor cliënt
en mantelzorger, stukje begeleiding, bijvoorbeeld bij de
rouwverwerking (indien nodig).
Afspraken bij overdracht bij ontslag uit beschermde woonvorm
- Casemanager is bij ontslaggesprek aanwezig: dit geldt alleen als
er al een casemanager bekend was, niet bij nieuwe cliënten.
- Iedere beschermde woonvorm gebruikt zijn eigen
ontslagformulier.
De casemanager moet duidelijk aangeven aan de cliënt en mantelzorger
dat de begeleiding stopt (na ongeveer 6 weken) bij permanente opname
in de beschermde woonvorm.