reglement Energiezorg op School 2014

Subsidiereglement ‘Energiezorg op School 2014’
Hoofdstuk I: Algemene bepalingen
Artikel 1.- Stedenfonds
De subsidie Energiezorg op School past in de Beleidsovereenkomst Stedenfonds tussen de Vlaamse
Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) voor de periode 2014 - 2019. De VGC
kent subsidies toe binnen de grenzen van de beschikbare kredieten in het kader van het Stedenfonds,
volgens de strategische doelstelling 5 - operationele doelstelling 1.
Artikel 2.- Begunstigden
Alle Nederlandstalige basisscholen en secundaire scholen van het gewoon en buitengewoon onderwijs
van het Brussels hoofdstedelijk gewest mogen een aanvraag indienen voor de subsidie ‘Energiezorg op
School’, geregeld door dit reglement.
Artikel 3.- Toekenning
De VGC kent de subsidie toe aan de inrichtende macht van de school op basis van de voorwaarden
gesteld in dit reglement. Hierbij mag de som van alle verkregen subsidies (VGC + eventuele subsidie via
een andere donor) de reële kostprijs niet overschrijden.
Artikel 4.- Uitbetaling
De VGC betaalt de subsidie uit:
•
op basis van facturen;
•
door overschrijving op de bankrekening van de inrichtende macht;
•
volgens dit betalingsschema:
o
de eerste schijf van 75% na toekenning van de subsidie;
o
de tweede schijf van (maximum) 25% na ontvangst van de facturen.
De uitbetaalde subsidie kan niet hoger liggen dan de som van de voorgelegde facturen.
Artikel 5.- Controle
Controle door de administratie van de VGC op de voorwaarden gesteld in dit reglement is steeds
mogelijk. Alle gevraagde documenten en inlichtingen die nodig zijn voor deze controle moeten aan de
VGC verstrekt worden. De VGC krijgt, zelf of via een aangewezen derde partij, tot eind 2020 toegang
tot de school om de naleving van de voorwaarden na te gaan.
Artikel 6.- Terugvordering
De VGC kan de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen in volgende gevallen:
•
indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt;
•
indien de voorwaarden van dit reglement niet worden vervuld;
•
indien het gebouw/de gebouwen waarvoor de subsidie wordt toegekend, verkocht
wordt/worden of indien de bestemming (het inrichten van Nederlandstalig onderwijs) wijzigt
zonder schriftelijke toestemming van de VGC binnen de 10 jaar na toekenning van de subsidie.
1
Artikel 7.- Communicatie
De school vermeldt in haar communicatie de steun van de VGC volgens de modaliteiten van het
stijlhandboek zoals omschreven op de website http://stijlhandboek.vgc.be. De school behoort tot
categorie C van het stijlhandboek.
Artikel 8.- Overheidsopdrachten
De school is verplicht zich te houden aan de voorschriften opgelegd door de wet van 15 juni 2006
betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen
en diensten.
Artikel 9.- Ontheffing voorwaarden
Het college van de VGC kan geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de voorwaarden en
bepalingen van dit besluit, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. De motivering
van de ontheffing wordt opgenomen in een collegebesluit.
Hoofdstuk II: Specifieke bepalingen
Artikel 10.- Samenwerking VGC-SIT
De VGC werkt voor de beoordeling van de subsidieaanvragen en voor de berekening van en de
controle op de subsidies samen met de energieverantwoordelijken van vzw Schoolinterventieteam
(SIT).
Artikel 11.- Aan te vragen energiebesparende maatregelen
Volgende werken komen in aanmerking voor subsidiëring. Belangrijke voorwaarde: een school mag de
werken in fase 2 enkel aanvragen als ook de werken in fase 1 aangevraagd of uitgevoerd zijn. Hetzelfde
geldt voor fase 3: de werken in fase 1 én 2 moeten aangevraagd of uitgevoerd zijn.
Fase 1: plaatsen van thermostatische kranen;
Fase 2: plaatsen van een regeling op de verwarmingsinstallatie;
Fase 3: stookplaatsrenovatie en/of dak- of oversteekvloerisolatie.
Los van deze fasen mag ook isolatie van leidingen en kranen aangevraagd worden. Leidingisolatie is
niet verplicht binnen dit reglement, maar kan wel verplicht zijn in het kader van EPB-wetgeving.
Artikel 12.- Specifieke voorwaarden energiebesparende maatregelen
1. Thermostatische kranen
In secundaire scholen moeten op plaatsen waar scholieren komen (klassen, gangen…)
thermostatische kranen geïnstalleerd worden die geblokkeerd kunnen worden en enkel mits
het juiste gereedschap kunnen worden ingesteld.
2. Regeling
Er dient voor gezorgd dat aan punt 1 van de algemene voorwaarden voldaan wordt (zie artikel
13) zonder schade toe te brengen aan de ketel door de nodige voorzieningen1 te installeren om
de ketel te beschermen. Indien de ketels meer dan 20 jaar oud zijn, dient de nieuwe regeling
ook te kunnen werken met de moderne ketels2.
3. Isolatie
• de warmteweerstandscoëfficiënt (R-waarde) van het isolatiemateriaal moet minimum
4 m²K/W zijn;
1
Bypass met driewegmengkraan op de ketel,…
Modulerende ketel op basis van buitentemperatuur en ev. verschil vertrek- en retourtemperatuur, aan te sturen via
OpenTherm® aansluiting of 0-10 Volt interface.
2
2
•
voor oversteekvloeren geldt een minimum R-waarde van 3,5 m²K/W;
•
de isolatiematerialen scoren 1a tot en met 4c op de NIBE classificatie voor de
toepassing in kwestie.3 Isolatiematerialen die niet zijn opgenomen, of waarvan de
toepassing niet is opgenomen in de NIBE classificatie, zijn toegelaten.
Artikel 13.- Algemene voorwaarden energiebesparende maatregelen
De school start een energietraject op samen met de energieverantwoordelijken van het SIT. Hierbij
gelden volgende voorwaarden:
1. De school waakt erover dat de regeling van de verwarmingsinstallaties voldoet aan volgende
voorwaarden4:
o
buiten de gebruiksuren (wanneer er dus geen personen aanwezig zijn in lokalen
bediend door het verwarmingscircuit in kwestie) stroomt er geen opgewarmd water
(ook niet bijgemengd bij koud water) door de radiatoren (of andere types
verwarmingslichamen). Van deze voorwaarde kan niet worden afgeweken tenzij bij
vorst (wanneer de buitentemperatuur 0°C of kouder is of de binnentemperatuur 8°C of
kouder is). Tijdens vorstbeveiliging bedraagt de temperatuur in de
verwarmingslichamen maximaal 25°C. Er dient tevens voor gezorgd dat de
comforttemperatuur bij het binnenkomen ‘s ochtends bereikt is, door tijdig de
verwarming in te schakelen ’s morgens;
o
de temperatuur in de verwarmingslichamen moet variëren in functie van de
buitentemperatuur.
2. De school geeft de stookoliemeterstanden of de geleverde stookoliehoeveelheden van de
jaren 2012 tot heden door aan het SIT.
3. Binnen de 6 maanden na toekenning van de subsidie installeert de school een debietmeter op
de stookolietank die gebouwdelen bedient waarop de subsidie betrekking heeft. Deze
debietmeter mag mee worden opgenomen in de subsidieaanvraag (zie ook artikel 15).
4. De school bezorgt de EAN-nummers van de gas- en elektriciteitstellers aan het SIT.
5. Maandelijks (vanaf heden tot minstens eind 2020) bezorgt de school de meterstand van gas
en/of elke levering van stookolie aan het SIT.
6. Voor het gebouwbeheersysteem dat op afstand geregeld kan worden, worden er minstens
volledige leesrechten toegekend aan de schooldirectie en aan het SIT. Hiervoor wordt de
nodige software geïnstalleerd.
7. Bij het installeren van een nieuwe verwarmingsketel wordt het SIT geraadpleegd in de fase van
de beslissing over de criteria waaraan de verwarmingsinstallatie moet voldoen (te installeren
regeling,…).
8. Bij het installeren van een nieuwe verwarmingsketel dient de verwarmingsinstallatie te
beantwoorden aan de geldende wetgeving (EPB-eisen).
9. Indien er containerklassen zijn/worden geplaatst, wordt de elektriciteitskabel die vertrekt
richting containerklassen voorzien van een elektriciteitsmeter. De meterstanden worden
maandelijks aan het SIT bezorgd (tot eind 2020).
3
http://www.nibe.info/nl. NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie) maakt een wetenschappelijke
vergelijking van de milieubelasting van bouwproducten via een Levens Cyclus Analyse (LCA). Bij een LCA wordt een product
beoordeeld gedurende alle levensfasen.
4
Indien enkel een subsidie gevraagd wordt voor thermostatische kranen gelden deze voorwaarden alleen indien de
instellingen programmeerbaar zijn in de huidige regeling en dit zonder schade toe te brengen aan de installatie.
3
Artikel 14.- Algemene voorwaarde: educatief traject
De school start een educatief traject op over energiezorg op school in samenwerking met Milieuzorg
op School (MOS). De MOS-begeleider kan de school ook doorverwijzen naar andere aanbieders om een
traject op te starten.
Artikel 15.- Subsidiebedragen energiebesparende maatregelen
De maximumsubsidie per vestigingsplaats bedraagt 40.000 EUR en is begrensd per type maatregel.
•
Thermostatische kranen
Maximum 50 EUR per radiator (kraan + kop).
•
Regeling
Totaal opgesteld nominaal vermogen Pn van de
ketels waarop de nieuwe regeling geïnstalleerd
wordt (kW)
40-99
100-199
200-299
300-1099
1100-…
Subsidie (EUR)
3500
7500
10500
11500
13000
De subsidie kan aangewend worden om de regelaar te vernieuwen, driewegmengkranen te
vervangen, de ketel hydraulisch te beschermen,… Het vervangen van pompen komt niet in
aanmerking.
•
Stookplaatsrenovatie
Maximum 44 EUR/kW geïnstalleerd nominaal vermogen.
De stookplaatsrenovatie dient te voldoen aan de geldende EPB-voorwaarden. De kosten nodig
om te voldoen aan deze EPB-voorwaarden mogen worden ingebracht in het subsidiedossier
(het bovenstaande maximumbedrag per kW blijft echter van toepassing).
•
Dak- en oversteekvloerisolatie
subsidiebedrag
(EUR/m²)
subsidiebedrag ‘passief’
(R ≥ 9,00 m² K/W)
(EUR/m²) (+10%)5
plat dak
60
66
hellend dak
19
21
oversteekvloer
66
73
Zoldervloer
22
24
Vals plafond
36
40
Isolatie van
5
•
Isolatie van leidingen en kranen van de verwarmingsinstallatie
Voor de isolatie van leidingen en kranen van de verwarmingsinstallatie is geen
maximumbedrag voorzien.
•
Debietmeters
Maximum 300 EUR per debietmeter.
Enkel in overleg met en mits akkoord van het SIT.
4
Artikel 16.- AGIOn en GO!
De subsidiebedragen voor de stookplaatsrenovatie en voor isolatiewerken komen niet overeen met
een 100% financiering van de werken. De VGC-subsidie mag gecombineerd worden met een subsidie
van AGIOn of GO!. Maar de totale subsidie mag nooit meer bedragen dan de totale kostprijs van de
werken.
Artikel 17.- Procedure
1. De scholen dienen uiterlijk op 25 april 2014 een subsidieaanvraag in via een digitaal
aanvraagformulier.
•
Formulier: Het aanvraagformulier bevat o.a. de identificatie van de school, de
gevraagde energiebesparende maatregelen en gegevens over energieverbruik.
•
Helpdesk: Het SIT zal de scholen die het wensen helpen bij het invullen van hun
aanvraagformulier (waar lees ik het vermogen af van de ketel, voldoet mijn regeling
momenteel aan de voorwaarden…).
2. De VGC en het SIT beoordelen alle aanvragen en selecteren eerst de aanvragen met het
hoogste besparingspotentieel en de kortste terugverdientijd.
3. Het SIT neemt contact op met de geselecteerde scholen en gaat ter plaatse om (samen met de
scholen)
•
na te kijken of de gevraagde investeringen effectief de meest noodzakelijke
investeringen zijn;
•
een begroting op te maken van de nodige investeringen en de mogelijke subsidies;
•
het besparingspotentieel en de terugverdientijd te berekenen.
4. Op basis van de informatie verzameld bij de plaatsbezoeken rangschikken het SIT en de VGC de
scholen op besparingspotentieel en terugverdientijd. Op basis van deze lijst kent de VGC de
subsidies toe.
5. Het VGC-collegelid bevoegd voor onderwijs legt de subsidies vast per school.
6. De VGC brengt de scholen op de hoogte van de subsidie en betaalt de eerste schijf van 75%
van de subsidie uit. De VGC brengt ook de scholen die geen subsidie ontvangen op de hoogte.
7. De scholen laten de werken uitvoeren in overleg met het SIT
•
tegen 1 februari 2015 voor de regeling;
•
tegen 1 december 2015 voor de andere maatregelen.
8. De scholen dienen hun facturen in bij de VGC voor 15 december 2015.
9. De VGC betaalt, na controle van de facturen, de tweede schijf van (maximum) 25% van de
subsidie uit.
5