STUK 533 (2013-2014) – Nr. 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2013-2014 31 MAART 2014 Verenigde Commissies voor Cultuur, Jeugd en Sport - Onderwijs en Vorming - Welzijn, Gezondheid en Gezin van maandag 31 maart 2014 Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Raadsleden: mevrouw Carla Dejonghe, voorzitter, de heer Fouad Ahidar, de heer Herman Mennekens, mevrouw Elke Roex, de heer Jef Van Damme Verontschuldigd: mevrouw Els Ampe, mevrouw Greet Van Linter 1276 -2INHOUD Benoeming van de ondervoorzitter voor de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin Vragen en interpellaties - Vraag van de heer Fouad Ahidar aan de heer Bruno De Lille, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Ambtenarenzaken, over jeugdhuis De Branding - Vraag van de heer Jef Van Damme aan de heer Bruno De Lille, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Ambtenarenzaken, betreffende het publieksonderzoek - Interpellatie van de heer Jef Van Damme tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, Vorming en Begroting, betreffende de transversale projecten binnen de VGC - Interpellatie van mevrouw Elke Roex tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, Vorming en Begroting, betreffende het Stedenfonds -3Benoeming van de ondervoorzitter voor de Commissie Welzijn, Gezondheid en Gezin Mevrouw Els Ampe wordt benoemd tot ondervoorzitter van de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin. Vraag van de heer Fouad Ahidar aan de heer Bruno De Lille, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Ambtenarenzaken, over jeugdhuis De Branding Raadslid Fouad Ahidar zegt dat Jeugdhuis De Branding normaal gezien dit jaar een nieuwbouw zou krijgen naast het station van Jette. De Branding moest in 2005 weg uit de Lakense Schijfstraat en is sinds die tijd op zoek naar een gebouw. Het jeugdhuis kreeg even onderdak in “Tongeluk” in Ganshoren en later in gemeenschapscentrum Essegem. In 2010 bereikten de gemeente Jette en de Vlaamse Gemeenschapscommissie een akkoord over een nieuwbouw: Jette zou een terrein op het Kardinaal Mercierplein in erfpacht geven. In februari 2013 verklaarde de bevoegde schepen dat er geen enkel probleem was en de werken snel zouden starten. De VGC trok 500.000 euro uit voor de bouw van een nieuw pand, maar dit bedrag blijkt nu te weinig om het plan te realiseren. De jongeren van De Branding vinden dat de gemeente moet bijspringen. Zij sturen een open brief naar het schepencollege, waar de meerderheidspartijen dezelfde zijn als in het VGCCollege. Maar 5 jaar lang heeft dit dossier stilgelegen. 5 jaar lang hebben de jongeren oplossingen gezocht en verhuisden ze van plaats naar plaats. vzw JHOB die bouwheer is van het project dreigt zich in de schulden te werken. De VGC heeft een grote verantwoordelijkheid. Hoe zal de VGC het jeugdhuis tegemoet komen zodat het toch nog het beloofde nieuwe gebouw zal krijgen? Hoe verloopt het overleg met de gemeente? Welke oplossingen stelt de gemeente Jette in het vooruitzicht en welke oplossingen stelt de VGC in het vooruitzicht? Hoe zal de VGC vzw JHOB beschermen zodat de vzw zich niet in de schulden moet werken? Wanneer zal het nieuwe jeugdhuis gerealiseerd worden? Volgens collegelid Bruno De Lille is De Branding sinds 2005 op zoek naar een nieuwe vestiging. In 2010 kwamen de gemeente Jette en de VGC tot een gezamenlijk voorstel en een oplossing voor Jeugdhuis De Branding. In mei 2010 wees de gemeente Jette bij principeakkoord het perceel aan het Kardinaal Mercierplein toe aan jeugdhuis De Branding. Het idee was om de grond in erfpacht te geven aan jeugdhuis De Branding van zodra er een concreet en realistisch project voorlag. De VGC voorzag in het Investeringsplan een budget van 250.000 euro. De eerste ontwerpen die het architectenbureau, aangesteld door vzw De Branding maakte, overschreden ruim het budget van 250.000 euro. De VGC besliste op dat moment om het budget op te trekken naar 500.000 euro. Dit werd opgenomen in bijsturing 1 van het Investeringsplan 2011-2015. Hierbij zou De Branding een van de grootste investeringen in jeugdinfrastructuur van de laatste jaren worden. Aan het jeugdhuis werd gevraagd een -4ontwerp te voorzien dat paste binnen dat budget. Er volgden echter enkele ontwerpen die telkens het budget overschreden. Die ontwerpen werden telkens besproken met het jeugdhuis en geadviseerd door de directie Gebouwen en Patrimonium van de administratie van de VGC. Eén van de belangrijkste opmerkingen was de hoge bouwkost per m². Het ontwerp houdt ook een bijkomende moeilijkheid in. Het plan van de architect overschrijdt immers enkele m² van het bestaande perceel, op de grond van Infrabel. Dit kan, omdat de luifel van de fietsenstalling aan het station ook de perceelgrens overschrijdt en op die manier een stuk van de aan het jeugdhuis toegewezen grond inneemt. Hiervoor dient een formele grondruil te gebeuren tussen de gemeente Jette en Infrabel. Deze ruil is nog steeds niet volledig afgerond. In 2011 werd een bodemonderzoek uitgevoerd waaruit bleek dat de poreuze ondergrond een probleem vormt. Daardoor is er een stevigere fundering nodig, die meer verdiepingen moet dragen dan enkel een gelijkvloers. Er zijn meerdere soorten fundering mogelijk. De architect hield in zijn ontwerp rekening met de duurste, een paalfundering. Na een studie van een stabiliteitsingenieur in 2013, bleek dat een plaatfundering echter volstaat en dat een paalfundering niet nodig was. Dit had niet de gewenste invloed op het budget en de raming blijft 800.000 euro bedragen voor twee verdiepingen. Eind 2012 werd de vzw JHOB opgericht. Deze vzw is in het leven geroepen om zowel jeugdhuizen als de sector te ondersteunen, op inhoudelijk en zakelijk vlak. De bedoeling is dat deze vzw expertise vergaart in infrastructuurdossiers. De VGC is van oordeel dat deze vzw over solidere structuren en een grotere draagkracht beschikt om het dossier te realiseren dan vzw Jeugdhuis De Branding en vroeg daarom de vzw JHOB om bouwheer te zijn. De gemeente Jette verklaarde zich eveneens akkoord met de piste om de grond in erfpacht te geven aan de vzw JHOB. Als jonge vzw is dit voor de vzw JHOB geen evidente opdracht. Daarom is het voor de VGC uitermate belangrijk dat vooraleer de investeringssubsidie officieel wordt toegekend aan vzw JHOB, er een sluitende raming en begroting is voor heel het project, met de nodige marges. Het doel is te vermijden dat de vzw JHOB met een financiële kater achterblijft en het jeugdhuis zonder huisvesting zit. Het is voor de VGC belangrijk dat de erfpacht formeel wordt bekrachtigd en dat er een sluitende raming en begroting is, waaruit blijkt dat het project realiseerbaar is. Vooraleer het nieuwe jeugdhuis gerealiseerd kan worden, dient er ook een goedgekeurde bouwaanvraag te zijn voor het te realiseren ontwerp. In 2013 betaalde de gemeente Jette de factuur van de stabiliteitsingenieur. De gemeente Jette zal echter geen verdere financiële ondersteuning bieden. Wel deed de gemeente een voorstel voor een erfpacht aan vzw JHOB. Dit moet echter nog formeel goedgekeurd en bekrachtigd worden door beide partijen: de vzw JHOB en de gemeente Jette. De VGC zal het verdere verloop van de projectontwikkeling en het bouwproces, van zeer nabij blijven opvolgen en de nodige expertise ter beschikking blijven stellen van de vzw JHOB. De VGC van haar kant is vanaf 2010 steeds rotsvast blijven geloven in het belang van een nieuw jeugdhuis voor De Branding. De 500.000 euro zijn jaar na jaar behouden gebleven -5binnen het infrastructuurplan. En dit in tijden van schaarste en moeilijke besparingen. Verder heeft de VGC ook De Branding in De Barapaat ondersteund, door middelen te voorzien die konden helpen bij inbraakbeveiliging. In 2013 werd beslist door het jeugdhuis om de Barapaat te verlaten omwille van de hoge maandelijkse huurlast. Zowel de VGC als de gemeente Jette stonden erop dat de werking gecontinueerd zou worden. Enerzijds omdat het belangrijk is om de werking brandend te houden en vrijwilligers warm te houden, anderzijds om de zichtbaarheid te behouden en een draagvlak te creëren voor het jeugdhuis. Het jeugdhuis kwam toen, met hulp van de vzw JHOB met het idee om een bestelwagen in te richten en daarmee Jette rond te trekken. De VGC heeft hiervoor een investeringsbudget van bijna 9.000 euro voorzien. De VGC is in de geschiedenis van De Branding steeds tegemoet gekomen in het belang van de jeugdhuiswerking. Collegelid Bruno De Lille wil samen met het JHOB de komende weken bekijken hoe tot een oplossing kan worden gekomen. Voor hem zijn er 3 mogelijke pistes: - Er komt een bouwproject dat past binnen het door de VGC voorziene budget van 500.000 euro; - Er worden bijkomende middelen gevonden om het door de VGC voorziene budget aan te vullen; - Er wordt een alternatief project ontwikkeld op een andere locatie. Het collegelid wil de komende weken alle 3 de pistes onderzoeken naar hun mogelijkheden. Uit de feiten blijkt duidelijk dat er momenteel absoluut geen timing op geplakt kan worden. Uit de uitleg van collegelid Bruno De Lille heeft de heer Fouad Ahidar begrepen dat alle inspanningen van de afgelopen jaren voor niets zijn geweest. Al jaren wordt geprobeerd om een jeugdhuis gebouwd te krijgen, maar nog steeds zonder resultaat. De gemeente Jette heeft altijd gezegd dat alles in orde zou komen. Uiteindelijk blijkt de bouw te duur te zijn. Bovendien is er een probleem met een stuk grond dat eigenlijk aan Infrabel toebehoort. Bovendien is het vinden van extra middelen het grootste probleem. Een ander alternatief is een wijziging van het bouwplan. Kan het collegelid geen bijkomende inspanningen leveren om de jeugd te helpen? jongeren wachten echt op hun jeugdhuis. De Collegelid Bruno De Lille deelt de mening van de heer Ahidar niet want het reeds geleverde werk is niet voor niets geweest. De VGC is zelf geen bouwheer. De VGC stelt 500.000 euro ter beschikking van de vzw. Het vorige College had maar 250.000 euro ter beschikking gesteld. Er kan niet van de VGC verwacht worden dat zij instaat voor het geld dat er bijkomend nodig is. Binnen het Investeringsplan moeten er keuzes gemaakt worden en in tijden van crisis moet men zich daar aan houden. De vzw kan ook op zoek gaan naar extra middelen. Ze kan bv. bouwfuiven organiseren. De middelen die de VGC ter beschikking stelt, bieden de mogelijkheid een nieuwbouw te realiseren. Niemand kan zeggen dat de VGC haar werk niet doet. De vzw kan bovendien beroep doen op de expertise van de VGC-dienst Gebouwen en Patrimonium. -6- Het collegelid vindt het spijtig dat er nog steeds geen jeugdhuis is. 5 jaar geleden had hij gedacht dat dit er zeker zou komen. Misschien is het het beste om opnieuw met de architect samen te zitten om een project te realiseren dat binnen het beschikbare budget haalbaar is. De heer Ahidar heeft begrepen dat de schuld bij de jongeren ligt. Collegelid Bruno De Lille benadrukt dat hij dit zo niet gezegd heeft. Jongeren zijn misschien niet goed georganiseerd, maar het is volgens de vraagsteller aan de politici om hen te steunen. Hij zal het bouwprobleem eveneens aankaarten in de gemeenteraad van Jette. *** -7Vraag van de heer Jef Van Damme aan de heer Bruno De Lille, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Ambtenarenzaken, betreffende het publieksonderzoek Tijdens de plenaire vergadering van 21 maart 2014 stelde commissielid Jef Van Damme reeds een vraag betreffende het publieksonderzoek. Aangezien hij toen niet alle antwoorden heeft gekregen, stelt hij ze vandaag opnieuw. Het onderzoek zou nu afgesloten zijn, en de vraagsteller is natuurlijk benieuwd naar de resultaten. Hoeveel personen hebben de vragenlijst online ingevuld, en hoeveel de papieren versie? Welke zijn de belangrijkste resultaten van het onderzoek? En op welke manier zal collegelid Bruno De Lille rekening houden met de resultaten van dit onderzoek? Wanneer ontvangen de deelnemende gemeenschapscentra en bibliotheken het ‘eigen rapport’? Hoeveel middelen werden er besteed aan dit onderzoek? Volgens collegelid Bruno De Lille is de collectie van de data ondertussen afgerond, maar de analyse is nog bezig. Er werden 38 vragenlijsten op papier ingevuld in de gemeenschapscentra en 4851 online. In totaal werden er 4889 vragenlijsten ingevuld. Alle 22 gemeenschapscentra hebben deelgenomen aan het publieksonderzoek. Het totale bedrag bedroeg 21.841 euro, wat neerkomt op een kostprijs van 992 euro per gemeenschapscentrum. De heer Jef Van Damme vindt +- 5000 ingevulde vragenlijsten veel. Dat is positief. Hij hoopt dat de resultaten van het onderzoek eerst aan de parlementsleden worden overgemaakt en nadien aan de pers. Het collegelid kan niet beloven dat deze resultaten bekend zullen zijn voor de verkiezingen van mei 2014. *** -8Interpellatie van de heer Jef Van Damme tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, Vorming en Begroting, betreffende de transversale projecten binnen de VGC Volgens de heer Jef Van Damme was transversaliteit één van de kernbegrippen van het regeerakkoord. Soms had hij zelfs het gevoel dat de collegeleden elkaar doodknuffelden, want het was indrukwekkend wat ze samen gingen doen. Op vlak van jeugd- en jeugdwelzijnsbeleid, kinderen en jongeren, onderwijs, cultuur en welzijn zou transversaal gewerkt worden. Ook in de beleidsverklaringen van de jaren daaropvolgend, werd de transversale aanpak nog verschillende keren naar voor geschoven. In 2011 wou men de interne samenwerking binnen de VGC bevorderen door het oprichten van transversale ambtelijke werkgroepen over transversale thema’s zoals armoede, taalbeleid, Brede School, gemeenschapscentra, enzovoort. De visieteksten en beleidsteksten van deze VGC-werkgroepen zouden dat jaar nog omgezet worden in actieplannen en concrete voorstellen en maatregelen. Toch zien we dat die mooie doelstellingen in de praktijk niet altijd worden waargemaakt. Het Stadspiratie-project bv. mocht dan wel een mooie aanzet zijn om transversaliteit in praktijk om te zetten, op het werkveld blijkt dat een stuk moeilijker. Organisaties die rond verschillende beleidsdomeinen werken, zoals de geïntegreerde wijkwerkingen, worden hier als het ware voor gestraft want ze passen niet meer in het subsidiërend kader en worden doorgeschoven van het ene collegelid naar het andere. De initiatieven buitenschoolse opvang vallen voor welzijn onder cultuur, maar cultuur vindt weer dat welzijn verantwoordelijk is. Voor het seniorencentrum geldt dezelfde discussie. Welke nieuwe transversale projecten werden gerealiseerd binnen deze legislatuur? Welke structurele samenwerkingen over de beleidsdomeinen heen bestaan er? Bij veel organisaties bestaat het gevoel dat er niet altijd transversaal gewerkt wordt. Het hokjesdenken blijkt nog steeds te domineren binnen de beleidsdomeinen. Volgens collegevoorzitter Guy Vanhengel zijn deze legislatuur tal van transversale projecten opgezet en gerealiseerd. Zowel grootschalige infrastructuurprojecten als tal van kleinschalige initiatieven. Het zou te ver leiden om alle projecten hier op te sommen. De collegevoorzitter beperkt zich tot de meest bijzondere initiatieven. Stedelijk beleid - Er was het transversale inspraaktraject Stadspiratie. Nooit werden zoveel mensen uit diverse beleidsdomeinen (400-tal in het totaal) bij elkaar gebracht voor inspraak, advies en het leveren van inspiratie. Dit vertaalde zich in een Stedenfondsprogramma dat transversaal is opgebouwd, met transversale strategische en operationele doelstellingen, gebaseerd op de bevindingen uit het inspraaktraject. - Het stedelijk beleid, dat transversaal is opgevat, kreeg ook verder vorm via een versterkte inzet in het kader van wijkcontracten. Voor het eerst diende de VGC een dossier in, in het -9kader van de Vlaamse stadsvernieuwingsprojecten: het project rond Abattoir en Erasmus Hogeschool Brussel. Hieraan wordt gewerkt over de verschillende beleidsdomeinen heen. Kerntakendebat - Het rapport van de Taskforce Brussel was een oefening in transversaal werken, zowel binnen de VGC als in coproductie met de administratie van de Vlaamse overheid. Dit rapport is één van de instrumenten dat in de relatie VGC-Vlaamse Gemeenschap meteen terug op tafel moet komen volgende legislatuur. Dit rapport heeft aanleiding gegeven tot een kort gesprek tussen het VGC-College en de Vlaamse Regering. Brede School - Er is een transversaal beleidskader ontwikkeld rond de Brede School. Maar liefst 28 Brede School-projecten werden deze legislatuur op de sporen gezet. Geen enkele lokale overheid zet zo sterk in op transversale brede schoolwerkingen als de VGC. Taal en Armoede - Er werd transversaal gewerkt rond taal en armoede, met o.a. een sterk bijgewoonde studiedag “Taal Centraal”, een visietekst taal, concrete taalondersteunende acties. Er waren ook rondetafels inzake armoede, een visietekst over armoede, enz. Infrastructuur - Ook infrastructuurprojecten als Nieuwland, gemeenschapscentra met lokale dienstencentra, het Leo II-huis, basisschool het Theodoortje en anderen zijn transversale realisaties. Met andere woorden, de VGC heeft op dat vlak heel wat stappen vooruit gezet. Een van de eerste stappen was de oprichting van transversale ambtelijke werkgroepen, eind 2009. In een nota goedgekeurd op 18 december 2009 werden 7 transversale thema’s bepaald: Armoede, ECM, Brede school, Taal, Gemeenschapscentra, Brede Jeugdhulp, en Opvoedingsondersteuning. Deze thema’s werden nauw opgevolgd door daartoe specifiek aangestelde ambtelijke transversale werkgroepen. Het aantal bijeenkomsten en de geboekte resultaten van deze transversale werkgroepen varieert sterk van werkgroep tot werkgroep. In een aantal gevallen hebben de ambtelijke werkgroepen visieteksten voortgebracht die ook goedgekeurd werden door het College en het voordeel hebben organisatie breed gedragen te zijn. Dit is bv. het geval voor de werkgroepen Armoede, Brede School, Taal en Opvoedingsondersteuning Een opsomming van de werkzaamheden van elke werkgroep zou ons echter te ver brengen, maar indien gewenst kan er een tabel worden overgemaakt met het overzicht van de bijeenkomsten en belangrijkste resultaten per werkgroep. De transversale werking werd deze legislatuur ook structureel ingebed in de VGC. Om resultaten te zien moet men naar het werk op het terrein kijken. Dit wil echter niet zeggen dat er veel voorbereidend werk werd verricht. - 10 Er is een cel Stedelijk Beleid opgericht om zowel extern als intern de samenwerking te bevorderen. Deze cel staat in voor verschillende transversale opdrachten waaronder de coördinatie van het Stedenfondsprogramma en bijhorende inspraaktrajecten, de opvolging van de wijkcontracten, de transversale rapporten en nota’s (regeerverklaring, enz.), projecten zoals de buurtstewards opvolgen, deelname aan de werkgroepen, enz. Eind 2009 bepaalde het College de verantwoordelijkheden en rollen in het kader van de ambtelijke werkgroepen. Aldus zijn de functionele bevoegde algemene directies verantwoordelijk voor de aanpak van de vooropgestelde en de aan hen toegewezen thema’s en verzorgen zij het secretariaat en de verslaggeving. De werkgroepen zijn samengesteld uit twee of drie vertegenwoordigers (naargelang de thematiek) per algemene directie en de cel Stedelijk Beleid. De aangeduide vertegenwoordigers beschikken vanuit hun positie over een goede kennis van de realiteit binnen hun eigen beleidsdomein, vertolken er het standpunt van het beleidsdomein en streven naar een consensus inzake beleidsaanbevelingen. De cel Stedelijk Beleid participeert aan de verschillende werkgroepen. De cel rapporteert samen met de beleidsdirecties aan het College over de werkzaamheden van de werkgroepen in zijn geheel als beleidsinstrument binnen de VGC en bewaakt samen met de beleidsdirecties de voortgang ervan. Om het overzicht te bewaren en vooral ook ter voorbereiding van beleidsopdrachten (Stedenfonds TFB, beleidsverklaringen wijkcontracten beleidsdossiers en werkgroepen) werd een overkoepelend transversaal overleg geroepen tussen de drie algemeen directeurs, de leidend ambtenaar en de coördinator Stedelijk Beleid. strategische transversale in het leven deskundige- Ook het samenbrengen van de administratie op een fysieke plek heeft de interactie en uitwisseling tussen diensten bevorderd en komt de transversale werking zeker ten goede. Tot slot zegt de collegevoorzitter dat transversaal werken een aandachtspunt vormt voor iedere werknemer binnen de VGC. Raadslid Jef Van Damme is blij dat de collegevoorzitter met zoveel “goesting en verve” zijn beleid en de administratie verdedigt. Het siert de collegevoorzitter. Toch heeft hij enkele kritische bedenkingen. Basisschool het Theodoortje in Jette is een mooi voorbeeld van een transversaal project. Op het vlak van infrastructuur zijn er nog wel een aantal goede projecten. Maar een aantal van de opgesomde projecten zijn projecten die vanuit de Vlaamse Gemeenschap worden aangestuurd. De Brede School is een project waarvoor de Vlaamse Gemeenschap met de middelen en de visie over de brug is gekomen. Het is positief dat de VGC, na aandringen, hierop heeft ingetekend. Nieuwland is eveneens een transversaal project, tot stand gekomen door samenwerking tussen de VGC en de Vlaamse Gemeenschap. Veel van de aspecten die de collegevoorzitter heeft opgenoemd gaan over overleg, organiseren van vergaderingen. Het rapport over de Taskforce Brussel is inderdaad een transversaal rapport, maar hier is niet zoveel eer in weg te kapen omdat het gaat over het geven van een opdracht, over het organiseren van een rondetafel. Het gaat niet over het - 11 realiseren van concrete projecten. Graag hier wat meer bescheidenheid rond want het organiseren van werkgroepen en rondetafels behoren niet tot de grote realisaties van de VGC, aldus interpellant Jef van Damme. Er zijn enkele transversale projecten opgestart door verenigingen, die al heel lang actief zijn in Brussel. Denk maar aan het seniorencentrum, aan IBO’s enz. Welke transversale projecten, die opgestart zijn vanuit het werkveld, heeft de VGC mee gedragen en ondersteund? De geïntegreerde wijkwerkingen krijgen nog steeds geen structurele subsidie en vallen dus heel vaak tussen de mazen van het net omdat de collegeleden de bevoegdheden naar mekaar doorsturen. Binnen de VGC bestaan veel werkgroepen en werden veel initiatieven genomen. Alleen hebben heel veel organisaties op het terrein het gevoel dat ze tussen 2 stoelen vallen. Op dit vlak is het rapport van dit College niet 100% rooskleurig, zoals de collegevoorzitter graag wil doen uitschijnen. *** - 12 Interpellatie van mevrouw Elke Roex tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, Vorming en Begroting, betreffende het Stedenfonds In 2014 startte een nieuwe stedenfondsperiode voor 6 jaar. Vorig jaar werden de beleidskeuzes daarrond vastgelegd. Er werden 2 oproepen gelanceerd. Organisaties konden tot 31 januari 2014 intekenen op de oproepen ‘innoverende stedelijke netwerken’ en/ of ‘culturele diversiteit en innovatie’. De Brusselse organisaties konden een project indienen. Raadslid Elke Roex heeft haar oproep om kansen te geven aan vernieuwende projecten en een plaats te geven aan armoedebestrijding in het Stedenfonds, in de VGC al meermaals herhaald. Het is nog niet duidelijk of hier effectief aandacht voor is, want wat er nu effectief in het Stedenfonds wordt opgenomen is niet bekend. De afgelopen stedenfondsperiode hebben we een grote verschuiving gezien, waarbij organisaties alsmaar minder regulier gesubsidieerd werden en steeds meer in het Stedenfonds werden ondergebracht. Ook voor dit Stedenfonds blijkt dit weer het geval te zijn. Met als resultaat dat het voortbestaan van sommige organisaties in gevaar is. Want zij weten nog niet of hun plaats in het Stedenfonds behouden werd. Hoeveel aanvragen werden hiervoor ingediend? Voor welk totaal bedrag? Hoeveel is er beschikbaar? Wat zijn de selectiecriteria? Hoe verloopt de precieze selectieprocedure? Wanneer krijgen de organisaties die in het Stedenfonds worden opgenomen en diegene die ingeschreven hebben op de projectoproepen, uitsluitsel of ze al dan niet opgenomen worden in het Stedenfonds? Wanneer krijgen de opgenomen organisaties uitsluitsel over het subsidiebedrag dat ze via het Stedenfonds krijgen? Op welke manier zal collegevoorzitter Guy Vanhengel de organisaties die uit de boot vallen opvangen? De beleidsovereenkomst Stedenfonds III is volgens collegevoorzitter Guy Vanhengel opgebouwd rond een aantal strategische en operationele doelstellingen. De realisatie van deze doelstellingen gebeurt enerzijds in eigen beheer (door VGC zelf) en anderzijds doet de VGC beroep op organisaties en verenigingen uit het Nederlandstalig werkveld in Brussel. Voor de meerderheid van de organisaties die opgenomen zijn in het nieuwe Stedenfondsprogramma is de besluitvorming reeds achter de rug en werden de betrokken organisaties in kennis gesteld van deze beslissingen. Voor al deze organisaties werden er overeenkomsten opgesteld met duidelijke opdrachten en resultaten. Maar de beleidsovereenkomst Stedenfonds III voorziet ook in een aantal oproepen. Door deze oproepen wil de VGC mogelijkheden creëren om innovatieve projecten op te zetten. Ruimte creëren voor vernieuwing en experiment was trouwens één van de aspecten die in het uitgebreide inspraaktraject Stadspiratie, dat voorafging aan de beleidsovereenkomst het meest aan bod - kwam. De oproepen zijn daarop geënt. - 13 Voor deze Stedenfondsdoelstellingen dient nog een beslissing genomen te worden. Meer bepaald betreft het volgende twee oproepen: de oproep ‘innoverende stedelijke netwerken’ en de oproep ‘culturele diversiteit en innovatie. Voor beide oproepen is de procedure en de timing gelijklopend. Beide projectoproepen stonden vanaf medio november op de website van de VGC en zijn via nieuwsbrieven, deelwebsites en e- mailings zeer ruim verspreid. De uiterste indiendatum voor de aanvragen was voorzien op 31 januari 2014. Bij de oproep innoverende stedelijk netwerken’ werden in totaal 68 aanvragen ingediend voor een totaal bedrag van 1.569.154,66 euro. Het jaarlijks beschikbare budget dat werd voorzien voor die doelstelling bedraagt echter 190.000 euro. Alle aanvragen worden geadviseerd door een multidisciplinaire, onafhankelijke jury. De juryleden werden aangesteld op basis van hun deskundigheid en inzicht m.b.t. de criteria van de projectoproep. De selectiecriteria zijn de volgende: - Bijdrage tot stedelijke netwerkontwikkeling; - Innovatie; - Coproductie en cocreatie; - Kennisopbouw en kennisuitwisseling. In februari en maart 2014 is de jury samengekomen om de projecten te beoordelen. De jury moet haar gemotiveerd advies nog overmaken aan het College dat hierover beslist. Momenteel is de administratie dit advies aan het voorbereiden. De beslissing zal genomen worden op het College van april 2014. Bij de oproep ‘culturele diversiteit en innovatie’ werden in totaal 28 aanvragen ingediend voor een bedrag van 837.283,02 euro in 2014. Het jaarlijks beschikbare budget bedraagt 241.000 euro. Ook hier worden de aanvragen geadviseerd door een jury bestaande uit 5 externe deskundigen en een voorzitter uit de administratie van de VGC, aangesteld op basis van hun deskundigheid en inzicht m.b.t. de criteria van de projectoproep. De selectiecriteria zijn de volgende: - Het innovatieve en experimentele karakter; - De manier waarop de beoogde doelgroep actief zal worden betrokken; - De mate van netwerking en samenwerking met andere partners of sectoren; - De aandacht voor zichtbaarheid en ontsluiting en delen van kennis en expertise; - De verankering in de structurele werking van de organisatie of de vereniging op het vlak van etnisch-culturele diversiteit. Ook in dit geval is de jury reeds samengekomen, maar moet het gemotiveerd advies over de projecten nog overgemaakt worden aan het College dat hierover beslist. De beslissing zal eveneens genomen worden op het College van eind april. - 14 Vanaf mei 2014 worden de aanvragers geïnformeerd over de beslissing van het College en de al dan niet subsidiering van hun ingediende projectvoorstellen. De goedgekeurde projecten kunnen vanaf dan ook van start gaan. De legislatuur wordt afgesloten met de afronding van deze procedures. Het nieuwe College zal met een propere lei deze projecten kunnen opvolgen. De oproepen zijn op zich niet bedoeld om de reguliere financiering van organisaties te voorzien. Het is vanzelfsprekend ook onmogelijk om alle projecten die onvoldoende beantwoorden aan de oproep en die niet positief geadviseerd worden, op te vangen. Dat is nooit de bedoeling geweest, met geen enkele oproep die de VGC lanceert. Projectoproepen zijn bedoeld om enkel de meest interessante en beste initiatieven die beantwoorden aan de criteria in de oproep, te honoreren. Het is niet de bedoeling om alle organisaties die een dossier hebben ingediend, op te vangen. Raadslid Elke Roex betreurt dat de goedkeuring zo laat in de legislatuur komt. Hierdoor is de parlementaire controle moeilijk omdat de parlementaire werking stilligt. Graag had de spreker de samenstelling van de jury gekend. De collegevoorzitter zegt dat het niet de bedoeling is de reguliere werking te financieren. Er is één uitzondering, namelijk de wijkwerkingen die al 5 jaar binnen het VGC-beleid aan het “zwabberen” zijn. De wijkwerkingen hebben volgens mevrouw Elke Roex van verschillende collegeleden de raad gekregen zich in te schrijven op deze 2 oproepen. Ze zijn voor hun structurele werking al afhankelijk van een al dan niet goedkeuring. De huidige financiering die ze van het College hebben gekregen loopt af eind april 2014. Pas eind april zal geweten zijn of de financiering verlengd wordt of niet. De collegevoorzitter heeft reeds vastgesteld dat al de wijkwerkingen, ondanks al het gezwabber, toch goed ondersteund worden. Ze worden eveneens heel erg gewaardeerd door de collegeleden. Mevrouw Elke Roex vraagt of er een oplossing voor deze wijkwerkingen zal komen buiten het Stedenfonds om. De wijkwerkingen hebben nu een aanvraag ingediend in die 2 oproepen omdat er geen andere oplossing voor handen is. De financiering stopt eind april. De vraagsteller vergewist zich ervan of ze goed begrepen heeft dat er naar een oplossing wordt gezocht buiten het Stedenfonds om. Collegevoorzitter Guy Vanhengel zegt dat niet heel de wijkwerking afhankelijk is van de 2 oproepen. Het gaat om bepaalde onderdelen die gefinancierd zouden kunnen worden indien ze in aanmerking worden genomen door de onafhankelijke jury. Als dit lukt zoveel te beter. Lukt dit niet, dan zal er nagegaan worden of er voor de verschillende onderdelen een oplossing gevonden kan worden. Om niet steeds dezelfde discussies te voeren, is het noodzakelijk dat in de volgende bestuursovereenkomst van de VGC afspraken over de wijkwerkingen gemaakt worden. Hopelijk is de kiezer verstandig genoeg om te stemmen voor degene die dit idee voorstelt. - 15 Mevrouw Elke Roex hoopt dit ook want haar fractie ondersteunt dit idee al jaren. Maar de kiezer stemt pas op 25 mei 2014 en de financiering stopt eind april 2014. De collegevoorzitter benadrukt dat niet de wijkwerkingen stoppen. Slechts 1 coördinator. Niet alle coördinatoren hangen af van 1 bedrag. Dit is wel zo volgens mevrouw Elke Roex. Het betreft alle 4 de coördinatoren. Ze hoopt dat er buiten het Stedenfonds om een oplossing gevonden zal worden. Hieronder volgt de samenstelling van de multidisciplinaire jury die de aanvragen moet beoordelen in het kader van de Stedenfondsoproepen. Oproep ‘innoverende stedelijke netwerken’: De samenstelling van de jury werd bekrachtigd door het college besluit nr 20132014-0117 van 13 november 2013: 1. Mark Trullemans (voorzitter Reflectiegroep Stedelijk beleid) 2. Geertrui Vanloo (directeur Sociale Zaken stad Leuven, o.a. verantwoordelijk voor kinderopvang, onderwijs, buurtwerking, participatie, armoedebeleid) 3. Mirjam Amar (Kruispunt Migratie-Integratie, experte migratie en integratie) 4. Dirk Habils (diensthoofd wijkontwikkeling stad Genk, expert wijkontwikkeling en participatie) 5. Frederik Serroen (stafmedewerker Kenniscentrum Vlaamse Steden) Oproep ‘culturele diversiteit en innovatie’ De samenstelling van de jury werd bekrachtigd door het collegebesluit nr 20132014-0095 van 13 november 2013: 1. 2. 3. 4. 5. Razia Alibhai – Bon vzw, cel maatschappelijke participatie Inge Van de Walle – DEMOS, stafmedewerkster lokale netwerken en armoede Saddie Choua – filmmaakster en schrijfster Michael De Cock – ’t Arsenaal, GEN2020 Maarten Bresseleers – Sociaal Fonds Podiumkunsten Plaatsvervanger: 1. Angelo De Simone – RIC Foyer 2. Myriam Stoffen – directrice Zinneke 3. Delphine Hesters – VTI, onderzoeksmedewerker interculturaliteit ***
© Copyright 2024 ExpyDoc