ONTWIKKELEND LESGEVEN HOE DOE JE DAT?

taal
ontwikkelend lesgeven
hoe doe je dat?
leidraad
Taalontwikkelend lesgeven,
hoe doe je dat?
Hoe kun je zinvol meewerken aan het taalbeleid op school?
Hoe ga je in een klas om met leerlingen die moeite hebben
met taal? Hoe stimuleer je als leerkracht economie of natuurwetenschappen de taalontwikkeling van je leerlingen?
Dit materiaal werd ontwikkeld door de Arteveldehogeschool, dienst studieadvies,
en KAHO Sint-Lieven. Het project werd mogelijk gemaakt door de steun van de
Orde van den Prince.
De Orde van den Prince wil als Vlaams-Nederlandse culturele organisatie bijdragen aan de ontwikkeling, de beleving en het behoud van de Nederlandse taal en
cultuur, ook op academisch niveau. Het bestuur van het gewest Oost- en ZeeuwsVlaanderen weet dat leerkrachten van vitaal belang zijn voor het bepalen van het
taalbeheersingsniveau van kinderen in het kleuter- en lager onderwijs en van leerlingen in het secundair onderwijs. De toekomstige leerkrachten vormen bovendien de hefboom om het taalbeleid op de drie onderwijsniveaus te verankeren.
Dit gewest steunde dan ook het project ‘Taalontwikkelend lesgeven: hoe doe je
dat?’ door sessies voor docenten te financieren en de instructiefilmpjes voor de
drie onderwijsniveaus aan te maken. Deze leidraad bij de filmpjes maakt eveneens deel uit van het project.
meer dan fouten
verbeteren
concrete
voorbeelden
Nog te vaak wordt taalontwikkelend lesgeven gereduceerd
tot 'fouten verbeteren', terwijl het eigenlijk gaat om een manier van lesgeven, een didactiek. Die vertrekt van het principe dat taal een belangrijke rol speelt bij het leren, wat er
ook geleerd wordt.
Artikelen en bijdragen over taalontwikkelend lesgeven belichten het onderwerp vaak vanuit een theoretische hoek. Dat
is zeker zinvol, maar studenten, leerkrachten en docenten
willen graag concrete voorbeelden zien. Het pakket ‘Taalontwikkelend lesgeven: hoe doe je dat?’ brengt de didactiek op
een toegankelijke en authentieke manier in beeld.
Het pakket bevat:
• vijf instructiefilmpjes
• een leidraad
• drie kijkwijzers en een opdracht per filmpje
p3
filmpjes
uit de praktijk
In die filmpjes demonstreren leerkrachten technieken en
basisprincipes van taalontwikkelend lesgeven in hun klaspraktijk. In totaal werden er vijf filmpjes opgenomen: eentje
in de kleuterschool, eentje in de lagere school en een in
elke graad van het secundair onderwijs.
bijhorende
leidraad
De bijhorende leidraad maakt op een toegankelijke en laagdrempelige manier duidelijk wat taalontwikkelend lesgeven
inhoudt. Verschillende begrippen zoals ‘CAT’, ‘taalruimte’
en ‘interactie’ worden in mensentaal toegelicht. Verder bevat de leidraad de korte inhoud van de filmpjes en tal van
referenties, te herkennen aan de icoontjes.
kijkwijzers &
opdrachten
voor wie?
Het pakket bevat tot slot drie kijkwijzers of checklists en per
filmpje opdrachten om met studenten of een leerkrachtenteam aan de slag te gaan.
Het project is in eerste instantie uitgewerkt voor lerarenopleidingen. Toekomstige leerkrachten vormen de hefboom
om het taalbeleid op de drie onderwijsniveaus te verankeren. Uiteraard is het pakket ook bruikbaar voor leerkrachten
en taalbeleidscoördinatoren. Kortom, voor iedereen die inspiratie zoekt om actief aan taalontwikkeling te werken of
die anderen wil overtuigen van het belang ervan.
Veel succes!
p4
Inhoud
Taalontwikkelend lesgeven, hoe doe je dat? - - - - - - - - p 3
1. Wat is taalontwikkelend lesgeven? - - - - - - - - - - - - - - - - p 6
2. Het ABC van taalontwikkelend lesgeven - - - - - - - - p 12
3. Korte inhoud filmpjes - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - p 22
• Kleuteronderwijs: Tussen thee en taal
• Lager onderwijs: De zon en het heelal
• Eerste graad secundair onderwijs:
Van voedselketen tot kringloop
• Tweede graad secundair onderwijs:
Verschuivingen op de arbeidsmarkt
• Derde graad secundair onderwijs:
Een vakantiejob zoeken
4. Aan de slag! - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - p 33
• Kijkwijzer
• Opdrachten bij de filmpjes
5. Colofon - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - p 35
p5
geven taalontwikkelend les. Wilma Van der Westen definieert
het als volgt: "Taalontwikkelend lesgeven is een manier van
lesgeven waarin elke docent of leerkracht – ook de niet-taaldocent of niet-taalleerkracht - nadrukkelijk een rol speelt in
het stimuleren en begeleiden van het proces van taalontwikkeling van studenten, leerlingen of kleuters."
1 Wat is taalontwikkelend
lesgeven
Ter verkenning van het concept ‘taalontwikkelend lesgeven’
geven we hieronder een aantal visies en omschrijvingen uit
de literatuur.
taalgericht
vakonderwijs
Om uit te leggen wat taalontwikkelend lesgeven is, gebruiken we een verklaring van Wilma Van der Westen (2009):
als je een taal
niet voldoende
machtig bent...
strategieën
p6
Stel je de situatie voor waarin je een film ziet in een taal
die je wel redelijk beheerst maar niet voldoende machtig
bent. In mijn geval zou dat een Italiaanse film zijn. Voor een
Italiaanse film zonder ondertiteling, zal ik alle zeilen moeten bijzetten. Na afloop van de film zal ik de grote lijnen
doorhebben, ik heb de film kunnen volgen, ik snap de plot.
Ik kan echter geen enkel nieuw woord terughalen. Ik heb
zeker honderden nieuwe woorden gehoord, maar niet opgepikt. Om uit een dergelijke input nieuwe woorden te leren,
zal ik op een andere manier moeten luisteren.
Zoals uit het voorbeeld blijkt, heb je strategieën nodig om je
taal te ontwikkelen en te verrijken. Leerkrachten die zulke
taalleerstrategieën toepassen en aanleren in hun lessen,
drie pijlers
Taalontwikkelend lesgeven wordt door Hajer en Meestringa
benoemd als taalgericht vakonderwijs. Taalgericht vakonderwijs is onderwijs waarin tegelijkertijd wordt gewerkt
aan vak- en taaldoelen, bijvoorbeeld in aardrijkskunde en
geschiedenis. Het idee erachter is dat taal, leren en denken
onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het verwerven van
vakinhouden en het ontwikkelen van vakspecifieke taalvaardigheid gaan dan ook samen. De drie pijlers van taalgericht
vakonderwijs zijn context, taalsteun en interactie.
context
taalsteun
interactie
taalgericht vakonderwijs
p7
interactief
taalonderwijs
drie taalgroeimiddelen
Verhallen en Walst gebruiken de term interactief taalonderwijs. Zij geloven dat je de taalgroei van kinderen en leerlingen
kunt bevorderen door interactie. “Doordat ouders met hun
kinderen praten, ontwikkelen die hun taalvaardigheid spelenderwijs. En zo kunnen ook leerkrachten door met kinderen te praten hun taalontwikkeling stimuleren.” Verhallen en
Walst leggen de nadruk op taalontwikkeling en –verwerving.
Om de taalontwikkeling te bevorderen spreken zij van een
taalgroeppakket met drie taalgroeimiddelen: taalaanbod,
taalfeedback en taalruimte.
Enkele standaardwerken over taalontwikkelend lesgeven:
Hajer, M. & Meestringa, T. (2004/2009) Handboek taalgericht vakonderwijs. Bussum: Coutinho.
Verhallen, M. & Walst, R. (2001/2011) Taalontwikkeling op
school. Handboek voor interactief taalonderwijs. Bussum:
Coutinho.
wat is
taalbeleid
groeimiddel 1
groeimiddel 2
groeimiddel 3
taalaanbod
taalruimte
feedback
uit Verhallen & Walst (2001)
Welke termen je ook gebruikt, de principes van taalontwikkelend lesgeven blijven gelijk. In punt 3 ‘Het ABC van
taalontwikkelend lesgeven’ vind je een verklaring van alle
begrippen. Je zult zien dat de auteurs soms hetzelfde benoemen met een ander begrip.
p8
preventief
werken
Taalontwikkelend lesgeven is een belangrijke pijler van taalbeleid. Een veelgebruikte omschrijving van taalbeleid is de
volgende: ‘Taalbeleid is de structurele en strategische poging van een schoolteam om de onderwijspraktijk aan te
passen aan de taalleerbehoeften van de leerlingen met het
oog op het bevorderen van hun algehele ontwikkeling en het
verbeteren van hun onderwijsresultaten.’ (Van den Branden,
2004, p. 51) Vaak worden in het kader van taalbeleid remediërende acties ondernomen: bijlessen taal, taalworkshops,
een taalklas. Toch is het belangrijk om ook preventief te werken. Taalontwikkelend lesgeven is de manier bij uitstek om
ervoor te zorgen dat taal een middel is om tot leren te komen
in plaats van een struikelblok.
p9
Literatuur over taalbeleid:
Van den Branden, K. (2004) Taalbeleid: een hefboom voor
gelijke onderwijskansen. In: School en Samenleving, 5,
p. 49-66.
Van den Branden, K. (2010) Handboek taalbeleid basisonderwijs. Leuven: Acco.
Bogaert, N. & Van den Branden, K. (2011). Handboek taalbeleid secundair onderwijs. Leuven: Acco.
Hieronder vind je wat literatuur over de implementatie taalontwikkelend lesgeven in een school of een
opleiding.
Alladin, E. & Van der Westen, W. (2009) Taalontwikkelend
lesgeven in het hoger onderwijs. In: Drieëntwintigste Conferentie Het Schoolvak Nederlands (pp. 164-168) Gent:
Academia Press.
Berends, R. (2007) De leerkracht taalvaardig. 13 praktische taaldoelen voor studenten aan de pabo. Assen: Van
Gorcum.
Decelle, A.,Wirix, T. (2010) Dertien doelpunten gescoord?
De implementatie van Dertien doelen in een dozijn in de
Opleiding Bachelor Secundair Onderwijs van de KHLeuven.
In: Naar taalkrachtige lerarenopleidingen. Bouwstenen voor
taalbeleid. Mechelen: Plantyn . (Te raadplegen online via
Knooppunt).
Hacquebord, H., & van Eerde, D. (2006) Taalgericht lesgeven, hoe pak ik dit aan? In: Twintigste Conferentie Het schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press. (pp. 41-42).
Jeurissen, R. & Quanten, E. (2007) Tussen droom en daad …
een taalbeleidsplan voor de lerarenopleiding basisonderwijs,
In: Nieuwsbrief voor lerarenopleiders primair onderwijs Nederlands en Nederlands als tweede taal, 7 (22).
Van der Laan, E. (2001) Bronnenboek Taalgericht Vakonderwijs. Bundeling van resultaten van het project Implementatie
Taalgericht Vakonderwijs, SLO: Enschede.
Van der Laan, E., Meestringa, T. (2004) Zonder skelet kun je
niet keten. Met taalgericht vakonderwijs taalbeleid invoeren
op scholen voor voortgezet onderwijs. Transfer Onderwijsachterstanden: Den Haag
Cajot, G. (2010) Taalnoden in de lerarenopleiding. In: Van
Hoyweghen, D. (red) Naar taalkrachtige lerarenopleidingen. Bouwstenen voor taalbeleid. (pp. 73-86).
p 10
p 11
2 Het abc van taalontwikkelend lesgeven
Betekenisonderhandeling
In klasgesprekken kun je met leerlingen aan betekenisonderhandeling doen. Als er een nieuw woord opduikt dat leerlingen niet begrijpen, kun je samen met hen de betekenis
verhelderen. Je kunt hen ook helpen om een taaluiting preciezer of duidelijker te verwoorden. Betekenisonderhandeling
gebeurt dus wanneer de leerkracht samen met leerlingen
op zoek gaat naar een manier om de boodschap helder te
krijgen.
Betekenisvolle
taaltaken
Het is weinig zinvol leerlingen een verhandeling te laten
schrijven zonder dat ze een doelpubliek en een doelstelling hebben. Taaltaken moeten functioneel en betekenisvol
zijn. Betekenisvolle taken beogen de leerlingen te activeren
door ze binnen die taken probleemstellingen voor te leggen.
Om die op te lossen, moeten de leerlingen zelf de nodige
kennis opdoen en gebruiken. De leerkracht heeft daarbij primair de rol van coach en moet ervoor zorgen dat de lessen
goed gestructureerd zijn.
Hier vind je een alfabetische lijst van begrippen en termen
die vaak gehanteerd worden bij taalontwikkelend lesgeven.
• Betekenisonderhandeling
• Betekenisvolle taaltaken
• CAT: cognitief-academische taal
• Context
• Interactie
• OVUR-strategie
• Schooltaal
• Taalaanbod
• Taalfeedback
• Taalleerstrategie
• Taalproductie
• Taalruimte
• Taalsteun
• Transfer
• Voorbeeldfunctie
p 12
De Lesfabriek: De Lesfabriek voor taalrijk onderwijs is een
computerprogramma waarmee je snel lessen kunt maken.
Het is een Word-applicatie met allerlei taalgerichte opdrachten die gekozen en bewerkt kunnen worden voor een taak,
lesbrief of lessenserie.
Je vindt de software via www.taalgerichtvakonderwijs.nl.
p 13
CAT:
cognitiefacademische
taal
CAT is de afkorting van cognitief-academische taal. CAT
verwijst naar schooltaal en schooltaalvaardigheid, namelijk
‘de vaardigheid taal op een abstract niveau te gebruiken,
om zo in een schoolse context nieuwe informatie te kunnen
verwerven en verwerken’. CAT wordt vaak geplaatst tegenover DAT of dagelijks algemeen taalgebruik. (zie verder bij
‘schooltaal’)
Interactie
Bogaert, N. (2009). Gelaarsd, gespoord, geletterd? Werk
maken van functionele geletterdheid in de hele school. In:
Vonk, 39/1, pp. 3-22.
Context
p 14
Context is naast interactie en taalsteun één van de drie
pijlers van taalgericht vakonderwijs. Om na te gaan of het
onderwijs contextrijk is, kun je de volgende vragen stellen:
Gebruikt de leerkracht, illustraties of anekdotes? Vraagt
de leerkracht voorbeelden? Doet de leerkracht een beroep
op de voorkennis van de leerlingen? De context geeft de
aanknopingspunten om de nieuwe stof te koppelen aan de
aanwezige kennis van de wereld. Door context aan te brengen of te activeren kun je als leerkracht voorkomen dat de
lesstof loshangende, schoolse kennis wordt.
Het meeste leren komt tot stand door over een onderwerp
van gedachten te wisselen, elkaar te bevragen en elkaar informatie te geven. Daarom is het belangrijk als leerkracht gevarieerde mogelijkheden tot interactie te creëren. Door leerlingen meer aan het woord te laten, krijgt de leerkracht zicht
op wát de leerling weet over de lesstof en hóe hij die kennis
verwoordt. Interactie is echter niet beperkt tot leerkrachtleerling, maar geldt ook voor de interactie tussen leerlingen
onderling. Door leerlingen gestructureerd te laten spreken
en schrijven, leren ze hun kennis verwoorden en delen met
anderen. Bijgevolg zijn opdrachten om leerlingen te laten
samenwerken én om leerlingen taal te laten produceren, een
belangrijk element bij interactie.
Interactie is een tweede pijler van taalgericht vakonderwijs
naast context en taalsteun.
OVUR-strategie
Het is belangrijk dat leerlingen in de lessen Nederlands een
strategie aangereikt krijgen voor lees-, luister-, schrijf- en
spreektaken. De OVUR-strategie is een voorbeeld van een
dergelijke strategie. De leerlingen zullen zich eerst Oriënteren en Voorbereiden op de taak om vervolgens de taak Uit te
voeren en ten slotte te Reflecteren over proces en product.
Ook vakleerkrachten kunnen de strategie gebruiken.
p 15
Schooltaal
Schooltaalwoorden zijn bijvoorbeeld syllabus, efficiënt en
refereren. Het zijn begrippen die je niet in je alledaagse taal
gebruikt. Je hebt ze nodig om bijvoorbeeld opsommingen,
omschrijvingen en verklaringen te geven.
De moeilijkheidsgraad van het taalaanbod hangt samen
met de contextuele ondersteuning. Als een leerkracht in de
lagere school het heeft over een geodriehoek en daarbij een
geodriehoek toont en gebruikt, zullen de leerlingen gemakkelijker begrijpen wat de leerkracht met dat woord bedoelt.
Geleidelijk aan zullen de leerlingen deze contextuele ondersteuning minder nodig hebben om een bepaald begrip te
vatten.
Opgelet: schooltaal is nog iets anders dan vaktaal. Onder
vaktaal verstaan we de taal die specifiek is voor een schoolvak. Voorbeelden van wiskundige vaktaal zijn vector, integraal en vergelijking.
Taalaanbod is één van de drie taalgroeimiddelen die Verhallen en Walst beschrijven in een taalgroeipakket.
icto.arteveldehs.be/woordenlijst
Op deze website vind je een woordenlijst met schooltaalwoorden of academisch Nederlands die je in lessen of in
cursussen kunt tegenkomen. Van elk woord krijg je telkens
de betekenis en een voorbeeldzin.
Taalaanbod
p 16
Taal en inhoud verwerven start bij een rijk en toegankelijk
taalaanbod. Het is belangrijk dat het taalaanbod niet te
moeilijk en niet te gemakkelijk is: enerzijds moeten de leerlingen alles begrijpen, anderzijds moet het aanbod nieuwe
taal, nieuwe woorden, nieuwe zinsconstructies bevatten
zodat de leerlingen bijleren. Nutteloze drempels in de taal
moet je proberen te vermijden. Maar het is niet de bedoeling moeilijke woorden en schooltaalwoorden te vermijden.
Er bewust mee omgaan is essentieel, anders ontwikkelen
de leerlingen hun taalvaardigheid niet.
Pot, H., Van Beek, W., Bacchini, S. (2010) Nederlandse taal
voor jonge kinderen: drie manieren van afgestemd taalaanbod. In: Naar taalkrachtige lerarenopleidingen. Bouwstenen
voor taalbeleid. Mechelen: Plantyn (Te raadplegen online via
Knooppunt).
Taalfeedback
Taal leren doe je door in interactie feedback op taaluitingen
te ontvangen. Adequaat reageren op taaluitingen van leerlingen is van cruciaal belang. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen feedback op vorm en feedback op de inhoud.
Wanneer er aan een taaluiting inhoudelijk iets niet klopt,
is het bijna altijd wenselijk dat daar feedback op komt. Bij
vormelijke fouten is het niet altijd nodig of wenselijk om feedback te geven. Je hoeft niet op alle slakken zout te leggen,
zeker als op dat moment de inhoud primeert.
p 17
positieve
bekrachtiging
Er zijn drie categorieën van taalfeedback. De eerste categorie bevat positieve bevestigingen. ‘Dat heb je mooi geformuleerd.’, ‘Goed gezegd’: de taalleerders positief bekrachtigen
en goede taaluitingen herhalen, is erg belangrijk.
helpen
verhelderen
In een tweede categorie horen vormen van feedback thuis
die de lerende aanzetten om zichzelf duidelijker uit te drukken. Je geeft met andere woorden taalfeedback door een
taaluiting te helpen verhelderen of te parafraseren.
expliciet en
impliciet
Tot slot is het eveneens van belang een formulering van leerlingen - wanneer het gepast is - te verbeteren. Verbeteren
kan expliciet gebeuren door nadrukkelijk aan te geven wat er
fout is en de fout te corrigeren. Maar je kunt ook impliciet en
veeleer onopvallend verbeteren, door je eigen taalaanbod
en je reactie op de taaluiting. Expliciete feedback is enkel
wenselijk wanneer een lerende herhaaldelijk een fout maakt
tegen iets wat hij of zij al zou verworven moeten hebben.
Taalfeedback is het derde taalgroeimiddel dat Verhallen en
Walst beschrijven.
Taalleerstrategie
p 18
Taalleerstrategieën zijn strategieën waarmee leerlingen zelf
hun taalleerproces kunnen sturen. Een voorbeeld van een
dergelijke taalleerstrategie zijn woordenschatstrategieën.
Leerlingen moeten leren hoe ze de betekenis van een voor
hen onbekend woord kunnen achterhalen om dit woord dan
later zelf in een andere context te kunnen gebruiken. Een ander voorbeeld van een taalleerstrategie is de OVUR-strategie
(zie vroeger).
Taalproductie
Taal kan pas ontwikkelen als er ruimte is voor taalproductie.
Het is belangrijk als leerkracht om opdrachten te geven die
leiden tot mondelinge of schriftelijke taalproductie. Laat leerlingen niet alleen schrijven en spreken voor een taak, toets
of examen. Ook taalproductie tussen leerlingen is belangrijk.
Bakker, C., Meestringa, T., (2003) Suggesties voor schrijftaken
voor alle vakken. Enschede: SLO.
Taalruimte
Leerlingen hebben in de klas niet altijd veel gelegenheid om
taal te gebruiken. Vaak is de leerkracht het merendeel van
de tijd aan het woord. Taal kan pas ontwikkelen als er ruimte
is voor taalproductie voor ‘praat- en schrijfgelegenheid’. Als
leerkracht kun je voor taalruimte zorgen door een goed gespreksonderwerp te kiezen enerzijds (onderwerpsruimte) en
er anderzijds op toe te zien dat alle leerlingen de kans krijgen
iets te zeggen (beurtruimte).
Taalruimte is één van de drie taalgroeimiddelen die Verhallen
en Walst beschrijven in een taalgroeipakket.
p 19
Taalsteun is een van de drie pijlers van taalgericht vakonderwijs. Je kunt als leerkracht op verschillende manieren
taalsteun bieden. In de eerste plaats kun je taalsteun bieden door taalfeedback te geven. Dat doe je door bij groepswerk of coöperatief leren te observeren en inhoudelijk of
vormelijk te reageren op taaluitingen. De taalsteun kan
inhoudelijk zijn: hantering van de juiste begrippen, benoeming van kenmerken, … Maar ook vormelijke taalsteun is
mogelijk: feedback op stijl, register en woord- en zinsstructuren.
gemeenschappelijke hele team moet meewerken. In functie van deze transfer is
aanpak een gemeenschappelijke aanpak van het team belangrijk.
Niet elke leerkracht hoeft daarbij een taalleerkracht te worden, maar wel een taalbewuste leerkracht.
Daarnaast kun je ook taalsteun bieden door gebruik te maken van stappenplannen, kijkwijzers en schrijfkaders bij
spreek- en schrijfopdrachten. Een degelijk bordschema is
ook een mogelijke vorm van taalsteun.
Van der Laan, E. (2000) Taalgericht lesgeven in alle vakken.
Uitgeverij Partners: Rotterdam.
visueel
Ten slotte kun je taalsteun ook visueel invullen. Afbeeldingen en mindmaps helpen bij het verwoorden van denkrelaties zoals overeenkomsten en verschillen, deel- en geheelrelaties en oorzaak-gevolgrelaties.
Voorbeeld- Leraren en docenten hebben een voorbeeldfunctie voor taalfunctie leerders, zowel voor mondelinge als schriftelijke taal. Werkblaadjes, opdrachten, cursussen moeten helder en correct
geformuleerd zijn in Standaardnederlands. Ook het mondelinge taalaanbod van leerkrachten moet rijk en correct zijn.
Transfer
Op alle schoolniveaus van kleuter- over lager tot secundair
en hoger onderwijs is het noodzakelijk dat alle leerkrachten
en docenten veel kansen tot taalontwikkeling scheppen.
Dat taalleerkrachten of taaldocenten hierin een cruciale rol
spelen, spreekt voor zich. Het vak Nederlands en de leerkracht Nederlands fungeren als aandrijfkracht, maar het
Taalsteun
inhoudelijk
en vormelijk
p 20
Rymenans, R., Van Gorp, K., Paus, H. (2005) Elke leerkracht
is leerkracht Nederlands. In: VONK, jg. 35, nr. 1, p. 17-24.
Bogaert, N. (2004) Taalgericht vakonderwijs: mag het een
beetje meer zijn? In: Nova et vetera jg. 82 nr. 1-2, p.43-62.
Mottart, A., Vanbrabant, P. & Van den Ven (2010) Schrijven
bij diverse schoolvakken -voorbeelden, analyses en aanbevelingen, in Levende Talen.
p 21
3 Korte inhoud instructiefilmpjes
filmpjes
per onderwijsniveau
Aanvankelijk leefde het idee om drie filmpjes op te nemen:
eentje in de kleuterschool, eentje in de lagere school en
één in een secundaire school. En cour de route kozen we
ervoor om een apart filmpje te maken voor elke onderwijsvorm in de secundaire school. Op die manier komen de leerlingen uit de drie verschillende graden aan bod.
Het resultaat zijn vijf filmpjes:
• Kleuteronderwijs: Tussen thee en taal
• Lager onderwijs: De zon en het heelal
• Eerste graad secundair onderwijs: Van voedselketen tot
kringloop
• Tweede graad algemeen secundair onderwijs: Verschuivingen op de arbeidsmarkt
• Derde graad beroepssecundair onderwijs: Een vakantiejob zoeken
interview
Na elke opname volgt een interview. Daarin licht de leerkracht toe welke principes aan bod gekomen zijn en wat de
meerwaarde daarvan is. Fragmenten van het interview zitten
verweven in de montage van de filmpjes.
3.1 Tussen thee en taal
Kleuteronderwijs
1ste kleuterklas
Onder de titel 'Tussen thee en taal' werkt Jill Wailly in de
eerste kleuterklas van Het Kwikstaartje in Oordegem een
gevarieerde les uit over ontbijtgewoontes bij kleuters. Zij benut hierbij alle kansen om te werken aan de taalverwerving
van de kleuters: zij gebruikt zelf een rijke taal en toetst vaak
of de kindjes haar begrepen hebben. Zij geeft alle kleuters
spreekkansen en formuleert daarna gerichte feedback op
hun taalgebruik.
De montage van elke les is beperkt tot 15 à 20 minuten.
Op die manier krijg je een beeld van het lesverloop en de
belangrijke principes van taalontwikkelend lesgeven, maar
op een bondige manier.
p 22
p 23
Om de betrokkenheid van de kinderen te verhogen, laat zij
hen vertellen over hun ontbijtervaringen en -voorkeuren. Zij
gebruikt de klaspop Jules om spontane reacties uit te lokken, om dieper in te gaan op vragen en om de antwoorden
rijker te laten formuleren.
Bij het doeliedje moeten de kleuters niet alleen goed luisteren, maar mogen ze ook fragmenten uitbeelden. Door de
combinatie van woorden en gebaren beseffen zij bijvoorbeeld duidelijk wat het woord ‘inschenken’ betekent.
De geleide waarneming in een kleiner groepje zorgt voor de
verankering van de woordenschat rond thee schenken en
drinken. In de winkelhoek daagt de juf de kleuters elk op
hun niveau uit om elementaire winkelgesprekjes te voeren,
waarbij zij dezelfde woorden weer in een andere context
kunnen gebruiken.
Bacchini, S., e.a. (2005) Duizend-en-een-woorden. De allereerste Nederlandse woorden voor anderstalige peuters
en kleuters. Een gefundeerde woordenlijst gefaseerd voor
verwerving.Enschede: SLO. Te raadplegen via www.slo.nl.
Goorhuis-Brouwer, S.M. (1997) Het wonder der taalverwerving. Basisboek voor opvoeders van jonge kinderen.
Utrecht: de Tijdstroom.
Paus, H.(red.) (2010) Portaal. Praktische taaldidactiek voor
het primair onderwijs. Bussum: Coutinho.
Verhelst, M., Joos, S. en Moons, C. (2011) Taalstimulering
en meertaligheid bij kinderen van 0 tot 6. Te raadplegen via:
http://www.cteno.be/downloads/taal_meertaligheid_kindengezin.pdf
Centrum voor Taal en Onderwijs. Over poepschoenen en appeltap; taalvaardigheid in de eerste kleuterklas. Te raadplegen via:
http://www.steunpuntgok.be/downloads/vormingsaanbod_
2009_2010_regulier.pdf
www.fundels.com
Op deze website maak je kennis met Fundels, dat zijn bewegende versies van prentenboeken die kleuters op computer
kunnen bekijken. Fundels zijn net als papieren prentenboeken een krachtig leermiddel om het taalgevoel van kinderen
te stimuleren.
www.bereslim.nl
Bereslim is vergelijkbaar met Fundels. Hier kun je ook zelf
eenvoudige interactieve prentenboeken maken.
www.peuterplace.nl/kinderboeken/voorleestips.htm
Op deze website vind je tien gouden voorleestips, die helpen
om interactief voor te lezen bij kleuters.
Jansma, A.& Harpman, A. (1997) Kinderen bouwen taal.
Alphen aan den Rijn: Samson Tjeenk Willink.
p 24
p 25
paste taalsteun, bijvoorbeeld bij de opbouw van de werkbladen, vormen de belangrijkste talige ingrediënten van deze les.
http://www.slo.nl/primair/publicaties/taal_vakken
Taal in andere vakken bestaat uit een set van vier losse boekjes met voorbeeldlessen. Hiermee kunnen leerkrachten de
samenhang tussen taal- en wereldoriëntatieonderwijs meer
tot uiting brengen.
3.2 De zon en het heelal
Lager onderwijs
5de leerjaar
Wereldoriëntatie
Veerle De Clippel van de basisschool Sint-Janscollege De
Krekel in Sint-Amandsberg geeft aan haar leerlingen van
het vijfde leerjaar een les wereldoriëntatie over het heelal.
Deze les is duidelijk gericht op taalontwikkeling.
De juf lokt een eerste keer interactie uit door de leerlingen in
duo’s hun voorkennis te laten noteren. Daarna bouwt ze samen met de leerlingen een webschema op rond het thema.
Zo leren ze structureren en rubriceren. Over de betekenis
van cruciale begrippen wordt in de klas druk onderhandeld.
Voor ze een informatieve tekst lezen, moeten de leerlingen
eerst vragen rond het thema opstellen, zodat ze aan de
tekst beginnen met een specifiek leesdoel voor ogen. Daarbij zetten de leerlingen vertrouwde leesstrategieën in.
www.totemtaal.be
Totemtaal is een methode voor kinderen van het 2de tot het
6de leerjaar. Tien thema’s zorgen voor een boeiend kader
en een krachtige leeromgeving met gevarieerde werkvormen.
Callebaut, I., J. Geerts, M. Geerts, K. Van Gorp & L. Wijnants
(2001)Wereld(k)uren. Deurne: Wolters Plantyn.
Wereld(k)uren is een methode wereldoriëntatie voor leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar. De leerlingen werken
zelfontdekkend rond 16 thema's. Elk thema vertrekt vanuit
een uitdagende opdracht of een probleemstelling.
Van Beek, W. & Verhallen, M. (2004) Taal een zaak van alle
vakken. Geïntegreerd taal- en zaakvakonderwijs op de basisschool, Bussum: Coutinho.
Veel kansen op interactie en op verschillende vormen van
taalproductie, betekenisonderhandeling, feedback en gep 26
p 27
of de lesdoelen bereikt zijn en vat hij de leerinhouden samen.
Contextrijk vakonderwijs, actief omgaan met de vakinhouden, duidelijke instructies, begrijpelijk taalgebruik, zonder te
sterk te vereenvoudigen: al deze didactische en talige principes zijn aanwezig in deze les.
3.3 Van voedselketen tot kringloop
Secundair
onderwijs
1ste graad
Natuurwetenschappen
In Don Bosco-Mariaberg in Essen zien we hoe Rob Van Gastel
met zijn leerlingen van de eerste graad een les natuurwetenschappen uitwerkt volgens de principes van taalontwikkelend
lesgeven. In de les ‘Van voedselketen tot kringloop’ expliciteert
Rob niet alleen duidelijk zijn lesdoelen. Hij zorgt ook
voor een heldere lesopbouw, met sprekend en goed
geordend (beeld)materiaal en variatie in werkvormen. Hij besteedt veel aandacht aan kernbegrippen en vaktermen, zodat de leerlingen die echt kunnen verwerven en gebruiken in een andere context.
3.4 Verschuivingen op de arbeidsmarkt
Secundair
onderwijs
2de graad ASO
Economie
De leerlingen krijgen ook veel kansen op samenwerkend
leren. Tijdens het groepswerk observeert de leerkracht gericht, geeft hij regelmatig taalsteun en vraagt hij naar de
werk- en denkwijze. Aan het einde van de les controleert hij
p 28
Dat ook een les economie op een taalontwikkelende manier
kan worden gegeven, bewijst Els Van Hauwermeiren. Ze doet
dat samen met de leerlingen de tweede graad ASO van het
Sint-Gertrudiscollege van Wetteren.
Het werken in stam- en expertgroepen vormt de kern van deze
les. Hierbij moeten de leerlingen gevarieerde opdrachten in
verband met cijfers, grafieken, tabellen en informatieve teksten samen uitvoeren. Lees- en luistervaardigheid worden
p 29
intensief geoefend. Wanneer de experten de bestudeerde
verschuivingen op de arbeidsmarkt in de stamgroepen moeten uitleggen, wordt dan weer hun spreek- en formuleervaardigheid op de proef gesteld. Leerlingen hebben sterk
het gevoel dat zijzelf de les - opgebouwd volgens het OVURprincipe - tot een goed einde hebben gebracht, ook al heeft
de leerkracht het proces voorbeeldig voorbereid en bewaakt.
eenduidige manier leerdoelen formuleren. Ze leren relevante
informatie opzoeken via het internet, folders, brochures en
jongerengidsen. Juiste zoektermen gebruiken en inhoudstafels of woordregisters snel en gericht raadplegen, staan hierbij vaak cruciaal.
Deze les kadert perfect in het taalbeleid dat het college al
enkele jaren voert van in de eerste graad. Het resultaat is
onder meer dat leerlingen vaktermen en schooltaalwoorden systematisch noteren in schriftjes waardoor die dan
ook goed gekend zijn.
3.5 Een vakantiejob zoeken
Secundair
onderwijs
3degraad BSO
Project Algemene
Vakken
p 30
Het verwerven van functionele taalvaardigheid is één van
de belangrijke doelen van de lessen Project Algemene Vakken, waarin maatschappelijk relevante thema’s aangepakt
worden. De pijlers van taalgericht vakonderwijs, namelijk
interactie, contextrijk onderwijs en taalsteun, staan ook
centraal in de les PAV van Karen Ackerman en haar leerlingen van de derde graad BSO Verzorging in EDUGO Lochristi.
Het vergelijken en beoordelen van sollicitatiebrieven en het
uitschrijven van een schema voor een dergelijke brief vormen
de eindfase. Er gaat ook heel wat aandacht naar de afronding
en de evaluatie van deze voorbeeldige en actieve les waarbij
de leerlingen met een schema vastzetten wat ze willen onthouden. In een latere fase zullen zij een infostandje voor een
vakantiejobbeurs opbouwen en hierbij taal en beeld functioneel samenbrengen.
De leerlingen bouwden in een voorgaande les met Bubbl.us
een mindmap op rond het thema 'Een vakantiejob zoeken’.
Uitgaande van deze mindmap moeten zij daarna op een
http://www.steunpuntgok.be/secundair_onderwijs
Op deze website vind je het bronnenboek BSO/TSO. In dit bronnenboek staan lesmodellen voor de algemene, technische
p 31
en praktijkvakken die zowel inzetten op verhoging van de
betrokkenheid en motivatie als op de taalvaardigheid van
jongeren.
4 Aan de slag!
Ander beeldmateriaal taalontwikkelend lesgeven
Als bijlage bij deze leidraad vind je een kijkwijzer en opdrachten die je kunt gebruiken bij de instructiefilmpjes.
www.dertiendoelenvertaald.be
Op deze website voor leraren-in-opleiding vind je verfilmde
good practices wiskunde en aardrijkskunde.
www.taalgerichtvakonderwijs.nl> publicaties
• Dertien prototypen van taalgerichte lessenseries voor
het voortgezet onderwijs. Het Platform Taalgericht Vakonderwijs ontwikkelde in samenwerking met verschillende didactici en docenten lessenseries voor biologie,
economie, handel, geschiedenis, rekenen/wiskunde,
techniek en zorg.
• Als het moeilijk wordt ga je denken; leren lezen in het
voortgezet onderwijs. Op deze dvd zijn twee voorbeeldlessen te zien over begrijpend leren lezen van vakteksten. Regie: Maarten van den Burg/Scriptfactory.
• Taalgericht de vakken in! Achtergronden bij dertien taalgerichte lessenseries voor verschillende vakken in de
onderbouw, bovenbouw vmbo, havo.
• van den Burg, M., Een interactief audiovisueel pakket
voor Taalgericht vakonderwijs, Educatieve Faculteit Amsterdam.
p 32
5.1 Kijkwijzer
kijkwijzer
kleuteronderwijs
Impliciet corrigeren
corrigeert de leerkracht taaluitingen van de
kleuters? geeft hij corrigerende en expliciete
leerkrachtvan
dekleuters?
leerlingen positief als ze sprefeedback op de taaluitingen
ken hij
ende
schrijven?
hij de leerlingen te
parafraseert hij? helpt
kleuters helpt
te
formuleren?
formuleren? herformuleert
hij deherformuleert
taaluitingen hij de taaluitingen
leerlingen? geeft hij voorbeelden van
van kleuters? geeftvan
hij voorbeeldformulehet beoogde taalgebruik, voorbeeldformuleringen?
taalontwikkelend lesgeven
ringen? corrigeert de leerkracht taaluitingen
1. Is het taalaanbod van de Leervan de leerlingen?
kracht BegrIjpeLIjk en BoeIend voor
kLeuters?
3. Is er aandacht voor
taalleerstrategieën ?
Begrijpelijk
Is niet
het tetaalaanbod
drukt de leerkracht1.
zich
gemakkelijk van de Leerbeoogde taalgebruik, voorbeeldformulerinkracht
opLeerkracht
Leren leerlingen
omgaan met moeilijke
3. schept de
een positief,
maar ook niet te moeilijk
uit?rIjk,
zijn verzorgd
de formu- en afgestemd
gen? corrigeert de docent taaluitingen van
woorden? krijgen ze aanwijzingen bij het
de van
LeerLIngen?
veilig en rijk klimaat?
leringen op het niveau
kleuters? Biedt hij
de studenten?
lezen van teksten? Worden de leerlingen
visuele ondersteuning als hij nieuwe woorden
taalontwikkelend
lesgeven
zijn de formuleringen op het niveau
om de
stil te staan bij hun spreek-,
Biedtvan
de leerkracht gestimuleerd
een context voor
aanbrengt?
3. Is er aandacht voor taalleerstraleerlingen? drukt de leerkrachtnieuwe
zich enerzijds
schrijf- ofIsleesdoel?
oefenen ze zich
woorden dieluister-,
hij aanbrengt?
de
tegieën?
niet te moeilijk uit, waardoor deruimte
leerlingen
in het
onderscheiden
van hoofd- en bijzaken?
prikkelend om
nieuwe
taal te leren?
Boeiend
niet bij
kunnen
volgen? Is het niveau van de
Wordt er aandacht besteed aan verschillende
sluit de leerkracht aan
de interesse
Leren studenten omgaan met moeilijke
leerkracht
anderzijds
tekstsoorten en hun kenmerken?
van de kleuters? vraagt
hij naar
hun eigenniet te laag, waarwoorden? krijgen ze aanwijzingen bij het
door de leerlingen niets bijleren?
hijde Leerkracht dIverse en
4. Biedt
geeft
ervaringen?
1. Is het
taalaanbod van de docent
lezen van teksten? Worden de studenten
nieuwe begrippen aan op het moment
dat de
betekenisvolle
taaltaken?
rIjk, verzorgd
en afgestemd op de
gestimuleerd om stil te staan bij hun spreek-,
leerlingen er ontvankelijk voor zijn? pendelt
luister-, schrijf- of leesdoel? oefenen ze zich
studenten?
hij
heen
en
weer
tussen
schooltaal
en
alkunnen de kleuters de woorden al spelend
2. geeft de Leerkracht
in het onderscheiden van hoofd- en bijzaken?
onder
dede
knie
krijgen? Is eropveel
taalfeedback? ledaagse verwoording? Wordt belangrijke
zijn
formuleringen
hetherhaling
niveau van stuWordt er aandacht besteed aan verschillende
4. schept
de Leerkracht een gepaste
informatie benadrukt? gebruiktvan
de leerkracht
woorden
in allerlei
contexten?
denten? drukt
de docent
zich enerzijds niet
tekstsoorten en hun kenmerken?
context
voor
de
nIeuWe
LeerInhoud
een
verzorgde
en
duidelijke
taal?
spreekt
hij
Positieve bevestiging
te moeilijk uit, waardoor de studenten niet
dIe hIj aanBrengt?
rustig?
articuleert
hij duidelijk?
Bevestigt de leerkracht
de kleuters
positief
kunnen volgen? Is het niveau van de docent
als ze spreken? herhaalt hij goede taaluitinanderzijds niet te laag, waardoor de studenWordt
de
voorkennis
van
de
leerlingen
2.
geeft
de
Leerkracht
gen van kleuters?
ten niets bijleren? Biedt hij vaktermen aan op
gebruikt als springplank? sluit de leerkracht
taalfeedback ?
het moment dat de studenten er ontvankelijk
aan bij de interesses van de leerlingen? cre4. schept de docent een gepaste convoor zijn? pendelt hij heen en weer tussen
eert hij een kader voor de nieuwe leerstof?
herhaalt hij goede taaluitingen van
text voor de nIeuWe LeerInhoud dIe hIj
schooltaal en alledaagse verwoording? Wordt
geeft hij voorbeelden? vraagt hij voorbeelleerlingen? parafraseert hij? Bevestigt de
aanBrengt?
belangrijke informatie benadrukt? gebruikt
de docent een verzorgde en duidelijke taal?
Wordt de voorkennis van de studenten
spreekt hij rustig? articuleert hij duidelijk?
gebruikt als springplank? sluit de docent aan
bij de interesses van de studenten? creëert
2. geeft de docent taalfeedback?
hij een kader voor de nieuwe leerstof? geeft
hij voorbeelden? vraagt hij voorbeelden?
herhaalt hij goede taaluitingen van studennodigt hij studenten uit om context aan te
ten? parafraseert hij? Bevestigt de docent
brengen? zorgt de docent ervoor dat de
de studenten positief als ze spreken en
studenten zich voldoende betrokken voelen
schrijven? helpt hij de studenten te formubij het onderwerp?
leren? herformuleert hij de taaluitingen van
studenten? geeft hij voorbeelden van het
taalontwikkelend lesgeven
kijkwijzer
lager en secundair
de leerkracht
onderwijs
de leerkracht
de les
kijkwijzer
hoger onderwijs
Aan de hand van de kijkwijzer kun je nagaan in welke mate
de basisprincipes van taalontwikkelend lesgeven aan bod komen. Je kunt de kijkwijzer gebruiken bij de instructiefilmpjes
en om gerichter te reflecteren op je eigen lespraktijk.
We hebben bewust gekozen voor een korte, gebruiksvriendelijke kijkwijzer. De vragen zijn toegankelijk geformuleerd, dus
zonder veel voorkennis kunnen studenten, leerkrachten en
vakdocenten ermee aan de slag.
de docent
de les
de les
drie
kijkwijzers
Je vindt bij deze leidraad drie versies van de kijkwijzer. In de
versies komen dezelfde basisprincipes en vragen aan bod,
maar de terminologie is aangepast aan het onderwijsniveau.
In de kijkwijzer voor hoger onderwijs is er sprake van ‘docenten’ en ‘studenten’, in die voor secundair onderwijs spreken
we over ‘leerlingen’ en ‘leerkrachten’. In de kijkwijzer voor
kleuteronderwijs zijn alleen de relevante vragen opgenomen
en gebruiken we de term ‘kleuters’.
p 33
Hieronder vind je de referenties van andere kijkwijzers en
observatie-instrumenten op de markt.
5 Colofon
Via www.taalgerichtvakonderwijs.be kan je de kijkwijzer
voor taalgericht vakonderwijs downloaden. De kijkwijzer is
gebaseerd op de drie pijlers die het concept taalgericht vakonderwijs vormen: context, taalsteun en interactie.
Het project ‘taalontwikkelend lesgeven, hoe doe je dat?’ werd
mogelijk door de steun van het gewest Oost- en ZeeuwsVlaanderen van de Orde van den Prince.
Eerde, D. van, H. Hacquebord, M. Hajer, M. Pulles, C. Raymakers (2007). Kijkwijzer voor taalgericht vakonderwijs.
Enschede: SLO/Platform Taalgericht Vakonderwijs.
Projectontwikkelaars
Via www.taalbeleid.be kun je per onderwijsniveau verschillende kijkwijzers vinden om mee aan de slag te gaan. Klik
op ‘instrumenten’.
5.2 Opdrachten
Dorothea Van Hoyweghen, gewestcoördinator neerlandistiek
Orde van den Prince: stond in voor het algemene concept en
voor de coördinatie van het geheel.
Joke Vrijders, verantwoordelijke taalbeleid dienst studieadvies Arteveldehogeschool: werkte de projectaanvraag uit, was
verantwoordelijk voor de redactie en samenstelling van de
bijlage en bracht ideeën aan voor de vormgeving ervan.
An De Moor, taalbeleidscoördinator HUB-KAHO Sint-Lieven:
zorgde voor ondersteuning van het project in haar hogeschool en in het gewest Oost- en Zeeuws-Vlaanderen van de
Orde van den Prince.
Op de fiches vind je vijf opdrachten, één bij elk filmpje. Met
de opdrachten willen we je inspireren om een les of een
vorming uit te werken rond taalontwikkelend lesgeven op
basis van de vijf instructiefilmpjes.
5 4 3 2
opdracht
opdracht
opdracht
opdracht
de lerares van cruciaal belang. Op welke
momenten is die ondersteuning van groot
belang? Noteeropdracht
drie voorbeelden.
vraag 2
1: VERLoop
sECUndaiR
ondERwijs
Welke woorden behoren tot de vaktaal?
HogER ondERwijs
LagER
ondERwijs
sECUndaiR
ondERwijs
1. opBekijk
het filmpje
zon en het heelal’
lerares
bereidt
schrijvenNoem
van een
er enkele
die belangrijk
zijn‘De
voor
Filmpje ‘van OP
voedselketen
FILMPJE ‘EEN VAKANTIEJOB
ZOEKEN‘
Filmpje
zontot
en hethet
heelal‘
FILMPJE ‘VErSCHUIVINGEN
DE De ‘de
m.b.v. de kijkwijzer
‘taalontwikkelend
sollicitatiebrief intensief
stappen (maximaal
vraag
2voor. Welke
deze vakinhoud
13 woorden)
kringloop‘ taalontwikkelend
taalontwikkelend
lesgeven
lesgeven
ArBEIDSMArKT‘
je3.1 lesgeven lager en secundair onderwijs’. den uit het filmpje.
> zie Vind
figuur
taalontwikkelend
lesgeven ze achtereenvolgens?
taalontwikkelend
lesgeven onderneemt
De groepiswordt in drieën verdeeld. De
Het werken
met stamen expertgroepen
die allemaal zinvol?
Zou je deze
les in een
subgroep let aandachtig op de vraag 3
interactie en
taalproductie
te lokken.
tso-richting ook om
zo opbouwen?
Wat
zou je2: uiteerste
opdracht
KLEUTERondERwijs
doELeventueel
En doELgRoEp
docent.
subgroep
Welke
andere
actieve
werkvormen
zou jeDe tweede
anders
kunnen
doen?
doEL En doELgRoEp
Noteer enkele
schooltaalwoorden.
Welke
ken- observeertJuf Jill doet aan woordenschatuitbreiding: ze
‘tussen
thee
enmet
taal‘
vooral
de
items
betrekking tot de brengt nieuwe woorden aan, maar evengoed
kunnen gebruiken
om Filmpje
dezelfde
effecten
te
doEL En doELgRoEp
merken
hebben deze
schooltaalwoorden?
doEL En doELgRoEp
taalontwikkelend
lesgeven
voor de studenten
les. De derde
subgroep kijkt vooral naarverdiept ze de betekenis van gekende
bereiken?
De opdracht is bedoeld voor de studenten Deze opdracht is bestemd
woorden. Welke woorden zijn nieuw voor de
vraag
de leerlingen. Leg daarna in groepjes van
lager
onderwijs
dievorming
het instructiefilmpje
bachelor secundair
het
Met
deze opdrachten
kun je3een
opdracht 3:
Dezeonderwijs
opdrachtdie
is bedoeld
voor
de studenten
‘De
en
het heelal’ kritisch
drie
de bevindingen
instructiefilmpjebachelor
‘Een vakantiejob
zoeken’
geven
aan docenten
aardrijkskunde,
biologie bekijken.
Hoe leert de docent
nieuwe
begrippen samen
aan? en formuleerkleuters? Voor welke woorden doet ze aan
secundair
onderwijs
diezon
het
instrucBij de over
opbouw
vraag
een les
3 moet
je je
afvraeen antwoord
op de volgende
vragen: betekenisuitbreiding? Welke didactische
over taalontwikkelend
lesgeven
de derdeop de arbeidseninnatuurwetenschappen
hoevan
ze
taalHoe
toetst
hij dat leerlingen
de nieuwe
betiefilmpje
‘Verschuivingen
doEL
gen:
‘Wat
leerlingen
volgens
lerenEn doELgRoEp
Studenten
screenen
voor
deze opdracht
• Welke
graad bso kritisch
bekijken.
ontwikkelend kunnen
lesgeven.
grippenmij
begrijpen
en
inzicht basisprincipes
verwerven? van taalontwik-principes gebruikt juf Jill om deze woorden
markt’
over taalontwikkelend
lesgeven
in
de moeten
willen zij De
zelflerares
leren?’
Je moet
die de
twee
confronteert
leerlingen
bewust
lessenenofwat
lessenreeksen
uit
methodes
voor
kelend
lesgeven komen aan bod in deaan te leren?
tweede graad aso kritisch bekijken.
Deze
bestemd
voor de studenten
einddoelen
vanopmet
dedeles
goed
voor
ogen
houzeer
gevarieerd
bronnenmateriaal.
Over
het lager
onderwijs
basisprincipes
lesisvan
het filmpje?
opdracht
4: opdracht
kleuteronderwijs
dieniet?
instructiefilmpje
vraag 4
den, maar tegelijk
moet
je ruimte
laten
voor het?•werkvormen
welk
bronnenmateriaal
gaat
Waarom
ishethanteert
van taalontwikkelend
lesgeven.
Aansluitend
Welke
VERLoop
Welke
interactieve
de
‘Tussen
enintaal’
kritisch
Analyseer één stagedag uit jouw laatste
onverwachte
waarnemingen
endocent?
voor belangrijk
zaken
die verscheidenheid
in deze
les?
formuleren
ze voorstellen
om het taalontVERLoop
Noteer thee
bondig
de tabel
de bekijken.
werkVERLoop
stage met behulp van de kijkwijzer. Tijdens
die de aspect
leerlingen
Als docent
2. Bekijk
een tweede keer en probeer
wikkelende
vanaanbrengen.
deze lessen vorm
Verdeel de groep
in kleinere
deelgroepen.
en de activiteit
van de les
leerling.
welke activiteiten deed je aan taalstimuleje opdracht.
vooral
eenDe
intelligent
begeleider
ofeen
lessenreeksen
te verhogen.
Bekijk het filmpje
eerstsamen
zondermet
en dan
met
Elke
groep
krijgt
andere
film
> zie figuurvan
3.2 concrete voorbeelden te vinden van:
Bekijk
de
studenten
hetmoet
filmpje
VERLoop • aanbod van context
ring? En hoe deed je dat? Pik er één activiteit
vraagop4
leerzijn. Hoe
interview.
wordt
in stukjes
bekeken.
Deontwikkelingsprocessen
verschillende
‘Verschuivingen
op de
arbeidsmarkt’
enen
uit en onderzoek hoe je deze nog zou kunnen
zou datbondig
uitgangspunt
deze les in een andere, • betekenisonderhandeling
drachten worden
in plenum
besproken.
beantwoord onderstaande
vragen.
De
studenten
bekijken
het
filmpje
tweemaal.
verbeteren.
Wat vind je positiefrichting
en wat zou je•– in
het ka- taalproductiekansen
maar toch ook taalontwikkelende
mondelinge
VooRKEnnis
De eerste
maal
lossen ze taalproductiekansen
de eerste vraag
vraag 1
van taalontwikkelend
lesgeven
anders
hebben kunnender
sturen?
• –schriftelijke
voedselketen
consument
producent
op.Wat
Dezou
tweede
maal komen
de andere twee
in deze les?
jij bijvoorvraag 1
•
mondelinge
taalsteun
De studenten hebbenaanpakken
een korte inleiding
vragen
aan
bod.
MaTERiaaL
Welke taalontwikkelende elementen zijn
beeld kunnen adviseren
met het
gekregen over wat taalontwikkelend
lesgeven in verband
• schriftelijke
taalsteun
opdracht
1
bij deze
les het werken
in stam- inhoudt.
je opgevallen in Merk
deze op
les dat
Project
Algemene
refereren naar het bronnenmateriaal?
in het algemeen
• de manier waarop de voorkennis van
vraag 1
• Kijkwijzer ‘taalontwikkelend lesgeven
en expertgroepen centraal staat. De
leerlinVakken?
MaTERiaaL
de leerlingen gebruikt wordt
Taalstimulering
omvat heel
veel
dan gegevenkleuteronderwijs’ in de leidraad ‘Taalontwikgen moeten samen gevarieerde opdrachten
• feedback:
Wordt
ermeer
feedback
verhalen
In ditof
filmpje
ver-manier kelend lesgeven, hoe doe je dat?’
uitvoeren. Ook al hebben de leerlingen
het’Op zoekMaTERiaaL
Filmpje
naar een vakantiejob’,
eerst vertellen.
op inhoud
vorm?komen
Op welke
aan bod. Benoem de
• Filmpje ‘Tussen Thee en Taal’
gevoel dat zijzelf de les tot een goed
eindeen daarna met het interview. schillende activiteiten
zonder
gebeurt dat?
activiteiten,
en omschrijf telkens hoe de acti• Stagemap van de laatste stage met weekbrengen, toch is de ondersteuning door
Filmpje ‘Verschuivingen
op de arbeidsmarkt’
viteiten bijdragen aan de taalontwikkeling.
schema en lesvoorbereidingen
figuur 3.1
vijf
opdrachten
Concept
kleuteronderwijs:
Tussen thee
en taal
Jill Wailly, kleuterleidster eerste kleuterklas ’t Kwikstaartje in
Oordegem
Ann Steverlynck, docent bachelor in het kleuteronderwijs Arteveldehogeschool
vraag 2
Neem de kijkwijzer door. Noteer voor elk
aspect van taalstimulering concrete voorbeel-
p 34
p 35
Helena Taelman, Dorien Van Rentergem: docenten bachelor
in het kleuteronderwijs KAHO Sint-Lieven
Concept
lager onderwijs:
De zon en het heelal
Concept
secundair onderwijs:
Van voedselketen
tot kringloop
Concept
secundair onderwijs:
Verschuivingen op
de arbeidsmarkt
p 36
Veerle De Clippel, leerkracht vijfde leerjaar VBS Sint-Janscollege ‘De Krekel’ in Sint-Amandsberg
Tinneke van Bergen: docent bachelor in het lager onderwijs
Arteveldehogeschool
Ine Callebaut, Saskia Timmermans, Elke van Nieuwenhuyze:
docenten bachelor in het lager onderwijs KAHO Sint-Lieven
Rob Van Gastel, leerkracht biologie en natuurwetenschappen
Don Bosco-Mariaburg in Essen
Lutgard Neels, vakbegeleider biologie en gelijke onderwijskansen Pedagogische begeleiding Bisdom Antwerpen
Ria Rombouts, nascholer vsko en docente Karel de Grote
Hogeschool
Joke Mornie, docent bachelor in het secundair onderwijs
Arteveldehogeschool
Els Van Hauwermeiren, leerkracht economie en Nederlands
Sint-Getrudiscollege in Wetteren
Veerle Daeseleire, leerkracht economie Sint-Getrudiscollege
in Wetteren
Riet De Vos, vakbegeleider Nederlands Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst Bisdom Gent
Concept
secundair onderwijs:
Een vakantiejob
zoeken
Karen Ackerman, leerkracht Project Algemene Vakken
EDUGO in Lochristi
Eddy De Munter, vakbegeleider Project Algemene Vakken Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst Bisdom Gent
Interview
Ann Wuyts, docent KAHO Sint-Lieven, was bij elk filmpje de
interviewster van dienst.
Met dank aan
de kleuters,
leerlingen en
directies van de
scholen
Het kwikstaartje in Oordegem
Vrije Basisschool Sint-Janscollege ‘De Krekel’ in
Sint-Amandsberg
Don Bosco Mariaburg in Essen
Sint-Gertrudiscollege in Wetteren
EDUGO in Lochristi
Filmopnames
en montage
AR-Projects, audiovisual productions
(www.arprojects.be)
Vormgeving
leidraad
Katrien Davans ([email protected])
Liselotte Courtens ([email protected])
p 37
Contact
Voor meer informatie over het project, kun je contact opnemen met de projectontwikkelaars:
[email protected]
[email protected]
[email protected].
Bestellen
Het pakket kan je bestellen tegen overschrijving van 11 €
(14 € voor Nederland) op rekeningnummer 737-225185543 IBAN BE66 7372 2518 5543 BIC KREDBEBB van Dorothea Van Hoyweghen.
Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst
secundair onderwijs
p 38
BISDOM ANTWERPEN Als het over taalontwikkelend lesgeven
gaat, willen studenten, leerkrachten en
docenten graag concrete voorbeelden zien.
Het pakket ‘Taalontwikkelend lesgeven: hoe doe je dat?’
brengt de didactiek op een toegankelijke en authentieke
manier in beeld.
Het pakket bevat:
• 5 instructiefilmpjes waarin leerkrachten technieken en
basisprincipes van taalontwikkelend lesgeven demonstreren
in hun klaspraktijk
• een leidraad waarin begrippen zoals ‘schooltaal’, ‘taalfeedback’
en ‘betekenisonderhandeling’ in mensentaal worden uitgelegd
• 3 kijkwijzers en 5 opdrachten om met studenten of
een leerkrachtenteam aan de slag te gaan
Een product van de Arteveldehogeschool, dienst studieadvies en KAHO Sint-Lieven
met de steun van de Orde van den Prince.
taal
ontwikkelend lesgeven
hoe doe je dat?
leidraad
Filmopnames en montage : AR-Projects, audiovisual productions (www.arprojects.be)
Vormgeving : Katrien Davans & Liselotte Courtens
p 40
p 41