faculteitsbl ad ruimtelijke wetenschappen girugten w w w . g i r u g t e n . n l girugten Eerstejaarsnummer 00 jaargang 46 girugten 00 / September 2014 eerstejaarsnummer redactie colofon Eindredactie Robin Groenewold (hoofdredacteur) Sanne Feenstra (vormgeving) Redactie Thijs Fikken Nienke Harmelink Marins Hettinga Wieke IJbema Ronald Kleine Wymer Praamstra Jeroen de Regt Paul Steeneken Steven Wester Druk Scholma Druk, Bedum Oplage redactioneel Voor je ligt de speciale eerstejaarseditie van Girugten. In dit nummer kun je lezen wat Girugten is, wie je docenten voor het komende studiejaar zullen zijn en waar onze studie zich zoal mee bezig houdt. Daarnaast licht de nieuwe studieadviseur toe waar je op moet letten tijdens je studieperiode en hebben we voor jullie een aantal artikelen op een rij gezet, die goed illustreren wat onze studie onder andere inhoudt. Wat nieuw is dit jaar voor Girugten is dat je naast deze deze geprinte versie nu ook meer dan genoeg kunt lezen op onze website! Verder wil ik dit moment ook gebruiken om Thom, Wessel en Jorn te bedanken voor hun inzet voor Girugten. We gaan jullie missen jongens! Daarnaast is Steven gestopt als hoofdredacteur om zich te focussen op zijn bestuursjaar bij Ibn Battuta. Gelukkig blijft hij wel als redactielid om mooie artikelen te schrijven. Dat betekent ook dat de redactie op zoek is naar nieuwe redactieleden. Houd je van schrijven, Indesignen of werken met Wordpress? En wil je meer betrokken raken bij waar je mee bezig bent met je studie en studentenleven? Schrijf of spreek ons dan aan. Wie weet staat in het volgende nummer dan al een artikel van jou, dat je medestudenten kunnen lezen. 200 stuks Veel leesplezier! E-mail [email protected] Contactadres Postbus 800 9700 AV Groningen Girugten is het onafhankelijk faculteitsblad van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen. Girugten functioneert als een zelfstandige redactie onder faculteitsvereniging Ibn Battuta. De eindredactie behoudt zich het recht voor zonder opgaaf van redenen artikelen in te korten, dan wel te weigeren. Robin Groenewold girugten 00 / September 2014 eerstejaarsnummer inhoud Inhoud 4. 11. Even voorstellen: de redactie van Girugten Waarom niet iedereen blij is met snelle studenten Wieke IJbema 5. 12. Wegromantiek Thijs Fikken (uit: Pan-American Highway) 6. redactie Het mysterie van de woestijn: de Nazca-lijnen 15. Wieke IJbema (uit: Pan-American Highway) 8. Docentenoverzicht Vakintroductie redactie Het risico van de Olympische Spelen 17. Ibn Battuta 18. Pro Geo 19. Geo Promotion Wymer Praamstra (uit: Geo Promotion-editie) 9. Interview met de studieadviseur Robin Groenewold 10. Slimme routes naar het Zernike Saskia Zwiers (oud-redactielid) 12. 4. 10. 14. 6. 4. girugten 00 / September 2014 eerstejaarsnummer de redactie De redactie van Girugten Wij zijn de redactie van Girugten, het faculteitsblad van de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Wij zetten ons in om iedereen die verbonden is aan de faculteit op de hoogte te houden van de laatste nieuwtjes, ontwikkelingen en studentenactiviteiten binnen en buiten onze faculteit. Elk jaar verzorgen we het eerstejaarsnummer en de Geo Promotioneditie. Daarnaast brengen we ieder jaar nog een aantal thema-nummers uit, waarin we artikelen plaatsen die het gekozen thema ieder op een eigen manier belichten. In de nabije toekomst betekent dit dat je steeds meer op onze website zult kunnen lezen over geografische en planologische onderwerpen die spelen aan onze faculteit en daarbuiten. Houd je zelf erg van schrijven? Of ben je juist graag bezig met vormgeving en ict? En wil je graag meer doen dan alleen studeren voor je studie? Kom dan bij ons! We zijn weer op zoek naar nieuwe redactieleden voor het komende studiejaar! Momenteel maken we de stap naar de digitale wereld waarbij we ons steeds meer zullen gaan focussen op onze digitale aanwezigheid als faculteitsblad. Robin Groenewold Hoofdredacteur Paul Steeneken Vormgeving Wieke IJbema PR Jeroen de Regt Secretaris Marins Hettinga Redactielid Sanne Feenstra Vormgeving Thijs Fikken Penningmeester Nienke Harmelink Website Ronald Kleine Redactielid Steven Wester Redactielid thijs fikken 5. aan de prestigieuze Columbia University in New York besloot Kerouac om de grenzen van persoonlijke vrijheid op te zoeken. Het resulteerde in een bijbel voor de Amerikaanse tegencultuur. Zijn boek ‘On the Road’ beschrijft een hedonistische levensstijl die aan de basis staat van de latere hippiecultuur (hoewel Kerouac bepaald geen hippie was). Het is een reflectie van de dromen van grote groepen vastgeroeste jongeren. Breek het normale patroon, reis, en verrijk jezelf. In Kerouacs woorden: ‘Nothing behind me, everything ahead of me, as is ever so on the road.’. losgeslagen alcoholist. De hippiecultuur was niet bijster productief. En als wij allemaal het hedonisme zouden omarmen, komt er vrij weinig terecht van dat geplande economische herstel in de komende jaren. Toch hoopt de wegromanticus in mij op het herrijzen van deze denkwijze. Kerouac was onverstandig, maar Kerouac lééfde. Het ontdekken, reizen en ervaren is iets om niet te missen. Al is het maar voor een paar weken per jaar. girugten 00 / September 2014 eerstejaarsnummer uit: pan-american highway Wegromantiek De weg is mythisch. Reizen, ontdekken en avontuur trekt ons uit de woonkamer de wildernis in. De dopamineboost die je krijgt als je stap voor stap je bestemming nadert is onbeschrijfelijk. Het enthousiasme bij aankomst evenmin. Zeker als deze bestemming onbekend is. Want de grote drijfveer achter de euforie is de onzekerheid, de spanning, het wachten op de uitkomst van je avontuur. Het onderweg zijn. Dit gevoel, dat vele reisfanaten zullen herkennen, is iets wat ik wegromantiek noem. Wegromantiek kan worden gezien als een geloof in nieuwe ervaringen op nieuwe plaatsen. De geschiedenis vertelt over allerlei grote ontdekkingsreizigers: Christoffel Columbus op zijn schip, David Livingstone met de benenwagen, en Roald Amundsen op zijn hondenslee. Allemaal bekende namen met bekendere ontdekkingen. Jarenlang was reizen op deze schaal alleen voor de elite weggelegd. Maar met de komst van goedkopere auto’s in de twintigste eeuw groeide de mobiliteit van de middenklasse. En met die mobiliteit groeide ook de reislust van de moderne avonturier: de wegromanticus. In het Amerika van de jaren ‘40 en ‘50 ontstond een sterke liftcultuur. Arbeiders reisden van boerderij naar boerderij om te helpen met oogsten. Geld was er nauwelijks, en het geld dat er was werd liever in whisky geïnvesteerd. Om op de plaats van bestemming te komen werd gewoon de duim opgestoken. Een kwestie van noodzaak dus, zeker geen romantiek. Een van die lifters was Jack Kerouac, de eerste wegromanticus. Na een opleiding Dit denken was een van de pilaren van de hippiecultuur in de jaren ’60 en ’70. In Amerika ontstonden de ‘leathertramps’ en ‘rubbertramps’. Mensen die rondreisden en hun idealen verspreidden. Het liften was een ware cultuur, met openheid en het opdoen van nieuwe ervaringen als hoofddoel. Wat een contrast met het reizen van nu. Een vakantie wordt gepland. De reistijden kunnen we op de minuut terugvinden op internet en alles verloopt volgens schema. Liften is uitgestorven. Sterker nog: liften is gevaarlijk, onverantwoord, voor zowel reiziger als chauffeur. Nederlandse vrachtwagens mogen geen lifters meer meenemen. En in Texas, Arkansas, North Carolina, Tennessee en Mississippi is liften zelfs illegaal. Elk individu rijdt in zijn eigen auto. De wegen zijn gevuld met lege capsules. Uit angst voor het onbekende. En de romantiek? Die is verdwenen. De kritische lezer heeft het al door: ik chargeer een beetje. Jack Kerouac was natuurlijk een onverantwoordelijke, Gelukkig is er een wederopstanding aan de gang. Routes als de Pan-Amerikaanse snelweg zijn een grote inspiratie voor de postmoderne avonturier. Timelapsefilmpjes van obscuur reizende mannen met groeiende baarden gaan regelmatig viral op Youtube. In Duitsland is het aanbieden van Mitfahrgelegenheit groot geworden. Initiatieven als Couchsurfing en huizenruil groeien gestaag. Het is niet alleen leuk om op deze manier te reizen, het is ook nog eens duurzaam en goedkoop. Door samen te reizen bespaar je brandstof. Door bij anderen te overnachten beperk je de uitgaven aan hotels. Daarnaast leer je lokale mensen kennen, die je een stuk meer kunnen vertellen over hun omgeving dan de gemiddelde reisgids. De nieuwe Columbus zal je niet snel worden. En een leven op de weg is ook vrij onhaalbaar. Maar zo af en toe moet je de wegromanticus in je laten spreken. Want iedereen hoort de kick die het onverwachte met zich meebrengt eens te ervaren. Dus als je nog geen plannen hebt voor deze zomer… g girugten 6. wieke ijbema 00 / September 2014 eerstejaarsnummer thema-artikel Het mysterie van de woestijn: de Nazcalijnen We vervolgen onze trip over de PanAmerikaanse snelweg door Zuid-Amerika. Op ongeveer de helft van de reis komen we via de Panamericana Norte het prachtige Peru binnen. De Panamericana Norte is een slechte, slingerende weg die een flink aantal steden passeert maar de weg voert vooral door een ruig rotslandschap. Als we de hoofdstad Lima voorbij rijden, veranderd dit beeld abrupt. De Panmericana Sur is een moderne snelweg van goede kwaliteit en voert zuidwaarts door een woestijn waar vrijwel niets groeit. De snelweg volgt de kustlijn en doorkruist slechts een aantal dorpen. Reizigers die de Panamerican Road Trip rijden om zo snel mogelijk van het startpunt naar het eindpunt te komen, scheuren op hun weg naar Chili snel door het zuiden van Peru in verband met het eentonige uitzicht. Maar wie geen tijd heeft om stil te staan in het gebied en zich tijdens deze trip alleen maar focust op de weg, kijkt letterlijk over iets heel indrukwekkends heen; op deze uitgestrekte vlakte bevindt zich een complex patroon van lijnen, cirkels en tekeningen in de grond die alleen duidelijk zichtbaar zijn vanuit de lucht. Een 1500 jaar oud mysterieus cadeautje, achtergelaten door de Nazcabeschaving. Het is het jaar 1926. Voor het eerst in de geschiedenis vliegt er een vliegtuigje over de Nazcawoestijn, een groot plateau in het zuiden van Peru dat zich tussen de Grote Oceaan en het Andes gebergte bevindt. De bemanning van het vliegtuig doet tijdens deze vlucht een bijzondere vondst: vanuit de lucht zijn duizenden lijnen, cirkels en figuren zichtbaar. De vondst wordt bij de overheid gerapporteerd maar vanwege het gebrek aan financiële middelen wordt er niets mee gedaan. Pas eind jaren ’30 begint de Amerikaan Paul Kusok zich in het gebied te verdiepen. Hij stelt vast dat er niet alleen ‘de aap’ duizenden lijnen lopen over het terrein maar dat er ook enkele afbeeldingen van dieren zichtbaar zijn. Deze figuren zijn in sommige gevallen ruim 300 meter lang en zijn vanwege deze afmetingen alleen waarneembaar vanuit de lucht. Aangetrokken door het grote mysterie rondom deze reusachtige tekeningen sluit Maria Reiche, een Duitse archeologe wiens naam inmiddels onlosmakelijk verbonden is met de Nazca lijnen, zich in 1940 bij Kusok aan. Binnen enkele jaren komen er verschillende theorieën tot stand over het doel van de Nazca lijnen, de ene theorie nog gekker dan de ander. De lijnen en figuren Inmiddels is de ontdekking van de Nazca geogliefen ruim 80 jaar geleden. Toch is er nog steeds veel onduidelijkheid omtrent de afbeeldingen. Slechts een aantal zaken zijn met zekerheid vastgesteld. Zo is er aangetoond dat de lijnen zo’n 1500 á 1700 jaar oud zijn en gemaakt zijn door de Nazca, een volk dat in de vroege tussenperiode in het Andes gebergte naast het gebied leefde (350 v. Chr. tot 650 na Chr.). Ook is vastgesteld op welke wijze de tekeningen werden aangebracht. De figuren zijn in de grond uitgegraven of tot 10 á 30 centimeter diep in de rots uitgehakt, soms zijn ze tot 3 meter breed. Vaak werden ze met behulp van stenen en keien gemaakt. Ondanks dat de lijnen over heuvels en door ravijnen lopen, zijn ze altijd kaarsrecht. Op dit moment zijn er tientallen figuren ontdekt, waaronder tekeningen van een hagedis, een condor met een vleugelspanwijdte van 180 meter, een kolibrie, een kameleon, een walvis en een boom. Daarnaast bevinden zich er ook een paar mensenhanden, een aap, een leguaan, een hond en driehoeken op de grond. Het meest bijzondere zijn echter de afbeeldingen van een zeldzame spin (afgebeeld met een extra poot die in de werkelijkheid alleen met behulp van een microscoop kan worden waargenomen) en de afbeelding van een ‘astronaut’, een marsmannetje. Met name deze laatste afbeelding heeft geleid tot theorieën over aliëns: de lijnen zouden het werk zijn van buitenaardse wezens die de lijnen als landingsbaan gebruikten voor hun UFOs. De bekendste theorie is echter de theorie van Maria Reiche. Zij herkent een astronomische kalender in de figuren. Er zijn sterrenconstellaties die overeenkomen met de patronen in de grond. Mogelijk geven de lijnen belangrijke landbouw momenten weer, zoals de zaaitijd, regentijd en oogsttijd. Andere theorieën stellen echter dat de tekeningen ondergrondse wateraders weergeven die gevonden zouden zijn met een wichelroede. Nog weer anderen betrekken de lijnen bij theorieën die de Nazca beschaving in verband brengt met de mysterieuze Moai beelden op Paaseiland en de piramides van de Egyptenaren; wie een lijn trekt van Paaseiland naar de piramides in Caïro ziet dat deze lijn de Nazca woestijn kruist. Het daadwerkelijke idee achter de lijnen is echter tot op heden nog onduidelijk. Het geheim van conservatie Hoe komt het dat de lijnen zo lang goed bewaard zijn gebleven? Dit heeft alles te maken met de geografie van het gebied. Het gebied heeft een oppervlakte van 777 km2 (ongeveer zo groot als de stad New York). De vlakte is bedekt met een roodbruinige toplaag van vulkanisch gruis. Daaronder bevindt zich een lichte, gelige bodem. Wie door de Nazca woestijn loopt laat een patroon van gele voetstappen achter. Het gebied geld als één van de droogste gebieden op aarde. Gemiddeld regent het ongeveer een half uur per 2 jaar in het gebied. De uitzichttoren langs de Panamericana met ‘de boom’ een lijn, gezien vanaf de grond Ook waait het er 7. de mysterieuze afbeelding van ‘de astronaut’ niet tot nauwelijks. Er is dus geen sprake van wind of watererosie. Voor het maken van de tekeningen verwijderden de Nazca de bovenste rode toplaag van de grond, waardoor de gelige bodem zichtbaar werd en er ‘tekeningen’ ontstonden. Omdat deze opzij geschoven zanddeeltjes niet terug waaiden of wegspoelden, bleven de tekeningen bewaard. De aanleg van de Panamericana De natuurlijke omstandigheden in het gebied zijn voor de conservatie van de tekeningen erg gunstig. Toch worden de lijnen wel in hun bestaan bedreigd. Eén van deze bedreigingen wordt gevormd door de Pan-Amerikaanse snelweg. In 1938 gaf de Peruaanse overheid toestemming voor de aanleg van een snelweg van Lima naar Tacna. Enkele jaren later werd er gestart met de bouw van deze weg, tot grote frustratie van de eerder genoemde Maria Reiche. De Panamericana werd namelijk dwars door de Nazca lijnen heen gelegd. Er werd destijds in Peru, net zoals in Nederland en in veel andere landen, weinig waarde gehecht aan erfgoed en de overheid was dan ook niet bereid de snelweg om te leggen. Dit leidde er toe dat de snelweg dwars door de staart van de hagedis werd aangelegd en van deze afbeelding is tegenwoordig dan ook weinig terug te zien. Enige jaren hierna toonde de overheid plannen om in het gebied katoenplantages aan te leggen met behulp van irrigatie. Maria Reiche wist de overheid er echter van te overtuigen dit niet te doen en wende hiermee dit gevaar af. Veranderingen in erfgoedwaardering Pas in de jaren ’70 ontstond het besef dat de Nazca lijnen van historisch belang waren voor de Peruaanse samenleving. Daarnaast zag men economische voordelen; de site van Nazca was interessant voor toeristen. Deze omslag in de waardering van erfgoed leidde er toe dat de overheid regelgeving instelde voor het gebied. Zo werd het verboden over de vlakte te rijden of te lopen. Om burgers een kans te geven de lijnen te bezichtigen zonder ze te beschadigen, werd er een uitzichttoren gebouwd langs de Panamericana. Vanaf deze toren is het mogelijk twee afbeeldingen te zien. In 1995 kreeg Nazca een plek op de UNESCO werelderfgoedlijst waarmee Nazca internationale erkenning en bescherming verwierf. Tegenwoordig ontvangt de plek veel internationale toeristen en stijgen er vanaf het nabij gelegen vliegveld honderden vliegtuigjes per dag op om mensen de lijnen te laten zien. Het einde in zicht? Nu het gebied ook internationaal wordt erkend, lijken de lijnen veilig te zijn. Toch is niets minder waar. De Peruaanse overheid kampt met dilemma’s. Vanwege een groeiende bevolking en vraag naar elektriciteit is het noodzakelijk elektriciteitsmasten te bouwen in het gebied. Vanwege de beschermde status is dit officieel niet mogelijk maar de regels worden dusdanig verbogen dat er al enkele masten zijn verschenen, zonder rekening te houden met het lijnenpatroon. Daarnaast brengt het groeiende toerisme - inmiddels de belangrijkste economische sector – nadelen met zich mee. Toeristen laten vuil achter in het gebied, maken (ondanks het verbod) wandelingen over de vlakte en betreden het terrein (ondanks het verbod) met auto’s. Daarnaast nemen ze stenen mee die in de tekeningen zijn gebruikt, met het gevolg dat de tekeningen vervagen. Ook de klimaatverandering heeft gevolgen voor de Nazca lijnen. Zo zorgt El Niño, een steeds heftiger fenomeen, door modderstromen en overstromingen voor schade. Ondanks dat het gebied als één van de droogste gebieden op aarde geldt, werd het in 2009 getroffen door meerdere heftige regenbuien van langer dan een uur. Ook de wind neemt toe in het gebied; hierdoor worden de lijnen weer bedekt met de rode bovenlaag waardoor ze langzaam verdwijnen. Mocht je de lijnen dus nog willen bezoeken, stel dit dan niet te lang uit. Voor je het weet zijn de lijnen voorgoed verdwenen en zal het geheim van de Nazca’s voor eeuwig bewaard blijven. /// Meer weten? Kijk voor een documentaire over de Nazca lijnen, theorieën en het leven van Maria Reiche op www.girugten.nl ! girugten 8. wymer praamstra 00 / September 2014 eerstejaarsnummer uit: geo promotioneditie Het risico van de Olympische Spelen De onrust in de Kaukasus is niet iets van de laatste jaren. De smeltkroes van verschillende culturen en hun bijbehorende religies en talen zorgt al honderden jaren voor een instabiele situatie. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie splitsten enkele gebieden zich af. Georgië, Armenië en Azerbeidzjan zijn nu dan wel verlost van hun grote overheerser Rusland, maar zijn sinds die tijd ook het toneel van interne strijd. De aanslagen en bloedige gevechten in “autonome”, maar toch Russische, republieken als Tsjetsjenië, Dagestan en Noord-Ossetië, die strijden voor onafhankelijkheid, zijn met regelmaat in het nieuws. Waarom er tóch gekozen is om juist in de Kaukasus, in Sotsji, de Olympische Spelen te organiseren? Misschien om het gebied meer bij Rusland te betrekken en op die manier het verzet te verminderen? De investeringen in het gebied zouden kunnen zorgen voor meer welvaart, en dus meer tevredenheid. Feit blijft dat de veiligheidsmaatregelen voor een megaevent als de Olympische Spelen nog nooit zo uitgebreid zijn geweest als in Sotsji. Het was groot nieuws eind december toen in Volgograd op twee achtereenvolgende dagen, door zelfmoordaanslagen, meer dan 30 mensen het leven lieten. Een treinstation werd gedeeltelijk verwoest, terwijl de dag daarop een bus tot ontploffing werd gebracht. Het was een volgende klap in het gezicht van Poetin, die het met de felle kritiek op zijn anti-homopropaganda wetgeving al flink te verduren kreeg. De wereldpers richtte zich op de provinciestad in het noorden van de Kaukasus en de vragen over de beveiliging van de Olympische Spelen in Sotsji werden door deze vreselijke aanslagen weer sterker. Zeker omdat door radicale Islamitische groeperingen in videoboodschappen met meer geweld tijdens de Spelen werd gedreigd. Voor president Poetin is het een persoonlijk project om de Olympische Spelen zonder noemenswaardige conflicten te laten verlopen. Rusland kampt sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie met een stevig minderwaardigheidscomplex, vooral omdat de Westerse grootmachten het land niet als een waardige concurrent of partner zien. Het is niet ondenkbaar dat juist Sotsji binnen Rusland is gekozen als stad om de Spelen te organiseren, omdat op die manier de hele wereld kan zien dat het oppermachtige Rusland zelfs de moeilijkste, opstandigste provincies (autonoom of niet) weer de baas is. Dat juist in het nabij Sotsji gelegen Krasnaja Poljana de ski- en snowboardwedstrijden worden gehouden is tekenend voor deze stelling. De Kaukasusoorlog, het begin van het conflict tussen Rusland en de Kaukasische gebieden, werd in het voordeel van het toen nog Tsaristische Russische Rijk besloten met een gigantische bloedbad in precies die stad. De etnische zuivering van de toenmalige opstandige bewoners en Russische ‘kolonisatie’ van het gebied is een aanwijsbaar beginpunt van de huidige problematiek. Riciso is een subjectief begrip. Perceptie van risico gebeurt door verschillende personen op verschillende manieren. Maar in praktisch alle risicomodellen en –theoriën is weergegeven dat om het gevoel van risico te minimaliseren de waarschijnlijkheid van het voorkomen van een onvoorziene omstandigheid als een aanslag of aanval zo klein mogelijk moet zijn. In een gebied dat al sinds mensenheugenis is getekend door zowel religieuze als grondgebied conflicten de Olympische Spelen organiseren is in dat opzicht zo ongeveer het domste wat je kan doen. De redenen van het Olympisch Commitee om de Spelen toch aan een stad in de Kaukasus toe te wijzen zijn dan ook schier ondoorgrondelijk voor de normale burger. Maar dat geld en politieke invloed onze huidige maatschappij op meerdere manieren beïnvloeden mag geen verrassing zijn. Met 45 graden celsius voetballen in stadions die door door slavernijachtige omstandigheden zijn onstaan in Qatar lijkt dan bijvoorbeeld ook ineens een heel goed idee. De ethische onjuistheid van het monetariseren van menselijke levens die mogelijk verloren gaan bij het kiezen voor een risicogebied lijkt op de beslissende momenten naar de achtergrond zijn gedrukt. De cijfers lopen wat uiteen, maar in ieder geval meer dan 37.000 politiemensen, beveiligers en militairen moeten er rond het Olympisch gebied voor zorgen dat de Olympische Spelen zonder terroristische incidenten verlopen. Nog eens 30.000 militairen houden het grensgebied met de opstandige Georgische republiek Abchazië in de smiezen. Satellieten zorgen voor observatie, zodat vanuit de ruimte zelfs de kleinste details niet worden gemist. Al een maand voor de officiële opening kon niemand zonder de juiste papieren Sotsji in en uit. En in het onwaarschijnlijke geval van een raketaanval is er altijd nog het luchtafweergeschut en anders enkele squadrons gevechtsvliegtuigen. De kustzone wordt door torpedojagers en onderzeeërs in de gaten gehouden. Al het telefoon- en internet verkeer staat onder controle De €2,2 miljard die hiervoor nodig is, is een schijntje als gekeken wordt naar de totale kosten van rond de €40 miljard. Laten we hopen dat dat genoeg is om de veiligheid van sporters van over de hele wereld te waarborgen. Op naar goud! g PUTIN OP HET IJS girugten 00 / September 2014 eerstejaarsnummer interview robin groenewold 9. Interview met de studieadviseur De faculteit heeft een nieuwe studieadviseur gekregen. Nienke Harteveld volgde in mei Niels Rambags op, die begon aan zijn nieuwe baan aan de RuG. Tijd voor een nadere kennismaking met Nienke! Vertel eens over jezelf. Wie ben je? Mijn naam is Nienke Harteveld en sinds 1 mei ben ik bij de FRW in dienst als studieadviseur. Ik heb zelf ongeveer zeven jaar aan de RUG gestudeerd. Na mijn propedeuse Engelse Taal en Cultuur ben ik de (toen nog) kopstudie American Studies gaan doen. Op mijn 22e was ik klaar en toen bedacht ik me: ‘dat is wel heel jong om afgestudeerd te zijn en de serieuze wereld in te trekken’ en toen ben ik geschiedenis gaan studeren. Mijn studententijd ligt dus al een tijdje achter me, maar nog niet zo ver dat ik er niets meer van weet. Ik ben inmiddels een jaar of zes aan het werk, waarvan vijf bij het Instituut voor Communicatie, Media & IT aan de Hanzehogeschool. Hier werkte ik als coördinator van het roosterproces en als studieadviseur/studievoorlichter voor één van de opleidingen. Daarin vond ik de rol als studieadviseur het leukst en interessantst, alleen was er voor mij helaas niet de mogelijkheid om dat verder uit te breiden, totdat de baan van studieadiveur aan de FRW voorbij kwam. Als studieadviseur kan ik me bezighouden met het contact met de studenten en hen begeleiden tijdens het studieproces, wat ik erg leuk vind. Wat is voor jou de uitdaging? De uitdaging voor mij zit in het geven van voorlichting aan en het ontvangen van grote groepen. Toen ik voor het eerst voor een groep van ongeveer tachtig eerstejaars studenten stond was dat wel iets waarbij ik dacht: ‘dit is uit mijn comfort zone’. Maar ik kijk er wel erg naar uit. Ik heb een belangrijk verhaal dat ik graag aan ze wil vertellen en ik wil ze er op wijzen waar ze allemaal tijdens hun studie rekening mee moeten houden. Wat heeft je ertoe bewogen om specifiek voor de FRW te kiezen? Voor een gedeelte omdat hier een vacature was, maar toen ik mij inlas in wat de FRW was kwam ik erachter dat het een kleine faculteit is met veel persoonlijk contact. Ik kom oorspronkelijk van de Faculteit van Letteren. Daar zitten vijf studieadviseurs en dus is het heel anders ingericht dan hier het geval is. Ook hoe de functie is ingericht spreekt mij erg aan, omdat het persoonlijk contact met de studenten en collega’s meer wordt gefaciliteerd. Naast adviseren en voorlichten ben ik ook veel bezig met het organiseren en plannen van andere activiteiten. Het werk bij de FRW is veel afwisselender dan bij de grotere faculteiten. Ik ben me op dit moment als een gek aan het inlezen en lees alles wat ook maar iets te maken heeft met de WIM-lijn, waterinfrastructuur en milieuwetgeving. Eigenlijk alles over ruimtelijke ordening. Op het moment is het dus nog lastig om vakinhoudelijke vragen volledig te kunnen beantwoorden maar gelukkig kan ik mensen goed doorverwijzen naar de docenten die dat wel kunnen. Een nieuwe studieadviseur betekent vaak ook een nieuwe manier van werken en een andere benadering. Wat zal er anders gaan bij jou dan hoe het is gegaan bij Niels? Niels heeft denk ik een hele andere persoonlijkheid dan ik. Niels heeft altijd een sterke mening en is duidelijk aanwezig. Ik denk dat ik in vergelijking iets terughoudender ben maar mijn doel is wel om zo laagdrempelig mogelijk naar studenten te zijn, zoals Niels dat ook was. Ik hoop dat ik hetzelfde gevoel aan de studenten kan geven. Het zal natuurlijk voor iedereen waarschijnlijk wel even wennen zijn. Ik verwacht voor het komende jaar nog niet heel veel verandering. Het duurt denk ik ook wel een jaar om in je rol van studieadviseur te groeien. Kortom, ik probeer zoals het ging gewoon door te zetten. Wat kun je betekenen voor de eerstejaars? Door de matchingsactiveiten heb ik nu al veel contact met de eerstejaars. Maar het blijft, zoals het altijd al is geweest, essentieel om met de problemen die je tijdens de studie tegenkomt naar de studieadviseur te komen. Daarbij begrijp ik dat het een grote stap kan zijn om je persoonlijke problemen te melden maar ik hoop dat studenten dit wel zullen doen. Wanneer je problemen namelijk tijdig meldt kunnen we, eventueel samen met het Studenten Service Centrum, kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat je goed kunt blijven studeren zonder dat er consequenties zijn en je bijvoorbeeld studievertraging oploopt. Wanneer je pas achteraf meldt dat er problemen waren tijdens je studie dan is dit al te laat. De examencommissie en BSA commissie vragen altijd bij mij na of een student zich (indien mogelijk) tijdig bij mij gemeld heeft met een probleem dat voor (eventuele) studievertraging kan zorgen en het is voor de student het beste als ik dit inderdaad kan bevestigen. Daarbij is het nog belangrijk om te weten dat de examencommissie altijd zelfstandig handelt en alleen informatie bij mij opvraagt over de situatie van een student. Het gebeurt helaas nog niet altijd dat studenten dit op tijd doen. Ik wil daar het komende jaar veel op hameren. Is er nog iets wat je kwijt wilt aan alle studenten? Studenten zijn er zelf verantwoordelijk voor om hun studie succesvol af te ronden. Maar het is ook heel belangrijk om een hele leuke tijd te hebben tijdens je studietijd. Ik hoop dat studenten een goede balans tussen de twee kunnen vinden, zoals ik zelf denk ik ook wel heb gedaan tijdens mijn studententijd. Dit is ook het moment, zeker voor eerstejaars, om een leuk leven op te bouwen. Hou je wat mij betreft dan ook veel bezig met nevenactiviteiten en het verenigingsleven. Het ene hoeft niet ten koste gaan aan het andere. Oh! Misschien is dit nog wel leuk en handig om te vertellen: ik heb een eeneiige tweelingzus die in Groningen woont. Er zijn al een aantal collega’s die al heel hard naar haar gezwaaid hebben, terwijl ze dachten dat ik het was. Dit zorgt natuurlijk voor bijzondere en hilarische situaties. Als je me dus denkt te zien lopen in de stad, maar ik reageer niet als je naar me zwaait: dit is niet omdat ik je negeer, maar omdat ik het niet ben. g girugten 00 / September 2014 eerstejaarsnummer fietsen in Groningen saskia zwiers 10. Slimme fietsroutes naar... Misschien kreeg je tijdens de KEI-week al een gele flyer of zag je onderweg naar college borden die je de weg naar Zernike wijzen. De eerste maand van dit collegejaar helpt de gemeente eerstejaars studenten op de juiste weg met het project ‘Slimme Routes’. Na het succes van vorig jaar besloot de gemeente om ook dit jaar weer een campagne te houden ter bevordering van de doorstroming van het verkeer. Heb je ze al gezien? Sinds de KEI-week staan er grote gele borden langs de fietspaden naar Zernike. Ook op de weg zijn symbolen gespoten. Deze bewegwijzering is een campagne van de gemeente Groningen om studenten te wijzen op ‘stoplichtvrije routes’ naar Zernike. De focus is op twee routes: vanaf de Herman Colleniusbrug linksaf over het Jaagpad langs het Reitdiep of via de Kerklaan, Bessemoerstraat door het park tussen Selwerd en Paddepoel. stad. De Zonnelaan en de route langs het crematorium vormen de hoofdfietsroutes van en naar Zernike. In combinatie met het drukke bus- en autoverkeer zorgt het fietsverkeer op de Zonnelaan voor doorstromingsproblemen op de aansluiting met de Noordelijke Ringweg (Plataanlaan). De grote stroom fietsers van en naar Zernike verstoort de doorstroming van het autoverkeer dusdanig dat lange wachtrijen voor het autoverkeer ontstaan. Als je voor deze fietsroutes kiest kun je gemakkelijk doorfietsen. Veel medewerkers van de RUG en Hanze gebruiken de route langs het Jaagpad al, maar studenten maken er amper gebruik van. Eerder onderzoek van Erik Meijles & Peter de Groote met GPStrackers (2010) toonde dit al aan. Vormt het kruispunt bij de Wilhelminakade (Jumbo Supermarkt) een te groot obstakel? Is de route simpelweg te onbekend bij studenten? Kan betere bewegwijzering dit veranderen? Het Slimme Route project doet hiertoe een aanzet. Via het ‘Slimme Route’-project wordt gezocht naar een creatieve oplossing voor de frictie tussen fietsvriendelijke infrastructuur en de doorstroming van auto’s. In plaats van te kiezen voor traditionele infrastructurele aanpassingen zet de gemeente in op het stimuleren van alternatieve fietsroutes. Infrastructurele maatregelen zoals stoplichten of de voorrangsituatie veranderen pakken al gauw negatief uit voor fietsers. Ook een tunnel aanleggen is niet realistisch in tijden van bezuinigingen. Door meer verkeer via de routes langs het Jaagpad en de Bessemoerstraat te leiden is de druk op de Zonnelaan afgenomen. Dit is een eenvoudige ingreep, doordat gebruik wordt gemaakt van bestaande fietsroutes. Via promotie op locatie en verschillende communicatiemiddelen worden fietsers daarom op alternatieve routes gewezen. Deze fietsroutes zijn niet altijd bekend bij nieuwe studenten, terwijl de routes gemakkelijker zijn dan stoplichtrijke Zonnelaan. Verkeersknelpunt Goede informatie voor of tijdens het fietsen kan het gedrag van de fietser beïnvloeden. De Zonnelaan is met dagelijks meer dan 10.000 fietsers één van de drukste fietsroutes in de Europees Project De gemeente Groningen neemt van 2011 tot 2014 deel aan het fietsproject CHAMP (Cycling Heroes Advancing sustainable Mobility Practice). Aan dit project doen 7 Europese fietssteden mee, allen ‘kampioenen van de fiets’ in eigen land. CHAMP is een gesubsidieerd project met hulp van de Europese Unie, om fietsmobiliteit te promoten. De hoofddoelstelling van CHAMP is om 10% meer fietsgebruik te genereren in de deelnemende steden in de periode 20112014. Om deze doelstelling te behalen richt het project zich op innovatieve methoden gericht op gedragsverandering van de fietser. De deelnemende steden hebben in 2012 elkaar bezocht en geanalyseerd. Deze externe analyse bracht een aantal knelpunten naar boven, waaronder de druk op gestalde fietsen in de binnenstad en de drukke fietsroute naar Zernike. Klankbord en tips Het CHAMP-project is gericht op kennisuitwisseling en het onderzoekt de implicaties voor gedragsverandering onder fietsers. Het project ‘Slimme Routes’ is daarom van tevoren ook bestudeerd met gebruikers en fietsexperts. Een klankbordgroep van studenten en medewerkers van de Hanzehogeschool en Rijksuniversiteit en de Fietsersbond Groningen hielpen bij de keuze van de fietsroutes en de insteek voor communicatiemiddelen. In het najaar is het project geëvalueerd. Een aantal onderdelen van de fietsroutes zijn nog niet optimaal en sommige delen worden aangepakt. Op verschillende locaties gaat het beter, maar nog niet overal: hier kun je meer over lezen in het artikel op de volgende pagina. Wil je meer weten of heb je tips voor verbetering van deze fietsroutes? Kijk dan op www.slimmeroute.nl. g wieke ijbema 11. H e t ‘S l i m m e Rou t e s’- proj ec t : wa a ro m n i e t i e d e r e e n b l ij i s m e t s n e l l e s t u d e n t e n Je bent op weg naar college of misschien wel een belangrijk tentamen. Je slaat vanaf de Kerklaan het park tussen Paddepoel en Selwerd in en fietst stevig door richting de Crematoriumlaan, precies zoals de Slimme Route je adviseert. Je rijdt vlot onder het viaduct door en dan plots, net voordat je linksaf wilt slaan, zie je een rouwauto de Crematoriumlaan oprijden, gevolgd door een lange stoet lopende mensen. Wat doe je dan? Fiets je door? Of blijf je wachten? Het ‘Slimme Routes’-project moet de doorstromingsproblemen in de stad voor bus-, auto- en fietsverkeer verhelpen en biedt fietsende studenten de snelste route naar hun eindbestemming: het Zernike complex. Hoewel deze nieuwe routes goed worden ontvangen door de grote groepen fietsende studenten zijn niet alle partijen even blij met de duidelijk aangegeven route. Één van de minder tevreden partijen is uitvaartonderneming Yarden, eigenaar van het in begin jaren ’60 gebouwde crematorium aan de Crematoriumlaan. Onwetendheid over hoe men zich dient te gedragen bij het naderen van een rouwstoet lijkt echter een grotere rol te spelen. Veel studenten weten niet dat het sinds 2010 verboden is om een rouwstoet te doorkruizen. Daarnaast beseffen fietsers zich vaak niet zij geen voorrang hebben wanneer zij vanaf het fietspad aan de Crematoriumlaan de weg opdraaien. Alhoewel de in de inleiding geschetste situatie dus slechts één juist antwoord kent (de fietser dient te stoppen voor de rouwstoet), is er te weinig kennis bij passerende fietsers. Steeds vaker doorkruisen fietsende studenten de rouwstoeten op de Crematoriumlaan. Uitvaartonderneming Yarden klaagt al enkele jaren over deze fietsers maar ziet het afgelopen jaar een toename van het aantal incidenten. De fietsers zorgen voor gevaarlijke situaties. Vorig jaar liep een frontale botsing met een studente die op de motorkap van een rouwauto terecht kwam net goed af. Afgezien van de schrik die dit de betreffende studente en de bestuurder van de lijkwagen opleverde, zorgt zo’n situatie voor onnodig extra leed bij de familieleden die op dat moment afscheid nemen van een naaste. Het doorkruisen van een rouwstoet getuigd niet van respect en fatsoen. Yarden roept fietsers dan ook op om een naderende rouwstoet voorrang te geven en even te wachten tot de rouwstoet voorbij is. Want hoe zou jij je voelen als er tijdens de uitvaart van je oma zowel links als rechts fietsers langs je heen zoeven? Het verhogen van de kennis over de verkeerssituatie rondom het crematorium zou dus een oplossing kunnen zijn voor het probleem. Dit neemt echter niet weg dat er ook een verandering zal moeten plaatsvinden in de mentaliteit van de fietsers. Het is maar de vraag of een student die te laat komt voor zijn tentamen zal wachten op een rouwstoet. Haast en gewoontegedrag zijn moeilijk beïnvloedbaar. De gemeente Groningen zal binnenkort opnieuw met Yarden in gesprek gaan over wat de beste manier is om het probleem rondom de Crematoriumlaan op te lossen. Hopelijk zal dit er toe leiden dat ook op dit stuk van de Slimme Route alle weggebruikers op gepaste wijze met elkaar omgaan. Yarden vermoedt dat de toename van het aantal problemen tijdens een uitvaart samenhangt met de campagne van het ‘Slimme Routes’-project en het daardoor toegenomen aantal fietsers wat rijdt via de Crematoriumlaan. Wat doe jij als je een rouwstoet tegenkomt op de Crematoriumlaan? Heb jij een goed idee over hoe de Gemeente Groningen het probleem zou kunnen oplossen? Of wil je reageren op dit artikel? Mail je reactie naar [email protected] voor plaatsing in het discussietopic op onze website. g /// meer weten? Universiteitskrant (Anne Carlijn Kok en Peter Keizer, www.ukrant.nl) 12. girugten 00 / September 2014 eerstejaarsnummer docentenoverzicht Docenten aan de faculteit In het eerste jaar van je studie leer je ongelofelijk veel nieuwe mensen kennen. Onder die mensen vallen ook de docenten aan onze faculteit. Om je alvast een voorsprong te geven hebben wij een lijst samengesteld met alle docenten die je het komende jaar tegen zal komen. Lees het goed door, en misschien kan je er nog wel wat voordeel uithalen voor op je tentamen of practicum ! Dr. J.R. Beaumont Ruimtelijke planning 2: urban challenge Justin Beaumont (1973) is geboren in Welwyn Garden City (Engeland). Hij heeft de functie van assistant professor bij Planologie aan onze faculteit. Hij geeft het eerstejaarsvak, Ruimtelijke Planning: the urban challenge, dat een aantal stadsgerelateerde onderwerpen introduceert. Beaumonts expertise ligt in de volgende onderwerpen: Stadsgeografie, urban governance and politics, sociaalruimtelijke (on)rechtvaardigheid in steden, post-seculiere steden/stedelijkheid en faith based organisations in Europa. Onderzoeken waar Beaumont zich mee bezighoudt zijn (1) steden met succes in Europa, en (2) postseculiere ruimten in de stad in het Verenigd Koninkrijk en Nederland. M. Boisen, MSc Denken over Geografie en Planologie, Ruimtelijke Planning 2: The Urban Challenge Martin Boisen werkt sinds vorig jaar aan onze faculteit, hij kwam over van de universiteit van Utrecht. Ondanks dat hij nog maar een jaar aan onze faculteit werkt, werd hij vorig meteen genomineerd voor de docent-vanhet-jaar-verkiezing! Hij verzorgt in blok 1a en 1b meteen al twee vakken, waarvan Ruimtelijke Planning 2: The Urban Challenge ook door de TP-studenten gevolgd wordt. Dr. A.E. Brouwer Economische geografie 1 Aleid Brouwer is universitair docent bij de basiseenheid Economische Geografie. Zij zal in het eerste jaar Economische Geografie: Grote theorieën en actuele thema’s verzorgen, samen met dhr. Sijtsma. Het onderzoek van Brouwer richt zich onder andere op FDI (Foreign Direct Investment), internationale (re)locatie, bedrijfsheterogeniteit en gedragseconomie. Brouwer is in 2005 gepromoveerd in aansluitend werkte zij als universitair docent bij de vakgroep International Economics & Business, ook bij de RuG. In haar vrije tijd is zij bezig met provinciale politiek en wijkontwikkeling. terry van dijk peter groote de Ruimtelijke Wetenschappen op een bedrijfsdemografisch martin onderwerp boisen en Drs. H.C. Diederiks Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek Chris Diederiks heeft na zijn middelbare school in Emmeloord net als jullie gekozen voor een studie aan de Faculteit Ruimtelijke Wenschappen. Na zijn afstuderen heeft hij de Lerarenopleiding Aardrijkskunde gedaan. Vervolgens heeft hij een aantal jaren op verschillende middelbare scholen gewerkt totdat hij de kans kreeg om aan de slag te gaan als docent in de bacheloropleiding SG&P. Zijn vrije tijd besteedt hij graag aan reizen en wielrennen. Alle eerstejaars FRW zullen hem in het eerste jaar ook tegenkomen bij Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek. Dr. ir. T. van Dijk Ruimtelijk ontwerpen 1: Regionale strategieën Terry van Dijk (1975) verzorgt het allereerste vak in de ontwerplijn van Technische Planologie, die vier jaar geleden werd ingezet. Hij studeerde in Wageningen, promoveerde in Delft, deed een NWOPostDoc onderzoek in Wageningen en is nu dus universitair docent bij ons. Heeft veel in het buitenland onderzoek gedaan, met name naar ingrepen in agrarische structuur en bescherming van open ruimte tussen grote steden.Van Dijk onderzoekt nu vooral de verleidingskracht van regionale ontwerpen: wat doet een ontwerp met mensen, hoe ze kijken naar hun regio, hoe beïnvloedt een ontwerp hun beslissingen? Prof. dr. J. van Dijk Economie Jouke van Dijk (1956) is hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse en verschijnt om die reden vaak in het Dagblad van het Noorden. Hij is in 1981 afgestudeerd aan de economische faculteit en richtte zich in zijn proefschrift op ‘Migratie en Arbeidsmarkt’.Als onderzoeker houdt hij zich (volgens zijn website) bezig met ‘… arbeidsmarktvraagstukken als werkloosheid, werkgelegenheid, migratie en arbeidsmarktbeleid…’. In het eerste jaar komen jullie hem samen met prof. dr. Strijker tegen bij economie. 13. J.H.A. Vogelzang Regio in kwestie: China, Economische Geografie 1 Jessica Vogelzang is een van de jongere docenten die lesgeeft aan de faculteit. Ondanks dat is ze niet een onbekende, ze heeft namelijk zelf Sociale Geografie & Planologie gestudeerd, en is na de masters Lerarenopleiding Aardrijkskunde en Culturele Geografie aan het werk gegaan als docent in Meppel. Na vijf jaren lesgeven heeft ze de overstap gemaakt naar de universiteit en geeft zodoende het komende jaar de vakken Regio in kwestie: China en Economische Geografie 1. Al zullen dit niet de enige vakken zijn waar je haar tegen het lijf kunt lopen. Ook bij de vakken Denken over Geografie en Planologie, Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek, Statistiek 1, Economie en Fysische Geografie van Nederland zal ze met enige regelmaat te zien zijn. Kortom, een docent die je je hele eerste studiejaar zult zien! Dr. P.D. Groote Culturele geografie Peter Groote werd in 1962 geboren in het Friese Oosterwolde, maar groeide op in Stadskanaal. Hij studeerde in 1988 aan onze faculteit af in de regionale geografie op een afstudeeronderzoek naar de stedelijke planning in Lahore, Pakistan. Na zijn afstuderen verhuisde hij binnen het WSN-gebouw naar de Economische Faculteit, waar hij in 1995 zijn dissertatie over investeringen in infrastructuur in de negentiende eeuw verdedigde. Vanaf 1996 is hij weer terug op het oude nest, waar hij vooral cursussen culturele en politieke geografie verzorgt. Toch kruipt het bloed nog steeds waar het niet gaan kan, zodat hij nog steeds graag bijklust in de cultuurhistorie en de economische geschiedenis. Dr. T. Haartsen Geografie en planologie van Nederland Net als Chris Diederiks en Annemieke Logtmeijer is ook Tialda Haartsen geboren en getogen in de Noordoostpolder. Na haar studie Regionale Geografie (nu Culturele Geografie) aan onze Faculteit is zij, via wat omzwervingen richting onder andere het Arctisch gebied, als promovendus bij de FRW terecht gekomen. Haar promotieonderzoek ging over veranderingen in gebruik, eigendom en beelden van het platteland. Sinds eind 2002 werkt ze als universitair docent bij Culturele Geografie. D.J. Herbers Population Dynamics Daniël Herbers is net begonnen aan het tweede jaar van zijn PhD. Het eerste jaar heeft hij doorgebracht in Barcelona, om daar de European Doctoral School of Demography te volgen. In zijn PhD project wil hij kijken hoe veranderingen in het leven van het individu invloed kunnen hebben op de woon-en leefsituatie en het welzijn op oudere leeftijd. Dit jaar gaat Daniël een aantal colleges geven bij Population Dynamics. Daarnaast helpt hij bij het organiseren van de ‘International Conference of Population Geographies’ die in juni 2013 in Groningen wordt gehouden. Dr. W.J. Meester Statistiek 1 Wim Meester werd in 1953 in Heerenveen geboren en groeide op in Akkrum. Hij studeerde aan onze eigen faculteit, toen nog Geografisch Instituut geheten, en werkt er sinds 1983. Vanaf het begin heeft hij zich hier bezig gehouden met onderzoek, in het bijzonder naar imago’s en de waardering van vestigingsplaatsen. Later is het onderwijs er als taak bijgekomen. Jullie zullen hem tegenkomen bij het vak Statistiek 1. Dr. L.B. Meijering Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek Louise Meijering studeerde regionale geografie aan de RUG. Na haar promotie heeft ze onder andere aan de Universiteit van Uppsala gewerkt. Binnen de bachelor geeft ze vooral vakken op het gebied van methodologie. Daarom zal ze in de propedeuse het vak Inleiding wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk presenteren verzorgen. Dr. ir. E.W. Meijles Fysische geografie van de wereld Erik Meijles is geboren en getogen in West-Friesland (Noord-Holland) en heeft, na zijn middelbare school, Bodem, Water en Atmosfeer gestudeerd in Wageningen. Hij studeerde af op een geomorfologische kartering in Costa Rica en op de invloed van het landbouwbedrijf op de bodemopbouw in Zeeland. Daarna heeft hij een promotieonderzoek afgerond in Plymouth (UK) over de gevolgen van begrazing en heidebranden op bodem en hydrologie van Dartmoor. Vervolgens heeft Erik onderwijservaring opgedaan bij Milieukunde aan het HBO Van Hall Larenstein en heeft hij zich gericht op toepassingen van Geografische Informatiesystemen in omgevingswetenschappen. Sinds 2007 is Erik werkzaam aan de faculteit en terug bij zijn favoriete vakgebied: geografie van de natuurlijke omgeving. C. Mulder Population Dynamics Prof. Dr. C. Mulder is in maart 2011 benoemd tot hoogleraar Demografie en Ruimte aan onze faculteit. Daarvoor was Mulder acht jaar aan de Universiteit van Amsterdam dit vakgebied. Ook is ze als onderzoeker verbonden geweest aan de Faculteit Geowetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Ze heeft geografie gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Haar interesses liggen onder meer in huisvesting en woningbezit, residentiële mobiliteit, woningkeuze, familieverbanden en de verbanden tussen huisvesting en demografisch gedrag. W. Rauws MSc Ruimtelijk ontwerpen 3: ontwerpatelier Ward Rauws, geboren in Lelystad, studeerde in 2009 af op een onderzoek naar de ontwikkeling van stad-land relaties in Montpellier, Frankrijk. Sindsdien is hij in dienst bij de faculteit als onderzoeker en docent bij de basiseenheid Planologie. Hij is betrokken bij onderzoeken naar peri-urbane gebieden, ruimtelijke conceptvorming en complexiteit & planning binnen Nederland en op Europees niveau. Daarnaast is hij medeoprichter van het Groninger Dispuut der Planologen Ekistics. prof. dr. G. de Roo Ruimtelijke planning 1: structuren & functies Gert de Roo is hoogleraar in de Planologie en voorzitter van de Basiseenheid Planologie. Daarnaast is hij President van de Association of European Schools of Planning (AESOP). AESOP vertegenwoordigt 170 universitaire scholen in Europa die verantwoordelijk zijn voor planologisch onderwijs en onderzoek. AESOP is, samen met ACSP, de Amerikaanse zusterorganisatie, mondiaal toonaangevend als platform voor het planningtheoretische debat, voor de ontwikkeling van het planologisch onderwijs en voor interactie tussen academici die ruimtelijke planning als hun object van studie zien. Als hoofd van de BE Planologie is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van planologisch onderzoek en onderwijs. Dit heeft onder meer geleid tot een fundamentele herziening en vernieuwing van de Ba 14. Technische Planologie en de beide masters in de planologie die aan onze faculteit zijn verbonden. Zijn persoonlijke interesses liggen op diverse terreinen, die onder meer de besluitvorming beslaan rond interventies in de fysieke leefomgeving. Veel van zijn onderzoeken en publicaties zijn gericht op de gevolgen van decentralisatie-, integratie- en transitieprocessen, in het bijzonder die het fysieke omgevingsbeleid raken. Een ander belangrijk deel van zijn onderzoek betreft de ontwikkeling en de onderbouwing van beslissingsmodellen, die keuzes kunnen ondersteunen ten aanzien van ingrepen in de fysieke leefomgeving. Dr. ir. W.G.Z. Tan Ruimtelijk Ontwerpen 2: Bouwen, Ruimtelijk Ontwerpen 4: Innovatief Denken Wendy Tan is nieuw aan onze faculteit, ze werkt hier sinds afgelopen jaar en is Universitair Docent Infrastructuurplanning en Vervoer. Ze is begonnen met studeren in Singapore, waarna ze in Delft haar master en PhD heeft behaald. In het eerste jaar zullen de TP-studenten haar vaak tegenkomen, omdat ze betrokken is bij twee vakken in de Propedeuse. tialda haartsen Dr. F.J. Sijtsma Economische geografie 1 Frans Sijtsma (1964) is docent economische geografie bij onze faculteit. Daarnaast doet hij ook veel werk voor de Faculteit Bedrijfskunde en Economie. S. Slabbers Ruimtelijk ontwerpen 1: regionale strategieën Landschaparchitect Ir. Steven Slabbers bekleedt aan onze faculteit de functie van hoogleraarschap binnen het vakgebied van o.m de landschapsarchtitectuur. Technisch Planologiestudenten krijgen het eerste jaar college van hem. Stevens Slabbers is sinds enkele jaren actief op onze Faculteit en hij is tevens directeur van het bureau Bosch en Slabbers, dat actief is op verschillende terreinen van planning in zowel het landelijk als het stedelijk gebied. In zijn colleges kan hij de projecten waaraan zijn bureau heeft gewerkt goed gebruiken om zijn verhaal te vertellen aan de studenten. Prof. dr. D. Strijker Economie Dirk Strijker (1953) is hoogleraar Culturele geografie en is verantwoordelijk voor de Mansholtleerstoel voor Plattelandsontwikkeling. Hij bekleed veel functies binnen de faculteit: zo is hij voorzitter van de Basiseenheid Culturele Geografie en voorzitter van de Faculteitsraad. Zijn interesse ligt vooral op het gebied van het platteland en kan elke student verbaast doen staan over zijn grote kennis van namen van kleine gehuchtjes in de Veenkoloniën (zoals daar is: Gasselterboerveenschemond). erik meijles Dr. ir. S.G. Weitkamp Denken over geografie en planologie, Ruimtelijke Informatiekunde: Data & Cartografie Dr. ir. S.G. Weitkamp is sinds twee jaar werkzaam bij de FRW. Hij is assistent professor aan de RUG. Zijn interessegebieden zijn landscape research en GIS (geographic information systems). Hij heeft landschapsarchitectuur gestudeerd aan de Universiteit Wageningen. Naast docent is hij ook coördinator van het Honours College, dus de toppers onder de eerstejaars krijgen veel met hem te maken. Drs. C. Zuidema Ruimtelijke planning 1: structuren & functies Christian Zuidema werkt sinds 2003 aan uiteenlopende onderwerpen. Hij richt zich vooral op het Stedelijke Milieu. Centraal staan daarbij onder andere de problemen rondom luchtkwaliteit, de groeiende invloed van de Europese Unie op Nederlandse overheden en de toekomst van het Nederlandse milieubeleid. Zuidema heeft zijn PhD-traject aan onze faculteit afgelegd. g gert de roo dirk strijker cris zuidema 15. girugten 00 / September 2014 eerstejaarsnummer vakintroductie Vakintroductie Culturele Geografie SG&P Semester 1a Bij het vak Culturele Geografie draait het allemaal om betekenis, ‘meaning’, de relatie tussen mensen en plaatsen. Peter Groote vertelt op levendige wijze over de verschillende onderwerpen, waarbij de betekenis van de plek een centrale rol speelt. Vraagstukken omtrent etniciteit en natuurontwikkeling worden besproken, maar ook verschijnselen als globalisering en lokalisering komen langs. Bovendien is het boek ‘People and Place’ zowel interessant als leuk om te lezen. Veel van de namen die je hoort bij dit vak zal je later in je studie weer tegenkomen. Een goed vak om op te bouwen dus! Denken over geografie en planologie SG&P Semester 1a Dit is een nieuwe cursus en het is wat meer praktijkgericht. Er wordt aandacht besteed aan het toepassen van academische vaardigheden in sociaal-ruimtelijke vraagstukken. Ook komen er verschillende actuele thema’s aan bod, waarbij je leert hoe een geograaf of planoloog dit waarneemt. Dit vak wordt gegeven door middel van hoorcolleges, werkcolleges en een excursie. Je wordt beoordeeld op je deelname tijdens de werkcolleges en toetsing, dus een actieve houding is heel belangrijk. De nieuwe docent Martin Boisen neemt dit vak voor zijn rekening. Economische Geografie 1: grote theorieën en actuele thema’s SG&P en TP Semester 1a In deze cursus bespreken Aleid Brouwer en Frans Sijtsma de basisbegrippen binnen de economische geografie. De eerste colleges gaan over de ‘klassieke’ vestigingsplaatstheorieën van bijvoorbeeld Von Thunen en Christaller. Later worden nieuwere theorieën uitgelegd. Centraal in de colleges ligt de vraag of we de actuele ontwikkelingen beter kunnen begrijpen aan de hand van de grote theorieën. Kloppen de modellen ook in het dagelijks leven of komen ze alleen goed uit op papier? Ruimtelijk Ontwerpen 1: regionale strategieën TP Semester 1a Een vak waardoor meteen veel aspecten van de planologie duidelijk worden voor de student. De vele aspecten en problemen bij het oplossen van ruimtelijke vraagstukken komen aan bod. Na colleges van Terry van Dijk en Steven Slabbers volgen vijf excursies naar planologisch interessante gebieden in Nederland. Of het nou Drenthe of Almere is, overal zijn interessante ruimtelijke structuren te vinden die aan de hand van opdrachten worden behandeld. Ruimtelijke Planning 1: structuren en functies TP Semester 1a Dit vak kan worden gezien als een inleiding in de planologie. Het boek ‘Van Grachtengordel tot Vinexwijk’ behandelt bijna de hele geschiedenis van de planologie van Nederland en geeft een goede basis voor de rest van je studie. Ook ingewikkelde processen binnen de planologie worden geïntroduceerd en vervolgens in latere vakken uitgediept. Een goede inzet bij dit vak levert bij andere vakken een voorsprong op, en is dus aan te raden. Verder zijn de colleges van dit vak meestal erg interessant en gezellig. De docenten zijn zeer kundig: professor De Roo is van internationaal aanzien en Chris Zuidema werd vorig studiejaar nog verkozen tot docent van het jaar. Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek SG&P en TP Semester 1b Bij Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek zet je je eerste stappen in het onderzoeksveld. Tijdens hoorcolleges en practica leer je hoe het onderzoeksproces eruit ziet en schrijf je je eerste literatuurbespreking. Het onderdeel bibliotheekvaardigheden bestaat uit twee cursussen waarin je leert hoe je de juiste artikelen voor jou onderzoek kunt vinden. Ook je presentatievaardigheden worden op de proef gesteld. In kleine groepen bespreek je het onderzoek waarna je kritiek ontvangt van je medestudenten. Het is dé basis voor een wetenschappelijke manier van werken. Population Dynamics SG&P en TP Semester 1b Deze cursus wordt in het Engels gegeven. Het gaat over demografie en veranderingen die in de bevolkingsopbouw ontstaan door bijvoorbeeld veranderingen in het vruchtbaarheidscijfer, sterftecijfer, het aantal huwelijken en scheidingen, maar ook het stijgen van de gemiddelde levensverwachting. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de gevolgen van deze veranderingen. Je kunt hierbij denken aan de gevolgen die vergrijzing van de bevolking kan hebben op de arbeidsmarkt, de huizenmarkt en de manier waarop mensen samenleven. De colleges worden gegeven door verschillende docenten; Hans Elshof, Daniël Herbers , Clara Mulder en een aantal gastsprekers. Per college komt er een ander thema aan bod, waarbij je verwacht wordt bijbehorende artikelen te lezen. Het vak wordt getoetst door middel van een tentamen (60%) en opdrachten (40%). Ruimtelijke planning 2: urban challenge SG&P en TP Semester 1b Ook deze cursus wordt in het Engels gegeven. Dit vak, ruimtelijke planning, richt zich op de stedelijke planning en stedelijke cultuur. Tijdens de hoorcolleges worden verschillende stedelijke theorieën en concepten behandeld die je goed moet weten voor het tentamen. Veel van deze theorieën zul je ook later zeker nog tegenkomen. Daarnaast moet je in een groep verschillende deelopdrachten maken, waarbij je vaak moet kijken naar veranderingen in bepaalde steden, problemen en oplossingen. Aan het einde van elk van deze deelopdrachten betrek je deze aspecten op een zelfgekozen stad. Als laatste maak je een eindopdracht waarbij de stad, die jou groepje heeft gekozen, centraal staat. Het vak wordt gegeven door ‘faculteitsfilosoof’ Justin Beaumont en Martin Boisen. Het wordt getoetst door middel van de opdrachten (60%) en een tentamen (40%). Ruimtelijk Ontwerpen 2: bouwen TP Semester 1b & 2b Dit is voor velen een van de lastigste vakken in het eerste jaar Technische Planologie. Bouwen bestaat uit twee onderdelen, sterkteleer en bouwrijpmaken, en wordt sinds een paar jaar gesplitst gegeven. Sterkteleer gaat vooral over met natuurkundige principes berekeningen uitvoeren op constructies om hun sterkte en stijfheid te berekenen. Bij bouwrijpmaken leer je over bodemgesteldheid en 16. waterhuishouding. Onderschat dit vak niet, ga naar de colleges en maak je opdrachten, dan krijg je het inzicht dat je nodig hebt om de tentamens te halen. Fysische geografie van de wereld SG&P en TP Semester 2a Bij het vak fysische geografie van de wereld leer je kennis maken met een andere invalshoek van de geografie. Ook al lijkt fysische geografie weinig te maken te hebben met ons vakgebied, het is toch onmisbare kennis voor een geograaf. Bij dit vak wordt er ingegaan op onderwerpen als geologie, klimaat, bodemkunde en hydrologie. Deze onderwerpen kunnen nog bekend voorkomen van de middelbare school, maar bij dit vak wordt er nog een stuk gedetailleerder op de stof ingegaan. Er wordt gekeken naar mondiale fysisch geografische processen, waarbij de ontstaansgeschiedenis van Nederland door de populaire docent Erik Meijles als voorbeeld wordt gebruikt. Ruimtelijke informatiekunde 1: data en cartografie SG&P en TP Semester 2a Bij dit vak draait het om het verkrijgen van data over allerlei geografische gegevens van binnen en buiten Nederland en die vervolgens verwerken. Hier kunnen dan vervolgens kaarten van gemaakt worden, die weer gebruikt kunnen worden voor verder wetenschappelijk onderzoek. Een voorbeeld is het verzamelen van de spreiding van studenten over verschillende wijken in Groningen. Van deze gegevens leer je vervolgens duidelijke en overzichtelijke kaarten te maken. Bij dit vak heb je naast de gebruikelijke hoorcolleges ook een aantal werkcolleges, waarbij je leert hoe je een goede kaart maakt. Ook leer je hier hoe je moet werken met geografische informatiesystemen (GIS). Statistiek 1 SG&P en TP Semester 2a Statistiek staat bekend als een struikelvak binnen onze faculteit. Dat is het trouwens niet alleen bij ons, maar bij meer faculteiten. Statistiek is wel een vak dat van groot belang is voor je wetenschappelijke carrière. Je hebt het vaak nodig bij het schrijven van je bachelor –en masterscriptie. Bij dit vaak krijg je hoorcolleges waar de stof wordt uitgelegd, daarnaast nog werkcolleges waar je vervolgens statistische opdrachten voorgeschoteld krijgt. Als laatste heb je ook nog computerpractica waar je aan de hand van het programma SPSS kennis leert maken met digitale statistiek. Docent Wim Meester onderwijst je hierin op klassieke maar heldere wijze. Hoorcolleges zijn bijvoorbeeld niet terug te vinden op internet. Regio in kwestie: China SG&P Semester 2b China heeft met ruim 1,3 miljard inwoners de grootste bevolking ter wereld. Alleen dit al maakt van China een zeer interessant land. Daarnaast zijn er nog zoveel dingen die China bijzonder maken, zoals de rijke historie en de politieke perikelen als de éénkindpolitiek. Bovendien is de cultuur heel anders dan die in Europa. Maar China heeft ook een groeiende economie en kan niet langer genegeerd worden door de westerse wereld. Daarom is het belangrijk om te weten met wat voor land we te maken hebben. In dit vak wordt een eerste kennismaking gemaakt met het merkwaardige land China. Een soort van casestudie waarbij je vanuit veel geografische perspectieven naar de staat kijkt. Economie SG&P Semester 2b Ondanks dat wij geen economische studie doen, is het ook voor ons belangrijk om wat van de economie af te weten. Dat wordt al aangetoond door de vakken over economische geografie. Dit vak gaat verder in op het economische aspect zelf. Daarmee valt het vak wat minder in lijn met de andere vakken van onze studies, maar toch is het nuttige kennis. Voor mensen die economie op de middelbare school hebben gehad, zal er ongetwijfeld één en ander bekend voorkomen, maar toch is het zeker geen vak om te onderschatten. Vanaf vorig jaar is het aantal hoorcolleges daarom opgeschroefd en worden er klassikaal oefenopgaven behandeld die je op weg helpen bij het tentamen. Geografie & planologie van Nederland SG&P Semester 2b In dit vak wordt de kennis die opgedaan is in de voorgaande vakken toegepast op Nederland. Dat wordt gedaan aan de hand van thema’s als de ruimtelijke ordening, natuur en landschap. En dat gebeurt niet alleen in de collegebanken, maar er hoort ook een excursie bij. De eerste bestemming is Nederlands jongste provincie. Flevoland is ingepolderd en ingericht door mensen en is daarmee anders dan alle andere provincies. De docente, Tialda Haartsen, is daar geboren en getogen en deed er het nodige onderzoek naar. Daarna gaat de reis door naar Rotterdam. Er wordt bijvoorbeeld een kijkje genomen in één van de grootste havens ter wereld. Ook zullen verschillende wijken worden geanalyseerd om de verschillen en overeenkomsten te ontdekken en te verklaren. Al met al een interessante en leerzame trip. Ruimtelijk Ontwerpen 3: ontwerpatelier TP Semester 2b Dit intensieve vak is de verbinding tussen alles wat je in het eerste jaar hebt geleerd en de alledaagse praktijk. Vorig jaar betekende dit zeven weken lang twee volle dagen per week in Haren aan de slag met het maken van regiovisies, plannen en concrete ontwerpen in de gemeente Haren. Deze producten moesten aan het eind van de cursus ook aan afgevaardigden van de gemeenteraad van Haren gepresenteerd worden. Naast het feit dat het fijn is om je kennis in de praktijk te gebruiken is het ook een heel gezellig vak waarbij je veel contact hebt met je studiegenoten en docenten. Op de website van Girugten zijn de projecten en verschillende berichten uit de media hierover terug te vinden. Ruimtelijk Ontwerpen 4: innovatief denken TP Semester 2b Bij Innovatief denken leer je van Paul Ike manieren om anders en vooral creatief over problemen na te denken. In de verschillende opdrachten ga je zelf bezig met het vinden van oplossingen met nieuwe methoden. De literatuur hierbij is erg leerzaam en veel methoden zijn erg grappig om een keer mee te werken. Een vak wat niet alleen binnen de planologie handig kan zijn, maar waar je ook in het dagelijks leven gebruik van kan maken. g 17. girugten 00 / September 2014 eerstejaarsnummer studentenorganisaties Ibn Battuta Lieve lezers, In de eerste Girugten van dit collegejaar kan Ibn Battuta natuurlijk niet ontbreken. Een nieuw jaar met ook weer een nieuw bestuur. Sinds 17 juni hebben wij als nieuwe bestuur de touwtjes in handen en proberen wij alles in goede banen te leiden. Wij zien het komende verenigingsjaar met veel enthousiasme tegemoet en hopen dat jullie er net zoveel zin in hebben als wij! Om een beeld te geven van de veelzijdigheid aan activiteiten die vanuit Ibn Battuta worden georganiseerd, hier een overzicht van de activiteiten die aan het eind van vorig collegejaar hebben plaatsgevonden. De Lezingencommissie heeft in mei twee lezingen georganiseerd. Begin mei vond de W.J. van den Bremenlezing plaats met als spreker niemand minder dan Deltacommissaris Wim Kuijken. Daarnaast heeft Le’cie met de ‘Wildernis in Nederland’lezing in Borrelcafé Oblomov de afsluitende activiteit van het seizoen georganiseerd. De Sport- en spelcommissie heeft een gezellige ouderwetse spelletjesavond neergezet. Daarnaast hebben zij nog een liftexperience, het Gotchaspel en een WKpoule georganiseerd. De laatste activiteit van dit collegejaar die door de Ses’cie werd georganiseerd was een leuke sportmiddag, die door de Eerstejaarscommissie (EJC) werd afgesloten met een barbecue. Door het Pedelgenootschap is op 2 juni ook weer de halfjaarlijkse cantus georganiseerd, een geslaagde avond met veel gezang, gezelligheid en bier natuurlijk. De Excursiecommissie heeft ons onder andere meegenomen naar het nieuwe stadhuis in Almelo met als afsluiting een barbecue. Daarnaast zijn we naar woningbouwvereniging Lefier geweest om woningcomplexen in de Korrewegwijk te bekijken. De EJC heeft ook weer voor een aantal gezellige dagen gezorgd met een Stef Stuntpiloottoernooi voorafgaand aan de KB-bekendmakingsborrel, een pyjamafeest en een middag kanoën door de grachten. Als afsluiting van het verenigingsjaar is er een ‘Glow in the dark’ themafeest georganiseerd op 27 mei. Als laatste activiteit, om de vakantie in te luiden, heeft er een weekend op Schiermonnikoog plaatsgevonden waar een grote groep leden van Ibn Battuta een fantastisch weekend heeft beleefd. Ook de komende tijd zal er veel te doen zijn. In het weekend van 5,6 en 7 september zal het introductieweekend op Ameland plaatsvinden, een perfecte gelegenheid om je medestudenten beter te leren kennen. Na het introductiekamp op Ameland zullen er in de gehele maand september vele activiteiten worden georganiseerd door de verschillende commissies. Op 15 september bijvoorbeeld zal de International Day vanEGEA plaatsvinden met als afsluiter een gezellige barbecue met internationale studenten. Daarnaast kun je op vrijdag 19 september, als het weer het toelaat, met de Excursiecommissie mee een middag wadlopen. Ook dit jaar zal het muziekfestival Zwemfest weer plaatsvinden. Onze vereniging organiseert dit muziekfestival, dat op 25 september wordt gevierd in de Vera, samen met de verenigingen VIP, GLV Idun en Ubbo Emmius Het belooft een geweldige avond te worden. De kosten zijn €5,00 voor leden van Ibn Battuta en €7,50 voor niet-leden. Als afsluiting van de eerste collegemaand zal het jaarlijkse liftweekend plaatsvinden van 26 tot 28 september, georganiseerd door de Sport- en spelcommissie. De bestemming zal pas bekend worden gemaakt op de dag van vertrek. Deelnemen moet in duo’s, dus meld je snel aan op de website! De gehele eerste collegemaand zullen er natuurlijk ook de nodige feesten en borrels worden georganiseerd. Benieuwd wat voor leuke dingen er nog meer op het programma staan? Of wil je meer informatie over de geplande activiteiten? Check de site, www.ibnbattuta.nl. Hier vind je een overzicht van alle geplande activiteiten én meer informatie. Ook kun je je hier aanmelden voor de activiteiten waaraan je wilt deelnemen. Wij hopen jullie snel eens te zien in de koffiekamer of tijdens een gezellige activiteit! bestuur ibn battuta 2014-2015 (v.l.n.r.): marc boogert (commissaris externe betrekkingen), steven wester (penningmeester), ellen stoppels (secretaris), wouter van heugten (commissaris interne betrekkingen/ vicevoorzitter) en ronald kleine (voorzitter) 18. girugten 00 / September 2014 eerstejaarsnummer studentenorganisaties Pro Geo Als nieuwe eerstejaars begin je een nieuwe periode in je opleiding. Als het goed is heb je je tijd aan de middelbare school pas enkele maanden geleden afgesloten. Je hebt gekozen om te komen studeren aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW) van de Rijksuniversiteit Groningen. Er gaan op de universiteit veel dingen net wat anders dan op de middelbare school. Zo moet je nu zelf je boeken kopen en je je op tijd inschrijven voor de vakken die je wenst te volgen. Alles bij elkaar genomen krijg je op de universiteit te maken met een stuk meer zelfstandigheid. Dat is natuurlijk hartstikke fijn, maar het is goed voor te stellen dat je soms even door de bomen het bos niet meer ziet. Mede daarom is enkele decennia geleden de Stichting Pro Geo in het leven geroepen. Pro Geo wordt bestuurd door een vijftal studenten, die ervoor zijn om jouw belangen als student aan de FRW te behartigen. de zaken die op dat moment spelen binnen de faculteit. Tevens organiseert Pro Geo elk jaar enkele studiegerelateerde activiteiten, waaronder de uitreiking van de prijs voor de docent van het jaar. Bij Pro Geo kun je terecht met al je vragen, klachten en opmerkingen die betrekking hebben op de faculteit. Was de collegezaal veel te klein voor het aantal studenten? Leek het tentamen weinig van doen te hebben met de studiestof? Of wil je gewoon iets graag weten? Leg de studiegerelateerde zaken waar jij mee zit bij ons neer, dan nemen wij contact op met de docent of de Opleidingscommissie. Je kunt ons bereiken via de e-mail ([email protected]) of via onze website www.progeo.nl. Arjen Terpstra - Vicevoorzitter Tweedejaars Sociale Planologie De hierboven al genoemde term Opleidingscommissie (OC) is een belangrijk begrip voor de studenten en Pro Geo. In een OC, vergelijkbaar met een leerlingenraad, evalueren studenten en docenten de vakken die in de afgelopen periode zijn gegeven. Elke opleiding, zowel bachelor als master, heeft een eigen OC. Voor het komende studiejaar zijn wij op zoek naar een eerstejaarsstudent Technische Planologie en een eerstejaarsstudent Sociale Geografie en Planologie die zich willen aansluiten bij diens betreffende OC. De inschrijving hiervoor start in september, en je kan solliciteren door een e-mail met je CV naar [email protected] te sturen. De leden van Pro Geo zijn verder studentleden in de Faculteitsraad (F-raad), welke enkele keren per jaar vergadert over Mocht je meer willen weten over wat Pro Geo doet en hoe de bestuursleden jou kunnen ondersteunen bij je studie, kun je ons altijd een e-mail sturen of een van ons aanspreken als je ons tegenkomt. Pro Geo heeft een eigen plek in het Duisenberggebouw, waar de kans groot is dat je een van ons kunt vinden. Veel succes in je eerste studiejaar! Stichting Pro Geo van boven naar beneden: Jan-Aike Noordermeer - Voorzitter Derdejaars Sociale Geografie & Planologie Jeroen de Regt - Secretaris Derdejaars Sociale Geografie & Planologie Lennard Rauh - Penningmeester Tweedejaars Sociale Geografie & Planologie Lianne Hummel - Commissaris OC’s Tweedejaars Sociale Planologie 19. girugten 00 / September 2014 eerstejaarsnummer studentenorganisaties Geo Promotion Beste eerstejaars, Als bestuur van Geo Promotion willen wij ons graag aan jullie voorstellen. Geo Promotion is een stichting die is gelieerd aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Als aparte stichting houdt Geo Promotion zich al sinds 1986 bezig met het organiseren van voornamelijk congressen, altijd met een ruimtelijk thema. De afgelopen jaren heeft het congres bijvoorbeeld in het teken gestaan van de grensoverschrijdende regio, de stad van de toekomst en risicomanagement. Het huidige bestuur is op het moment van schrijven druk bezig met de voorbereiding voor het 18e congres wat plaats zal vinden in februari, 2015. Op dit moment zijn we aan het zoeken naar een relevant (ruimtelijk) thema. Relevant voor de tijdsgeest maar ook zeker voor de driehoek overheid, bedrijfsleven en de academische wereld. Het congres is hiermee een uitstekende mogelijkheid om een gevoel te krijgen voor een mogelijk toekomstig werkveld. Om deze reden raden wij het dus ook zeker aan om als eerstejaars naar het congres te komen. Als eerstejaars ben je vaak nog zoekend naar welke kant je op kunt en wilt en het congres kan erbij helpen om hier richting aan te geven. Daarnaast is het ook gewoon een interessante dag waarbij theorie en praktijk samen komt. Voor de meest recente ontwikkelingen en informatie over vorige congressen kan je terecht op www.geopromotion.nl. Hier zullen te zijner tijd het thema en de exacte datum en locatie worden bekendgemaakt. Ook zijn we te vinden op Facebook en Twitter onder de naam Geo Promotion. Namens het gehele bestuur, Niels Kuiper Secretaris v.l.n.r. Eliza Janssen, Lisa Katuin, Wendy Oude Vrielink, Niels Kuiper, Tessa Haarler & Joost Sissingh faculteit ruimtelijke wetenschappen contactadres postbus 800 9700 AV Groningen e-mail [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc