OB41 2014

OB 41
Algemeen
TUCHTRECHTELIJKE ORGANISATIE VAN DE STICHTING NEDERLANDSE
DRAF- EN RENSPORT
TUCHTCOLLEGE
TC6-2014
UITSPRAAK
Het Tuchtcollege van de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport, hierna te noemen
N.D.R., rechtdoende in tuchtzaken betreffende deelnemers aan de Nederlandse
Draf- en Rensport, heeft de navolgende uitspraak gedaan in de zaak van het Bestuur
tegen de betrokken deelnemer:
Naam
: C.A.M. Roeling
Wonende te : Leidschendam
NDR-nr.
: 11450
Verder te noemen “betrokkene”.
Ten aanzien van de feiten:
Het Tuchtcollege heeft, voor zover hier van belang, kennis genomen van de
volgende stukken:
1. een uitdraai van het programma van Duindigt van 18 mei 2014, koers 4;
2. een uitdraai van de uitslagen van Duindigt van 18 mei 2014, koers 4;
3. een rapport van bijzonderheden Draf en Ren van 18 mei 2014 in Duindigt;
4. een rapport van bestraffing Draf van 18 mei 2014 in Duindigt;
5. een rapport van de NDR betreffende onderzoek naar het gebruik van
verboden stoffen, zoals bedoeld in art. 7 lid 1 van het Reglement Verboden
Stoffen bij het paard Cambro Jet van trainer C.A.M. Roeling met
streepjescode 5529809, ondertekend door I. v.d. Broek, dierenarts,
opgemaakt op 18 mei 2014;
6. een aangetekende brief van de NDR d.d. 3 juli 2014 gericht aan betrokkene
betreffende onderzoek naar het gebruik van verboden stoffen, zoals bedoeld
in art. I, lid VII van het Reglement Verboden Stoffen bij het op 18 mei 2014 bij
betrokkene in training zijnde paard Cambro Jet ;
7. een certificat d’analyse urinemonster no. 5529809/F213890, opgemaakt op
10 juni 2014 door Laboratoire des Courses Hippiques;
8. een brief van betrokkene d.d. 8 juli 2014 waarin hij onder andere aangeeft dat
hij afziet van contra-expertise;
9. een aangetekende brief van de gevolmachtigde in tuchtrechtelijke
aangelegenheden van de NDR gericht aan betrokkene d.d. 2 september 2014
waarin betrokkene onder meer op de hoogte wordt gesteld van hetgeen hem
ten laste wordt gelegd en wordt opgeroepen om op de zitting van het
Tuchtcollege op 17 september 2014 aanwezig te zijn;
10. een email van Prof.Dr. J. Fink-Gremmels d.d. 7 juli 2014, gericht aan de NDR
inzake sotalol;
11. informatie over sotalol;
12. een uitdraai van artikel 13 van het Reglement Verboden Stoffen.
In de hierboven sub 9 bedoelde brief van de gevolmachtigde in tuchtrechtelijke
aangelegenheden gericht aan betrokkene van 2 september 2014 is aan betrokkene
ten laste gelegd, dat hij op 18 mei 2014 op renbaan Duindigt met het paard
Cambro Jet heeft deelgenomen aan de Interland Nederland-Belgie, terwijl zich in het
lichaam van genoemd paard een stof bevond, welke door de NDR is verboden en
waarvoor hij als trainer verantwoordelijk is.
Het onderzoek is gehouden ter zitting van 17 september 2014, waarbij betrokkene is
verschenen en gehoord.
Betrokkene heeft – zakelijk weergegeven - ter zitting verklaard dat de uitslag van het
urine-onderzoek niet wordt betwist, maar dat hij niet weet hoe de in de urine
aangetroffen sotalol in het lichaam van Cambro Jet terecht is gekomen.
Cambro Jet is volgens betrokkene gezond en voorafgaand aan de koers niet onder
behandeling van een dierenarts geweest.
Betrokkene heeft voorts verklaard dat hij naar aanleiding van de positieve uitslag van
het urine-onderzoek geen gebruik meer zal maken van de diensten van de
rijder/pikeur van het paard tijdens de genoemde koers, die het paard voor die koers
tijdens de stalling, enige tijd onder zijn toezicht heeft gehad.
De gevolmachtigde heeft namens de NDR op voormelde zitting geconcludeerd tot
een bewezenverklaring van het aan betrokkene tenlastegelegde en ter zake tot een
bestraffing met een geldboete van € 2.000,- waarvan € 1.000,- voorwaardelijk met
een proeftijd van twee jaar en een tevoetstelling van 1 maand.
Ten aanzien van het recht:
Op grond van de inhoud van de hierboven weergegeven verklaring van betrokkene
afgelegd ter zitting en de inhoud van de hierboven onder 5 en 7 genoemde stukken,
acht het Tuchtcollege bewezen dat:
betrokkene op 18 mei 2014 op Duindigt met het paard Cambro Jet heeft
deelgenomen aan de Interland Nederland-Belgie, terwijl zich in het lichaam van
genoemd paard een stof bevond welke door de NDR verboden is en waarvoor
betrokkene als trainer verantwoordelijk is.
Het bewezenverklaarde levert op een overtreding van artikel 1 lid II juncto lid IV van
het Reglement Verboden Stoffen.
Ten aanzien van de straf:
De strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezenverklaarde,
de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de betrokkene,
zoals ter zitting is gebleken.
Het Tuchtcollege overweegt bij de bepaling van de straf het volgende.
De enkele vaststelling van de aanwezigheid van een verboden stof in het lichaam
van het paard staat centraal bij de strafbaarheid van deze overtreding. Dat niet is
vastgesteld op welke wijze de verboden stof in het lichaam van het paard terecht is
gekomen en of betrokkene daarbij een rol heeft gespeeld doet aan de strafbaarheid
niet aan af.
De trainer is, als degene die zich daadwerkelijk bezighoudt met de bevordering van
het prestatievermogen van het paard, verantwoordelijk voor het paard.
Gelet op de ernst van de overtreding zal het Tuchtcollege naast een geldboete
tevens opleggen een tijdelijke intrekking van beperkte duur van de vergunning tot
deelneming aan wedstrijden als trainer.
Met het opleggen van een deels voorwaardelijk straf wordt deze straf mede
dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe overtredingen.
Het hiervoor overwogene brengt het Tuchtcollege tot het opleggen van na te melden
straffen.
De toepasselijke artikelen:
De artikelen 8, 10, 11, 17 en 18 van het Tuchtreglement;
Artikel 1 van het Reglement Verboden Stoffen.
Het Tuchtcollege rechtdoende:
1. verklaart bewezen dat betrokkene zich op 18 mei 2014 op Duindigt schuldig heeft
gemaakt aan overtreding van artikel 1 lid II juncto lid IV van het Reglement
Verboden Stoffen;
2. bestraft betrokkene ter zake met een geldboete van € 2.000,-;
3. bestraft betrokkene voorts met een intrekking van de vergunning tot deelneming
aan wedstrijden als trainer voor de duur van 1 maand;
4. bepaalt dat de geldboete ter grootte van € 1.000,- niet zal worden
tenuitvoergelegd, tenzij het Tuchtcollege later anders mocht gelasten op grond
dat betrokkene zich voor het einde van een hiertoe op 2 jaar bepaalde proeftijd
aan een soortgelijk feit schuldig maakt, zulks ter beoordeling van het
Tuchtcollege.
Aldus vastgesteld op 1 oktober 2014 door:
mr. H. Harmsen, voorzitter,
A. Zee, lid,
mr. drs. A. van de Grift-Schols, wnd. lid,
in tegenwoordigheid van I. Verschuur, wnd. secretaris.
TUCHTRECHTELIJKE ORGANISATIE VAN DE STICHTING NEDERLANDSE
DRAF- EN RENSPORT
TUCHTCOLLEGE
TC 7-2014
UITSPRAAK IN HOGER BEROEP
Het Tuchtcollege van de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport, hierna te noemen N.D.R.,
in het onderhavige hoger beroep rechtdoende als hoogste instantie in tuchtzaken betreffende
deelnemers aan de Nederlandse Draf- en Rensport, heeft de navolgende uitspraak gedaan
in de zaak tegen het Bestuur van de betrokken deelnemer:
Naam
: R. de Beer
Wonende te : Heerenveen
NDR-nr.
: 55151
Verder te noemen “appellant”.
Ten aanzien van de feiten:
Het Tuchtcollege heeft, voor zover hier van belang, kennis genomen van de
volgende stukken:
13. een recidivelijst betreffende op naam van appellant bijgewerkt tot en met
27 juni 2014;
14. een uitdraai van het programma Groningen, 29 juni 2014, koers 7;
15. een uitdraai van de uitslagen Groningen, 29 juni 2014, koers 7;
16. een rapport van bijzonderheden draf: meeting Groningen 29 juni 2014
opgemaakt door P.M. Wiersinga en M. Smith, respectievelijk voorzitter en
secretaris van het dienstdoende draverijcomité;
17. een rapport van bestraffing drafmeeting: Groningen 29 juni 2014, opgemaakt
door P.M. Wiersinga en M. Smith, beiden voornoemd;
18. een uitspraak van het Draverijcomité van Groningen d.d. 29 juni 2014 met
betrekking tot appellant;
19. een email van appellant d.d. 2 juli 2014 gericht aan de NDR betreffende het
door betrokkene ingestelde hoger beroep tegen de onder 6. vermelde
uitspraak van het Draverijcomité;
20. een brief van de gevolmachtigde in tuchtrechtelijke aangelegenheden van de
NDR d.d. 8 juli 2014 gericht aan appellant;
21. een brief van P.M. Wiersinga en M. Smith d.d. 29 juni 2014 gericht aan de
gevolmachtigde in tuchtrechtelijke aangelegenheden van de NDR betreffende
het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de onder 6. vermelde
uitspraak van het Draverijcomité;
22. een verklaring van Th. Haks d.d. 30 juni 2014 inzake het incident waarvoor
appellant op 29 juni 2014 door het Draverijcomite is gestraft;
23. een verklaring van H. Beukema d.d. 30 juni 2014 inzake het incident waarvoor
appellant op 29 juni 2014 door het Draverijcomite is gestraft;
24. een email d.d.3 juli 2014 van de gevolmachtigde in tuchtrechtelijke
aangelegenheden van de NDR, gericht aan M. Smith, voornoemd;
25. een zittingsoproep d.d. 2 september 2014 voor de zitting van
17 september 2014.
Het onderzoek is gehouden ter zitting van 17 september 2014, waarbij appellant is
verschenen en gehoord.
Bij de bestreden uitspraak van het draverijcomité van 29 juni 2014 is appellant bestraft
met een tevoetstelling van 6 wedstrijddagen wegens overtreding van het bepaalde in
artikel 15 I van het Algemeen Wedstrijd Reglement (onbehoorlijk gedrag door een
deelnemer tegenover een andere deelnemer).
De gevolmachtigde heeft namens de N.D.R. op de zitting van 17 september 2014
geconcludeerd tot bevestiging van de uitspraak van het Draverijcomite van 29 juni 2014
en ongegrond verklaring van het beroep.
Ten aanzien van het recht:
Het beroep is ingesteld binnen de door de reglementen gestelde termijn, terwijl ook
de voorschriften van artikel 28 van het Tuchtreglement in acht zijn genomen.
Ter zitting heeft appellant verklaard dat hij weliswaar de overtreding waarvoor hij
door het draverijcomité is bestraft, heeft begaan maar dat hij door een andere
deelnemer daartoe werd aangezet. Het was immers een andere deelnemer die naar
aanleiding van een koersincident, waarbij beiden waren betrokken, op hem afkwam
en de confrontatie opzocht door zijn hoofd tegen het hoofd van appellant te zetten en
te zeggen dat het buiten de poort uitgevochten moest worden.
Appellant ontkende dat hij het overhemd van de andere deelnemer had vastgepakt.
Appellant vond het niet terecht dat de ander niet gestraft is voor zijn rol bij dit conflict.
Dit was de reden voor het door hem ingestelde beroep. Voorts vond appellant het
onjuist dat het draverijcommité slechts de rapportage van de NDR-functionaris
Beukema en de verklaring van getuige Haks heeft meegewogen in haar
oordeelsvorming en niet de door appellant bij het draverijcomité opgegeven getuigen
Willems en Jansen.
Het Tuchtcollege is van oordeel dat hier slechts de zaak tegen appellant aan de orde
is. Een mogelijke overtreding begaan door een andere deelnemer en de beoordeling
daarvan doet niets af aan de beoordeling van de overtreding door appellant.
Het Tuchtcollege ziet, gelet op het onderzoek ter zitting, geen aanleiding om te
twijfelen aan de inhoud van de onder 10. (getuige Haks) en 11. (NDR-functionaris
Beukema) genoemde verklaringen. Deze voor het bewijs gebruikte verklaringen zijn
van onafhankelijke getuigen die op korte afstand het voorval hebben waargenomen.
Dat het draverijcomité kennelijk minder waarde heeft gehecht aan de door Appellant
opgegeven getuigen en deze verklaringen ook niet verder heeft uitgewerkt, doet aan
het voorgaande niet af.
Het Tuchtcollege is voorts van mening dat er geen aanleiding bestaat om af te wijken
van de straf zoals opgelegd door het draverijcomité en zal daarom de uitspraak van
het draverijcomité in stand houden.
De uitspraak van het draverijcomité zal worden bevestigd.
Het Tuchtcollege rechtdoende:
1. verklaart het beroep ongegrond;
2. bevestigt de uitspraak van het draverijcomité waarvan beroep.
Aldus vastgesteld op 1 oktober 2014 door:
mr. H. Harmsen, voorzitter,
B. Zee, lid,
mr. drs. A.van de Grift, wnd. lid,
in tegenwoordigheid van I. Verschuur, wnd. Secretaris
TUCHTRECHTELIJKE ORGANISATIE VAN DE STICHTING NEDERLANDSE
DRAF- EN RENSPORT
TUCHTCOLLEGE
TC5-2014
TUSSENUITSPRAAK IN HOGER BEROEP
Het Tuchtcollege van de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport, hierna te noemen
N.D.R., rechtdoende in tuchtzaken betreffende deelnemers aan de Nederlandse
Draf- en Rensport, heeft de navolgende uitspraak gedaan in de zaak van het Bestuur
tegen de betrokken deelnemer:
Naam
: N. D’Haenens
Wonende te : Beernem, Belgie
NDR-nr.
: 80275
Verder te noemen “betrokkene”.
Ten aanzien van de feiten:
Het Tuchtcollege heeft, voor zover hier van belang, kennis genomen van de
volgende stukken:
1. een recidivelijst op naam van betrokkene, bijgewerkt tot en met 27 juni 2014;
2. een uitdraai van de uitslagen op Wolvega, 21 juni 2014;
3. een rapport van bijzonderheden draf van de meeting op 21 juni 2014 te
Wolvega opgemaakt door P.M. Wiersinga en M. Smith, respectievelijk
voorzitter en secretaris van het dienstdoende draverijcomite;
4. een rapport van bestraffing draf van de meeting op 21 juni 2014 te Wolvega,
opgemaakt door P.M. Wiersinga en M. Smith, beiden voornoemd;
5. een uitspraak draverijcomite van 21 juni 2014 betreffende betrokkene;
6. een beschikking van de gevolmachtigde in tuchtrechtelijke aangelegenheden
van de NDR, gericht aan de secretaris van het Tuchtcollege, d.d. 2 juli 2014,
betreffende betrokkene;
7. een brief d.d. 2 juli 2014 van de gevolmachtigde in tuchtrechtelijke
aangelegenheden van de NDR, gericht aan betrokkene;
8. een brief d.d. 2 juli 2014 van de secretaris van het Tuchtcollege gericht aan
P.M. Wiersinga, voornoemd, betreffende het door de Gevolmachtigde in
tuchtrechtelijke aangelegenheden ingestelde hoger beroep tegen de onder 5.
genoemde uitspraak;
9. een brief d.d. 28 juli 2014 van P.M. Wiersinga, voornoemd, en
A.J. van Koerten, waarnemend secretaris van het op 21 juni 2014 op Wolvega
dienstdoende draverijcomite
10. een zittingsoproep gericht aan betrokkene voor de zitting van
17 september 2014.
In de zittingsoproep van 17 september 2014 wordt door de Gevolmachtigde in
tuchtrechtelijke aangelegenheden van de NDR aan betrokkene medegedeeld dat het
hoger beroep tegen de onder 5. genoemde uitspraak (niet voldoende verdedigen van
zijn winkansen) tegen hem aanhangig is gemaakt.
Het onderzoek is gehouden ter zitting van 17 september 2014, waarbij betrokkene is
verschenen, bijgestaan door L. De Groote (eigenaar van Orage Mauzun).
De gevolmachtigde heeft namens de NDR op voormelde zitting geconcludeerd tot
bewezenverklaring van het aan betrokkene ten laste gelegde en hem ter zake te
bestraffen, bevestiging van de uitspraak waarvan beroep behoudens wat betreft de
strafmaat en tot bestraffing van de betrokkene met een tevoetstelling van drie
maanden onder aftrek van de zes wedstrijddagen waarover betrokkene zijn door het
draverijcomite opgelegde straf inmiddels heeft ondergaan.
Ter zitting heeft het Tuchtcollege kennis genomen van de videobeelden van de koers
van 21 juni 2014 te Wolvega.
Ten aanzien van het recht:
In het onder 3. genoemde rapport staat, met betrekking tot hetgeen betrokkene
wordt verweten, het volgende vermeld:
“…Na de koers is Nico D’Haenens/Orage Mauzun door het DC gehoord over zijn
manier van rijden in de laatste rechte lijn richting de finish. Vanuit de meerijdende
auto heeft het DC gezien dat D’Haenens zich met zijn paard Orage Mauzun in
tweede positie bevond en dat D’Haenens richting de finish niet of nauwelijks
aanstalten maakte om zijn winkansen in deze koers te verdedigen. D’Haenens
bleef stil zitten op de sulky met slechts een aantal malen zijwaarts en achterom
kijkend naar de andere mededeelnemers. D’Haenens is in kennis gesteld van de
geconstateerde overtreding. Hem wordt verweten dat hij onvoldoende pogingen
heeft ondernomen om zijn positie te verbeteren om eerste aankomende te
worden. …”
Ter zitting heeft betrokkene verklaard dat Orage Mauzun staakt als hij
aangespoord wordt. Betrokkene had op 21 juni 2014 de stalorders van de
eigenaar van Orage Mauzun gekregen om het paard niet aan te sporen, geen
zweep te gebruiken of de oogkleppen af te doen om te voorkomen dat het paard
zou staken. Betrokkene heeft wel degelijk zijn kansen benut maar op een manier
die bij dit paard verantwoord was. Zo zijn de proppen wel getrokken, aldus
betrokkene.
Op de videobeelden van de koers van 21 juni 2014 te Wolvega is te zien dat
betrokkene, als hij zich in de laatste rechte lijn in tweede positie bevindt, een
aantal maal achterom kijkt. Het commentaar van de speaker luidt dan:
“…betrokkene is alleen maar bezig met de tweede plaats…”.
Gelet op de ernst van de gedraging die betrokkene verweten wordt en gelet op
het ter zitting gevoerde verweer, is het Tuchtcollege van oordeel dat het
onderzoek niet volledig is geweest.
De NDR-officials P.M. Wiersinga en A.J. van Koerten en de eigenaar van
Orage Mauzun L. De Groote zullen worden opgeroepen om als getuigen gehoord
te worden. Zo nodig zal het Tuchtcollege de getuigen tegenover elkaar stellen en
gelegenheid geven op elkaars verklaring te reageren.
Het onderzoek zal daartoe worden heropend.
Het Tuchtcollege:
1. heropent het onderzoek;
2. bepaalt dat het onderzoek zal worden voortgezet op 16 oktober 2014;
3. roept P.M. Wiersinga, A.J. van Koerten en L. De Groote op om als
getuigen op hierboven genoemde zitting aanwezig te zijn;
4. houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus vastgesteld op 1 oktober 2014 door:
Mr. H. Harmsen, voorzitter,
A. Zee, lid,
Mr. W.P. Scheltema, lid,
in tegenwoordigheid van mr. A. van de Grift-Schols, secretaris.
Onderzoek verboden stoffen
Augustus en september
De afgenomen bloed- en urinemonsters van onderstaande paarden zijn negatief
bevonden:
Boy Lucswolle
Severino
Your Love Lois
Triomphe de Blary
Cunera Beuckenswyk
Timmy H
Howings Kumpel
Tom de Corneville
Dopingcontrole
Wolvega 4 oktober
Faith Boko
Estonia River
Andriy Fortuna
Ejakval Boko
Best Well
Stamboek
AANGEMELD VOOR OPNAME IN HET STAMBOEK NEDERLANDSE PAARDEN
(HARDDRAVERS)
NL140143 H11, bruine merrie, geb. 27 maart 2014, v. Main Wise As u. Betsy Kievitshof v. Andover
Hall. Fokker Gerrits Recycling Group BV te Helmond.
OPGENOMEN IN HET STAMBOEK BUITENLANDSE PAARDEN (HARDDRAVERS)
F110035 Barcelona Darby, bruine merrie, geb. 1 april 2011, v. Rocklyn u. Resille v. Cygnus
d'Odyssee. Eig. K.X.G. De Poorter, Harelbeke.
F120012 Cameleon, bruine hengst, geb. 6 juni 2012, v. Imoko u. Quelle Evangeline v. Buvetier
d'Aunou. Eig. A.L.H. van der Haas, Milheeze.
DK100005 Troy Simoni, bruine ruin, geb. 2 mei 2010, v. Password u. Cindy Count P v. Indus. Eig.
Interniber B.V., Weteringbrug.
F090113 Visconti du Home, bruine hengst, geb. 17 april 2009, v. Jet Fortuna u. Idylle du Home v.
Quilon. Eig. Holland TTS BV, Hoorn.
GESTORVEN
NL070480 Amparo Ricardo
NL090269 Cadiz
NL880248 Fancy Ricardo
NL880636 Flying Ricardo
NL140113 H5 (TF) u. Perfect Beauty
NL960054 Nathan Ricardo
NL980295 Pearl Ricardo
NL990374 Remon Ricardo
NL010491 Turbo Ricardo
NL020112 Ulco Z
NL040317 Wings Ricardo
VERKOCHT ZONDER PAPIEREN
NL070478 Amigo Ricardo
NL100011 Diane Swagerman
NL110267 Exclusivetrans R
NL970387 Olympic Ricardo
NL970115 Only Ricardo
NL990473 Rhiannon
S923076 Sunrise Tilly
VERANDERD IN RUIN
NL090214 Cabor van Jip
NL120067 Floris Baldwin
NL120023 Floris Z
NL130099 Gabor Rais
NL130104 Goah d'Isere
DEFINITIEF UITGEVOERD
Avatar Energy, t.l.v. C. Zdziarstek, Gelsenkirchen. (Duitsland)
Leader di Poggio, t.l.v. Stal Roxburgh, Wolvega. (Malta)
Verkocht
Eleanor Rigby, Stal Van Nierop, Monster aan mw. M.H. den Dekker-v.d. Meulen, Lisse
Flash Greenwood, F.K. Bins, D-Kranenburg aan K.C.H. Balk, Nieuw Vennep
Revolution Bi, Stable Why Not, Leeuwarden aan A.J. Mollema, Sonnega
Verhuurd
Anthony Soprano, Stal Van Nierop, Monster aan mw. M.H. den Dekker-v.d. Meulen, Lisse.
Verhuurd voor onbepaalde tijd vanaf 7.10.2014.
Sport
PAARDEN IN TRAINING
R. de Beer: Freule Idzarda
J. Elzinga: Best of Love
H. Hamming: Fantastic Lane
C.F. Kamminga: Early Stardust
T.H. Kooyman: Delirious
H.W. Langeweg jr.: Gotta Jibboo, Paolendry Like
J. Pool: Carlos Bianco, Diola P
A. Posthumus: Femme Fatale
D.P. Tesselaar: Enrico Scott, Final Countdown
S. Woudstra: TD Sleipner
W. van der Zwaan: Fidelity Rhythm
KOERSEN MET MEERDERE INLEGGELDEN: GESCHRAPTE PAARDEN
12/10 3j.St: Elliott River
12/12 2j.St: Calino d'Harchies, Charlotte de Rowa, Freeway Fortuna
2/11 2j.St: Calino d'Harchies, Charlotte de Rowa
23/11 3j.St: Elliott River
26/12 2j.St: Calino d'Harchies, Charlotte de Rowa, Freeway Fortuna
3j.Crit'15: Fabiola Charisma, Faithfull, Famoso Paasloo, Fayza J, Femme fatale EMC, Figaro
Charisma, Fip Junior, Fireball Frejo, Fleur Charisma, Follow My Dream, Foryoureyesonly,
Freiya van Jip, Full Moon Renka
4j.Crit'15: Eagle River, Easy Money, Easy Rider, Ebony Indian, Echo Oldeson, Edoardo Star N,
Een van Mei, El Nina Frejo, El Passa Renka, El Salsa, El Tango, Elektra, Elmo Magnus, Emi van
Jip, Empoleon BR, Eric W Boko, Erik L Petnic, Eristoff Blue, Esmee Kingsdeep, Espagna Frejo,
Etoile de Reine, Evander J, Ever Celebration, Example Meadow
4j.Kamp'15: Evander J
4j.Sprint'15: Eagle River, Easy Money, Easy Rider, Ebony Indian, Echo Oldeson, Edoardo Star N,
Een van Mei, El Nina Frejo, El Salsa, El Tango, Elektra, Elmo Magnus, Emi van Jip, Empoleon
BR, Eric W Boko, Erik L Petnic, Eristoff Blue, Esmee Kingsdeep, Espagna Frejo, Etoile de
Reine, Evander J, Ever Celebration, Example Meadow
Breeders Crown E'14: Evander J
Breeders Crown F: Fayza J
BrCrD'14: Domecq Baldwin
Derby F: Fayza J
Fokkers F: Fayza J
Sweepstakes F m: Fayza J
Unitrot '15: Falcon Shadow, Future Shadow
Bestraffingen
Wolvega, 4 oktober 2014
Koers 3
De trainer van het paard, Esmee du Mer, Tom Kooyman, is bestraft met een boete
van € 25,- wegens overtreding van het bepaalde in artikel 28 V D.W.R. (paard niet
voorzien van nummerdekje).
Koers 8
De pikeur Peter Strooper, rijder van het paard Andriy Fortuna, is bestraft met een
boete van € 250,- wegens overtreding van het bepaalde in artikel 36 Ia D.W.R.
(overmatig gebruik van de zweep).
Koers 10
De pikeur Niels Jongejans, rijder van het paard Cuby Baldwin , is bestraft met een
boete van € 50,- wegens overtreding van het bepaalde in artikel 36 VIIe D.W.R.
(veranderen van lijn zonder voldoende voorsprong).
Renwezen
Stamboek
DEFINITIEF UITGEVOERD
Amicello (BEL), t.l.v. B. Maes, Meulebeke. (Belgie)