Maandrapportage september 2014

Gasopslag Bergermeer
Microseismische monitoring
Maandrapportage
September 2014
Sign.
Datum
20-oct-2014
Sign.
Datum
20-oct -2014
D. Nieuwland
B. Teuben
Author
Project Director
Prepared
Authorized
INHOUD
Het Bergermeer gasveld wordt continue gemonitord met betrekking tot het voorkomen van
microseismische trillingen. In de maandrapportage worden de metingen van de meest recente
maand gerapporteerd. De locaties van de categorie-I trillingen worden op een kaart weergegeven
(Fig. 1) en in een tabel (Tabel 1). Een totaal overzicht van de geobserveerde microseismische
activiteit wordt in een grafiek weergegeven in Figuur 2.
Voor uitleg over het doel van het monitoringsprogramma en de gebruikte technische inrichtingen
wordt verwezen naar het referentierapport (Ref. 2).
Het KNMI maakt gebruik van microseismische data die dagelijks rechtstreeks worden
doorgestuurd vanaf de Bergermeer locatie. De wekelijkse rapportages door Magnitude (het bedrijf
dat de metingen technisch verzorgt; Ref. 3) worden als basisgegevens voor dit rapport gebruikt.
De resultaten van microseismisch monitoring vormen de basis voor het verkeerslicht
veiligheidsmanagement systeem, zoals overeengekomen tussen TAQA en SodM.
Seismische magnitudes worden weergegeven volgens de logaritmische schaal van Richter.
M = 3 betekent M = 10log103 = 3.
M = -3 betekent M = 10log10-3 = -3 (M = -3 is een miljoen (106) keer kleiner dan M = 3)
Trillingen met M kleiner dan 1,5 worden als microseismische trillingen beschouwd, omdat in het
algemeen trillingen zwaarder dan M = 1.5 altijd geregistreerd kunnen worden door geofoons aan
de oppervlakte. Lokaal kan door gunstige omstandigheden tot iets lagere magnitudes gemeten
worden, bv door gunstige ligging en lage ruisniveaus.
STATUS
o Op 17 januari 2014 is het micro seismisch monitoringsysteem na onderhoud terug
geplaatst in de put BGM-05. Na stabilisatie hebben de geofoons, vanaf 19 januari, naar
behoren gefunctioneerd. Op 29 januari is kanaal 6X uitgevallen, omdat de detectie
gevoeligheid en nauwkeurigheid hierdoor slechts in geringe mate door beïnvloed wordt is
besloten om met reparatie te wachten tot de volgende onderhoudsbeurt.
o In september 2014 zijn géén categorie-II microseismische trilling gemeten (M > -1,4).
o In september 2014 zijn drie categorie-III trillingen gemeten (Tabel 2).
o Sinds het begin van de metingen in 2010 zijn zes categorie-I trillingen gemeten (Tabel-1 en
figuur 1).
o Alle tot nu toe gemeten trillingen vallen ruim binnen de groene zone van het ‘verkeerslicht
veiligheidsmanagement systeem’ (M < 1,5) (VMS; Ref. 1).
Document ECM number
TEN_DM-#123740-v9; september 2014
Revision
2
Revision date
20-oct-2014
Page
2 van 7
MICROSEISMISCHE OBSERVATIES
In September 2014 zijn drie microseismische trillingen gemeten (Tabel 2).
Kwaliteit van de metingen
Het tot nu toe gemeten ruisniveau maakt registratie van zeer zwakke microseismische trillingen
mogelijk (M ≥ -3.5; Referentierapport Fig. 9). Het basis ruisniveau is zeer constant, waardoor de
signaal/ruis verhouding varieert met de sterkte van het gemeten signaal. Het gemiddelde
ruisniveau is gelijk aan dat van voorgaande maanden. Er wordt regelmatig ruis waargenomen dat
gecorreleerd kan worden met boren, omdat het ook ’s nachts meetbaar is. De kwaliteit van de
micro seismische waarnemingen komt hierdoor niet in het gedrang.
Sinds de aanvang van de metingen in 2010 is een beperkt aantal microseismische trillingen
waargenomen die direct geassocieerd kunnen worden met de centrale breuk. De trillingen die in
september 2014 zijn gemeten zijn alle drie ruim boven het reservoir gesitueerd. (Fig. 3). Voor deze
trillingen is de onzekerheid in de plaatsbepaling zodanig groot, dat ze ook diametraal aan de
andere kant van de sensorarray geplaatst zouden kunnen worden.
De trillingen zijn te zwak om aan een geologisch mechanisme gekoppeld te kunnen worden.
Effecten van de gasinjectie
Figuur 2 laat het drukverloop in het reservoir en het drukverschil over de centrale breuk zien,
alsmede de microseismische waarnemingen sinds januari 2010.
De gemiddelde druk in het reservoir en het drukverschil tussen beide reservoirblokken ten tijde van
de waargenomen categorie-III trillingen staan in tabel 2. De gemiddelde reservoirdruk over de
maand September was 101,2 bara (block-1 102,5 bar and block-2 98 bar), het gemiddeld
drukverschil over de centrale breuk was op 15 September 4,5 bara (Fig. 2). De gerapporteerde
drukken van September 2014 zijn gebaseerd op recente metingen nabij de bovenkant van het
reservoir. Deze metingen zijn afkomstig van drukmeters in de nieuwe putten.
Vanwege het hervatten van de gasinjectie op 15 april is de gemiddelde reservoirdruk weer gaan
het toenemen en door een betere drukverdeling over het reservoir neemt het drukverschil over de
centrale breuk af. Het recente gebruik van meerdere putten in beide reservoir blokken maakt het
mogelijk om de gasinjectie beter te sturen wat resulteert in het verder afgenomen drukverschil over
de centrale breuk, van 7,5 bar naar 4,5 bar.
De trillingen in September vonden plaats boven het reservoir in de Trias (Rogenstein formatie),
geen van de locaties is in of onder het reservoir. De microseismische activiteit boven de
afsluitende toplaag wordt geassocieerd met lokale spanningsveranderingen boven het reservoir.
Een verklaring van de reden voor deze activiteit is de steeds hoger wordende gasdruk. Dit heeft
elastische terugvering van het reservoir tot gevolg waardoor het mogelijk is dat boven het reservoir
het gesteente weer wat kan expanderen (outer-arc extension) wat gepaard kan gaan met kleinere
trillingen.
Document ECM number
TEN_DM-#123740-v9; september 2014
Revision
2
Revision date
20-oct-2014
Page
3 van 7
Tabel 1. KNMI interpretatie van microseismische categorie-I en –II trillingen (M > -1.4)
Volg
Datum
afstand
Tijd
X
y
Z
Magn.
nr.
dd-mm-yyyy
(m)
PRes
∆Pbreuk
Categorie-I: trillingen in het Bergermeer veld die over de gehele breuk waarneembaar zijn (M > -1.4)
10
04-09-2010
08:21:31
109504
518104
1948
-1.1
1125
37
13
17
12-12-2010
20:44:13
116965
522762
2551
-0.2
800
42
19
33
11-05-2011
08:42:29
108963
516814
2116
-1.2
2281
45
21
57
14-09-2011
14:06:01
109109
518672
2223
-1.0
1446
53
30
186
29-03-2012
9:22:52
108988
518997
2190
-0.8
116
62
35
201
06-03-2013
11:25:26
109369
517690
2000
0.7
455
69
32
Tabel 2. Recente microseismische bevingen binnen en boven het veld (categorie-III).
In September 2014 zijn drie categorie-III trillingen gemeten.
Volg
nr
358
359
360
Datum
Tijd
X
Y
dd-mm-yyyy
Hr:min:sec
Coörd.
Coörd.
2014-09-02
2014-09-09
2014-09-13
14:09:04
12:51:41
20:15:07
110396
109733
108914
519043
518798
517794
Diepte
(m)
1280,18
1374,96
2093,99
Magn.
Afstand
(Richter)
(m)
-1,75
-1,81
-1,78
1.434,8
773,8
1.085,6
∆P
Av Res
Press.
(bara)
Centrale
breuk
101,2
101,2
101,2
4,5
4,5
4,5
Categorie-III: microseismische bevingen binnen en boven het veld (M ≤ -1.4)
Tabel 3. Coördinaten van de locaties van de zes geofoons in BGM-05 sinds 19 januari 2014.
Level
X (m)
Y (m)
Z (m, tvd)
Well incl. (º)
Well Az (N to Eº)
1
2
3
4
5
6
109868.3
109870.7
109873.1
109875.5
109877.9
109880.2
517972.7
517968.4
517964.1
517959.9
517955.7
517951.5
2044.13
2052.83
2061.55
2070.30
2079.06
2087.85
29.68
29.45
29.21
28.98
28.75
28.52
150.51
150.58
150.66
150.74
150.82
150.89
Document ECM number
TEN_DM-#123740-v9; september 2014
Revision
2
Revision date
20-oct-2014
Page
4 van 7
REFERENTIES
Ref.1:
Plan van maatregelen tot voorkoming of beperking van bodembewegingen gebaseerd op
microseismische monitoring bij de gasopslag in het Bergermeer veld.
Ref. 2:
Referentierapport microseismisch monitoring Bergermeer gasopslag. (TAQA Energy Nederland,
September 2014).
Ref. 3:
Magnitude rapport: Taqa_MAG141008 1-7Sep
Magnitude rapport: Taqa_MAG141040 8-14Sep
Magnitude rapport: Taqa_MAG141063 15-21Sep
Magnitude rapport: Taqa_MAG141081 22-28Sep
Magnitude rapport: Taqa_MAG141101 29Sep-5Oct
FIGUREN
Figuur 1. Dieptekaart op Top Rotliegend niveau, met categorie-I trillingen geprojecteerd.
Figuur 2. Microseismische waarnemingen sinds het begin van de monitoring in september 2010.
Document ECM number
TEN_DM-#123740-v9; september 2014
Revision
2
Revision date
20-oct-2014
Page
5 van 7
FIGUREN
Figuur 1. Dieptekaart op Top Rotliegend niveau, met categorie-I trillingen (M > -1,4) geprojecteerd.
De trillingen vinden plaats op verschillende dieptes. De magnitudes en de diepte van de bevingen staan
naast iedere locatie vermeld. De bevingen met nrs 17 en 33 (Tabel 1) vallen buiten deze kaart en net buiten
de contouren van het veld. De kleine SW-NE georiënteerde breuk is gevonden met behulp van
microseismiek en is vervolgens bevestigd op basis van vernieuwde seismiek.
De hypocenters met magnitudes M -1,0 en M 0,7 kunnen dicht in de buurt van de centrale breuk
gepositioneerd worden. De hypocenters met magnitudes M -0,8 en M -1,1 liggen dieper dan Top Rotliegend
zouden dus in werkelijkheid verder van de centrale breuk dan de geprojecteerde positie op Top Rotliegend
niveau kunnen liggen. Echter de onzekerheid in de plaatsbepaling is dermate groot dat aangenomen wordt
dat de trillingen samenhangen met kleine bewegingen langs de centrale breuk.
Document ECM number
TEN_DM-#123740-v9; september 2014
Revision
2
Revision date
20-oct-2014
Page
6 van 7
Figuur 2. Microseismische waarnemingen in het Bergermeer veld sinds het begin van de
monitoring in september 2010.
Naast microseismische magnitudes zijn ook de gemiddelde reservoirdruk (momenteel 101,2 bara) en het
gemiddelde drukverschil over de centrale breuk (4,5 bara) weergegeven. Gasinjectie is op 15 april weer
hervat voor de zomerperiode. De drukken van september 2014 zijn gebaseerd op recente metingen
waarmee de gemiddelde drukken per blok voor de 15e van de maand zijn berekend.
Deze recente waarden zijn gebaseerd op werkelijke gasinjectievolumes en reservoirdrukken en kunnen
daardoor iets afwijken van het model, het model wordt daarom regelmatig geactualiseerd.
Document ECM number
TEN_DM-#123740-v9; september 2014
Revision
2
Revision date
20-oct-2014
Page
7 van 7