4.A1 2Ketenanalyse sluizen

KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
SPIE NEDERLAND BV
REVISIE 01
20 MEI 2014
© SPIE NEDERLAND B.V.
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. DE DISTRIBUTIE EN VERMENIGVULDIGING VAN DIT DOCUMENT OF DELEN HIERVAN IS
ALLEEN MET SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN SPIE TOEGESTAAN.
AFGEDRUKTE VERSIES VAN DIT DOCUMENT ZIJN ONBEWAAKTE EXEMPLAREN. VOORDE MEEST ACTUELE VERSIE DIENT
ALTIJD SPIE INTRANET GERAADPLEEGD TE WORDEN.
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 1 /19
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 2 /19
4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding ........................................................................................................ 4
2. Over SPIE Nederland B.V. ........................................................................... 5
3. Dominantieanalyse ....................................................................................... 6
4. Ketenanalyse sluizen ................................................................................... 7
4.1
4.2
Achtergrond ketenanalyse sluizen ................................................................................. 7
Analyse van de waardeketen ......................................................................................... 7
4.2.1 Identificatie waardeketen ........................................................................................ 7
4.2.2 Partners in de waardeketen ................................................................................... 8
4.3 Identificatie benodigde gegevens .................................................................................. 8
5. Analyse CO2 uitstoot gebruik sluizen ........................................................... 9
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
CO2 emissie projectmanagement .................................................................................. 9
CO2 emissie vervoer .................................................................................................... 10
CO2 emissie afval ......................................................................................................... 10
CO2 emissie gekochte goederen ................................................................................. 10
CO2 emissie gebruik Irenesluis .................................................................................... 11
6. Conclusie en doelstellingen........................................................................ 12
6.1
6.2
Conclusie ..................................................................................................................... 12
Doelstelling en maatregelen ........................................................................................ 12
6.2.1 Uitgangspunten .................................................................................................... 13
Bijlage 1 CO2 emissie berekening ingekocht goederen en diensten ................ 15
Bijlage 2 Energieverbruikers Irenesluis ............................................................ 15
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 3 /19
4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
1. Inleiding
Dit document beschrijft een ketenanalyse van gebruik van sluizen die worden onderhoud door SPIE
Nederland B.V. en haar onderliggende organisaties. In deze ketenanalyse beschrijven wij de
totstandkoming en de resultaten van een onderzoek naar de CO2 emissie die vrij komt bij het gebruik
van deze sluizen.
Deze analyse wordt deels uitgevoerd in het kader van de certificering voor niveau 5 van de CO2
prestatieladder. Voor niveau 5 van de ladder wordt van SPIE Nederland B.V. verwacht dat zij 2 van deze
ketenanalyses kan voorleggen. Aan de andere kant wordt deze ketenanalyse opgesteld om invulling te
geven aan de maatschappelijke betrokkenheid van SPIE Nederland B.V.
Binnen de maatschappij begint het broeikaseffect een steeds grotere rol te spelen in
besluitvormingsprocessen. Steeds vaker worden beslissingen genomen binnen overheid en
bedrijfsleven waarbij de nadruk wordt gelegd op minimalisering of eliminatie van broeikasgassen en CO2
in het bijzonder. Om gedegen beslissingen hieromtrent te nemen is het van belang om inzicht te krijgen
in de belangrijkste emissiebronnen.
Dit inzicht moet verkregen worden voor zowel interne (scope 1 en 2) als externe (scope 3) CO2
emissiestromen. SPIE Nederland B.V. heeft al inzicht in de interne emissiestromen en heeft hier
maatregelen voor benoemd. Echter, vaak zijn de scope 3 emissiestromen nog groter, maar tegelijkertijd
ook meer complex om te analyseren. Voor SPIE Nederland B.V. ligt het daarom ook niet meer dan voor
de hand om inzicht te krijgen in de meest belangrijke scope 3 emissiestromen, opdat maatregelen
getroffen kunnen worden die de CO2 emissie terugdringen.
Deze analyse wordt uitgevoerd volgens het Green House Gas (GHG) protocol welke 4 stappen beschrijft
voor de analyse van deze CO2 emissies. Deze 4 stappen zijn als volgt:
1. Beschrijving van de waardeketen
2. Bepalen relevante scope 3 categorieën
3. Identificatie ketenpartners
4. Kwantificeren van de CO2 emissies
In de rapport wordt aan de hand van deze stappen en ketenanalyse uitgevoerd.
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 4 /19
4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
2. Over SPIE Nederland B.V.
SPIE Nederland B.V. is onderdeel van het Franse SPIE S.A. welke dochterondernemingen heeft in o.a.
Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. SPIE is Europees leider wat betreft
diensten op het gebied van elektriciteit, mechanica, HVAC, energie en communicatiesystemen. SPIE
verbetert de kwaliteit van onze leefwereld en draagt bij aan de verdere ontwikkeling daarvan door
overheden en ondernemingen te begeleiden bij het ontwerp, de realisatie, het gebruik en onderhoud van
installaties die minder energie verbruiken.
De gezamenlijke ambitie van SPIE is het ontwikkelen van een betere toekomst door het aanbieden van
innoverende en duurzame oplossingen. Als leider op het gebied van Multi-technische dienstverlening
willen wij doorgaan met onze Europese ontwikkeling op de markten van energie-efficiënte producten en
diensten die steeds sneller zullen groeien om te kunnen voldoen aan de milieuproblematiek van
vandaag en morgen.
SPIE Nederland B.V. is actief op het gebied van:

Building systems

Engineering

ICT infrastructuren

Industrie

Weg-, water- en elektriciteitsinfrastructuren
SPIE Nederland B.V. heeft ongeveer 2600 Full Time Employees in dienst in 5 verschillende divisies op
20 verschillende locaties in Nederland en heeft een omzet in 2013 van ongeveer €420mln. De
waardeketen van SPIE Nederland ziet er als volgt uit.
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 5 /19
4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
3. Dominantieanalyse
In deze sectie staan de belangrijkste scope 3 emissiecategorieën beschreven die van toepassing zijn op
SPIE Nederland B.V. Om 2 ketens te selecteren voor een gedetailleerde analyse is een
dominantieanalyse uitgevoerd. Bij een dominantieanalyse worden de emissiegroepen gerangschikt van
groot naar klein. Vervolgens moet 1 keten uit de top 2 en 1 keten uit de top 6 worden geselecteerd voor
verdere analyse. Voor de volledige analyse verwijzen wij naar het document 4.A.1.1 Dominantieanalyse.
De top 2 van grootste emissiecategorieën bestaat uit:
1. Gebruik van verkochte goederen en diensten
2. Aangekochte goederen en diensten
SPIE Nederland B.V. voert een ketenanalyse uit voor de emissiecategorie ‘gebruik van verkochte
goederen en diensten’. De impact op de CO2 uitstoot is groot waardoor dit een belangrijke categorie is.
De invloed op deze categorie is echter wel meer beperkt. In het volgende hoofdstuk staat deze
ketenanalyse beschreven.
De top 6 van grootste emissiecategorieën bestaat verder uit.
3. Woon-werk verkeer
4. Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten
5. Geproduceerd afval
6. Investeringen
De tweede ketenanalyse heeft betrekking op de categorie ‘woon-werk verkeer’. SPIE Nederland B.V.
heeft veel invloed op deze categorie, omdat een onkostenvergoeding in het arbeidspakket van
medewerkers zit. SPIE Nederland B.V. wil graag bijdragen aan een beter milieu en een ketenanalyse om
de CO2 uitstoot van woon-werk verkeer te verminderen past daarom goed binnen dit beleid. De
ketenanalyse op de categorie woon-werk verkeer is in document 4.A.1.3 Ketenanalyse woon-werk
verkeer uitgewerkt.
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 6 /19
4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
4. Ketenanalyse sluizen
Deze ketenanalyse wordt uitgevoerd aan de hand van de stappen die in hoofdstuk 1 zijn beschreven.
Als eerste beschrijven wij de achtergrond van deze ketenanalyse. Vervolgens identificeren wij de
partners in de keten. Vervolgens wordt geïdentificeerd welke emissiecategorieën van toepassing zijn en
welke gegevens noodzakelijk zijn om de CO2 uitstoot voor het gebruik van de sluizen te identificeren.
Daarna wordt de CO2 uitstoot berekend.
4.1
Achtergrond ketenanalyse sluizen
In het kader van het project genaamd PPU-Nat. Dit project bevat onder andere het onderhoud aan alle
sluizen op het Amsterdam-Rijnkanaal, het Merwedekanaal en de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel. In
het project worden de volgende objecten door SPIE Nederland in samenwerking met haar partners
onderhouden.

Prinses Marijkesluis

Plofsluis

Prinses Irenesluis

Schalkwijkse Wetering

Prins Bernhardsluis

Vleutense Wetering

Prinses Beatrixsluis

A.R.K.

Noordergemaal

Cosijnbrug Oudewater

Noordersluis

Doorslagsluis

Waaiersluis

Draaibrug Montfoort

Zuidersluis

Koninginnesluis

Ophaalbrug Haastrecht

Complex de Munt
SPIE Nederland B.V. is samen met 2 partners (zijnde Van Doorn Geldermalsen B.V. en Arcadis B.V.)
verantwoordelijk voor het onderhoud aan deze objecten. De specifieke werkzaamheden die SPIE
Nederland B.V. uitvoert bestaan uit inspecties, elektrotechnische en mechanische/Werktuigbouwkundige
werkzaamheden. De ketenanalyse heeft alleen betrekking op de werkzaamheden die SPIE uitvoert en
niet op de werkzaamheden van de partners.
4.2
Analyse van de waardeketen
4.2.1
Identificatie waardeketen
De onderstaande figuur geeft een grafische weergave van de waardeketen van dit project. Allereerst is
er een gedeelte projectmanagement waarvoor bouwcombinatie (DAS Groep) een tijdelijk kantoor
aanhoud in Nieuwegein. Wanneer onderhoud noodzakelijk is (dit kan preventief, correctief of modificatie
onderhoud zijn) rijdt een monteur naar de locatie. Ter plekke vindt een inspectie en mogelijk demontage
plaats waarbij afval vrij komt. Na demontage vindt het onderhoud plaats waarvoor nieuwe systemen en
installaties noodzakelijk zijn. Tot slot wordt het object gebruikt.
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 7 /19
4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
Grondstoffen en
halffabrikaten
Productie
materialen/
installaties
Afval
Nee
Project
Management
Vervoer naar locatie
Inspectie en
demontage
Onderhoud
Gebruik
Onderhoud
noodzakelijk?
Ja
Gezien de grote hoeveelheid van objecten die in het project zitten richten wij ons op één object m.b.t. tot
het energiegebruik. Deze Irenesluis zal als referentiepunt dienen voor de overige objecten.
4.2.2
Partners in de waardeketen
De volgende partners zijn van belang in de in de vorige paragraaf beschreven waardeketen:
DAS Infra
DAS Infra is het samenwerkingsverband van Arcadis, Van Doorn Geldermalsen B.V. en SPIE Nederland
B.V. die verantwoordelijk is voor het onderhoud aan de objecten in het kader van PPU-NAT. SPIE
Nederland B.V. is verantwoordelijk voor het onderhoud aan alle installaties. Van Doorn Geldermalsen
B.V. is verantwoordelijk voor het groenonderhoud en Arcadis verricht ingenieurs diensten.
Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat is de opdrachtgever van PPU-NAT. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het beheer
van alle landelijke (water)infrastructuren. In een aanbestedingsproces heeft Rijkswaterstaat het
onderhoud gegund aan DAS Infra. Rijkswaterstaat heeft een doelstelling van 20% CO2 reductie in het
jaar 2020 en is daarom zeer bereidt om mee te werken aan verduurzaming van de objecten.
Rijkswaterstaat is uiteindelijk ook de partij die beslist welke verduurzamingen plaatsvinden.
Leveranciers
Voor het onderhoud zijn installaties en systemen noodzakelijk. Deze worden geleverd door leveranciers.
Deze leveranciers hebben invloed op de CO2 uitstoot door de keus van grondstoffen in hun systemen.
SPIE Nederland B.V. kan invloed uitoefenen op leveranciers door een voorkeur te hebben voor een
leverancier die meer verantwoord werkt op het gebied van duurzaamheid.
Afvalverwerker
De vervangen systemen en installaties worden verwerkt door een afvalverwerker. Wanneer wij de
afvalstromen gescheiden aanbieden is de verwerker in staat om deze te verwerken op een manier dat er
zo min mogelijk CO2 bij vrij komt.
4.3
Identificatie benodigde gegevens
Per schakel in de waardeketen is ons doel om te bepalen wat de CO2 uitstoot is die vrijkomt bij die
schakel. Om per schakel de CO2 emissie te berekenen hebben wij de gegevens nodig die in de
volgende tabel zijn weergegeven.
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 8 /19
4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
Schakel
Beschrijving benodigde gegevens
Projectmanagement
Elektra- en gasverbruik van de locatie Nieuwegein. Woon-werk verkeer.
Vervoer naar locatie
Dieselverbruik of gereisde kilometers voor onderhoud aan de Irenesluis.
Ingekochte goederen
Inkoopoverzicht van systemen en installaties ingekocht t.b.v. de Irenesluis.
Energieverbruik Irenesluis
Overzicht van welke energieverbruikers aanwezig zijn en een overzicht van
het daadwerkelijke energieverbruik van de Irenesluis.
Overig
Ook zijn er conversiefactoren noodzakelijk om de CO2 uitstoot te
berekenen. Per emissiecategorie zal worden aangegeven wat de CO2
conversiefactor is.
5. Analyse CO2 uitstoot gebruik sluizen
5.1
CO2 emissie projectmanagement
Om de CO2 emissie van projectmanagement te berekenen nemen wij twee emissiestromen mee in de
berekening. Namelijk de CO2 emissie die vrijkomt bij het gebruik van het kantoor specifiek voor het hele
PPU-Nat project en de CO2 emissie die vrijkomt bij het woon-werk verkeer.
Het energieverbruik van het kantoor bestaat uit elektriciteit en gas ten behoeve van de verwarming. In de
periode 12-02-2013 t/m 19-05-2014 is er 27.665 kWh resp. 4707 m3 gas verbruikt. Als we dit via lineaire
extrapolatie terug redeneren naar een jaarverbruik (maal [12/15] ) komen we uit op een jaarverbruik van
22.132 kWh en 3765,5 m3 gas.
De CO2 emissie van het woon-werk verkeer wordt berekend op basis van de ketenanalyse woon-werk
verkeer van SPIE Nederland B.V. De gemiddelde CO2 uitstoot van het woon-werk verkeer per persoon is
2,52 ton CO2 per jaar. Er werken 12 mensen op het kantoor. De onderstaande tabel geeft de CO2
uitstoot weer die betrekking heeft op het projectmanagement.
CO2 emissie (ton CO2)1
Emissiestroom
Hoeveelheid
Verwarming
3765.5 m3 gas
22.132 kWh
10.1
12
30.24
Elektriciteit
Woon-werk verkeer
6.9
Totaal
47.2
De hierboven beschreven CO2 emissies hebben betrekking op het projectmanagement van alle sluizen.
Dit is gedaan omdat het niet mogelijk is om de CO2 emissie van het projectmanagement van de
Irenesluis op een gefundeerde manier toe te wijzen.
1
Conversiefactoren op basis van CO2 Prestatieladder handboek versie 2.2.
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 9 /19
4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
5.2
CO2 emissie vervoer
Op basis van gegevens uit het onderhoudsmanagement systeem is de CO2 emissie die vrijkomt bepaalt
bij het vervoer van en naar de Irenesluis ten behoeve van verschillende vormen van onderhoud. Een
overzicht is te vinden in de onderstaande tabel. De totale CO2 emissie die vrijkomt bij het reizen van en
naar de Irenesluis bedraagt 4.54 ton CO2.
Emissiestroom
Reiskilometers storingen
3
Kilometers2 CO2 emissie (ton CO2)
7198
1.40
Reiskilometers correctief onderhoud
798
0.16
Reiskilometers inspecties
1688
0.33
Reiskilometers gepland onderhoud
6427
1.25
Reiskilometers overig
7198
1.40
Totaal
5.3
4.54
CO2 emissie afval
Op basis van het inkoopoverzicht is vastgesteld dat voor het onderhoud aan de Irenesluis er voor €64,05
aan afval is afgevoerd de Van Gansewinkel Groep. Op basis van de CO2 emissie en omzet van de groep
over 2012 is berekend dat de CO2 emissie per €1,00 omzet 0,70kg CO2 bedraagt. Hiermee komt de CO2
emissie van het afval uit op 0,05 ton CO2.
5.4
CO2 emissie gekochte goederen
Om de CO2 emissie van ingekochte goederen en diensten te bepalen maken wij gebruik van
conversiefactoren per €1,00 omzet. Om de CO2 uitstoot zo accuraat mogelijk te berekenen is per
leverancier bepaalt in welke subcategorie van leveranciers deze behoort. Dit complete overzicht is te
vinden in het bestand ‘Analyse Spend Irenesluis.xlsx’. De geïdentificeerde subcategorieën zijn als volgt
en de bijbehorende CO2 uitstoot zijn als volgt.
Inkoopcategorie CO2 uitstoot (in ton CO2)
Engineering
0,4
Huur
0,0
Transport
2,0
Materiaal
19,6
Onderaannemer
23,1
Schoonmaak
Totaal
0,2
45,2
In bijlage 1 is een detailoverzicht te vinden van de bovenstaande CO2 emissie berekening met
bronvermelding.
2
3
Bron: Onderhoudsmanagement systeem
Uitgangspunt: Opel Vivaro 2.0l diesel. CO2 Prestatieladder handboek geeft 0.195kg/km als conversiefactor.
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 10 /19 4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
5.5
CO2 emissie gebruik Irenesluis
Bijlage 2 bevat een overzicht van alle elektrotechnische installaties van de Irenesluis. De theoretische
emissie van de sluis bedraagt 247.9 ton CO2. De onderstaande tabel geeft een onderverdeling naar type
installaties. Het theoretische verbruik ik bepaald door fysieke inventarisatie van alle elektrische
apparatuur van de sluis. Dat wil zeggen dat geprobeerd is om ieder lampje, monitor en camera mee te
nemen en hiervan het verbruik te bepalen.
CO2 emissie (ton)
Emissiestroom kWh4
Klimaat
245.551
111.7
Verlichting
115.225
52.4
Aandrijving
108.959
49.6
Noodstroom
61.320
27.9
Standb & cond
7.884
3.6
Overig
5.858
2.7
Diesel
5
8.3
Totaal
840L
247.9
Het daadwerkelijk verbruik van de Irenesluis 592.95 MWh. Dit betekent dat het theoretische
energieverbruik slechts 8,1% afwijkt ten opzicht van het daadwerkelijk energieverbruik. Op basis hiervan
concluderen wij dat de energie inventaris een redelijke goed inzicht geeft in het daadwerkelijke
energieverbruik.
4
5
Uitgangspunt t.b.v. de CO2 berekening grijze stroom (2010 en later). CO2 prestatieladderhandboek geeft 0.455kg/kWh als conversiefactor.
Uitgangspunt t.b.v. CO2 berekening is 3.135 kg/l diesel. Bron: CO2 prestatieladder handboek
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 11 /19 4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
6. Conclusie en doelstellingen
6.1
Conclusie
Uit de analyse komt naar voren dat de CO2 emissie van het gebruik van de Irenesluis de grootste
emissie is in de keten. Onderstaand taartdiagram geeft dit visueel weer.
Zoals in het diagram naar voren komt is het de categorie ‘gebruik van de Irenesluis’ die de grootste CO2
emissie heeft, namelijk 72%. Het ligt daarom het meest voor de hand om hiervoor CO2 reducerende
maatregelen te nemen.
De categorieën ‘afval’ en ‘vervoer’ zijn niet relevant genoeg om reductiemaatregelen voor te benoemen.
In de categorie projectmanagement is de belangrijkste uitstoot woon-werk verkeer waarvoor in de
ketenanalyse woon-werk verkeer al maatregelen voor zijn benoemd. Tot slot is de categorie ‘gekochte
goederen en diensten’ wel van belang en zou een analyse kunnen zijn om in de toekomst uit te voeren.
6.2
Doelstelling en maatregelen
Aangezien SPIE Nederland B.V. niet uiteindelijk beslist welke maatregelen uitgevoerd gaan worden is
intensief overleg met de opdrachtgever noodzakelijk. SPIE Nederland B.V. beschouwt zich als
middenmoter op het gebied van CO2 emissies (zie categorie indeling). In overleg met de opdrachtgever
is de volgende doelstelling tot stand gekomen:
De CO2 uitstoot van het object met 20% kunnen reduceren voor het einde van 2015.
Met de opdrachtgever is afgesproken dat maatregelen met een terugverdientijd van minder dan 10 jaar
in principe uitgevoerd zullen worden. Waarbij zowel SPIE Nederland B.V. als de opdrachtgever zich
inzetten om de maatregelen te realiseren. De maatregelen in de volgende tabel worden in ieder geval
onderzocht op haalbaarheid. Waar mogelijk is al een quick scan gemaakt van de potentiële besparing.
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 12 /19 4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
Maatregel
Zonnecellen
Potentiële
besparing
Potentiële
CO2 reductie ROI periode
opbrengst
potentiéel
- 220 kWh p.j.
4.000 ton
64,9 jaar
per paneel
-
900 MWh
p.j.
171.000 ton
19,9 jaar
Smeeroliën die werken bij
lage temperaturen
38.000 kWh p.j.
-
17.250 ton
n.n.b.
LED Verlichting
76.000 kWh p.j.
-
34.500 ton
3,5 jaar
Verbeterde isolatie
17100 kWh p.j.
-
7.800 ton
3,5 jaar
Watergenerator
Indien al deze maatregelen uitgevoerd zouden worden, wordt de totale CO2 uitstoot met ongeveer
235.000 ton CO2, ofwel 94,7%, teruggebracht. Van de bovengenoemde maatregelen zal alleen de
zonnecellen maatregel niet verder worden uitgewerkt. Nader onderzoek middels een gedetailleerde
calculatie moet uitwijzen in hoeverre de geschatte investeringskosten correct zijn en de ROI periode
daadwerkelijk kan worden behaald. Om verder uiteen te zetten hoe tot deze getallen is gekomen worden
kort de uitgangspunten in de volgende paragraaf toegelicht.
6.2.1
Uitgangspunten
Bij de berekening voor de Return on Investment (ROI) is in alle gevallen uitgegaan van een
elektriciteitsprijs van €0,07 per kWh.
Zonnecellen
Voor de optie betreffende de zonnecellen is gekeken naar de kosten van de zonnecel. De kosten
(aanschaf, montage, installatie etc.) schatten wij in op ongeveer €4,00 per Watt piek6. Verder gaan wij uit
van een zonnecel van 250Wp, 40 zonnecellen, 1000 zonuren en een rendement van 88%. Wij houden
geen rekening met evt. groene stroom subsidies. Echter gezien de lange terugverdientijd zal subsidie
weinig uitmaken. Om deze reden wordt deze optie niet verder uitgewerkt.
Watergenerator
Iedere sluis heeft een afwateringskanaal. Het idee is om hier een turbine in te plaatsen om op deze
manier stroom op te wekken. Rijkswaterstaat heeft hier al een keer onderzoek naar uitgevoerd7 waarbij
verschillende mogelijkheden zijn onderzocht. Op basis van dit onderzoek en de optie waarbij 1 axiaal
turbine wordt geplaatst komen wij tot een ROI van 19,9 jaar. Hierbij gaan wij uit van een verval van 3,5
meter, een nominaal debiet van 5 m3/s, een rendement van 50% en een gebruikstijd van 50%. De
installatiekosten zijn op basis van het onderzoek geschat op €450.000. De ROI kan echter verkort
worden indien de turbine een nominaal debiet heeft van 10m3/s. Gezien het debiet bij de Irenesluis van
12,3 m3/s moet dit mogelijk zijn8. Verder onderzoek is hiermee verantwoord.
Smeeroliën die werken bij lage temperaturen
Gedurende de wintermaanden staan er 2 heaters per mechanisme aan om de smeerolie op temperatuur
te houden. Er zijn echter ook smeeroliën beschikbaar die dezelfde viscositeit behouden bij lagere
temperatuur. Hiermee worden de heaters overbodig. Uitgangspunten voor de berekening zijn 4 heaters,
4 maanden in bedrijf 24 uur per dag en een maand heeft 30 dagen.
6
http://www.zonnepanelen-info.nl/zonnepanelen/kosten/ opgehaald op 22-05-2014
http://www.rijkswaterstaat.nl/images/Haalbaarheidsstudie waterkracht sluis Eefde Ecofys feb. 2010_tcm174-289348.pdf opgehaald op 2205-2014
8
http://kennisonline.deltares.nl/product/22727 opgehaald op 22-05-2014
7
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 13 /19 4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
LED Verlichting
Ook op het gebied van LED verlichting heeft Rijkswaterstaat al een keer onderzoek uitgevoerd9. Hoewel
niet inzichtelijk is hoe destijds tot een terugverdientijd is gekomen van 1,4 jaar heeft dit onderzoek al wel
aangetoond dat de mogelijkheden er zijn. Bij de berekening van de potentiele ROI is uitgegaan van 67%
energiereductie voor alle buitenlampen, een gebruikstijd van 50% op jaarbasis, €50 per LED lamp, €20
per natriumlamp, 35.000 branduren voor LED verlichting, 30.000 branduren voor natriumlampen en
installatiekosten van €100 voor 20 lampen. Indien de installatiekosten toenemen wordt de ROI korter.
Verbeterde isolatie
De bedieningsgebouwen zijn slecht geïsoleerd. Verbeterde isolatie heeft daarom zeker potentieel als
reductiemaatregel. Alle panden zijn elektrisch verwarmd. De uitgangspunten zijn €19 per m2 kosten aan
spouwmuurisolatie10, besparing van 870m3 gas (op basis van isolatie woonhuis)10, 1 m3 gas staat gelijk
aan 10,3 kWh11.
9
http://rijkswaterstaat.nl/zakelijk/duurzaam/energie_besparen/ledverlichting_sluizen/ opgehaald op 22-05-2014
http://www.milieucentraal.nl/themas/energie-besparen/isoleren-en-besparen/gevelisolatie
11
http://www.redwellstudio.nl/werking/energiezuinig
10
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 14 /19 4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
Bijlage 1 CO2 emissie berekening ingekocht goederen en diensten
kg
CO2/€ € omzet
Subcategorie
CO2
uitstoot Eenheid Bron CO2 conversiefactor
Engineering
0,06 €
6.440,69
0,4
kg
GMB Scope 3 emissie inventarisatie 2013 d.d. 23-01-2013
Huur
0,01 €
2.140,79
0,0
kg
Leasemaatschappij Athlon; onderdeel Lage landen; onderdeel Rabobank.
Duurzaamheidsverslag Rabobank 2013
1.328,82
2,0
kg
€2 per km12 gemiddelde lading 10 ton, gemiddeld 50km transportafstand
conversiefactor 295 g CO2/tonkm13
0,07
€ 276.390,82
19,6
kg
Jaarverslag Philips 2013
Onderaannemer
0,09
€ 256.552,96
23,1
kg
GMB Scope 3 emissie inventarisatie 2013 d.d. 23-01-2013
Schoonmaak
0,02 €
0,2
kg
ISS Global Year report 2013
45,2
ton
Transport
1,48 €
Materiaal
9.780,00
Totaal
Bijlage 2 Energieverbruikers Irenesluis
Irenesluis
Schatting (jaar)
Electriciteit
aantal
vermogen/
stuk (kW)
eff.
vermogen/stuk
(kW)
gebruik
(u)
verbruik
(kWh)
CO2 (kg)
Uitgangspunten
Klimaat
Electrische ruimteverwarming
12
13
35
1,5
3650
191625
Bron Klimaatinfo: 5 maanden in provincie
Utrecht met een temp. Onderder 10
87189 graden. De hele dag verwarming aan.
GMB Scope 3 emissie inventarisatie 2013 d.d. 23-01-2013
CO2 Prestatieladder handboek versie 2.2
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 15 /19
4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_fin
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
Geleiderail verwarming
4
24
0,32
8760
11213
5102 40% gebruik van 0,8
Bedieningsgeb. Ventilatie toevoer
1
0,8
0,32
8760
2803
1275 40% gebruik van 0,8
Bedieningsgeb. Ventilatie afvoer
1
0,8
0,32
8760
2803
1275 40% gebruik van 0,8
Bedieningsgeb. Stoombevochtiger
1
6,1
2
8760
17520
Bedieningsgeb. Koelmachine
1
4
2400
9600
4368 5 maanden 16 uur per dag
Bedieningsgeb. CV pomp
1
0,4
8760
3504
1594 2 uur per dag 365 dagen per jaar
Kantoor Ventilatie toevoer
1
0,6
0,32
8760
2803
1275 40% gebruik van 0,8
Kantoor Ventilatie afvoer
1
0,6
0,32
8760
2803
1275 40% gebruik van 0,8
Kantoor CV pomp
1
0,1
8760
Subtotaal
876
245551
7972 Effectief vermogen 50% van 4kW.
399 2 uur per dag 365 dagen per jaar
111726
Verlichting
Objectverlichting
70
0,055
4380
16863
gemiddeld 12 donkere uren per dag in
7673 een jaar
Signalering
60
0,013
4380
3416
gemiddeld 12 donkere uren per dag in
1554 een jaar
Remmingwerken TL-D
160
0,025
4380
17520
gemiddeld 12 donkere uren per dag in
7972 een jaar
Remmingwerken SOX
48
0,035
4380
7358
gemiddeld 12 donkere uren per dag in
3348 een jaar
115
0,13
4380
65481
gemiddeld 12 donkere uren per dag in
29794 een jaar
Kunstwerk
Bedieningsgeb. Halogeen 50W
Bedieningsgeb. PL-18W
Bedieningsgeb. TL-D (2x36)
20
4
4
0,05
0,018
0,086
2628
2628
2628
2628
gemiddeld 12 donkere uren per dag in
een jaar. Handgeschakeld. Effectief 60%
1196 van de tijd aan.
189
gemiddeld 12 donkere uren per dag in
een jaar. Handgeschakeld. Effectief 60%
86 van de tijd aan.
904
gemiddeld 12 donkere uren per dag in
een jaar. Handgeschakeld. Effectief 60%
411 van de tijd aan.
gemiddeld 12 donkere uren per dag in
een jaar. Handgeschakeld. Effectief 60%
108 van de tijd aan.
Bedieningsgeb. TL-D (1x36)
2
0,045
2628
237
Bedieningsgeb. TL-D (2x58)
8
0,13
175
182
Werkplaats PL-18W
5
0,045
188
42
3 van de zeven dagen gedurende
19 kantooruren - 15%
25
0,086
188
404
3 van de zeven dagen gedurende
184 kantooruren - 15%
Werkplaats TL-D (2x36) - technische ruimte
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 16 /19 4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
83 2% op jaarbasis
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
Subtotaal
115225
52427
108959
49576
Aandrijving
Bediening
0
0
Subtotaal
0
0
108959
49576
Noodstroom
NSA
1
140
8760
Subtotaal
61320
27901 5% effectief gebruik over het jaar
61320
27901
Stand-by & Cond.
Servers/computers
1
8760
1314
10
1
0
0
Besturing object
1
1
0
0
Kastverwarming
1
4380
6570
2989
7884
3587
1993
Communicatie apparatuur
0,15
1,5
Subtotaal
598 150W per stuk
Keukenapparatuur
Koelkast
1
0,5
8760
4380
Magnetron
1
2,1
183
383
Koffiezetmachine
1
1
0
Vaatwasser
1
365
1095
Kooktoestel
1
1
0
0
5858
2666
544796
247882
3
Subtotaal
Totalen (in kW en ton CO2)
Irenesluis
174 Gemiddeld iedere dag een half uur
0
498 Gemiddeld iedere dag een uur
Schatting (jaar)
Electriciteit
vermogen/
stuk (kW)
aantal
eff. vermogen/stuk
(kW)
gebruik
(u)
verbruik
(kWh)
CO2 (kg)
Uitgangspunten
Klimaat
Electrische ruimteverwarming
Bron Klimaatinfo: 5 maanden in provincie
Utrecht met een temp. Onderder 10 graden.
22420 De hele dag verwarming aan.
9
1,5
3650
49275
Bedieningsgeb. Ventilatie toevoer
1
0,8
0,32
8760
2803
1275 40% gebruik van 0,8
Bedieningsgeb. Ventilatie afvoer
1
0,8
0,32
8760
2803
1275 40% gebruik van 0,8
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 17 /19 4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
Bedieningsgeb. Stoombevochtiger
1
4
8760
17520
Bedieningsgeb. Koelmachine
1
10
2
2400
24000
Bedieningsgeb. CV pomp
1
0,5
8760
4380
Bedieningsgeb. Boiler
1
1
730
730
Bedieningsgeb. Boiler (tbv douche)
7972 Effectief vermogen 50% van 4kW.
10920 5 maanden 16 uur per dag
1993 2 uur per dag 365 dagen per jaar
332 1 uur per dag gedurende de zomer
1
2
91
182
Kantoor Ventilatie toevoer
1
0,8
0,32
8760
2803
1275 40% gebruik van 0,8
Kantoor Ventilatie afvoer
1
0,8
0,32
8760
2803
1275 40% gebruik van 0,8
Kantoor Koelmachine
1
4
2400
9600
4368 5 maanden 16 uur per dag
Kantoor CV pomp
1
0,5
8760
Subtotaal
4380
121279,8
83 1 uur per dag gedurende de zomer
1993 2 uur per dag 365 dagen per jaar
55182,309
Verlichting
Objectverlichting
32
0,035
4380
4906
Signalering
40
0,013
4380
2278
Remmingwerken
37
0,018
4380
2917
Kunstwerk
82
0,025
4380
8979
20
0,05
2628
2628
Bedieningsgeb. PL-18W
4
0,025
2628
263
Bedieningsgeb. TL-D (2x36)
8
0,086
2628
1808
Magazijn TL-D (2x58)
10
0,13
175,2
228
10
0,025
188
47
Kantoor TL-D (2x36) - kantoren
4
0,086
188
65
Kantoor TL-D (2x36) - vergaderzaal
4
0,086
188
65
Kantoor TL-D (2x58)
2
0,13
125
33
Bedieningsgeb. Halogeen 50W
Kantoor PL-18W
Subtotaal
gemiddeld 12 donkere uren per dag in een
2232 jaar
gemiddeld 12 donkere uren per dag in een
1036 jaar
gemiddeld 12 donkere uren per dag in een
1327 jaar
gemiddeld 12 donkere uren per dag in een
4085 jaar
gemiddeld 12 donkere uren per dag in een
jaar. Handgeschakeld. Effectief 60% van de
1196 tijd aan.
gemiddeld 12 donkere uren per dag in een
jaar. Handgeschakeld. Effectief 60% van de
120 tijd aan.
gemiddeld 12 donkere uren per dag in een
jaar. Handgeschakeld. Effectief 60% van de
823 tijd aan.
104 2% op jaarbasis
3 van de zeven dagen gedurende
21 kantooruren - 15%
3 van de zeven dagen gedurende
29 kantooruren - 15%
3 van de zeven dagen gedurende
29 kantooruren - 15%
3 van de zeven dagen gedurende
15 kantooruren - 15%
24215
11018
Aandrijving
Deur motoren
4
55
0
0
0
Schuif motoren
4
5,5
0
0
0
0
0
Subtotaal
DATUM: 20-6-2014
PAGINA 18 /19 4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final
KETENANALYSE GEBRUIK/ ONDERHOUD SLUIZEN
Signal. & Bev.
CC-TV systemen
Marifoon
Beeldschermen
16
0,15
1
50
0,1
8760
21024
1
0
8760
43800
19929 100 watt 24 uur per dag.
64824
29495
Subtotaal
9566 16 camera's 150 watt per stuk
0
Noodstroom
UPS
3
5
8760
Subtotaal
6570
6570
59787 5% effectief gebruik over het jaar
2989
Stand-by & Cond.
Servers/computers
18
0,15
8760
23652
10762 150W per stuk
Communicatie apparatuur
1
1
0
0
Besturing object
1
1
0
0
Kastverwarming
1
0,8
4380
Subtotaal
3504
1594
27156
12355,98
1993
Keukenapparatuur
Koelkast
1
0,5
8760
4380
Magnetron
1
2,1
183
383
Koffiezetmachine
1
1
0
Vaatwasser
1
365
1095
Kooktoestel
1
1
0
Subtotaal
Totalen (in kW en ton CO2)
DATUM: 20-6-2014
3
174 Gemiddeld iedere dag een half uur
0
498 Gemiddeld iedere dag een uur
0
5858
2666
249903
113706
PAGINA 19 /19 4.a.1.2 ketenanalyse sluizen_final