TEL Bloedingsziekte: vooral dodelijk voor jongere bomen

e
St
i
cht
i
ngVaki
nf
or
mat
i
eSi
er
gewassen-Lei
den 19 eeuw
Verticillium
1919
Iepziekte
1924
Watermerkziekte
1966
Bacterievuur
1993
Phytophthora
1998?
2002
2007
Beukensterfte Kastanjebloe- Massaria
dingsziekte
2010
Essentaksterfte
2013?
2014
Acute eikensterfte
Roetschorsziekte
Bloedingsziekte: vooral
dodelijk voor jongere bomen
De kastanjebloedingsziekte werd in 2002 ontdekt, en slechts vier jaar later was al 40% van de kastanjes besmet, en dat percentage is sindsdien alleen maar opgelopen. Voor veel vooral jongere bomen betekent de
ziekte het einde. Oudere en bijzondere bomen kunnen met groeiplaatsverbetering en wellicht in de toekomst
warmtebehandelingen wellicht behouden blijven.
Tekst Jan Hilbert, senior
specialist bij Copijn
Boomspecialisten, Fons
van Kuik, onderzoeker
Wageningen UR, PPO
Beeld Fons van Kuik
B
loedingsziekte bij paardenkastanje (Aesculus
hippocastanum) wordt veroorzaakt door de
bacterie Pseudomonas syringae pv. aesculi (PSA). De
ziekte komt vanaf 2002 voor in Nederland en is
sindsdien ook gemeld in andere Europese landen.
De landelijke werkgroep Aesculaap heeft onderzoek gedaan naar de oorzaak en het verloop van
de ziekte.
In 2006 was ongeveer 40% van de Nederlandse
paardenkastanjes ziek. In enkele gemeenten is het
ziektepercentage sindsdien opgelopen tot 70% en
zijn al vele kastanjebomen afgestorven en gekapt.
Uit infectieproeven is gebleken dat vooral Aesculus hippocastanum en Aesculus x carnea gevoelig zijn
voor de bacterieziekte. Dit geldt voor de soort en
diverse cultivars. Ook A. turbinata (Japanse paardenkastanje) is vatbaar. De soorten A. flava,
A. parviflora, A. pavia en A. mutabilis zijn niet
gevoelig.
Symptomen
De bloedingsziekte bij paardenkastanje kenmerkt
zich door bloedingen op de stam. Bloedingen bestaan uit stroperig suikerrijk boomsap dat in contact met de buitenlucht oxideert en bruinzwart
van kleur wordt.
Dieper in de bast komen roestbruine tot zwarte
plekken voor, die zich uitbreiden tot het houtweefsel. Het is niet bekend hoe lang de periode
is tussen het begin van de ziekte met typische
symptomen onder de bast en het moment waarop
de uitwendige bloedingsverschijnselen ontstaan.
Na verloop van tijd sterven grote delen van het
bastweefsel in de stam af. Hierdoor verdrogen
de takken die hiermee in verbinding staan. Deze
takken groeien langzamer, hebben kleiner blad,
vertonen vroeger bladverlies (kenmerkend is de
vroegtijdige vergeling van een deel van de boomkroon) en kunnen uiteindelijk afsterven.
Als de ziekte grote delen van de bast en het
cambium onherstelbaar heeft beschadigd, kunnen
aan de stam en aan hoofdtakken open lengte-
26
TuinenLandschap | 5A | 2014
Warmtebehandeling stemt
hoopvol
Veel bacteriën die ziekten veroorzaken in planten
kunnen slecht tegen hogere temperaturen. In het
afgelopen jaar hebben enkele kastanjebomen een
warmtebehandeling gehad. De behandelingen
hebben de bacteriën in de stam kunnen doden.
Komend jaar worden de bomen gevolgd in hun
verdere ontwikkeling. Als de resultaten net zo goed
zijn als de vooruitzichten, dan zou dit een doorbraak zijn in het weer gezond maken van
beeldbepalende of bijzondere kastanjebomen.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door André van
Lammeren en Fons van Kuik, Wageningen UR.
scheuren in de bast ontstaan. Hierdoor komt het
onderliggende houtweefsel bloot te liggen. Als dit
op grote schaal gebeurt, kan de boom binnen drie
tot vijf jaar geheel afsterven. De kans hierop is
het grootst bij jongere bomen (tien tot dertig jaar)
met een relatief geringe stamomtrek en dunne
bastlaag. Oudere en zwaardere bomen hebben een
grotere kans om te ziekte te overleven.
Aangetaste bomen zijn door het loslaten van
de bast gevoeliger voor secundaire aantastingen
door houtrot veroorzakende schimmels. Dit kan
leiden tot een verhoogd risico op breuk van zware
takken. Uit recente onderzoeken blijkt dat schimmels als de oesterzwam of het minder bekende
fluweelpootje in dit proces een prominente rol
kunnen spelen.
Van de bacterie P. syringae is bekend dat ze via
beschadigingen van de bast de boom kunnen binnendringen, bijvoorbeeld door hagel, insecten en
andere dieren, schuurplekken van langs elkaar bewegende takken, maaibeschadigingen, snoeiwonden en vorstbarsten. Uit onderzoek is het vermoeden ontstaan dat de bacterie zich in de bloemen
vermeerdert, waarbij de nectar als voedingsbron
fungeert. Vanuit de bloemen kunnen de bacteriën
vervolgens met regenwater mee gespoeld worden.
Dit kan in geval van beschadigingen van de bast
tot infecties op de stam leiden.
PSA stimuleert de vorming van kurkachtig afsluitingsweefsel rondom geïnfecteerd bastweefsel.
Soms wordt met dit weefsel de verdere uitbreiding
van de aantastingsplekken plaatselijk ingekapseld. Wanneer de bacterie herhaaldelijk door deze
verdedigingslinie breekt, dreigt afsterven van de
hele boom.
Beheer
Bij het beheer van zieke kastanjes is er een aantal
aandachtspunten om verergering en verspreiding
van de ziekte te voorkomen en de veiligheid te
waarborgen:
▸▸Verricht zo min mogelijk werk aan zieke bomen,
snoei zeker niet als ze in bloei of in blad staan.
▸▸Zieke kastanjes hoeven niet direct gerooid te
worden, er kan nog herstel optreden.
▸▸Plant geen grote partijen paardenkastanjes in
de buurt van zieke bomen.
▸▸Verplanten van paardenkastanjes is sowieso
niet aan te raden.
▸▸Bomen met secundaire aantastingen hebben
een verhoogde kans op breuk van zware takken,
let daarop bij controles.
▸▸Vervoer besmet materiaal (inclusief takhout en
snippers) uitsluitend afgedekt naar depot of
direct naar verwerker (vuilverbranding of
biogascentrale). Versnipperd aangetast materiaal kan worden gecomposteerd, mits de
composteercondities goed worden gecontroleerd (onder meer minimale temperatuur van
60°C in de gehele hoop).
▸▸Aangezien PSA niet in houtweefsel voorkomt
zou het schillen van de zieke boom en het
afvoeren van de bast voldoende moeten zijn om
de verspreiding van de bacterie tegen te gaan.
Directe bestrijding van de kastanjeziekte is zeer
moeilijk, zo niet onmogelijk. Wel zijn er maatregelen die je kunt nemen. Bij grotere exemplaren
die kans hebben om de ziekte te overleven, kan
verbeteren van de vitaliteit de beslissende factor
zijn. Het aanbrengen van compost lijkt de conditie
van bomen te verbeteren en zo te zorgen voor verminderde aantastingen. Bij proeven zijn positieve
effecten geconstateerd, maar wetenschappelijk
bewijs ontbreekt hier nog. <
Een rij bomen met diverse
stadia van ziekteontwikkeling.
Het bastweefsel in de stam
sterft af waardoor de takken
die hiermee in verbinding
staan verdrogen, het blad
blijft daardoor kleiner, vergeelt voortijdig en valt eerder
af. De vergeling van delen van
de kroon is hier goed te zien.
Kastanjebloedingsziekte in het kort
In Nederland sinds 2002.
Veroorzaker Pseudomonas syringae pv.
aesculi.
Symptomen Bloedingsplekken op de
stam, bruine tot zwarte plekken dieper
in de bast. Kleiner blad, bladvergeling,
bladval. Lengtescheuren in de bast van
stam en gesteltakken, afsterven van
kroondelen en/of de hele boom.
Waardplanten Aesculus hippocastanum,
A. x carnea, A. turbinata.
Beheer Wees terughoudend met
werkzaamheden aan zieke paardenkastanjes, zeker wanneer ze in bloei of
in blad staan. Secundaire aantastingen
kunnen snel voor veiligheidsrisico’s
zorgen, wees daarom alert. Grote bomen kunnen wellicht geholpen worden
door groeiplaatsverbetering.
TuinenLandschap | 5A | 2014
27