Een rondje langs prachtige vijftigers in het Philips

Een rondje langs prachtige vijftigers
in het Philips-van Lennep park
In het gazon naast de kiosk in het Philips-van Lennep park staan een aantal prachtige bomen, die door hun ouderdom – ze zijn
meer dan 50 jaar oud – mooi laten zien waar ze toe in staat zijn. We letten bij deze wandeling speciaal op stammen, takken en
wortels: Oude bomen laten daar het best zien we ze zijn. In deze wandelgids vind je voor elk van de bomen een aantal
karakteristieke feiten, ondersteund met foto’s.
We beginnen de wandeling bij de kiosk. Volg vanuit de kiosk het pad aan de linkerkant naar de pergola . Aan je linker hand zie
dan een haag. Daar waar de haag ophoudt gaan we links het gazon op, een smal gazon, van nog geen 4 meter breed.
We staan meteen voor de eerste boom: een eik. Pak nu de kaart van de wandeling erbij om je te oriënteren. Dan weet je ook
waar de volgende bomen staan. Met behulp van de foto’s moet het gemakkelijk zijn om ze te herkennen. Veel plezier!
Spel idee: Maak groepjes van twee. Bekijk samen de stam van vier verschillende bomen. Doe je ogen dicht en onthoud hoe de stam aanvoelt.
Nu wordt een van de twee geblinddoekt, de ander draait je een paar keer om en neemt je mee naar een van deze 4 bomen. Voel aan de stam
en probeer te raden bij welke boom je nu staat. Veel plezier!
1
Amerikaanse Eik
Deze variëteit van de Amerikaanse Eik (Quercus rubra ‘Aurea’) blijft voor een eik
nogal klein, maximaal 15 meter hoog. Hij heeft grote, puntige bladeren. De variëteit
naam ‘Aurea’ duidt op een gouden kleur van de bladeren…….
De grijze bast blijft lang glad, maar als de boom ouder wordt, zoals hier dan komt er
toch enige tekening.
De vele zijtakken lopen bijna horizontaal zijwaarts.
Onderaan de stam komt de bodem wel omhoog door de wortelgroei, maar de
wortels zijn nog steeds bedekt met aarde, dus hebben ze gelukkig geen schade
opgelopen bij het maaien van het gazon
2
Esdoorn
Deze Esdoorn (Acer zoeschense ‘Annae’) is een hybride, een kruising
tussen een Acer campestre en een Acer capadocicum, die ook hier in
het park staan. De Acer campestre staat in rijen langs het pad bij de
oude kinderboerderij)
De stam is licht gegroefd, het blad lijkt wat op dat van de Acer
campestre. Het is aanvankelijk donkerpaars en kleurt langzaam
donkergroen. In de herfst kleurt het bont in vele tinten rood tot oranje,
een prachtig gezicht bij het licht van de herfstzon.
De fijne wortelgroei is oppervlakkig, de wortels verschijnen hier na la
die jaren dan ook aan de oppervlakte.
3
Amberboom
De Amberboom (Liquidambar Styraciflua) heeft net als de Esdoorn. die we net
gezien hebben, handnervige bladeren. Wel zijn ze iets puntiger dan bij de Esdoorn
normaal is.
De Amberboom wordt in Nederland niet hoger dan 10-20 m. In Noord Amerika,
waar hij vandaan komt is het een snelle groeier, maar hier in Nederland niet. Dat
blijkt ook uit de omvang van de stam, die is veel kleiner dan bijvoorbeeld die van de
Esdoorn van daarnet.
Je ziet ook verschil in structuur van de bast. Deze bast is grof geribbeld, veel groffer
dan de Esdoorn. De jonge bast is roodbruin, later wordt deze grijsbruin en diep
gegroefd.
4
Kornoelje
De kornoelje (Cornus florida) is een struik afkomstig uit het Verre Oosten (Japan en
China).
Maar zoals je hier ziet, toont een oude struik na 40 jaar ook het echte karakter van
zijn bast en stam.
5
Libanon Eik
De Libanon Eik (Quercus libani) is een zeer sierlijke parkboom.
Zijn ranke, dichte takken groeien schuin omhoog, waardoor zijn ronde kroon een
heel andere vorm heeft dan we van onze zomereiken langs onze wegen gewend
zijn.
Het blad is niet goed te bestuderen omdat zelfs de onderste takken nog te hoog zijn
om ze te fotograferen.
De bast is grof en met mos bedekt.
De voet van de stam loopt onder aan breed uit, maar de wortels blijven gelukkig
onder de grond, goed beschermd.
6
Kaukasische Spar
Dit is een groep van drie dezelfde sparren bij elkaar, de officiële naam is: Picea
orientalis. Hij komt inderdaad oorspronkelijk uit de Kaukasus.
Deze naaldbomen zijn erg doorzichtig, met kalende onderste takken. Het is de spar
met de kortste naalden (5 tot 10 mm). De naalden zijn dofgroen, hebben een
duidelijk vierkantige doorsnede en een stompe top. Aan de bovenzijde van de
twijgen staan de naalden dicht radiaal, aan de onderzijde min of meer gescheiden.
De schors is dun, bruin en geschubd.
Duidelijk is te zien dat de wortels tot ver van de boom boven de grond komen.
Bekijk ze maar eens goed en je kan zien hoe de bast op deze wortels door machines
keer op keer afgeschaafd is. De bovenkant is zelfs helemaal afgeplat.
7
Varenbeuk
Dit is de beuk (Fagus sylvatica ‘Asplenifolia’) zoals we hem graag zien. Helemaal
vrijstaand. Bladeren hangen aan takken die tot op de grond reiken. De takken staan
horizontaal. In het donker kan rond de boom het gras niet echt groeien.
Het dichte bladerdek beschermt ook de stam tegen het directe zonlicht. Daar kan de
bast van de beuk niet goed tegen.
Maar kijk eens naar het blad! Is dat wel een beukenblad? Het ziet er heel anders uit.
Daarom heet deze variëteit dan ook Asplenifolia, hetgeen zoveel betekent als “met
bladeren als van varens”.
Twijfel je toch nog? kijk dan maar eens naar die stam, echt de gladde beukenstam.
En als je goed naar de takken kijkt, zie je de vruchten: De bekende beukennootjes.
Het is inderdaad een beuk!
8
Groene Treurbeuk
Kijk van een afstand naar het profiel van deze boom. Je ziet dat de takken
neerhangen als sluiers.
Deze variëteit van de Fagus sylvatica (Beuk) heet daarom Pendula, dat ‘hangend’
aangeeft. De Groene Treurbeuk is een boom die echt ieder jaar groter en daardoor
nog indrukwekkender wordt.
Vanaf het pad kan je ‘naar binnen’, onder het bladerdek. Hier waan je je in een grot.
Zie je de hangende takken overal om je heen?
Je kan nu ook goed de gladde stam van dichtbij bekijken. Voel maar, met je ogen
dicht, hoe glad hij is. Zoals je dan van een beuk kent.
Doe je ogen maar weer open en kijk eens goed hoe de stam zich vertakt.
Kijk nu naar de bodem: inderdaad geen gras, dus is maaien niet nodig. De bodem
blijft dus luchtig en de boom vrij van wonden!
9
Eik
De Quercus canariensis, de Algerijnse Eik, komt oorspronkelijk uit Portugal , Spanje
en Noord Afrika, maar niet in de Canarische eilanden.
Bekijk de ze eik eerst van een afstand. Hij staat helemaal vrij in het gazon. De vorm
van de kroon is typisch voor een eik.
Compleet met de nog steeds aanwezige lage takken die dwars op de stam staan en
tot laag bij de grond reiken.
De bladeren zijn glimmend en grof getand. In de herfst kleuren ze goudgeel. Dus ook
in de herfst een ware blikvanger.
De boom wortelt oppervlakkig met vooral in de bovenlaag veel fijne haarwortels. Ga
maar even kijken hoe het met de wortels en de bodem staat hier.
10
Witte himalaya Berk
Buiten het gazon, in een van de grote zeshoekige perken, staat deze Witte Berk
(Betula utilis ‘Doorenbos’). Het is een opvallende boom met een regelmatig
gevormde kroon. Volwassen exemplaren kunnen tot circa 20 m hoog worden. Hoe
hoog denk je dat deze al is?
Aan de laag vertakkende hoofdstam zitten schuin afstaande zijtakken. Van deze berk
is de stam buitengewoon wit en bladdert af. Onder de losse stroken kleurt de stam
donkerder. In de winterperiode is deze boom dan ook een absolute blikvanger.
De bladeren zijn glimmend en grof getand. In de herfst kleuren ze goudgeel. Dus ook
in de herfst een ware blikvanger.
De boom wortelt oppervlakkig met vooral in de bovenlaag veel fijne haarwortels. Ga
maar even kijken hoe het met de wortels en de bodem staat hier.
11
Plataan
Wij kennen platanen vooral als hoge bomen langs lange lanen. De takken worden
daar dan afgezaagd tot een hoogte van zo’n vier meter, zodat het verkeer er goed
onderdoor kan. Hier in het park hoeft dat niet. Hier zie je de plataan zoals hij
normaal uitgroeit: met een bladerdek tot aan de grond.
Vanaf het gazon kan je tussen de laag hangende takken door naar de boom lopen.
Daar zie je dan meteen de kenmerkende gevlekte bast. Het mooiste aan de dikke
zijtakken. Want de stam is al ouder, daar is de tekening grillig geworden.
De zijtakken zijn stevig dik en reiken ver. Ideaal om in te klimmen.
Helaas zien we ook dat er letters gegrift zijn in een van die takken. Dat is niet goed
voor de boom: de bast dient om het suikerwater dat de boom in de bladeren maakt
naar de rest van de boom te brengen: het is zijn eigen gemaakt voedsel, nodig om te
groeien. Beschadig je de bast, dan snijd je de voedselstroom af. De boom verzwakt,
kan zelfs overlijden.
12
Moseik
Ook deze eik (Quercus cerris) heeft een kroon vorm die karakteristieke voor
alleenstaande eiken: Breed en rond, iets versmallend naar boven. Hij staat helemaal
vrij in het gazon, dus heeft alle ruimte om te groeien.
De schors is duidelijker dikker dan we bij de andere eiken die we tot nu toe gezien
hebben. Hij doet een beetje denken aan die van de kurkeik die we uit Zuid-Europa
kennen..
De takken groeien bijna horizontaal uit de stam en beginnen al laag bij de grond. De
uiteinden hangen iets naar beneden.
De moseik heet zo omdat zijn eikels een hoedje dragen met uitsteeksels, waardoor
er mos op lijkt te groeien. Kijk maar eens of je op een van de laag hangende takken
nog een eikel ziet hangen.
13
Zwarte Walnoot
De Zwarte Walnoot (Juglans nigra ‘nigra’) komt oorspronkelijk uit Noord Amerika,
maar doet het ook heel goed in Europa. Hij heeft een licht bladerdek van grote
samengestelde bladeren. De vruchten – walnoten - zijn inderdaad eetbaar.
De schors van jonge bomen is lichtbruin en wordt bij oudere bomen donkergrijs met
diepe, min of meer netvormige groeven. Dat is bij deze boom die al in de zestiger
jaren geplant is, goed te zien.
De Zwarte Walnoot wortelt diep. Dus ondanks zijn ouderdom zie je hier nog steeds
geen wortels boven de grond uitsteken. Hij kan dus veilig in elk plantsoen worden
neergezet. Hij wordt dan ook vaak geplant in parken. Zoals hier.
14
Kers
Ook deze kers (Prunus serrulata ‘Kanzan’) is oud, al 60 jaar. De boom is niet groot,
mijn stam is dik en aardig uitgegroeid. Maar wat zie n we?
Op ongeveer 1,5 meter hoogte zit een verdikking, daar waar de stam zich vertakt. En
deze takken hebben een fraaie tekening, de bast is tamelijk glad met kleine
horizontale strepen. Deze tekening is typerend voor de kers. En onder de ze
verdikking, deze knobbel, is de stam veel ruwer, hij ziet er echt anders uit.
Verder zien we dat uit de onderstam, onder de knobbel, nieuwe takken groeien .
Vergelijk de bladeren aan deze jonge takken eens met de bladeren aan de grote
takken. Ze zijn niet helemaal hetzelfde! Wat is hier aan de hand?
Deze kers is geënt op een onderstam. Dat gebeurt vaak bij fruitbomen.
Ook deze oude kers heeft last van wortels die boven de grond zijn gekomen, tot ver
van de boom. En ook hier zie je de sporen van de messen van de maaimachines.
15
Piramidale eik
De Quercus robur is de Amerikaanse eik. Deze Amerikaans eik is van de variëteit
‘Fastigiata’. Deze variëteit is dicht vertakt en heeft de vorm van een zuil. Hij heeft
stevige, opgaande takken, die laag aan de stam al beginnen, zoals ook bij onze boom
goed te zien is.
16
Watercipres
Deze cipres luistert naar de lange naam van Metasequoia glyptostroboides. Het is
een bladverliezende naaldboom.
Je kan hem zien als een levend fossiel. Voor de laatste ijstijd kwam hij vrij algemeen
voor in Oost-Azië (Japan, Korea en China). Nu is de boom alleen nog te vinden in
Centraal-China in een gesloten vallei in het Shui-Hsa-Pal-dal. Vanaf 1960 is hij weer
terug, hij wordt nu massaal gekweekt.
De bast is fel bruin en lijkt wel gevlochten. De vele takken die overal bijna
horizontaal uit de stam steken zogen voor een dun maar compleet dek van naalden.
als met een soort riet. Slierten.
De grond rond de voet van de stam is duidelijk verhoogd, door de groei van de
wortels. De gevallen naalden bedekken de grond rond de stam. Hierdoor – en
omdat er weinig licht komt, kan gras er niet goed groeien.
17
Mammoetboom
De mammoetboom of reuzensequoia (Sequoiadendron giganteum) is de zwaarste
boom in de wereld. De soort komt van nature voor in Californië . Vroeger, voor de
ijstijden, kwam de boom ook in Europa voor.
Onze mammoetboom is nog jong maar wel al stevig dik. Hij heeft de vorm van een
grote kegel, met een gesloten naaldendek tot de grond. Je ziet wel dat de onderste
takken kaal gaan worden. Aan de stam kan je zien dat een aantal laaghangende
takken al weggesnoeid zijn.
Aan de linkerkant is een opening in het naaldendek, daar kan je de stam van dichtbij
bekijken. De stam is roodbruin van kleur. Net as die van de cipres die we net gezien
hebben. Maar structuur van deze bast is anders: hij is ruw gegroefd.
Je kunt daar ook duidelijk zien dat de grond onder aan de stam omhooggekomen is.
De wortels zijn nog wel bedekt en onbeschadigd. Goed.
18
Het panorama
Tot slot van de wandeling lopen we nog even naar het midden van het gazon, in de buurt van de pas geplante berk. Kijk rustig
om je heen en bestudeer van iedere boom die we net bekeken hebben het profiel.
Eerst de mammoetboom. Die kegelvorm. Herinner je nog die bruine, diepgegroefde stam? Met daarnaast die cipres en die eik
met de smalle kroon. Wat een contrast met die andere eiken die we bekeken hebben. Kan je die nog terugvinden? En die twee
beuken. En die sparren met hun beschadigde wortels tot ver van de boom? Wat een afwisseling! Had je dat gedacht?
Deze wandeling en andere wandelingen kunnen U aangeboden worden door de Natuurwerkplaats
Meerhoven dankzij de waardevolle inbreng van veel andere bomenkenners uit Eindhoven. De
beschrijvingen van deze wandelingen vind je op onze site www.nw-m.nl.
Wil je graag een groepsrondleiding boeken, dat kan ook. Meld je dan aan bij [email protected].