FEEST: NIEUWJAAR VAN DE BOMEN Op de Joodse kalender van feest-en gedankdagen vinden we Toe bisjvat, het ‘Nieuwjaar van de Bomen’. Letterlijk betekent Toe bisjvat zoiets als : 15e dag van Sjevat, de elfde maand van de Joodse kalender. Toe bisjvat kan op elke dag van de week vallen, maar altijd in het vroege voorjaar, wanneer de eerste bloesems van de amandelboom zich laten zien en het land weer kleur geven. Door Toe bisjvat krijgt de band van de mens met de natuur een uitdrukkelijke plaats in het Joodse leven. Van oudsher is er in Israël volop aandacht en zorg voor het land en voor wat er groeit: amandelbomen, wijnstokken, olijfbomen, dadelpalmen, granaatappelbomen, vijgenbomen en nu ook de sinaasappel- en grapefruitbomen en bananenbomen. Van belang voor de economie natuurlijk, maar meer dan dat. In de Tora komt de zorg voor bomen en de vruchten ervan tot uiting in een aantal voorschriften. Zo mogen van een boom of een stekje de eerste drie jaar de vruchten niet gegeten worden. De plant moet de tijd hebben om te groeien, want de jonge aanplant is kwetsbaar. Alles wat in de natuur groeit vraagt immers rust en duur. Om dit voorschrift te kunnen uitvoeren, is het noodzakelijk om te weten hoe oud een boom of aanplant is. Dat heeft geleid tot deze bijzondere dag van het Nieuwjaar van de Bomen, want daarmee werd een datum bepaald die de tijdgrens kan aangeven. Toe bisjvat is ook een dankfeest. Al wat de natuur geeft, er is een gave van God, de opbrengst van zijn schepping. In de tijd van de Tempel werden de eerste vruchten van een boom, van het het vierde jaar, dan ook afgedragen aan de priesters en levieten. In het moderne Israël is Toe bisjvat een nationale boomplantdag. Kinderen, jongeren en volwassenen trekken er zingend op uit om de nieuwe aanplant te verzorgen. Het Nieuwjaar van de Bomen is zo een feest geworden om de schepping te vieren en de natuur te respecteren. Frans Zwarts KRI/FZ
© Copyright 2024 ExpyDoc