Scope 3 emissie inventarisatie d.d. 06-04-2012

Scope 3 emissie inventarisatie
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
1 van 12
Scope 3 emissie inventarisatie
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
Scope 3 emissie inventarisatie
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
2 van 12
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
Inleiding .................................................................................................................. 3
Methode (bepaling relevantie scope 3 emissie categorie) .................................. 4
2.1.
Rangorde categorieën scope 3 emissies
5
2.2.
Toelichting categorie; Nvt
6
2.3.
Uitwerking ketenanalyses
6
Gekwantificeerde lijst scope 3 emissies 2011...................................................... 7
3.1.
Verdeling ingekochte materialen en diensten
8
Totale scope 3 emissie ........................................................................................ 12
4.1.
Bepaling van 70/80% bijdrage van de uitgewerkte ketenanalyses
12
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
1.
Scope 3 emissie inventarisatie
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
3 van 12
Inleiding
Sinds 1 december 2009 is ProRail klimaatbewust produceren gaan belonen, middels de CO2Prestatieladder. Sinds 16 maart 2011 is het beheer van de CO2-Prestatieladder overgenomen door
SKAO. Het niveau (0 tot en met 5) dat bereikt kan worden op de CO2-Prestatieladder wordt vertaald
in een gunningvoordeel. Verder heeft M. van Ooijen en Zn CO2-reductie als belangrijke
bedrijfs(milieu)doelstelling. De CO2-prestatieladder wordt gebruikt om deze doelstelling richting te
geven. Omgecertificeerd te worden voor niveau 5, moet M. van Ooijen onder andere uit scope 3
tenminste twee analyses van GHG-genererende (ketens van) activiteiten voorleggen conform de
eisen die daaraan zijn gesteld (auditchecklijst eis: 4.A.1) en tenminste één van de analyses moet
professioneel ondersteund of becommentarieerd zijn door een ter zake als bekwaam erkend en
onafhankelijk kennisinstituut (auditchecklijst eis: 4.A.3).
Scope 3 emissies zijn een gevolg van activiteiten van een bedrijf, maar komen voort uit bronnen die
niet in eigendom of in het beheer van het bedrijf zijn. Energie Consult Holland is als kennisinstituut
gevraagd om M. van Ooijen en Zn. Professioneel te ondersteunen bij het opzetten en het
becommentariëren van tenminste een analyse van GHG-genererende (ketens van) activiteiten. Dit
borgt ook direct eis 4.A.3 van de auditchecklijst.
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
2.
Scope 3 emissie inventarisatie
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
4 van 12
Methode (bepaling relevantie scope 3 emissie categorie)
M. van Ooijen heeft op basis van de WBCSD/WRI GHG scope 3 standaard de indeling in categorieën
overgenomen (“upstream” en “downstream”) en van hieruit haar scope 3 emissie inventarisatie
uitgevoerd.
In dit hoofdstuk wordt de methode uiteengezet hoe de scope 3 emissies geanalyseerd gaan worden.
Eerst wordt de definitie gegevens wat scope 3 emissies zijn. Vervolgens wordt de methode van
analyse toegelicht. SKAO geeft in het ‘Handboek 2.0; CO2-Prestatieladder Samen zorgen voor
minder CO2’ de volgende definitie van scope 3 emissies:
Scope 3 emissies of overige indirecte emissies zijn een gevolg van de activiteiten van het bedrijf (de
organisatie) maar komen voort uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn noch beheerd
worden door het bedrijf. Voorbeelden zijn emissies voortkomende uit de productie van ingekochte
materialen, de verwerking van het afval en het gebruik van het door het bedrijf aangeboden/verkochte
werk, dienst of levering. ProRail rekent “Business air Travel” en “Personal Cars for business travel” tot
scope 2.
De basis voor deze definitie is gegeven in het GHG-protocol, deel “A Corporate Accounting and
Reporting Standard”, hoofdstuk 4 “Setting Operational Boundaries”
Het GHG-protocol beschrijft meerdere scope 3 emissiebroncategorieën.
Sommige van deze categorieën kunnen worden gezien als scope 1 emissies, wanneer de
emissiebronnen in eigendom of in de directe invloedsfeer van het bedrijf zijn. Om te bepalen in welke
scope de emissies vallen moet het bedrijf de emissies toetsen aan de organizational boundaries.
Hieronder staan de mogelijke categorieën scope 3 emissiebronnen.
Deze emissiebron-categorieën zijn direct overgenomen uit het GHG-protocol.
Voor correcte interpretatie is de Engelse tekst gehandhaafd.
De verschillende categorieën conform de WBCSD/WRI GHG scope 3 standaard zijn:
Upstream scope 3 emissions
1 purchased goods and services
2 capital goods
3 fuel- and energy related activities
4 upstream transportation and distribution
5 waste generated in operations
6 business travel
7 employee commuting
8 upstream leased assets
Downstream scope 3 emissions
9 downstream transportation and distribution
10 processing of sold products
11 use of sold products
12 end-of-live treatment of sold products
13 downstream leased assets
14 franchises
15 invenstments
Scope 3 emissie inventarisatie
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
2.1.
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
5 van 12
Rangorde categorieën scope 3 emissies
Outsourcing
Overig
Stakeholders
13 Berekend op basis van
m2 en standaard
conversie factor
Risico
2 Capital goods
3190 Uitwerking
ketenanalyses
Invloed
Productie bij
leveranciers/
fabrikanten
Gebouwen
Dataverzameling en
kwaliteit
Omvang
1 Purchased Goods en
Services
Ton
CO2
Score
Voorbeeld
Rangorde
Upstream scope 3
emissions
1
15
4
4
3
4
0
0
4
5
1
4
0
0
0
0
-
0
0
0
0
0
0
0
2
12
2
3
2
2
3
0
3
6
1
1
2
2
0
0
3 Fuel and Energy related activities not included
in scope I en II
4 Transportation and
distribution
Nvt
5 Waste generated in
Operations
Afvalverwerking
6 Business travel
7 Employee commuting
Nvt
Fiets, auto, bus,
trein
Nvt
8
5
0
3
0
1
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
-
0
0
0
0
0
0
0
Nvt
0
-
0
0
0
0
0
0
0
Nvt
0
-
0
0
0
0
0
0
0
Nvt
Afval (eerder
verkocht product)
Nvt
Nvt
Nvt
0
0 Geen onderbouwing
6
0
3
0
1
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
8 Leased Assets
Downstream scope 3
Emissions
9 Transportation and
distribution
10 Processing of sold
products
11 Use of sold products
12 End-of-live treatment
of sold products
13 Leased assets
14 Franchises
15 Invenstments
Transport van
en naar
leveranciers
125 Berekend op basis
van inkoopfacturen
extern transport en
Co2 conversiefactoren, type
brandstof
67 Berekend op basis
van afstanden woonwerk, type
vervoermiddel,
brandstof
Categorie 2 Capital goods: Kapitaalgoederen voor de organisatie betreft gebouwen. Het gaat om de emissie die
ontstaat door materiaalgebruik en bouw van de gebouwen. Het gaat nadrukkelijk niet om het energiegebruik
van de gebouwen, omdat de emissie die hierdoor ontstaat tot de scope 1 en 2 emissie van behoort. De
organisatie kan zelf grote invloed uitoefenen op de aanschaf van de kapitaalgoederen. Echter de
gebruiksperiode van de kapitaalgoederen is over het algemeen lang, waardoor korte tot middellange termijn
reductie door reductiemaatregelen niet snel te behalen is. Hoeveelheid ton CO2/jaar is hieronder vermeld.
Nr
Categorie
Toelichting
2
Productie en bouw
van gebouwen
Oppervlakte
bekend
Hoeveelheid
Eenheid
1332
m2
Conversiefactor Bron/toelichting
[kg CO2/ehd] conf.factor
10 GreenCalc
Emissies
[ton CO2]
13
Categorie 12 End-of-live treatment of sold products: In deze categorie vallen de scope 1 en 2 emissies die
ontstaan bij het verwerken van afval. Dit afval moeten dan producten zijn die eerder door de organisatie
verkocht zijn. De producten zoals ook bij categorie 12 zijn aangegeven hebben over het algemeen een lange
levensduur (20-50 jaar). Hierdoor is er op dit moment geen kwantitatieve onderbouwing te geven van
energieverbruik tijdens de verwerking als het product aan het eind van de gebruiksperiode.
Ps (23-04-2014). Categorie 9 t/m 15: Omdat OMAC per 2014 buiten de boundary is gelaten valt zij onder scope
3 waar mogelijk invloed op uitgeoefend kan worden.
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
2.2.
Scope 3 emissie inventarisatie
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
6 van 12
Toelichting categorie; Nvt
Binnen de organisational boundaries van de organisatie is er geen sprake van:
2.2.1 Upstream scope 3 emissies
Cat. 3 Fuel ans Energy related activities not included scope 1 en 2: Zijn niet aanwezig vandaar n.v.t.
conform 6.3 van de GHG protocol.
Cat. 6 Business travel: Er wordt niet met Priv eauto’s of andere vervoermiddelen ingezet voor
zakelijke doeleinden.
Cat. 8 Leased Assets: Zijn niet aanwezig vandaar n.v.t. conform 6.3 van de GHG protocol.
2.2.2 Downstream scope 3 emissies
Cat. 9 t/m 11 en 13 t/m 15: Zijn niet aanwezig binnen de scope van de organisational boundaries,
vandaar n.v.t. conform 6.3 van de GHG protocol.
2.3.
Uitwerking ketenanalyses
Uit de inventarisatie blijkt dat op basis van de criteria uit WBCSD/WRI GHG scope 3 Accounting and
Reporting Standard: omvang, invloed, risico, stakeholders, outsourcing en overage factoren dat niet
elke scope 3 emissiebron even relevant is om te analyseren.
Veruit de grootste (meest materiële) emissiebronnen vormen categorie 1als zijnde de verwerking van
ingekochte producten en materialen. Voor deze categorie (purchased goods and services) is op basis
van de inkoopwaardelijst bepaald wat de meest materiële producten zijn die zijn verwerkt door de
organisatie.
Op basis van de rangorde categorieën scope 3 emissies is er voor gekozen om de volgende 2
ketenanalyses uit te werken:
- De verwerking van (diverse soorten van) asfalt
- Het aanbrengen van prefab (hellingbaan) keerwandstukken.
De gekozen methodiek voor het in kaart brengen van scope 3 emissies is gebaseerd op het GHGprotocol en bestaat uit vier stappen:
Stap 1: de waardeketen in kaart brengen
Stap 2: vaststellen welke scope 3 emissiebronnen relevant zijn
Stap 3: identificeren partners in de waardeketen
Stap 4: kwantificeer de scope 3 emissies
De ketenanalyses zijn vastgelegd in de volgende 2 documenten:
Het aanbrengen van prefab (hellingbaan) keerwandstukken (mvo-1201-2 versie definitief d.d. 21-2-12)
De verwerking van (diverse soorten van) asfalt (mvo-1201-4 versie defintief d.d. 5-3-12)
Scope 3 emissie inventarisatie
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
3.
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
7 van 12
Gekwantificeerde lijst scope 3 emissies 2011
Upstream scope 3 emissions
1 Purchased Goods en Services
2 Capital goods
3 Fuel and Energy related activities
not included in scope I en II
4 Transportation and distribution
5 Waste generated in Operations
6 Business travel
7 Employee commuting
8 Leased Assets
9 Investments
Downstream scope 3 emissions
10 Transportation and distribution
11 Processing of sold products
12 Use of sold products
13 End-of-live treatment of sold products
14 Leased assets
15 Franchises
Totaal
CO2 uitstoot
(in ton)
3190
0
0
125
67
0
8
0
0
CO2 uitstoot
(in ton)
0
0
0
0
0
0
3390
Scope 3 emissie inventarisatie
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
3.1.
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
8 van 12
Verdeling ingekochte materialen en diensten
Van de ingekochte materialen en diensten is de verdeling als volgt
CO2 uitstoot
(in ton)
Asfalt
Prefab beton keerwanden
Bestratingsmaterialen
Totaal
2325
659
206
3190
De overige ingekochte materialen zijn aanmerkelijk geringer qua CO2 uitstoot
(20-80% regeling)
Scope 3 emissie inventarisatie
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
9 van 12
3.1.1 emissie inventarisatie uitwerking diverse soorten asfalt
In 2011 is er door M. van Ooijen in totaal 53.839,5 ton asfalt verwerkt.
In onderstaande tabel zijn de totalen van alle voorgaande tabellen opgenomen, om een goed beeld te krijgen
is ook weergegeven wat de CO2 uitstoot per ton asfalt is.
CO2 uitstoot
per ton asfalt
Winning grondstof
0,0053
Transport grondstoffen
0,0167
Productie asfalt
0,0160
Transport werklocatie
0,0052
Tabel 6 emissie totaal
Percentage uitstoot per ton asfalt
12%
12%
Winning grondstoffen
37%
Transport grondstoffen
39%
Productie asfalt
Transport werklocatie
Het geheel aan indirecte emissie voortkomend uit resp. de winning van grondstoffen, het transport
van de grondstoffen, de productie van asfalt en het transport nr de verwerkingslocatie bedraagt voor
het referentiejaar 2011: 53.839,5 ton asfalt X (0,0053+0,0167+0,0160+0,0052) = 2325,86ton CO2
uitstoot
Bron: ketenanalyse verwerking van diverse soorten asfalt (versie 5 maart 2012).
Scope 3 emissie inventarisatie
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
10 van 12
3.1.2 emissie inventarisatie uitwerking prefab beton (hellingbaan) keerwandstukken
Voor de in 2011 uitgevoerde projecten waarbij beton keerwanden zijn verwerkt, zijn de logistieke
stromen van deze elementen onderwerp van onderzoek geweest. In het onderzoek zijn de volgende
gegevens geanalyseerd. Allereerst de kwantiteiten. Vervolgens zijn de afstanden bepaald waarover
perron keerwandelementen zijn aangevoerd. Ten derde is het aantal transporten dat heeft
plaatsgevonden achterhaald en als laatste is er gekeken naar de hoeveelheid per uitgevoerd
transport. Het onderzoek heeft resultaten opgeleverd waaruit is berekend wat de absolute CO2
emissie per project is geweest. Meer in het bijzonder m.b.t. de logistiek van de perron
keerwandelementen. Dit is tevens omgerekend naar de CO2 emissie per kg prefab beton elementen
en de emissie per kg per kilometer. De belangrijkste kengetallen die afkomstig zijn uit deze projecten
zijn hieronder weergegeven.
Tabel 5 Overzicht CO2 uitstoot voor de verschillende projectlocaties m.b.t. aanbrengen van perron
keerwandelementen
Prefab betonelementen
Aantal elementen (100cm)
Totale hoeveelheid (kg)
Totale CO2 emissie beton (kg)
excl. transport
Totale transportafstand (km)
CO2 emissie transport (ton)
Totale CO2 emissie incl. transport (ton)
Rotterdam CS
1500 st.
1.102.500 kg.
208.740kg.
Amsterdam CS
450 st.
330.750 kg
62.622kg.
Totaal
1950 st.
1.433.250kg.
271.362 kg.
3000km
363,8 ton
572,5 ton
675km
24,5 ton
87,1 ton
3675km
388,3 ton
659,6 ton
Transportafstanden:
Project Rotterdam CS: van Westkanaaldijk (Utrecht) naar Boezenbocht (Rotterdam) = 60km.
Aantal transporten: 50, beladen heen en leeg terug = 6.000km.
Project A-dam CS: van Westkanaaldijk (Utrecht) naar Westhavenweg (Amsterdam) = 45km.
Aantal transporten: 15, beladen heen en leeg terug = 1.350km.
De totale CO2-uitstoot binnen deze scope 3 analyse komt hiermee op 659,30 ton waarbij het transport
een aandeel heeft van 388,30 ton.
Bron: ketenanalyse voor aanbrengen van prefab beton perron (hellingbaan)
keerwandstukken versie: 21 februari 2012.
Scope 3 emissie inventarisatie
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
11 van 12
3.1.3 emissie inventarisatie uitwerking bestratingsmaterialen
Voor de berekening van deze emissie zijn de volgende gegevens gebruikt:
-In 2011 zijn er 162.339 stuks betonklinkers, dik 8 cm gekocht bij de Tebi.
Onderdeel BSS
Beton
- zand
- grind
- cement
- water
Productie tegel in
Prefab fabriek
Totaal Kg CO2
per tegel
gewicht
4,1 Kg
1,367 Kg
2,049 Kg
0,684 Kg
0,410 Kg
4,1 Kg
CO2-emissiefactor (Kg
CO2/Kg)
0,0056 Kg CO2/Kg
0,00286 Kg CO2/Kg
0,846 Kg CO2/Kg
0,00102 Kg CO2/Kg
0,0072 Kg CO2/Kg
4,1 Kg
Totaal Kg CO2 per betonklinker
0,008 Kg
0,006 Kg
0,579 Kg
0,0004 Kg
0,030 Kg
0,623 Kg
1 tegel 30x30x5 cm = 10,6 kg
1 tegel 30x30x6 cm = 12,72 kg
82.600 stuks betontegels 30x30x6 x 1,27 = 104,902 ton Co2.
De totale emissie van de door ons ingekochte betontegels en betonklinkers bedraagt:
Totaal
101 ton Co2 van 162.339 stuks betonklinkers 8 cm
150 ton Co2 van 82.600 stuks betontegels 30x30x6
--------206 ton Co2
Doc.naam:
Datum:
Pagina:
4.
Scope 3 emissie inventarisatie
(06-04-2012) gewijzigd 23-04-2014
12 van 12
Totale scope 3 emissie
Het geheel aan indirecte emissies (winning grondstof, transport grondstof, productie en transport naar
werkplek) behorend bij:
-Aanbrengen van diverse soorten asfalt
-Aanbrengen van prefab beton (hellingbaan) keerwandstukken
-Aanbrengen diverse bestratingmaterialen
-Ingehuurd extern transport
- Afval
- Woonwerk verkeer
4.1.
: 2.325 ton.
: 659 ton.
: 206 ton.
: 125 ton.
:
67 ton.
:
8 ton.
totaal: 3.390 ton
Bepaling van 70/80% bijdrage van de uitgewerkte ketenanalyses
Vastgesteld kan worden dat de uitgewerkte onderwerpen in de ketenanalyses gezamenlijk
2.325+659= 2.984 ton
2.984 / 3.390 = 88% van de totale scope 3 emissiebronnen.