Hooglandse Nieuwe informatieblad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia v e r tiende jaargang, nr. 3 juni 2014 € 2 (gratis voor leden) b e e l d i g n Hooglandse Nieuwe juni 201 4 | 1 10e jaargang, nummer 3, juni 201 4 € 2 (gratis voor leden van de LSE) Bij de voorkant Rapenburg 100 2311 GA Leiden 071 - 513 4558 Beeldhouwer Knowledge Chanetsa [email protected] www.ekklesialeiden.nl www.rapenburg100.nl geboren te Guruve (Zimbabwe) op 5 mei 1979 Hooglandse Nieuwe is een blad voor alle Naam van het beeld geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia. Het verschijnt zes maal per jaar. Mother & Child Redactie René Fraters, Bep van Houten, Tine van steensoort Iren, Job van Keulen, Wim Schouten, Edo Schraa, Jan Slotboom, Myranda Wilbrink zwart serpentijn Opmaak Myranda Wilbrink Kleurenversie downloaden www.ekklesialeiden.nl Abonnement € 20 per jaar Nieuwe abonnees opgeven bij het secretariaat Kopij voor het nummer van 7 september 201 4 met het thema 'Geleerd' uiterlijk op zondag 24 augustus 201 4sturen naar: [email protected] PASTORES Rob van Waarde, studentenpastor (PKN) 06-41 935997, [email protected] Tobias Karsten (Hum. studentenraadsman), 06- 53583081 , [email protected] Christiane van den Berg-Seiffert participantenpastor (PKN), 071 -51 251 37 [email protected] Henk Schouten, participantenpastor (PKN) [email protected] 071 -521 8723 Jac van der Hoeven, participantenpastor (RK) [email protected] 071 -5224801 Christiane Berkvens-Stevelinck academiepredikant (Rem.), 01 0-2298774 [email protected] www.moederoverste.nl Op vele manieren zijn een moeder en haar kind 'verbeeld', dit is een meest letterlijke ver-beeld-ing Vaste rubrieken 11 12 14 VERENIGING LSE 15 16 Opgeven als lid: www.ekklesialeiden.nl Dagelijks bestuur: - Amos Kater, [email protected] - Marga Bakker, vice-vz, [email protected] - Wim Schouten, [email protected] - Diederik van Essel, [email protected] REKENINGNUMMERS Het beeld Mother & Child is door African Art Promotion in Zimbabwe aangekocht en via een permanente verkoopexpositie op Quadenoord (Renkum, Nederland) verkocht. 17 18 NL66 INGB 000481 9829 Vereniging LSE Leiden - Voor alle vrijwillige bijdragen - voor lidmaatschap: € 25 (studenten/junioren € 1 2,50) per jaar - NL42 INGB 000331 3366 Stichting Diaconaal Fonds Hulpverlening LSE Leiden voor alle diaconale giften 19 20 Hooglandse Vieringen - Cor van Bree LSE bestuur - Verslag van de ALV LSE Nieuws - pastotale trio in de verlenging - brief aan de lezers (Renate Tuiten) - Frankrijkreis (Taize reis) - oproep literatuurgroep - oproep gespreksgroep Levenskunst/Levensvragen - Discussiestuk Beweging in Verbondenheid - Koninklijk lintje voor Nely de Wit - Informatie uitgangscollecten Hoogstpersoonlijk - Janneke Jacoba Bosch-Waalkes (door Henk van Breukelen) Actief en informatief - Nes Ammim - Chagall, de schilder en de liefde - Exodus - thema volgend nummer HN Kinderpagina - uit Leve het nijlpaard door Harry Jekkers & Koos Meinderts Beide rechtspersonen zijn erkend door de fiscus. Uw giften zijn aftrekbaar. 2 | Hooglandse Nieuwe juni 201 4 Dit nummer is opgemaakt met het gratis programma Scribus redactioneel Verbeelding Wim Schouten Toren van Babel ca 2000 olieverfschilderij schilder Rafael Ruben In dit nummer over Verbeelding 3 4 5 6 8 9 10 Redactioneel - Wim Schouten Dromen of verbeelden - Rob van den Boom Imagine (song) - John Lennon Wat verbeelden wij ons wel? - Herman van Bemmel verbeelding (gedicht) - Louwrens Hessel De ark van Noach - Rinny Kooi Actualiteit en de kracht van de geest - Hans Feddema Beeldverslag jongerendienst - Myranda Wilbrink Picknick met God - Erich & Leo Kaniok Klunzige kunstenaars - Jenneke van der Wal Er staan momenteel prachtige beelden in de Hooglandse Kerk; “toegewijde kunst”. Opnieuw beelden in een kerk die in de zomer van 1566 met de beeldenstorm van alle beelden ontdaan werd. Het bijbelse verbod op het aanbidden van beelden was de legitimatie van die beeldenstorm. Een opkomende burgerij die zich ontworstelde aan het oude gezag was er de voedingsbodem van. Beelden werden ervaren als van hogerhand voorgeschreven manieren om je dingen voor te stellen. Beelden dus om ervoor te zorgen dat je niet ging nadenken, je geen eigen beelden ging vormen. In die zin was de beeldenstorm dan ook het startsein voor een ontvoogdingsen bevrijdingsbeweging waaruit, via de 80-jarige oorlog, ons vrije land uiteindelijk is voortgekomen. En dan zijn er nu opnieuw beelden in die kerk! Gelukkig heel andere beelden, met een heel andere bedoeling. Geen beelden om onze eigen verbeelding overbodig te maken, maar beelden, bedoeld om ons aan het denken te zetten over wat ons bestaan waardevol maakt, betekenis geeft. Beelden om onze verbeelding te prikkelen. Want soms hebben we een beeld nodig om onze verbeelding op gang te brengen. Vooral bij zaken waar we ons op eigen kracht geen voorstelling van kunnen maken, zoals de armoede in de wereld of de bedreiging die uitgaat van de klimaatverandering. Daarover te kunnen dromen en daar beelden bij kunnen vormen is volgens Rob van den Boom een eerste stap naar verantwoordelijkheid ervoor te durven nemen. Beelden kunnen ons volgens hem daarbij helpen, zolang ze de verbeeldingskracht, het denken buiten de bestaande kaders, maar niet belemmeren. Voor dat laatste waarschuwt ook Jenneke van der Wal ons. Laat uitbeeldingen van God het beeld dat wij ons zelf van hem hebben gevormd niet in de weg staan. Beelden van God, zoals waargenomen door het jongetje en de oude vrouw in het mooie verhaal van Erich en Leo Kaniok. Herman van Bemmel gaat nog een stap verder. Hij betoogt dat het Goede, het Ware en het Schone niet te vinden zijn in wat we waarnemen, maar in wat we ons verbeelden. Niet ophouden bij wat je met je zintuigen waarneemt dus, maar op vleugels van de verbeelding verder gaan en het onbestaanbare ervaren; daarover gaat ook het prachtige gedicht van Louwrens W. Hessel. Zoals het molenaarspaar in het verhaal van Harry Jekkers op de kinderpagina jaar in jaar uit genoot van de verbeelding die een dicht gelaten pakje op gang bracht. Hans Feddema is in dit opzicht nog weer wat radicaler. Hij ziet verbeelding als het vermogen om je dingen voor te stellen die op het eerste gezicht onmogelijk zijn, en die dan toch werkelijkheid te laten worden. Dat zal niet altijd feitelijk lukken maar dat is niet het allerbelangrijkst. Zolang we maar dat wat we zien als werkelijkheid de wonderen de wereld niet uit laten helpen. Zoals Rinny E. Kooi betoogt dat geteut over biologische wetmatigheden ons niet mogen verhinderen te genieten en te leren van het verhaal van de Ark van Noach . Verder vindt u in dit blad naast de vaste rubrieken het een en ander over de Algemene Ledenvergadering van de LSE in mei j.l. “Samen en ieder op eigen wijze op weg zijn naar humaniteit en Gods bedoeling in onze maatschappij en wereld.” Dat is volgens het discussiestuk waarover gesproken werd de kern van wat we willen met de LSE. Dus de verbeelding aan het werk zetten om, zowel binnen als buiten de bedding van de kerken de droom van God’s rijk van vrede en gerechtigheid levend te houden. De redactie hoopt dat dit nummer van de HN tot uw verbeelding spreekt en, nog belangrijker, uw verbeelding laat spreken. Hooglandse Nieuwe juni 201 4 | 3 verbeelding Dromen of verbeelden? B Rob van den Boom eelden binnen en buiten. Verbeelding is geen domein exclusief van kunstenaars. Creativiteit, beeldende kunst, ja, belangrijk allemaal (schrijf ik, ook als beeldend kunstenaar), maar daar wil ik het hier niet over hebben. Ik wil me hier richten op de ‘alledaagse’ betekenis van verbeelding van gewone stervelingen als jij en ik. Immers, we werken de hele dag door met beelden. Van ’s ochtend vroeg tot ’s avonds laat nemen we beelden op, verwerken ze, interpreteren ze, proberen ze te duiden. De beeldcultuur is bovendien erg geïntensiveerd de laatste 100 jaar, en zeker de laatste decennia, met de verspreiding van veel nieuw soorten beelddragers (computer, tablet, smart phone, etc). We zijn dagelijks onderhevig aan een bombardement van beelden, die we allemaal op een of andere manier moeten verstouwen, verbeelden….. En naast die massa aan beelden in de wereld om ons heen, hebben we ook van doen met beelden die we geïnternaliseerd hebben, ons eigen geworden zijn, en die zo grote invloed hebben op ons oordeel en oordeelsvermogen. Denk aan ons wereldbeeld, ons mensbeeld, ons zelfbeeld, die in hoge mate 'framen' hoe wij naar de wereld en naar de mensen kijken. En dat alles is niet vrijblijvend. Immers, het mensbeeld dat je uitdraagt is feitelijk ook een politiek standpunt, zo schreef Maxim Februari in een van haar recente columns in NRC. Het mensbeeld kan agressie opwekken of verbroedering, angst of zekerheid, haat of liefde. Verbeelding versus kennis Albert Einstein zei "The true sign of intelligence is not knowledge but imagination." Oftewel, verbeeldings- 4 | Hooglandse Nieuwe juni 201 4 kracht is belangrijker dan intelligentie of kennis. Ik denk dat hij wijst op het belang van onorthodox denken en bedenken, out-of-the-box denken, noemen we dit ook wel. Hijzelf was bij uitstek een voorbeeld van een origineel denker. Inderdaad, we houden onszelf vaak vast aan ons vertrouwde referentiekaders, ‘frames’ van betekenissen, die ons helpen om de dingen te kunnen begrijpen. Maar die frames hebben ook forse nadelen, want ze structureren en begrenzen ons denken. Structuur en grenzen geven wellicht zekerheid maar geen vrijheid, kunnen vernieuwend denken belemmeren… Dromen als verbeelding Verbeelding kunnen we ook opvatten als het vermogen om te dromen over een wereld die fundamenteel anders en beter is dan de huidige (denk aan Martin Luther King, aan John Lennon’s lied 'Imagine'). Misschien zijn zulke dromen noodzakelijk als basis van solidariteit en rechtvaardigheid. Maar hoever kunnen we dromen of verbeelden? Volgens Zygmund Bauman, de bekende moderniteitsocioloog, kunnen we onmogelijk de hele wereld verbeelden. Zelfs met dat dagelijkse bombardement van beelden schiet ons verbeeldingsvermogen te kort. We kunnen ons toch moeilijk voorstellen hoe het is om bitter arm te zijn, in een land met een repressief bewind te moeten leven, gemarteld te worden. En daardoor schiet ook ons vermogen tot empathie en solidariteit te kort. Helaas zien we dat tekort overduidelijk ook in de Nederlandse politiek. Het hemd is nader dan de rok. De armoede elders in de wereld is fors gedaald op de politieke agenda. En hoewel klimaatverandering wereldwijd de grootste uitdaging van deze eeuw zal zijn, hebben wij onvoldoende beelden daarbij, zijn we niet in staat de urgentie te zien van verminderd gebruik van steenkool en olie, en stappen dus als het ware gewetenloos opnieuw in de vervuilende auto. Kortom, verbeelding en dromen zijn noodzakelijke elementen in ons bestaan, maar ze blijven een enorme opdracht en uitdaging. Imagine Imagine there's no heaven It's easy ifyou try No hell below us Above us only sky Imagine all the people living for today Imagine there's no countries It isn't hard to do Nothing to kill or die for And no religion too Imagine all the people living life in peace You, you may say I'm a dreamer, but I'm not the only one I hope some day you'll join us And the world will be as one Imagine no possessions I wonder ifyou can No need for greed or hunger A brotherhood ofman Imagine all the people sharing all the world You, you may say I'm a dreamer, but I'm not the only one I hope some day you'll join us And the world will live as one by John Lennon verbeelding Wat verbeelden wij ons wel? V Herman van Bemmel olgens de filosoof Immanuel Kant (1724-1804) verbeelden wij ons heel veel. Wij menen wel dat wij met onze zintuigen de echte werkelijkheid doorgaans op een betrouwbare wijze waarnemen, maar of dat echt zo is kunnen we niet zeker weten. Want wat wij zien, horen, ruiken, voelen en proeven is slechts het ding zoals dat aan ons verschijnt. Onze verbeelding komt ons te hulp om ons van wat wij waarnemen een zo betrouwbaar mogelijk beeld van de werkelijkheid te vormen. Vandaar de uitdagende bewering: er zijn geen (vaststaande) feiten, er zijn alleen interpretaties. [1] Het wordt pas echt interessant als wij de zuiver materiële wereld verlaten (althans in onze verbeelding) en ons proberen te richten op wat ons vooral bezig houdt (enige harde materialisten onder ons uitgezonderd): de waarden die ons leven verrijken met zin, met diepere betekenissen, met vreugde, troost, bemoediging en inspiratie, zodat wij worden gegrepen door een verlangen naar “het Goede, het Ware en het Schone”. In mijn verbeelding ervaar ik deze ‘Grote Drie’ als manifestaties van “Het Heilige”.[2] In mijn beste momenten ervaar ik de zondagse vieringen van de LSE als uitingen van een hartstochtelijk verlangen naar een diepe verbondenheid met ‘het Heilige’ en Zijn manifestaties. En als een verbondenheid met mensen om mij heen, lotgenoten in de soms moeizame worsteling voor een zinvol bestaan. We staan in de LSE in de lange en rijke Joods-Christelijke Traditie, een onuitputtelijke bron van inspiratie om onze naasten lief te hebben als onszelf. [3] Met andere woorden om ‘het Goede’ te doen, ook als ons dat veel moeite kost en ons handelen vruchteloos lijkt. De Joods-Christelijke Traditie is óók een rijke bron van inspiratie om ons heel wat te verbeelden. Al dan niet door bemiddeling van kunstenaars in de breedst mogelijke betekenis van dat woord. Ik denk hierbij niet alleen aan een architecten, beeldende kunstenaars, componisten, dichters en schrijvers. Maar vooral aan levenskunstenaars: mensen die er doorgaans aardig in slagen om van hun leven een kunstwerk te maken. Die er in hun eentje, maar veel vaker samen met zielsverwanten in slagen om het Goede te doen en het kwade te laten, die genieten van het Schone en die in al datgene wat zij zich verbeelden het Ware herkennen. [1] Jacques Derrida (1930-2004) [2] “Het Heilige”, is de titel van een boek uit 1917 van Rudolf Otto. [3] In hoeverre ons dat lukt hangt dus vooral af van de mate waarin wij onszelf liefhebben. VERBEELDING Wij hebben drie vermogens waardoor wij geen dieren meer zijn: Rede, moraal, verbeelding. Het is verbeelding die ons aan de gang houdt. Dus zingen wij wat wij niet begrijpen. Misschien is er een andere wereld dan deze. Waarin gelachen wordt, niet gehuild. Mensen in nood hebben dat nodig. Velen zeggen: "die bestaat niet". Zij weten dat zeker. Misschien groeit hij uit deze. Apostel Paulus dacht dat. Hem schoot een beeld te binnen: barensweeën. Jezus had een vraag: "Mevrouw, waarom huilt U". Louwrens W. Hessel Hooglandse Nieuwe juni 201 4 | 5 verbeelding De ark van Noach I Rinny Kooi k maak mij alleen wat ongerust over de twee rupsen. Als ’t eens geen paar was?’, zegt Noach in ‘Het scheepsjournaal van de Ark door Noach’.[1] In dit boek laat de schrijver Noach ook vertellen dat hij even uit de buurt van zijn vrouw moet blijven. Hij heeft stiekem haar mof in het mottenhok gestopt. ‘De dieren zullen smullen.’ De motten hadden overigens het laatste stukje smyrnatapijt ook al opgegeten. Het verhaal over de Ark van Noach is natuurlijk bij iedereen bekend. Noach krijgt van God opdracht een boot bouwen. Het is enorme houten bak van Goferhout. Wat dat is weten we niet maar in sommige vertalingen is het de cipres en in andere pijnboomhout. De Ark moet – gezien de afmetingen en het aantal meevarende mensen en dieren – als vaartuig volledig onbruikbaar zijn geweest; eigenlijk was het een grote langwerpige houten bak. Volgens het verhaal konden Noach samen met zijn vrouw, zijn drie zonen en hun vrouwen, en veel dieren de zondvloed toch overleven. Noach mocht van alle dieren (in de Statenvertaling vee of ‘vleesch’ genoemd) en vogels slechts één paartje meenemen. Ook werden paartjes kruipende dieren in de Ark toegelaten. Hoorden rupsen thuis in die groep? En spinnen en duizendpoten ook? Ik weet het niet. Er waren uitzonderingen. Van de reine dieren werden zeven paartjes toegelaten tot de Ark. Reine dieren mochten worden gegeten en geofferd. De profeet Johannes de Doper at sprinkhanen. Waren sprinkhanen vlees en dus 6 | Hooglandse Nieuwe juni 201 4 rein? Volgens de Statenvertaling mochten van de vogels des hemels ook zeven paartjes mee. Zij kregen als taak “zaad levend te houden op de gansche aarde’. Het verhaal is een geloofsverhaal en natuurlijk niet de beschrijving van een historische gebeurtenis. Het is een verhaal dat vele kunstenaars en schrijvers heeft geïnspireerd om er een eigen interpretatie aan te geven en de fantasie er op los te laten. Sommigen nemen het verhaal letterlijk. Juist daarom grijpen anderen het verhaal aan om alles wat met geloof te maken heeft als lariekoek aan te merken. Er zijn veel boeken geschreven, voor kinderen en voor ouderen, waarin het verhaal uit het Bijbelboek Genesis wordt naverteld. Illustraties laten je denken dat gepoogd is een exacte weergave van de werkelijkheid te geven. Het aantal dieren dat herkenbaar is afgebeeld, is echter maar een fractie van het aantal dat we kennen en dat ook de Bijbelschrijvers moeten hebben gekend. In de Bijbel wordt nauwelijks over insecten geschreven, dus ook niet in het verhaal over de Ark. En dan praten we nog niet over de evolutionaire ontwikkeling van soorten. Maar zoals dat ook voor de Bijbelschrijvers gold: daar gaat het ook niet om. Het verhaal geeft wel de mogelijkheid om met kennis van zaken en met humor na te denken over de vraag of alles wat met de Ark te maken heeft eigenlijk wel kan of waarom juist niet. Ik bezit diverse geïllustreerde boeken met het zondvloedverhaal, maar daarin kom ik nauwelijks insecten tegen. Dat gebeurde wel in de weergave waarmee ik dit verhaal begon. Ik laat op dat gemis met een paar voorbeelden mijn fantasie los. Charivarius heeft de insecten geïntroduceerd als bewoners van de Ark. Noach had volgens hem moeite met het seksen van rupsen. Maar wist hij meer dan de Bijbelschrijvers over dieren en insecten? Wist hij dat rupsen ook door sluipwespen konden worden geparasiteerd? Werden de (andere) dieren bij het intreden van de Ark ontluisd, ontvlooid en ontmijt? Hoe Noach de dieren verzorgde weten we niet en ook niet hoe het er binnen in de Ark aan toe ging. Daar kan je heerlijk over fantaseren. Werden er eieren gelegd? Aten de houtwormen van de binten van de boot en hebben muggen en vlooien de mensen aan boord ook gestoken? De Bijbelschrijvers zullen van een heleboel zaken geen weet hebben gehad zoals de schrijvers van boeken zich daar ook niet druk om zullen maken. verbeelding Zoals we veel vragen mogen hebben over het verblijf in de Ark, hebben we die ook over de periode na het droogvallen van de aarde en de stranding van de Ark op – naar de overlevering – de berg Ararat. De Ararat is vanwege de bedekking met sneeuw en ijs vrijwel niet te beklimmen. De botanicus F.W. Parrot (1792-1841) was – naar wordt verteld – de eerste persoon die rond 1830 de Ararat wist te beklimmen. Parrot ontdekte een bijzondere boom, Parrotia persica, een veelal door de wind bestoven soort. Groeide die daar ook al in de tijd van Noach? Misschien groeiden in die tijd op de berg alleen maar door wind bestoven soorten. Met kennis van zaken en met de resultaten van wetenschappelijk onderzoek is het natuurlijk mogelijk te beschrijven hoe de natuur zich heeft kunnen herstellen na een zondvloed. Is er aan de voorwaarden voldaan die het mogelijk maakten dat dieren – en dus ook insecten – zich konden vestigen en ook voortplanten? Ik neem als voorbeeld de tropische dagvlinder Bicyclus anynana. Uit divers wetenschappelijk onderzoek weten we dat het vestigen van een nieuwe populatie gebaseerd op slechts één paartje door gebrek aan genetische variatie nauwelijks kans heeft op succes. Daarvoor zijn minimaal tien paartjes nodig die daadwerkelijk nageslacht opleveren. Als we het Genesis-verhaal als entomoloog lezen, moet het als onmogelijk worden beschouwd dat overlevenden van de zondvloed de basis vormden voor nieuw leven. Alleen de soorten waarvan zeven paartjes uit de Ark werden losgelaten, hadden daadwerkelijk een kans dat hun soort kon overleven. Zouden de Bijbelvertellers dat geweten hebben en daarom geen insecten hebben genoemd die paarsgewijs de Ark binnen gingen? Ik weet het allemaal ook niet maar daar zit ik niet mee. De Ark van Noach is een inspiratiebron voor geloof en fantasie. Symbolisch heb ik daarom in mijn tekening zeven vlinderpaartjes getekend. Deze vlinders leven in ieder geval in mijn tekening voort! Rinny E Kooi, Instituut Biologie van de Leiden Universiteit, [email protected] ----------------------[1] Het scheepsjournaal van de Ark, door NOACH. Met Hieroglyphen door CHAM. Opgegraven door I.L. GORDON en A.J. FRUEN. Losbandig bewerkt door CHARIVARIUS.. P.N. Van Kampen en Zoon N.V., Amsterdam. [1925]. Charivarius is het pseudoniem van Gerard Nolst Trenité (1870 -1946). eerder verschenen in: Entomologische Bereichten 74(3) juni 2014 Hooglandse Nieuwe juni 201 4 | 7 verbeelding Actualiteit en de ‘Kracht van de Geest’ A Hans Feddema ctualiteit komt en gaat. Er wat mee stoeien, zolang die nog bestaat, is een uitdaging. De dood van Wubbo Ockels en diens proclamatie op zijn sterfbed van een Nieuwe Religie, zeggend: ’ De God van de Humaniteit zit in ons allen ’, is zeker zoiets om wat op voort te borduren. Hetzelfde geldt voor de bekende 17-jarige Pakistaanse Malala, die op 20 mei in Middelburg de Four Freedoms Award kreeg. De God van de Humaniteit zit in ons allen En eveneens voor de 20-jarige Laura Maaskant, die de ellende van weer een chemokuur resoluut weigerde. Toen de kanker dus terugkwam, besloot ze niet langer te gaan vechten tegen haar ziekte, alles te nemen wat er zou komen en vooral vanuit innerlijke kracht en trouw aan haarzelf iedere dag te leven in het nu. Ze geven alle drie gestalte aan wat ik Verbeelding zou willen noemen. Het geruchtmakende wetenschappelijk onderzoek van Radboud UMC mei 2014, waarin via 50 proefpersonen de kracht van de geest (‘mind over matter’ kopten de media) is aangetoond, lijkt een vierde actualiteit. Dus dat mensen bewust hun autonome zenuwstelsel en daarmee hun immuunsysteem kunnen beïnvloeden, zoals Wim Hof (‘the Iceman’) al jaren bewees via een combinatie van koude-oefeningen, meditatie en ademhalingstechnieken. Verbeelding zie ik als het vermogen om zich dingen voor te stellen, die op het eerste gezicht onmogelijk zijn en die dan toch werkelijkheid te laten worden. Verbeelding is zo de basis van inspiratie en innovatie. 8 | Hooglandse Nieuwe juni 201 4 Behalve voor Wim Hof geldt deze omschrijving zeker ook voor Malala, van wie ik de uitspraak in Middelburg: ‘ Voor mij is vrede niet alleen dat er geen oorlog is, maar vooral dat er geen angst is’, overneem. Op zo’n jonge leeftijd als een Gandhi al een onderbouwde vredesvisie voor de wereld te hebben, getuigt van grote kracht en wijsheid. Hetzelfde geldt voor Wubbo, die op jonge leeftijd nog een verlegen man was, maar via zijn weg van innerlijke groei later tot aan de laatste dag op zijn sterfbed blijk gaf van een enorme geestkracht. En wie was er niet onder de indruk van het optreden van Laura Maaskant, die vrijdag 30 mei bij Knevel en van de Brink, waar ze was uitgenodigd in verband met haar boek ‘Leef ! 'Alsof het je eerste dag is’ rustig uitlegde, welk een innerlijke ommekeer zich in haar had plaats gevonden. Wubbo Ockels Malala Yousafzai Verbeelding is zo de basis van inspiratie en innovatie Ze is overtuigend en authentiek, bracht tevens naar voren dat ze met en voor 20en 30-tigers een stichting heeft opgericht om samen ideeën te ontwikkelen met het doel de wereld mooier te maken. Haar slogan is: ’ Geniet van de schoonheid van het nu’. Laura Maaskant Zijn dit niet alle vier indrukkende en hoopgevende voorbeelden van verbeeldingskracht? Hans Feddema is antropoloog, publicist en oud-docent VU Wim Hof 'The Iceman' verbeelding Beeldverslag 'een viering met jongeren' Myranda Wilbrink Altaarbeelden door de jongeren gemaakt o.a. liefde, natuur, vrijheid Altaarstuk Het Geheugen Hanneke de Munck en Klaas Govers Het geheugen verbeeld Hooglandse Nieuwe juni 201 4 | 9 verbeelding Picknick met God Er was eens een kleine jongen die God wilde ontmoeten. Hij wist wel dat het een verre reis zou worden om bij God te komen, dus pakte hij zijn kleine koffer en stopte die vol met koekjes en pakjes sap. Zo ging hij op weg. Hij was nog maar langs drie grote flats gegaan, toen hij een oude vrouw zag. Ze zat op een bank in het park en staarde zo’n beetje naar de duiven. De jongen ging naast haar zitten en deed zijn koffer open. Hij wilde wat drinken, maar toen hij net een slok wilde nemen, merkte hij dat de vrouw er erg hongerig uitzag. Daarom bood hij haar een koekje aan. Zij nam het dankbaar van hem aan en glimlachte naar hem. Haar glimlach was zo intens mooi, dat hij het nog eens wilde zien en daarom gaf hij haar ook een pakje sap. Opnieuw schonk zij hem haar glimlach. De jongen was helemaal vertederd en verrukt! Zo zaten ze daar de hele middag, aten en glimlachten, maar er werd geen woord gesproken. Toen het begon te schemeren voelde de jongen zich moe worden. Hij stond op om naar huis te gaan. Maar na een paar stappen draaide hij zich om, rende terug naar de oude vrouw en omhelsde haar heel stevig. En zij schonk hem een stralende glimlach. Toen de jongen even later thuis kwam, verbaasde zijn moeder zich over de vreugde die op zijn gezicht lag en zij vroeg: “Wat heb je vandaag gedaan dat je zo blij bent? ” En hij antwoordde: “Ik heb met God gepicknickt.” Nog voordat zijn moeder nog verder kon vragen zei hij: “En weet je, zij had de mooiste glimlach die ik ooit gezien heb!” Intussen was ook de oude vrouw stralend van vreugde thuisgekomen. Haar zoon was verbluft toen hij die vredige uitdrukking op haar gezicht waarnam. Hij vroeg: “Moeder, wat heb je vandaag beleefd, wat heeft je zo gelukkig gemaakt? ” Zij antwoordde: “Ik heb in het park koekjes gegeten met God. ”! En voordat haar zoon nog iets kon zeggen, vervolgde ze: “En weet je, hij is veel jonger dan ik dacht!” uit: Een vleugje wijsheid, Erich & Leo Kaniok Jenneke steekt van Wal Klunzige kunstenaars Volgens sommige interpretaties van Mozes’ stenen tafelen mogen wij geen afbeelding van God maken. Waarom is dat eigenlijk? Zijn we zulke klunzige kunstenaars? Of hebben we geen verbeelding? Misschien moeten we ons als mensen niet verbeelden dat we zoiets ongrijpbaars kunnen vatten in een stuk ‘marmer op sokkel’ of ‘olie op doek’. Niet dat zo’n regel op Mozes’ lei (of in miljoenen boeken) iets geholpen heeft, hoor: we verven en hameren er lustig op los, al eeuwenlang, om toch te proberen mooie illustraties te maken bij Bijbelse verhalen. Wat gedacht van Michelangelo’s ‘De schepping’ in de Sixtijnse kapel, bijvoorbeeld? God de Schepper als een man met een grijze baard en wapperende grijze manen, die zijn vinger uitsteekt naar de pas-geschapen Adam (een beeld waarnaar ik niet kan kijken zonder te denken aan de oudste grap ter wereld: “trek eens aan mijn vinger”). Of Morgan Freeman als God in de film ‘Bruce Almighty’: als een man in een wit pak achter een bureau. In de Hindoetraditie is het makkelijker, daar weten ze gewoon hoe elke god eruitziet: Vishnu is blauw en Ganesh heeft het hoofd van een olifant. Elk jaar met het festival Durga Puja wordt er een godsbeeld gemaakt van ongebakken klei, dat na vijf dagen (waarschijnlijk met veel wierook en bloemetjes, of ‘ie er nou van houdt of niet) ceremonieel maar resoluut de rivier in gestuurd wordt om weer op te lossen in het stromende water. Zo’n concreet beeld hebben Joden en Christenen niet gekregen. Het laatste dat we van ‘m zagen was een wolk waarin ‘ie Jezus kwam halen (lekker mistige beschrijving van hemelvaart) en een special-effects-show met wind en vuur (ook al zo vaag, pinksteren). Maar wellicht is het beter zo. Niet omdat we zulke slechte schilders zijn, maar omdat we anders vast komen zitten in ons eigen beeld, en daardoor God niet meer herkennen omdat ‘ie niet lijkt op onze verbeelding. Beter dus om verbeeldingen op te laten lossen en een open verwachting te houden van waar je God de volgende keer tegenkomt –misschien heeft ze wel een hele mooie glimlach. Of koekjes bij zich (zie het verhaal hier links: ‘ Picknick met God’). Jenneke van der Wal 10 | Hooglandse Nieuwe juni 201 4 vieringen Hooglandse Vieringen Iedere zondagochtend om 11.45 uur Hooglandse Kerk Leiden De diensten zijn (ook achteraf) te beluisteren op: www. kerkomroep. nl OVERZICHT Altaarstukken 8 juni Pinksteren Jongerendienst Henk Schouten: het geheugen (zie ook 6 juli) uitgangscollecte: Casa de la Alegria Cochabamba, Bolivia Vogels 15 juni 22 juni 29 juni 6 juli Christiane Berkvens: sperwers en adelaars Rob van Waarde: de ziel als vogel Co Kooman: de vogel van de vrijheid Kinderen, kindernevendienst, Christiane van den Berg en Bette Westera: de vogel (overvliegen) Zomerdiensten 13 juli 20 juli 27 juli 3 augustus 10 augustus 17 augustus 24 augustus 31 augustus Maria Draaijers Henk Schouten Japke van Malde Henk Schouten Christiane Berkvens Jan Delhaas Jac van der Hoeven Christiane van den Berg Opening Academisch Jaar 7 september Christa Anbeek (Henk Schouten liturg) Cor van Bree 8 juni is nog een dienst in de serie ‘Altaarstukken’; voor informatie hierover zie het vorige nummer van HN. Op 15 juni begin we een serie over vogels; we zoeken daarin aansluiting bij de kindernevendiensten waarin ook iets met vogels wordt gedaan. Vogels: ze zijn een archetypisch symbool dat ons fascineert, bijvoorbeeld als we een meeuw tegen de storm op zien vliegen. Misschien symboliseren ze ons vooral ‘vrijheid, ruimte, nieuwe vergezichten’. Wij mensen zijn landwezens en als we het geleerd hebben, kunnen we ook zwemmen. Maar vliegen? De eeuwen door zijn we wat dat betreft jaloers op de vogels geweest. De techniek heeft dit probleem ten dele voor ons opgelost maar door de lucht vliegende mensen á la Daedalus en Icarus zijn er nog altijd niet. We beginnen op 15 juni met een paar roofvogels: sperwers en adelaars. Op 22 juni is het thema ‘de ziel als vogel’, een beeld dat we ook in het oude India terugvinden; de vogel van de vrijheid zal op de 29e centraal staan. 6 juli is er de jaarlijkse kinderdienst met een grote rol voor de kinderen en de mensen van de kindernevendienst. De altaarstukken komen dan nog een keer terug, in de vorm (alweer) van een vogel. Ditmaal is het een distelvink. De inspiratiebron voor dit stuk was een verhaal van Bette Westera en het is gemaakt voor het Kind. Zeer passend dus voor een kinderdienst. Vanaf 13 juli zijn er de themavrije zomerdiensten. De eerste dienst waarin de schola weer aanwezig zal zijn, is 7 september. We openen dan het academisch jaar met als gastspreker Christa Anbeek, verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht en sinds 1 september 2013 bijzonder hoogleraar remonstrantse theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Trouw-lezers zullen haar kennen uit een interview ter gelegenheid van haar inaugurele oratie. Daar is ook een boekje uit voortgekomen: Aan de heidenen overgeleverd. Ze is voor een eerherstel van de systematische theologie maar dan wel zo dat er voor mensen van nu een nieuwe taal wordt gesproken. Verder zullen er in september diensten aan de videokunst gewijd worden. Hoe dat precies zal zijn, is nu nog niet te zeggen. Hooglandse Nieuwe juni 201 4 | 11 LSE bestuur Algemene ledenvergadering in het teken van beweging in verbondenheid. De Algemene Ledenvergadering van de Vereniging LSE op 20 mei j.l. stond in het teken van beweging in verbondenheid. Centraal stond het gelijknamige discussiestuk, door het bestuur gemaakt op basis van een inbreng van een werkgroep. Dit stuk kunt u elders in dit blad terugvinden. Een jaar geleden is aan een klein groepje o.l.v. Irene Slootweg gevraagd om te komen tot een omschrijving van de identiteit van de LSE. Daarvoor waren verschillende aanleidingen. De meest prozaïsche was, dat de contactgroep behoefte had aan een folder met daarop kort een omschrijving van wat we zijn. Ook voor de website was iets dergelijks nodig. Daarnaast bleek er in de praktijk bij vooral studenten nog al eens verwarring over de vraag waar ze nu eigenlijk mee te maken hadden: de RAP 100- activiteiten van het studentenpastoraat of de gemeenschap rond de diensten in de Hooglandse Kerk? De indruk bestond, dat door de opkomst van de vereniging die een opbloei van de participantenactiviteiten met zich meebracht, de tegenstelling tussen beide werelden manifester was geworden. Een tegenstelling, vaak voortkomend uit onbekendheid . Toch bleef er gevoelsmatig een verband. Opdracht aan de werkgroep dus, om onder woorden te brengen wat ons verbindt. De werkgroep is aan de slag gegaan door een heidag te organiseren waar allerlei bij de LSE betrokkenen, jong en oud, student en participant, oudgediende en nieuwkomer, aan deelnamen. De dag leidde tot het gevoel dat we juist in onze verscheidenheid elkaar veel te bieden hebben. Wel bleken er verschillen, bijv. in de mate waarin expliciet de Joods-Christelijke 12 | Hooglandse Nieuwe juni 201 4 traditie een rol speelt in ons denken en doen. Vaak bleek dat een kwestie van woorden. Zo is het voor studenten vaak belangrijk dat ten opzichte van hun levensbeschouwelijke oriëntatie er sprake is van volledige openheid. Met de resultaten van de heidag is een gespreksstukje opgesteld waarmee een groot aantal sleutelfiguren van binnen en van buiten de LSE bevraagd zijn. Dat leidde tot een slotrapportage aan het bestuur, waarin duidelijk werd dat we nooit klaar zullen komen met het vaststellen van onze identiteit. Die is voortdurend in beweging. Waar we op een bepaald moment staan in die beweging wordt duidelijk wanneer we het over concrete activiteiten hebben. We worden het gemakkelijker eens over waartoe we ons gedreven voelen dan over woorden die zeggen wat ons drijft. Bovenstaande, door Christiane van den Berg gegeven samenvatting van het voorafgaande was voor de voorzitter, Amos Kater, aanleiding om te contateren dat blijvend in beweging zijn kenmerkend is voor onze identiteit. “Verwacht daarbij geen grote stappen of plotselinge schoksgewijze veranderingen. Al zoekend naar het betere houden we het goede vast. “ Op die zoektocht heeft het bestuur volgens hem de leden nodig. Daarom de vraag om mee te denken. Dat kon heel concreet op deze avond door in 5 groepjes te discussiëren over de voorliggende tekst, en over per groepje 1 van de 5 door het bestuur genoemde speerpunten. Per speerpunt werd er vervolgens door een van de deelnemers gerapporteerd. a. Maatschappij en LSE Bij de LSE betrokkenen geven op tal van manieren invulling aan hun betrokkenheid bij de maatschappij, dichtbij en veraf. Ook in LSE-verband willen wij aan onze maatschappelijke betrokkenheid meer gestalte geven omdat de LSE behalve een beweging van denkers en praters, er ook een van doeners is. Vandaar het voornemen om de LSE als beweging in de maatschappij zichtbaarder en zinvoller te maken. Marijke Nuiver rapporteert dat wat het visiestuk betreft er eerder behoefte is aan een korte slogan, refererend aan toegankelijkheid, solidariteit, passie voor de wereld. Wat de concrete acties betreft rapporteert zij dat de groep veel ziet in het tot stand brengen van verbinding door samen iets te doen voor een ander. Ook kan de gemeenschap klankbord en steun zijn voor degenen die op tal van fronten al maatschappelijk betrokken zijn. Gesuggereerd wordt een themadag en/of dienst rond het thema “hoe maak jij je idealen waar?” In de externe communicatiemiddelen moet ook iets komen over de verbondenheid met andere organisaties. b. Vieringen De vieringen van de LSE zijn gebaseerd op een rijke traditie, en worden door velen als kostbaar en dierbaar ervaren. Om nieuwe, jongere bezoekers de ruimte te geven deze gemeenschap en deze diensten tot hun thuis te laten worden is blijvende bezinning op vorm en inhoud van onze vieringen belangrijk. Dat willen we samen met alle generaties LSEers, in al hun verscheidenheid, doen. Charlotte de Moor rapporteert dat de groep t.a.v. het discussiestuk de vraag heeft wie er buiten de pastores betrokken zijn bij de pastorale zorg. Ook mist men de woorden “schepping” en “duurzaamheid”. Verder mag het van deze groep allemaal wel wat uitdagender en minder voorzichtig geformuleerd. Wat betreft de vieringen is het van belang om je niet alleen af te vragen wat wij willen, maar ook aan nieuwe, jongere generaties te denken. Wat betreft de vorm wordt voorgesteld om te denken aan meer stiltes, aan vernieuwing van het liedrepertoire, aan multimedia, meer letterlijke beweging. Wat betreft de inhoud wordt gepleit voor het lef om te durven geloven en daar voor uit te komen. De twijfel moet geen dogma worden. Streef er LSE bestuur verder naar, de mensen anders uit de dienst te laten komen dan ze erin gegaan zijn. Om aantrekkelijk te zijn voor studenten moeten de diensten aansluiten op wat ze willen. Dat zou wel eens kunnen gaan in de richting van vertalen van de tradities naar betekenissen voor het leven nu. Actie: een keer per kwartaal een preek van een leek met een aansprekende naam, gevolgd door een borrel. c. Verbondenheid In de Ekklesia, zowel binnen de Vereniging als binnen het studentenpastoraat, vinden veel verbindende activiteiten plaats. Velen voelen zich mede daardoor nauw verbonden met deze beweging. Ook op allerlei informele manieren ontmoeten mensen elkaar en zijn ze elkaar tot steun. Deze vormen van verbondenheid willen we versterken en verbreden. Daarom zijn we op zoek naar manieren om de onderlinge verbondenheid tussen alle bij de LSE betrokkenen, studenten en participanten, in de gemeenschap gewortelden en nieuwkomers, te versterken. Jasper Radder rapporteert dat er aandacht moet zijn voor verbondenheid met wie zo maar eens binnenlopen. Dit zonder opdringerig te zijn. In een mission statement oid is het belangrijk de openheid te benadrukken. Verbondenheid van participanten met studenten en universiteit kan gestalte krijgen door ism faculteiten gesprekken te organiseren over de ethiek van een vakgebied. Hans Feddema vult daarop aan dat aandacht gewenst is voor reflectie op wat onze Christelijke traditie ons zegt ten behoeve van onze innerlijke reis. d. Rapenburg 100 Rapenburg 100 is bedoeld als een thuis voor alle bij de LSE betrokkenen, studenten en participanten. Een thuis waar men zichzelf kan zijn en waar men samen voor verantwoordelijk is. Het creëren en beheren van dat thuis willen we samen met alle betrokkenen doen. Arie Hoeflaak rapporteert dat Rapenburg 100 vroeger gonsde van de actiegroepen vanuit studenten en participanten. Dat is nu allemaal veel minder. Belangrijk is, de participanten te bewegen zelf intitatieven te ondernemen. Dan is daar op RAP 100 ruimte voor. Verder is er door de groep vooral over het visieverhaal gesproken. Daarbij wordt vermeld dat de plaats binnen de Joods-Christelijke traditie er wel wat stelliger in mag. Wat de gemeenschap betreft valt op dat we wel erg een hoger opgeleidenkerk zijn. e. Communicatie De communicatie binnen de LSE en naar buiten is de afgelopen jaren aanmerkelijk verbreed en verbeterd. Daarbij kan gedacht worden aan de nieuwsbrieven, de Hooglandse Nieuwe en de websites, Rapenburg100.nl en Ekklesialeiden.nl . Communicatie is een belangrijk verbindend element. Het is cruciaal om alles wat we doen zichtbaar te maken voor elkaar en voor anderen. Verdere verbetering wordt gezocht in meer samenhang, modernisering en meer gebruik van sociale media. Ronald Meester rapporteert dat het belangrijk is om communicatie te onderscheiden van informatie. Communicatie heeft ook een belangrijke verbindende rol. Externe communicatie: de website is te onrustig. Ook de taal is, vermoedelijk onbewust, niet altijd eigentijds. Denk aan woorden als “oecumene” die buitenstaanders steeds minder zeggen. De taal moet rust, ruimte en verstilling uitstralen. Interne communicatie: er is gesproken over een smoelenboek, maar daar zal niet iedereen van gediend zijn. Belangrijk is voorts, de bijeenkomsten met nieuwkomers nieuw leven in te blazen. De voorzitter dankt de groepen en hun rapporteurs voor de veelheid aan opmerkingen en suggesties die er zijn gedaan. Hij wijst erop dat veel al kan voortbouwen op hetgeen al in gang is gezet, zoals de grotere betrokkenheid van de Hogeschool bij de LSE, de preken voor de leek, de komende avonden over de liturgie, de modernisering van de website, etc.. Het bestuur is graag bereid, allerlei initiatieven vanuit de gemeenschap te ondersteunen en te faciliteren. Ook roept hij een ieder die op enig vlak kan en wil meedenken en meedoen, op zich te melden. Allereerst zal er nu aan de hand van het besprokene gewerkt worden aan een een goede tekst voor een folder en website. Maar het denken en discussiëren gaat door. We blijven in beweging Ook het bestuur zal in dat kader niet stilzitten. Wim Schouten Hooglandse Nieuwe juni 201 4 | 13 LSE nieuws Het pastorale trio gaat in de verlenging Zo’n twee jaar geleden is een prachtige constructie bedacht die het mij mogelijk maakte om als participantenpastor in de Ekklesia te kunnen werken. Zolang ik nog werk aan mijn proefschrift, vervullen Jac van der Hoeven, Henk Schouten en ik samen als pastoraal trio de functie van participantenpastor. Inmiddels hebben wij een kleine twee jaar op deze manier gewerkt. En deze constructie bleek werkelijk een win-win situatie te zijn. De taakverdeling tussen ons pastores is heel natuurlijk en werkt goed. Voor mij is het heel fijn om met Henk en Jac te mogen samenwerken en met al mijn vragen bij hen terecht te kunnen. En voor de Ekklesia is het een verrijking dat Jac en Henk zich weer zo actief kunnen inzetten in de gemeenschap. Zelf heb ik gedurende de afgelopen twee jaar heel prettig gewerkt in de Ekklesia en ook veel geschreven aan mijn proefschrift. Vaak was het echter lastig om het werk in de Ekklesia te beperken. Het eind van het proefschrift komt zo langzaam in zicht, maar het boek is nog niet af. Om deze reden hebben wij participantenpastores en het bestuur besloten om nog vijf maanden langer op de huidige manier door te gaan. Jac. Dan ligt mijn boek als het goed is bij de leescommissie. Tot die tijd zal ik mij in mijn werkzaamheden in de Ekklesia beperken tot de twaalf uur per week waarvoor ik ben aangesteld. Dat is niet veel. Het betekent dat ik de komende tijd minder zichtbaar zal zijn en minder initiatieven zal ontplooien. Nog even… Ik ben dankbaar dat ik op deze manier de ruimte krijg om het onderzoek af te ronden. En ik verheug me er enorm op om daarna niet meer de hele tijd bij alles innerlijk op de rem te hoeven staan, maar om met onverdeelde aandacht in de Ekklesia te mogen werken. Aan het eind van het jaar wil ik het stokje dan overnemen van Henk en Christiane van den Berg-Seiffert Beste lezers, Na 9 jaar de 12+ en 14+ groepen met veel plezier begeleid te hebben, stop ik er mee met ingang van het nieuwe seizoen. Het seizoen waarin er 8 jongens en 1 meisje van 12 jaar gaan starten. Voor de groepen zijn we daarom dringend op zoek naar het liefst 2 mannelijke begeleiders. Het moet toch lukken om die te vinden binnen de LSE gemeenschap! Ben jij die man die eens in de 2 à 3 maanden tijdens de kerkdienst aan het Rapenburg onze jongeren weet te “boeien en te binden” met levensbeschouwelijke en religieuze thema’s stuur dan een mail naar [email protected] of bel even als je eerst meer informatie nodig hebt 071-5322951 Hartelijke groet, Renate Tuijten De Frankrijkreis (Taizé reis) Oproep literatuurgroep - Vindt dit jaar plaats van 3 sept tot en met 11 sept - Aangedaan worden: 1 Chevetogne (Oecumenisch orthodox) 2 Hurtebise (benedictinessen) 3 Taizé (oec. vernieuwing van het religieuze leven) 4 Mazille (vernieuwing van de Carmelitessen) 5 Cluny (geschiedenis van het benedictijnse leven) Er is plaats voor nieuwe lezers in deze groep. Dagelijkse inleidingen Kosten 475 euro p.p. All in Aanmelden bij Henk van Breukelen 071-5175672 Er zijn nog vier plaatsen te verdelen Aanmelding sluit op 29 juni Oproep gespreksgroep Levenskunst / Levensvragen Door het vertrek van enkele leden zouden wij het fijn vinden het nieuwe seizoen te starten met drie, maximaal vier, nieuwe mensen erbij. Wij komen eenmaal per vier/vijf/zes weken op dinsdagmorgen bij elkaar. Dat doen wij thuis bij één van de deelnemers, bij toerbeurt (indien mogelijk). Wij praten over dingen die in het/ons leven spelen, soms met 1 4 | Hooglandse Nieuwe juni 201 4 Wij komen 1 avond per maand bij elkaar op Rapenburg 100 ter bespreking van een roman. Geen vaste dag, we kiezen de avonden in overleg. Ieder lid kan suggesties inbrengen m.b.t. te lezen romans. Het is ook mogelijk af en toe een boekbespreking bij te wonen, data en titels van boeken worden in het najaar bekend gemaakt in de Hooglandse Nieuwe. Voor september (datum nog niet bekend) lezen we: A.F.Th. v.d. Heijden: De Helleveeg. Voor meer informatie: Anne Davidse, 071 – 5175255; [email protected] een blik in kleine kring en soms met een wereldwijde blik. Wij hebben er bewust voor gekozen niet aan de hand van een gelezen boek te praten. Onderwerpen zouden kunnen zijn: vriendschap, vergeving, eenzaamheid etc. We hopen het nieuwe seizoen te kunnen starten met de inbreng van nieuwe deelnemers. Opgave bij Marianne Fluitsma [email protected] Discussiestuk gebruikt bij de ALV op 20 mei 2014, zie pagina 12 Beweging in Verbondenheid Een visie op rol en betekenis van de Leidse Studenten Ekklesia De LSE De Leidse Studenten Ekklesia (LSE) is als een huis met vele kamers en met grote ramen waar het licht in vele kleuren doorheen straalt. Een huis waarin iemand kan wonen als trouw lid van een geloofsgemeenschap en waar ook incidentele bezoekers van harte welkom zijn. De LSE biedt ruimte om te zoeken naar inspiratie, bezinning, diepere drijfveren, Bijbelse thema’s en persoonlijke levensopvattingen. Dit doet zij enerzijds door een plek van rust, ontmoeting en geborgenheid te zijn en anderzijds door op een open, onderzoekende en actieve manier in de maatschappij te staan. Dit doet zij door samen en ieder op eigen wijze op weg te zijn naar humaniteit en Gods bedoeling in onze maatschappij en wereld. Oorsprong De LSE vindt haar wortels in het naoorlogse rooms-katholieke, het protestante en het remonstrantse studentenpastoraat. In de loop van de tijd hebben deze christelijke geloofstradities elkaar gevonden in een bezield oecumenisch verband, met ruimte voor ook meer religieus-humanistisch geïnspireerden. Vanuit deze basis voelt de LSE zich blijvend verbonden met de plaatselijke kerken. Beweging De LSE is een beweging met een tweetal zwaartepunten, de Vereniging LSE en het Studentenpastoraat. De Vereniging verbindt de participanten die geen student (meer) zijn, biedt hen pastorale zorg en organiseert voor en met hen tal van activiteiten in de vorm van lezingen, ontmoetingen, gespreksgroepen, leerhuizen enz.. Het Studentenpastoraat is een open huis voor studenten, op zoek naar zingeving en levensbeschouwelijke identiteit. Vereniging en Studentenpastoraat kennen een gemeenschappelijke wekelijkse dienst op zondag in de Hooglandse Kerk. Structuur De Vereniging wordt hoofdzakelijk gefinancierd door bijdragen van de leden en heeft een eigen pastor parttime (70%) in dienst. Het Studentenpastoraat wordt materieel ondersteund door o.a. de Stichting Materiële Voorzieningen, de Universiteit. de Leidse Hogeschool en de Vereniging. Daarbij kan o.a. gedacht worden aan het ter beschikking stellen en beheren van het pand Rap 100 en aan secretariële ondersteuning. Verder is er een studentenpastor, verbonden aan en gefinancierd door de PKN, en een studentenpastor in dienst van de RK Kerk. Daarnaast is er inbreng door een Humanistisch Raadsman die naast activiteiten voor studenten van de Leidse Hogeschool, bekostigd door die Hogeschool, op projectbasis actief is in het studentenpastoresteam. Gemeenschap De LSE beweegt zich in de wereld van de Leidse universiteit en hogeschool, met hun wetenschappelijk klimaat en kent de diversiteit van student tot docent, van academie tot hogeschool en MBO, van jonge PhD tot hoogleraar, van ooit in Leiden afgestudeerd, tot zomaar binnen komen waaien, van heel jong tot heel oud. Op Rapenburg 100 en tijdens de zondagse vieringen in de Hooglandse Kerk ontmoeten de activisten en de dromers, de kritische bezoeker, de nieuwsgierige zoeker en de trouwe bezoeker elkaar. Ieders inbreng is essentieel voor de open en nieuwsgierige wijze waarop de LSEgemeenschap in de wereld wil staan. De bezoekers van de Hooglandse vieringen vinden inspiratie rond een vaste liturgie. Voor de studenten wil de LSE bijdragen aan hun levenstocht en identiteitsvorming. En omdat studenten zo vaak nog volop zoeken naar richting in hun leven en naar identiteit, is een LSE nieuws levensbeschouwelijke openheid kenmerkend voor het studentenpastoraat van de LSE. Maatschappij Binnen de LSE willen mensen zich inzetten voor elkaar en anderen (diaconie). Gezamenlijk is er een verlangen naar en een wens om zich in te zetten voor een wereld van gerechtigheid en vrede. Vanuit dit perspectief gaan mensen binnen de LSE met elkaar en met anderen de dialoog aan. Door gezamenlijk te durven twijfelen, onbevangen naar de ander te kijken en vragen te stellen, is er ruimte voor verbinding. Verbinding met de ander als mens, en daardoor ook met jezelf. Activiteiten De diverse samenstelling van de LSE biedt verschillende bronnen van inspiratie en spiritualiteit, zoals: jeugdige energie en enthousiasme, onbevangenheid, maatschappelijke betrokkenheid, levenservaring, inspiratie uit wereldreligies en humanisme. Vanuit die inspiratiebronnen organiseert de LSE vele diverse activiteiten. Er zijn in en buiten het pand op Rapenburg 100 activiteiten zoals diaconale projecten, meditatie, gezamenlijke maaltijden, yoga, Taizévieringen, lezingen en gespreksgroepen. Alle zondagen van het kerkelijk jaar zijn er in de Hooglandse Kerk oecumenische vieringen met pastores die voorgaan of met gastsprekers, een rijke liturgie, staande in de Christelijke traditie, met wekelijks viering van de tafel, met veel aandacht voor tekst, muziek, bezinning en stilte. Openheid De LSE bouwt voort op het fundament van een bijna 50-jarige, stevige traditie van rituelen in het samen geloven. Dat geeft een natuurlijke spanning met de ruimte die wij willen geven aan het nieuwe, aan het niet-weten en het onbekende. De spanning tussen rijke traditie en fundamentele openheid brengt met zich mee dat ook de identiteit van de LSE in beweging blijft. Onderweg met elkaar blijven wij het gesprek voeren over onze identiteit en over de plaats van de LSE in de maatschappij. Al doende geven wij in tal van activiteiten samen vorm en betekenis aan de LSE in een beweging in verbondenheid. Hooglandse Nieuwe juni 201 4 | 15 LSE nieuws Koninklijk lintje voor Nely de Wit Op koningsdag 25 april reikte burgemeester Lenferink in de Hooglandse Kerk zestien Koninklijke onderscheidingen uit aan Leidenaren die bijzondere inspanningen geleverd hebben. Onder hen was Nely de Wit, coördinator van ons secretariaat op Rapenburg 100, aan wie de onderscheiding Lid in de Orde van Oranje-Nassau ten deel viel. De burgemeester gaf de volgende toelichting. Mevrouw De Wit werd in 1972 vrijwilligster bij de Leidse Studenten Ekklesia. Ze werkt bij het secretariaat en was medeorganisator van de wekelijkse diensten. Van 1989 tot 1991 was mevrouw De Wit actief in het Chilifront. Van 1980 tot 2003 was zij bestuurslid en voorzitter van de Kenniskring Bedrijfsmaatschappelijk Werk. Van 1980 tot 2011 is mevrouw De Wit actief geweest binnen de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werk, sectie bedrijfsmaatschappelijk werk. Sinds 2008 is zij vrijwilliger bij Sensoor, de telefonische hulpdienst. Ten slotte heeft mevrouw De Wit meegewerkt aan de totstandkoming van een dvd over de Leidse hofjes. Tijdens de viering op zondag 27 april feliciteerde Amos Kater, voorzitter van de LSE, haar met die onderscheiding. Nely bracht dank uit aan allen die een bijdrage aan de voordracht hadden geleverd, in het bijzonder haar dochter Jozienke. Blij en dankbaar was ze voor deze onderscheiding en ook verrast door alle felicitaties, bloemen en cadeautjes. Nely is te zien met de medewerkers van het secretariaat op pagina 9 van het vorige nummer. Informatie uitgangscollectes 8 juni Casa de la Alegria Cochabamba, Bolivia (http://casadelaalegria.nl/). NL17SNSB0859248550 t.n.v. Stichting Casa de la Alegria. (ANBI-status) Opbrengsten 19 januari STUV, Leiden, opbrengst: € 559,58 23 februari Putri Kerahiman, opbrengst: € 598.25 30 maart St. C.O.M.E. en Nes Ammim Nederland: opbrengst € 486,72 De opbrengst van deze uitgangscollecte werd verdubbeld en 50/50 verdeeld 20 april St. Straatpastoraat Leiden € 1055 18 mei Exodus Leiden € 286, aangevuld tot € 500 Deze bedragen laten alleen de opbrengsten van de uitgangscollecten zien, niet wat apart door kerkgangers privé overgemaakt is. Mag alles wat in dit kader met liefde gegeven is, bijdragen aan de leniging van noden dichtbij en verweg. 16 | Hooglandse Nieuwe juni 201 4 hoogstpersoonlijk Janneke Jacoba BoschWaalkes werd op 1 juli 1923 geboren en overleed op 22 april 2014 in verzorgingscentrum Wijckersloot te Oegstgeest. Zij was tot 1972 nauw betrokken bij de Leidse universiteit en de studentenekklesie. Als vrouw van emeritus professor Leendert Bosch was zij steun en toeverlaat voor promovendi en bezoekers uit vele landen tot zij, in 1972, getroffen werd door een hersentumor. De zeer gewaagde operatie veranderde haar, en dus ook Leendert's leven drastisch en dat riep veel vragen op. Naar eigen zeggen vocht zij met God en mensen (naar Genesis 32, 29). Pastor Henk van Breukelen sprak de hierna volgende tekst uit: Dag Leen ik neem je mee naar Appingedam de prot christelijke lagere school, oktober 1933 ze zit daar vlak achter jou Leen ze is het mooiste meisje van de klas Ze vindt je lief Ze is al tien, bijna elfvindt ze zelf Ze zegt je voor bij moeilijke vragen ze is meer taalbegaafd dan jij haar vader is boekhandelaar drukker in van alles op gebied van het woord in dat APPINGEDAM jij bent sterker in het exacte jouw vader is schooldirecteur jij vindt haar onwezenlijk mooi je komt bij haar thuis je geniet van de cultuur en de sfeer die het huis uitstraalt je bent verkocht Leen voor je erg in hebt en zij ook. Dat gebeurt niet ongestraft Levenslang is het vonnis jij gaat studeren in Amsterdam vu zij mee in een boekhandel dat zit in het bloed. Er wordt getrouwd. Ik zeg geen kinderen Leen ? nee zegt hij dat werd ons eerste verdriet en vanuit Janneke gezien haar opstandigheid we krijgen te horen dat het niet kan een doorgang verstopt. ik zeg het zou nu zo te verhelpen zijn geweest hoor ik aan je ja, zegt hij dat maakte het later dubbel moeilijk te aanvaarden het blijft een wonde de stand van in de wetenschap was toen niet verder een ieder is kind van zijn eigen tijd. we hebben veel gebeden toen nog wel, de tweede confrontatie met haar lichaam haar mooie lichaam ze is nog steeds mooi vind je niet kijk eens naar haar foto hij ligt daar ergens ik kan de foto niet meer zien die tweede confrontatie komt in 1972 we gaan terug naar Groningen een hersentumor zeggen ze, groot de operatie laat een lege plek in haar hersenen achter, een gat Ik zeg dat zijn de jaren dat ik haar kennen in de Ekklesia ze ontwijkt contact want ze kan de preek niet meer volgen na drie zinnen loopt ze achter er is een woord dat haar ontsnapt ze wil zo graag wat betekenen woorden dat ene woord ze voelt zich verloren zij holt er achter aan wat is er gezegd ze kan het niet verdragen het vliegt haar aan ze zegt, Leen ik wil naar huis ze verstopt zich in jullie mooie huis jij houdt de deuren zo goed mogelijk open zij leeft meer en meer in de stilte zij de vrouw van de taal de dochter van haar vader Jaren later Leen, 2011 We gaan naar Wijkersloot jij jouw huisarts en ik met de vraag - aan het huis, wil ze dit nog heeft ze niet een vraag aan ons nu ze niet meer kan praten - moet ze haar tegen haar wil nog langer laten gevoerd worden ze doet gehoorzaam haar mond open - ofwil ze toch verder leven we krijgen geen antwoord er is de stilte van het zwijgen. we bevragen tegen elkaar wat heeft het geloofhiermee van doen Leen zegt, ik weet het niet meer vroeger was ik zo zeker ik hou me maar vast aan de hoop dat het en zin heeft juist omdat ik het niet meer weet en ik zeg het geheim van het leven niet te beheersen we kunnen het zelfs niet meer duiden als God en ook niet als hemel je hebt gelijk we leven van de hoop en dat we van elkaar houden tot slot iets over mijn oud collega Jan Eekhof hij kwam op zijn fiets zoals jij naar Janneke ging heel moedig en trouw vond ik dat omdat hij ook geen woorden had ook toen het moeilijk werd totdat ook bij hemzelf, de toegangspoort tot zijn hersenen werd afgesloten beetje bij beetje en nu sta ik hier slechts als zijn plaatsvervanger Uiteindelijk zo blijven we allemaal de plaatsvervanger van het oneindige het mysterie van dat grote open gat dat niet met woorden is te vullen dat gat in haar hersenpan is ook ons gat en zo staan we toch weer in haar schoenen. Henk van Breukelen Hooglandse Nieuwe juni 201 4 | 17 actiefen informatief Nes Ammim In maart ging ik voor in een viering van de LSE. Ik meldde dat ik in Nes Ammim woon, waar ik verantwoordelijkheid heb voor het studie- en dialoogprogramma. Na afloop vroeg een aantal mensen mij wat ik nou precies deed daar in Galilea, in het noorden van Israël. Nes Ammim is nog steeds een dorp waar vooral Europese christenen komen om als vrijwilliger te werken. Samen houden we ons hotel, het dorp en het dialoogcentrum draaiende. De opbrengsten uit het hotel worden gebruikt om een intensief studieprogramma te organiseren. De Joods-christelijk dialoog is een belangrijk thema. Maar er is ook veel aandacht voor het Palestijns-Israëlische conflict, de oecumenische dialoog met de Palestijnse christenen, de interreligieuze ontmoeting tussen de drie Abrahamitische tradities en de enorme diversiteit van de Israëlische samenleving. Dat multiculturele karakter is in Galilea goed zichtbaar. Minder dan de helft van de inwoners van de provincie is Joods. Van de Palestijnse Israëli’s in Galilea is het merendeel moslim en een kleiner deel christen. Verder zijn er onder andere Druzen en bedoeïenen te vinden. Rondom Nes Ammim liggen een paar Joodse kibboetsim, maar ook een Druzen dorp en een Palestijns stadje met een gemengde christelijk-islamitische bevolking en een in 1948 verwoest Palestijns dorp waarvan alleen de moskee en de begraafplaats nog overeind staan. In een straal van 15 minuten fietsen heb je zo de complexe diversiteit en geschiedenis van Israël bij de hand. Het feit dat het Nes Ammim hotel vooral bemenst wordt door Europese vrijwilligers creëert een atmosfeer die niet op andere plekken in Israël te vinden is: het is een Europese enclave die noch Joods, noch Palestijns-Arabisch is. Deze eigenaardigheid hebben we in de laatste vijf jaar uitgebouwd tot een kernkwaliteit van Nes Ammim: we willen een neutrale plek voor ontmoeting zijn en dat betekent dat het dorp een aantrekkelijke optie is geworden voor dialoogorganisaties. Met steun van Nederlandse kerken en particuliere donaties kunnen we sommige groepen en hun activiteiten op Nes Ammim extra subsidiëren: goed voor die groepen, maar ook goed voor onze vrijwilligers die op deze manier in aanraking komen met veel verschillende dialooginitiatieven. Soms zijn we ook actief betrokken bij programma’s. Een voorbeeld is een tweetalig zomerkamp voor Hebreeuwsen Arabischtalige kinderen uit de ver- schillende dorpen bij ons in de omgeving. We verzorgen ook een cursus Arabisch voor Hebreeuws sprekenden: elkaars taal kennen neemt al veel van de angst weg. In oktober organiseren we een conferentie voor joodse en christelijke theologiestudenten: de rabbijnen en dominees van de toekomst. Als ze straks een leidende positie in hun religieuze gemeenschap innemen, hoe gaan ze dan over elkaar preken: gaan ze elkaar opzoeken? Meer over dit project op galileeseminar.org. Veel dialooggroepen die ik spreek zijn gefrustreerd over hun eigen onvermogen om de individuele en maatschappelijke effecten van hun werk door te zetten naar politieke actie. Dialoog is essentieel: voor individuen is het een kans meer over zichzelf en over anderen te leren. Sommige deelnemers gaan daarna ook daadwerkelijk in de eigen gemeenschap aan de slag om de maatschappij in de richting van rechtvaardigheid en vrede te duwen. Tegelijkertijd is iedereen ervan overtuigd dat alleen de politiek echte verandering kan brengen. Sinds 2008 toert de Vocalgroep met de vertelling ‘Chagall, de schilder en de liefde’ door Nederland. Het is een muzikale raamvertelling over het leven (en de liefdes) van de Joods-Russische schilder Marc Chagall. Rondom één van zijn schilderijen over het Hooglied ontrolt zich het verhaal, dat in woord en zang zijn kleur en kracht krijgt. De tintelende vreugde, verdriet om verlies en scheiding, maar ook de verraste vreugde om op latere leeftijd weer verliefd te zijn, krijgt allemaal zijn plek. Verder klinken in het verhaal de Joodse wortels van Chagall: Hooglied, rabbijnse woorden en chassidische legenden. Het is al met al een onvergetelijk verhaal dat sterke indrukken achterlaat. Pieter Dronkers ([email protected]). Door de redactie ingekort Chagall, de schilder en de liefde Het Cluster Binnenstad organiseert op 20 juni een avond met de Vocalgroep Choral. Uitgevoerd wordt “Chagall, de schilder en de liefde”. Het programma begint om 20.00 uur in de Marekerk. De kerk is open vanaf 19.30 uur. Na de uitvoering is er een buurtborrel met bewoners rond de Hooglandse en de Marekerk. De toegang is vrij. Om de kosten te dekken wordt naar draagkracht een bijdrage verwacht. Vocal Choral is eigentijds, verfrissend, gebruikt voornamelijk eigen teksten en composities, is eigenzinnig en gebruikt klankkleuren uit diverse muziekstijlen. Een hechte en gedreven groep van ongeveer 15 zangers geven op een unieke en positieve manier vorm en klank aan levensvragen, thema’s en gedachten rond zingeving. De muzikale vertellingen raken op onverwachte momenten, zowel tijdens als na de voorstelling. 18 | Hooglandse Nieuwe juni 201 4 Cent van Vliet actiefen informatief Hooglandse Nieuwe Exodus - sleutel naar de samenleving Inzet Exodus helpt exgedetineerden verder op weg Exodus Zuid-Holland West is sinds de fusie per 1 januari jl - de nieuwe naam voor de Exodushuizen van Leiden en Den Haag. Voor professionele opvang en begeleiding, waaronder nazorg staat Exodus met name in de provincie Zuid-Holland garant. Voor het moederhuis aan de Plantage 16 en ons Doorstroomhuis aan de Uiterstegracht blijven de identiteit en de samenwerking onveranderd voortbestaan. Ons werk, met inzet van professionele begeleiders én vrijwilligers, is voor een succesvolle re-integratie in de samenleving van cruciaal belang en gelukkig bereiken we daar goede resultaten mee. Immers, niet iedereen die na detentie terugkeert in de samenleving is in staat zijn/haar leven zelf te herpakken. Daarvoor is vaak in het verleden te veel gebeurd. Vooral op het gebied van wonen, werk, inkomen, zorg en schuldsanering blijken de meesten moeilijkheden te hebben. Onze ondersteuning daarbij is zeer noodzakelijk. Van belang is dat de ex gedetineerde niet opnieuw in de fout gaat en weer recidiveert. Ons doel is om dat te voorkomen! Dat vraagt dus eigenlijk ons aller aandacht. Exodus gaat haar activiteiten de komende periode verder uitbreiden op het terrein van ambulante nazorg. Diegenen, die in detentie aangeven terug te willen keren, naar bijvoorbeeld de gemeente Leiden, worden desgewenst van ambulante nazorg voorzien. Namelijk door onze deskundige begeleiders, die soms ook met vrijwilligers, er voor zorgen dat de terugkeer van de betrokkene wordt vergemakkelijkt. En er voor hem/haar weer perspectief geboden wordt voor een beter bestaan. Dat is niet alleen voor deze persoon van groot belang, maar ook voor onze samenleving, die daardoor weer veiliger wordt. Voor nadere informatie over ons werk: kijk op www.exodus.nl. Bent u geïnteresseerd in vrijwilligerswerk of wilt u ons met een gift voor de bewoners een plezier doen ( NL09INGB0001989910 t.n.v. Exodus Zuid-Holland West onder vermelding “gift”) dan waarderen wij die ondersteuning enorm. Hebt u van dit nummer genoten? Of hebt u zich geërgerd? Of wilt u in gesprek met een auteur? Geef het op bij de redactie: [email protected] Bij voldoende belangstelling oprganiseren wij dan een korte bijeenkomst na een zondagse dienst Het volgend nummer van Hooglandse Nieuwe komt uit op 7 september met het thema: Geleerd Het woord, de term 'geleerd' kun je op zoveel verschillende manieren benaderen. Je bent geleerd. Je hebt geleerd. Wie vind je 'geleerd'? Waar heb je het meest van geleerd? Wat betekent het geleerde voor de manier waarop je in het leven staat? De vakantie is misschien net voorbij, is dat ook een periode waarin je kunt leren? Jong, oud, student, werkend, niet werkend, met pensioen ...... Schrijf mee over Geleerd in maximaal 600 woorden Kopij uiterlijk op 24 augustus aanleveren bij: [email protected] Pim van Doorn Hooglandse Nieuwe juni 201 4 | 19 kinderpagina Het verhaal van de molenaar Uit: Leve het nijlpaard Harrie Jekkers en Koos Meinderts Er was eens een arme molenaar. Hij was altijd gelukkig, maar één keer per jaar verjaarde zijn vrouw en dan baalde hij zo. Nooit had hij eens geld voor een prachtig cadeau. Hij lag ervoor krom, hij spaarde ervoor, maar er was altijd wel wat en dan ging het niet door. Soms was hij er bijna, maar dan kreeg hij weer pech: Ging de wind weer eens liggen, was zijn spaargeld weer weg. Want zonder wind kan een molen niet malen en moest hij brood van het spaargeld betalen. Elk jaar opnieuw zei hij diep gegeneerd: Weer geen cadeau schat, maar gefeliciteerd. En dan antwoordde altijd de molenaarsvrouw: Ach, zonder cadeau hou ik ook wel van jou. Wat maakt het nou uit, het leven gaat door. Ik hoef geen cadeau, de molen gaat voor. Maar op een verjaardag, geheel onverwacht - het was niet te geloven, wie had dat gedacht lag er een pakje op haar stoel naast de schouw, met een brief waarop stond: cadeautje voor jou. De jarige job gaf haar man toen een zoen en zei: Schatje dat had je nou niet hoeven doen. Maar wat zou het zijn, dacht de molenaarsvrouw. En de molenaar zei: Het is echt iets voor jou. Een jurk, riep ze uit, of is het een hoed? Of zo’n bus waar je vermicelli in doet? Wie weet, zei de molenaar, misschien wel een sjaal of een paar stadse schoenen of een zilveren schaal. Wie zal het zeggen, misschien wel een klok of zo’n mokkenrekstok met per stokje een mok. Het kon ook een kip zijn of een kilo roquefort. Ze lachtten zich rot en verzonnen maar door: Een tweepersoons ligbad met bubbels erin, een jaar gratis wind voor het hele gezin. 20 | Hooglandse Nieuwe juni 201 4 Het werd alsmaar gekker: Een vliegend tapijt. Een reis naar de maan, met hotel en ontbijt. Wie weet was het wel en zingende zaag, of een varkentje met een knorrende maag, of een fabriekje in leverpastei. Het molenaarsechtpaar kwam niet meer bij. Nog nooit had de vrouw zo’n verjaardag gehad. Wat een cadeau zeg, wat prachtig was dat. De molenaar werd toen op zijn beurt verrast, want zijn vrouw borg het pakje op in de kast en zei: als jij jarig bent krijg jij het van mij en dan verzinnen we samen de inhoud erbij. Aldus werd besloten en twee keer per jaar gaven ze steeds het cadeau aan elkaar. Jaar in jaar uit, ging het altijd weer zo Wel honderd keer lol van hetzelfde cadeau. Zoals iedereen zijn ook zij doodgegaan en is het cadeau mee het graf in gegaan. En wat er nou inzat, vraag daar niet naar. Het gaat niet om de inhoud, maar om het gebaar. Klaar.
© Copyright 2024 ExpyDoc