Hooglandse Nieuwe, juni 2014

Hooglandse Nieuwe
informatieblad voor alle geïnteresseerden
rondom de Hooglandse Vieringen van de
Leidse Studenten Ekklesia
v
e
r
tiende jaargang, nr. 3
juni 2014
€ 2 (gratis voor leden)
b e e l d
i
g
n
Hooglandse Nieuwe juni 201 4 |
1
10e jaargang, nummer 3, juni 201 4
€ 2 (gratis voor leden van de LSE)
Bij de voorkant
Rapenburg 100
2311 GA Leiden
071 - 513 4558
Beeldhouwer
Knowledge Chanetsa
[email protected]
www.ekklesialeiden.nl
www.rapenburg100.nl
geboren te Guruve
(Zimbabwe)
op 5 mei 1979
Hooglandse Nieuwe is een blad voor alle
Naam van het beeld
geïnteresseerden rondom de Hooglandse
Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia.
Het verschijnt zes maal per jaar.
Mother & Child
Redactie René Fraters, Bep van Houten, Tine van
steensoort
Iren, Job van Keulen, Wim Schouten, Edo Schraa,
Jan Slotboom, Myranda Wilbrink
zwart serpentijn
Opmaak Myranda Wilbrink
Kleurenversie downloaden
www.ekklesialeiden.nl
Abonnement € 20 per jaar
Nieuwe abonnees opgeven bij het secretariaat
Kopij voor het nummer van 7 september 201 4 met
het thema 'Geleerd' uiterlijk op zondag
24 augustus 201 4sturen naar:
[email protected]
PASTORES
Rob van Waarde, studentenpastor (PKN)
06-41 935997, [email protected]
Tobias Karsten (Hum. studentenraadsman),
06- 53583081 , [email protected]
Christiane van den Berg-Seiffert
participantenpastor (PKN), 071 -51 251 37
[email protected]
Henk Schouten, participantenpastor (PKN)
[email protected]
071 -521 8723
Jac van der Hoeven, participantenpastor (RK)
[email protected]
071 -5224801
Christiane Berkvens-Stevelinck
academiepredikant (Rem.), 01 0-2298774
[email protected]
www.moederoverste.nl
Op vele manieren zijn een moeder en haar kind 'verbeeld',
dit is een meest letterlijke ver-beeld-ing
Vaste rubrieken
11
12
14
VERENIGING LSE
15
16
Opgeven als lid: www.ekklesialeiden.nl
Dagelijks bestuur:
- Amos Kater, [email protected]
- Marga Bakker, vice-vz, [email protected]
- Wim Schouten, [email protected]
- Diederik van Essel,
[email protected]
REKENINGNUMMERS
Het beeld Mother & Child is door African Art Promotion in
Zimbabwe aangekocht en via een permanente verkoopexpositie
op Quadenoord (Renkum, Nederland) verkocht.
17
18
NL66 INGB 000481 9829 Vereniging LSE Leiden
- Voor alle vrijwillige bijdragen
- voor lidmaatschap: € 25 (studenten/junioren € 1 2,50)
per jaar
- NL42 INGB 000331 3366 Stichting Diaconaal Fonds
Hulpverlening LSE Leiden voor alle diaconale giften
19
20
Hooglandse Vieringen
- Cor van Bree
LSE bestuur
- Verslag van de ALV
LSE Nieuws
- pastotale trio in de verlenging
- brief aan de lezers (Renate Tuiten)
- Frankrijkreis (Taize reis)
- oproep literatuurgroep
- oproep gespreksgroep Levenskunst/Levensvragen
- Discussiestuk Beweging in Verbondenheid
- Koninklijk lintje voor Nely de Wit
- Informatie uitgangscollecten
Hoogstpersoonlijk
- Janneke Jacoba Bosch-Waalkes
(door Henk van Breukelen)
Actief en informatief
- Nes Ammim
- Chagall, de schilder en de liefde
- Exodus
- thema volgend nummer HN
Kinderpagina
- uit Leve het nijlpaard
door Harry Jekkers & Koos Meinderts
Beide rechtspersonen zijn erkend door
de fiscus.
Uw giften zijn aftrekbaar.
2
| Hooglandse Nieuwe juni 201 4
Dit nummer is opgemaakt met het gratis programma Scribus
redactioneel
Verbeelding
Wim Schouten
Toren van Babel
ca 2000
olieverfschilderij
schilder Rafael Ruben
In dit nummer
over Verbeelding
3
4
5
6
8
9
10
Redactioneel
- Wim Schouten
Dromen of verbeelden
- Rob van den Boom
Imagine (song)
- John Lennon
Wat verbeelden wij ons wel?
- Herman van Bemmel
verbeelding (gedicht)
- Louwrens Hessel
De ark van Noach
- Rinny Kooi
Actualiteit en
de kracht van de geest
- Hans Feddema
Beeldverslag jongerendienst
- Myranda Wilbrink
Picknick met God
- Erich & Leo Kaniok
Klunzige kunstenaars
- Jenneke van der Wal
Er staan momenteel prachtige beelden
in de Hooglandse Kerk; “toegewijde
kunst”. Opnieuw beelden in een kerk
die in de zomer van 1566 met de
beeldenstorm van alle beelden ontdaan werd. Het bijbelse verbod op
het aanbidden van beelden was de legitimatie van die beeldenstorm. Een
opkomende burgerij die zich ontworstelde aan het oude gezag was er de
voedingsbodem van. Beelden werden
ervaren als van hogerhand voorgeschreven manieren om je dingen voor
te stellen. Beelden dus om ervoor te
zorgen dat je niet ging nadenken, je
geen eigen beelden ging vormen. In
die zin was de beeldenstorm dan ook
het startsein voor een ontvoogdingsen bevrijdingsbeweging waaruit, via
de 80-jarige oorlog, ons vrije land
uiteindelijk is voortgekomen.
En dan zijn er nu opnieuw beelden in
die kerk! Gelukkig heel andere
beelden, met een heel andere bedoeling. Geen beelden om onze eigen
verbeelding overbodig te maken,
maar beelden, bedoeld om ons aan
het denken te zetten over wat ons bestaan waardevol maakt, betekenis
geeft. Beelden om onze verbeelding
te prikkelen. Want soms hebben we
een beeld nodig om onze verbeelding
op gang te brengen. Vooral bij zaken
waar we ons op eigen kracht geen
voorstelling van kunnen maken, zoals
de armoede in de wereld of de bedreiging die uitgaat van de klimaatverandering. Daarover te kunnen
dromen en daar beelden bij kunnen
vormen is volgens Rob van den
Boom een eerste stap naar verantwoordelijkheid ervoor te durven
nemen. Beelden kunnen ons volgens
hem daarbij helpen, zolang ze de verbeeldingskracht, het denken buiten de
bestaande kaders, maar niet belemmeren. Voor dat laatste waarschuwt
ook Jenneke van der Wal ons. Laat
uitbeeldingen van God het beeld dat
wij ons zelf van hem hebben
gevormd niet in de weg staan.
Beelden van God, zoals waargenomen door het jongetje en de oude
vrouw in het mooie verhaal van Erich
en Leo Kaniok. Herman van Bemmel
gaat nog een stap verder. Hij betoogt
dat het Goede, het Ware en het Schone niet te vinden zijn in wat we
waarnemen, maar in wat we ons verbeelden. Niet ophouden bij wat je
met je zintuigen waarneemt dus,
maar op vleugels van de verbeelding
verder gaan en het onbestaanbare
ervaren; daarover gaat ook het
prachtige gedicht van Louwrens W.
Hessel. Zoals het molenaarspaar in
het verhaal van Harry Jekkers op de
kinderpagina jaar in jaar uit genoot
van de verbeelding die een dicht gelaten pakje op gang bracht. Hans
Feddema is in dit opzicht nog weer
wat radicaler. Hij ziet verbeelding als
het vermogen om je dingen voor te
stellen die op het eerste gezicht onmogelijk zijn, en die dan toch
werkelijkheid te laten worden. Dat
zal niet altijd feitelijk lukken maar
dat is niet het allerbelangrijkst. Zolang we maar dat wat we zien als
werkelijkheid de wonderen de wereld
niet uit laten helpen. Zoals Rinny E.
Kooi betoogt dat geteut over biologische wetmatigheden ons niet mogen
verhinderen te genieten en te leren
van het verhaal van de Ark van
Noach .
Verder vindt u in dit blad naast de
vaste rubrieken het een en ander over
de Algemene Ledenvergadering van
de LSE in mei j.l. “Samen en ieder op
eigen wijze op weg zijn naar
humaniteit en Gods bedoeling in
onze maatschappij en wereld.” Dat is
volgens het discussiestuk waarover
gesproken werd de kern van wat we
willen met de LSE. Dus de verbeelding aan het werk zetten om, zowel
binnen als buiten de bedding van de
kerken de droom van God’s rijk van
vrede en gerechtigheid levend te
houden.
De redactie hoopt dat dit nummer van
de HN tot uw verbeelding spreekt en,
nog belangrijker, uw verbeelding laat
spreken.
Hooglandse Nieuwe juni 201 4 |
3
verbeelding
Dromen of verbeelden?
B
Rob van den Boom
eelden binnen en buiten.
Verbeelding is geen domein
exclusief van kunstenaars.
Creativiteit, beeldende kunst, ja, belangrijk allemaal (schrijf ik, ook als
beeldend kunstenaar), maar daar wil ik
het hier niet over hebben. Ik wil me
hier richten op de ‘alledaagse’ betekenis van verbeelding van gewone stervelingen als jij en ik. Immers, we
werken de hele dag door met beelden.
Van ’s ochtend vroeg tot ’s avonds laat
nemen we beelden op, verwerken ze,
interpreteren ze, proberen ze te duiden.
De beeldcultuur is bovendien erg geïntensiveerd de laatste 100 jaar, en zeker
de laatste decennia, met de verspreiding van veel nieuw soorten beelddragers (computer, tablet, smart phone,
etc). We zijn dagelijks onderhevig aan
een bombardement van beelden, die we
allemaal op een of andere manier moeten verstouwen, verbeelden…..
En naast die massa aan beelden in de
wereld om ons heen, hebben we ook
van doen met beelden die we geïnternaliseerd hebben, ons eigen geworden
zijn, en die zo grote invloed hebben op
ons oordeel en oordeelsvermogen.
Denk aan ons wereldbeeld, ons mensbeeld, ons zelfbeeld, die in hoge mate
'framen' hoe wij naar de wereld en naar
de mensen kijken.
En dat alles is niet vrijblijvend. Immers, het mensbeeld dat je uitdraagt is
feitelijk ook een politiek standpunt, zo
schreef Maxim Februari in een van
haar recente columns in NRC. Het
mensbeeld kan agressie opwekken of
verbroedering, angst of zekerheid, haat
of liefde.
Verbeelding versus kennis
Albert Einstein zei "The true sign of
intelligence is not knowledge but
imagination." Oftewel, verbeeldings-
4
| Hooglandse Nieuwe juni 201 4
kracht is belangrijker dan intelligentie
of kennis. Ik denk dat hij wijst op het
belang van onorthodox denken en
bedenken, out-of-the-box denken,
noemen we dit ook wel. Hijzelf was bij
uitstek een voorbeeld van een origineel
denker. Inderdaad, we houden onszelf
vaak vast aan ons vertrouwde referentiekaders, ‘frames’ van betekenissen, die ons helpen om de dingen te
kunnen begrijpen. Maar die frames
hebben ook forse nadelen, want ze
structureren en begrenzen ons denken.
Structuur en grenzen geven wellicht
zekerheid maar geen vrijheid, kunnen
vernieuwend denken belemmeren…
Dromen als verbeelding
Verbeelding kunnen we ook opvatten
als het vermogen om te dromen over
een wereld die fundamenteel anders en
beter is dan de huidige (denk aan Martin Luther King, aan John Lennon’s
lied 'Imagine'). Misschien zijn zulke
dromen noodzakelijk als basis van solidariteit en rechtvaardigheid. Maar
hoever kunnen we dromen of verbeelden? Volgens Zygmund Bauman,
de bekende moderniteitsocioloog, kunnen we onmogelijk de hele wereld verbeelden. Zelfs met dat dagelijkse bombardement van beelden schiet ons
verbeeldingsvermogen te kort. We
kunnen ons toch moeilijk voorstellen
hoe het is om bitter arm te zijn, in een
land met een repressief bewind te moeten leven, gemarteld te worden. En
daardoor schiet ook ons vermogen tot
empathie en solidariteit te kort. Helaas
zien we dat tekort overduidelijk ook in
de Nederlandse politiek. Het hemd is
nader dan de rok. De armoede elders in
de wereld is fors gedaald op de politieke agenda. En hoewel klimaatverandering wereldwijd de grootste uitdaging van deze eeuw zal zijn, hebben
wij onvoldoende beelden daarbij, zijn
we niet in staat de urgentie te zien van
verminderd gebruik van steenkool en
olie, en stappen dus als het ware gewetenloos opnieuw in de vervuilende
auto.
Kortom, verbeelding en dromen zijn
noodzakelijke elementen in ons bestaan, maar ze blijven een enorme opdracht en uitdaging.
Imagine
Imagine there's no heaven
It's easy ifyou try
No hell below us
Above us only sky
Imagine all the people
living for today
Imagine there's no countries
It isn't hard to do
Nothing to kill or die for
And no religion too
Imagine all the people
living life in peace
You, you may say
I'm a dreamer, but I'm not the only one
I hope some day you'll join us
And the world will be as one
Imagine no possessions
I wonder ifyou can
No need for greed or hunger
A brotherhood ofman
Imagine all the people
sharing all the world
You, you may say
I'm a dreamer, but I'm not the only one
I hope some day you'll join us
And the world will live as one
by John Lennon
verbeelding
Wat verbeelden wij
ons wel?
V
Herman van Bemmel
olgens de filosoof Immanuel
Kant (1724-1804) verbeelden
wij ons heel veel. Wij menen
wel dat wij met onze zintuigen de echte
werkelijkheid doorgaans op een betrouwbare wijze waarnemen, maar of
dat echt zo is kunnen we niet zeker weten. Want wat wij zien, horen, ruiken,
voelen en proeven is slechts het ding
zoals dat aan ons verschijnt. Onze verbeelding komt ons te hulp om ons van
wat wij waarnemen een zo betrouwbaar mogelijk beeld van de werkelijkheid te vormen. Vandaar de uitdagende
bewering: er zijn geen (vaststaande)
feiten, er zijn alleen interpretaties. [1]
Het wordt pas echt interessant als wij
de zuiver materiële wereld verlaten
(althans in onze verbeelding) en ons
proberen te richten op wat ons vooral
bezig houdt (enige harde materialisten
onder ons uitgezonderd): de waarden
die ons leven verrijken met zin, met
diepere betekenissen, met vreugde,
troost, bemoediging en inspiratie, zodat wij worden gegrepen door een verlangen naar “het Goede, het Ware en
het Schone”. In mijn verbeelding
ervaar ik deze ‘Grote Drie’ als manifestaties van “Het Heilige”.[2]
In mijn beste momenten ervaar ik de
zondagse vieringen van de LSE als
uitingen van een hartstochtelijk verlangen naar een diepe verbondenheid met
‘het Heilige’ en Zijn manifestaties. En
als een verbondenheid met mensen om
mij heen, lotgenoten in de soms
moeizame worsteling voor een zinvol
bestaan.
We staan in de LSE in de lange en rijke
Joods-Christelijke Traditie, een onuitputtelijke bron van inspiratie om onze
naasten lief te hebben als onszelf. [3]
Met andere woorden om ‘het Goede’ te
doen, ook als ons dat veel moeite kost
en ons handelen vruchteloos lijkt.
De Joods-Christelijke Traditie is óók
een rijke bron van inspiratie om ons
heel wat te verbeelden. Al dan niet
door bemiddeling van kunstenaars in
de breedst mogelijke betekenis van dat
woord. Ik denk hierbij niet alleen aan
een architecten, beeldende kunstenaars,
componisten, dichters en schrijvers.
Maar vooral aan levenskunstenaars:
mensen die er doorgaans aardig in slagen om van hun leven een kunstwerk te
maken. Die er in hun eentje, maar veel
vaker samen met zielsverwanten in
slagen om het Goede te doen en het
kwade te laten, die genieten van het
Schone en die in al datgene wat zij
zich verbeelden het Ware herkennen.
[1] Jacques Derrida (1930-2004)
[2] “Het Heilige”, is de titel van een
boek uit 1917 van Rudolf Otto.
[3] In hoeverre ons dat lukt hangt dus
vooral af van de mate waarin wij onszelf liefhebben.
VERBEELDING
Wij hebben drie vermogens waardoor wij geen dieren meer zijn:
Rede, moraal, verbeelding.
Het is verbeelding die ons aan de gang houdt.
Dus zingen wij wat wij niet begrijpen.
Misschien is er een andere wereld dan deze.
Waarin gelachen wordt, niet gehuild.
Mensen in nood hebben dat nodig.
Velen zeggen: "die bestaat niet". Zij weten dat zeker.
Misschien groeit hij uit deze.
Apostel Paulus dacht dat.
Hem schoot een beeld te binnen: barensweeën.
Jezus had een vraag:
"Mevrouw, waarom huilt U".
Louwrens W. Hessel
Hooglandse Nieuwe juni 201 4 |
5
verbeelding
De ark van Noach
I
Rinny Kooi
k maak mij alleen wat ongerust
over de twee rupsen. Als ’t eens
geen paar was?’, zegt Noach in
‘Het scheepsjournaal van de Ark door
Noach’.[1] In dit boek laat de schrijver
Noach ook vertellen dat hij even uit de
buurt van zijn vrouw moet blijven. Hij
heeft stiekem haar mof in het mottenhok gestopt. ‘De dieren zullen
smullen.’ De motten hadden overigens
het laatste stukje smyrnatapijt ook al
opgegeten.
Het verhaal over de Ark van Noach is
natuurlijk bij iedereen bekend. Noach
krijgt van God opdracht een boot bouwen. Het is enorme houten bak van
Goferhout. Wat dat is weten we niet
maar in sommige vertalingen is het de
cipres en in andere pijnboomhout. De
Ark moet – gezien de afmetingen en
het aantal meevarende mensen en dieren – als vaartuig volledig onbruikbaar
zijn geweest; eigenlijk was het een
grote langwerpige houten bak. Volgens
het verhaal konden Noach samen met
zijn vrouw, zijn drie zonen en hun
vrouwen, en veel dieren de zondvloed
toch overleven. Noach mocht van alle
dieren (in de Statenvertaling vee of
‘vleesch’ genoemd) en vogels slechts
één paartje meenemen. Ook werden
paartjes kruipende dieren in de Ark
toegelaten. Hoorden rupsen thuis in
die groep? En spinnen en duizendpoten ook? Ik weet het niet.
Er waren uitzonderingen. Van de reine
dieren werden zeven paartjes toegelaten tot de Ark. Reine dieren mochten
worden gegeten en geofferd. De profeet Johannes de Doper at sprinkhanen. Waren sprinkhanen vlees en dus
6
| Hooglandse Nieuwe juni 201 4
rein? Volgens de Statenvertaling
mochten van de vogels des hemels ook
zeven paartjes mee. Zij kregen als taak
“zaad levend te houden op de gansche
aarde’. Het verhaal is een geloofsverhaal en natuurlijk niet de beschrijving
van een historische gebeurtenis. Het is
een verhaal dat vele kunstenaars en
schrijvers heeft geïnspireerd om er een
eigen interpretatie aan te geven en de
fantasie er op los te laten. Sommigen
nemen het verhaal letterlijk. Juist
daarom grijpen anderen het verhaal
aan om alles wat met geloof te maken
heeft als lariekoek aan te merken.
Er zijn veel boeken geschreven, voor
kinderen en voor ouderen, waarin het
verhaal uit het Bijbelboek Genesis
wordt naverteld. Illustraties laten je
denken dat gepoogd is een exacte
weergave van de werkelijkheid te
geven. Het aantal dieren dat herkenbaar is afgebeeld, is echter maar een
fractie van het aantal dat we kennen en
dat ook de Bijbelschrijvers moeten
hebben gekend. In de Bijbel wordt
nauwelijks over insecten geschreven,
dus ook niet in het verhaal over de
Ark. En dan praten we nog niet over
de evolutionaire ontwikkeling van
soorten. Maar zoals dat ook voor de
Bijbelschrijvers gold: daar gaat het
ook niet om. Het verhaal geeft wel de
mogelijkheid om met kennis van
zaken en met humor na te denken over
de vraag of alles wat met de Ark te
maken heeft eigenlijk wel kan of
waarom juist niet.
Ik bezit diverse geïllustreerde boeken
met het zondvloedverhaal, maar daarin
kom ik nauwelijks insecten tegen. Dat
gebeurde wel in de weergave waarmee
ik dit verhaal begon. Ik laat op dat
gemis met een paar voorbeelden mijn
fantasie los.
Charivarius heeft de insecten geïntroduceerd als bewoners van de Ark.
Noach had volgens hem moeite met
het seksen van rupsen. Maar wist hij
meer dan de Bijbelschrijvers over dieren en insecten? Wist hij dat rupsen
ook door sluipwespen konden worden
geparasiteerd? Werden de (andere)
dieren bij het intreden van de Ark ontluisd, ontvlooid en ontmijt? Hoe
Noach de dieren verzorgde weten we
niet en ook niet hoe het er binnen in de
Ark aan toe ging. Daar kan je heerlijk
over fantaseren. Werden er eieren gelegd? Aten de houtwormen van de
binten van de boot en hebben muggen
en vlooien de mensen aan boord ook
gestoken? De Bijbelschrijvers zullen
van een heleboel zaken geen weet
hebben gehad zoals de schrijvers van
boeken zich daar ook niet druk om
zullen maken.
verbeelding
Zoals we veel vragen mogen hebben
over het verblijf in de Ark, hebben we
die ook over de periode na het
droogvallen van de aarde en de stranding van de Ark op – naar de overlevering – de berg Ararat. De Ararat is
vanwege de bedekking met sneeuw en
ijs vrijwel niet te beklimmen. De botanicus F.W. Parrot (1792-1841) was –
naar wordt verteld – de eerste persoon
die rond 1830 de Ararat wist te beklimmen. Parrot ontdekte een bijzondere boom, Parrotia persica, een veelal
door de wind bestoven soort. Groeide
die daar ook al in de tijd van Noach?
Misschien groeiden in die tijd op de
berg alleen maar door wind bestoven
soorten.
Met kennis van zaken en met de resultaten van wetenschappelijk onderzoek
is het natuurlijk mogelijk te beschrijven hoe de natuur zich heeft kunnen herstellen na een zondvloed. Is er
aan de voorwaarden voldaan die het
mogelijk maakten dat dieren – en dus
ook insecten – zich konden vestigen en
ook voortplanten? Ik neem als
voorbeeld de tropische dagvlinder Bicyclus anynana.
Uit divers wetenschappelijk onderzoek
weten we dat het vestigen van een
nieuwe populatie gebaseerd op slechts
één paartje door gebrek aan genetische
variatie nauwelijks kans heeft op succes. Daarvoor zijn minimaal tien paartjes nodig die daadwerkelijk nageslacht opleveren. Als we het
Genesis-verhaal als entomoloog lezen,
moet het als onmogelijk worden beschouwd dat overlevenden van de
zondvloed de basis vormden voor
nieuw leven.
Alleen de soorten waarvan zeven paartjes uit de Ark werden losgelaten,
hadden daadwerkelijk een kans dat hun
soort kon overleven. Zouden de Bijbelvertellers dat geweten hebben en
daarom geen insecten hebben genoemd
die paarsgewijs de Ark binnen gingen?
Ik weet het allemaal ook niet maar
daar zit ik niet mee. De Ark van Noach
is een inspiratiebron voor geloof en
fantasie. Symbolisch heb ik daarom in
mijn tekening zeven vlinderpaartjes
getekend. Deze vlinders leven in ieder
geval in mijn tekening voort!
Rinny E Kooi, Instituut Biologie van
de Leiden Universiteit, [email protected]
----------------------[1] Het scheepsjournaal van de Ark,
door NOACH. Met Hieroglyphen door
CHAM. Opgegraven door I.L. GORDON en A.J. FRUEN. Losbandig bewerkt door CHARIVARIUS.. P.N. Van
Kampen en Zoon N.V., Amsterdam.
[1925]. Charivarius is het pseudoniem
van Gerard Nolst Trenité (1870 -1946).
eerder verschenen in:
Entomologische Bereichten 74(3)
juni 2014
Hooglandse Nieuwe juni 201 4 |
7
verbeelding
Actualiteit en de
‘Kracht van de Geest’
A
Hans Feddema
ctualiteit komt en gaat. Er wat
mee stoeien, zolang die nog
bestaat, is een uitdaging. De
dood van Wubbo Ockels en diens proclamatie op zijn sterfbed van een Nieuwe Religie, zeggend: ’ De God van de
Humaniteit zit in ons allen ’, is zeker zoiets om wat op voort te borduren.
Hetzelfde geldt voor de bekende 17-jarige Pakistaanse Malala, die op 20 mei in
Middelburg de Four Freedoms Award
kreeg.
De God van de Humaniteit
zit in ons allen
En eveneens voor de 20-jarige Laura
Maaskant, die de ellende van weer een
chemokuur resoluut weigerde. Toen de
kanker dus terugkwam, besloot ze niet
langer te gaan vechten tegen haar ziekte,
alles te nemen wat er zou komen en
vooral vanuit innerlijke kracht en trouw
aan haarzelf iedere dag te leven in het
nu. Ze geven alle drie gestalte aan wat ik
Verbeelding zou willen noemen.
Het geruchtmakende wetenschappelijk
onderzoek van Radboud UMC mei
2014, waarin via 50 proefpersonen de
kracht van de geest (‘mind over matter’
kopten de media) is aangetoond, lijkt
een vierde actualiteit. Dus dat mensen
bewust hun autonome zenuwstelsel en
daarmee hun immuunsysteem kunnen
beïnvloeden, zoals Wim Hof (‘the Iceman’) al jaren bewees via een combinatie van koude-oefeningen, meditatie en
ademhalingstechnieken. Verbeelding zie
ik als het vermogen om zich dingen voor
te stellen, die op het eerste gezicht onmogelijk zijn en die dan toch werkelijkheid te laten worden. Verbeelding is zo
de basis van inspiratie en innovatie.
8
| Hooglandse Nieuwe juni 201 4
Behalve voor Wim Hof geldt deze omschrijving zeker ook voor Malala, van
wie ik de uitspraak in Middelburg: ‘ Voor
mij is vrede niet alleen dat er geen oorlog is, maar vooral dat er geen angst is’,
overneem. Op zo’n jonge leeftijd als een
Gandhi al een onderbouwde vredesvisie
voor de wereld te hebben, getuigt van
grote kracht en wijsheid.
Hetzelfde geldt voor Wubbo, die op jonge leeftijd nog een verlegen man was,
maar via zijn weg van innerlijke groei
later tot aan de laatste dag op zijn
sterfbed blijk gaf van een enorme geestkracht. En wie was er niet onder de indruk van het optreden van Laura Maaskant, die vrijdag 30 mei bij Knevel en
van de Brink, waar ze was uitgenodigd
in verband met haar boek ‘Leef ! 'Alsof
het je eerste dag is’ rustig uitlegde, welk
een innerlijke ommekeer zich in haar
had plaats gevonden.
Wubbo Ockels
Malala Yousafzai
Verbeelding is zo de basis
van inspiratie en innovatie
Ze is overtuigend en authentiek, bracht
tevens naar voren dat ze met en voor 20en 30-tigers een stichting heeft opgericht
om samen ideeën te ontwikkelen met het
doel de wereld mooier te maken. Haar
slogan is: ’ Geniet van de schoonheid van
het nu’.
Laura Maaskant
Zijn dit niet alle vier indrukkende en
hoopgevende voorbeelden van verbeeldingskracht?
Hans Feddema is antropoloog, publicist
en oud-docent VU
Wim Hof 'The Iceman'
verbeelding
Beeldverslag 'een viering met jongeren'
Myranda Wilbrink
Altaarbeelden door de
jongeren gemaakt
o.a. liefde, natuur,
vrijheid
Altaarstuk Het Geheugen
Hanneke de Munck en Klaas Govers
Het geheugen verbeeld
Hooglandse Nieuwe juni 201 4 |
9
verbeelding
Picknick met God
Er was eens een kleine jongen die God wilde
ontmoeten. Hij wist wel dat het een verre
reis zou worden om bij God te komen, dus
pakte hij zijn kleine koffer en stopte die vol
met koekjes en pakjes sap. Zo ging hij op
weg. Hij was nog maar langs drie grote flats
gegaan, toen hij een oude vrouw zag. Ze zat
op een bank in het park en staarde zo’n beetje naar de duiven. De jongen ging naast haar
zitten en deed zijn koffer open. Hij wilde
wat drinken, maar toen hij net een slok wilde
nemen, merkte hij dat de vrouw er erg hongerig uitzag. Daarom bood hij haar een
koekje aan. Zij nam het dankbaar van hem
aan en glimlachte naar hem. Haar glimlach
was zo intens mooi, dat hij het nog eens wilde zien en daarom gaf hij haar ook een pakje
sap. Opnieuw schonk zij hem haar glimlach.
De jongen was helemaal vertederd en verrukt! Zo zaten ze daar de hele middag, aten
en glimlachten, maar er werd geen woord
gesproken. Toen het begon te schemeren
voelde de jongen zich moe worden. Hij
stond op om naar huis te gaan. Maar na een
paar stappen draaide hij zich om, rende terug
naar de oude vrouw en omhelsde haar heel
stevig. En zij schonk hem een stralende
glimlach.
Toen de jongen even later thuis kwam, verbaasde zijn moeder zich over de vreugde die
op zijn gezicht lag en zij vroeg:
“Wat heb je vandaag gedaan dat je zo blij
bent? ”
En hij antwoordde: “Ik heb met God gepicknickt.”
Nog voordat zijn moeder nog verder kon
vragen zei hij:
“En weet je, zij had de mooiste glimlach die
ik ooit gezien heb!”
Intussen was ook de oude vrouw stralend
van vreugde thuisgekomen. Haar zoon was
verbluft toen hij die vredige uitdrukking op
haar gezicht waarnam. Hij vroeg: “Moeder,
wat heb je vandaag beleefd, wat heeft je zo
gelukkig gemaakt? ”
Zij antwoordde: “Ik heb in het park koekjes
gegeten met God. ”! En voordat haar zoon
nog iets kon zeggen, vervolgde ze: “En weet
je, hij is veel jonger dan ik dacht!”
uit: Een vleugje wijsheid, Erich & Leo
Kaniok
Jenneke
steekt
van Wal
Klunzige kunstenaars
Volgens sommige interpretaties van Mozes’ stenen tafelen mogen
wij geen afbeelding van God maken. Waarom is dat eigenlijk?
Zijn we zulke klunzige kunstenaars? Of hebben we geen verbeelding? Misschien moeten we ons als mensen niet verbeelden dat
we zoiets ongrijpbaars kunnen vatten in een stuk ‘marmer op
sokkel’ of ‘olie op doek’. Niet dat zo’n regel op Mozes’ lei (of in
miljoenen boeken) iets geholpen heeft, hoor: we verven en hameren er lustig op los, al eeuwenlang, om toch te proberen mooie
illustraties te maken bij Bijbelse verhalen.
Wat gedacht van Michelangelo’s ‘De schepping’ in de Sixtijnse
kapel, bijvoorbeeld? God de Schepper als een man met een grijze
baard en wapperende grijze manen, die zijn vinger uitsteekt naar
de pas-geschapen Adam (een beeld waarnaar ik niet kan kijken
zonder te denken aan de oudste grap ter wereld: “trek eens aan
mijn vinger”). Of Morgan Freeman als God in de film ‘Bruce Almighty’: als een man in een wit pak achter een bureau.
In de Hindoetraditie is het makkelijker, daar weten ze gewoon hoe
elke god eruitziet: Vishnu is blauw en Ganesh heeft het hoofd van
een olifant. Elk jaar met het festival Durga Puja wordt er een
godsbeeld gemaakt van ongebakken klei, dat na vijf dagen (waarschijnlijk met veel wierook en bloemetjes, of ‘ie er nou van houdt
of niet) ceremonieel maar resoluut de rivier in gestuurd wordt om
weer op te lossen in het stromende water.
Zo’n concreet beeld hebben Joden en Christenen niet gekregen.
Het laatste dat we van ‘m zagen was een wolk waarin ‘ie Jezus
kwam halen (lekker mistige beschrijving van hemelvaart) en
een special-effects-show met wind en vuur (ook al zo vaag,
pinksteren).
Maar wellicht is het beter zo. Niet omdat we zulke slechte
schilders zijn, maar omdat we anders vast komen zitten in ons eigen beeld, en daardoor God niet meer herkennen omdat ‘ie niet
lijkt op onze verbeelding. Beter dus om verbeeldingen op te laten
lossen en een open verwachting te houden van waar je God de
volgende keer tegenkomt –misschien heeft ze wel een hele mooie
glimlach. Of koekjes bij zich (zie het verhaal hier links: ‘ Picknick
met God’).
Jenneke van der Wal
10
| Hooglandse Nieuwe juni 201 4
vieringen
Hooglandse Vieringen
Iedere zondagochtend om 11.45 uur
Hooglandse Kerk Leiden
De diensten zijn (ook achteraf) te beluisteren op: www. kerkomroep. nl
OVERZICHT
Altaarstukken
8 juni
Pinksteren Jongerendienst Henk Schouten: het geheugen (zie ook 6 juli)
uitgangscollecte: Casa de la Alegria Cochabamba, Bolivia
Vogels
15 juni
22 juni
29 juni
6 juli
Christiane Berkvens: sperwers en adelaars
Rob van Waarde: de ziel als vogel
Co Kooman: de vogel van de vrijheid
Kinderen, kindernevendienst, Christiane van den Berg en Bette Westera: de vogel (overvliegen)
Zomerdiensten
13 juli
20 juli
27 juli
3 augustus
10 augustus
17 augustus
24 augustus
31 augustus
Maria Draaijers
Henk Schouten
Japke van Malde
Henk Schouten
Christiane Berkvens
Jan Delhaas
Jac van der Hoeven
Christiane van den Berg
Opening Academisch Jaar
7 september
Christa Anbeek (Henk Schouten liturg)
Cor van Bree
8 juni is nog een dienst in de serie
‘Altaarstukken’; voor informatie hierover zie het vorige nummer van HN.
Op 15 juni begin we een serie over
vogels; we zoeken daarin aansluiting
bij de kindernevendiensten waarin ook
iets met vogels wordt gedaan. Vogels:
ze zijn een archetypisch symbool dat
ons fascineert, bijvoorbeeld als we een
meeuw tegen de storm op zien vliegen.
Misschien symboliseren ze ons vooral
‘vrijheid, ruimte, nieuwe vergezichten’. Wij mensen zijn landwezens en
als we het geleerd hebben, kunnen we
ook zwemmen. Maar vliegen? De eeuwen door zijn we wat dat betreft jaloers op de vogels geweest. De techniek heeft dit probleem ten dele voor
ons opgelost maar door de lucht vliegende mensen á la Daedalus en Icarus
zijn er nog altijd niet. We beginnen op
15 juni met een paar roofvogels:
sperwers en adelaars. Op 22 juni is het
thema ‘de ziel als vogel’, een beeld dat
we ook in het oude India terugvinden;
de vogel van de vrijheid zal op de 29e
centraal staan. 6 juli is er de jaarlijkse
kinderdienst met een grote rol voor de
kinderen en de mensen van de
kindernevendienst. De altaarstukken
komen dan nog een keer terug, in de
vorm (alweer) van een vogel. Ditmaal
is het een distelvink. De inspiratiebron
voor dit stuk was een verhaal van Bette
Westera en het is gemaakt voor het
Kind. Zeer passend dus voor een
kinderdienst.
Vanaf 13 juli zijn er de themavrije
zomerdiensten. De eerste dienst waarin
de schola weer aanwezig zal zijn, is 7
september. We openen dan het academisch jaar met als gastspreker
Christa Anbeek, verbonden aan de
Universiteit voor Humanistiek in
Utrecht en sinds 1 september 2013
bijzonder hoogleraar remonstrantse
theologie aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam. Trouw-lezers zullen haar
kennen uit een interview ter gelegenheid van haar inaugurele oratie. Daar
is ook een boekje uit voortgekomen:
Aan de heidenen overgeleverd. Ze is
voor een eerherstel van de systematische theologie maar dan wel zo dat er
voor mensen van nu een nieuwe taal
wordt gesproken.
Verder zullen er in september diensten
aan de videokunst gewijd worden. Hoe
dat precies zal zijn, is nu nog niet te
zeggen.
Hooglandse Nieuwe juni 201 4 |
11
LSE bestuur
Algemene ledenvergadering in
het teken van beweging in
verbondenheid.
De Algemene Ledenvergadering van
de Vereniging LSE op 20 mei j.l. stond
in het teken van beweging in verbondenheid. Centraal stond het
gelijknamige discussiestuk, door het
bestuur gemaakt op basis van een inbreng van een werkgroep. Dit stuk
kunt u elders in dit blad terugvinden.
Een jaar geleden is aan een klein
groepje o.l.v. Irene Slootweg gevraagd
om te komen tot een omschrijving van
de identiteit van de LSE. Daarvoor
waren verschillende aanleidingen. De
meest prozaïsche was, dat de contactgroep behoefte had aan een folder met
daarop kort een omschrijving van wat
we zijn. Ook voor de website was iets
dergelijks nodig. Daarnaast bleek er in
de praktijk bij vooral studenten nog al
eens verwarring over de vraag waar ze
nu eigenlijk mee te maken hadden: de
RAP 100- activiteiten van het studentenpastoraat of de gemeenschap rond
de diensten in de Hooglandse Kerk?
De indruk bestond, dat door de opkomst van de vereniging die een opbloei van de participantenactiviteiten
met zich meebracht, de tegenstelling
tussen beide werelden manifester was
geworden. Een tegenstelling, vaak
voortkomend uit onbekendheid . Toch
bleef er gevoelsmatig een verband.
Opdracht aan de werkgroep dus, om
onder woorden te brengen wat ons
verbindt.
De werkgroep is aan de slag gegaan
door een heidag te organiseren waar
allerlei bij de LSE betrokkenen, jong
en oud, student en participant, oudgediende en nieuwkomer, aan deelnamen. De dag leidde tot het gevoel
dat we juist in onze verscheidenheid
elkaar veel te bieden hebben. Wel
bleken er verschillen, bijv. in de mate
waarin expliciet de Joods-Christelijke
12
| Hooglandse Nieuwe juni 201 4
traditie een rol speelt in ons denken en
doen. Vaak bleek dat een kwestie van
woorden. Zo is het voor studenten
vaak belangrijk dat ten opzichte van
hun levensbeschouwelijke oriëntatie er
sprake is van volledige openheid. Met
de resultaten van de heidag is een gespreksstukje opgesteld waarmee een
groot aantal sleutelfiguren van binnen
en van buiten de LSE bevraagd zijn.
Dat leidde tot een slotrapportage aan
het bestuur, waarin duidelijk werd dat
we nooit klaar zullen komen met het
vaststellen van onze identiteit. Die is
voortdurend in beweging. Waar we op
een bepaald moment staan in die beweging wordt duidelijk wanneer we
het over concrete activiteiten hebben.
We worden het gemakkelijker eens
over waartoe we ons gedreven voelen
dan over woorden die zeggen wat ons
drijft.
Bovenstaande, door Christiane van den
Berg gegeven samenvatting van het
voorafgaande was voor de voorzitter,
Amos Kater, aanleiding om te contateren dat blijvend in beweging zijn kenmerkend is voor onze identiteit. “Verwacht daarbij geen grote stappen of
plotselinge schoksgewijze veranderingen. Al zoekend naar het betere
houden we het goede vast. “ Op die
zoektocht heeft het bestuur volgens
hem de leden nodig. Daarom de vraag
om mee te denken. Dat kon heel concreet op deze avond door in 5 groepjes
te discussiëren over de voorliggende
tekst, en over per groepje 1 van de 5
door het bestuur genoemde speerpunten. Per speerpunt werd er vervolgens
door een van de deelnemers gerapporteerd.
a. Maatschappij en LSE
Bij de LSE betrokkenen geven op tal
van manieren invulling aan hun
betrokkenheid bij de maatschappij,
dichtbij en veraf. Ook in LSE-verband
willen wij aan onze maatschappelijke
betrokkenheid meer gestalte geven
omdat de LSE behalve een beweging
van denkers en praters, er ook een van
doeners is.
Vandaar het voornemen om de LSE als
beweging in de maatschappij zichtbaarder en zinvoller te maken.
Marijke Nuiver rapporteert dat wat het
visiestuk betreft er eerder behoefte is
aan een korte slogan, refererend aan
toegankelijkheid, solidariteit, passie
voor de wereld. Wat de concrete acties
betreft rapporteert zij dat de groep veel
ziet in het tot stand brengen van verbinding door samen iets te doen voor
een ander. Ook kan de gemeenschap
klankbord en steun zijn voor degenen
die op tal van fronten al maatschappelijk betrokken zijn. Gesuggereerd
wordt een themadag en/of dienst rond
het thema “hoe maak jij je idealen
waar?” In de externe communicatiemiddelen moet ook iets komen over de
verbondenheid met andere organisaties.
b. Vieringen
De vieringen van de LSE zijn gebaseerd op een rijke traditie, en
worden door velen als kostbaar en
dierbaar ervaren. Om nieuwe, jongere
bezoekers de ruimte te geven deze
gemeenschap en deze diensten tot hun
thuis te laten worden is blijvende
bezinning op vorm en inhoud van onze
vieringen belangrijk. Dat willen we
samen met alle generaties LSEers, in
al hun verscheidenheid, doen.
Charlotte de Moor rapporteert dat de
groep t.a.v. het discussiestuk de vraag
heeft wie er buiten de pastores betrokken zijn bij de pastorale zorg. Ook
mist men de woorden “schepping” en
“duurzaamheid”. Verder mag het van
deze groep allemaal wel wat uitdagender en minder voorzichtig geformuleerd.
Wat betreft de vieringen is het van belang om je niet alleen af te vragen wat
wij willen, maar ook aan nieuwe,
jongere generaties te denken.
Wat betreft de vorm wordt voorgesteld
om te denken aan meer stiltes, aan
vernieuwing van het liedrepertoire, aan
multimedia, meer letterlijke beweging.
Wat betreft de inhoud wordt gepleit
voor het lef om te durven geloven en
daar voor uit te komen. De twijfel
moet geen dogma worden. Streef er
LSE bestuur
verder naar, de mensen anders uit de
dienst te laten komen dan ze erin gegaan zijn. Om aantrekkelijk te zijn
voor studenten moeten de diensten
aansluiten op wat ze willen. Dat zou
wel eens kunnen gaan in de richting
van vertalen van de tradities naar betekenissen voor het leven nu.
Actie: een keer per kwartaal een preek
van een leek met een aansprekende
naam, gevolgd door een borrel.
c. Verbondenheid
In de Ekklesia, zowel binnen de Vereniging als binnen het studentenpastoraat, vinden veel verbindende activiteiten plaats. Velen voelen zich mede
daardoor nauw verbonden met deze
beweging. Ook op allerlei informele
manieren ontmoeten mensen elkaar en
zijn ze elkaar tot steun. Deze vormen
van verbondenheid willen we versterken en verbreden. Daarom zijn we
op zoek naar manieren om de onderlinge verbondenheid tussen alle bij de
LSE betrokkenen, studenten en participanten, in de gemeenschap gewortelden en nieuwkomers, te versterken.
Jasper Radder rapporteert dat er aandacht moet zijn voor verbondenheid
met wie zo maar eens binnenlopen. Dit
zonder opdringerig te zijn. In een mission statement oid is het belangrijk de
openheid te benadrukken. Verbondenheid van participanten met studenten
en universiteit kan gestalte krijgen
door ism faculteiten gesprekken te organiseren over de ethiek van een vakgebied.
Hans Feddema vult daarop aan dat
aandacht gewenst is voor reflectie op
wat onze Christelijke traditie ons zegt
ten behoeve van onze innerlijke reis.
d. Rapenburg 100
Rapenburg 100 is bedoeld als een thuis
voor alle bij de LSE betrokkenen,
studenten en participanten. Een thuis
waar men zichzelf kan zijn en waar
men samen voor verantwoordelijk is.
Het creëren en beheren van dat thuis
willen we samen met alle betrokkenen
doen.
Arie Hoeflaak rapporteert dat Rapenburg 100 vroeger gonsde van de actiegroepen vanuit studenten en participanten. Dat is nu allemaal veel minder.
Belangrijk is, de participanten te bewegen zelf intitatieven te ondernemen.
Dan is daar op RAP 100 ruimte voor.
Verder is er door de groep vooral over
het visieverhaal gesproken. Daarbij
wordt vermeld dat de plaats binnen de
Joods-Christelijke traditie er wel wat
stelliger in mag. Wat de gemeenschap
betreft valt op dat we wel erg een hoger opgeleidenkerk zijn.
e. Communicatie
De communicatie binnen de LSE en
naar buiten is de afgelopen jaren aanmerkelijk verbreed en verbeterd. Daarbij kan gedacht worden aan de nieuwsbrieven, de Hooglandse Nieuwe en de
websites, Rapenburg100.nl en Ekklesialeiden.nl . Communicatie is een belangrijk verbindend element. Het is
cruciaal om alles wat we doen zichtbaar te maken voor elkaar en voor anderen. Verdere verbetering wordt gezocht in meer samenhang,
modernisering en meer gebruik van
sociale media.
Ronald Meester rapporteert dat het belangrijk is om communicatie te onderscheiden van informatie. Communicatie heeft ook een belangrijke
verbindende rol.
Externe communicatie: de website is te
onrustig. Ook de taal is, vermoedelijk
onbewust, niet altijd eigentijds. Denk
aan woorden als “oecumene” die buitenstaanders steeds minder zeggen. De
taal moet rust, ruimte en verstilling
uitstralen.
Interne communicatie: er is gesproken
over een smoelenboek, maar daar zal
niet iedereen van gediend zijn. Belangrijk is voorts, de bijeenkomsten
met nieuwkomers nieuw leven in te
blazen.
De voorzitter dankt de groepen en hun
rapporteurs voor de veelheid aan opmerkingen en suggesties die er zijn
gedaan. Hij wijst erop dat veel al kan
voortbouwen op hetgeen al in gang is
gezet, zoals de grotere betrokkenheid
van de Hogeschool bij de LSE, de
preken voor de leek, de komende
avonden over de liturgie, de modernisering van de website, etc.. Het bestuur is graag bereid, allerlei initiatieven vanuit de gemeenschap te
ondersteunen en te faciliteren. Ook
roept hij een ieder die op enig vlak kan
en wil meedenken en meedoen, op
zich te melden. Allereerst zal er nu aan
de hand van het besprokene gewerkt
worden aan een een goede tekst voor
een folder en website. Maar het denken en discussiëren gaat door. We
blijven in beweging Ook het bestuur
zal in dat kader niet stilzitten.
Wim Schouten
Hooglandse Nieuwe juni 201 4 |
13
LSE nieuws
Het pastorale trio gaat in de
verlenging
Zo’n twee jaar geleden is een prachtige
constructie bedacht die het mij
mogelijk maakte om als participantenpastor in de Ekklesia te kunnen
werken. Zolang ik nog werk aan mijn
proefschrift, vervullen Jac van der
Hoeven, Henk Schouten en ik samen
als pastoraal trio de functie van participantenpastor. Inmiddels hebben wij
een kleine twee jaar op deze manier
gewerkt. En deze constructie bleek
werkelijk een win-win situatie te zijn.
De taakverdeling tussen ons pastores
is heel natuurlijk en werkt goed. Voor
mij is het heel fijn om met Henk en
Jac te mogen samenwerken en met al
mijn vragen bij hen terecht te kunnen.
En voor de Ekklesia is het een verrijking dat Jac en Henk zich weer zo actief kunnen inzetten in de gemeenschap. Zelf heb ik gedurende de
afgelopen twee jaar heel prettig gewerkt in de Ekklesia en ook veel geschreven aan mijn proefschrift. Vaak
was het echter lastig om het werk in de
Ekklesia te beperken. Het eind van het
proefschrift komt zo langzaam in
zicht, maar het boek is nog niet af. Om
deze reden hebben wij participantenpastores en het bestuur besloten om
nog vijf maanden langer op de huidige
manier door te gaan.
Jac. Dan ligt mijn boek als het goed is
bij de leescommissie. Tot die tijd zal ik
mij in mijn werkzaamheden in de Ekklesia beperken tot de twaalf uur per
week waarvoor ik ben aangesteld. Dat
is niet veel. Het betekent dat ik de
komende tijd minder zichtbaar zal zijn
en minder initiatieven zal ontplooien.
Nog even… Ik ben dankbaar dat ik op
deze manier de ruimte krijg om het
onderzoek af te ronden. En ik verheug
me er enorm op om daarna niet meer
de hele tijd bij alles innerlijk op de
rem te hoeven staan, maar om met
onverdeelde aandacht in de Ekklesia te
mogen werken.
Aan het eind van het jaar wil ik het
stokje dan overnemen van Henk en
Christiane van den Berg-Seiffert
Beste lezers,
Na 9 jaar de 12+ en 14+ groepen met veel plezier begeleid
te hebben, stop ik er mee met ingang van het nieuwe
seizoen. Het seizoen waarin er 8 jongens en 1 meisje van
12 jaar gaan starten. Voor de groepen zijn we daarom
dringend op zoek naar het liefst 2 mannelijke begeleiders.
Het moet toch lukken om die te vinden binnen de LSE
gemeenschap! Ben jij die man die eens in de 2 à 3
maanden tijdens de kerkdienst aan het Rapenburg onze
jongeren weet te “boeien en te binden” met
levensbeschouwelijke en religieuze thema’s stuur dan een
mail naar [email protected] of bel even als je eerst
meer informatie nodig hebt 071-5322951
Hartelijke groet, Renate Tuijten
De Frankrijkreis (Taizé reis)
Oproep literatuurgroep
- Vindt dit jaar plaats van 3 sept tot en met 11 sept
- Aangedaan worden:
1 Chevetogne (Oecumenisch orthodox)
2 Hurtebise (benedictinessen)
3 Taizé (oec. vernieuwing van het religieuze leven)
4 Mazille (vernieuwing van de Carmelitessen)
5 Cluny (geschiedenis van het benedictijnse leven)
Er is plaats voor nieuwe lezers in deze groep.
Dagelijkse inleidingen
Kosten 475 euro p.p. All in
Aanmelden bij Henk van Breukelen 071-5175672
Er zijn nog vier plaatsen te verdelen
Aanmelding sluit op 29 juni
Oproep gespreksgroep Levenskunst /
Levensvragen
Door het vertrek van enkele leden zouden wij het fijn vinden
het nieuwe seizoen te starten met drie, maximaal vier, nieuwe mensen erbij. Wij komen eenmaal per vier/vijf/zes weken
op dinsdagmorgen bij elkaar. Dat doen wij thuis bij één van
de deelnemers, bij toerbeurt (indien mogelijk).
Wij praten over dingen die in het/ons leven spelen, soms met
1 4 | Hooglandse Nieuwe juni 201 4
Wij komen 1 avond per maand bij elkaar op Rapenburg 100
ter bespreking van een roman.
Geen vaste dag, we kiezen de avonden in overleg. Ieder lid
kan suggesties inbrengen m.b.t. te lezen romans. Het is ook
mogelijk af en toe een boekbespreking bij te wonen, data en
titels van boeken worden in het najaar bekend gemaakt in de
Hooglandse Nieuwe.
Voor september (datum nog niet bekend) lezen we: A.F.Th.
v.d. Heijden: De Helleveeg.
Voor meer informatie: Anne Davidse, 071 – 5175255;
[email protected]
een blik in kleine kring en soms met een wereldwijde blik.
Wij hebben er bewust voor gekozen niet aan de hand van een
gelezen boek te praten.
Onderwerpen zouden kunnen zijn: vriendschap, vergeving,
eenzaamheid etc.
We hopen het nieuwe seizoen te kunnen starten met de inbreng van nieuwe deelnemers.
Opgave bij Marianne Fluitsma [email protected]
Discussiestuk
gebruikt bij de ALV op 20 mei 2014,
zie pagina 12
Beweging in Verbondenheid
Een visie op rol en betekenis van
de Leidse Studenten Ekklesia
De LSE
De Leidse Studenten Ekklesia (LSE) is
als een huis met vele kamers en met
grote ramen waar het licht in vele
kleuren doorheen straalt. Een huis
waarin iemand kan wonen als trouw
lid van een geloofsgemeenschap en
waar ook incidentele bezoekers van
harte welkom zijn. De LSE biedt
ruimte om te zoeken naar inspiratie,
bezinning, diepere drijfveren, Bijbelse
thema’s en persoonlijke levensopvattingen. Dit doet zij enerzijds door een
plek van rust, ontmoeting en geborgenheid te zijn en anderzijds door
op een open, onderzoekende en actieve
manier in de maatschappij te staan. Dit
doet zij door samen en ieder op eigen
wijze op weg te zijn naar humaniteit
en Gods bedoeling in onze maatschappij en wereld.
Oorsprong
De LSE vindt haar wortels in het naoorlogse rooms-katholieke, het protestante en het remonstrantse studentenpastoraat. In de loop van de tijd
hebben deze christelijke geloofstradities elkaar gevonden in een bezield
oecumenisch verband, met ruimte voor
ook meer religieus-humanistisch
geïnspireerden. Vanuit deze basis voelt
de LSE zich blijvend verbonden met
de plaatselijke kerken.
Beweging
De LSE is een beweging met een
tweetal zwaartepunten, de Vereniging
LSE en het Studentenpastoraat. De
Vereniging verbindt de participanten
die geen student (meer) zijn, biedt hen
pastorale zorg en organiseert voor en
met hen tal van activiteiten in de vorm
van lezingen, ontmoetingen, gespreksgroepen, leerhuizen enz.. Het Studentenpastoraat is een open huis voor
studenten, op zoek naar zingeving en
levensbeschouwelijke identiteit. Vereniging en Studentenpastoraat kennen
een gemeenschappelijke wekelijkse
dienst op zondag in de Hooglandse
Kerk.
Structuur
De Vereniging wordt hoofdzakelijk gefinancierd door bijdragen van de leden
en heeft een eigen pastor parttime
(70%) in dienst.
Het Studentenpastoraat wordt materieel ondersteund door o.a. de Stichting
Materiële Voorzieningen, de Universiteit. de Leidse Hogeschool en de Vereniging. Daarbij kan o.a. gedacht
worden aan het ter beschikking stellen
en beheren van het pand Rap 100 en
aan secretariële ondersteuning. Verder
is er een studentenpastor, verbonden
aan en gefinancierd door de PKN, en
een studentenpastor in dienst van de
RK Kerk. Daarnaast is er inbreng door
een Humanistisch Raadsman die naast
activiteiten voor studenten van de
Leidse Hogeschool, bekostigd door die
Hogeschool, op projectbasis actief is in
het studentenpastoresteam.
Gemeenschap
De LSE beweegt zich in de wereld van
de Leidse universiteit en hogeschool,
met hun wetenschappelijk klimaat en
kent de diversiteit van student tot docent, van academie tot hogeschool en
MBO, van jonge PhD tot hoogleraar,
van ooit in Leiden afgestudeerd, tot
zomaar binnen komen waaien, van
heel jong tot heel oud. Op Rapenburg
100 en tijdens de zondagse vieringen
in de Hooglandse Kerk ontmoeten de
activisten en de dromers, de kritische
bezoeker, de nieuwsgierige zoeker en
de trouwe bezoeker elkaar. Ieders inbreng is essentieel voor de open en
nieuwsgierige wijze waarop de LSEgemeenschap in de wereld wil staan.
De bezoekers van de Hooglandse vieringen vinden inspiratie rond een vaste
liturgie. Voor de studenten wil de LSE
bijdragen aan hun levenstocht en identiteitsvorming. En omdat studenten zo
vaak nog volop zoeken naar richting in
hun leven en naar identiteit, is een
LSE nieuws
levensbeschouwelijke openheid kenmerkend voor het studentenpastoraat
van de LSE.
Maatschappij
Binnen de LSE willen mensen zich inzetten voor elkaar en anderen (diaconie). Gezamenlijk is er een verlangen naar en een wens om zich in te
zetten voor een wereld van gerechtigheid en vrede. Vanuit dit perspectief
gaan mensen binnen de LSE met
elkaar en met anderen de dialoog aan.
Door gezamenlijk te durven twijfelen,
onbevangen naar de ander te kijken en
vragen te stellen, is er ruimte voor
verbinding. Verbinding met de ander
als mens, en daardoor ook met jezelf.
Activiteiten
De diverse samenstelling van de LSE
biedt verschillende bronnen van inspiratie en spiritualiteit, zoals: jeugdige
energie en enthousiasme, onbevangenheid, maatschappelijke betrokkenheid,
levenservaring, inspiratie uit wereldreligies en humanisme. Vanuit die inspiratiebronnen organiseert de LSE vele
diverse activiteiten. Er zijn in en buiten het pand op Rapenburg 100 activiteiten zoals diaconale projecten, meditatie, gezamenlijke maaltijden, yoga,
Taizévieringen, lezingen en gespreksgroepen. Alle zondagen van het
kerkelijk jaar zijn er in de Hooglandse
Kerk oecumenische vieringen met
pastores die voorgaan of met gastsprekers, een rijke liturgie, staande in de
Christelijke traditie, met wekelijks
viering van de tafel, met veel aandacht
voor tekst, muziek, bezinning en stilte.
Openheid
De LSE bouwt voort op het fundament
van een bijna 50-jarige, stevige traditie
van rituelen in het samen geloven. Dat
geeft een natuurlijke spanning met de
ruimte die wij willen geven aan het
nieuwe, aan het niet-weten en het
onbekende. De spanning tussen rijke
traditie en fundamentele openheid
brengt met zich mee dat ook de identiteit van de LSE in beweging blijft.
Onderweg met elkaar blijven wij het
gesprek voeren over onze identiteit en
over de plaats van de LSE in de maatschappij. Al doende geven wij in tal
van activiteiten samen vorm en betekenis aan de LSE in een beweging in
verbondenheid.
Hooglandse Nieuwe juni 201 4 |
15
LSE nieuws
Koninklijk lintje voor Nely de Wit
Op koningsdag 25 april reikte
burgemeester Lenferink in de
Hooglandse Kerk zestien Koninklijke
onderscheidingen uit aan Leidenaren
die bijzondere inspanningen geleverd
hebben. Onder hen was Nely de Wit,
coördinator van ons secretariaat op
Rapenburg 100, aan wie de
onderscheiding Lid in de Orde van
Oranje-Nassau ten deel viel. De
burgemeester gaf de volgende
toelichting.
Mevrouw De Wit werd in 1972
vrijwilligster bij de Leidse Studenten
Ekklesia. Ze werkt bij het secretariaat
en was medeorganisator van de
wekelijkse diensten. Van 1989 tot 1991
was mevrouw De Wit actief in het
Chilifront. Van 1980 tot 2003 was zij
bestuurslid en voorzitter van de
Kenniskring Bedrijfsmaatschappelijk
Werk.
Van 1980 tot 2011 is mevrouw De Wit
actief geweest binnen de Nederlandse
Vereniging van Maatschappelijk Werk,
sectie bedrijfsmaatschappelijk werk.
Sinds 2008 is zij vrijwilliger bij
Sensoor, de telefonische hulpdienst.
Ten slotte heeft mevrouw De Wit
meegewerkt aan de totstandkoming
van een dvd over de Leidse hofjes.
Tijdens de viering op zondag 27 april
feliciteerde Amos Kater, voorzitter van
de LSE, haar met die onderscheiding.
Nely bracht dank uit aan allen die een
bijdrage aan de voordracht hadden
geleverd, in het bijzonder haar dochter
Jozienke. Blij en dankbaar was ze voor
deze onderscheiding en ook verrast
door alle felicitaties, bloemen en
cadeautjes.
Nely is te zien met de medewerkers
van het secretariaat op pagina 9 van het
vorige nummer.
Informatie uitgangscollectes
8 juni Casa de la Alegria Cochabamba, Bolivia (http://casadelaalegria.nl/).
NL17SNSB0859248550 t.n.v. Stichting Casa de la Alegria. (ANBI-status)
Opbrengsten
19 januari
STUV, Leiden, opbrengst: € 559,58
23 februari
Putri Kerahiman, opbrengst: € 598.25
30 maart
St. C.O.M.E. en Nes Ammim Nederland: opbrengst € 486,72
De opbrengst van deze uitgangscollecte werd verdubbeld en 50/50 verdeeld
20 april
St. Straatpastoraat Leiden € 1055
18 mei
Exodus Leiden € 286, aangevuld tot € 500
Deze bedragen laten alleen de opbrengsten van de uitgangscollecten zien, niet wat apart door kerkgangers privé
overgemaakt is.
Mag alles wat in dit kader met liefde gegeven is, bijdragen aan de leniging van noden dichtbij en verweg.
16
| Hooglandse Nieuwe juni 201 4
hoogstpersoonlijk
Janneke Jacoba BoschWaalkes
werd op 1 juli 1923 geboren en
overleed op 22 april 2014 in
verzorgingscentrum Wijckersloot te
Oegstgeest. Zij was tot 1972 nauw
betrokken bij de Leidse universiteit en
de studentenekklesie. Als vrouw van
emeritus professor Leendert Bosch was
zij steun en toeverlaat voor
promovendi en bezoekers uit vele
landen tot zij, in 1972, getroffen werd
door een hersentumor. De zeer
gewaagde operatie veranderde haar, en
dus ook Leendert's leven drastisch en
dat riep veel vragen op. Naar eigen
zeggen vocht zij met God en mensen
(naar Genesis 32, 29).
Pastor Henk van Breukelen sprak de
hierna volgende tekst uit:
Dag Leen
ik neem je mee naar Appingedam
de prot christelijke lagere school,
oktober 1933
ze zit daar vlak achter jou Leen
ze is het mooiste meisje van de klas
Ze vindt je lief
Ze is al tien, bijna elfvindt ze zelf
Ze zegt je voor bij moeilijke vragen
ze is meer taalbegaafd dan jij
haar vader is boekhandelaar drukker
in van alles op gebied van het woord
in dat APPINGEDAM
jij bent sterker in het exacte
jouw vader is schooldirecteur
jij vindt haar onwezenlijk mooi
je komt bij haar thuis
je geniet van de cultuur en de sfeer
die het huis uitstraalt
je bent verkocht Leen voor je erg in
hebt
en zij ook.
Dat gebeurt niet ongestraft
Levenslang is het vonnis
jij gaat studeren in Amsterdam vu
zij mee in een boekhandel
dat zit in het bloed.
Er wordt getrouwd.
Ik zeg geen kinderen Leen ?
nee zegt hij dat werd ons eerste
verdriet
en vanuit Janneke gezien haar
opstandigheid
we krijgen te horen dat het niet kan
een doorgang verstopt.
ik zeg het zou nu zo te verhelpen zijn
geweest hoor ik aan je
ja, zegt hij
dat maakte het later dubbel moeilijk te
aanvaarden
het blijft een wonde
de stand van in de wetenschap was
toen niet verder
een ieder is kind van zijn eigen tijd.
we hebben veel gebeden
toen nog wel,
de tweede confrontatie met haar
lichaam
haar mooie lichaam
ze is nog steeds mooi
vind je niet
kijk eens naar haar foto
hij ligt daar ergens
ik kan de foto niet meer zien
die tweede confrontatie komt in 1972
we gaan terug naar Groningen
een hersentumor zeggen ze, groot
de operatie laat een lege plek in haar
hersenen achter,
een gat
Ik zeg
dat zijn de jaren dat ik haar kennen in
de Ekklesia
ze ontwijkt contact
want ze kan de preek niet meer volgen
na drie zinnen loopt ze achter
er is een woord dat haar ontsnapt
ze wil zo graag
wat betekenen woorden
dat ene woord
ze voelt zich verloren
zij holt er achter aan
wat is er gezegd
ze kan het niet verdragen
het vliegt haar aan
ze zegt, Leen ik wil naar huis
ze verstopt zich
in jullie mooie huis
jij houdt de deuren zo goed mogelijk
open
zij leeft meer en meer in de stilte
zij de vrouw van de taal
de dochter van haar vader
Jaren later Leen, 2011
We gaan naar Wijkersloot
jij jouw huisarts en ik met de vraag
- aan het huis, wil ze dit nog
heeft ze niet een vraag aan ons
nu ze niet meer kan praten
- moet ze haar tegen haar wil
nog langer laten gevoerd worden
ze doet gehoorzaam haar mond open
- ofwil ze toch verder leven
we krijgen geen antwoord
er is de stilte
van het zwijgen.
we bevragen tegen elkaar
wat heeft het geloofhiermee van doen
Leen zegt, ik weet het niet meer
vroeger was ik zo zeker
ik hou me maar vast
aan de hoop
dat het en zin heeft
juist omdat ik het niet meer weet
en ik zeg
het geheim van het leven
niet te beheersen
we kunnen het zelfs niet meer duiden
als God
en ook niet als hemel
je hebt gelijk
we leven van de hoop
en dat we van elkaar houden
tot slot iets over mijn oud collega Jan
Eekhof
hij kwam op zijn fiets
zoals jij naar Janneke ging
heel moedig en trouw vond ik dat
omdat hij ook geen woorden had
ook toen het moeilijk werd
totdat ook bij hemzelf, de
toegangspoort tot zijn hersenen werd
afgesloten beetje bij beetje
en nu sta ik hier slechts als zijn
plaatsvervanger
Uiteindelijk zo blijven we allemaal
de plaatsvervanger van het oneindige
het mysterie
van dat grote open gat
dat niet met woorden is te vullen
dat gat in haar hersenpan
is ook ons gat
en zo staan we toch weer in haar
schoenen.
Henk van Breukelen
Hooglandse Nieuwe juni 201 4 |
17
actiefen informatief
Nes Ammim
In maart ging ik voor in een viering van
de LSE. Ik meldde dat ik in Nes Ammim woon, waar ik verantwoordelijkheid heb voor het studie- en dialoogprogramma. Na afloop vroeg een aantal
mensen mij wat ik nou precies deed
daar in Galilea, in het noorden van Israël.
Nes Ammim is nog steeds een dorp
waar vooral Europese christenen
komen om als vrijwilliger te werken.
Samen houden we ons hotel, het dorp
en het dialoogcentrum draaiende. De
opbrengsten uit het hotel worden gebruikt om een intensief studieprogramma te organiseren. De Joods-christelijk
dialoog is een belangrijk thema. Maar
er is ook veel aandacht voor het Palestijns-Israëlische conflict, de oecumenische dialoog met de Palestijnse christenen, de interreligieuze ontmoeting
tussen de drie Abrahamitische tradities
en de enorme diversiteit van de Israëlische samenleving.
Dat multiculturele karakter is in Galilea
goed zichtbaar. Minder dan de helft
van de inwoners van de provincie is
Joods. Van de Palestijnse Israëli’s in
Galilea is het merendeel moslim en een
kleiner deel christen. Verder zijn er onder andere Druzen en bedoeïenen te
vinden.
Rondom Nes Ammim liggen een paar
Joodse kibboetsim, maar ook een
Druzen dorp en een Palestijns stadje
met een gemengde christelijk-islamitische bevolking en een in 1948 verwoest Palestijns dorp waarvan alleen
de moskee en de begraafplaats nog
overeind staan. In een straal van 15
minuten fietsen heb je zo de complexe
diversiteit en geschiedenis van Israël
bij de hand.
Het feit dat het Nes Ammim hotel
vooral bemenst wordt door Europese
vrijwilligers creëert een atmosfeer die
niet op andere plekken in Israël te vinden is: het is een Europese enclave die
noch Joods, noch Palestijns-Arabisch
is. Deze eigenaardigheid hebben we in
de laatste vijf jaar uitgebouwd tot een
kernkwaliteit van Nes Ammim: we
willen een neutrale plek voor ontmoeting zijn en dat betekent dat het dorp
een aantrekkelijke optie is geworden
voor dialoogorganisaties. Met steun
van Nederlandse kerken en particuliere
donaties kunnen we sommige groepen
en hun activiteiten op Nes Ammim extra subsidiëren: goed voor die groepen,
maar ook goed voor onze vrijwilligers
die op deze manier in aanraking komen
met veel verschillende dialooginitiatieven.
Soms zijn we ook actief betrokken bij
programma’s. Een voorbeeld is een
tweetalig zomerkamp voor Hebreeuwsen Arabischtalige kinderen uit de ver-
schillende dorpen bij ons in de omgeving. We verzorgen ook een cursus
Arabisch voor Hebreeuws sprekenden:
elkaars taal kennen neemt al veel van
de angst weg. In oktober organiseren
we een conferentie voor joodse en
christelijke theologiestudenten: de rabbijnen en dominees van de toekomst.
Als ze straks een leidende positie in
hun religieuze gemeenschap innemen,
hoe gaan ze dan over elkaar preken:
gaan ze elkaar opzoeken? Meer over
dit project op galileeseminar.org.
Veel dialooggroepen die ik spreek zijn
gefrustreerd over hun eigen onvermogen om de individuele en maatschappelijke effecten van hun werk
door te zetten naar politieke actie. Dialoog is essentieel: voor individuen is
het een kans meer over zichzelf en over
anderen te leren. Sommige deelnemers
gaan daarna ook daadwerkelijk in de
eigen gemeenschap aan de slag om de
maatschappij in de richting van
rechtvaardigheid en vrede te duwen.
Tegelijkertijd is iedereen ervan overtuigd dat alleen de politiek echte verandering kan brengen.
Sinds 2008 toert de Vocalgroep met de
vertelling ‘Chagall, de schilder en de
liefde’ door Nederland. Het is een
muzikale raamvertelling over het leven
(en de liefdes) van de Joods-Russische
schilder Marc Chagall. Rondom één
van zijn schilderijen over het Hooglied
ontrolt zich het verhaal, dat in woord
en zang zijn kleur en kracht krijgt. De
tintelende vreugde, verdriet om verlies
en scheiding, maar ook de verraste
vreugde om op latere leeftijd weer verliefd te zijn, krijgt allemaal zijn plek.
Verder klinken in het verhaal de Joodse
wortels van Chagall: Hooglied, rabbijnse woorden en chassidische legenden. Het is al met al een onvergetelijk
verhaal dat sterke indrukken achterlaat.
Pieter Dronkers
([email protected]).
Door de redactie ingekort
Chagall, de schilder en de
liefde
Het Cluster Binnenstad organiseert op
20 juni een avond met de Vocalgroep
Choral. Uitgevoerd wordt “Chagall, de
schilder en de liefde”. Het programma
begint om 20.00 uur in de Marekerk.
De kerk is open vanaf 19.30 uur. Na de
uitvoering is er een buurtborrel met bewoners rond de Hooglandse en de Marekerk. De toegang is vrij. Om de kosten te dekken wordt naar draagkracht
een bijdrage verwacht.
Vocal Choral is eigentijds, verfrissend,
gebruikt voornamelijk eigen teksten en
composities, is eigenzinnig en gebruikt
klankkleuren uit diverse muziekstijlen.
Een hechte en gedreven groep van ongeveer 15 zangers geven op een unieke
en positieve manier vorm en klank aan
levensvragen, thema’s en gedachten
rond zingeving. De muzikale vertellingen raken op onverwachte momenten,
zowel tijdens als na de voorstelling.
18
| Hooglandse Nieuwe juni 201 4
Cent van Vliet
actiefen informatief
Hooglandse
Nieuwe
Exodus - sleutel naar
de samenleving
Inzet Exodus helpt exgedetineerden verder
op weg
Exodus Zuid-Holland West is sinds de fusie per 1 januari jl - de
nieuwe naam voor de Exodushuizen van Leiden en Den Haag. Voor
professionele opvang en begeleiding, waaronder nazorg staat Exodus met name in de provincie
Zuid-Holland garant. Voor het
moederhuis aan de Plantage 16 en
ons Doorstroomhuis aan de Uiterstegracht blijven de identiteit en
de samenwerking onveranderd
voortbestaan.
Ons werk, met inzet van professionele begeleiders én vrijwilligers,
is voor een succesvolle re-integratie in de samenleving van cruciaal
belang en gelukkig bereiken we
daar goede resultaten mee. Immers, niet iedereen die na detentie
terugkeert in de samenleving is in
staat zijn/haar leven zelf te herpakken. Daarvoor is vaak in het
verleden te veel gebeurd. Vooral
op het gebied van wonen, werk,
inkomen, zorg en schuldsanering
blijken de meesten moeilijkheden
te hebben. Onze ondersteuning
daarbij is zeer noodzakelijk. Van
belang is dat de ex gedetineerde
niet opnieuw in de fout gaat en
weer recidiveert. Ons doel is om
dat te voorkomen!
Dat vraagt dus eigenlijk ons aller
aandacht.
Exodus gaat haar activiteiten de
komende periode verder uitbreiden op het terrein van ambulante nazorg. Diegenen, die in detentie aangeven terug te willen
keren, naar bijvoorbeeld de
gemeente Leiden, worden desgewenst van ambulante nazorg
voorzien. Namelijk door onze
deskundige begeleiders, die soms
ook met vrijwilligers, er voor zorgen dat de terugkeer van de
betrokkene wordt vergemakkelijkt.
En er voor hem/haar weer perspectief geboden wordt voor een
beter bestaan. Dat is niet alleen
voor deze persoon van groot belang, maar ook voor onze samenleving, die daardoor weer veiliger
wordt.
Voor nadere informatie over ons
werk: kijk op www.exodus.nl.
Bent u geïnteresseerd in vrijwilligerswerk of wilt u ons met een gift
voor de bewoners een plezier doen
( NL09INGB0001989910 t.n.v.
Exodus Zuid-Holland West onder
vermelding “gift”) dan waarderen
wij die ondersteuning enorm.
Hebt u van dit nummer genoten? Of hebt
u zich geërgerd? Of wilt u in gesprek
met een auteur? Geef het op bij de
redactie:
[email protected]
Bij voldoende belangstelling
oprganiseren wij dan een korte
bijeenkomst na een zondagse dienst
Het volgend nummer van
Hooglandse Nieuwe komt uit
op 7 september met het thema:
Geleerd
Het woord, de term 'geleerd' kun je op
zoveel verschillende manieren
benaderen.
Je bent geleerd. Je hebt geleerd. Wie
vind je 'geleerd'? Waar heb je het meest
van geleerd? Wat betekent het geleerde
voor de manier waarop je in het leven
staat? De vakantie is misschien net
voorbij, is dat ook een periode waarin je
kunt leren? Jong, oud, student, werkend,
niet werkend, met pensioen ......
Schrijf mee over
Geleerd
in maximaal 600 woorden
Kopij uiterlijk op 24 augustus
aanleveren bij:
[email protected]
Pim van Doorn
Hooglandse Nieuwe juni 201 4 |
19
kinderpagina
Het verhaal van de molenaar
Uit: Leve het nijlpaard
Harrie Jekkers en Koos Meinderts
Er was eens een arme molenaar.
Hij was altijd gelukkig, maar één keer per jaar
verjaarde zijn vrouw en dan baalde hij zo.
Nooit had hij eens geld voor een prachtig cadeau.
Hij lag ervoor krom, hij spaarde ervoor,
maar er was altijd wel wat en dan ging het niet
door.
Soms was hij er bijna, maar dan kreeg hij weer
pech:
Ging de wind weer eens liggen, was zijn
spaargeld weer weg.
Want zonder wind kan een molen niet malen
en moest hij brood van het spaargeld betalen.
Elk jaar opnieuw zei hij diep gegeneerd:
Weer geen cadeau schat, maar gefeliciteerd.
En dan antwoordde altijd de molenaarsvrouw:
Ach, zonder cadeau hou ik ook wel van jou.
Wat maakt het nou uit, het leven gaat door.
Ik hoef geen cadeau, de molen gaat voor.
Maar op een verjaardag, geheel onverwacht
- het was niet te geloven, wie had dat gedacht lag er een pakje op haar stoel naast de schouw,
met een brief waarop stond: cadeautje voor jou.
De jarige job gaf haar man toen een zoen
en zei: Schatje dat had je nou niet hoeven doen.
Maar wat zou het zijn, dacht de molenaarsvrouw.
En de molenaar zei: Het is echt iets voor jou.
Een jurk, riep ze uit, of is het een hoed?
Of zo’n bus waar je vermicelli in doet?
Wie weet, zei de molenaar, misschien wel een
sjaal
of een paar stadse schoenen of een zilveren
schaal.
Wie zal het zeggen, misschien wel een klok
of zo’n mokkenrekstok met per stokje een mok.
Het kon ook een kip zijn of een kilo roquefort.
Ze lachtten zich rot en verzonnen maar door:
Een tweepersoons ligbad met bubbels erin,
een jaar gratis wind voor het hele gezin.
20
| Hooglandse Nieuwe juni 201 4
Het werd alsmaar gekker: Een vliegend tapijt.
Een reis naar de maan, met hotel en ontbijt.
Wie weet was het wel en zingende zaag,
of een varkentje met een knorrende maag,
of een fabriekje in leverpastei.
Het molenaarsechtpaar kwam niet meer bij.
Nog nooit had de vrouw zo’n verjaardag gehad.
Wat een cadeau zeg, wat prachtig was dat.
De molenaar werd toen op zijn beurt verrast,
want zijn vrouw borg het pakje op in de kast
en zei: als jij jarig bent krijg jij het van mij
en dan verzinnen we samen de inhoud erbij.
Aldus werd besloten en twee keer per jaar
gaven ze steeds het cadeau aan elkaar.
Jaar in jaar uit, ging het altijd weer zo
Wel honderd keer lol van hetzelfde cadeau.
Zoals iedereen zijn ook zij doodgegaan
en is het cadeau mee het graf in gegaan.
En wat er nou inzat, vraag daar niet naar.
Het gaat niet om de inhoud, maar om het gebaar.
Klaar.