141028-0014 Definitief rapport PSZ Dol

Inspectierapport
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" (PSZ)
Marienbergweg 26
6862ZM OOSTERBEEK
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
RENKUM
09-09-2014
Regulier onderzoek
Definitief
28-10-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .... 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5
Personeel en groepen ....................................................................................................... 8
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 9
Ruimte en inrichting ........................................................................................................ 10
Ouderrecht .................................................................................................................... 11
Inspectie-items .................................................................................................................. 12
Gegevens voorziening ......................................................................................................... 18
Gegevens toezicht .............................................................................................................. 18
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 19
2 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Tijdens deze inspectie zijn alle voorwaarden die op deze locatie van toepassing zijn onderzocht.
Beschouwing
Peuterspeelzaal (PSZ) Dol-fijn aan de Mariënbergweg in Oosterbeek is verbonden met de
Bredeschool Oosterbeek Laag. Hierin zijn twee basisscholen gevestigd en een buitenschoolse
opvang.
Op maandag, woensdag en vrijdag zijn er twee groepen. Een groep van maximaal 16 kinderen en
een groep van maximaal 8 kinderen. Op de andere dagen is er één groep van maximaal 16
kinderen.
Er wordt gewerkt volgens de methode Startblokken van Basisontwikkeling. De ruimte van de PSZ
wordt tussen de middag gebruikt voor kinderen van de basisschool voor de tussenschoolse opvang,
dit wordt door de peuterspeelzaalleidsters van Dol-fijn verzorgd.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
In het Landelijk Register Kinderopvang staan 16 kindplaatsen beschreven. Op drie ochtenden in de
week zijn op de peuterspeelzaal twee groepen en 24 kinderen aanwezig.
3 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Observaties en bevindingen
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet
Peuterspeelzaal Dol-fijn is gericht op de opvang van kinderen van 2 jaar tot de leeftijd waarop zij
naar het basisonderwijs gaan.
Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen tegen de vestiging van de houder.
Gebruikte bronnen:
•
Inspectierapporten en het Landelijk Register Kinderopvang
4 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
•
emotionele veiligheid;
•
persoonlijke competentie;
•
sociale competentie;
•
overdracht van waarden en normen;
Tijdens de observatie is gebruik gemaakt van het Veldinstrument onderzoek en observatie
kindercentrum, versie september 2013. De cursief gedrukte stukken zijn citaten uit het
veldinstrument. Daarna volgt het voorbeeld uit de praktijk.
Alle pedagogisch medewerkers van PSZ Dol-fijn hebben de cursus over de observatiemethode
'KIJK' afgerond in juni 2014. In het nieuwe jaar wordt gestart met de invoering van de observaties
en wordt de ontwikkeling van de kinderen beschreven. De pedagogisch medewerkers krijgen een
aantal mentorkinderen die zij met behulp van 'Kijk' volgen.
Tijdens de inspectie van 2013 zijn ten aanzien van de structuur en opbouw van het programma
een aantal aandachtspunten beschreven. In januari 2013 heeft men het ochtendprogramma
aangepast ( twee korte kringmomenten). Na een evaluatie ( juli 2013) heeft men toch besloten de
ochtendopbouw terug te brengen naar de oude structuur, dus één kringmoment.
Alle voorwaarden met betrekking tot de pedagogische praktijk zijn voldoende beoordeeld.
Pedagogisch beleid
Peuterspeelzaal Dol-fijn maakt gebruik van Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaal Dol-fijn,
locatie Paasberg en locatie Brede school Oosterbeek Laag" (versie oktober 2012).
Niet beoordeeld zijn: de inzet van de achterwacht en de ondersteuning door andere volwassenen.
Het is niet van toepassing.
Pedagogische praktijk
De observatie van de pedagogische praktijk heeft 's morgens plaatsgevonden. Bij de binnenkomst
van de toezichthouder spelen de kinderen vrij in beide groepsruimten. De kinderen kiezen zelf waar
ze mee willen spelen.
Om 10.30 uur start de kring. De kring wordt geleid door één pedagogisch medewerker. De tweede
pedagogisch medewerker ondersteunt en doet actief mee in de kring. Na de kring is nog heel even
tijd om buiten te spelen. De kring duurt ongeveer 60 minuten.
De opbouw van de ochtend staat zo voor beide locaties van PSZ Dol-fijn beschreven. PSZ Dol-fijn
maakt gebruik van het VVE programma Startblokken. Het thema is in het teamoverleg bepaald en
wordt uitgewerkt op de ontwikkelingsgebieden. Het thema is: Appels en Peren.
Uit het inspectieonderzoek van 24 oktober 2013 is een opmerking naar voren gekomen ten aanzien
van het stimuleren van de zelfredzaamheid van de kinderen. Tijdens de observatie werd toen
geconstateerd dat bij het opruimen en de toiletronde veel van de kinderen wordt overgenomen.
Tijdens dit onderzoek is gebleken dat de zelfredzaamheid van de kinderen wordt gestimuleerd en
dat het voldoende is beoordeeld.
Conclusie
De kinderen hebben het zowel tijdens het vrije spel en in de meer gestructureerde zetting van de
kring naar hun zin. Het iniatief tot spel of onderwerp van gesprek en spel wordt aangegeven door
de kinderen. De pedagogisch medewerkers gaan op de signalen van de kinderen in. Dit blijkt uit de
observatie op de groep.
5 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Waarborgen van de emotionele veiligheid
"De meeste kinderen laten zich enthousiast maken en motiveren door de beroepskrachten. Een
deel van de kinderen is afwachtend en reageert niet (direct) op initiatieven van de beroepskracht.
De meeste kinderen zijn rustig en ontspannen in het contact met de beroepskrachten. De kinderen
schakelen de beroepskrachten in als ze hulp of steun nodig hebben ".
De kring wordt rustig opgebouwd. De kinderen die naar de w.c. zijn geweest pakken alvast een
stoel en gaan uit zichzelf zitten. De pedagogsch medewerkers vinden vaak een aanleiding om een
gesprekje te starten bijvoorbeeld over een verkoudheid of over een afbeelding op een Tshirt en de
inhoud van de trommels. Deze trommels worden middels een spel met namen uitgedeeld door de
hulp van de dag. Er worden toepasselijke liedjes gezongen zoals: "we maken een kringetje". Alle
kinderen doen enthousiast mee. Gedurende de kring is afwisseling en er zijn korte activiteiten. Er
is veel interactie tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen. De inbreng van de kinderen
wordt uitgelokt en is dan aanleiding voor een liedje, versje of doe-spel.
Een kind mist zijn moeder en loopt dan naar het raam. De pedagogisch medewerker helpt hem
door hem te blijven betrekken en af te leiden. Zij zit naast hem en troost hem als hij het moeilijk
heeft.
Ontwikkeling van persoonlijke competentie
"Kinderen krijgen ruimte voor zelfsturing, maar de beroepkracht is voor kinderen het controlepunt
bij het aangaan en uitvoren van activiteiten".
Er is nog even tijd om buiten te spelen. De jassen worden gebracht.De pedagogisch medewerker
zegt: "jullie mogen de jassen zelf aan doen". Als het je niet lukt, kom dan maar naar ons toe". De
kinderen helpen zichzelf als ze naar de w.c. gaan en ze krijgen ondersteuning als het nodig is. Uit
deze observaties blijkt dat de zelfstandigheid voldoende wordt gestimuleerd door de pedagogisch
medewerkers.
Ontwikkeling van sociale competentie
"De beroepskrachten dragen actief bij aan een positieve groepssfeer door grapjes te maken,
behulpzaam te zijn, gerichtheid op alle kinderen, aandacht en zorg voor individuele kinderen [...].
Het opruimen is ook spel. De pedagogisch medewerkers stimuleren dat kinderen elkaar helpen:
"misschien kan X jou even helpen met de puzzels?" Een kind wordt geholpen door samen een
politiemotor weg te zetten. Een kind klimt op een stoel. Dat is niet de bedoeling en er wordt een
grapje over gemaakt: "Epke Zonderland!". De kinderen hebben de kring zelf gevormd
en zitten dicht op elkaar. De kinderen krijgen de opdracht om iets meer uit elkaar te gaan en de
kring groter te maken. "Zo komen de vingers niet tussen de stoelen", zegt de pedagogisch
medewerker. Hieruit blijkt de gerichtheid op alle kinderen. Zij geven hulp en complimentjes en
weten een prettige sfeer te scheppen.
Overdracht van normen en waarden
"Beroepskrachten hebben voldoende houvast aan en inzicht in de afspraken, regels en
omgangsvormen om kinderen hierop voor te leven en te begeleiden".
De broodtrommels worden opengemaakt. Wat zijn er veel bananen vandaag, merkt de
pedagogisch medewerker op. Een kind komt met banaan naar haar toe en zegt: "openmaken". "Wil
je alsjeblieft de banaan openmaken", antwoordt de pedagogisch medewerker. Het kind komt
dichter bij de pedagogisch medewerker staan. Tijdens het pellen van de banaan zegt het kind: wil
je alsjeblieft.....
Voorschoolse educatie
Op peuterspeelzaal Dol-fijn wordt Voor - en Vroegschoolse Educatie aangeboden. De VVE kinderen
komen minimaal twee dagdelen naar de peuterspeelzaal. Alle dagen wordt VVE aangeboden.
De groep bestaat uit maximaal 16 kinderen en twee vaste beroepskrachten en een groep van 8
kinderen met één vaste beroepskracht.
De beroepskrachten beschikken over de juiste beroepskwalificatie aangevuld met een VVEcertificaat.
Er wordt gebruik gemaakt van het VVE-erkende programma "Startblokken van Basisontwikkeling".
De houder heeft een opleidingsplan opgesteld waarin staat beschreven hoe de kennis en
vaardigheden van de beroepskrachten met betrekking tot VVE worden onderhouden. Dit plan is
gedateerd van 2014-2015. Het opleidingplan is tot het voorjaar van 2015 ingevuld.
6 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Gebruikte bronnen:
•
Interview anderen (Met de pedagogisch medewerkers)
•
Observaties
•
Website
Pedagogisch beleidsplan (PSZ Dol-fijn, locatie Paasberg en locatie Brede school Oosterbeek
•
Laag" (versie oktober 2012))
•
VVE-certificaten
•
Opleidingsplan voorschoolse educatie (Opleidingsplan 2014-2015)
7 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Personeel en groepen
Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende
beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.
Alle onderdelen van dit domein zijn voldoende beoordeeld.
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaringen omtrent het gedrag van beide pedagogisch medewerkers zijn beoordeeld.
Passende beroepskwalificatie
De diploma's van beide pedagogisch medewerkers zijn beoordeeld.
Opvang in groepen
Op maandag, woensdag en vrijdag zijn twee groepen. Een groep van 16 kinderen en een groep
van 8 kinderen. Er zijn vaste pedagogisch medewerkers.
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Op de groep van 16 kinderen zijn twee pedagogisch medewerkers aanwezig. Op de groep van 8
kinderen is één pedagogisch medewerker aanwezig.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Er wordt Nederlands gesproken.
Gebruikte bronnen:
•
Interview anderen (Met de pedagogisch medewerkers)
•
Observaties
•
Verklaringen omtrent het gedrag
•
Diploma's beroepskrachten
•
Presentielijsten
•
Personeelsrooster
8 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Veiligheid en gezondheid
Binnen dit domein zijn de documenten over de veiligheid en gezondheid beoordeeld op inhoud en
uitvoering.
Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken
naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om
kennis te kunnen nemen van de meldcode.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid zijn in 2014 uitgevoerd. Bij ieder risco wordt
verwezen naar een huisregel. De samenhang tussen risico en maatregel is duidelijk. Het is een
helder plan.
De nieuwe acties ten aanzien van de veiligheid zijn beschreven en voorzien van een datum van
uitvoering en van een verantwoordelijke persoon.
Tijdens de inspectie is besproken dat de tassen van de medewerkers niet in de keuken moeten
staan omdat de kinderen door de keuken lopen. Inmiddels is hiervan een nieuwe maatregel
beschreven in het plan veiligheid.
In de teamvergadering van september 2014 worden de risico-inventarisaties en de nieuwe acties
besproken.
Meldcode kindermishandeling
De pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van de meldcode kindermishandeling blijkt uit het
interview met de pedagogisch medewerkers.
Gebruikte bronnen:
•
Interview anderen (Met de pedagogisch medewerkers)
•
Observaties
•
Risico-inventarisatie veiligheid (april 2014)
•
Risico-inventarisatie gezondheid (2013-2014)
•
Actieplan veiligheid
•
Actieplan gezondheid
•
Ongevallenregistratie
•
Huisregels/groepsregels
•
Meldcode kindermishandeling (Meldcode kindermishandeling juli 2013)
9 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Ruimte en inrichting
Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het
aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten.
Gebruikte bronnen:
•
Observaties
10 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Ouderrecht
Bij dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders informeert over het beleid. Ook is gekeken
naar de klachtenprocedure van de peuterspeelzaal.
Informatie
De ouders worden geïnformeerd middels het informatieboekje en het pedagogisch beleidsplan.
Tijdens het kennismakingsgesprek wordt informatie gegeven.
Alle informatie staat op de website.
Klachten
Voor de klachten is Dol-fijn aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang. De
ouders worden via de website geïnformeerd over de klachtenregeling.
Het klachtenjaarverslag is op 1 juni 2014 aan de toezichthouder gestuurd.
Gebruikte bronnen:
•
Website
•
Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Jaargang 2013)
11 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Inspectie-items
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet
Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een
bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.
(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar
tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.
(art 2.5 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn
vestiging(en) te voorkomen.
(art 2.5 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende
visie op de omgang met kinderen is beschreven.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende
beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de
mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en
de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de
maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten
waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten
in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen
signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning
kunnen bieden.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten
in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke
wijze zij daarbij ondersteund worden.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per
week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen
taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de
groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig
gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één
module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op
het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en
vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en
samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen,
motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
13 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee
jaar.
(art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één
werkzaam is op de groep van het kind.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:
- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;
- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede
beroepskracht.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15
minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de
beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
(art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF
Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze
specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde
gedragscode.
(art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
14 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking,
valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin
het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu,
buitenmilieu en medisch handelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik
ervan.
(art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
15 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Ruimte en inrichting
Binnenruimte
Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.
De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen
kinderen en het pedagogisch beleid.
Buitenspeelruimte
Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen
kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht
Informatie
De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.
(art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort
en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke
vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn.
(art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk
na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een
afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.
(art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de
beschreven eisen.
(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.
(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
(art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een
oordeel van de klachtencommissie.
(art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder leeft geheimhoudingsplicht na.
(art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
16 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders
wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
(art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar
aan de GGD.
(art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
17 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Vestigingsnummer KvK
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
Gegevens houder
Naam houder
Website
KvK nummer
: Hendrikje Worm-de Haan
: www.speelzaaldolfijn.nl
: 09069731
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn"
000007274084
16
Ja
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: RENKUM
: Postbus 9100
: 6860HA OOSTERBEEK
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
Postbus 5364
6802EJ ARNHEM
0800-8446000
Jeanne Goeting
09-09-2014
03-10-2014
23-10-2014
28-10-2014
28-10-2014
: 28-10-2014
: 04-11-2014
18 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
We zijn blij met het positieve rapport en zien daarin weerspiegeld dat we op de goede weg zijn om
de peuters met zoveel mogelijk plezier leerervaringen op te laten doen, samen met andere
kinderen.
19 van 19
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 09-09-2014
Peuterspeelzaal "Dol-Fijn" te OOSTERBEEK