Juni 2014 - Stichting Openbaar Onderwijs Marenland

Marenlandbulletin
juni 2014
Dick aan het woord
Makkelijk en moeilijk
Het schooljaar zit er weer bijna op. We kennen het gevoel van de laatste schoolweken. Moeilijk, omdat er nog een heleboel zaken geregeld moeten worden in
de laatste dagen. En makkelijk, omdat het vaak leuke activiteiten zijn. Voor een
aantal scholen zal het vakantiegevoel wat anders zijn. Door fusies en sluiting zijn
er in de vakantieweken nog veel moeilijke werkzaamheden te verrichten om het
gebouw leeg te maken en de verhuizing voor te bereiden. Aantrekkelijk is voor
een aantal scholen dat na de vakantie wordt ingetrokken in een nieuw of een
ander gebouw. Dat geeft een gemakkelijk en plezierig gevoel om te beginnen.
In dit nummer 0.a.
Studiedag Hamburg naar brede kinderopvangvoorzieningen
Jan Nieuwenhuizen en Iemekörf
organiseren samen Avond4daagse
Juf Diana van de Abt Emoschool is getrouwd
Schoolplein 14 op Togtemaarschool
Als we terugkijken op het afgelopen jaar waren er een heleboel makkelijke momenten. Heel veel zaken lopen op de scholen goed en alle medewerkers geef ik
hierbij een groot compliment. Vorige week las ik de uitkomsten van de tevredenheidsonderzoeken bij ouders, personeel en leerlingen en daarin zijn veel positieve
zaken terug te lezen. Na de vakantie kom ik daar uitgebreid op terug.
Het schooljaar kende ook veel moeilijke momenten, zaken die niet lekker op de
school liepen. De steeds verdergaande teruggang van het leerlingenaantal, de
moeilijke processen van de scholenfusies en de doorlopend aandacht vragende
kwaliteit.
Arjen Robben en Ivo Niehe op Togtemaarschool
Het afgelopen schooljaar was ook het schooljaar van de voorbereiding op de
besturenfusie. Soms leek dat een makkelijk proces, omdat de stappen elkaar
redelijk opvolgden. Soms was het ook moeilijk, omdat de GMR nog niet kon
instemmen en overleg tussen bestuur en GMR nog plaatsvindt.
7 juli t/m 15 augustus: zomervakantie
De ontwikkeling van de kindvoorziening maakte heel makkelijk grote stappen.
De inspiratiegroep van leidinggevenden en de opgeleide ambassadeurs zorgden
voor uitbreiding van de kennis over de kindvoorziening en op veel plaatsen zijn
mooie plannen opgesteld. De kindvoorziening is ook een moeilijk proces, omdat
vooral bij de wat kleinere voorzieningen nog niet altijd stappen konden worden
gezet. Volgend schooljaar kunnen (ook) leerkrachten zich verder gaan verdiepen
in de kindvoorziening. Makkelijk is het om het mooie aanbod in de Marenland
Academie te lezen.
Het is makkelijk om straks heerlijk met vakantie te gaan. Nu lijkt het misschien
moeilijk om in augustus weer te gaan beginnen. Over een paar weken blijken
moeilijke dingen weer makkelijk te zijn en makkelijke dingen liggen misschien
toch wat moeilijk.
Fijne vakantie!
Dick Henderikse
Promotiefilmpje kindvoorzieningen
Ik ben… Mirjam Berghuis
agenda
4 juli: laatste schooldag
18 augustus: eerste schooldag
schooljaar 2014-2015
1 september: DB GMR,
Onderwijsbureau Loppersum
8 september, 19.00 uur: GMR,
Onderwijsbureau Loppersum
15 september, 19.00 uur: bestuursvergadering,
Onderwijsbureau Loppersum
16 september, 9.00 uur: directieoverleg
cluster A, Onderwijsbureau Loppersum
17 september, 9.00 uur: directieoverleg
cluster B, Onderwijsbureau Loppersum
18 september, 9.00 uur: directieoverleg
cluster C, Onderwijsbureau Loppersum
29 september: DB GMR,
Onderwijsbureau Loppersum
9 oktober, 19.00 uur: GMR,
Onderwijsbureau Loppersum
13 oktober t/m 17 oktober: herfstvakantie
Stichting openbaar onderwijs
Marenland
Marenlandnieuws
Studiereis Hamburg leerzame afsluiting van opleiding
Ambassadeur Kindvoorziening
In mei hebben 25 deelnemers de opleiding Ambassadeur
Kindvoorziening afgerond. Zij hebben een jaar lang onder
leiding van ervaren deskundigen het fenomeen kindvoorziening onderzocht en met veel enthousiasme eigen plannen
gemaakt. Vooral de stages tijdens de opleiding zijn goed
bevallen. Elke deelnemer heeft een bezoek gebracht aan een
schoolbestuur of school buiten de eigen regio, die al wat
stappen verder was. Ook hebben de deelnemers een tweedaagse studiereis naar Hamburg gemaakt, waar ze scholen
en brede kinderopvangvoorzieningen bezochten. Een
leerzame afsluiting van de opleiding.
Onze boeiende reis begon om ’s morgens half 8 in Loppersum.
Met een kleine bus reisden we af naar Hamburg. Om half 12 waren
we in de eerste Vorschule: Kita in Johannisburg. We bezochten
eerst het kinderdagverblijf en daarna de basisschool met klassen
voor de 1- tot 6-jarigen. ’s Middags bezochten we een kinderopvang, gekoppeld aan de Vorschule. Hier hebben we onze ogen
uitgekeken naar de inrichting van het gebouw en de prachtige en
uitdagende buitenspeelruimte. Aan het eind van de dag hebben
we de haven van Hamburg bezocht en zijn we met de pont langs
diverse opstapplekken gevaren. Ook op vrijdag bezochten we
eerst een Kita, ofwel een kinderopvang met Vorschule, en later
de Grundschule.
Aankomst bij een van de bezochte scholen
Het Duitse schoolsysteem
Het Duitse onderwijssysteem verschilt van ons onderwijssysteem.
De opvallendste verschillen:
- De leerplicht begint op 6-jarige leeftijd, hoewel veel kinderen
al starten als ze 5 jaar zijn.
- De school is verdeeld in:
• een Vorschule voor 1- tot 6-jarigen
• een Grundschule voor 6- tot 10-jarigen
• een Orientierungsstufe (brugperiode) voor 10- tot 12-jarigen
- Na hun twaalfde gaan leerlingen naar het voortgezet onderwijs,
in de basis vergelijkbaar met ons schoolsysteem. De leerplicht
loopt tot 18 jaar.
- Onderwijs in Duitsland wordt op deelstaatniveau vormgegeven,
per deelstaat zijn er verschillen.
Wat ons opviel in het Duitse systeem
- Er wordt zeer kindgericht gewerkt. In elke school zijn ontdek-
hoeken, is er veel aandacht voor kunst en cultuur (in samen werking met kunstenaars), en zijn er voor alle kinderen dagelijks
sportactiviteiten. Muziek neemt een belangrijke plaats in. In
een van de scholen bespeelt ieder kind een instrument (viool,
cello, piano) bij het verlaten van de school.
- De gebouwen zijn over het algemeen oud, maar van binnen
heel sfeervol en kindvriendelijk ingericht.
- Er is veel rust in de scholen. Kinderen zijn vanaf 8.00 uur tot
16.00 of 17.00 uur op school. Op vaste tijden wordt onderwijs
verzorgd en daaromheen zijn activiteiten waarbij leerlingen
vaak zelfstandig aan de slag kunnen.
Indrukwekkende sporthal
marenlandbulletin juni 2014 | 2
- Iedereen eet warm op school.
- Er is een goed georganiseerde afstemming tussen opvang en
onderwijs. Er is veel samenwerking en waar het mogelijk is
worden lessen van elkaar overgenomen of ondersteunt men
elkaar.
- De scholen die we hebben bezocht zijn groot, over het
algemeen tussen de 200 en 500 kinderen.
- De opbouw van de leerstof lijkt op het eerste gezicht een
jaar langzamer te gaan dan in Nederland.
- In de groepen zijn spiegels. Dit om het zelfbeeld van elk
kind te verstevigen.
- Scholen zijn gastvrij. Je bent en voelt je welkom.
- Groepen zijn niet groter dan 23 leerlingen en de pedagogisch
medewerkers en de leerkrachten zijn samen verantwoordelijk
voor de ontwikkeling van de kinderen.
- In de Vorschule zijn ouders dagelijks welkom. Vooral bij de
hele jonge kinderen zijn ouders dichtbij en worden ouders
geholpen een goede band op te bouwen (ouder-kindrelatie).
- In achterstandswijk zijn afwijkende schooltijden: twee mid dagen verplicht langer. Maar uiteindelijk is ieder kind er
vrijwel alle middagen, omdat ze het fijn vinden op school
en thuis niet zoveel hebben.
- Vijf uur per dag is er voor elke leerling gratis kinderopvang.
Sfeervol interieur
Spiegels om zelfbeeld van de kinderen te verstevigen
Prachtige buitenspeelruimte
marenlandbulletin juni 2014 | 3
Scholennieuws
Ouderraden Jan Nieuwenhuyzenschool en
Iemekörf organiseren samen Avond4daagse
De ouderraden van de Jan Nieuwenhuyzenschool en de Iemekörf
besloten een tijdje geleden om samen de Avond4daagse in Delfzijl
te organiseren. Een sportieve, gezellige en ongedwongen manier
om kennis met elkaar te maken. Het was een mooi gezicht hoe leerlingen, ouders en leerkrachten met elkaar in gesprek waren. Twee
jongetjes hadden elkaar gevonden in de gezamenlijke interesse in
Skylanders. Voor de laatste avond had één van de ouders een spandoek met daarop het logo van de nieuwe school De Vuurvlinder
gemaakt. Aan beide directeuren, Els en Ria, de eer deze te dragen.
Letterlijk en figuurlijk komen leerlingen, ouders en het team steeds
een stapje dichter bij de finish die fusie heet.
Juf Diana van de Abt Emoschool
is getrouwd!
Wat een feest! Juf Diana van de Abt Emoschool ging op 5
juni trouwen met Remko. Ze hadden alle leerlingen hiervoor
persoonlijk uitgenodigd. Dat was geweldig. De kinderen
verheugden zich er erg op.
’s Middags gingen de kinderen met de mooi versierde bus
naar het stadhuis in Groningen. Met de bus parkeren op
de Grote Markt! De kinderen hadden bogen, versierd met
roosjes en ballonnen, gemaakt waar het kersverse echtpaar
onder door kon lopen. Er waren veel ouders aanwezig bij
het stadhuis om te kijken. Diana en Remko zagen er prachtig
uit. Er is nog een mooie foto op de trappen van het stadhuis
gemaakt van alle leerlingen met juf en Remko.
Daarna stapten de kinderen weer in de bus om naar Landgoed Lemferdinge in Paterswolde te gaan. Daar was de
kinderreceptie. Eerst zongen de kinderen een lied, daarna
boden ze juf een roos, met daaraan een wenskaartje, aan.
Verder was er een filmpje opgenomen door één van de
ouders. Hierin vertelden de kinderen wat trouwen is, of
ze zelf gingen trouwen en met wie. Er was nog een boek
gemaakt met tekeningen en ook foto’s van de kinderen in
mooie trouwkleding. Namens de ouders werd er een cadeau
overhandigd. Toen was het tijd voor taart en drinken.
De kinderen kregen ook nog een leuke goodiebag mee
naar huis. Een toeter en een ratel voor het WK voetbal.
Nou juf, als je nog eens wat weet.
marenlandbulletin juni 2014 | 4
scholennieuws
Muziekfestival Togtemaarschool
geslaagd
Woensdag 28 mei organiseerde de Togtemaarschool het eerste
Togtemaar Muziek Festival (TMF). Met behulp van de Rijdende Popschool, vele ouders en leerkrachten werd deze dag een spektakel
van jewelste. De ochtend bestond uit allemaal workshops, zoals
instrumenten maken, zingen en djembé spelen. Op school waren
eerder ook al vier bandjes ontstaan, die ter afsluiting van deze dag
gingen optreden. Ook was er een schoolkoor en traden individuele
artiesten op bij de afsluiting. Een fantastische dag, waarbij de kinderen konden genieten van vele muzikale activiteiten en ook nog
gingen optreden voor ouders, opa’s en oma’s. Volgend jaar weer,
want de Togtemaarschool wil niet alleen dat de kinderen goed lees-,
reken- en taalonderwijs krijgen, maar dat ze ook cultureel aan hun
trekken komen!
Schoolplein 14
op Togtemaarschool
Op de Togtemaarschool is het eerste Schoolplein 14 in de provincie
Groningen gerealiseerd. Het sportplein is een initiatief van de Johan
Cruyff Foundation. ‘Alleen kun je niets, je moet het samen doen’ is
de eerste van veertien gedragsregels die Johan Cruyff opstelde voor
het Schoolplein 14. Deze veertien regels staan op een plaquette aan
de muur van de Togtemaarschool. Het sportplein bestaat uit een
voetbalveldje, een basketbal/volleybalveldje en een atletiekbaan.
Maar alles is ook anders te gebruiken, met verschillende materialen.
Ook is het kleuterplein met allerlei spel- en sportactiviteiten verrijkt,
waardoor alle kinderen nog meer kunnen bewegen en samen
spelen. Een fantastische verrijking voor de Togtemaarschool!
Door een sponsorloop en kaartenactie van de leerlingen, hulp van
lokale bedrijven, de Rabobank, de NAM en de Cruyff Foundation
is de financiering tot stand gekomen. De kinderen hebben zelf
een stem gehad in hoe het plein eruit kwam te zien en welke
sportactiviteiten er moesten komen. De opening begon met een
speech van Mark van der Made, trotse directeur van de Togtemaarschool. Daarna spraken Gini Laloli van de Cruyff Foundation
en de wethouder van onderwijs, de heer Van der Kolk. Het officiële
gedeelte werd afgesloten met de onthulling van het ‘Gedragsregelbord’ met de veertien regels die horen bij dit schoolplein.
Deze onthulling werd gedaan door Marije Oosterhuis, paralympisch zwemster en horende bij de Cruyff Foundation, en de oudste
(Roël) en jongste (Matthijs) leerling van de Togtemaarschool.
marenlandbulletin juni 2014 | 5
Scholennieuws
Voldoende beoordeling door
inspectie op Fiepko Coolmanschool
Dinsdag 13 mei kreeg de Fiepko Coolmanschool bezoek van
de onderwijsinspectie, die een groot vierjaarlijks kwaliteitsonderzoek heeft afgenomen. Na klassenbezoeken en
gesprekken met team, IB’er, directie en bovenschoolse
directie, heeft de school een voldoende beoordeling gekregen
en is het harde werken beloond. Leerlingen en team zijn
trots op dit resultaat!
De Bongerd, een schatrijke school
Arjen Robben en Ivo Niehe op
Misschien vinden wij het gewoon, maar het onderwijs op
De Bongerd is een voorbeeld van hoe je onderwijs op maat
kunt geven. En dat is helemaal niet gewoon. Om dit te laten
zien heeft de school een folder gemaakt, waarin uitgelegd
wordt hoe het onderwijs op De Bongerd in elkaar steekt.
Kijk op www.debongerd.net
Togtemaarschool
Woensdag 28 mei waren twee beroemdheden op de Togtemaarschool: Arjen Robben en Ivo Niehe. Arjen Robben was weer op
school om het tweede boek Arjen Robben en het magische schot in
Rio uit zijn trilogie in ontvangst te nemen. Ook in dit tweede boek
hebben leerlingen het eerste hoofdstuk geschreven (groep 8a).
Arjen schreef voor het derde boek Arjen Robben en zijn jonge
helden de eerste zin op het bord in groep 7. Deze groep start met
het schrijven van het eerste hoofdstuk van het derde boek onder
eindredactie van kinderboekenschrijver Fred Diks. Alles in aanwezigheid van erg veel pers: Hart van Nederland, RTL Boulevard,
Jeugdjournaal, TV Noord, verschillende radio-omroepen en
tijdschriften.
Ook Ivo Niehe was aanwezig voor zijn tv-programma Tros TV
Show. Arjen Robben wil zich namelijk sterk maken voor UNICEF.
Zes kinderen uit groep 6 mochten een ‘persconferentie’ houden
met Arjen onder leiding van Ivo Niehe. 16 juli komt het resultaat
hiervan op televisie. Tros TV Show staat dan geheel in het teken
van UNICEF. Na afloop ging Ivo Niehe nog even achter een piano
zitten en begon wat liedjes te zingen, omdat de school deze dag
ook nog een geweldig muziekfestival had.
De hele school zwaaide Arjen Robben uit onder Braziliaans
tromgeroffel en wenste hem succes met het Nederlands elftal
op het WK. Een onvergetelijke en hectische dag, waar de Togtemaarschool trots op mag zijn! Een filmpje over deze dag staat
op Youtube: http://youtu.be/xbI6PD3H78M
marenlandbulletin juni 2014 | 6
Kindvoorzieningen
We doen het zelf, we doen het samen
In het afgelopen seizoen is in Delfzijl Noord, Oling, Opwierde en
Tuikwerd hard samengewerkt om de ambities rondom kindvoorzieningen in een volgende fase te brengen. Concreet betekende
dit investeren in elkaar en investeren in gezamenlijke initiatieven
om te werken aan de voorwaarden voor een kindvoorziening. In
Oling wordt bijvoorbeeld vanaf het volgende schooljaar gestart
met een continurooster. In Tuikwerd gaat vanaf het nieuwe seizoen een experiment starten met een gezamenlijke unit voor de
onderbouw. In Opwierde wordt gewerkt met de kwaliteitskaart
kindvoorzieningen en is men gestart met kennismaking en het
ontwikkelen van een gezamenlijke visie. In Delfzijl Noord hebben
werkgroepen plannen uitgewerkt die vanaf het volgende schoolseizoen concreet vorm gaan krijgen. De richting is duidelijk:
afstemming om de gezamenlijke ambities rondom kindvoorzieningen te realiseren.
De projecten werden begeleid door eigen projectleiders of door
externe projectleiders. Vanaf het volgende seizoen is er een
bewuste keus gemaakt om eigen mensen op de locaties meer
in positie te brengen. Er zijn eigen voorzitters/’kapiteins’ aangesteld die voor Marenland, Noordkwartier en Kids2b de verdere
ontwikkeling uitwerken met een managementteam op locatie.
‘Gedeeld leiderschap’ is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Een
voorzitter/’kapitein’ neemt dit in elk geval voor een jaar op zich,
maar het kan ook voor langere tijd van toepassing zijn. Voor Appingedam zijn dat Rita Joustra (Noordkwartier) en Siemon Niehof
(Marenland). Voor Delfzijl zijn dat Adolf Godlieb (Marenland) en
Eric Stam (Noordkwartier). Kids2b zal personeel inbrengen om de
inhoudelijke ontwikkeling van de kindvoorzieningen op meerdere plaatsen gestalte te geven.
Promotiefilmpje kindvoorzieningen
Op verschillende locaties van Noordkwartier, Marenland en
Kids2b zijn door een camerateam van Albert Hofman beelden
gemaakt voor een promotiefilmpje kindvoorzieningen.
Onder het motto ‘ontdek jezelf in de wereld van morgen’ laat
het filmpje toekomstbeelden zien van onderwijs en opvang
van morgen. Op plekken waar al mooie nieuwe initiatieven
opbloeien, zijn beelden gemaakt. De inspiratiegroep kindvoorzieningen heeft het script samen met Albert Hofman uitgewerkt.
Aan het begin van het nieuwe schooljaar zal het korte promotiefilmpje zijn première beleven. Het is bedoeld voor ouders
en nieuwe ouders om een beeld te geven van de meerwaarde
van kindvoorzieningen. En natuurlijk ook geschikt voor eigen
personeel!
Inspiratiegroep kindvoorzieningen
gaat door
De inspiratiegroep kindvoorzieningen gaat in het volgende
schoolseizoen verder. De groep wil in het komende schooljaar
een aantal themabijeenkomsten organiseren over thema’s die
wezenlijk zijn voor kindvoorzieningen. ‘Ondernemerschap’ en
‘Personeel’ zijn voorbeelden van deze kernthema’s. Maar ook het
maken van een ToolKID kindvoorzieningen. Het gaat hierbij om
het maken van een overzicht van praktische hulpmiddelen om in
de praktijk mee aan de slag te kunnen. De inspiratiegroep gaat
zich ook buigen over een andere naam voor het begrip kindvoorziening. Inmiddels is de naam al behoorlijk ingeburgerd, maar
de zoektocht naar een naam met een concept wordt in oktober
afgerond. Dan zal ook bekend worden aan welke basisvoorwaarden een locatie moet voldoen om zichzelf een kindvoorziening
te mogen noemen.
Ten Boer gaat voor kindvoorziening
Wie voor het eerst op obs De Huifkar in Ten Boer komt, ziet het
meteen bij binnenkomst in de centrale ruimte: een mooi podium
met een dijk van een muziekinstallatie. Hier kunnen kinderen
in een ruime ambiance hun talenten tonen aan elkaar en aan
hun ouders. De kinderopvang en peuterspeelzaal zijn ruimtelijk
geïntegreerd in het gebouw. Een buitenstaander zou zichzelf de
vraag kunnen stellen wat men hier nog meer zou moeten willen
om een volwaardige kindvoorziening te zijn. Toch willen Marinka
Koster van Kids2b en Henri Jan de Goede van Marenland nog
meer in Ten Boer bereiken om een totaal geintegreerd aanbod
te bieden aan kinderen. De eerste gedachten gaan uit naar het
werken met een continurooster op alle scholen vanaf 1 augustus
2015. Niet als doel op zich, maar om het mogelijk te maken om
een nog mooier totaalpakket aan te kunnen bieden aan kinderen. Marinka Koster en Henri Jan de Goede hebben beide de
opleiding kindvoorziening gevolgd en hebben een gezamenlijke
taal ontwikkeld. ‘Het wiel’ van verandering vormt voor hen de
inspiratiebron voor vervolgacties. Samen werkten ze een eerste
plan van aanpak uit dat vanaf het volgende seizoen uitgevoerd
gaat worden. Natuurlijk zullen de deelnemende teams in de
plannen betrokken gaan worden.
Wagenborgen van start
Obs De Waarborg en cbs De Blinke gaan in het volgende
schooljaar starten met een onderzoek naar de vorming van een
samenwerkingsschool. De lange termijn ambitie is gericht op
vorming van een kindvoorziening. Samen met projectleider Els
van der Kwast gaan eerst de beide schoolteams in het komende
schoolseizoen samen op weg. Niet de snelheid telt, maar de
zorgvuldigheid om uiteindelijk te komen tot een nieuwe samenwerkingsschool/kindvoorziening. Doordat er nieuwe wijzigingen
aan gaan komen in de landelijke regelgeving is het mogelijk dat
de beide scholen en teams hier in de komende tijd optimaal van
gaan profiteren.
marenlandbulletin juni 2014 | 7
Uit de pers
Sem en Sophie en de wereld van morgen
Sem en Sophie zijn 4 jaar oud. Ze zijn allebei dit voorjaar voor het eerst naar school gegaan. Ze zijn nog niet bezig met wat
ze later willen worden en denken nog nauwelijks aan de toekomst. Maar de school is daar al wel mee bezig. De basisschool
is de plek waar Sem en Sophie elke dag met plezier naar toe gaan en waar de basis wordt gelegd voor de rest van hun leven.
De school, alle juffen en meesters en ander onderwijspersoneel, doet elke dag zijn uiterste best om er voor te zorgen dat
Sem en Sophie straks zelfbewust en zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving van de toekomst. Maar niemand
weet hoe de wereld van morgen er uit zal zien. Voorspellingen zijn nou eenmaal erg moeilijk, vooral over de toekomst.
Graag zet ik de toekomst van Sem en Sophie – de meest gekozen jongens- en meisjesnaam van 2010 - vandaag centraal
bij de opening van deze tweede dag van het congres van de PO-Raad, Bevlogen Besturen – Om de leerling. Zij staan
symbool voor de belangrijke maatschappelijke opdracht die ons primair onderwijs heeft.
Gisteren hebben de aanwezigen een prikkelende presentatie gehad van Peter van Lieshout, een van de samenstellers van
het rapport ‘Naar een lerende economie’, dat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de WRR, vorig jaar heeft
gepresenteerd. Hij heeft het onderwijs en de politiek aardig wat huiswerk meegegeven. Volgens Van Lieshout speelt het
onderwijs een cruciale rol in de duurzame innovatie die voor onze economie zo noodzakelijk is. Hij vergelijkt het onderwijs
met de zorg. In de zorg gaat 2 miljard om in het onderzoek naar de beste behandelmethodes, terwijl het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek het met 15 miljoen moet doen. Zijn uiteindelijke advies was: ‘Een geloofwaardig initiatief
vanuit de sector kan veel verschil maken.’ Die uitdaging pakken wij op. Wij gaan de relatie tussen onderzoek en de
onderwijspraktijk beter neerzetten.
Peter van Lieshout heeft ons uitgedaagd om samen het verschil te maken. Net als Frank Kalshoven, die we eerder bij de
PO-Raad als spreker hadden. In een recent boek getiteld ‘Groeiland’, zegt hij dat we in Nederland een Groeiland moeten
willen blijven én kunnen worden door dingen anders aan te pakken. Hij schetst twee economische keuzes: de keus tussen
meer werk of meer vrije tijd en de keus tussen meer investeren of meer consumeren. In zijn model kan Nederland kiezen
voor 4 toekomstscenario’s: worden we een krimpland, een werkland, innovatieland of groeiland. De onderliggende vraag is;
kiezen we alleen voor onszelf of kiezen we ook voor de toekomst van Sem en Sophie. Het gaat hier om het maatschappelijke
debat. Waar willen we heen met Nederland – en welke rol speelt het onderwijs hier? Ik vond het heerlijk om te lezen hoe
Kalshoven pleit voor het met procentpunten opschroeven van de investeringen in onderwijs, het investeren in de jongste
kinderen, verhogen van leraarssalarissen etcetera. Yes! Want, zoveel is duidelijk, de samenleving en de politiek kunnen niet
verwachten dat onze scholen een grote vernieuwingssprong kunnen maken, terwijl de bekostiging op hetzelfde niveau blijft.
Het gaat me niet alleen om het geld. Het gaat ook om de benadering van het primair onderwijs. Als je erkent dat scholen
door hun onderwijs bijdragen aan de economische ontwikkeling van ons land – en die ontwikkeling gaat door de technologische vernieuwing en door de globalisering razendsnel - kan je de basisscholen niet blijven benaderen met een heimwee
naar vroeger. U weet wel, die dorpsschool met een bovenmeester. Etre et avoir. Het moet me van het hart dat ik niet kan begrijpen dat sommige politieke partijen het behoud van de kleine scholen tot een politiek profileringspunt hebben gemaakt.
Ik zal nooit zeggen dat kleine scholen kwalitatief onder de maat zijn en dicht moeten. Ik vind dat onze schoolbesturen in
Nederland heel goed zelf kunnen beoordelen – samen met de ouders – of hun scholen de maatschappelijke opdracht die
ze hebben, aankunnen. Maar de politiek moet kiezen: als je wilt dat Nederland tot de top 5 van de kenniseconomieën gaat
behoren, dan moet je alle krachten mobiliseren. Niet klein houden, niet ingrijpen, niet voorschrijven, maar laat de sector
zijn creativiteit ontwikkelen. Dat vraagt visie. En geen fusietoets.
Voor de duidelijkheid: we mogen het ontwikkelen van talenten van kinderen nooit alleen vanuit economisch perspectief
beschouwen (‘hoeveel wordt iemand waard op de arbeidsmarkt’). Een kind, een mens, is niet op aarde om de economie
te dienen.
marenlandbulletin juni 2014 | 8
We hebben al de gelukkigste kinderen ter wereld. De school moet er mede voor zorgen dat zij breed ontwikkelde, gezonde,
goed opgeleide mensen worden die verantwoordelijkheid kunnen nemen voor zichzelf en de wereld om hen heen. En hoe
zal die wereld van Sem en Sophie er uit zien? We beseffen ons vaak niet hoe snel die ontwikkelingen gaan. De geschiedenis
leert dat 60 procent van de beste banen voor de komende tien jaar nu nog niet eens bestaan. Waarschijnlijk wil iedereen
straks ruimtereisleider worden, maar misschien kun je dan veel meer geld verdienen als privacydeskundige! We zijn al behoorlijk vervreemd van de wereld van 15 jaar geleden. Dat zal over 15 jaar niet anders zijn, maar vandaag en morgen
moeten we Sem en Sophie wel opleiden voor die wereld.
Wat vraagt dat van het onderwijs? Met stip op 1: goed onderwijs!
De scholen in het primair onderwijs hebben zich de laatste paar jaar sterk verbeterd. De kwaliteit van verreweg de meeste
basisscholen (98 procent) is voldoende. Het aantal zwakke en zeer zwakke scholen is verder gedaald. En dat geldt in toenemende mate ook voor het speciaal basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs. Ze kregen een compliment van
de Inspecteur-generaal. In het Onderwijsverslag sprak zij van een spectaculaire verbetering. Ik ben trots op de beweging
die gaande is. De basis is steeds meer op orde en dat is een groot compliment aan onze sector. Maar we moeten ons blijven
verbeteren. Voldoende is niet goed genoeg, als je meer uit de kinderen kunt halen. Het werken aan onderwijskwaliteit is
teamsport. Het vraagt om een gezamenlijke aanpak van alle geledingen: leraren, schoolleiders en bestuurders. In het
aanstaande sectorakkoord dat we sluiten met het Ministerie van OCW maken we hier ook afspraken over.
Maar onderwijskwaliteit is geen statisch begrip. Natuurlijk: basisvaardigheden heeft elk kind altijd en overal nodig. Maar
welke nieuwe competenties hebben de leerlingen nodig om in de wereld van morgen te functioneren? Ze worden nu vaak
de 21ste eeuwse vaardigheden genoemd. Die gaan verder dan alleen ‘het gebruik van ICT’. Het gaat over het omgaan met
informatie, om probleemoplossend denken, om creativiteit. De minister had het daar gisteren ook over toen ze verwees naar
het probleemoplossend vermogen dat het leven redde van de astronauten van Apollo 13. Het vormen van originele ideeën
door te onderzoeken en ontdekken. Daarmee is creativiteit een van de belangrijkste vaardigheden voor de komende eeuw.
De vraag is hoe de nieuwe vaardigheden zich verhouden tot de bestaande kerndoelen voor het primair onderwijs.
Wij vinden dat het tijd wordt om de kerndoelen van het primair onderwijs te herijken, tijd voor de APK van het onderwijsaanbod. OCW is het met ons eens – dus ook daar gaan we een afspraak over maken.
Maar onze scholen zitten gelukkig niet stilletjes af te wachten tot wij, met de beleidsmakers er uit zijn. Bij mijn vele
bezoeken aan scholen zie ik het bruisen van initiatieven tot vernieuwing.
Vernieuwingen in het onderwijs gaan vaak eindeloos gepaard met pilots. Er zijn veel pilots, op heel veel terreinen, heel
veel pilots.
Ik ben er eerlijk gezegd een beetje klaar mee. Na de zomer, als we een positieve evaluatie hebben van de pilots flexibele
onderwijstijden: stoppen met de pilots. Voor de ouders van Sem en Sophie is het wellicht te laat, maar voor de komende
generatie willen wij toch echt structureel meer ruimte om een dag in te vullen op een manier die bij een individuele school
past, daar moeten we dit najaar echt op gaan doorpakken! Wat mij betreft opdracht 2 voor die wereld van morgen.
Scholen hebben veel ruimte, kunnen veel zelf regelen. Van de minister mag u de randen van de wet zelfs opzoeken. Maar
soms hebben we elkaar echt nodig om tot vernieuwing te komen. Bijvoorbeeld op het gebied van ICT, een 3e punt. Daar
moeten we onze positie als sector sterk neerzetten ten opzichte van educatieve uitgeverijen, softwareleveranciers, leerling
administratiesystemen, kabelaars, enzovoort. Gisteren heeft onze ALV aan het bestuur van de PO-Raad mandaat verleend
om hier de regie te nemen ten opzichte van al die aanbieders. Dat doen we middels het Doorbraakproject, samen met de
VO-raad, het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Onderwijs.
Daarnaast willen we massa maken aan de vraagkant. Samen nadenken hoe ICT kan worden ingebed in het educatieve
beleid van een school. Door het slim inzetten van ICT kan de leraar beter differentiëren tussen leerlingen. Zo kunnen we
Sem en Sophie beter in staat stellen om hun talenten te ontwikkelen. Of Sem en Sophie nou extra aandacht en ondersteuning nodig hebben of extra uitdagingen zoeken. De doelen van Passend onderwijs in een notendop.
Als we Sem en Sophie hun talenten optimaal willen laten ontwikkelen, dan is het opvallend dat we kansen laten liggen
door de schotten in ons stelsel, zoals de versnipperde voorzieningen voor jonge kinderen. Dat brengt ons bij het 4e punt
om aan te pakken voor die toekomst. We weten allang uit internationaal wetenschappelijk onderzoek dat kinderen die een
goed voorschools aanbod hebben gekregen, gezonder worden, gelukkiger, socialer, beter in taal en rekenen en dat ze
marenlandbulletin juni 2014 | 9
daar heel lang van profiteren. Kortom; hartstikke goed ‘voor de economie’. Waarom investeren we daar niet in? Waarom
zet onze regering in op het harmoniseren van onze kwalitatief goede peuterspeelzaalvoorzieningen met de wereld van
de kinderopvang, die – helaas - een speelbal blijkt te zijn van elk kabinet en een enorme bureaucratie met de Belastingdienst
tot gevolg heeft? Welk belang is hier voor kinderen?
Voor degenen die beter te overtuigen zijn met het economisch aspect. James Heckman, Amerikaans econoom en Nobelprijswinnaar toonde al jaren geleden aan dat het investeren in jonge kinderen een veel hoger rendement oplevert dan welke
‘stock market’ ter wereld. Economisch en maatschappelijk! In Nederland heeft wetenschappelijk onderzoek dit rendement
nog niet aangetoond, maar zoals Trouw vorig jaar zomer al uitgebreid betoogde, het is ook nog niet geprobeerd. Dat is
zonde. En wat we wel weten is dat Nederland, van alle ontwikkelde westerse landen, het minst investeert in zijn populatie
0-4 jarigen. Hoeveel kansen laten we hier liggen? Hoeveel talent wordt hier verspild?
Veel van onze besturen staan te springen om kindvoorzieningen in te richten die een doorgaande ontwikkeling van elk kind
mogelijk maken. Maar ze lopen aan tegen ‘Het Systeem’. Ik denk dat die ene kwalitatief hoogstaande basisvoorziening voor
alle kinderen van 2,5 -6 jaar er echt gaat komen, en liever vandaag dan morgen. We zien enthousiaste experimenten in ons
veld, we zien steun bij ouders en leerkrachten, dit is de toekomst. We zijn er dichtbij, we regelen het liever nu, maar anders is
het zeker een onderdeel van het volgende regeerakkoord. Daar moet nu al aan gewerkt worden door alle mogelijke betrokken partijen bij elkaar te brengen. Wij noemen dat een Schevenings beraad 2.0, naar het Schevenings beraad van 20 jaar
geleden. Maar we ruilen die naam onmiddellijk in voor een betere. Het Schevenings beraad heeft het onderwijs toen echt
verder gebracht, maar we zijn 20 jaar verder. Nieuwe veranderingen zijn nodig in het stelsel.
Dan gaat het niet alleen om de doorgaande ontwikkelingslijn van 2 – 12 jaar. Maar ook om andere punten uit het stelsel die
zijn langste tijd hebben gehad. Denk aan het systeem van onderwijshuisvesting en financiering. Denk aan de bekostiging
die gebaseerd is op groei en geen goede oplossingen voor de gevolgen van het dalend aantal leerlingen in onze sector, de
krimp.
En last but not least: de decentralisaties van opvang en jeugdzorg naar gemeenten hebben grote gevolgen. Al deze ontwikkelingen vragen om ingrijpende aanpassingen van het stelsel. Het vraagt om een stelsel waar kinderen centraal staan, niet de
instituties, niet de oude systemen en niet de huidige wetten. Daar is visie en lef voor nodig. Dat is mijn 5e punt. Ik reken op
steun van iedereen hier aanwezig: het is echt tijd voor een nieuw Schevenings Beraad!
Dit brengt mij bij het zesde en laatste punt. Sinds een jaar of 10 is er veel meer kennis over de hersenontwikkeling van
kinderen. Daardoor weten we dat de ontwikkeling van belangrijke basisvaardigheden piekt vóór het vijfde levensjaar. In
die periode wordt de basis gelegd voor het ontwikkelen van taal en rekenen, sociale vaardigheden en ‘emotional control’
(metacognitie). Hierom, maar ook omdat het effect van beweging, gezondheid, maar ook cultuureducatie groot is op het zich
ontwikkelende jonge brein, organiseert de PO-Raad in dit najaar een groot “Breincongres”. Om er voor te zorgen dat de wetenschappelijke inzichten op dit terrein beter landen in het hedendaagse onderwijs en hopelijk iets veranderen in de manier
waarop ministerie, inspectie en politiek naar deze aspecten kijken.
De toekomst van alle kinderen begint in het primair onderwijs. Om het verschil te maken voor deze kinderen moeten wij
met elkaar onder deze 6 punten de schouders zetten. Binnen en buiten het onderwijs. Dan komt het best goed met Sem en
Sophie – en hun kinderen. Door nu onze verantwoordelijkheid te nemen, continu te blijven verbeteren, vernieuwen waar dat
nodig is, en niet aflatend te morrelen aan systemen die echt niet meer passend zijn voor deze tijd, krijgen Sem en Sophie het
misschien toch beter dan wij.
Dat de PO-Raad en VO-raad die verbinding serieus nemen, blijkt wel uit het feit dat we vanaf volgende maand in één pand
gaan zitten. Want hoe je het ook went of keert, Sem en Sophie zitten over een jaar of 8, misschien 9, echt bij de sector van
Paul Rosenmöller en niet meer bij de onze. Van de opdracht die daar aan vast hangt zijn onze beide organisaties zich zeer
bewust. Wij zien u na de zomer dus graag op de Aïdadreef in Utrecht.
Ik dank u voor uw aandacht.
Speech Rinda den Besten, Congres Bevlogen Besturen PO-Raad, vrijdag 6 juni 2014
marenlandbulletin juni 2014 | 10
Uit de pers
jongens van groep 6, 7 en 8 van basisschool de veenster in veenhuizen, een kleine school met zo’n veertig kinderen
Christenenen‘openbaren’gaanmoeizaamsamen
De kleine schoolstrijd
Dalende leerlingenaantallen maken fusies tussen
christelijke en openbare dorpsschooltjes onvermijdelijk.
Staatssecretaris Sander Dekker wil samenwerking
vereenvoudigen. ‘Onze identiteit is al 125 jaar ons
bestaansrecht.’ door jurre van den berg
slechts 150 meter staan ze uit elkaar, basisschool De Akker en de Venhuisschool in het
Groningse zuidwolde. Het niemandsland tussen beide wordt bestreken door een speelveldje.
Met uitzondering van de zonweringen – groen
bij De Akker, rood bij de Venhuisschool – zijn
de uiterlijke verschillen verwaarloosbaar. Maar
De Akker is een christelijke basisschool, de Venhuisschool een openbare.
Dat was lange tijd geen probleem. Maar beide
scholen in het dorp met elfhonderd inwoners lijden onder een teruglopend aantal leerlingen. De
Akker heeft er nog vijftig, de Venhuisschool zestig – ruim minder dan de 145 leerlingen waar-
mee het ministerie van Onderwijs een kleine
school definieert. Daarom werd vorig jaar een
fusie geopperd. Volgens Petra kortrijk, moeder
van een zoon in groep 7 en medezeggenschapsraad-lid van de Venhuisschool, een wens van
veel ouders: ‘De klassen worden steeds kleiner.
Er zitten drie groepen bij elkaar in een lokaal.
Dat zet de kwaliteit van onderwijs onder druk.’
ines van der Beek stuurde haar drie dochters
uit overtuiging naar De Akker, maar was blij
met de toenadering: ‘Wij hechten aan christelijk
onderwijs, maar nog meer aan een school in het
dorp. Als er nu niets gebeurt, is er over vijf jaar
geen school meer in zuidwolde. Dat zou funest
zijn voor de leefbaarheid.’ Haar oudste dochter
heeft in groep 6 nog maar één klasgenootje.
‘kleinschaligheid heeft veel voordelen, maar
het kan ook benauwend zijn’, zegt Van der Beek.
‘kinderen kunnen zich alleen ontwikkelen als
ze met anderen in contact komen.’ Dat gebeurt
weinig in zuidwolde, want de scholen verdelen
de kinderen van het dorp in twee kampen. ‘Dat
is er een van de Venhuisschool’, zeggen ze dan.
zonde, vinden Van der Beek en kortrijk. Tijdens
12 De Groene AmsterDAmmer 05.06.2014
marenlandbulletin juni 2014 | 11
Kees VAn De Veen / HH
de Avondvierdaagse werd daarom in gemengde
groepjes gelopen. Van der Beek: ‘Mijn dochter
heeft er twee vriendinnen aan overgehouden.’
Ouders en leerkrachten bogen zich ondertussen in werkgroepen over de fusieschool. ‘De
conclusie was dat we elkaar niet goed kenden
maar wel over veel zaken hetzelfde dachten’,
blikt Petra kortrijk terug. zo werd afgesproken
dat op de nieuwe school zowel christelijk als
algemeen levensbeschouwelijk onderwijs zal
worden gegeven.
Maar toen stokte het proces plotseling. Dick
Henderikse, directeur van stichting Marenland
waar de openbare Venhuisschool toe behoort:
‘De ouders zijn het eens, de scholen zijn het
eens, maar nu puntje bij paaltje komt, kunnen
de besturen er niet uitkomen onder welk gezag
de nieuwe school zal vallen. Beide partijen hechten aan hun identiteit.’ Volgens simon van der
Wal, directeur van de Vereniging Christelijk Primair Onderwijs (vcpo) Noord-Groningen waar
De Akker onder valt, zijn beide partijen niettemin doordrongen van de noodzaak om samen
te werken: ‘Een paar jaar geleden werd het
opheffen van een school nog als gezichtsverlies
beschouwd. Nu is niets doen geen optie meer.’
Henderikse en Van der Wal zijn ervaringsdeskundigen. Marenland opereert in de NoordGroningse gemeenten Bedum, Ten Boer, Loppersum, Appingedam en Delfzijl. Van de 28
scholen die de stichting bestuurt, hebben er
negen minder dan vijftig leerlingen. Op de kleinste school, in Westeremden, zitten nog maar 26
kinderen. Ondertussen blijven bevolkingskrimp
en ontgroening de regio teisteren. in Loppersum en Delfzijl zal het aantal leerlingen in 2030
gehalveerd zijn, is de verwachting. ‘Vorig jaar
zijn we negentig leerlingen kwijtgeraakt. Dat
zijn dus drie schooltjes’, zegt Henderikse. Op
termijn moeten er dertien scholen in de regio
dicht. ‘Elk jaar een groep minder schiet niet op.
Van het geld van vijf lege lokalen kun je ook een
leerkracht aanstellen.’
Ook in de regio waar de vcpo-scholen staan
loopt het aantal leerlingen hard terug. Daarom
zullen schooltjes moeten fuseren. Ook over
levensbeschouwelijke grenzen heen. En dat is
lastig, want scholen zijn vaak de versteende verdeeldheid van een gemeenschap, ook nu levensbeschouwelijke verschillen er minder toe doen.
in een medezeggenschapsraad kan één principiële dwarsligger samenwerking bovendien al
frustreren. Daarin zijn confessionelen volgens
Henderikse niet vasthoudender dan openbaren.
‘Je kind naar een christelijke school sturen, dat
doe je niet zomaar.’ Toch zijn de meeste ouders
inmiddels doordrongen van de noodzaak van
een gemengd verstandshuwelijk, meent hij. ‘De
keuze is: kun je één school voor het dorp behouden, of fietst iedereen straks op en neer?’
Na een time-out volgde de toezegging dat er
per 1 augustus 2015 nog één school zal zijn in
zuidwolde, voor openbaar én christelijk onderwijs. Maar onder welk bestuur is nog de vraag.
‘We zijn eigenlijk geen stap verder’, vindt moeder ines van der Beek. Het frustreert haar dat
terwijl ouders veel energie stoppen in het zoeken van toenadering de besturen er niet uitkomen. ‘soms denk ik: als alle ouders hun kinderen overschrijven naar één van beide scholen
is de beslissing snel genomen.’
de onderwijsrAAd stak vorig jaar met het
advies Grenzen aan kleine scholen de lont in
het kruitvat van het kleinescholendebat. Er zijn
in Nederland zo’n 2400 scholen met minder
dan 145 leerlingen. Dat aantal zal door dalende
leerlingenaantallen snel toenemen. Volgens de
Onderwijsraad bedreigt dat de kosten en de
kwaliteit van het onderwijs. Uit onderzoek van
de Onderwijsinspectie blijkt dat kleine scholen
twee keer vaker zwak of zeer zwak zijn. Op een
school waar meerdere groepen bij elkaar in een
lokaal zitten, moeten leerkrachten grote niveauverschillen overbruggen. De invloed van een
zwakke of zieke docent is op een kleine school
bovendien groter en leerlingen kunnen zich
vaak niet optrekken aan een klasgenoot.
kleine scholen zijn ook relatief duur. Een
leerling op een gemiddelde basisschool (225
leerlingen) kost de overheid vierduizend euro
per schooljaar, een leerling op een school met
minder dan 24 leerlingen elfduizend euro. De
Onderwijsraad adviseerde daarom de staatssecretaris het aantal kleine scholen te beperken.
Daartoe zou allereerst de kleinescholentoeslag
moeten worden afgeschaft. Dat is extra geld
voor scholen met minder dan 145 leerlingen.
‘Het is een hele zoektocht.
Identiteit gaat niet
alleen over een uurtje
godsdienstles per week’
Voor de kleinste scholen betekent het de helft
van hun budget. Volgens de Onderwijsraad
is dat een prikkel om klein te blijven. staatssecretaris van Onderwijs sander Dekker (vvd)
nam het advies in eerste instantie over. Een bom
onder het duale stelsel, klonk het meteen vanuit confessionele hoek. ‘Van bijzondere scholen
zoals christelijke scholen blijft dan soms niets
meer over’, morde ChristenUnie-kamerlid Joël
Voordewind. Maar toen mocht ChristenUnievoorman Arie slob plotseling bekendmaken dat
de kleinescholentoeslag behouden blijft, dankzij
het lobbywerk van zijn partij en de sgp.
Bij veel ouders, schoolbesturen en belangenorganisaties leidde het bericht tot een jubelstemming. Maar Anko van Hoepen is er niet
blij mee. Hij is lid van het college van bestuur
van de Alpha scholengroep, een stichting met
vijftien protestants-christelijke basisscholen op
het zeeuwse zuid-Beveland, waar veel kleine
scholen staan. Vorig jaar ging De Wiekslag in
rilland al dicht, en op De regenboog in Hoedekenskerke zitten nog vijftig leerlingen. Het
verdwijnen van de kleinescholentoeslag was een
prikkel om met elkaar in gesprek te gaan, zegt
Van Hoepen. Nu vreest hij dat besturen achterover gaan leunen. Onverantwoord, meent hij:
‘Er is geen ontkomen aan in deze regio. Als we
nu niets doen, vallen er straks lukraak scholen
om en hebben we over tien jaar spijt.’
Om toch te anticiperen op daling van leerlingenaantallen presenteerde staatssecretaris
Dekker onlangs een aantal voorstellen om het
opzetten van zogeheten ‘samenwerkingsscholen’
eenvoudiger te maken. zo’n school is het resultaat van een fusie tussen scholen met verschillende grondslagen, bijvoorbeeld christelijk en
openbaar. in het lesprogramma is ruimte voor
levensbeschouwelijke diversiteit. Voorheen kon
een samenwerkingsschool pas gevormd worden
als een van beide met opheffing werd bedreigd.
Daar hoeven scholen van Dekker niet langer op
te wachten. Bovendien houden kleine scholen
die samen verder gaan zes jaar lang hun toeslag
en komt er geld voor regionale coördinatoren.
Er worden weliswaar drempels verlaagd, zegt
Anko van Hoepen, maar een prikkel voor onwelwillende besturen ontbreekt: ‘Je kunt nog steeds
je kop in het zand steken.’
het politieKe getouwtrek laat zien hoe diep
de sporen zijn die de schoolstrijd in het Nederlandse onderwijsbestel heeft achtergelaten. Confessionelen bevochten de vrijheid om een school
op religieuze grondslag te stichten. Dat recht
werd in 1848 verankerd in artikel 23 lid 2 van de
grondwet: ‘Het geven van onderwijs is vrij’. Het
pleit werd in 1917 beslecht door de financiële
gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Twee derde van de Nederlandse basisscholen valt nu onder de noemer ‘bijzonder’.
De verzuiling wierp echter een lange schaduw. Nog in 1996 werd een fusie tussen een
openbare en een bijzondere basisschool door
de raad van state als ‘ongrondwettelijk’ beoordeeld. Pas in 2006 maakte een grondwetswijziging samenwerkingsscholen mogelijk als ‘derde
weg’ in het voorheen strikt duale stelsel. Op dit
moment zijn er naar schatting tachtig veelal
informele samenwerkingsscholen in Nederland.
Maar er zijn 82 dorpen zoals zuidwolde, met
minder dan vijfduizend inwoners maar met een
openbare en een christelijke school. in 27 van
die dorpen heeft een van de scholen minder dan
vijftig leerlingen, waardoor toenadering snel
aan de orde komt.
in Noordoost-Groningen zijn ze er al jaren
van doordrongen. De eerste ervaringen met
het slechten van denominatieve grenzen zijn
wisselend. Behalve in zuidwolde verloopt
ook de fusie in stedum moeizaam. Elders
was meer succes. De christelijke basisschool
klimop uit Garrelsweer en de openbare basisschool Wirdumerdraai uit Wirdum zijn op initiatief van de ouders verder gegaan als samenwerkingsschool De Wirdumerklimmer.
‘Het aardrijkskundeonderwijs konden we
met twee regeltjes afdoen, maar dit is een lijvig
document’, zegt schoolbestuurder Henderikse
over het ‘identiteitsdocument’. Daarin is vast05.06.2014 De Groene AmsterDAmmer 13
marenlandbulletin juni 2014 | 12
gelegd hoe op De Wirdumerklimmer levensbeschouwelijk onderwijs wordt aangeboden en
hoe religieuze feesten als kerst en Pasen worden
gevierd. Waar de opvattingen erg ver uit elkaar
liggen, bijvoorbeeld over de vraag of de evolutietheorie behandeld moet worden, splitsen de kinderen in twee groepen. in het ene lokaal horen
kinderen hoe God de aarde in zes dagen schiep,
terwijl hun klasgenoten een deur verderop worden ingewijd in het principe van natuurlijke
selectie. Henderikse: ‘Bij ons kriebelt dat niet zo.
Het openbare uitgangspunt is dat het mooi is
om kinderen beide verhalen te vertellen.’
in confessionele kring ligt dat gevoeliger.
De Besturenraad, de vereniging van christelijk
onderwijs, beschouwt samenwerkingsscholen
als een van de opties. ‘Maar we spreken geen
voorkeur uit’, zegt woordvoerder Wouter van
den Berg. ‘Het is een hele zoektocht. identiteit
gaat niet alleen over een uurtje godsdienstles
per week.’
Als schoolbesturen in verschillende dorpen
met elkaar te maken hebben, dan is ideologische
ruilverkaveling een optie. in zo’n geval worden
van vier scholen twee scholen gemaakt, waarvan
één verder gaat onder openbaar gezag en één
onder christelijk gezag. Maar is samenwerking
alleen in één dorp aan de orde en valt er niets uit
te ruilen, dan geldt uiteindelijk vaak het recht
van de sterkste.
‘De macht van het getal is groot’, zegt Hans
Teegelbeckers van de vereniging van openbare
scholen vos/abb. ‘zeker op het platteland, waar
confessionele scholen vaak groter zijn dan openbare scholen en dus geen directe noodzaak hebben om samen te werken.’ Ook staatssecretaris
Dekker ziet dat schoolbesturen met een verschillende denominatie elkaar niet altijd op tijd
kunnen vinden. ‘De hoop dat het een andere
school zal zijn die zich het eerst zal moeten
opheffen kan leiden tot passiviteit’, schreef hij
aan de Tweede kamer. vos/abb is voorstander
van samenwerking. ‘identiteitsontwikkeling is
mooi, maar goed onderwijs is in ieders belang’,
zegt Teegelbeckers. Hij begeleidt verschillende
scholen die samen verder willen. Draagvlak is
cruciaal, zegt hij. ‘Als je ouders voor een voldongen feit stelt, zetten ze hun hakken in het zand.’
de drie Kinderen van Jan en Janet Jut uit het
Groningse Ten Post (negenhonderd inwoners)
zitten nu nog op obs de Lessenaar. Maar 28
leerlingen is te weinig, dus sluit de school na de
zomer de deuren. Dan gaan Maxim (5), Elke (8)
en Lucas (10) naar de christelijke basisschool in
het dorp, de schalm, die nog 54 leerlingen heeft.
‘Voor ons is het belangrijkste dat ze in het dorp
naar school kunnen’, zegt moeder Janet Jut.
‘En dat we ons eindelijk geen zorgen hoeven te
maken of hun school volgend jaar nog bestaat.
De Lessenaar werd ook echt te klein. Onze
dochter Elke heeft maar één klasgenoot. Als ze
een keer willen volleyballen, moet de hele school
meedoen.’ Dit jaar was er al geen groep 2 meer.
Bovendien bestond continu het risico van vier
groepen in één klas. ‘Het verschil tussen groep
1 en groep 4 is veel te groot. Dat kan niet, dan
blijven er kinderen achter.’
De beslissing de kinderen naar de christelijke
school te sturen was niet eenvoudig. Toen in
2010 de eerste geluiden kwamen dat de Lessenaar zou sluiten, besloot Jan Jut ‘flink tegengas’
te geven. Hij vond dat de Lessenaar en de schalm
als samenwerkingsschool verder moesten gaan.
Er volgden avonden waarop aan verschillende
tafels over samenwerking werd gesproken. ‘Over
thema’s als kwaliteit waren ouders het snel eens.
Maar aan de identiteitstafel ging het er fel aan
toe’, zegt Jut. ‘Toch was de conclusie: we moeten
samen verder.’
Tot een fusie kwam het uiteindelijk niet.
‘Onze achterban had meer tijd nodig, en die
tijd was er niet’, zegt directeur Cor Westerholt
van de Vereniging voor Protestants-Christelijk
Basisonderwijs (vpcbo) in Ten Boer, waar de
schalm onder valt. ‘We moeten niet terug naar
de schoolstrijd, maar onze identiteit is al 125 jaar
ons bestaansrecht.’ Als enig overgebleven school
krijgt de schalm wel een andere verantwoordelijkheid, zegt directeur Westerholt. De school –
die extra leerlingen goed kan gebruiken – wordt
daarom ‘een open christelijke dorpsschool’, met
een vrijzinnigere methode voor godsdienstonderwijs en misschien zelfs een nieuwe naam,
zodat ook de kinderen van de Lessenaar zich er
‘Een buikspreker liet kinderen
nazeggen: “Alles komt goed
want God zit in iedereen.” Dat
wil ik mijn kind niet aandoen’
thuis kunnen voelen. Westerholt: ‘We blijven uit
de bijbel lezen en bidden, maar meedoen is niet
verplicht. Wij zaaien alleen, wat de kinderen
ermee doen is aan hen.’
Geen samenwerkingsschool dus, maar Jan
en Janet Jut doen het ervoor. Wennen wordt het
wel. Dochter Elke kwam huilend uit school na
een tv-uitzending over de kruisiging van Jezus.
Janet Jut: ‘We hebben hier thuis al behoorlijk
wat theologische discussies gehad. Of Jezus wel
bestond, vroeg onze dochter laatst. Hoezo is hij
de zoon van God en wie is God dan wel niet?’
Maar als je een school voor het dorp wilt behouden moet je pragmatisch zijn, vindt Jan Jut:
‘Voor de kinderen is de school straks gewoon de
school.’
Toch denken niet alle ouders daar zo over.
‘Het blijft een christelijke school die nauwelijks
ruimte laat voor andersdenkenden’, zegt ingrid
Grims. Haar zoon van elf zit in groep 7 van de
Lessenaar. Tijdens een gezamenlijk nieuwjaarsfeest op de schalm liet een buikspreker kinderen nazeggen: “Alles komt goed want God zit in
iedereen.” Dat wil ik mijn kind niet aandoen.’
Volgens Grims zijn er veel ouders die hun kinderen nu tegen wil en dank naar de schalm sturen. ‘De druk is enorm. Andere ouders zeggen: je
wilt toch niet degene zijn die het sluiten van de
laatste school van het dorp op z’n geweten heeft?’
zelf blijft ze standvastig. Vier van de zes kinderen uit groep 7 waaronder haar zoon maken
waarschijnlijk de overstap naar een openbare
school een dorp verderop. Marenland regelt vervoer en naschoolse opvang. Grims: ‘ik wil geen
onderwijs dat mijn opvoeding tegenspreekt.’
hoe scherp de tegenstellingen zijn, verschilt
nogal per krimpregio. in zuid-Limburg is de
fusieproblematiek nauwelijks aan de orde, omdat
veel schoolbesturen elkaar al hebben gevonden.
in zeeland daarentegen is voor met name reformatorische scholen toenadering over denominatieve grenzen geen optie. zij verkiezen samenwerking in eigen kring boven samenwerking in
eigen kern, blijkt uit het onderzoek Eennieuwe
realiteit (2013) waarin kpmg de toekomst van
het zeeuwse basisonderwijs schetste. Nu al hebben 96 van de 233 zeeuwse scholen minder dan
honderd leerlingen. Wat de situatie compliceert,
is dat zeeland een bestuurlijke lappendeken is
van 57 schoolbesturen. in Borssele lukte het
vorig jaar niet om met zes schoolbesturen aan
tafel tot een gezamenlijke visie te komen, vertelt
Anko van Hoepen van de Alpha scholengroep.
‘De verdeeldheid is enorm. Als één bestuur
dwarsligt, stokt het.’ Het alternatief is volgens
hem weinig aantrekkelijk: concurrentie. ‘Dan
gaat iedereen voor zijn eigen belang in de strijd
om de schaarse leerlingen die er nog zijn.’
soms lukt het wel de handen ineen te slaan,
zoals in Wolphaartsdijk. Daar zijn twee basisscholen met de plaatselijke bibliotheek, de
kinderopvang en het consultatiebureau opgegaan in een brede school: Het samenspel. De
scholen doen al samen mee aan schoolvoetbal,
en er komen gesprekken met ouders over de
mogelijkheid verder te gaan als samenwerkingsschool, vertelt Van Hoepen.
Vaak blijken instituties minder buigzaam
dan de geest. Terwijl levensbeschouwelijke barrières voorzichtig worden geslecht en ouders
elkaar vinden in de noodzaak een school voor
het dorp te behouden, smoort samenwerking
vaak op bestuurlijk niveau. Anko van Hoepen:
‘Lange tijd praat je over de inhoud, maar dan
komt de hamvraag op tafel: welke school heffen
we op en onder welke vlag gaan we verder?’
in Noordoost-Groningen is de druk zo groot
dat het openbare bestuur Marenland op korte
termijn hoopt te fuseren met het christelijke
bestuur Noordkwartier. Dat moet geharrewar
op bestuurlijk niveau in de toekomst voorkomen. Maar zelfs als die hobbel genomen is,
zijn het de ouders die stemmen met hun voeten. Een goed fusieproces duurt twee jaar, zegt
Dick Henderikse. Dat
geduld hebben ouders
zie groene.nl voor
vaak niet. zo is de fusie
dossier onderwijs
van de schooltjes in Wirdum en Garrelsweer een
succes wat het proces betreft. Maar het resultaat
is teleurstellend: samen hadden ze zeventig leerlingen, nu nog maar 48. Henderikse: ‘We lopen
achter de feiten aan.’
05.06.2014 De Groene AmsterDAmmer 15
marenlandbulletin juni 2014 | 13
Ik ben… Mirjam Berghuis
Vertel in het kort wie je bent
Ik ben Mirjam Berghuis. Ik woon in Haren met mijn
man Sander en mijn twee kinderen Joost en Lieke
van vijf en twee jaar.
Wat is je plek binnen Marenland?
Ik werk als vakleerkracht bewegingsonderwijs op
de Jan Ligthartschool in Appingedam. Daarnaast
werk ik binnen Marenland als coördinator
bewegingsonderwijs.
Neem een dag in de week, hoe ziet die dag eruit?
Ik kies voor de woensdag, mijn vrije dag in de week. ’s Morgens, samen met Lieke, Joost
naar school brengen. Aansluitend met Lieke naar de muziekschool, waar we samen de
cursus ‘Muziek op Schoot’ volgen. Om 12.15 uur Joost van school halen, en regelmatig
vriendjes en vriendinnetjes, om te lunchen en te spelen. Ik sluit deze gezellige dag af
met een heerlijke hockeytraining.
Wat doe je in je vrije tijd?
Hockey, bij MHC Roden Dames 2. Daar ben ik ook trainer/coach van het team. In de
zomermaanden zit ik regelmatig op de racefiets en tennis ik graag. Naast het sporten
ben ik ook regelmatig op stap met vriendinnen en onderneem ik natuurlijk leuke/
gezellige activiteiten met mijn gezin.
Wat ga je de komende vakantie doen?
Wij gaan drie weken kamperen in de Ardèche (Frankrijk).
Je hebt €12.500,- gewonnen, dus nu ga je…
Een prachtige reis maken!
Wat lees je het liefst?
Thrillers en romans van onder andere Esther Verhoef en Suzanne Vermeer. Daarnaast lees
ik ook graag sportbiografieën. Op dit moment lees ik Ventoux van Bert Wagendorp.
Personalia
Marenland wordt gevormd door de
mensen die er samen werken. In deze
rubriek houden we elkaar op de hoogte
van het wel en wee van onze collega’s.
Is er nieuws over een jubileum, een
geboorte of een nieuwe baan?
Mail onze redactie!
jubilea
De volgende medewerkers vieren hun
40-jarig jubileum:
3 juli 2014, Simon Meijerhof,
bs Noorderbreedte
1 augustus 2014, Lammy Kok,
obs De Bongerd
1 augustus 2014, Anneke Wierenga-Ellens,
bs Noorderbreedte
13 augustus 2014, Ali Selier-De Raaf,
obs De Woldrakkers
De volgende medewerkers vieren hun
25-jarig jubileum:
28 augustus 2014, Katrien v.d. BergBulthuis, obs Togtemaarschool
31 augustus 2014, Ali Mooi-Veldman,
obs Jan Ligthart
13 september 2014, Gea SchrikkemaStuurwold, obs Jan Nieuwenhuyzen
(obs De Vuurvlinder)
Geboorten:
Fons, zoon van Hilde Idema,
obs Meedhuizen, 20 april 2014
Roosemijn, dochter van Natasja van der
Staaij, obs De Garven, 7 mei 2014
Welk tv-programma vind je het leukst?
Wie is De Mol?, “molletjestijd”, De Wereld Draait Door, en verschillende sportprogramma’s
en sportevenementen.
Diana Worst, obs Abt Emo, 5 juni 2014
Wat is je levensmotto?
Blijf bij jezelf en geniet!
Kopij voor het volgende
Wie is de volgende IK BEN…?
Fedde de Graaf, mijn coach, die mij heeft leren autorijden en de kneepjes van het vak
bewegingsonderwijs heeft bijgebracht in de gemeente Bedum.
Huwelijk:
bulletin uiterlijk
dinsdag 30 september 2014
mailen naar
[email protected]
Stichting openbaar onderwijs
Marenland
Het Marenlandbulletin is een uitgave van Stichting Marenland voor personeel en leden van de
OR en (G)MR van de openbare basisscholen in Appingedam, Bedum, Delfzijl, Loppersum en
Ten Boer. Het bulletin verschijnt vijf keer per jaar.
Redactie: Jos Sligter en Dick Henderikse
Eindredactie, vormgeving en opmaak: BOP onderzoek en communicatie
Redactieadres: [email protected]