Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland

Jaarverslag 2013
Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
Inhoudsopgave
Inleiding............................................................................................................................. 3
Kerncijfers .......................................................................................................................... 4
1
Stichting Openbaar Onderwijs Marenland ......................................................................... 6
1.1.
Karakterisering ...................................................................................................... 6
1.2.
Leerlingen op de scholen van Marenland ................................................................... 7
1.3.
Samenwerking gemeenten ...................................................................................... 9
1.4.
Communicatie en verantwoording naar belanghebbenden ........................................... 9
1.5.
Bestuur, directie en onderwijsbureau ....................................................................... 9
2
Strategisch beleid ........................................................................................................ 11
2.1.
Visie en ambitie .................................................................................................... 11
2.2.
Structuur van het strategisch beleid ........................................................................ 12
3
Onderwijs en organisatie .............................................................................................. 13
3.1.
Algemeen ............................................................................................................ 13
3.2.
Goed onderwijs (kwaliteit) ..................................................................................... 14
3.3.
Sterke positie in het centrum van de samenleving .................................................... 22
4
Personeel ................................................................................................................... 23
4.1.
Goed werkgeverschap ........................................................................................... 23
4.2.
Onze medewerkers in cijfers .................................................................................. 24
4.3.
Arbeidsomstandigheden......................................................................................... 25
4.4.
Opleiding en scholing ............................................................................................ 26
4.5.
Werkgelegenheid, mobiliteit en verlof ...................................................................... 27
5
Financiën en Huisvesting .............................................................................................. 28
5.1.
Gevoerde financiële beleid ..................................................................................... 28
5.2.
Administratieve organisatie .................................................................................... 28
5.3.
Huisvesting .......................................................................................................... 29
5.4.
Over de jaarrekening 2013 .................................................................................... 29
5.5.
Kengetallen per balansdatum ................................................................................. 35
5.6.
Treasuryverslag .................................................................................................... 36
6
Continuïteitsparagraaf .................................................................................................. 38
6.1 .
Meerjarenbalans ................................................................................................. 38
6.2.
Meerjaren exploitatiebegroting .............................................................................. 39
6.3.
Risicomanagement .............................................................................................. 41
6.4.
Toekomstige ontwikkelingen ................................................................................. 43
Bijlage I:
Definities kengetallen........................................................................................ 46
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
2|Pagina
Inleiding
Het bestuur en de algemene directie van de Stichting Openbaar Onderwijs Marenland presenteren
met genoegen het jaarverslag over het jaar 2013. Met dit jaarverslag informeren we de
betrokkenen en de belanghebbenden bij de Stichting Openbaar Onderwijs Marenland over het
openbaar onderwijs in de gemeenten Appingedam, Bedum, Delfzijl, Loppersum en Ten Boer.
In dit uitgebreide jaarverslag zijn een algemeen bestuurlijk gedeelte, een verslag over het
strategisch beleid, een verslag over ons personeel en het financieel jaarverslag opgenomen. Naast
deze uitgebreide versie stellen we ook een samenvatting van het jaarverslag op. Deze
samenvatting, het populaire jaarverslag, wordt naar alle ouders, personeelsleden en andere
belanghebbenden gestuurd.
15 april 2014
Dick Henderikse,
Algemeen directeur
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
3|Pagina
Kerncijfers
2013
2012
2011
2010
1351
1589
2940
52,2%
1380
1635
3015
51,7%
1433
1666
3099
51,5%
1480
1676
3156
50,3%
249
42
291
43,46
275
28
303
43,25
286
21
307
43,21
305
305
43,13
3
37
56
63
59
31
6
55
56
75
60
23
6
56
57
84
55
28
9
60
57
91
57
31
26,57
162,99
10,16
6,57
26,92
182,79
6,25
6,84
27,81
188,94
2,69
7,14
31,41
207,53
111
17
448
14
112
16
441
14
111
16
434
14
100
15
388
13
% Directie
% OP + Payroll
% OOP
12,9%
83,9%
3,2%
12,1%
84,8%
3,1%
12,3%
84,6%
3,2%
12,7%
84,0%
3,3%
% Voltijd (ex payroll)
% Deeltijd (ex pauroll)
37,3%
62,7%
38,8%
61,2%
41,3%
58,7%
42,3%
57,7%
20%
80%
19,3%
80,7%
20,3%
79,7%
22,3%
77,7%
6,07%
7,13%
9,04%
10,07%
Leerlingen
Ingeschreven per 1 oktober:
Onderbouw
Bovenbouw
Totaal aantal leerlingen
Belangstelling (%)
Eindresultaten bedrijfsvoering
Personeel (peildatum 31 dec)
Aantal personeelsleden (in dienst)
Aantal payrollers
Totaal
Gewogen gemiddelde leeftijd
Leeftijden (excl payroll)
t/m 24 jaar
25 t/m 34 jaar
35 t/m 44 jaar
45 t/m 54 jaar
55 t/m 59 jaar
60 jaar en ouder
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Ratio
Ratio
Ratio
Ratio
FTE
FTE
FTE
FTE
directie
OP
Payroll
OOP
aantal
aantal
aantal
aantal
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
per
per
per
per
FTE
FTE
FTE
FTE
directie
OP + Payroll
OOP
totaal
% Mannen (ex payroll)
% Vrouwen (ex payroll)
8,14
Ziekteverzuim
ZV (ziekteverzuim incl langer dan 1 jaar)
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
4|Pagina
2013
2012
2011
2010
0
780
0
165
-195
-270
9
-337
Solvabiliteit 1 (eigen verm/tot. verm)
Solvabiliteit 2 (e.v. + voorz/tot.verm)
Liquiditeit (current ratio)
Rentabiliteit
Kapitalisatiefactor
Weerstandsvermogen 1 (incl. MVA)
Weerstandsvermogen 2 (excl. MVA)
0,59
0,69
2,44
4,35%
44,44%
26,43%
16,80%
0,59
0,70
2,36
0,95%
38,05%
22,83%
11,92%
0,60
0,71
2,23
-1,56%
35,92%
22,01%
9,41%
0,61
0,70
2,16
-1,90%
36,86%
22,92%
9,99%
Personele lasten van totale lasten
Afschrijvingslasten van totale lasten
Huisvestingslasten van totale lasten
Ov. Instellinglasten van totale lasten
82,78%
2,44%
7,12%
7,65%
83,20%
2,76%
7,00%
7,05%
82,48%
3,22%
7,02%
7,29%
84,04%
2,53%
6,37%
7,06%
Personele lasten van totale baten
Afschrijvingslasten van totale baten
Huisvestingslasten van totale baten
Ov. Instellinglasten van totale baten
79,36%
2,34%
6,83%
7,34%
82,63%
2,74%
6,95%
7,00%
83,98%
3,28%
7,15%
7,42%
85,88%
2,58%
6,51%
7,22%
Financieel (per 31 december)
Begroting (x 1.000,-)
Exploitatieresultaat (x 1.000,-)
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
5|Pagina
1
Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
1.1.
Karakterisering
De Stichting Openbaar Onderwijs Marenland (Marenland) werd op 24 december 2005 opgericht
onder de officiële naam: ‘Stichting openbaar primair onderwijs in Appingedam, Bedum, Delfzijl,
Loppersum en Ten Boer’. In 2013 vormt Marenland het bestuur van 26 scholen, verspreid over 28
locaties in genoemde gemeenten.
Marenland wordt bestuurd door een vrijwilligersbestuur, dat momenteel bestaat uit zeven
personen. Het bestuur onderschrijft de branchecode voor goed bestuur. De inrichting van scheiding
tussen bestuur en toezicht wordt ingevoerd tijdens de voorgenomen fusie met Stichting
Noordkwartier. De dagelijkse leiding ligt in handen van een tweehoofdige algemene directie. De
algemene directie wordt in haar beheerstaken ondersteund door vijf medewerkers, die samen vier
volledige arbeidsplaatsen invullen. De algemene directie en de ondersteuners vormen samen het
onderwijsbureau van Marenland. Het onderwijsbureau is gehuisvest in Loppersum. De administratie
wordt verzorgd door een externe organisatie, OSGMetrium.
Voor de 26 scholen heeft Marenland
twintig directeuren in dienst. Zij zijn
integrale schoolleiders. Naast hun
onderwijskundig leiderschap en de
zorg voor de schoolopbrengsten, zijn
de directeuren verantwoordelijk voor
hun budgetten, hun personeel en het
gebruik van de gebouwen. Naast de
schoolleiders
voert
een
aantal
locatieleiders directietaken uit.
Overleg- en
Toezicht Orgaan
gemeenten
Onderwijs
bureau
Bestuur
Bestuur
Algemene Directie
Directeur
Marenland
heeft
een
aantal
bovenschoolse
medewerkers
die
parttime beschikbaar zijn voor taken
op
het
gebied
van
zorg,
bewegingsonderwijs,
stages
en
kwaliteitsprojecten.
GMR
MR
In
bijgevoegd
figuur
is
het
organogram
van
Marenland
weergegeven.
School
Directeuren
Figuur 1: Organogram Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
6|Pagina
1.2.
Leerlingen op de scholen van Marenland
Het aantal leerlingen op de scholen van Marenland is ten opzichte van 2012 gedaald met 75. Dit
betekent een daling van 2,49%.
Leerlingenaantal
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2940
3015
3099
3156
3253
3320
3417
3451
Tabel 1: Ontwikkeling leerlingenaantal
Leerlingen
3600
3400
3200
3000
Leerlingen
2800
2600
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Grafiek 1: Leerlingen 2006-2013
Prognose leerlingenaantal
We moeten er rekening mee houden dat ons leerlingenaantal in de periode 2010-2030 in totaliteit
met ongeveer een derde vermindert. De grootste daling vindt plaats in de periode tot 2020.
Aantal
leerlingen
Appingedam
2010
2015
2020
2025
2030
575
529
517
535
540
Bedum
387
310
259
232
244
Delfzijl
1337
1136
989
896
869
Loppersum
504
444
393
358
323
Ten Boer
353
318
297
297
293
3156
2737
2455
2318
2269
Totaal
Tabel 2: Overzicht geprognosticeerde leerlingendaling (PRIMOS 2011, provincie Groningen)
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
7|Pagina
Leerlingentelling 2013
In onderstaande tabel zijn de leerlingenaantallen op de teldatum per school opgenomen.
School
Plaats
Iemekörf
Appingedam
124
Jan Ligthart
Appingedam
357
Jan Nieuwenhuyzen
Appingedam
119
Totaal gemeente Appingedam
Leerlingen
1 okt. 2013
600
RA Venhuisschool
Zuidwolde
Togtemaarschool
Bedum
Totaal gemeente Bedum
60
275
335
Noorderbreedte
Delfzijl
230
Jan Ligthartschool
Delfzijl
103
Tasveld
Delfzijl
109
Ripperdaborg
Delfzijl
46
Garven
Delfzijl
136
’t Zigt
Delfzijl
120
Meedhuizen
Meedhuizen
61
Hiliglo
Holwierde
81
Fiepko Coolman
Spijk
66
Woldrakkers
Woldendorp
62
Waarborg
Wagenborgen
97
De Munte
Termunterzijl
Totaal gemeente Delfzijl
66
1177
De Wilster
Middelstum
Abt Emo
Westeremden
27
Wirdumerklimmer
Wirdum
47
De Zandplaat
’t Zandt
32
Prinses Beatrixschool
Loppersum
84
De Wilgenstee
Zeerijp
88
De Bongerd
Stedum
Totaal gemeente Loppersum
128
59
465
De Huifkar
Ten Boer
De Huifkar nevenvestiging
Woltersum
48
Garmerwolde
Garmerwolde
37
De Lessenaar
Ten Post
Totaal gemeente Ten Boer
Totaal
250
28
363
2940
Tabel 3: Leerlingenaantallen op teldatum 1 oktober 2013 per school
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
8|Pagina
1.3.
Samenwerking gemeenten
Marenland werkt intensief samen met de vijf gemeenten in de regio. Bij een stichting voor
openbaar onderwijs hebben gemeenten een toezichthoudende taak. Daarnaast hebben de
gemeenten, op grond van de Wet op het Primair Onderwijs, een beperkt aantal beslissende taken,
voornamelijk ten aanzien van de instandhouding van het onderwijs (scholen). Bij Marenland is de
verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de wettelijke taken in handen gelegd van het
gemeenschappelijk overleg- en toezichtorgaan (OTO). Dit orgaan bestaat uit de portefeuillehouders
onderwijs van de vijf gemeenten en de voorzitter van het bestuur van Marenland. Het OTO is een
bestuursorgaan in de zin van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen.
In 2013 is het OTO driemaal bijeen geweest. Het ingezette beleid is voortgezet. Daarnaast
ontwikkelden gemeenten en schoolbesturen plannen voor de toekomst door intensief samen te
werken en goed te overleggen, met respect voor ieders eigen rol. De stichting Marenland ziet zich
als een uitvoeringsorganisatie voor het openbaar onderwijs van de gemeenten. Plannen van de
gemeenten en de stichting Marenland moeten op elkaar aansluiten. Ook is in onze regio belangrijk
dat goed wordt samengewerkt en gecommuniceerd met ouders en belanghebbenden uit de dorpen
en wijken. Er is geen eenduidige oplossing voor de toekomst. Per wijk en per dorp moet worden
gezocht naar de juiste oplossingen en een goed plan van aanpak.
Het ontwikkelen van de toekomstplannen heeft in alle gemeenten verreweg de meeste aandacht
gekregen. Daarnaast hebben bestaande overleggen plaatsgevonden, zoals het regulier
besturenoverleg (OOGO), het overleg rond de Lokale Educatieve Agenda’s (LEA), overleg over de
zorg voor jeugd en de invoering van passend onderwijs.
1.4.
Communicatie en verantwoording naar belanghebbenden
Voor de interne en externe belanghebbenden van Marenland is het van belang dat zij geïnformeerd
worden over wat de huidige activiteiten en toekomstplannen zijn van de organisatie. Aan de hand
van deze informatie kunnen zij inschatten wat voor invloed deze activiteiten en plannen op henzelf
en/of op hun organisatie kunnen hebben. Belanghebbenden hoeven niet per se als individuen te
worden benaderd. Zij kunnen zich ook gezamenlijk opstellen in een bestuursorgaan, zoals een
medezeggenschapsraad (MR).
De verantwoording vanuit stichting Marenland naar interne en externe belanghebbenden wordt in
de eerste plaats gedaan door middel van officiële documenten, zoals strategische plannen,
jaarverslagen, jaarplannen en nieuwsbrieven. Ook leggen we in velerlei overlegvormen
verantwoording af.
In 2013 heeft Marenland zijn communicatieplan uitgevoerd, daarin ondersteund door een
communicatiebureau. In het afgelopen jaar waren de meest zichtbare communicatiemiddelen de
website, het wekelijkse infobulletin voor de schooldirecties, het periodiek verschijnend Marenland
Bulletin voor alle personeelsleden, het populaire jaarverslag en het Marenland Magazine voor alle
ouders. Voor incidentele communicatie hebben we passende activiteiten ondernomen.
1.5.
Bestuur, directie en onderwijsbureau
In deze paragraaf geven we inzicht in de samenstelling van de centrale organen van Marenland
(per 31 december 2013). Het gaat om het bestuur, de algemene directie en de medewerkers van
het onderwijsbureau.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
9|Pagina
Samenstelling bestuur
Arie Moerman
Ciska van Aken
Yvonne Beishuizen
Siem Braakman
Ali Flikkema
Janke Poortvliet
Ab Reitsma
Voorzitter
lid
lid
lid
lid
lid
lid
Algemene directie
Dick Henderikse
Leonie Korteweg
Algemeen directeur
Algemeen adjunct directeur
Medewerkers onderwijsbureau
Edward van der Beek
Theda Copinga
Arjan Metz
Jos Sligter
José van Zuylen
Algemeen en financieel beleid
Financiële zaken
Huisvesting
Secretariaat
Personeelsconsulent
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
10 | P a g i n a
2
Strategisch beleid
2.1.
Visie en ambitie
Dé basis voor ontwikkeling
De keuze voor een basisschool is heel persoonlijk. Onze scholen verschillen in onderwijsaanpak,
sfeer en grootte. Over een aantal punten zijn de scholen van Marenland het eens:
Veilige omgeving
Een kind moet zich vertrouwd en begrepen voelen om zich te kunnen ontwikkelen. Het bieden
een veilige basis is bij Marenland daarom een voorwaarde waar al onze scholen veel belang
hechten. Een school moet ook passen bij het karakter en de interesses van een kind.
onderwijsaanbod van Marenland is daarom gevarieerd: van traditioneel onderwijs
Jenaplanonderwijs, van techniekscholen tot scholen met de nadruk op creativiteit of sport.
van
aan
Het
tot
Goed onderwijs
We besteden veel aandacht aan taal en rekenen. Met deze vakken leggen we de basis van waaruit
leerlingen verder kunnen leren. Ons onderwijs stemmen we af op de talenten en mogelijkheden
van ieder kind. Met ons Zorgkantoor hebben we de expertise in huis om kinderen te ondersteunen
bij specifieke onderwijsbehoeften. Trainingen op het gebied van dyslexie en weerbaarheid en de
Junior Masterclass zijn hier voorbeelden van.
Professionele groei
Ook de ontwikkeling van onze leerkrachten doet ertoe. Aandacht voor persoonlijke en professionele
groei is een belangrijke randvoorwaarde om je werk goed te kunnen doen. Medewerkers krijgen
ondersteuning in de vorm van coaching en persoonlijke ontwikkelingsplannen. Daarnaast kunnen
zij via de Marenlandacademie en persoonlijke arrangementen nascholing volgen. Pabostudenten,
startende leerkrachten en invallers worden vanuit ons Stagebureau intensief begeleid en opgeleid.
Samenwerking
Kinderen groeien niet alleen door de kennis die ze opdoen op school, maar ook door de interactie
met hun omgeving. Met de daling van het aantal inwoners op het platteland van NoordoostGroningen is er heel wat aan het veranderen in onze omgeving. Dit heeft ook invloed op het aantal
kinderen dat naar de basisschool gaat. Stichting Marenland werkt daarom actief samen met andere
kindorganisaties uit de regio om goed onderwijs te kunnen blijven bieden.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
11 | P a g i n a
2.2.
Structuur van het strategisch beleid
In onderstaand figuur is de structuur van het strategisch beleid van Marenland weergegeven.
Visie en ambitie
‘Marenland biedt basis’
KERNDOELEN
Het kind staat centraal
Goed onderwijs
Goed werkgeverschap
Goed beheer
Goed bestuur en management
Sterke positie in de samenleving
Goede voorzieningen voor de kleine
dorpen
Beleidsterreinen
Onderwijs
Organisatie
Bestuur en
Management
Personeel
Doelstellingen Onderwijs
- Hoogwaardige
onderwijskwaliteit
- Passend onderwijs
- Optimale overdracht
tussen scholen
- Aandacht voor rekenen,
taal/lezen en bewegingsonderwijs
Doelstellingen Bestuur en
Management
- Heldere organisatiestructuur
- Scheiding tussen bestuur en
toezicht
- Advies en instemming
- Het bestuur informeert zijn
omgeving
Doelstellingen Marenland Organisatie
- Professionele organisatie
- ‘Marenland’ een merk
- Samenwerking op het
Groninger platteland
- Verantwoording aan de
omgeving
- Tevredenheidsonderzoek
Doelstellingen Personeelsbeleid
- Doorlopende ontwikkeling
integraal personeelsbeleid
- Invoering functiemix
- Taakbelasting
- Goed werkgeverschap
- Beleid voor de krimp
Huisvesting
-
Financiën
Doelstellingen Huisvesting
- Aantrekkelijke schoolgebouwen
- Schoolgebouwen horen bij
een integrale kindvoorziening
Doelstellingen Financiën
- Transparante planning en
control
- Sluitende begroting
- Jaarlijkse risicoanalyse
Figuur 2: Structuur strategisch beleid 2010-2015
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
12 | P a g i n a
3
Onderwijs en organisatie
3.1.
Algemeen
2013 was wederom een jaar waarin hard werd gewerkt aan de toekomst. De kwaliteit, de
leerlingendaling, de kleine scholen en de ontwikkeling van de kindvoorziening vormden nog steeds
een belangrijk thema. Ook de invoering van passend onderwijs en de stelselwijziging op het gebied
van zorg voor de jeugd vroegen dit jaar veel aandacht.
Op het gebied van samenwerking werd een grote stap gezet in de richting van een besturenfusie
met Noordkwartier. In het voorjaar is gestart met een fusieonderzoek, waarbij veel geledingen van
de organisatie waren betrokken. Na het opstellen van het onderzoeksrapport en de hoofdlijnen
voor de toekomstige organisatie, heeft het bestuur in december een voorgenomen besluit tot fusie
genomen.
De plannen voor de kleine scholen en de kindvoorzieningen worden steeds verder uitgewerkt en
krijgen op veel plaatsen al vorm. De Wirdumerklimmer is de eerste na een scholenfusie tot stand
gekomen samenwerkingsschool. Nieuwe fusieprocessen werden opgestart in bijvoorbeeld Farmsum
en Zuidwolde. Voor de school in Ten Post en de scholen in het gebied Loppersum Oost zijn plannen
op maat ontwikkeld. De ontwikkeling van kindvoorzieningen werd projectmatig aangepakt bij
bijvoorbeeld de scholen in Appingedam en in de wijk Tuikwerd van Delfzijl. Onverwacht was, na
een keuze van de ouders, de sluiting van De Dieftil in Oosterwijtwerd.
Het allerbelangrijkste voor de organisatie was dat we na vijf jaar voor het eerst geen zwakke
scholen meer kennen. Na het inspectiebezoek aan De Wilster, die een positieve beoordeling kreeg,
hebben alle scholen van Marenland een voldoende of goede beoordeling. Ook op andere
kwaliteitsterreinen zien we een stijging van de resultaten.
Ten aanzien van de financiën is 2013 een jaar geweest waarin Marenland de inkomsten en
uitgaven goed in de vingers had. Het hele jaar door werden de financiële uitgangspunten uit de
begroting goed gevolgd. Door maatregelen van de rijksoverheid, die budgetten voor jong personeel
eerder beschikbaar stelde, en het vooruit betalen van de bijdrage voor 2014 uit het zogenoemde
‘herfstakkoord’, heeft de organisatie ogenschijnlijk een groot positief resultaat. Voor de besteding
in 2014 zijn de eerste plannen opgesteld. Toch kan er niet achterover geleund worden. Voor de
toekomst is ‘niets doen’ geen optie. De extra bijdrages zijn incidenteel. De organisatie moet ervoor
waken ook in de volgende jaren financieel gezond, kwalitatief goed en toekomstbestendig te
blijven.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
13 | P a g i n a
3.2.
Goed onderwijs (kwaliteit)
De visie en ambities dienen in de eerste plaats tot uiting te komen in het onderwijsbeleid. Voor
alles gaat het om de kwaliteit van het onderwijs dat de kinderen in de klas wordt geboden. Alle
andere beleidsonderdelen zijn daaraan ondergeschikt. Externe ontwikkelingen staan niet op
zichzelf. Indirect spelen zij mee bij het bepalen van het beleid. Voor zover ze van invloed zijn op de
kwaliteit van het onderwijs, proberen we het beleid erop af te stemmen.
Marenland staat voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs en richt zich op de optimale ontwikkeling
van leerlingen. Ieder kind kan zich binnen Marenland veelzijdig ontwikkelen in een veilige en
uitdagende omgeving. Met als basis respect en aandacht voor elkaar, worden de zelfstandigheid en
eigen verantwoordelijkheid van ieder kind gestimuleerd.
Marenland heeft in de afgelopen jaren hard gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit. Op een
breed terrein, maar zeker ook in de beoordelingen van de onderwijsinspectie, bleek een paar jaar
geleden de kwaliteit van de Marenlandscholen gemiddeld genomen niet voldoende te zijn. Door
goede analyses en evaluaties van de resultaten en door te sturen op verbetering, hebben alle
scholen een nieuwe aanpak gekozen. Deze aanpak werpt zijn vruchten af. Elke school ontwikkelt
zich.
We kunnen concluderen dat de inspanningen om de onderwijskwaliteit te verbeteren in 2013 tot
resultaat hebben geleid. Gemiddeld genomen zijn alle resultaten bij de kennisgebieden taal, lezen
en rekenen boven de ondergrens van de inspectie en op, of boven, het landelijk gemiddelde. In
2013 is de laatste zwakke basisschool in Marenland onderzocht door de Inspectie van het
Onderwijs. Ook deze school heeft het basisarrangement ontvangen. Hiermee heeft Marenland alle
scholen op het basisniveau. We zijn trots op deze prestatie.
Marenland werkt doorlopend aan de kwaliteit van het onderwijs. De inzet is gericht op goede
prestaties bij de basisvaardigheden lezen, rekenen en begrijpend lezen. Met de inrichting van het
Marenland auditteam zorgen we voor de kritische vriend voor elke school. Het team gebruikt een of
twee dagen om alle processen in de school te bekijken en te observeren. Op basis van de
uitkomsten beschrijven ze wat goed gaat en geven ze verbeteractiviteiten. Het auditteam bezocht
in 2013 vijf scholen.
Evalueren van het onderwijs is een belangrijk onderwerp op de scholen. Twee keer in het
schooljaar werd, op basis van gegevens, teruggekeken en werden aanpassingen gedaan op
gewenste gebieden. In de groep of op individueel niveau van een leerling. Tien scholen werkten
aan het project School aan Zet. De begeleiding vanuit dit project was concreet gericht op een
onderwerp van de school dat verbetering behoeft. School aan Zet is een initiatief van het Ministerie
van Onderwijs en de PO-Raad.
3.2.1. Het volgen van de kwaliteit
De leeropbrengsten vormen een belangrijke indicator voor de kwaliteit van het onderwijs in
Marenland. Alle scholen meten de opbrengsten of resultaten met het CITO-leerlingvolgsysteem. Op
twee momenten in het schooljaar worden bij alle leerlingen dezelfde toetsen afgenomen. Zo volgen
we hoe een leerling zich ontwikkelt, hoe de groep zich ontwikkelt en hoe de school er op het gebied
van de resultaten voor staat. De resultaten van alle toetsen staan in een centraal administratie- en
registratiesysteem (Parnassys). Elke school heeft dit administratieprogramma en vult dit met de
toetsgegevens. De algemeen adjunct directeur en de coördinator zorg kunnen op ieder gewenst
moment in Parnassys kijken om de resultaten van elke school te zien. Twee keer per jaar worden
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
14 | P a g i n a
de resultaten van de school
verbeterplannen opgezet.
met
de
schooldirecteur
besproken.
Waar
nodig
worden
Een tweede indicator voor kwaliteit zijn de tevredenheidsonderzoeken. In 2013 zijn geen peilingen
uitgevoerd onder ouders, leerlingen en personeel. Marenland onderzoekt een keer per twee jaar de
tevredenheid. In 2014 is het weer zover. De onderzoeken worden uitgevoerd door het Bureau voor
Praktijkgericht Onderzoek uit Groningen. Elke school ontvangt een rapport over de bevindingen op
de eigen school. Het bestuur ontvangt de rapportage van de gezamenlijke scholen. Op basis van
deze uitkomsten worden voor het nieuwe (school)jaar verbeteringen ingevoerd en
aandachtsgebieden versterkt. Aandachtgebieden zijn:
- De omgang van leerlingen onderling.
- De ondersteuning van de individuele leerling door de leerkracht.
- Het schoolgebouw en de hygiëne.
- De veilige weg naar school.
De derde indicator voor goede kwaliteit zijn de inspectiebezoeken, de bevindingen en de
rapportage (zie paragraaf 3.2.2). De verslagen van de schoolbezoeken, meestal eens in de vier
jaar, geven op 23 indicatoren van de dagelijkse lespraktijk een rapportage. In 2013 zijn op elke
school ontwikkelgesprekken gevoerd met de schooldirecteur, soms aangevuld met de intern
begeleider. Deze gesprekken vinden twee keer per jaar plaats, rond november en in mei. In deze
gesprekken zijn de kwaliteitsindicatoren van de inspectie leidend, aangevuld met de
beleidsonderwerpen van Marenland.
Tot slot. De medewerkers in Marenland realiseren zich dat het ontwikkelen van goed onderwijs een
continu en intensief traject is. Kwaliteitszorg en kwaliteitsontwikkeling vragen een voortdurende
aandacht binnen de organisatie.
3.2.2. De onderwijsinspectie over Marenland
Basis, zwak en zeer zwak
Het toezicht van de inspectie is de laatste vijf jaar veranderd. Sinds drie jaar zijn er
kernindicatoren vastgesteld. Deze indicatoren moeten voldoende zijn en bepalen welk
toezichtarrangement de school krijgt:
- Basisarrangement: Er worden geen problemen gezien in de kern van het onderwijs. De school
wordt elke vier jaar bezocht.
- Het arrangement zwak: Op de kernindicatoren worden risico’s gezien en de school maakt een
plan van aanpak om de indicatoren te verbeteren.
- Het arrangement zeer zwak: De school komt onder verzwaard toezicht. Elk half jaar wordt een
voortgangsgesprek met de inspectie gevoerd of een voortgangsverslag gemaakt. Na twee jaar
dient de school haar onderwijs op de kernindicatoren voldoende te hebben.
In 2013 heeft de inspectie acht scholen bezocht. Onder deze acht scholen was ook de laatste
zwakke school van Marenland. Na een intensief bezoek met twee inspecteurs heeft de inspectie
vastgesteld dat ook deze school voldoet aan de basisnormen voor goed onderwijs. De andere
zeven bezoeken zijn conform verwachting verlopen. Twee scholen hebben voor het eerst op enkele
indicatoren het oordeel ‘goed’ gekregen.
2013
2012
2011
2010
2009
Zwak
0
1
1
1
3
Zeer Zwak
0
0
0
1
1
Totaal
0
1
1
2
4
Tabel 4: Zwakke en zeer zwakke scholen per 31-12 van elk jaar
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
15 | P a g i n a
Inspectieoordeel op de acht scholen die in 2013 bezocht zijn
1 = slecht
4 = goed
2 = onvoldoende
5 = niet te beoordelen
3 = voldoende
1
Resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen
tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de
leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
1.2
De resultaten van de leerlingen voor Nederlands taal en voor rekenen en
wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op
grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
1.5
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag
worden verwacht.
7
1
8
Leerstofaanbod
Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en
wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
8
2.2
De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde
worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van
leerjaar 8.
8
2.3
De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.
8
2.4
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht
biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de
onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
8
3
5
1
7
2.1
3.1
4 5
Opbrengsten
1.1
2
1 2 3
Tijd
De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
8
Didactisch handelen
5.1
De leraren geven duidelijk uitleg van de leerstof.
5.2
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
1
7
5.3
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
1
7
1
6
1
7
1
1
6
1
1
6
1
6
Afstemming
6.1
De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in
ontwikkelingen tussen kinderen.
6.2
De leerkrachten stemmen hun instructie af op verschillen in ontwikkeling
tussen de leerlingen.
6.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in
ontwikkeling tussen de leerlingen.
6.4
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling
tussen de leerlingen.
7
Begeleiding
7.1
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde
instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de
ontwikkeling van de leerlingen.
7.2
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de
ontwikkeling van de leerlingen.
8
8.1
8
8
8
Zorg
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
8
16 | P a g i n a
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school
de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
3
5
8.3
De school voert de zorg planmatig uit.
3
5
8.4
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
3
5
9
Kwaliteitszorg
9.1
De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar
leerlingenpopulatie.
8
9.2
De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar
opbrengsten.
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
7
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
8
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
1
6
9.6
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde
onderwijskwaliteit.
1
7
2
6
1
1
Tabel 5: Beoordeling kernindicatoren door inspectie
Analyse beoordeling kernindicatoren
De inspectie legde in 2013 de nadruk op:
De opbrengsten: kernindicator 1.1 en 1.2.
Het aanbod taal, lezen en rekenen: kernindicator 1.2, 2.1 en 2.2.
De didactische vaardigheden van de leerkracht: kernindicator 3.1, 5.1, 5.2 en 5.3.
De school toetst de leerlingen met onafhankelijke toetsen: kernindicator 7.1 en 7.2.
De zorg wordt planmatig uitgevoerd, tijdige herkenning van zorgleerlingen, analyseren van
gegevens: kernindicator 8.3.
De kwaliteitszorg: kernindicator 9.1, 9.2, 9.3, 9.4 en 9.5. Nieuwe indicator is 9.6, de
verantwoording naar externen over de kwaliteit van de school.
Naleving wet en regelgeving: kernindicator N.
Bestudering van de inspectierapporten geeft een beeld van de scholen binnen de organisatie. Het
valt op dat vrijwel alle scholen voldoen aan:
Voldoende opbrengsten.
De kwaliteitszorg is inzichtelijk en voldoet aan de voorwaarden.
De onderwijstijd wordt goed benut.
Het schoolklimaat, de veiligheid op elke school is op orde.
Verbeteringen zijn op enkele scholen mogelijk op het gebied van:
Het afstemmen van de instructie en leerstof op verschillen in ontwikkeling van leerlingen.
De analyse van gegevens over leerlingen en de aard van de zorg die moet worden geboden.
De schriftelijke evaluatie rond zorgtrajecten.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
17 | P a g i n a
3.2.3. De Cito-eindtoets in Marenland
Binnen Marenland doen twintig scholen mee aan de landelijke Cito-eindtoets. Dit is 75% van de
scholen. De toets wordt landelijk door 80% van de scholen gemaakt. In voorbereiding bij het
Ministerie van Onderwijs ligt een verplichte eindtoets die vanaf 2015 moet worden afgenomen op
alle basisscholen in Nederland.
De scores van de Marenlandscholen over de laatste vier jaar staan in onderstaand overzicht. De
scores liggen tussen de 525 en 550. De gekleurde vakken zonder score geven de eindresultaten die
met andere toetsen zijn gemeten. In 2013 hebben veel leerlingen in Marenland een minder goede
Cito-eindtoets gemaakt. In 2013 lag de gemiddelde score van de Marenlandscholen onder het
landelijk gemiddelde, maar nog wel boven de ondergrens. Elke school heeft een analyse gemaakt
van deze resultaten en er zijn conclusies getrokken. Van drie scholen hebben we moeten
vaststellen dat er een lagere score is behaald dan was verwacht. Op deze scholen zijn gesprekken
gevoerd en zijn verbeterplannen opgezet.
Naam school
2010
2011
2012
2013
Jan Ligthart Appingedam
533,4
536,6
536
532,2
Fiepko Coolman
537,4
538,6
532,4
527,8
Obs Hiliglo
534,3
531,7
540,6
533,7
Obs de Viking
530,2
535,4
Obs de Brandaris
535,5
536,4
530,5
532,7
Obs de Garven
534,7
533.3
535,9
538,1
Odbs Ripperdaborg
536,6
534,1
531,2
533,4
Obs Meedhuizen
527,5
534,9
539
537,1
Obs de Munte
535,5
533,2
538,6
544
Togtemaarschool
534,3
537,6
537,6
532,7
Venhuisschool
537,4
535,4
538,4
539,3
Abt Emo school
539,2
533,7 (<5)
537,6
539,4
Pr. Beatrixschool
534,6
537,1
539,5
534,9
De Bongerd
536,3
537,7
536,9
529,0
Geen groep 8
534,5 (<5)
535,7
536,3
537
537,2
537,8
528,0
Iemekorf
Jan Nieuwenhuyzen
Noorderbreedte
Obs de Waarborg
Obs de Woldrakkers
Obs Jan Ligthart D
Obs de Tasveld
Obs t Zigt
De Dieftil
De Wilster
De Zandplaat
Wirdumerklimmer
530,6
De Huifkar
532,4
534,6
539
541,3
Woltersum
535,9
(bij huifkar)
(bij huifkar)
Garmerwolde
540,1
542
527 (1 lln)
535,0
De Lessenaar
535,8
539,3
541,5
542,5
Landelijk gemiddeld
535,2
535,2
535,4
535,3
Inspectie ondergrens
533,8
533,8
533,8
533,8
Marenland gemiddeld
535,4
536,2
537,2
535,1
Tabel 6: Cito-eindtoets voor de periode 2010-2013
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
18 | P a g i n a
3.2.4. Achterstanden en de gewichtenregeling
Een lang bestaande indicator voor achterstanden in het basisonderwijs is de gewichtenregeling. De
indicator 0 wordt toegekend aan leerlingen van wie een van de ouders of beide ouders een
opleiding hebben gehad in het voortgezet onderwijs en hoger. De indicator gewicht 0,3 wordt
toegekend aan leerlingen van wie beide ouders, of één ouder die belast is met de dagelijkse
verzorging, alleen lbo/vbo, praktijkonderwijs of vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft
gevolgd. De indicator gewicht 1,2 wordt toegekend aan leerlingen van wie één van de ouders
alleen basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gevolgd. Heeft een leerling gewicht 0,3 of 1,2 gekregen,
dan krijgt de school extra geld voor het onderwijs. Dit geld wordt niet rechtstreeks toegekend aan
een kind, maar is onderdeel van het totaalbedrag dat de school ontvangt voor het verzorgen van
onderwijs (de lumpsum).
Bij Marenland nam in 2013 het aantal leerlingen met een weging af. De voornaamste reden is de
strengere eisen voor het opleidingsniveau van de ouders. Dit zegt dus niets over de dalende
zorgbehoefte van deze leerlingen. In Delfzijl en Appingedam was het aantal leerlingen met een
weging het hoogst. In Delfzijl was dit voornamelijk op de scholen Noorderbreedte en De Garven. In
Appingedam hadden de Jan Ligthartschool en De Iemekörf de meeste leerlingen met een minder
kansvolle uitgangspositie.
2009
2010
2011
2012
2013
0.3
118
103
125
140
137
1.2
60
64
75
72
73
0.3
48
56
71
53
40
1.2
14
14
22
33
22
0.3
18
19
11
25
22
1.2
6
5
3
6
4
0.3
1
1
13
19
19
1.2
0
0
4
4
4
0.3
7
8
7
10
10
1.2
4
4
2
9
10
Totaal
276
274
333
371
341
Delfzijl
Appingedam
Loppersum
Ten Boer
Bedum
Tabel 7: Aantal leerlingen met weging 2009-2013 per gemeente
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
19 | P a g i n a
3.2.5. Verwijzingen naar speciaal (basis)onderwijs en Leerlinggebonden Financiering
Een klein percentage van onze leerlingen gaat naar het Speciaal Onderwijs (SO). Deze leerlingen
hebben vaak een ernstig gedragsprobleem, een aandachtstoornis of een handicap die boven de
mogelijkheden van onze scholen ligt. Het aantal verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs
(SBO) is procentueel gezien ten opzichte van het vorig jaar iets gestegen. Deze tendens is ook
landelijk geconstateerd en heeft vermoedelijk een relatie met de komst van passend onderwijs.
Met de invoering van de Wet op Passend Onderwijs in 2014 wordt verwijzen naar een speciale
school moeilijker. Leerlingen met een handicap die op de scholen kunnen worden opgevangen,
krijgen vaak een Leerlinggebonden Financiering (LGF), ook wel rugzak genoemd. Wanneer
leerlingen door onze scholen verwezen worden, gaan zij meestal naar SBO De Delta. Deze speciale
basisschool werkt met een langzaam leerprogramma, heeft kleine groepen en veel aandacht voor
de sociale competenties van leerlingen.
SBO
SO
SBO
SO
SBO
SO
SBO
SO
2010
2010
2011
2011
2012
2012
2013
2013
Iemekörf
0
0
0
0
1
1
2
0
Jan Ligthart Appingedam
1
0
1
0
2
1
2
0
Jan Nieuwenhuyzen
0
0
1
0
0
0
3
0
RA Venhuisschool
0
0
0
0
0
0
0
0
Togtemaarschool
2
1
2
0
2
1
0
0
Fiepko Coolman
0
0
1
0
0
0
0
0
Hiliglo
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
Noorderbreedte
Jan Ligthart Delfzijl
1
0
0
0
0
1
2
0
Tasveld
0
0
0
0
0
0
0
1
’t Zigt
1
0
1
0
0
0
0
0
Garven
1
1
0
1
0
0
0
0
Ripperdaborg
1
0
0
1
1
0
0
0
Waarborg
1
0
0
0
0
0
1
0
Munte
1
0
2
0
2
0
0
0
Woldrakkers
2
0
1
0
0
0
0
0
Wilster
0
0
0
0
0
0
0
0
Abt Emo
0
0
0
0
0
0
0
0
Wirdumerdraai
0
0
0
0
0
0
0
0
Zandplaat
0
0
1
0
0
0
0
0
Dieftil
0
0
0
0
0
0
0
0
Beatrixschool en Wilgenstee
0
0
0
0
0
0
0
0
Bongerd
0
0
0
0
0
0
0
0
Huifkar
0
0
0
0
0
0
0
0
Woltersum
0
0
0
0
0
0
0
0
Garmerwolde
1
0
0
0
0
0
0
0
Lessenaar
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal
15
2
10
2
8
3
11
2
Marenland (in procenten)
0,48
0,06
0.32
0,06
0,26
0,10
0,37
0.06
Landelijk (in procenten)
0,58
0,32
0,64
0,32
0,60
0,30
0.65
0.30
Tabel 8: Verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs (SBO) en het speciaal onderwijs (SO)
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
20 | P a g i n a
3.2.6. Verwijzingen naar het voortgezet onderwijs
In 2013 werden ruim 400 leerlingen verwezen naar het voortgezet onderwijs. De meeste leerlingen
gingen naar het Eemsdeltacollege, met vestigingen in Appingedam en Delfzijl. Vanuit de westelijker
gelegen basisscholen werd verwezen naar de stad Groningen en Het Hogeland College in Warffum.
Ten opzichte van 2012 zagen we een doorzettende daling in de verwijzing naar het gymnasium,
het vwo en de havo, en gingen meer leerlingen naar een vorm van vmbo-onderwijs.
In 2013 hebben de eerste basisscholen van Marenland gewerkt met de plaatsingswijzer. Deze
wijzer geeft op basis van de resultaten van de leerling in de laatste drie basisschooljaren een VOadvies. Hiermee wordt recht gedaan aan de waarde van het leerlingvolgsysteem en krijgt de Citoeindtoets een iets minder prominente plek in de verwijzingsprocedure naar het voortgezet
onderwijs.
Iemekorf
%
%
%
%
%
aantal
Gymn
VWO
HAVO
VMBO
PRO
9
0,0
0,0
11,1
77,8
11,1
Jan Ligthart App.
41
0,0
14,6
29,3
56,1
0,0
J. Nieuwenhuyzen
25
0,0
0,0
12,0
84,0
4,0
RA Venhuisschool
11
9,1
27,3
18,2
36,3
9,1
Togtemaarschool
39
12,8
7,7
15,4
59,0
5,1
0,0
Fiepko Coolman
8
0,0
0,0
12,5
87,5
Hiliglo
17
0,0
0,0
41,2
58,8
0,0
Noorderbreedte
29
0,0
20,7
0,0
62,1
17,2
Jan Ligthart
16
0,0
6,3
43,7
43,7
6,3
9
0,0
22,2
0,0
77,7
0,0
t Zigt
19
5,3
0.0
52,6
42,1
0,0
Garven
11
0,0
9,1
27,3
63,3
0,0
Ripperdaborg
10
0,0
0,0
20,0
70,0
10,0
Meedhuizen
10
0,0
20,0
20,0
60,0
0,0
Waarborg
13
0,0
0,0
46,2
53,8
0,0
5
0,0
60,0
0,0
40,0
0,0
Woldrakkers
15
0,0
26,7
6,7
66,6
0,0
Wilster
27
18,5
14,8
3,7
55,6
7,4
3
0,0
33,3
33,3
33,3
0,0
Wirdumerklimmer
10
0,0
10,0
50,0
40,0
0,0
Zandplaat
11
0,0
18,2
45,5
36,3
0,0
5
0,0
20,0
40,0
40,0
0,0
13
7,7
30,8
15,4
46,1
0,0
Bongerd
5
0,0
0,0
20,0
60,0
20,0
Huifkar
Tasveld
Munte
Abt Emo
Dieftil
Beatrixschool
22
22,7
4,5
31,8
36,4
4,4
Woltersum
7
0,0
28,6
57,1
14,3
0,0
Garmerwolde
8
12,5
12,5
0,0
75,0
0,0
Lessenaar
2
0,0
50,0
50,0
0,0
0,0
Totaal 2013
410
40,0%
60,0%
Totaal 2009
49,7 %
50,3 %
Totaal 2010
46,7 %
53,3 %
Totaal 2011
49,0 %
51,0 %
Totaal 2012
44,8%
55,2%
Tabel 9: Verwijzingen naar het voortgezet onderwijs in 2011 en vergelijking totalen 2009-2013
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
21 | P a g i n a
3.3.
Sterke positie in het centrum van de samenleving
Belangstelling
Onze doelstelling is dat Marenland een stabiel of groeiend marktaandeel heeft. In 2013 is het
belangstellingspercentage ten opzichte van 2012 gestegen met 0,5% (van 51,7% in 2012 naar
52,2% in 2013). Wanneer we vanaf 2006 kijken naar het belangstellingspercentage dan zien we
dat deze een stijgende lijn vertoont (van 46,4% in 2006 naar 52,2% in 2013).
Belangstelling (%)
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2006
52,2
51,7
51,5
50,3
50,0
49,0
46,4
Tabel 10: Belangstellingspercentage 2006-2013
Belangstelling
54
52
50
48
Belangstelling
46
44
42
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Grafiek 2: Belangstellingspercentage 2006-2013
Tevredenheid van ouders
De uitkomsten van de tevredenheidsmetingen leveren belangrijke informatie op voor de verdere
kwaliteitsverbetering van de school. Naar aanleiding van de resultaten worden zaken gesignaleerd
waar men ontevreden over is en waarvan men wil dat er verandering in gebracht wordt. De
tevredenheid van ouders meten we op schoolniveau in een cyclus van twee jaar. In maart 2014
vindt voor alle scholen van Marenland de volgende meting plaats.
Uit de laatste cyclus van tevredenheidsonderzoeken onder ouders, gehouden in 2012, blijkt dat
ouders de school gemiddeld het cijfer 7,6 toekenden. Het gemiddelde cijfer in Nederland (gemeten
met hetzelfde onderzoeksinstrument) is een 7,5.
2012
2011
2010
2009
7.6
7,6
7,2
7,5
7,5
7,5
7,5
7,4
Tevredenheid Ouders
Landelijk
Gemiddelde
Tabel 11: Tevredenheid ouders en landelijk gemiddelde van het onderzoeksinstrument
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
22 | P a g i n a
4
Personeel
4.1.
Goed werkgeverschap
Het personeelsbeleid is een van de belangrijkste
beleidsactiviteiten. De projectgroep personeel, waarin
de algemene directie en schooldirecteuren plaats
hebben genomen, heeft een route uitgestippeld om het
personeelsbeleid doorlopend te verbeteren.
De
kwaliteit van medewerkers is een centrale voorwaarde
voor het realiseren van de beoogde onderwijskwaliteit.
Belangrijke
instrumenten
daarbij
zijn
de
functionerings-, loopbaan- en beoordelingsgesprekken,
het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en het
portfolio voor iedere medewerker.
Cijfers
> Aantal personeelsleden:
> Aantal Payroll:
> Aantal FTE (incl payroll):
> Gewogen Gemiddelde Leeftijd
249
42
206
43,46
> Percentages
Vrouwen
Mannen
80%
20%
Directie
OP
OOP
13%
84%
3%
We kunnen concluderen dat de gesprekkencyclus functioneert op alle scholen. In drie jaar tijd
voeren
we
minstens
vijf
officiële
functioneringsgesprekken,
loopbaangesprekken
en
beoordelingsgesprekken. Alle personeelsleden hebben een Persoonlijk Ontwikkelingsplan. In het
kader van de Wet Beroepen In het Onderwijs (Wet BIO) heeft ieder personeelslid een
Marenlandportfolio aangelegd om de eigen ontwikkeling in beeld te brengen. In deze map moeten
leerkrachten materiaal behorend bij hun persoonlijke ontwikkeling bewaren. In 2013 is de
gesprekkencyclus uitgebreid geëvalueerd, onder andere door enquêtes en interviews onder
personeelsleden en schooldirecteuren. Naast een geconstateerde tevredenheid over de
gesprekkencyclus, gaven de uitkomsten van de evaluatie aanleiding om de instrumenten te
actualiseren en aan te passen.
Het beleid voor de ontwikkeling van de kwaliteit van de medewerkers werd gesteund door het
rijksbeleid. Via de zogenaamde ‘prestatiebox’ werden extra middelen beschikbaar gesteld. Scholen,
en de organisatie, konden daardoor meer geld investeren in ontwikkeling en opleidingen.
Schooldirecteuren krijgen uit de prestatiebox een eigen budget, wat ze verplicht moeten inzetten
voor hun persoonlijke ontwikkeling.
In 2013 zijn de afspraken uit het ‘Actieplan Leerkracht van Nederland’ verder uitgewerkt en
ingevoerd. Het gebruik van de lerarenbeurs is gestimuleerd en de functie van de LB leerkracht is
verder ingevoerd binnen Marenland. De zogeheten functiemix wordt als een goed instrument voor
de ontwikkeling van leerkrachten ervaren. Op de peildatum van 1 augustus 2013 voldeed onze
organisatie aan de afspraken die zijn vastgelegd in de geldende CAO.
Aan de lerarenbeurs namen in 2013 twee personeelsleden deel. Zij ontvingen een bedrag van
€ 3500 van het Ministerie van Onderwijs en volgen een gecertificeerde hbo-master of
wetenschappelijke studie. Twee leerkrachten rondden de opleiding voor schoolleider af.
In 2013 zijn documenten voor het personeelsbeleid in de toekomstige kindvoorzieningen
vastgesteld. Bestaande functieprofielen zijn uitgebreid met meerdere competenties voor de
kindvoorziening.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
23 | P a g i n a
4.2.
Onze medewerkers in cijfers
Op 31 december 2013 had Marenland 249 medewerkers in dienst. Ten opzichte van 2012 betekent
dit een daling van 16 medewerkers (15 leraren en 1 onderwijsondersteunend personeelslid). Het
personeelsbestand, gerekend in volledige banen, telde op 31 december 2013 196 fte. In 2012 was
dat nog 217 fte. In onderstaande grafieken en tabellen is de beschikbare informatie verwerkt.
Van de 249 medewerkers waren in 2013 213 werkzaam in de categorie onderwijzend personeel, 9
in de categorie onderwijsondersteunend personeel en 27 in de categorie directie. Van onze
medewerkers was 20% man en 80% vrouw. 62,7% van het personeel was deeltijder en 37,3%
werkte voltijd.
Personeelsleden
400
275
249
286
305
316
200
0
2013 2012 2011 2010 2009
Grafiek 3: Aantal personeelsleden op 31-12-2013
In 2013 was de gemiddelde gewogen leeftijd van het personeel 43,46 jaar. Van onze medewerkers
was 61,4% 45 jaar of ouder. 16,1% was jonger dan 35 jaar. De gemiddelde diensttijd van alle
personeelsleden, bepaald op basis van diensttijd in het onderwijs, bedroeg op 31 december 2013
21,60 jaar. In 2013 vierden 7 medewerkers hun jubileum: 3 waren 25 jaar in dienst en 4
medewerkers vierden het veertigjarig jubileum.
Leeftijdsopbouw
60
40
Dir
20
Oop
Op
0
0 - 25 25 35
35 45
45 55
55 60
60 >
Grafiek 4: Leeftijdsopbouw op 31-12-2013
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
24 | P a g i n a
Peildatum 31-12-2013
Fte’s
Aantal Percentage
personen
26,5710
27
13,55%
6,5653
9
3,35%
162,9898
213
83,10%
196,1261
249
100,00%
Directie
Onderwijs ondersteunend personeel
Onderwijzend personeel
Totaal
Peildatum 31-12-2013
Voltijd
Deeltijd
25
2
5
4
63
150
93
156
Directie
Onderwijs ondersteunend personeel
Onderwijzend personeel
Totaal
Totaal
27
9
213
249
Tabel 12: Personeelsgegevens 31-12-2013 stichting Marenland
Payroll
Naast de personeelsleden in dienst, werken we ook met payrollers. In 2013 zijn 42 payrollers met
een aanstelling voor een bepaalde tijd werkzaam geweest, met een totale werktijdfactor van
10,16. In 2012 waren dit 28 met een totale werktijdfactor van 6,25.
4.3.
Arbeidsomstandigheden
Ziekteverzuim
Marenland besteedt veel aandacht aan het ziekteverzuim. In 2010 kende de organisatie een hoog
verzuimpercentage van 10,07%. Na een onderzoek naar achterliggende oorzaken is het beleid
ingrijpend gewijzigd. Op het onderwijsbureau wordt het verzuim doorlopend cijfermatig
geanalyseerd. De scholen ontvangen iedere maand overzichten van hun school en van de gehele
organisatie. Directeuren worden aangestuurd door de personeelsadviseur om op hun eigen school
het ziekteverzuimbeleid uit te voeren. Coaches worden bovenschools ingezet voor preventieve
werkzaamheden en om langdurig zieken actief te begeleiden. Marenland heeft vanaf begin 2012
een eigen arboarts en arbeidsdeskundige in dienst.
De effecten van het beleid zijn duidelijk waarneembaar. In 2011 daalde het verzuim naar 9,04% en
in 2012 naar 7,13%. Het afgelopen jaar kwamen we uit op 6,07%, een percentage onder het
landelijk gemiddelde en ruim onder de regionale verzuimcijfers. Ziekteverzuim blijft een
aandachtspunt. Ons streven is uit te komen op een verzuim van 5%.
In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de ziekteverzuimcijfers terug te vinden.
Percentage
Beginsituatie
2013
6,07%
2012
7,13%
2011
9,04%
2010
10,07%
2009
7,82%
2008
5,30%
2005
8,30%
Tabel 13: Ontwikkeling ziekteverzuimcijfers Marenland
Ongewenste omgang
Er is in 2013 geen aangifte van ongewenste omgang gedaan bij de vertrouwenspersoon.
Klachtenprocedures
In 2013 is het aantal klachten sterk verminderd. Ouders met klachten konden in bijna alle gevallen
worden terugverwezen naar de leerkracht of de directeur van hun school, waar hun klacht verder is
behandeld. Na een jarenlange stijging van het aantal klachten bij het bestuur, is dit aantal in 2013
fors teruggelopen. Bij klachten die bij het bestuur werden ingediend volgens de klachtenprocedure,
zijn dit jaar twee nieuwe klachten ingediend door ouders. Een lopende procedure is begin 2013
afgerond. De nieuwe klachten van de ouders zijn in onderling overleg afgehandeld. Bij onze
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
25 | P a g i n a
externe beroep- en bezwarencommissie voor CAO-klachten werden in 2013 geen klachten
ingediend.
2013
2012
2011
2010
Aangemelde klachten
2
9
8
6
Procedures
0
1
6
3
Tabel 14: Aantal klachtenprocedures
4.4.
Opleiding en scholing
Personeel
Door iedere school is een eigen opleidingsplan gemaakt. De investering bedroeg € 85.000.
Individueel konden leerkrachten via het schoolbudget of via de Marenlandacademie scholing
volgen. De investering via de Marenlandacademie bedroeg € 108.000. De kosten van overige
cursussen en opleidingen bedroegen € 57.000. De totale investering in opleiding en scholing
bedroeg € 250.000, een lichte stijging ten opzichte van 2012. In tabel 15 is de ontwikkeling in
investeringen inzichtelijk gemaakt.
Investering Opleiding en Scholing
2013
2012
2011
2010
2009
250.000
240.000
234.000
219.000
440.000
Tabel 15: Investering opleidingen en schoolbegeleiding
De Marenlandacademie
Via de Marenlandacademie bieden we scholing aan alle personeelsleden. Het aanbod is zo goed
mogelijk afgestemd op de vraag en behoefte vanuit de scholen en de doelstellingen van de
organisatie. In 2013 waren dat de cursussen:
Ambassadeur Kindvoorziening
Basiscursus MFA (Medical First Aid)
Verdiepingscursus MFA
Leergemeenschap groep 6 leerkrachten
Middenmanagementtraining
Woordenschatontwikkeling
De Elektronische Leeromgeving
Leerkrachtgedrag vanuit de roos van Leary
Effectief werken aan begrijpend lezen
Leerstofplanning
Zo kun je me bereiken, PMC communicatiemodel
Ik kan al lezen
Het Marenland Onderwijs Koor
ICT
Opleiding op schoolniveau
Elke school heeft een eigen opleidingsplan. Schoolteams volgen scholing of krijgen begeleiding bij
de schoolontwikkeling. Vast onderdeel van de scholing zijn twee bijeenkomsten met activiteiten
rond het kwaliteitsontwikkeling- en borgingsinstrument ‘Kwintoo’.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
26 | P a g i n a
4.5.
Werkgelegenheid, mobiliteit en verlof
Instroom
In 2013 zijn 2 vaste dienstverbanden bij het onderwijsondersteunend personeel uitgebreid.
Uitstroom
In 2013 zijn 7 vaste dienstverbanden beëindigd.
Detachering
In 2013 zijn 8 personeelsleden gedetacheerd.
Mobiliteit
In het afgelopen schooljaar zijn 25 personeelsleden van school gewisseld. Dat waren er precies
evenveel als in 2012.
Verlof
In 2013 genoten 38 medewerkers ouderschap- en/of zwangerschapsverlof. Hiervan hadden 15
medewerkers zwangerschapsverlof en 23 medewerkers betaald of onbetaald ouderschapsverlof.
Het aantal zwangerschapsverloven is hiermee verdubbeld ten opzichte van 2012. Het aantal
ouderschapsverloven bleef nagenoeg gelijk.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
27 | P a g i n a
5
Financiën en Huisvesting
In dit hoofdstuk worden allereerst het gevoerde
financiële beleid van Marenland en de gewijzigde
regelgeving
behandeld.
Vervolgens
zijn
de
exploitatierekening
2013
en
de
bijbehorende
balanssituatie van Marenland opgenomen. Noodzakelijke
toelichtingen bij de diverse onderdelen zijn bijgevoegd.
Daarnaast worden de kengetallen en kerncijfers van
2010, 2011 en 2012 genoemd om inzichtelijk te maken
hoe de situatie bij Marenland is gewijzigd ten opzichte
van de voorgaande jaren.
5.1.
Cijfers
>
>
>
>
>
Exploitatieresultaat
Exploitatieresultaat
Exploitatieresultaat
Exploitatieresultaat
Exploitatieresultaat
2008 € 25.932
2009 - € 385.459
2010 - € 337.492
2011 - € 269.320
2012 € 164.789
> Begroting 2013
> Exploitatieresultaat 2013
> Weerstandsvermogen
€
0.000
€ 784.484
16,97%
Gevoerde financiële beleid
Het financiële beleid van Marenland is onder te verdelen in twee categorieën: de financiële planning
en het beheer van de financiële planning.
De financiële planning wordt vormgegeven door het opstellen van een begroting voor het komende
kalenderjaar. Binnen de begroting worden de beschikbare budgetten vraaggestuurd ingezet,
gericht op het verhogen van de onderwijskwaliteit. Scholen maken voor hun deel een
schoolbegroting en controleren regelmatig hun budgetten. Scholen mogen niet meer geld uitgeven
dan de inkomsten voor het betreffende jaar. Daarnaast wordt een meerjarenbegroting gemaakt om
voor de langere termijn de ontwikkeling van de financiële positie in beeld te brengen. De
meerjarenbegroting verschaft informatie om beslissingen te kunnen nemen die financiële
consequenties hebben.
Het financiële beheer vindt plaats door middel van twee tussentijdse rapportages (integrale
management rapportages), die de gehele planning- en controlcyclus binnen Marenland
ondersteunen. Met deze rapportages wordt in de gaten gehouden in hoeverre de realisatie afwijkt
van de begroting. Tevens wordt in de rapportages een prognose gemaakt voor het hele
kalenderjaar. Op basis van deze prognose kan beslist worden of er gedurende het jaar reden is tot
bijsturing van het financiële beleid. Uiteindelijk wordt een jaarrekening opgesteld. De doelstelling is
dat tijdig de jaarlijkse begroting en rekening opgemaakt zijn en duidelijke tussentijdse rapportages
opgesteld zijn over onder- en overschrijdingen. De verplichting is ingevoerd dat de geldstromen in
de scholen worden meegenomen in de verantwoording. Onder andere ouderfondsen,
oudpapieropbrengsten en schoolreisfondsen vallen onder deze verplichting. In 2013 is een start
gemaakt met het oprichten van afzonderlijke stichtingen voor het beheren van deze geldstromen in
de scholen, zodat dit geen onderdeel meer uitmaakt van het eigen vermogen van de organisatie.
5.2.
Administratieve organisatie
Om alle processen binnen Marenland, met name de risicovolle en kwetsbare processen, goed te
kunnen uitvoeren, is een goede administratieve organisatie vereist. Om de administratieve
organisatie van Marenland goed in beeld te brengen, is in 2010 het proceshandboek opgesteld. In
2013 is het proceshandboek geactualiseerd. De uitvoering van de plannen is vastgelegd in een
financieel beleidsplan. Jaarlijks wordt getoetst of de processen werken zoals afgesproken. De
controller geeft hier invulling aan.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
28 | P a g i n a
5.3.
Huisvesting
In 2013 is veel aandacht uitgegaan naar de ontwikkeling van de nieuwe gebouwen voor de
kindvoorzieningen in de gemeente Appingedam. In de wijk Opwierde wordt een nieuwe
kindvoorziening gerealiseerd, waarin onze dan gefuseerde scholen Iemekörf en Jan
Nieuwenhuyzenschool een plaats krijgen. In de wijk Oling wordt het bestaande gebouw, met daarin
de Jan Ligthartschool, uitgebreid en omgevormd tot een moderne kindvoorziening.
Met de gemeenten Loppersum en Delfzijl zijn de plannen voor de toekomstige kindvoorzieningen
uitgewerkt en in een overeenkomst vastgelegd. In de gemeente Loppersum wordt voor de
kindvoorziening in Stedum gekeken naar de voorbereidingen voor de realisatie.
Het regulier geplande onderhoud is niet in alle gevallen uitgevoerd. Overleg met de gemeenten
over de uitvoering en de bekostiging leidde in sommige gevallen tot het vooruitschuiven van de
werkzaamheden.
5.4.
Over de jaarrekening 2013
In deze paragraaf wordt specifiek ingegaan op de jaarrekening 2013. Hierbij gaat het onder andere
om de exploitatie, de balans en diverse kengetallen.
5.4.1. Exploitatierekening
De exploitatierekening van Marenland, waarin de baten en lasten van het kalenderjaar 2013 zijn
opgenomen, laat een positief resultaat zien van € 780.484. Het exploitatieresultaat 2013 is
daarmee hetzelfde bedrag positiever uitgevallen dan begroot. Dit grote positieve resultaat is te
danken aan onverwachte baten vanuit het Nationaal Onderwijs Akkoord, een onverwachte
premieteruggaaf van het UWV, aan meevallende kosten op afschrijvingen en huisvesting, en aan
lager dan begrote overige lasten.
Vanwege ontwikkelingen rond de rijksbegroting is voor 2013 een aanzienlijk bedrag aan
rijksmiddelen toegekend aan het onderwijs. Het bedrag is in november bekend gemaakt en in
december gestort. Voor Marenland ging het om een bedrag van € 560.000. Eigenlijk is dit bedrag
voor 2014 bedoeld, maar het ministerie heeft expliciet aangegeven dat het bedrag niet in 2014
geboekt mag worden. Daarmee heeft het onderwijs in Nederland in 2013 een meevaller gekregen.
Zodra deze gelden in 2014 worden ingezet, is daarmee voor 2014 een tegenvaller van
vergelijkbare omvang gecreëerd.
Nog een onverwachte meevaller ontvingen we van het UWV. Het betreft een premieteruggaaf van
premies voor de WIA/WAO voor een bedrag van ongeveer € 56.000. In de loop van de tijd zal dit
mogelijk weer opgesoupeerd worden, doordat de premies voor de WGA gaan stijgen. Het betreft in
feite een verschuiving van premies voor volledige arbeidsongeschiktheid naar premies voor
gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
De meevallende kosten op afschrijvingen kennen twee belangrijke oorzaken:
1. Het in de loop van 2013 geplande uitstel van een deel van de ICT-investeringen naar begin
2014.
2. Het lang niet volledig uitvoeren van de investeringsprogramma’s door de meeste scholen.
De huisvestingskosten zijn, naast het niet volledig uitvoeren van de onderhoudsplanning, vooral
lager vanwege strakkere afspraken met het schoonmaakbedrijf.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
29 | P a g i n a
De overige lasten waren aanzienlijk lager, doordat de budgetten voor leermiddelen en ICT op
schoolniveau niet volledig zijn ingezet. Verder waren de kosten van het administratiekantoor en de
accountant beduidend lager dan begroot. Deze meevallers werden voor een flink bedrag
gecompenseerd door de extra uitgaven die van de schoolbankrekeningen zijn gedaan. Die uitgaven
onttrekken zich aan de budgettering van Marenland.
Per saldo dus een heel fors positief resultaat. Los van de onverwachte meevallers is er nog steeds
sprake van een flink positief resultaat. En dat vooral dankzij goed budgetbeheer en strakke inkoop.
De realisatie van 2013, de begroting van 2013 en de realisatie van 2012 zijn opgenomen in
onderstaand overzicht. Diverse specificaties en toelichtingen volgen na de exploitatierekening.
Baten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Totaal baten
Realisatie
Begroting
2013
2013
Realisatie
2012
17.251.760
424.555
253.455
17.929.770
16.667.034
358.606
275.413
17.301.053
16.768.974
355.547
214.231
17.338.752
14.229.422
419.535
1.224.374
1.315.377
17.188.708
14.183.095
468.072
1.295.933
1.387.453
17.334.553
14.326.197
474.926
1.205.485
1.213.261
17.219.869
Lasten
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten
Resultaat
Totaal resultaat
741.062
39.422
33.50033.500
780.484
780.484
-
118.883
45.905
164.788
164.788
Tabel 16: Exploitatierekening Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
Realisatie
Begroting
2013
2013
Realisatie
2012
Personele baten
Personele lasten
15.414.048
14.229.422
14.692.574
14.183.095
14.489.385
14.326.197
Personeel resultaat
1.184.626
509.479
163.190
2.515.722
2.959.286
2.608.479
3.151.458
2.849.367
2.893.672
Materiële baten
Materiële lasten
Materieel resultaat
443.564-
542.979-
44.305-
Tabel 17: Resultaten op personeel en materieel
Uit tabel 17 blijkt een behoorlijk positief resultaat bij personeel. Het negatieve resultaat voor
materieel wordt hiermee ruimschoots gedekt. Hieronder wordt hier specifiek op ingegaan.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
30 | P a g i n a
Baten
Ten opzichte van de begroting zijn de totale baten € 629.000 hoger. Hiervan vormen de personele
baten met € 721.000 het grootste deel. Daarnaast komen de materiële baten
€ 93.000 lager uit dan begroot. De financiële baten (rente) zijn € 6.000 hoger dan begroot.
Rijksbijdragen
De rijksbijdragen OCW laten een stijging zien van € 585.000. De stijging van de rijksbijdragen zijn
deels ontstaan door een verhoging van de personele lumpsumbekostiging. Deze verhoging wordt
veroorzaakt door aanpassing in verband met de afspraken over de verdere professionalisering van
de schoolleiding, en door het resterende deel van het budget voor 2013 en de eerste zeven
maanden van 2014 ten aanzien van het actieplan leerkracht vrij te geven. De genormeerde
gemiddelde personeelslasten van leraren zijn gestegen met 0,095% ten opzichte van 2012-2013.
Het grootste gedeelte van de stijging van de rijksbijdragen OCW komt door het Nationaal
Onderwijs Akkoord. Een gedeelte hiervan ( € 52,85 per leerling) is beschikbaar gesteld om jonge
leerkrachten in dienst te houden. Door het gesloten herfstakkoord is tevens € 183,90 per leerling
beschikbaar gesteld als extra baten ten behoeve van de stijgende kosten in het primair onderwijs.
Dit bedrag van € 559.600 is per december 2013 beschikbaar gekomen. Het is eigenlijk bedoeld
voor 2014, maar vanwege politieke redenen moet het in 2013 worden geregistreerd. Dit bedrag is
de belangrijkste oorzaak van het positieve resultaat. Omdat het in 2014 voor het grootste deel
besteed zal gaan worden, zal het dan de belangrijkste reden zijn voor het negatieve resultaat.
Overige overheidsbijdragen
De overige overheidsbijdragen laten een stijging zien van € 66.000. Dit wordt met name
veroorzaakt door de teruggave van de WAO/WIA-premie. Verder waren er hogere baten van het
samenwerkingsverband in verband met de invoering van het passend onderwijs en een bonus van
het vervangingsfonds.
Overige baten
De overige baten laten een daling van ongeveer € 22.000 zien. Deze daling wordt veroorzaakt door
lagere detacheringsbaten.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
31 | P a g i n a
Lasten
Personele lasten
De personeelslasten over 2013 vallen € 46.000 hoger uit dan begroot. De stijging wordt
onderverdeeld in een stijging van de lonen en salarissen van het in dienst zijnde personeel
(€ 353.000), en een daling van de overige personele lasten (€ 307.000).
Overige personele lasten
De overige personele lasten laten een daling zien van € 307.000 ten opzichte van de begroting.
In onderstaande tabel is zichtbaar op welke onderdelen deze daling ontstaat.
Realisatie
Begroting
Verschil
2013
2013
2013
13.355.942
13.003.047
-352.895
Cursuskosten
Extern personeel
Werving en selectie
Reis- en verblijfkosten
Bedrijfsgezondheidszorg
Toeslag VVF
Schoonmaakpersoneel
Loonkosten detachering
Overige personele kosten
Mutatie voorziening jubilea
Uitkering, anders dan vervanging
167.932
224.849
5.554
32.790
72.633
0
33.229
77.428
330.935
24.414
-96.283
227.900
273.183
5.000
43.126
80.000
25.000
40.442
0
470.397
15.000
0
59.968
48.334
-554
10.336
7.367
25.000
7.213
-77.428
139.462
-9.414
96.283
Overige personele lasten
873.481
1.180.048
306.567
Lonen en salarissen excl. VF
Totaal personele lasten
14.229.423
14.183.095
46.328-
Tabel 18: Personele lasten 2013
De opvallendste verschillen ten opzichte van de begroting zitten in de volgende posten:
 De cursuskosten vallen lager uit, doordat een aantal cursussen is verplaatst naar 2014.
 De lasten voor bedrijfsgezondheidszorg zijn lager uitgevallen dan begroot. Dat is het gevolg
van een lager ziekteverzuim.
 Marenland heeft het ziekteverzuim zodanig succesvol aangepakt, dat dit heeft geresulteerd
in een bonus en het vermijden van de begrote malus van € 25.000.
 Bij het opstellen van de begroting was nog niet gerekend op het kunnen dekken van
loonkosten door detachering.
 Overige personele kosten zijn lager door het uitstellen van een aantal geplande uitgaven
voor de prestatiebox. Hier staan ook lagere baten tegenover.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
32 | P a g i n a
Materiële lasten
Afschrijvingen
De afschrijvingslasten vallen in 2013 € 49.000 lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat
er minder is geïnvesteerd dan in de investeringsbegroting is opgenomen. De belangrijkste reden
om minder te investeren is, dat de investeringen in de ICT gedeeltelijk in 2014 zullen worden
uitgevoerd.
Huisvestingslasten
De huisvestingslasten zijn € 72.000 lager dan begroot. Dit komt door lagere schoonmaaklasten en
lagere lasten voor klein onderhoud.
Overige instellingslasten
De overige instellingslasten zijn € 72.000 lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door lagere
administratiekosten, lagere lasten leermiddelen en lagere ICT-lasten. De lasten voor reproductie,
cultuur en de uitgaven op de schoolbankrekeningen zijn hoger dan begroot.
Financiële baten en lasten
De rentebaten zijn voor € 35.000 begroot en de werkelijke rentebaten zijn € 41.000. Het saldo
financiële baten en lasten valt daarmee € 6.000 hoger uit dan begroot. Dit komt door de
voorzichtige prognose van de rentebaten in de begroting, door de toegenomen liquide middelen en
de strakke beheersing van de liquiditeit. Een negatief effect ging uit van de lagere rente.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
33 | P a g i n a
5.4.2. Balans
Waar de exploitatierekening de baten en lasten van een kalenderjaar laat zien, geeft de balans aan
welke waarden aan het begin en aan het eind van een kalenderjaar in een organisatie aanwezig
zijn. In onderstaande tabel is de balans van Marenland opgenomen. Overeenkomstig de wettelijke
bepalingen is de winst van € 780.484 over 2013 toegevoegd aan de reserves. Het positieve
exploitatieresultaat is verwerkt in de algemene reserve (€ 728.402), bestuursreserve (€ 125.884)
en overige bestemmingsreserves (- € 73.827).
Activa
31-dec-13
31-dec-12
Vaste activa
Materiële vaste activa
Gebouwen en terreinen
Inventaris en apparatuur
Leermiddelen
Passiva
Eigen vermogen
Algemene reserve
Bestemmingsreserves
Liquide middelen
3.387.612
571.505
3.959.117
531.312
251.724
783.036
495.297
251.780
747.077
597.550
274.249
543.001
191.957
724.131
281.231
2.014.569
6.720.763
122.074
1.135.659
702.586
1.960.319
262.949
850.050
182.267
52.633
1.347.899
142.728
878.801
222.358
31.548
1.275.435
4.893.922
3.485.009
556.566
216.076
584.849
605.650
2.560.691
8.083.328
6.720.763
8.083.328
Voorzieningen
Voorziening huisvesting
Personeelsvoorzieningen
Kortlopende schulden
Crediteuren
Belastingen en premies sociale
verzekeringen
Schulden terzake van pensioenen
Overige kortlopende schulden
Overlopende passiva
31-dec-12
4.116.039
623.562
4.739.601
114.444
1.105.479
621.584
1.841.507
Vlottende activa
Vorderingen
Debiteuren
Ministerie van OCW
Overige vorderingen
Overlopende activa
31-dec-13
Tabel 19: Balans
Een vergelijking met de balans van het voorgaande kalenderjaar laat zien dat de totale waarde van
activa en passiva is gestegen met € 134.000. De belangrijkste ontwikkelingen zijn:

De materiële vaste activa is met € 119.000 afgenomen. Er is voor ruim € 297.000
geïnvesteerd, en voor € 369.000 afgeschreven. De oorzaak van deze daling ligt voornamelijk in
het uitstellen van de ICT-investeringen, en de afboeking van de activa van de opgeheven Dieftil
voor een bedrag van € 47.000.

De vorderingen zijn met € 72.000 toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door de debiteuren en
de vooruitbetaalde bedragen.

De liquide middelen zijn met € 1.409.000 toegenomen. Voor een onderbouwing van deze
toename wordt verwezen naar het kasstroomoverzicht in de jaarrekening.

Het eigen vermogen is met € 780.000 toegenomen, vanwege het positieve exploitatieresultaat.

De voorzieningen zijn met € 36.000 toegenomen. De voorziening huisvesting is hierbij met
€ 36.000 toegenomen, vanwege het feit dat er dit jaar meer is gedoteerd dan onttrokken aan
de voorziening. De personeelsvoorzieningen zijn gelijk gebleven.

De kortlopende schulden zijn toegenomen met € 546.000 door de stijging van de crediteuren
en door subsidies die in 2014 verder zullen worden besteed.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
34 | P a g i n a
Vrije reserves
Financiële middelen die voor de invoering van de lumpsum (1 januari 2006) in het bezit waren van
het schoolbestuur, mogen vrij worden besteed (= € 2.921.831). Vrij houdt in dat deze middelen
niet aan de rechtmatigheideisen zijn onderworpen die gelden voor de publieke middelen die na 31
december 2005 zijn of worden ontvangen. Het saldo van de vrije reserve per 31-12-2013 bedraagt
€ 2.769.759.
Saldo reserves voor 01-01-2006
2.921.831
Uitgaven De Wilster
78.984
Uitgaven Jan Ligthart
53.092
Uitgaven De Bongerd
19.996
Saldo vrije reserves per 31-12-2013
2.769.759
Tabel 20: Saldo vrije reserves
5.5.
Kengetallen per balansdatum
Uit de jaarrekening 2013 kunnen een aantal belangrijke kengetallen worden gehaald. Deze
kengetallen zijn indicatoren van de financiële positie van Marenland. De kengetallen van de
afgelopen twee kalenderjaren zijn in onderstaande tabel opgenomen. Bijbehorende definities zijn
opgenomen in bijlage II.
Financieel (per 31 december)
Marenland
2013
Begroot resultaat (x € 1000,-)
Exploitatieresultaat (x € 1000,-)
0
780
Landelijk
2012
Marenland
2012
Landelijk
2011
0
165
Solvabiliteit 1 (eigen verm/tot. verm)
Solvabiliteit 2 (e.v. + voorz/tot.verm)
Liquiditeit (current ratio)
Rentabiliteit
Kapitalisatiefactor
Weerstandsvermogen 1 (incl. MVA)
Weerstandsvermogen 2 (excl. MVA)
0,59
0,68
2,44
4,35%
44,44%
26,43%
16,80%
0,54
0,64
1,61
-0,40%
39,22%
23,10%
9,60%
0,59
0,70
2,36
0,95%
38,05%
22,83%
11,92%
0,55
0,64
1,59
-1,40%
39,76%
23,50%
10,90%
Personele lasten van totale lasten
Personele lasten van rijksbijdragen
Rijksbijdragen van totale baten
82,78%
82,48%
96,22%
81,90%
91,00%
90,70%
83,20%
85,43%
96,71%
81,60%
92,30%
89,80%
Tabel 21: Kengetallen Marenland en landelijk
Een vergelijking met landelijke kengetallen van vergelijkbare besturen laat een gemiddeld tot
positief beeld zien voor Marenland op de solvabiliteit en liquiditeit. Een van de belangrijkste
graadmeters in deze vergelijking is het weerstandsvermogen 2 (eigen vermogen minus materiële
vaste activa ten opzichte van de rijksbijdragen). We zien dat het weerstandsvermogen boven het
landelijk gemiddelde ligt.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
35 | P a g i n a
In bovenstaande tabel is ook de kapitalisatiefactor opgenomen. De kapitalisatiefactor wordt
berekend door het balanstotaal (activa) minus de boekwaarde van gebouwen en terreinen, te delen
door de totale baten. De signaleringsgrens van de kapitalisatiefactor voor grote instellingen (vanaf
€ 8 miljoen aan baten) is 35%. Besturen met een hogere waarde moeten deze verantwoorden. De
kapitalisatiefactor van Marenland betrof in het boekjaar 2012 38% en in 2011 36%. In 2013 is
deze factor gestegen naar 44%. Dit betekent dat Marenland dicht op de signaleringsgrens zit van
35%. Een kapitalisatiefactor ver boven de bovengrens kan, volgens de commissie, duiden op het
niet of niet efficiënt benutten van het kapitaal van de stichting in het vervullen van haar taken.
5.6.
Treasuryverslag
Stichting Openbaar Onderwijs Marenland heeft op 19 april 2010 het aangepaste treasurystatuut
vastgesteld. In 2013 is uitvoering gegeven aan het in het treasurystatuut beschreven beleid ten
aanzien van sparen en beleggen. Gezien de negatieve renteontwikkeling van de laatste jaren, wordt
al meerdere jaren geen geld meer gestort in termijndeposito’s. In verband met genoemde
renteontwikkeling is in 2009 een ExtraBonus Zakenrekening geopend om de vrijvallende deposito’s
in onder te brengen. In 2011 is deze rekening overgegaan in de Bedrijfsbonusspaarrekening. De
hoogte van de stortingen was afhankelijk van de liquiditeitsbehoefte van Marenland. Vanaf 2012 is
er geen geld meer in termijndeposito’s belegd.
Financieel overzicht Rabobank:
Rekeningnr. NL64RABO 0116 0417 49
Saldo 01-01-2013 :
€
31.804,03
Saldo 31-12-2013 :
€
27.252,75
Rekeningnr. NL20RABO 3180.493.895
Saldo 01-01-2013 :
€ 938.769,88
Saldo 31-12-2013 :
€ 951.899,86
Financieel overzicht ING:
Rekeningnr. NL05INGB 0658 6503 00
Saldo 01-01-2013 :
€
498.552,81
Saldo 31-12-2013 :
€ 1.039.601,94
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
36 | P a g i n a
Rekeningnr. NL13INGB 0650 7073 11
Saldo 01-01-2013 :
€ 1.734.280,28
Saldo 31-12-2013 :
€ 2.668.318,75
Financieel overzicht SNS-Bank (kasgeldrekening)
Rekeningnr. NL26SNSB 0904 2253 48
Saldo 01-01-2013
: € 1.005,39
Saldo 31-12-2013
:
€
190,99
Totaal ontvangen bedrag aan rente in 2013: € 41.032,89.
In 2006 was het saldo tussen financiële baten en lasten € 31.000.
In 2007 was het saldo tussen financiële baten en lasten € 141.045.
In 2008 was het saldo tussen financiële baten en lasten € 168.805.
In 2009 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
49.749.
In 2010 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
49.719.
In 2011 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
44.267.
In 2012 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
45.906.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
37 | P a g i n a
6
Continuïteitsparagraaf
Stichting Marenland heeft een helder en ambitieus strategisch beleidsplan opgesteld voor haar
openbare scholen. Het bestuur verwoordt wat haar opbrengstverwachtingen zijn en streeft er naar
dat hiermee de kwaliteit van de gehele organisatie een krachtige impuls krijgt.
In de komende planperiode krijgen we te maken met externe ontwikkelingen die van grote invloed
zijn op Marenland. De krimp van de bevolking en het uitvoeren van passend onderwijs zijn daar
voorbeelden van. Uitgangspunt voor ons onderwijs is de kwaliteit. Kleine of grote scholen,
autochtone of multiculturele scholen, bijzondere schoolconcepten of traditioneel onderwijs: allen
zorgen voor onderwijs dat aansluit en past bij de leerlingen en de wensen van ouders. En vooral
onderwijs dat toekomst biedt voor elk kind. Kwalitatief goed onderwijs stelt hoge eisen aan
organisatie, financiën, bestuur en management, personeelsbeleid, huisvesting en de contacten met
onze omgeving.
Hieronder geven we het financiële meerjarenperspectief en de verwachte financiële toekomst weer.
6.1 .
Meerjarenbalans
Bedragen per 31/12
2013
2014
2015
2016
Vaste activa
Materiële vaste
activa
1.841.507
2.291.823
2.419.042
2.558.190
Vlottende activa
Vorderingen *
Liquide middelen
1.347.899
4.893.922
1.347.899
3.947.412
1.347.899
3.806.089
1.347.899
3.610.485
8.083.328
7.587.134
7.573.030
7.516.574
4.739.601
4.739.601
4.739.601
4.739.601
783.036
286.842
272.738
216.282
2.560.691
2.560.691
2.560.691
2.560.691
8.083.328
7.587.134
7.573.030
7.516.574
Activa
Totaal activa
Passiva
Eigen vermogen
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Voorzieningen
Kortlopende
schulden *
Totaal passiva
Tabel 22: Meerjarenbalans
Op grond van de beschikbare cijfers ten aanzien van leerlingenaantallen, investeringsplannen en
meerjarenonderhoudsplannen, en andere feiten en veronderstellingen, is bovenstaande balans
opgesteld. De posten vorderingen en kortlopende schulden zijn voor de komende jaren constant
weergegeven. De post materiële vaste activa is op basis van de meerjaren investeringsplannen
weergegeven. De post voorzieningen is gebaseerd op de huidige stand per eind 2013, plus de
begrote dotaties, minus de onttrekkingen.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
38 | P a g i n a
Kengetallen balans
2013
2014
2015
2016
244
207
201
194
Solvabiliteit
Eigen vermogen x 100%
Totaal passiva
58,63
62,47
62,59
63,06
W eerstandsvermogen PO
Eigen vermogen - MVA x 100%
Rijksbijdragen
16,80
14,46
14,39
13,85
0,04
0,00
0,00
0,00
26,43
27,11
28,49
29,15
Kapitalisatiefactor
Totaal vermogen minus gebouw en en terreinen 44,40
42,83
44,98
45,73
Liquiditeit
Vlottende activa
Kortlopende schulden
Rentabiliteit
Exploitatieresultaat x 100%
Totale baten (excl.fin.baten)
W eerstandsvermogen VO
Eigen vermogen
Totale baten incl. financiele baten
Totale baten
Tabel 23: Kengetallen meerjarenbalans
6.2.
Meerjaren exploitatiebegroting
Meerjaren exploitatiebegroting
Baten
Realisatie
2013
(Rijks)bijdragen OCW
17.251.760
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
16.925.365 16.127.307 15.754.849
Overige overheidsbijdragen
424.555
308.606
273.432
268.869
Overige baten
253.455
214.034
199.034
199.034
Totaal baten
Lasten
Personele lasten
17.929.770
2013
14.229.422
17.448.005 16.599.773 16.222.752
2014
2015
2016
14.331.023 13.504.907 13.139.130
Afschrijvingslasten
419.535
462.405
471.442
480.927
Huisvestingslasten
1.224.374
1.275.952
1.265.952
1.265.952
1.412.125
1.390.972
1.370.242
Overige instellingslasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat
1.315.377
17.188.708
17.481.505 16.633.273 16.256.252
741.062
-33.500
-33.500
-33.500
39.422
33.500
33.500
33.500
780.484
0
0
0
Tabel 24: Meerjaren exploitatiebegroting
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
39 | P a g i n a
Stichting Marenland streeft er naar om de komende jaren een sluitende begroting te realiseren,
daarbij rekening houdend met bedragen die in een ander jaar binnenkomen dan waarvoor ze
bedoeld zijn. In 2014 hebben we een bezuinigingsvrije begroting kunnen opstellen maar voor de
jaren 2015-2017 wordt rekening gehouden met een jaarlijkse bezuinigingsopdracht. Die
bezuinigingsopdracht zal jaarlijks wisselen van omvang en is sterk afhankelijk van de ontwikkeling
van de rijksbaten. Deze bezuinigingsopdracht zal, evenals voorgaande jaren, worden gerealiseerd
door scherpe focus op de beheersing van de personeelskosten en formatie. Hierbij houden we
rekening met de dalende leerlingenaantallen. Verder is de koers voor brede scholen,
kindvoorzieningen, schoolgrootte en samenwerking met andere schoolbesturen duidelijk ingezet.
Kengetallen exploitatie
Verhouding baten/lasten
2013
2014
2015
2016
(Rijks)bijdragen OC W / tot. baten
Ov. overheidsbijdragen / tot. baten
Ov. baten / tot. baten
96,22
2,37
1,41
97,00
1,77
1,23
97,15
1,65
1,20
97,12
1,66
1,23
Personele lasten / totale lasten
Afschrijvingslasten / totale lasten
Huisvestingslasten / totale lasten
Ov.instellingslasten / totale lasten
82,78
2,44
7,12
7,65
81,98
2,65
7,30
8,08
81,19
2,83
7,61
8,36
80,83
2,96
7,79
8,43
Personele lasten / totale lasten
Materiële lasten / totale lasten
82,78
17,22
81,98
18,02
81,19
18,81
80,83
19,17
Baten / lasten per leerling
2013
2014
2015
2016
(Rijks)bijdragen OC W / ll.
Overige overheidsbijdragen / ll.
Overige baten / ll.
5.783
143
85
5.806
106
73
5.645
96
70
5.627
96
71
Personele lasten / ll.
Afschrijvingslasten / ll.
Huisvestingslasten / ll.
Ov.instellingslasten / ll.
25.025 24.578 22.696 21.644
739
792
792
792
2.153 2.188 2.128 2.086
2.313 2.422 2.338 2.257
Personele lasten / ll.
Materiële lasten / ll.
Tabel 25: Kengetallen exploitatie
25.025 24.578 22.696 21.644
5.204 5.402 5.257 5.135
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
40 | P a g i n a
6.3.
Risicomanagement
Aandachtspunten in de risicoanalyse 2013
Als gevolg van de risicoanalyse benoemen we een aantal aandachtspunten die terug zullen keren in
het jaarplan, IMR’s en jaarverslag. Hiervoor zijn de aspecten gekozen waarop een gemiddeld,
bovengemiddeld of hoog risico aanwezig wordt geacht. In de onderstaande opsomming ontbreken
de aandachtspunten ‘Onderwijsprocessen’, ‘Tevredenheid kinderen/ouders’ en ‘Tevredenheid
medewerkers’. Als onderdelen van de kerntaak van de organisatie worden deze drie aspecten,
bijna per definitie, goed gevolgd en is het gemiddelde risico een standaardrisico dat niet verder
verlaagd kan worden.
Aandachtspunt
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Ziekteverzuim
Competenties medewerkers
Personele kosten
Huisvesting
Leermiddelen
Ontwikkeling leerlingenaantal
Bekostiging bijzondere subsidiënten
Bekostiging gemeenten
Bekostiging Rijksoverheid
Reeds specifiek benoemd in jaarplan?
Ja
Ja (Marenland Academie, opleidingsplannen)
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Ad 1) Geen nadere toelichting nodig.
Ad 2) Een vergelijk met enkele andere besturen leert dat bij Marenland relatief weinig mensen
uitstromen op basis van een beoordelingstraject/verbeteringstraject met een negatieve uitkomst.
De beoordeling van leerkrachten gebeurt op schoolniveau door de directeur, en alleen op diens
aangeven of bij een signalering door de arbeidsdeskundige komen leerkrachten in een
beoordelingstraject. Met de beoordelingen in 2014 zullen de competenties van medewerkers
opnieuw over het voetlicht komen.
Ad 3) Er vindt al een strakke monitoring plaats bij de formatieplanning, de IMR en
uitputtingsoverzichten. Er is geen grotere aandacht nodig.
Ad 4) Huisvesting wordt breed uitgemeten in de plannen voor integrale kindvoorzieningen. Ten
aanzien van de beleids- en beheerskracht van Marenland zou aandacht kunnen worden besteed
aan de overheveling per 1-1-2015 van de gemeentelijke onderhoudstaken naar het schoolbestuur.
Ad 5) De leermiddelen maken deel uit van de exploitatiebegroting en investeringsbegroting, en
worden als zodanig binnen de planning en beheercyclus gemonitord. Lag de aandacht in het
verleden bij het gevaar van te hoge investeringen, inmiddels is de focus gewijzigd naar het gevaar
van te lage investeringen. Veel meer specifieke aandacht is alleen nodig wanneer er als gevolg van
de huidige aandacht geen verbetering optreedt.
Ad 6) De ontwikkeling van het leerlingenaantal wordt uitgebreid gemonitord en er zijn procedures
voor prognosticering en meerjarenbegroting. Hiervoor is geen grotere aandacht nodig.
Ad 7) De bekostiging door bijzondere subsidiënten is de laatste jaren geslonken. Substantieel, en
daarom belangrijk in dit verband, zijn de samenwerkingsverbanden en het passend onderwijs.
Welke financiële consequenties gaat dit hebben? En parallel daaraan (maar dan vallend onder het
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
41 | P a g i n a
kopje ‘Onderwijsprocessen’) is de invloed die het passend onderwijs kan of zal hebben op de
onderwijsprocessen binnen de Marenlandscholen.
Ad 8) De bekostiging door gemeenten is voor een groot deel afgebouwd. Het lokaal onderwijsbeleid
is niet meer dan het nakomen van de verplichtingen op het gebied van huisvesting. Nu staat er per
1 januari 2015 een overheveling van taken en bekostiging van het buitenonderhoud aan de
schoolgebouwen op de planning. Hierbij neemt het schoolbestuur de onderhoudstaak over van de
gemeenten. Het schoolbestuur ontvangt ook bekostiging daarvoor, maar geen overheveling van de
fondsen. Als er op korte termijn veel buitenonderhoud op het programma staat, is dat een
probleem. Want dan moet het voorgefinancierd worden door het schoolbestuur. Dat heeft een
effect op de liquiditeit. Voorbeschouwing via opname in het meerjarenonderhoudsplan is wenselijk.
Ad 9) De bekostiging van de rijksoverheid en de wijze waarop die wordt berekend, dekt veel
risico’s af. Maar als er een wijziging komt in de subsidieberekeningswijze, dan gaan er nieuwe
risico’s ontstaan. Mogelijk gaat een nieuwe berekeningswijze vergezeld van nieuwe kansen, maar
dat is in dit verband een neveneffect. Het rijk heeft aangegeven dat de kleinescholentoeslag
aandacht krijgt. Deze toeslag zal minder gebruikt worden om kleine scholen te stimuleren, maar
meer om grotere eenheden te creëren. Onderwijs in grotere eenheden dan tachtig of honderd
leerlingen is efficiënter en effectiever, is het credo. Marenland ontvangt bijna 1,4 miljoen aan
kleinescholentoeslag. Dat is bijna 10% van de totale bekostiging. Deze aspecten zullen worden
gevolgd in de risicobeschouwingen in jaarplan/begroting en jaarverslag/jaarrekening, en worden
eventueel aangevuld met andere/nieuwe relevante risico´s.
Krimp
Speciaal thema in het risicomanagement is de krimp. De reguliere bedrijfsvoering voorziet in een
aanpak, dan wel in een reactie op de krimp die in principe afdoende is. Maar toch is een blik voorbij
de komende paar jaren goed voor de ontwikkeling van een brede visie.
De prognose
In het grootste gedeelte van Nederland zal de bevolking de komende jaren in omvang afnemen.
Wij noemen dat ‘de krimp van de bevolking’. In de Marenlandregio gaat deze bevolkingskrimp
gepaard met vergrijzing en ontgroening. Vooral het vertrek van jongeren (ontgroening) leidt tot
een bovengemiddeld snelle afname van het aantal 0- tot 12-jarigen. In onze regio is sprake van
een extreem grote bevolkingsafname. In onderstaand overzicht is een prognose van de daling van
leerlingenaantallen opgenomen.
Aantal
leerlingen
Appingedam
2010
2015
2020
2025
2030
575
529
517
535
540
Bedum
387
310
259
232
244
Delfzijl
1337
1136
989
896
869
504
444
393
358
323
Loppersum
Ten Boer
Totaal
353
318
297
297
293
3156
2737
2455
2318
2269
Tabel 26: Overzicht geprognosticeerde leerlingendaling (prognose 2011, provincie Groningen)
Een toekomstig leerlingenaantal van ongeveer 2200 zou betekenen dat Marenland krimpt tot onder
de grens van een gezonde onderwijsorganisatie. Veel scholen zullen beduidend minder leerlingen
hebben, een aantal zal ophouden te bestaan.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
42 | P a g i n a
Het meerjarig beeld van de personele inzet is weergegeven in onderstaande tabel.
Kengetal (stand 31/12)
2013
2014
2015
2016
Personele bezetting in FTE
196,13
- Directie
26,57
- Onderwijzend personeel
162,99
- Onderwijsondersteunend personeel
6,57
Leerlingaantallen
2940
Tabel 27: Overzicht geprognosticeerde bezetting
188,13
25,49
156,34
6,30
2814
179,86
24,37
149,47
6,02
2757
173,86
23,55
144,49
5,82
2702
De kansen
Marenland beschouwt de krimp van de bevolking als een kans om het onderwijs in onze regio
opnieuw vorm te geven. Marenland streeft ernaar brede scholen of kindvoorzieningen te realiseren,
die een passende grootte hebben om voldoende kwaliteit te waarborgen. Een gezonde grootte
betekent een omvang van minimaal vier leerlingengroepen in de school. Hiermee wordt voorkomen
dat leerkrachten aan teveel verschillende leeftijdsgroepen les moeten geven. De brede scholen en
kindvoorzieningen worden opgezet door de bestaande scholen uit te breiden en door de bouw van
nieuwe gebouwen. Door intensief samen te werken met andere schoolbesturen en kindorganisaties,
en met verbeterde en moderne huisvesting, kan Marenland besparen op de exploitatiekosten van
haar gebouwen. Bovendien wordt het door meer samenwerking mogelijk om onderwijs,
kinderopvang en buitenschoolse activiteiten aan te bieden op een centrale plek.
De risico’s
Naast bovengenoemde kansen vormt de krimp ook een risico. De financiële positie van Marenland
is dusdanig, dat er weinig middelen aanwezig zijn om te investeren in de inrichting van (nieuwe)
gebouwen. Een leerlingendaling van 30% betekent tussen 2010 en 2030 een bijna gelijke
procentuele daling van het aantal leerkrachten. Dit kan op middellange termijn nog door natuurlijk
verloop worden opgevangen. Voor de toekomst is het beeld nog onduidelijk.
6.4.
Toekomstige ontwikkelingen
De toekomstplannen van de organisatie zijn vastgelegd in het strategisch beleidsplan 2010-2015.
Voor een aantal thema’s wordt hierbij de toekomstige doelstelling aangegeven. Er wordt gewerkt
aan de volgende doelen:
Iedere school levert hoogwaardig onderwijs.
De kerndoelen voor het primair onderwijs, door het ministerie geformuleerd, worden
optimaal gerealiseerd. De onderwijsinspectie houdt toezicht en rapporteert aan het bestuur
over het kwaliteitsniveau van de school. Marenland streeft er minimaal naar geen zwakke
of zeer zwakke scholen te hebben. De lat wordt ook hoger gelegd. Naast de waardering
‘voldoende’ willen we ook dat scholen de norm ‘goed’ bereiken. Scholen mogen, naast de
kerndoelen, ook uitblinken op andere onderdelen van hun lesprogramma. Ze moeten er
naar streven een ‘excellente school’ te zijn.
Marenland heeft een optimaal ontwikkelde zorgstructuur die passend onderwijs biedt aan
haar zorgleerlingen.
Ieder
kind
ontvangt
het
onderwijszorgtraject,
nodig
voor
een
optimale
onderwijsontwikkeling. De scholen zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling en
vormgeving van hun zorgtaak. Ter ondersteuning van de zorg op de scholen, participeert
Marenland in het regionale onderwijszorgcentrum. In 2014 moet de Wet Passend Onderwijs
worden ingevoerd. In het voorjaar van 2012 heeft de regering de Wet Passend Onderwijs
vastgesteld en forse bezuinigingen aangekondigd. De structuur van de zorg voor de
leerlingen en de toekomstige bekostiging (het huidige budget van Marenland is € 700.000)
is onduidelijk. De visie op passend onderwijs in de regio is vastgesteld en blijft overeind.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
43 | P a g i n a
De scholen van Marenland werken aan nieuwe onderwijsconcepten als een antwoord op de
leerlingendaling in de komende jaren.
De scholen van Marenland maken in de toekomst deel uit van kindvoorzieningen. De
scholen zijn in de meeste situaties gekoppeld aan kinderopvang, peuterspeelzaal en
buitenschoolse opvang. Deze voorzieningen kunnen worden uitgebreid met buurt- en
sportactiviteiten, zorgvoorzieningen en culturele activiteiten. Een bijzondere plaats wordt
ingeruimd voor de dorpsscholen. Rekening houdend met de krimp van het leerlingenaantal,
zullen voor de dorpen gezamenlijke voorzieningen worden gerealiseerd. Voor de scholen in
de grote kernen zullen ook grotere eenheden worden gevormd en kan de samenwerking
plaatsvinden in brede scholen.
Marenland wil fuseren met Noordkwartier.
Eind 2013 heeft het bestuur van Marenland na een fusieonderzoek het voorgenomen besluit
genomen met de Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Noordkwartier te fuseren. De
schoolbesturen hebben als voornaamste doel voor de samenwerking het behoud van de
scholen in de regio en het borgen van de onderwijskwaliteit. Gezamenlijk worden de
nieuwe
onderwijsconcepten
voor
de
kindvoorziening
uitgewerkt.
Het
nieuwe
samenwerkingsbestuur moet onderdak bieden aan openbare scholen, christelijke scholen
en samenwerkingsscholen. De plannen en het besluit worden nu voorgelegd aan andere
instanties, als eerste aan de Gemeenschappelijk Medezeggenschaps Raad (GMR).
Marenland werkt intensief samen.
In het kader van de ontwikkeling van de kindvoorziening en de ontwikkeling van nieuwe
projecten als het gaat om de bevolkingsdaling (krimp), werkt Marenland samen met
velerlei organisaties. In de eerste plaats is dat de kinderopvangorganisatie Kids2B,
waarmee op basis van een bestuurlijk convenant intensief wordt samengewerkt. Ook met
andere schoolbesturen in Noord-Groningen is er inhoudelijke samenwerking.
Het integraal personeelsbeleid wordt doorlopend ontwikkeld.
Op het gebied van integraal personeelsbeleid heeft Marenland een aantal regelingen
vastgelegd. Documenten voor personeelsbeleid zijn levende documenten, die regelmatig
aan de actualiteit moeten worden aangepast. Nieuwe regelingen die worden ontwikkeld zijn
gericht op de kindvoorziening.
De functiemix wordt verder ingevoerd.
Het nieuwe begrip ‘functiemix’ impliceert dat op scholen, op verschillende niveaus,
meerdere leraarsfuncties worden ingevoerd. Voor de meeste scholen gaat het om twee
niveaus. In de CAO is opgenomen dat de functiemix in de periode 2010-2014 wordt
ingevoerd. Een functiemix die daadwerkelijk bijdraagt aan de verbetering van de
onderwijskwaliteit.
Meer verantwoording voor het onderhoud van de scholen.
In 2015 zullen de gelden voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen rechtstreeks
aan de schoolbesturen, via een uitbreiding van de lumpsumbekostiging, beschikbaar
komen. Naast de verantwoording voor de kwaliteit, zullen de schoolbesturen ook de
verantwoording voor de betreffende financiën krijgen.
Marenland moet haar budget verstandig inzetten.
De komende jaren zal Marenland te maken krijgen met teruglopende inkomsten. Dit
vanwege het snel dalende leerlingenaantal. Ook voor de komende jaren is het heel moeilijk
begrotingen en meerjarenbegrotingen sluitend te krijgen. Om tekorten te voorkomen, zal
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
44 | P a g i n a
er zuinig aan gedaan moeten worden. De bezuinigingen stellen de organisatie doorlopend
voor lastige financiële keuzes.
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
45 | P a g i n a
Bijlage I:
Definities kengetallen
Financieel
Liquiditeit
Verhouding vlottende activa en liquide middelen ten opzichte van de
kortlopende schulden
Solvabiliteit 1
Eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen
Solvabiliteit 2
Eigen vermogen inclusief de voorzieningen ten opzichte van het
totale vermogen
Weerstandsvermogen 1
Eigen vermogen ten opzichte van de totale baten
Weerstandsvermogen 2
Eigen vermogen minus materiële vaste activa ten opzichte van de
rijksbijdragen
Rentabiliteit
Exploitatieresultaat ten opzichte van de totale baten
Kapitalisatiefactor
Verhouding balanstotaal exclusief gebouwen en terreinen ten
opzichte van de totale baten
Verzuim
Ziekteverzuim
Ziekteverzuimpercentage (totaal van langdurig en kortdurig
ziekteverzuim)
Jaarverslag 2013 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
46 | P a g i n a