op zoek naar de ideale cocktail

Magazine voor beleggers
07
juli – 2014 – veb.net – € 8,50
Effect:
In deze d
Stan en
k
van zacties
VEB-a
op zoek naar de
ideale cocktail
150 mixfondsen beoordeeld
Nouriel Roubini
Een ontmoeting met
(de voormalige) Dr. Doom
Schaduwbankieren
Concurrenten van gewone
banken rukken op
Beleggingsfondsen
Drie Duitse indexfondsen
vergeleken
Ceo interview
Alex Wynaendts gelooft in
het nieuwe Aegon
>>>>>>>>>>>> m
ixf
INTERVIEW
on
ds
de
on
en
>> >
>>>>>
on
014
senonderzoek 2
014
fond
VdeErBzoek
mix
inhoud
> mixfondseno
n de
>>>>>
rz
oe
k2
>>>
>>
>>>
>> >
Liever realist
dan pessimist
ek 20
rzo
14 >>>>>>>
>>>>
>>>
>>
14
Nouriel Roubini verwierf wereldfaam
met zijn pessimistische economische
vooruitzichten die uiteindelijk werkelijkheid werden. Inmiddels is Dr. Doom een
stuk minder negatief gestemd. Toch ziet
de hoogleraar economie nog genoeg
gevaren, zo bleek tijdens een ontmoeting.
veb nieuws
De stand van zaken:
VEB in actie
De acties die de VEB namens beleggers
voert in een twaalftal zaken vragen
om doorzettingsvermogen en
geduld. Het gaat vaak om complexe en grootschalige juridische
trajecten die veel tijd kosten. Wat is
de stand van zaken in acties als SNS,
Fortis, Imtech en Van der Moolen?
Een overzicht.
coververhaal
8
Op zoek naar de
ideale cocktail
Mixfondsen zijn een gemakkelijke
manier om gespreid te beleggen
tegen relatief lage kosten. De VEB
en Morningstar onderzochten de
prestaties van 150 in Nederland
aangeboden mixfondsen. De
verschillen zijn groot.
2 - effect // juLi 2014
18
fondsselectie
Beleggen in Duitse mandjes 29
Beleggers op de Duitse beurs hebben
al tijden weinig reden tot klagen. Duitse
aandelen zijn in de afgelopen vijftien jaar
bovengemiddeld hard gestegen, zo blijkt
uit een vergelijking van de diverse mandjes die Morgan Stanley heeft gemaakt
van belangrijke aandelen per land.
lidmaatschap
∫ Het lidmaatschap van de Vereniging VEB NCVB wordt in beginsel
voor de duur van één jaar aangegaan.
∫ Het lidmaatschap wordt automatisch verlengd, tenzij uiterlijk vier
weken voor de vervaldatum schriftelijk een opzegging is ontvangen.
∫ Voor uitgebreide informatie over het lidmaatschap
en het doorgeven van adreswijzigingen en opzeggingen verwijzen wij u naar onze website
www.veb.net/lidmaatschap
72,50
Euro per jaar
36
het getal
Winnen met
de winnaars
Aandelen die goed presteren
op de beurs blijven vaak nog
even doorstijgen. Momentum­
beleggers proberen hiervan te
profiteren. Lukt ze dat?
44
Grondstoffen
Meer schokken
op de grondstoffenmarkten
Strengere regels moeten ervoor
zorgen dat banken minder risico’s
nemen. Paradoxaal genoeg kan
deze nieuwe regelgeving indirect
meer reuring op de grondstofmarkten veroorzaken.
52
en verder...
Ten eerste
VEB nieuws: ledenvragen
VEB ledenvoordeel
In beeld
CEO-interview: Aegon-topman Alex Wynaendts
Fondsinterview: Jim Tierney
12 formidabele beleggers: terugblik eerste halfjaar
Duel: wind tegen zon
Opties: putopties bij beursschommelingen
VS: schaduwbankieren
Macro: streep door de Franse slag
Statistieken
Colofon & Next
04
13
17
24
26
33
35
40
42
46
50
54
58
COLUMNS
Jan Maarten Slagter 07 Paul Frentrop 23 Wouter Weijand
Sheila Sitalsing 39 Marc Langeveld 49
32
Formidabele belegger
De methode van John Neff
ten eerste
Eén week:
winstwaarschuwingen
In de eerste zes maanden van 2014
steeg de AEX-index ruim 4 procent
tot het hoogste punt in zes jaar. Er
was één week – de tweede in juli –
voor nodig om deze winst weer te
verspelen. Problemen bij een Portugese bank deden beleggers vrezen
voor een nieuwe opleving van de
eurocrisis, maar de grootste duikelingen hingen samen met winstwaarschuwingen van vier bedrijven.
De stevige waarderingen van
een aantal beursfondsen bleken
onhoudbaar nadat het management te positief bleek te zijn geweest over de markt, de eigen kansen en resultaten, of worstelde met
de interne controle.
Toch hoeft een winstwaarschuwing niet per se tot een afstraffing op de beurs te leiden, zo
bewees Philips. Bam, Fugro en Air
France-KLM gingen wel stevig onderuit. Iedere winstalarm heeft zijn
eigen verhaal. Een overzicht.
Philips
koersstijging (dag van
winstalarm) + 1,4 procent
Philips-topman Frans van Houten
blijft mooie vergezichten schetsen
voor de medische divisie, maar
vooralsnog kampt het onderdeel
met kopwind. Nieuwe tegenvallers
luidden een winstalarm in. Toch
zetten beleggers het aandeel 1,4
procent in de plus.
Mogelijk dat het krachtdadig
optreden van Van Houten indruk
maakte op beleggers. Hij stuurt
de topvrouw van de medische tak
4 - effect // juli 2014
wordt steeds belangrijker. In 2013
was deze verantwoordelijk voor 43
procent van de jaaromzet van 23,3
miljard euro en ruim 60 procent
van de ebita-winst.
Bam
koersdaling (dag van
winstalarm) 29 procent
weg, neemt zelf tijdelijk de leiding
over en schrapt één managementlaag ‘om beter te kunnen reageren
op klanten in een veranderend
landschap’.
Misschien belangrijker: hij belooft snel beterschap. Philips verwacht de schade in de tweede jaarhelft in te halen. Van Houten denkt
dat de winstgevendheid hoger zal
uitvallen dan in dezelfde periode
van 2013.
In het eerste kwartaal van
dit jaar was de healthcare-tak ook
al spelbederver. Toen waren het
een sterke euro, tegenvallende
marktontwikkelingen in China en
Rusland en het stilleggen van een
medische productiefaciliteit in Cleveland die zorgden voor een stagnerende omzet en een dalende
winst.
Onder leiding van Van Houten
kiest Philips nadrukkelijk voor licht,
medische apparatuur en verzorgingsproducten. De medische tak
een winstwaarschuwing hoeft
niet per se tot
een afstraffing
op de beurs te
leiden, zo
bewees Philips
Een nieuwe winstwaarschuwing
van bouwbedrijf Bam werd door beleggers met ontsteltenis ontvangen.
Na bekendmaking van lagere winstcijfers zakte het aandeel meteen na
beursopening met 29 procent.
In enkele dagen werd Bam
ruim 350 miljoen euro minder
waard, een koersdaling van zo’n
40 procent. Twee infrastructuurprojecten, in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, vielen duurder
uit dan verwacht. Een verliespost
van 75 miljoen euro. Slecht weer en
onverwacht slechte grondcondities
gaf topman Nico de Vries als redenen op.
Het winstalarm volgde nadat
De Vries eind april had gezegd dat
Bam ‘op dat moment geen projecten met materiële financiële aandachtspunten’ had. Eind augustus
2013 had Bam op een handvol buitenlandse werken al verliezen moeten incasseren door ondermaats
projectmanagement.
Een misser bij een bouwproject kan direct het verschil maken
tussen winst of verlies. Dat geldt
vooral als de werken tegen te scherpe prijzen zijn aangenomen. Dan is
de veiligheidsmarge om klappen
op te vangen al snel te krap.
Fugro
koersdaling (dag van
winstalarm) 20 procent
Als een bedrijf vlak na middernacht
een persbericht verstuurt, moet er
iets aan de hand zijn. Dat is voor
Fugro een understatement. Voor
de tweede keer in drie maanden
verraste de bodemonderzoeker beleggers met slecht nieuws. Terwijl
Nederland de teleurstelling over de
verloren strafschoppenserie tegen
Argentinië op het WK voetbal aan
het verwerken was, werd vanuit
Leidschendam een persbericht de
wereld ingeschoten.
als een bedrijf
vlak na
middernacht
een persbericht
verstuurt, moet
er iets aan de
hand zijn
Om 1.04 uur kwam de bodemonderzoeker met de jobstijding.
Fugro heeft wederom slechte
maanden achter de rug en ziet de
komende tijd minder groei dan eerder gedacht.
De sector ligt er volgens topman Paul van Riel niet goed bij,
PostNL de positieve uitzondering
PostNL kwam juist met een opwaartse bijstelling van de winstverwachting. Het postbedrijf verwacht
nu een cashwinst tussen de 260 en
290 miljoen, in plaats van de eerder
verwachte 180 tot 220 miljoen euro.
Het persbericht van exact vijf
regels schrijft het verbeterde vooruitzicht toe aan ‘aanhoudend sterke
resultaten bij post in Nederland’. Iets
specifieker: ‘de sterke resultaten
komen onder andere door een snelle
realisatie van de kostenbesparingsprogramma’s en enkele incidentele
baten’.
Meer winst is meer winst, zo
leken beleggers te denken. Het aandeel steeg op de dag van het bericht
19 procent tot 4,20 euro. Maar hoe
duurzaam is de winstverbetering
echt? Iedereen weet dat incidentele baten, zoals de kreet al zegt,
eenmalig zijn.
En ook bij PostNL houdt het een
keer op met de mogelijkheid kosten
te besparen. Het postbedrijf heeft
aangegeven voor 475 miljoen euro
aan kosten te willen besparen in de
periode 2011-2017.
Dit jaar wil het daarvan 115
miljoen euro doorvoeren waardoor
de totale besparingsteller eind dit
jaar al op 320 miljoen euro zal staan.
Aangezien bestuursvoorzitter Herna
Verhagen in het eerste kwartaal al 41
miljoen euro bespaarde, lijkt dit zelfs
een conservatieve schatting.
Het sommetje laat zien dat nog
voor een totaal van 155 miljoen euro
aan kosten te besparen valt in 2015,
2016 en 2017 (475 miljoen euro
minus 320 miljoen euro).
Dat is iets meer dan 50 miljoen
euro per jaar en aanzienlijk minder
dan in voorgaande jaren. De kosten
die PostNL vandaag bespaart, kan
het morgen niet meer besparen.
Voor een verdere verbetering
van de resultaten is PostNL afhankelijk van operationele zaken, zoals
een stabilisatie in de daling van het
briefverkeer en meer groei en winst
bij de pakketten.
Sommige analisten lezen in
het summiere bericht van PostNL
dat het operationeel wel degelijk
beter gaat, en mogelijk ook de
langetermijndoelstelling kan worden
opgeschroefd (2015). Ook sluiten
marktvorsers niet uit dat Verhagen
nieuwe mogelijkheden ziet om kosten te besparen.
effect // juli 2014 - 5
ten eerste
waardoor olie- en gasbedrijven
minder investeren. Dat vreet aan
de marges, waardoor de winstmarge (ebit) ten opzichte van een
jaar geleden meer dan gehalveerd
is. Bovendien moest Fugro ruim
300 miljoen euro afboeken op haar
bibliotheek met plaatjes van de
zeebodem, die zonder concrete opdracht van een bedrijf zijn geschoten, en op een joint venture.
Fugro draait zelfs zo teleurstellend dat Van Riel ook direct de
middellangetermijndoelstellingen
voor 2016 moet herzien. Dat is extra pijnlijk omdat de topman en
zijn medebestuurders deze doelstellingen nog maar kort geleden,
september vorig jaar, hebben gepresenteerd.
Dat Fugro nu al op haar doelstellingen moet terugkomen, doet
hernieuwde twijfels rijzen over
hoe goed het management op de
hoogte is van de gang van zaken bij
de werkmaatschappijen.
Air France-KLM
koersdaling (dag van
winstalarm) 9 procent
De makkelijkste manier om miljonair te worden, is beginnen als miljardair en dan een vliegtuigmaatschappij oprichten. Het is een van
de bekendste levenswijsheden van
Sir Richard Branson, de oprichter
van het Virgin Group conglomeraat.
De marges van vliegtuigmaat-
6 - effect // juli 2014
schappijen zijn uitzonderlijk laag.
Een zuchtje tegenwind en winst
slaat om in verlies. Halverwege
juli bestond de tegenwind uit stijgende brandstofkosten als gevolg
van de onrust in Irak. Lufthansa en
Air France-KLM moesten beleggers
waarschuwen dat eerder afgegeven winstdoelstellingen niet meer
haalbaar zijn.
De regen aan winstalarmen
in de afgelopen jaren geeft de
onmacht van het bestuur van
Air France-KLM aan. Het concern
noemde specifiek, last te hebben
van heftige concurrentie op routes
naar Azië en Noord-Amerika, minder vrachtvervoer en een negatief
wisselkoerseffect door de Venozolaanse bolivar. Hierdoor moest het
concern een streep zetten door de
doelstelling om dit jaar een operationeel resultaat van 2,5 miljard
euro te realiseren. Het concern gaat
nu uit van een resultaat van tussen
de 2,2 en 2,3 miljard euro.
Air France-KLM is al ruim twee
jaar bezig met reorganiseren, maar
lijkt niet hard genoeg in te grijpen.
Voornamelijk in Frankrijk zijn ingrepen nodig, maar blijft het concern
vasthouden aan vrijwillige vertrekregelingen.
De winstwaarschuwing is
opmerkelijk. Een maand geleden
meldde topman Alexandre de Juniac nog dat het concern op koers lag
voor de doelstelling. Marktvorsers
sluiten niet uit dat De Juniac drastischere besparingsrondes moet
aankondigen.
Verkoop van E-Plus
KPN weer dividend
Het was even spannend, maar KPN
heeft toestemming van Brussel gekregen het Duitse onderdeel E-Plus
te verkopen. Wat betekent dit voor
beleggers?
Beleggers leefden bijna een
jaar in onzekerheid. Maar begin
deze maand kreeg KPN toestemming van Brussel om het Duitse
onderdeel E-Plus onder voorwaarden te verkopen aan Telefónica
Duitsland. Naar verluidt was het
een stevig potje touwtrekken tussen Madrid (hoofdkantoor Telefónica), Den Haag (hoofdkantoor
KPN) en de Europese Commissie
in Brussel. Wat is de einduitkomst
van de onderhandelingen, en wat
betekent dit voor beleggers KPN? Concessies
De grootste angst van Brussel was
dat door de samenvoeging van
beide partijen de nieuwe onderneming te veel macht zou krijgen.
Consumenten zouden hierdoor
benadeeld worden. De Europese
Commissie eist dat Telefónica
Duitsland 30 procent van zijn netwerk afstaat aan één of meer telbedrijven die niet over een eigen
netwerk beschikken (MVNO). Telefónica Duitsland kiest er
voor een overeenkomst met Drillisch te tekenen, de derde MVNO
van Duitsland. In de overeenkomst
is te lezen dat Telefónica een vijfde
van zijn netwerk capaciteit verkoopt aan Drillisch binnen een
periode van 5 jaar. Daarnaast heeft
het Duitse bedrijf de optie om nog
eens 10 procent extra capaciteit
over te nemen. Volgens Europees commissaris Joaquin Almunia (Mededinging)
neemt deze toezegging van Telefónica de zorgen over de concurrentie weg. ‘Consumenten blijven
profiteren van een concurrerende
markt’, concludeerde hij. De afronding van de verkoop van E-Plus zal
naar verwachting plaatsvinden in
het derde kwartaal van 2014, onder
meer volgend op een claimemissie
door Telefónica Deutschland.
5 miljard voordelen Dat de verkoopdeal door lijkt te
gaan is gunstig voor beleggers.
KPN ontvangt 5 miljard euro in contanten en blijft een belang van 20,5
procent in de nieuwe onderneming
houden. KPN lijkt altijd rekening
te hebben gehouden met de eisen
uit Brussel.
Het persbericht meldt dat het
concern ondanks deze concessie
blijft vasthouden aan de verwachting van 5 miljard euro aan synergievoordelen door de samenvoeging van beide bedrijven. Dat is een
flink bedrag. Ter vergelijking: de
beurswaarde van heel KPN is een
kleine 10 miljard euro.
KPN kan uit
de synergie-snoeppot eten via het
20,5 procent belang in Telefónica
Duitsland dat het blijft aanhouden.
Ook zal de zwakke balans van
column Jan Maarten Slagter is directeur van de VEB
WK omzet
maakt van
aandeel
jaar 2015 naar verwachting verder
zal groeien.
KPN worden versterkt als de overname slaagt. Aangezien het concern E-Plus voor een stevige prijs
verkoopt zullen de schuldenratio’s
na de verkoop verbeteren. Hierdoor ontstaat weer ruimte voor
dividend. KPN heeft uitgesproken
over dit boekjaar 7 eurocent uit te
keren. Het belbedrijf geeft aan dat
het dividend per aandeel over het
Geen Mexicaanse overname
KPN kreeg begin juli de handen
op elkaar na het goede nieuws uit
Brussel. Maar de feeststemming
was van korte duur.
In de twee weken die volgden
daalde het aandeel dik 10 procent
tot rond de 2,30 euro. Het negativisme zou samen kunnen hangen
met de opmerking van América
Móvil-topman Carlos Slim dat zijn
bedrijf het belang in KPN, inmiddels 24,8 procent, puur als een belegging ziet waar hij ´voor de juiste
prijs´ weer afstand van zal doen.
De speculatie onder beleggers
dat América Móvil alsnog KPN zou
overnemen – maar dit keer tegen
een hogere premie – loopt nu uit
de koers.
América Móvil liet weten dat
het belang in Telekom Austria wel
strategisch en voor de lange termijn is. Volgens ingewijden is de
Mexicaan zelfs uit op een complete
overname van het bedrijf uit Oostenrijk.
Financieel overzicht vernieuwd
De statistieken achterin Effect zijn er
om beleggers te informeren over de
bedrijven op de Nederlandse beurs.
De manier waarop wij dit jarenlang
achterin Effect presenteerden was
aan verbetering toe. U treft het
resultaat in dit nummer en voortaan
iedere maand.
In het nieuwe overzicht (pagina’s 58 & 59) hebben wij meer samenhang gebracht door aandacht
voor het beursrendement, de analisten aanbevelingen, de waardering
en het (verwachte) dividend van de
75 bedrijven die deel uitmaken van
de AEX-, AMX- en AScX-index, de
belangrijkste graadmeters van de
Nederlandse beurs.
Daarnaast is er voortaan een
grafisch overzicht (pagina’s 56 &
57) met onder meer de prestaties
van de belangrijkste beurzen
wereldwijd, het sentiment op de
Nederlandse beurs en de goedkoopste aandelen op de Nederlandse beurs op een rij.
De inzet: u nog beter informeren. Uw opmerkingen en suggesties vernemen wij graag via
[email protected]
door Jan Maarten Slagter
lak voor de finale van het WK voetbal viel de jaarlijkse tussenstand van het WK “omzet maken” in de bus. Het Amerikaanse
zakenblad Fortune zet ieder jaar de 500 grootste bedrijven van de
wereld gemeten naar omzet op een rij: de Fortune 500. Dat is altijd
interessant leesvoer – en een welkome afleiding van de teleurstelling
die de halve finale van het échte WK had opgeleverd.
Wie nog met zijn oranje juichpak aan de Fortune openslaat, krijgt direct een
nieuwe teleurstelling te verwerken. Waren “we” vorig jaar nog wereldkampioen
met de nummer 1-notering van Koninklijke Shell – hoewel een Britse PLC door
Fortune vanwege het Haagse hoofdkantoor als Nederlands aangemerkt – nu
moet de oliereus de Amerikaanse supermarktketen Walmart voor laten gaan.
Die tegenvaller is eenvoudiger te relativeren dan die tegen Argentinië. De omzet
van Shell is vooral afhankelijk van de hoogte van de olieprijs – dat scheelt zo een
paar miljard op het kleine halve biljoen dollars (!) dat het bedrijf per jaar omzet.
Als we de lijst zien als een landencompetitie, dan doen we met 12 bedrijven
van de 500 (13 als je het Brits-Nederlandse Unilever meetelt) aardig mee.
Dan moet wel het Frans-Duits-Spaanse EADS worden meegerekend – vanwege zijn juridische zetel in Leiden. En de Rotterdamse stille reuzen Louis
Dreyfus Commodities (agri) en LyondellBasell Industries (chemie) – groter
dan Ahold, Rabo en Heineken. Kent u ze?
Maar omzet is natuurlijk niet waar het beleggers om gaat. De Zwitserse
grondstoffenreus Glencore haalde dit jaar de top 10 van de Fortune 500, met
een omzet van ruim $ 230 miljard, maar onder aan de streep stond een verlies
van $ 7,4 miljard. Als we kijken naar winst (of verlies) dan zakt onze nationale
trots Shell naar de 25e plaats – achter nummer 1 Vodafone, maar ook achter
andere energieondernemingen als Exxon Mobil, BP, Chevron, Gazprom, China
National Petroleum, Petronas en Rosneft. Opvallend zijn de nummers twee
en drie van de lijst: Fannie Mae en Freddie Mac, de Amerikaanse hypotheekbanken die in 2008 moesten worden genationaliseerd na een belangrijke rol
in het ontstaan van de kredietcrisis te hebben gespeeld. Samen zijn ze inmiddels weer goed voor $ 132 miljard winst.
Oké, terug naar de Amsterdamse beurs. Op een lijstje waar je niet wilt
staan – “top money losers” – vinden we Air France KLM: wereldwijd leden in 2013 slechts 14 bedrijven meer verlies dan de $ 2,4 miljard van de
luchtvaartmaatschappij. Philips staat op een beter lijstje: 15e op de lijst
van grootste winststijgingen.
O ja, en voor wie het interesseert: geen Argentijnse bedrijven in de Fortune 500.
effect // juli 2014 - 7
coververhaal Mixfondsen
Onderzoek van Morningstar
en veb naar 150 mixfondsen
zoeken naar
de ideale
cocktail
Mixfondsen zijn een gemakkelijke
manier om gespreid te beleggen
tegen relatief lage kosten. De VEB
en Morningstar onderzochten de
prestaties van 150 in Nederland
aangeboden mixfondsen. De
verschillen zijn groot.
W
Wie beleggen beschouwt als een
zoektocht naar dat ene kansrijke
aandeel doet zichzelf ernstig tekort.
De eerste en belangrijkste beslissing
bij beleggen is de assetallocatie, ofwel de verdeling van het vermogen
tussen categorieën als aandelen,
obligaties en alternatieven als vastgoed, grondstoffen en cash.
Voor de nijvere doe-het-zelfbelegger is zo’n verdeling niet
een-twee-drie te maken. Het vergt
nogal wat kennis, speurwerk en
>>>>
>>>
>>>
>>>>> mixfondsenon
Ook een andere maatstaf
voor risico – volatiliteit,
ofwel koersschommelingen van een belegging
– laten zien dat obligaties minder risicovol
zijn, aangezien obligaties minder op en neer
bewegen dan aandelen.
Morningstar classificeert
de mixfondsen dan ook op hun weging in aandelen en obligaties. Eind
mei was de allocatie naar aandelen
bij de meest risicozoekende fondsen 69 procent, tegen 11 procent
obligaties en 20 procent overig,
dat kan bestaan uit bijvoorbeeld alternatieve beleggingen als hedgefondsen, maar ook cash, dat zowel
gebruikt kan worden als belegging
of als een soort marginverplichting
voor afspraken met andere financiële partijen (derivaten).
Defensieve mixfondsen zaten
eind mei voor zo’n 52 procent in
obligaties en 21 procent in aandelen, tegen respectievelijk 36 procent en 44 procent voor neutrale
mixfondsen.
Een classificatie als defensief,
neutraal of offensief is slechts het
startpunt, want de wegingen in de
der
zo
on
d
n de
no
se
mix
mix
f
>
>>>
>>>>>>>>>>>
k 2014 >>>>>>>
rzoe
>>>
>>>
>>
Het startpunt
De beleggingstheorie is helder:
aandelen zijn risicovoller dan obligaties. Neem bijvoorbeeld het
aandeel Heineken en een obligatie uitgegeven door de brouwer.
Mocht het fout gaan bij Heineken
dan hebben obligatiehouders
meer kans een deel van hun geld
terug te zien dan aandeelhouders,
die helemaal achter in de rij van
schuldeisers staan.
>>>>>>
on
014
senonderzoek
fond
201
4
VdeErzoBek
zelfinzicht
om de juiste
melange aan
beleggingen
te vinden. Nog
bewerkelijker
is het om deze gedisciplineerd in stand te houden.
Sommige beleggingen stijgen en
andere dalen, waardoor de verhoudingen binnen het geheel steeds
scheef trekt.
Veel beleggers roepen daarom
de hulp in van een bank of vermogensbeheerder, die de beleggingsbeslissingen deels uit handen kunnen nemen via vermogensbeheer of
beleggingsadvies.
Maar er is een (goedkoper)
alternatief: zelf beleggen met mixfondsen, beleggingsfondsen die
spreiden over de verschillende vermogenscategorieën. Als belegger
kies je een fonds, de spreiding en
de selectie van de onderliggende
effecten worden uitgevoerd door
een team van fondsmanagers.
Wij onderzochten, in samenwerking met fondsenspecialist
Morningstar, alle wereldwijd beleggende mixfondsen die in Nederland te koop zijn en een
notering in euro’s hebben. In
totaal gaat het dan om ruim
150 mixfondsen van fondsaanbieders als BNP Paribas,
ING en SNS. Aan de hand van
de assetallocatie, het rendement,
het risico en de kosten brengen we
de categorie mixfondsen in kaart.
2
ek
>>
Tekst koos henning
in het onderzoek
betrokken we
alle wereldwijd beleggende
mixfondsen die
in Nederland te
koop zijn
portefeuilles van de verschillende
beleggingscategorieën
kunnen
aardig afwijken. Zo is het uitgangspunt van het neutrale fonds ING
Dynamic Mix Fund III de helft obligaties en de helft aandelen en was
de verhouding eind mei 56 procent
om 43 procent. De maximale afwijking mag 10 procentpunt zijn.
Het beheerteam van het Jyske
Invest Balanced Strategy fonds
heeft wat meer vrijheid: tussen de
30 procent en 60 procent van het
vermogen mogen de fondsmanagers in aandelen beleggen, de rest
in obligaties. Eind mei lag het percentage aandelen op 42, tegen zo’n
47 procent obligaties – bijna 10 procentpunt minder dan het mixfonds
van ING.
Het typisch defensieve, neutrale of offensieve mixfonds bestaat
dus niet. Een belegger moet de assetallocatie van een fonds bekijken
en uitzoeken wat de manoeuvreerruimte van de fondsmanagers is.
Meer dan assetallocatie
Het houdt niet op bij de verdeling
aandelen/obligaties. Ook binnen
categorieën zijn er verschillende
risicoclassificaties te maken: zo
zijn obligaties uit bijvoorbeeld opkomende markten en landen als
Spanje en Italië mogelijk risicovoller
dan die van de VS en Duitsland, en
kortlopende obligaties weer minder
gevoelig voor renteveranderingen
dan langlopende obligaties.
En dan is er nog het verschil in
looptijd die veel verschil kan ma-
ken. Als de rente komende jaren
niet gaat oplopen, lopen beleggers
in kortlopende obligaties rendement mis in vergelijking met langlopende obligaties die een hogere
coupon uitkeren in die periode.
Gaat de rente toch oplopen op
korte termijn dan beperkt dat het
verlies op kortlopende obligaties
en zijn houders van langlopende
obligaties minder gunstig uit.
De visie van een mixfondsmanager houdt dus niet op bij het bepalen van het gewicht in aandelen
en obligaties.
De resultaten
Hoe presteerden de 150 in Nederland aangeboden mixfondsen de
afgelopen jaren? Ons onderzoek
leverde enkele opmerkelijke conclusies op.
1
De meeste
mixfondsen
presteren
slechter dan de
markt...
Vrijwel alle mixfondsen behaalden
in de afgelopen vijf jaar een positief
rendement. Een heel bijzondere
prestatie is dat niet gezien de sterk
opgelopen aandelenbeurzen en de
nog altijd hoge obligatiekoersen.
Gemiddeld leverden offensieve
mixfondsen het meeste rendement
op: 8,6 procent per jaar vanaf mei
2009 tot en met mei dit jaar. Over
vergelijken
Met twee etf’s van iShares – de
iShares MSCI World ETF voor het
aandelengedeelte en de iShares
Global Government Bond ETF voor
het obligatiegedeelte – maakten
we drie profielen. Het defensieve
profiel bestaat voor driekwart uit
obligaties en een kwart uit aandelen, het offensieve profiel precies
omgekeerd en het neutrale profiel
zit daar tussenin.
effect // juLi 2014 - 9
coververhaal Mixfondsen
diezelfde periode stegen neutrale
fondsen jaarlijks gemiddeld 7,9
procent in waarde en de behoudende (= defensieve) varianten
wonnen 5,6 procent. Meer risico
nemen leverde, zoals te verwachten viel in deze opgaande markt,
dus extra winst op.
Tot zover de rendementen in
absolute cijfers. Om de prestaties van
mixfondsen op waarde te schatten, is
het zaak deze te vergelijken met een
vergelijkingsindex, ofwel een benchmark (zie het kader op pagina 9). Wij
vergeleken de offensieve, neutrale
en defensieve mixfondsen met vergelijkbare wereldwijd beleggende
indexfondsen, fondsen dus die de
marktbeweging volgen. Dan blijkt
dat het overgrote deel van de mixfondsen afgelopen vijf jaar slechter
presteerde dan de markt. Slechts
een vijfde van de defensieve, behoudende mixfondsen presteerde beter
dan de benchmark, terwijl bij de
neutrale mixfondsen maar een kwart
van de mixfondsen een voldoende
Slechts in zes
procent van de
gevallen blijkt
het voor beleggers achteraf de
moeite waard te
zijn geweest om
voor een echt
offensief mixfonds te kiezen
scoorde. Bij de offensieve fondsen,
waarin aandelen een groot deel van
de portefeuille vormen, is de situatie het meest schrijnend. Slechts in
6 procent van de gevallen blijkt het
voor beleggers achteraf de moeite
waard te zijn geweest om een echt
offensief mixfonds te verkiezen boven een pakketje indexvolgende
fondsen (etf’s).
Beter
Afgelopen twaalf maanden presteerden mixfondsen een stuk beter.
De helft van de neutrale, 85 procent
van de defensieve en 30 procent
van de agressieve fondsen presteerden beter dan de door ons
gebruikte benchmark.
2
...maar de
verschillen
zijn groot. Goed
vergelijken
loont
Het merendeel van de mixfondsen mag afgelopen vijf jaar matig
tot slecht te hebben gepresteerd,
positieve uitschieters zijn er wel
degelijk. Bij de defensieve fondsen wist het M&G Optimal Income
fonds – zie de tabel hiernaast voor
de volledige naam – per jaar ruim
60 procent meer rendement te maken dan de vergelijkende, door ons
samengestelde index: 11,2 procent
per jaar tegenover 6,9 procent voor
de benchmark. Bij de als ‘neutraal’
te boek staande mixfondsen is het
verschil nog groter. Het Hof Hoor-
10 - effect // juLi 2014
neman Value Fund leverde ruim 80
procent meer rendement op dan
de vergelijkingsindex.
Kan het zijn dat beleggers in
de goed presterende mixfondsen
meer risico hebben gelopen dan
minder renderende concurrenten?
Om dat te beoordelen hebben we
het rendement van de fondsen gecorrigeerd voor het risico. We gebruiken daarvoor de Sharpe-ratio
(zie kader): hoe lager dit kengetal
des te ongunstiger de verhouding
tussen risico en rendement.
Ervan uitgaande dat een risicovrije belegging de afgelopen
jaren 1,75 procent rendeerde (combinatie van spaarrente en veilige
obligaties) dan is de conclusie dat
de defensieve mixfondsen weliswaar een lager rendement boekten
dan de neutrale en offensieve mixfondsen, maar dat dit rendement
gecorrigeerd voor het risico even
goed was als de neutrale mixfondsen en zelfs iets beter dan de offensieve mixfondsen.
De afgelopen jaren blijken
bovengemiddeld presterende mix­
fondsen ook boven te komen drij-
Rendement in perspectief
Sharpe ratio
Dat de Amerikaanse econoom William Sharpe in 1990 de Nobelprijs
ontving was mede te danken aan
de door hem ontwikkelde Sharpe
ratio. Daarmee is het tamelijk
overzichtelijk om risico en rendement van een beleggingsproduct
te vergelijken. Sharpe corrigeerde
daartoe het rendement bovenop
een risicovrije belegging voor het
risico (de beweeglijkheid) van dit
extra rendement.
Zaligmakend is de Sharpe ratio
niet. Het levert gegevens die
vooral betrekking hebben op het
verleden, terwijl extreme risico’s,
een acuut faillissement bijvoorbeeld, niet in de risicomaatstaf
volatiliteit wordt meegenomen.
ven als het rendement gecorrigeerd
wordt voor risico. Het extra rendement van de mixfondsen – op het
neutrale mixfonds van Templeton na
– ging dus niet gepaard met (te) veel
extra risico. Belangrijke kantteke-
Top 3 - Mix defensief
Risico
Rendement (volatiliteit) Sharpe
1 M&G Optimal Income A-H Grs Acc Hdg EUR
2 Jyske Invest Stable Strategy
3 ING Dynamic Mix II
Groep
11,2%
8,1%
7,7%
5,6%
5,7%
4,0%
4,7%
4,0%
1,67
1,58
1,25
0,96
Top 3 - Mix neutraal
Risico
Rendement (volatiliteit) Sharpe
1 Hof Hoorneman Value Fund
2 Jyske Invest Dynamic Strategy
3 Templeton Global Balanced A Acc €-H1
Groep
17,8%
11,2%
10,3%
7,9%
15,7%
8,3%
14,7%
6,9%
1,02
1,14
0,59
0,91
Top 3 - Mix offensief
Risico
Rendement (volatiliteit) Sharpe
1 SNS Optimaal Paars
2 Jyske Invest Growth Strategy
3 Sparinvest SICAV Procedo EUR R
Groep
13,8%
12,9%
12,1%
8,6%
10,6%
10,9%
8,0%
9,2%
1,13
1,03
1,30
0,82
ning hierbij: het gaat hier om prestaties uit een uitzonderlijke goede
periode op de beurzen. Hoge rendementen ‘neutraliseren’ daarbij
hogere risico’s. Om dat te blijven
doen, zullen de rendementen hoog
moeten blijven in de toekomst.
Daarnaast kunnen risico´s in de
portefeuille zitten die nog niet tot
uiting zijn gekomen en (daarom)
niet in de koersbewegingen (volatiliteit) zitten.
Extra risico is daarbij niet alleen afhankelijk van de verhouding
aandelen en obligaties die een
mixfonds aanhoudt. Zo belegt het
eerder genoemde en als neutraal
mixfonds ingedeelde Hof Hoorneman Value Fund weliswaar een
derde van het fondsvermogen in
obligaties, maar het gaat hier soms
om (achtergestelde) obligaties van
instellingen als Northern Rock en
Lloyds, geen veilig Duits of Nederlands schatkistpapier. Als bouwsteen van een neutrale portefeuille
zijn fondsen als deze dan ook niet
erg geschikt.
3
...en ‘Nederlandse’
mixfondsen
zijn relatief
goedkoop en
presteren
daardoor goed
Onder de goed presterende mixfondsen afgelopen jaar bevinden
zich opvallend veel fondsen van
‘Nederlandse’ aanbieders. Beleggers die alleen in neutrale en offensieve Nederlandse mixfondsen
hebben belegd, behaalden afgelopen jaren gemiddeld een hoger
rendement. Dit verschil is deels te
verklaren door de lagere kosten die
de fondsen rekenen ten opzichte
van de buitenlandse aanbieders.
Lage kosten zijn geen garantie
voor een goed rendement, maar de
kans daarop wordt wel groter. Te-
Nederlandse
mixfondsen
zijn een stuk
goedkoper
dan buitenlandse
genwoordig zijn de jaarlijks doorlopende kosten van de Nederlandse
mixfondsen gemiddeld 50 tot 90
basispunten lager dan die van de
buitenlandse fondsen.
Dat voordeel heeft te maken
met de verdwenen distributievergoeding, waardoor met name
de Nederlandse fondsaanbieders
het kostenvoordeel hebben doorgegeven aan de klant door een
goedkopere fondsklasse te introduceren.
Sommige buitenlandse spelers hebben dit niet of in beperkte
mate gedaan. Ook wordt een deel
van de Nederlandse mixfondsen
passief beheerd – denk aan SNS
profielfondsen en etf’s van Think –
waardoor de kosten laag zijn.
In elke categorie – defensief,
neutraal en offensief – staan bij
de tien goedkoopste mixfondsen
slechts een paar fondsen van bui-
tenlandse aanbieders, de rest van
de fondsen komt van de Nederlandse aanbieders SNS, ING, Robeco, Kempen, Think en Today’s.
Over de hele linie zijn Nederlandse
aanbieders relatief goedkoop met
SNS als duidelijke uitschieter: in
elke categorie zijn de mixfondsen
van de bank-verzekeraar het goedkoopst.
Zo heeft het offensieve mixfonds van SNS (SNS Profiel Rood),
dat voor 76 procent in aandelen en
24 procent in obligaties belegt, een
lopendekostenratio van 0,3 procent per jaar, tegen 1,05 procent
voor de hele groep Nederlandse
fondsen en 1,85 procent voor de
buitenlandse fondsen. Ook de vier
andere profielfondsen van de bank
(blauw, geel, oranje en paars) kosten 0,3 procent per jaar.
Rendementen 5 jaar (gemiddeld per jaar)
Profiel
Mix alles
Mix NL
Benchmark
Defensief
5,6%
5,9%
6,9%
Neutraal
7,9%
9,3%
9,7%
Offensief
8,6%
11,6%
12,3%
Profiel
Mix alles
Mix NL
Benchmark
Defensief
4,0%
4,7%
2,5%
Neutraal
5,4%
8,0%
5,7%
Offensief
6,4%
8,4%
8,9%
Rendementen 1 jaar
Mixfondsen konden de afgelopen vijf jaar onze samengestelde vergelijkingsindex moeilijk bijhouden. Dit betekent niet dat de fondsen in deze periode
ook achterbleven bij de door ieder fonds zelfgekozen benchmark.
effect // juLi 2014 - 11
coververhaal Mixfonds
TIEN BELANGRIJKE VRAGEN
Hoe selecteer ik een mixfonds?
1
Wat is mijn risicoprofiel?
Allereerst is het belangrijk
om te weten hoeveel risico
je als belegger aankunt.
Een belangrijke factor is de financiële situatie nu en in de toekomst.
Verder is van belang waarvoor vermogen wordt opgebouwd. Hoeveel
geld is nodig en hoe belangrijk zijn de
doelen? Voor het pensioeninkomen
zal een lager risico gewenst zijn dan
voor een tweede huis. Ook risicotolerantie is belangrijk. De financiële situatie staat wellicht een hoog risico
toe, maar als een belegger daardoor
’s nachts wakker ligt, is een lager
risicoprofiel toch aan te raden.
2
Wat voor mixfonds past bij
mijn risicoprofiel?
Gebaseerd op het risicoprofiel kan een keuze
worden gemaakt voor een categorie
waar mixfondsen op basis van hun
risico worden ingedeeld: defensief,
neutraal of offensief. De belegger die
niet te voorzichtig hoeft te beleggen,
kan ook kiezen voor de categorie met
variabele assetmix.
3
Waarin beleggen deze
mixfondsen?
De keuze voor een categorie is een eerste stap,
maar nog lang niet het halve werk,
want binnen een categorie zijn nog
voldoende smaken te vinden. Het is
dus zaak om te controleren hoe een
mixfonds het vermogen spreidt over
bijvoorbeeld aandelen en obligaties.
Worden daarnaast contanten aangehouden en zijn er posities in bijvoorbeeld vastgoed of grondstoffen?
4
Kan en wil ik valutarisico
lopen?
Valuta’s zijn lastig te
voorspellen. Ze kunnen
mogelijk rendement toevoegen, al
zijn de resultaten hier in het verleden
wisselend. Aan de andere kant is
het zeker dat ze bijdragen aan een
hoger risico, in de vorm van grotere
bewegelijkheid van de rendementen.
Een belegger die zekerheid wenst,
kiest voor een mixfonds dat alleen in
Europa belegt of een dat weliswaar
wereldwijd belegt, maar het valutarisico (volledig) afdekt.
5
Komt het historisch rendement overeen met mijn
verwachtingen?
Historisch rendement
is een slechte voorspeller voor
toekomstige opbrengst. Maar
toch kan het historisch rendement
inzicht geven in de mate waarin een
fondsbeheerder zich in het verleden
van zijn taak gekweten heeft. Het
verleden kan ook iets zeggen over
de beleggingsmix in de toekomst.
Gegevens over historische rendementen in combinatie met risico uit
het verleden kunnen ook waardevolle
informatie zijn. Als een mixfonds
in het verleden meer dan andere
vergelijkbare fondsen in aandelen
heeft belegd, dan zou
daar ook een hoger historisch rendement tegenover moeten staan. Meer
aandelen in het fonds betekent in de
regel ook meer risico.
6
Heeft de vlag de lading
gedekt?
Mixfondsen mogen dan
bekend staan als defensief,
offensief of neutraal, belangrijk is om
te weten of deze indeling klopt met
de praktijk. Komen de risico’s uit het
verleden overeen met het risicopredicaat? En bovendien, komt het risicoplaatje van het mixfonds (bijvoorbeeld volatiliteit en maximaal verlies)
wel overeen met het risicoprofiel dat
de belegger zichzelf toedicht?
7
Actief of passief?
Steeds vaker bestaan
mixfondsen niet meer uit
individuele effecten of
actief beheerde beleggingsfondsen, maar heeft de belegger ook de
keuze uit passieve indexvolgers. De
keuze tussen actief en passief is een
belangrijke. Wie kiest voor actief
beheer rekent erop dat een fonds het
beter doet dan vergelijkbare fondsen.
Kiezen voor indexfondsen (etf’s) betekent de zekerheid van een rendement
dat ongeveer gelijk is aan dat van de
(gevolgde) index en lagere kosten.
8
Wat zijn de kosten?
Kosten zijn een van
de weinige zaken
die een belegger zelf
in de hand heeft en zijn van
wezenlijke invloed op het rendement.
En kosten zijn waarschijnlijk een van
de belangrijkste redenen waarom
mixfondsen als alternatief voor advies of beheer zijn komen bovendrijven. Betaal dus niet te veel voor een
mixfonds, al zijn kosten niet de enige
bepalende factor in de keuze voor een
passend mixfonds.
9
Wordt het mixfonds
beheerd door een capabel
team?
De kwaliteiten van het
beheerteam zijn vaak moeilijk in te
schatten, maar daarmee niet minder
belangrijk. Wie staan er aan het roer
van het fonds? Een team van beheerders, analisten en/of strategen
zou duidelijk de voorkeur genieten,
omvang en ervaring van het team
spelen hierbij een belangrijke rol.
10
Zijn mixfondsen
een specialiteit
van het fondshuis?
Fondshuizen die mixfondsen aanbieden omdat ze daar goed in zijn,
hebben een streepje voor. Hoewel
moeilijk meetbaar, kan bijvoorbeeld
gekeken worden hoe lang een fondshuis al actief is met mixfondsen.
Een goede en uitvoerige informatievoorziening aan beleggers kan
een indicatie zijn dat het fondshuis
mixfondsen belangrijk vindt
binnen het productaanbod.
veb nieuws
Vraag het de VEB
De experts van de VEB-Beleggersservice staan dagelijks
honderden aangesloten beleggers te woord. In elke Effect
behandelen ze een aantal veelgestelde vragen. U vindt
meer antwoorden via veb.net/vraaghetdeveb.
1
kan een bank het
beleggingsassortiment beperken?
Ja, een bank kan – net
als een supermarkt –
het productassortiment aanpassen. Zo heeft ABN Amro onlangs
aangekondigd het aanbod van
beleggingsproducten te beperken.
De mogelijkheid daartoe is opgenomen in de bankvoorwaarden.
De bank of broker moet hierbij wel
zorgvuldig omgaan met de belangen van klanten.
Een aanpassing van het assortiment kan ertoe leiden dat u actie
moet ondernemen. Als u stukken
in portefeuille heeft waarvan een
bank in de toekomst geen handel meer ondersteunt, zult u deze
moeten verkopen of overboeken
naar een andere partij.
Houd rekening met de mogelijke transactie- of overboekingskosten. De VEB vindt dat beleggers
die noodgedwongen verkopen of
overboeken dat kosteloos zouden
moeten kunnen. Ook doen beleggers er goed aan om na te gaan of
een beperking van het assortiment
nog wel voldoende spreidingsmogelijkheden biedt.
2
Sinds dit jaar
betaal ik hoge
kosten aan mijn
beleggingsadviseur. Wat kan ik
daaraan doen?
Allereerst kunt u proberen over
deze kosten te onderhandelen.
Zeker bij grotere vermogens willen banken en vermogensbeheerders u behoorlijk tegemoet komen.
Daarnaast is het een goed moment
om te overdenken op welke wijze
u uw financiële zaken wilt inrichten en beheren. U kunt uw beleggingen beheren via een zogeheten
‘execution-only’ relatie. U bent dan
zelf verantwoordelijk voor uw handelen terwijl bij een adviesrelatie
een zekere zorgplicht op de adviseur rust.
Er is ook een tussenvorm om
de advieskosten te verlagen. Een
belegger kan besluiten om een
deel van de portefeuille onder de
adviesrelatie te houden en het overige deel weg te boeken om dat
vervolgens zelf in beheer te nemen.
Daarmee brengt u de advieskosten
– meestal een percentage van het
vermogen onder advies – omlaag.
Vanzelfsprekend bent u zelf verantwoordelijk voor de beleggingen in
eigen beheer. Ook zult u zelf moeten zorgen voor voldoende spreiding in uw portefeuille.
3
Moet onze beleggingsstudieclub
een LEI-nummer
aanvragen?
Een marktpartij moet
een LEI-nummer aanvragen als zij
onder de reikwijdte van de European
Market Infrastructure Regulation
(“EMIR”) valt. Hoewel EMIR zich hier
niet expliciet over uitlaat, vallen beleggingsstudieclubs, die in de regel
geen professionele partijen/ondernemingen zijn die beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten verrichten,
naar het zich laat aanzien niet onder
de reikwijdte van EMIR en hoeven
beleggingsstudieclubs hiermee ook
niet aan de verplichtingen die EMIR
stelt te voldoen. Indien u een brief
krijgt van uw bank of beleggingsinstelling hierover die stelt dat u wel
een LEI-nummer moet aanvragen,
raadt de VEB u aan te benadrukken/
vol te houden dat u meent (zowel nu
als in de toekomst) niet aan de EMIRverplichtingen te hoeven voldoen.
Hetzelfde geldt voor pensioen bv’s
die geen professionele partij zijn
(dus geen beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten verrichten).
4
Mijn lijfrente
is afgelopen
en ik wil deze
periodiek laten
uitkeren. Wat kan
ik doen?
Allereerst is het belangrijk om na te
gaan of u een zogenoemde ouderegime-polis hebt – afgesloten voor
1992 – of een nieuwe-regime-polis.
In beide gevallen is het mogelijk om een nieuwe verzekering te
kopen in de vorm van een lijfrente
die periodiek geld uitkeert, na pensionering. Als u voor deze optie
kiest, is het aan te raden om offertes
op te vragen bij meerdere verzekeraars. De uitkeringen die de partijen
in het vooruitzicht stellen, kunnen
flink verschillen. Datzelfde geldt
voor de kosten (onder meer afsluitkosten en eventueel advieskosten).
Het is ook mogelijk om te kiezen voor banksparen. Ook dan is
vergelijken van mogelijkheden en
voorwaarden belangrijk.
Link naar meer
informatie:
veb.net/afmlijfrent
Vragen of klachten over
een fonds, bank of vermogensbeheerder? Mail naar
[email protected]
effect // juli 2014 - 13
ontmoeting met Nouriel Roubini
Nouriel Roubini
Realist met een
somber randje
Zijn sombere voorspellingen maakten Nouriel Roubini tot een
van de rocksterren van de economie. De laatste tijd is hij een stuk
positiever gestemd. Zelf noemt hij het liever realistisch, want hij
blijft grote risico’s zien voor de wereldeconomie.
14 - effect // juli 2014
Foto eyevine/Hollandse hoogte
M
Met publieke beeldvorming valt
moeilijk af te rekenen, zeker als je er
je naam en faam voor een deel aan
ontleent. Nouriel Roubini dankt zijn
bekendheid aan zijn uitgesproken
sombere voorspellingen. Al vanaf
2005 publiceerde hij over de onhoudbare speculatie op de Amerikaanse huizenmarkt. Het leverde
hem de bijnaam “Doctor Doom” op.
Toen de vastgoedzeepbel even later
knapte was zijn reputatie gevestigd.
Volgens de hoogleraar economie aan de Universiteit van New York
is dat deels om de verkeerde redenen. Een pessimist is hij niet, eerder
een realist.
Nouriel Roubini (55) werd geboren in Turkije als zoon van Iraanse
ouders. Hij verhuisde met zijn ouders
naar Italië waar hij later economie
ging studeren in Milaan. Later volgde
een studie internationale economie
aan Harvard University.
Roubini is bepaald geen studeerkamergeleerde. Driekwart van
zijn tijd is hij op reis, een noodzakelijke exercitie om een goed beeld te
krijgen van de omstandigheden. Onlangs was hij te gast op de jaarlijkse
Inside ETF Inside-conferentie in Amsterdam, een goede gelegenheid om
met hem in gesprek te gaan.
Voor Nouriel Roubini is één
vraag genoeg om een compleet
college af te draaien. Hoe de wereld
voor een belegger er nu uitziet ten
opzichte van twee jaar geleden? Op
mitrailleur-tempo loopt de hoogleraar de wereldeconomie af. De toon
is voor zijn doen positief, hoewel
Roubini zelf het liever over realisme
heeft. Ruim twintig minuten spreekt
hij eerst aan één stuk, alleen af en toe
onderbroken voor een noodzakelijke
hap naar adem. Hij heeft het over
een vijftal positieve ontwikkelingen
en - om het toch niet helemaal af te
leren - over een paar nieuwe risico’s.
Eurozone rustiger
Roubini: “De zorgen om de eurozone
zijn zonder twijfel afgenomen. Twee
jaar geleden was er nog de vrees
dat de eurozone in stukken zou breken. Griekenland stond op het punt
Tekst Robert Rosenau & Joost Schmets
om de muntunie te verlaten terwijl
Spanje en Italië bijna afgesneden
waren van de financiële markten.
Dankzij ingrepen van de ECB en zijn
president, diverse hervormingen en
de oprichting van een bankenunie
is het uiteenvallen van het Europese
blok nu minder waarschijnlijk.“
Schuldenplafond op de
lange baan
Roubini: “Twee jaar geleden nog
dreigde de VS te bezwijken onder
een berg onhoudbare schulden. Beleggers vreesden tekorten ter grootte van tien procent van de jaarlijkse
inkomsten. Intussen vochten politici
elkaar de tent uit en dreigde de overheid zelfs op slot te gaan. Inmiddels
is het begrotingstekort teruggelopen tot vier procent van het bruto
binnenlands product en daalt het
verder.“
Japan verbetert
Roubini: ”Als het over Japan gaat kun
je gerust stellen dat de situatie daar
in 2012 er een van kommer en kwel
was. Niet vreemd gezien de zorgen
over deflatie, een nieuwe recessie,
onhoudbare overheidsschulden en
fiscale problemen. De rigoureuze
aanpak die premier Abe koos om
een crisis af te wenden is voorlopig
succesvol. Het vertrouwen in de Japanse economie is groter geworden
en de beurs stijgt weer. Structurele
hervormingen moeten misschien
sneller, maar al met al lijkt Japan op
de goede weg.“
Driekwart van
zijn tijd is
roubini op
reis, een
noodzakelijke
exercitie om een
goed beeld te
krijgen van de
omstandigheden
Te lage inflatie
Roubini: “De angst voor te lage inflatie of zelfs deflatie (situatie waarin de
prijzen dalen; red.) valt misschien in
het niet bij de voorgaande drie kwesties. Feit is dat de vergezichten van
naderende deflatie veel beleggers
een maand of twintig geleden nerveus maakte. Agressieve monetaire
actie van centrale banken hebben
die vrees flink verminderd. Voor de
eurozone is het gevaar nog niet geheel geweken. De acties van de ECB
komende maanden worden wat dat
betreft belangrijk.”
Instabiel maar minder effect
Roubini: “Sommige zorgen zijn nooit
ver weg. De spanning rond Israël bijvoorbeeld. Voor wie het niet meer
weet: twee jaar geleden was er de
angst voor een militaire confrontatie tussen Israël en Iran vanwege
de nucleaire ambities van die laatste. Ontspannen is de situatie nog
steeds niet, maar het lijkt erop dat
Iran zijn plannen op dat gebied heeft
vertraagd. Misschien dat de machthebbers in Teheran een rookgordijn
hebben opgetrokken en tijd wil winnen om een atoombom te maken. Er
liggen in ieder geval tijdelijke afspraken die het risico op oorlog kleiner
maken en daarmee de kans op een
snelle stijging van de olieprijs.
In Arabische landen is de situatie juist omgekeerd. Sociaal, economisch en politiek is het in bijvoorbeeld Egypte, Libië en Tunesië maar
ook in Irak en Libanon nog steeds
een puinhoop, terwijl in Jemen en
Syrië oorlog woedt. Iran is weinig stabiel en Pakistan en Afghanistan zijn
mislukte staten. Al die problemen
blijken slechts een beperkte impact
op olie- en gasleveranties aan de rest
van de wereld te hebben. Conclusie:
geopolitiek mag het Midden-Oosten
een belangrijke regio zijn, maar uit
financieel en economisch standpunt
is de impact beperkt.”
Echt veel tijd neemt Nouriel
Roubini niet voordat hij zijn pleidooi
vervolgt. Want voor oude risico’s zijn
nieuwe in de plaats gekomen. “Aan
alle ontwikkelingen zijn onvermij-
effect // juli 2014 - 15
delijk risico’s verbonden. Dat ik ze
noem zegt niets over de mate van
waarschijnlijkheid dat ze tot problemen leiden. Maar beleggers kunnen
er maar beter rekening mee houden
in plaats van later verrast te worden.”
risico’s
De hoogleraar spreekt over het einde
van de bloeitijd voor grondstofmarkten. Ook is hij bezorgd over de kwetsbaarheid van opkomende landen als
Brazilië, India, Turkije, Indonesië en
Zuid-Afrika. “Die landen worden niet
voor niets de ‘fragile five’ genoemd.
Ze hebben stuk voor stuk flinke gaten in de begroting, handelstekorten
en kampen met oplopende inflatie.
De risico’s zitten echter bij meer landen dan deze handvol. De politieke
problemen in Rusland, Oekraïne, Argentinië, Venezuela en Thailand zijn
niet te negeren.
En natuurlijk is er de Fed, het
stelsel van Amerikaanse centrale
banken, dat juist moet timen om
de economie in toom te houden.
Roubini gelooft niet in een te snelle
rentestijging, waardoor beurzen
klappen kunnen krijgen. De Fed
zou dit alleen doen als de inflatie
hard op gaat lopen en daarvoor ziet
de hoogleraar geen reden. Als Fedvoorzitter Janet Yellen en haar comité te lang wacht met maatregelen
om de economische groei te temperen bestaat het gevaar op luchtbellen. Als de Fed in het huidige tempo
zijn steun aan de economie afbouwt
dan duurt het tot eind 2018 voordat
de Fed zijn monetaire beleid tot
normale proporties heeft terug gebracht. Veel te lang. “In de vorige cyclus nam de Fed twee jaar de tijd om
zijn rentebeleid te normaliseren.
Dat bleek ‘too little too late’. Janet
Yellen heeft gelijk als ze zegt dat er
nu geen bubbels zijn in aandelen- of
obligatiemarkten. De vraag is of dat
zo blijft komende twee jaar als zij zo
traag blijft handelen.”
Maar de VS is niet Roubinis
grootste zorg. Die heeft hij voorbehouden aan China. Zijn analyse van
de situatie daar klinkt haast ouderwets onheilspellend.
16 - effect // juli 2014
De meningen over de wijze
waarop de onstuimige groei van
China teruggaat naar meer gematigde proporties stuiteren tussen twee
extremen. Wie rekent op een ‘harde’
landing gaat ervan uit dat de economie komende jaren in elkaar klapt
naar een groeipercentage van drie
tot vier procent. Mensen die menen
dat het allemaal wel mee zal vallen
gaan uit van een jaarlijkse groei van
de Chinese economie van meer dan
zeven procent. Ik laveer een beetje
tussen beide opvattingen. Ik reken
op een groei van een procent of zes
de komende tijd, een instorting van
de economie zie ik niet gebeuren.
Toch is een groeisnelheid van zes
procent voor China een behoorlijke
gebeurtenis. Chinese leiders zijn geobsedeerd door percentages boven
de zeven procent, maar dat is totaal
onhoudbaar. Toch zijn er veel machtige spelers in het land die teveel
belang hebben bij het oude model
van groei oppompen door te blijven
investeren in plaats van over te schakelen op een model van consumptie.
Als de overheid blijft vasthouden aan
groeisnelheden van vroeger dan zal
dit de situatie verergeren.
In breder perspectief is de
opkomst van China een uitdaging
voor de hele wereld. Financieel en
economisch zijn de kaarten redelijk
geschud. China wordt de grootste.
Maar hoe gaat het op politiek en
militair gebied? Het nationalisme in
de regio groeit en territoriale conflicten nemen toe. Ik was dit jaar
aanwezig bij het World Economic
Forum in Davos en was verrast hoe
vaak Japanse en Chinese officials de
verhouding van hun landen vergeleken met die van Groot-Brittannië
en Duitsland aan de vooravond van
de Eerste Wereldoorlog. Natuurlijk,
de geschiedenis herhaalt zich nooit
maar het is vaker voorgekomen dat
nationalisme en militarisme het winnen van economische ratio.”
Als u alle plussen en minnen optelt hoe beoordeelt
u dan de huidige situatie?
Je ziet dat veel risico’s zijn afge-
De aandelenbeurzen, vooral
de Amerikaanse
geven de
indruk dat
sterk herstel
aanstaande is,
maar obligatiemarkten
vertellen een
ander verhaal
nomen en nieuwe risico’s nog
maar beperkt effect hebben op
het sentiment. Financiële markten
verwachten herstel van de wereldeconomie, maar eenduidig zijn de
signalen niet. De aandelenbeurzen,
vooral de Amerikaanse geven de
indruk dat sterk herstel aanstaande
is, maar obligatiemarkten vertellen een ander verhaal. Daar wordt
meer rekening gehouden met stagnatie en periodes van lage inflatie.
De grote vraag komende maanden
is of economische groei zal doorzetten. Dat zal uiteindelijk bepalen
wie gelijk heeft: aandelenmarkten
of obligatiemarkten. Dan zal blijken
of de wereldeconomie als geheel of
een paar landen in het bijzonder terug zullen zakken in de misère.
VEB Nieuws Ledenvoordeel
VEB-seminar
Indexbeleggen als fundament
Indexbeleggen wordt steeds populairder in Nederland.
Toch weten maar weinig beleggers op welke manier
indexbeleggen het beste voor hen werkt. Hendrik Meesman
van Meesman Indexbeleggen vertelt u er graag alles over
tijdens een workshop op 6 oktober in Utrecht.
Tijdens de workshop krijgt u
antwoord op vragen als:
• Wat is indexbeleggen en hoe
werkt het?
• Kan ik indexbeleggen beter actief
of passief inzetten?
• Welke indexfondsen zijn geschikt
voor mijn doel?
• Waar moet ik op letten bij de
keuze voor een indexfonds?
• Hoe kan ik indexbeleggen
optimaal inzetten als gezond
fundament voor mijn
portefeuille?
Wanneer en waar?
Maandag 6 oktober 2014 in
Utrecht
inschrijven via
veb.net/optieseminarmeesman
De workshop is exclusief voor
VEB-leden en de toegang is
gratis. Vooraf inschrijven is wel
verplicht.
PROGRAMMA
19.00 uurontvangst
19.30 uurstart workshop
20.15 uurpauze
20.30 uurvervolg workshop
21.30 uurborrel
22.00 uureinde
Nieuwe VEB-workshops
In samenwerking met Euronext Amsterdam organiseert de
VEB drie nieuwe seminars. Deelname is gratis voor VEB-leden.
Andere geïnteresseerden betalen 35 euro per cursus.
Workshop Kennismaken met opties
Deze workshop is voor iedereen die
de basisbeginselen van handelen
met opties wil leren kennen. U leert
hoe u opties kunt gebruiken om
aandelen te beschermen tegen de
gevolgen van koersdaling, om extra
rendement op aandelen te creëren
en om koerswinst te behalen bij
stijging of daling van het onder­
liggende aandeel.
Ook komen de specifieke eigen­
schappen van indexopties aan de
orde en nemen we een aantal een­
voudige strategieën onder de loep.
De workshop duurt 2,5 uur en
afhankelijk van het niveau van de
groep wordt gekeken welke stof
het beste aansluit.
Beleggingsclub
starten
Succes heeft vele ouders, een
mislukking is doorgaans wees.
Een reden temeer om samen
over beleggen te praten. Dat
kan gemakkelijk via een beleggingsstudieclub. Maar waar te
beginnen bij de oprichting van
een club? Beleggersvereniging
VEB is u graag van dienst. Ga naar
veb.net/clubstarten voor meer
informatie.
Workshop Opties voor gevorderden
Een optie kopen, doorverkopen of
schrijven zijn drie basisingrediënten
van optiehandel. Wat gebeurt er als
je deze ingrediënten combineert?
Deze workshop is voor optiebeleg­
gers met praktijkervaring en een
goede kennis van de basis van opties.
Er komt een groot aantal onder­
werpen aan bod, waaronder vola­
tiliteit, delta en theta. Ook wordt
kennis gemaakt met strategieën
die inspelen op verschillende
marktbewegingen, zoals de call­
spread, straddle en de strangle.
WAAR EN WANNEER?
Maandag 22 september in
Amsterdam vanaf 10.00 uur.
inschrijven via
veb.net/optieseminar
Workshop Structured products
WAAR EN WANNEER?
Maandag 15 september in
Amsterdam vanaf 10.00 uur.
Veel actieve beleggers gebruiken
Turbo’s en Sprinters. Maar hoe
werken ze exact?
WAAR EN WANNEER?
Maandag 13 oktober in
Amsterdam vanaf 10.00 uur.
inschrijven via
veb.net/optieseminar
Wat kunt u ermee en hoe worden
ze precies geconstrueerd? U leert
het tijdens deze workshop.
inschrijven via
veb.net/structured
effect // juli 2014 - 17
VEB Nieuws
De stand van zaken
VEB in actie
De acties die de VEB namens beleggers voert in een twaalftal zaken
vragen om doorzettingsvermogen en geduld. Het gaat vaak om
complexe en grootschalige juridische trajecten die veel tijd kosten.
Dat vasthoudendheid loont, is duidelijk na compensatieregelingen
in afgesloten acties als World Online, KPN Qwest, Shell en Ahold.
Hoe staat het nu in acties als SNS Reaal, Fortis, Imtech en Van der
Moolen? Een overzicht van de stand van zaken.
01
SNS
De VEB strijdt op vier fronten voor
de belangen van onteigende aandeel- en obligatiehouders SNS Reaal
en SNS Bank. Na de nationalisatie
op 1 februari 2013 volgden diverse
procedures. De eerste stap die de
VEB zette, was het aanvechten van
het onteigeningsbesluit van minister Dijsselbloem van Financiën bij de
Raad van State. Op 15 februari 2013
oordeelde de Raad van State dat
het besluit van de minister rechtmatig was. De Raad van State oordeelt
evenwel niet over de compensatie
van onteigende beleggers. Dat oordeel is voorbehouden aan de Ondernemingskamer (OK) van het Gerechtshof Amsterdam.
Schadeloosstelling
Op 11 juli 2013 berichtte de OK dat
nog geen zekerheid kon worden gegeven over de hoogte van de scha-
18 - effect // juli 2014
deloosstelling aan onteigende aandeel- en obligatiehouders SNS. De
OK acht aannemelijk dat het aanbod
van de minister van nul euro geen
adequate vergoeding is voor de
onteigening. Daarom wil de Ondernemingskamer onafhankelijke deskundigen benoemen die de waarde
van de onteigende effecten moeten
vaststellen.
terventiewet gebruik heeft gemaakt.
Inzet van deze procedure is de toetsing van het juridische kader, waaronder termijnen, en inrichting van
de onteigeningsprocedure. Het Europese Hof heeft geoordeeld dat de
VEB te vroeg was met de procedure.
De klacht behoeft pas te worden ingediend op het moment dat alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput.
Cassatie
De minister kan zich in die argumentatie niet vinden en heeft tegen deze
beschikking – ondanks dringend
verzoek van de VEB dat niet te doen
– op 10 oktober 2013 op nagenoeg
alle punten cassatie ingesteld. De
verwachting is dat het proces om de
schadeloosstelling daardoor forse
vertraging zal oplopen. Pas nadat
door de Hoge Raad op de cassatie
is beslist, kan de OK verder met het
benoemen van deskundigen. Voordat de Hoge Raad zal beslissen, zal
hij worden geadviseerd door de
advocaat-generaal. De advocaatgeneraal zal in het najaar met zijn
advies komen.
De Nederlandsche Bank
Ook heeft de VEB bezwaar en vervolgens beroep ingesteld tegen het
zogenoemde SREP-besluit van De
Nederlandsche Bank (DNB). Op basis
van dit besluit van 27 januari 2013
diende SNS haar balans voor 1 februari 2013 met 1,84 miljard euro te versterken. Op voorhand was duidelijk
dat het de bankverzekeraar in problemen niet zou lukken om binnen
vier dagen een dergelijk bedrag aan
extra kapitaal op te halen. Daarmee
was het SREP-besluit een onvermijdelijke route richting onteigening.
De uitspraak in hoger beroep van
deze bezwaarprocedure volgt de uitspraak binnen enkele maanden.
Europese Hof
De VEB heeft bij het Europese Hof
voor de Rechten van de Mens beroep
ingesteld tegen de onteigening en de
wijze waarop de minister van de In-
Enquêteprocedure
Het is voor beleggers van groot belang dat de gang van zaken bij SNS
goed wordt onderzocht op alle voor
beleggers relevante punten. Nor-
maal gesproken kunnen aandeelhouders daartoe de Ondernemingskamer vragen om een onderzoek,
maar in de zaak-SNS ligt dat wat gecompliceerder. Omdat aandeelhouders onteigend zijn, kunnen ze volgens de letter van de wet de OK niet
meer verzoeken een enquête naar
het beleid en de gang van zaken van
SNS te gelasten. De advocaat-generaal van het Amsterdamse gerechtshof kan zelfstandig besluiten om een
procedure te verzoeken. De uitkomst
van een dergelijk onderzoek kan de
basis vormen voor de kwalificatie
wanbeleid en verdere acties van de
VEB tegen bestuurders en commissarissen van SNS. De VEB heeft de
advocaat-generaal tot een dergelijk
onderzoek naar mogelijk wanbeleid
opgeroepen.
Het is niet de verwachting dat
onteigende SNS-effectenbezitters
snel compensatie tegemoet kunnen
zien. Daarvoor zijn de procedures te
omvangrijk en te gecompliceerd.
Actie
SNS
Mogelijk relevante periode
Houderschap tot datum
onteigening, 1 februari 2013
Meer informatie en
aanmelden veb.net/sns
impact van de giftige kredieten, de
solvabiliteitsproblemen en het tekort
aan liquiditeit. Het is nu aan de wederpartijen schriftelijk te reageren,
waarna waarschijnlijk begin 2015 de
pleidooien zullen plaatsvinden. De
VEB verwacht een eerste inhoudelijke eindoordeel van de rechtbank
Amsterdam medio 2015.
02
Fortis
Actie
Fortis
Enquêteprocedure winnend
afgesloten
Op 6 december 2013 gaf de Hoge
Raad zijn eindoordeel over het wanbeleid van Fortis over de periode
2007-2008. De Hoge Raad is glashelder: het oordeel wanbeleid van de
Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam blijft overeind
en was goed gemotiveerd. Daarmee
komt een einde aan de enquêteprocedure die de VEB in november 2008
is gestart. Nu staat definitief vast dat
Fortis beleggers onjuist heeft geïnformeerd in het prospectus, tekort is
geschoten in haar solvabiliteitsbeleid
en het bestuur het vertrouwen in de
bank stelselmatig op het spel heeft
gezet door onjuiste en zelfs tegengestelde mededelingen.
Misleidingzaak
In 2011 daagde de VEB namens gedupeerde Fortis-beleggers acht oudFortis-bestuurders, banken en het
concern Fortis voor de rechter vanwege misleidende of tekortschietende communicatie met beleggers in
2007 en 2008. Daarmee hebben die
partijen onrechtmatig gehandeld jegens Fortis-beleggers, waardoor die
beleggers naar schatting ruim 17 miljard euro verlies leden over die periode. Deze rechtszaak is nog steeds in
volle gang na de nodige vertraging
vanwege procedurele strubbelingen.
De VEB heeft op 18 juni 2014
haar conclusie van repliek ingediend
bij de rechtbank Amsterdam. Daarin
weerlegt de VEB alle verweren van
Fortis, de oud-bestuurders en de
banken waarin zij stelden geen
schuld te hebben aan de misleiding
van het beleggend publiek over de
Mogelijk relevante periode
29 mei 2007 tot en met
14 oktober 2008
Meer informatie en
aanmelden veb.net/fortis
03
Ahold/
Deloitte
beleggers
leden Miljarden
schade door de
boekhoudfraude
bij Ahold die
in 2003 in de
openbaarheid
kwam
Miljarden aan schade leden beleggers door de boekhoudfraude bij
Ahold die in 2003 in de openbaarheid kwam. Beleggers hebben de
zaak met Ahold jaren geleden geschikt. Maar een andere betrokkene,
accountant Deloitte, heeft zijn rol in
het debacle nog niet erkend. Deloitte
was verantwoordelijk voor controle
van de boeken van Ahold in de jaren
dat de fraude werd gepleegd. Deloitte maakte daarbij grote fouten. Dat
heeft de tuchtrechter tot in hoger beroep al vastgesteld. De accountants
van Deloitte zijn daardoor mede aansprakelijk voor de schade die beleggers in de Ahold-fraudezaak hebben
geleden. Begin 2012 heeft de VEB accountant Deloitte en 144 individuele
maten gedagvaard. Partijen proce-
deren nu over een aantal processuele voorvragen. Dit zijn vragen over
juridisch gecompliceerde kwesties.
niet verjaard
Op 28 maart 2014 oordeelde de
Hoge Raad over de vraag of de VEB
bevoegd was de vorderingen van
alle gedupeerde Ahold-beleggers
(meer dan 150.000) te stuiten. Het
antwoord was ja. De vorderingen
van de gedupeerde Ahold-beleggers
zijn dus niet verjaard. Op 24 september 2014 zal de rechtbank Amsterdam een tweede tussenvonnis wijzen over een aantal nog resterende
vragen. Daarna zal een inhoudelijk
oordeel volgen. Deze procedure en
een eventueel hoger beroep kunnen
nog enige jaren duren.
tuchtprocedure
Roger Dassen, voormalig bestuursvoorzitter en thans Global Managing
Director van Deloitte, is door de
Accountantskamer op 30 juni 2014
veroordeeld in de nasleep van de
omvangrijke boekhoudfraude die in
februari 2003 bij Ahold aan het licht
kwam. In een tuchtprocedure aangespannen door particuliere beleggers
is aan Deloitte bestuursvoorzitter Roger Dassen de maatregel van waarschuwing opgelegd. De Accountantskamer oordeelt dat Dassen in
2008 oneerlijk en niet oprecht heeft
gehandeld door bewust onduidelijkheid te laten bestaan over de vraag
bij welke rechtspersoon van Deloitte
de vordering van gedupeerde beleggers was achtergebleven. De VEB
legde deze feiten eerder aan de AFM
voor. Op 13 april 2012 liet de AFM
weten dat “indien hetgeen u stelt
over de handelswijze van Deloitte
en de heer Dassen juist is, de AFM dit
zeer kwalijk en onaanvaardbaar acht.”
Actie
Ahold/Deloitte
Mogelijk relevante periode
30 juli 1999 tot en met
23 februari 2003
Meer informatie en
aanmelden veb.net/deloitte
effect // juli 2014 - 19
VEB Nieuws
04
Imtech
Fraude
Technisch dienstverlener Imtech
kwam begin 2013 in zwaar weer
toen bleek dat falende controlesystemen en fraude in Polen en Duitsland
leidden tot afschrijvingen van maar
liefst 370 miljoen euro. Een forse afwaardering van het aandeel Imtech
was het gevolg.
Een emissie van 500 miljoen
euro en de uitgifte van financieringsprefs van 30 miljoen waren
noodzakelijk om Imtech overeind te
houden. Het kostte diverse bestuurders en commissarissen hun positie,
waaronder CEO Van der Bruggen en
CFO Gerner.
Variabele beloningen
Op verzoek van de VEB maakte de
onderneming met de genoemde
oud-bestuurders de afspraak dat zij
de ontvangen variabele beloningen
over 2010 en 2011 terugbetalen aan
Imtech. Daarnaast betalen zij ook de
waarde van de verkregen bonusaandelen over de jaren 2010 tot en met
2012 terug.
Aansprakelijkheid
De VEB houdt Imtech en haar oudbestuurders Van der Bruggen en
Gerner aansprakelijk voor de schade
die beleggers leden vanwege de
fraude bij Imtech. Voorts heeft de
VEB accountant KPMG aansprakelijk
gesteld nu de openingsbalans en
jaarrekening over 2011 dienden te
worden aangepast.
Beleggers hebben op deze
jaarrekeningen en de accountantsverklaring vertrouwd toen zij hun
Imtech aandelen kochten of aanhielden. Ten onrechte naar nu blijkt.
20 - effect // juli 2014
Schikkingsfonds
De VEB heeft Imtech verzocht de terugbetaling door Van der Bruggen
en Gerner te reserveren voor compensatie aan gedupeerde aandeelhouders. De VEB heeft geopperd dat
Imtech een schikkingsfonds moet
creëren bestaande uit een overzienbare bijdrage van haarzelf, de assuradeuren van de bestuurdersaansprakelijkheids- en fraudeverzekeringen,
de accountant, de opbrengsten van
fraude-incasso en warrants. De VEB is
hierover met Imtech in gesprek.
Actie
Imtech
Meer informatie en
aanmelden veb.net/imtech
bij de jaarrekeningen van 1999 en
2000 van Landis. In hoger beroep is
bevestigd dat de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening over 2000
ten onrechte is afgegeven.
deelschikkingen
De VEB is met accountant Ernst &
Young in gesprek over een mogelijke
schikking. Het eindoordeel ‘wanbeleid’ is aanleiding om de schade van
beleggers te verhalen op de voormalige bestuurders en commissarissen
van Landis. De betrokken personen
zijn inmiddels voor de Rechtbank
Amsterdam gedaagd. Met commissaris Vrisekoop en bestuurder Clemens zijn inmiddels deelschikkingen bereikt. De procedure tegen de
hoofdpersonen CEO Kuiken en CFO
Bus loopt nog. Deze procedure en
een eventueel hoger beroep kunnen
nog enige jaren duren.
Actie
Landis
05
Landis
Het geduld van gedupeerden van
het in 2002 gefailleerde ict-bedrijf
Landis wordt behoorlijk op de proef
gesteld. Maar dat wil niet zeggen
dat er geen vooruitgang wordt geboekt. Eind 2011 stelde de Ondernemingskamer van het Gerechtshof
Amsterdam wanbeleid vast bij het
omgevallen ict-bedrijf. De rechters
oordeelden in ongebruikelijk harde
bewoordingen over het gebrekkige
functioneren van bestuurders en
commissarissen van Landis. De accountant van Landis, Ernst & Young,
was al eerder door de tuchtrechter
op de vingers getikt voor zijn rol. De
accountant heeft ten onrechte een
goedkeurende verklaring afgegeven
Mogelijk relevante periode
17 april 1998 tot en met
8 juli 2002
Meer informatie en
aanmelden veb.net/landis
06
LCI
Een paar maanden voor de ondergang in 2001 spiegelde technologiebedrijf LCI zijn aandeelhouders nog forse winsten voor. Door
fraude, falend management en
luchtkastelen hebben beleggers
uiteindelijk voor 300 miljoen euro
schade geleden.
Na een lange enquêteprocedure daagde de VEB in 2011 de bestuurder, commissarissen en accountant
PricewaterhouseCoopers (PwC) voor
de rechter. De VEB wenst de schade
te verhalen en compensatie te verkrijgen voor gedupeerde beleggers.
hoger beroep
Net als in de Deloitte-zaak speelt de
vraag of de VEB bevoegd is de vorderingen van haar achterban te stuiten.
Bestuurders Asseer en de commissarissen menen dat de vorderingen zijn
verjaard. De Rechtbank Amsterdam
heeft begin 2014 geoordeeld dat
de vorderingen zijn verjaard. De VEB
heeft hoger beroep ingesteld tegen
dit verrassende oordeel.
verjaring
De procedure tegen accountant
PwC loopt nog. Ook PwC heeft zich
inmiddels op verjaring beroepen.
Deze procedure en een eventueel
hoger beroep kunnen nog enige
jaren duren.
Actie
LCI
Mogelijk relevante periode
1 januari 1993 tot en met
17 december 2001
Meer informatie en
aanmelden veb.net/lci
Net als in de
Deloitte-zaak
speelt bij LCI de
vraag of de VEB
bevoegd is de
vorderingen van
haar achterban
te stuiten
07
DE Master­
Blenders
DE MasterBlenders 1753, beter bekend als Douwe Egberts, was nauwelijks een maand genoteerd op de
Amsterdamse beurs toen het begin
augustus 2012 bekend moest maken
dat er een fraude binnen het eigen
bedrijf was geconstateerd. Al jaren
bleek een Braziliaans dochterbedrijf
de cijfers te manipuleren. Vrachtwagens reden met koffie naar geheime
locaties om omzet te suggereren.
De VEB heeft Douwe Egberts
namens beleggers om opheldering gevraagd en aansprakelijk gesteld. Met een eigen onderzoek in
de hand beweert Douwe Egberts
dat het allemaal wel meevalt en dat
aandeelhouders geen schade heb-
ben geleden. Verder weigert de koffiebrander haar accountant PricewaterhouseCoopers en voormalige
moedermaatschappij Sara Lee (thans
Hillshire Brands) voor de fraude aansprakelijk te stellen.
uitkoopprocedure
De koffieonderneming uit de AEX is
in 2013 overgenomen door Oak Leaf,
het investeringsvehikel van Joh. A.
Benckiser (JAB). Zij betaalden uiteindelijk 12,50 euro per aandeel. De bieder heeft meer dan 95 procent van
de aandelen aangemeld gekregen
en heeft aangekondigd een uitkoopprocedure te starten. Na krap een
jaar verhandeld te zijn geweest, is op
29 oktober 2013 een einde gekomen
aan de beursnotering van Douwe
Egberts. Ook de nieuwe aandeelhouder van Douwe Egberts staat op het
standpunt dat beleggers niet hoeven te worden gecompenseerd voor
hun geleden schade.
De VEB legt zich niet neer bij
de weigering van Douwe Egberts
om de verantwoordelijken aansprakelijk te stellen en het afwijzen van
enige compensatie voor beleggers.
De VEB zal eind 2014 juridische acties initiëren.
Actie
DE MasterBlenders
Meer informatie en
aanmelden veb.net/demb
08
NSI
In november 2013 kondigde beursfonds NSI een immense aandelenplaatsing aan. Alleen professionele
beleggers konden hierbij tegen een
grote korting van 30 procent voor
4,00 euro aandelen in NSI verwerven.
Bestaande particuliere aandeelhouders profiteerden niet van deze lucratieve korting. Zij werden, door een
ruime verdubbeling van het aantal
uitstaande aandelen in NSI, geconfronteerd met aanzienlijke (winst)
verwatering.
compensatie
De VEB vindt de aandelenplaatsing
door NSI in strijd met de redelijkheid
en billijkheid, zodat NSI onrechtmatig handelt jegens beleggers
door hiertoe over te zijn gegaan. In
november 2013 is er herhaaldelijk
overleg geweest tussen de VEB en
de directie en adviseurs van NSI om
te komen tot een oplossing voor de
gedupeerde aandeelhouders.
De VEB heeft hierbij voorgesteld dat NSI, ter compensatie van
de gedupeerde aandeelhouders,
tot een (relatief beperkte) additionele plaatsing van aandelen zou
overgaan voor deze aandeelhouders tegen (min of meer) dezelfde
voorwaarden. NSI was hiertoe niet
bereid.
dagvaarding
Ook daarna heeft de VEB NSI nogmaals formeel verzocht om tot een
oplossing te komen voor gedupeerde aandeelhouders. Hierbij heeft NSI
opnieuw niet de bereidheid getoond
om te spreken over mogelijke oplossingsrichtingen. NSI heeft de VEB
hiermee geen andere keuze gelaten
dan tot dagvaarding van NSI over te
gaan, om zodoende de onrechtmatigheid van het handelen van NSI
vast te stellen.
De zaak is momenteel aanhangig bij de rechtbank Amsterdam.
Medio oktober 2014 zal er een zitting plaatsvinden om inlichtingen te
verstrekken aan de rechtbank en de
mogelijkheid van een schikking tussen de VEB en NSI te onderzoeken.
Actie
NSI
Mogelijk relevante periode
Houderschap op
8 november 2013
Meer informatie en
aanmelden veb.net/nsi
09
Verlies­
polis
In de periode 2008-2011 heeft de
Stichting Verliespolis – opgericht
door de VEB en Vereniging Eigen
Huis – collectieve akkoorden gesloten met de zes grootste verzekeraars
en twee kleinere. Deze akkoorden
bevatten een compensatieregeling
voor te hoge kosten van beleggingsverzekeringen en een coulanceregeling voor klanten in schrijnende
situaties. De afgelopen jaren heeft
Verliespolis zich ingezet om verzekeraars te bewegen additionele
flankerende maatregelen te treffen.
Een belangrijk element is daarbij dat
klanten de mogelijkheid krijgen ook
in goedkope beleggingsfondsen te
beleggen. Dankzij een lagere kos-
effect // juli 2014 - 21
VEB Nieuws
tenstructuur kan de klant dan in de
resterende looptijd van een polis een
hoger eindkapitaal opbouwen.
Professionele hulp
Klanten met een beleggingsverzekering doen er goed aan om na te
gaan op welke wijze hun polis kan
worden verbeterd, of dat het premievrij maken of zelfs afkopen ervan
een verstandig besluit is. Aangezien
beleggingsverzekeringen complexe
producten zijn, is het vaak verstandig
hier de hulp van een professionele
adviseur voor in te roepen. Veelal
verleent deze adviseur als nazorg
deze dienst gratis, wanneer hijzelf in
het verleden de verkoper was. In de
overige gevallen is soms de verzekeraar bereid (een deel van) de advieskosten voor zijn rekening te nemen.
De collectieve akkoorden met
Verliespolis kosten de verzekeraars
ongeveer drie miljard euro. Deze
overeenkomsten zijn bindend voor
de verzekeraars, maar niet voor hun
klanten. Daarmee hebben de verzekeraars het woekerpolisdrama niet
definitief achter zich kunnen laten.
Diverse andere belangengroeperingen proberen voor sommige types
beleggingsverzekeringen extra compensatie te bewerkstelligen.
Zo heeft door onhandig procederen van Aegon een klein deel van
de Aegon-klanten met een Koersplan-polis een grote overwinning
geboekt en krijgen zij extra geld bijgestort. Aegon bleek onlangs bereid
om ook de overige Aegon-klanten
met een dergelijke polis een (weliswaar veel lagere) extra vergoeding
te geven.
zwakke punten
Voor de komende jaren zullen de
verzekeraars zich moeten verdedigen tegen aanvallen die zich richten op twee zwakke punten. Het
eerste betreft niet alleen het voorspiegelen van onrealistisch hoge
rendementen, maar vooral verkeerd
berekende prognose-eindkapitalen
doordat niet alle kosten waren meegenomen in deze calculaties. De
tweede achilleshiel gaat over onvol-
22 - effect // juli 2014
doende gespecificeerde kosten bij
de offerte, waar de verzekeraars niet
transparant waren over met name de
zogenoemde eerste kosten (tussenpersoon). Deze kwestie is actueel na
een uitspraak van klachteninstituut
KiFid en het advies van de advocaatgeneraal van het Europese Hof van
Justitie over sommige polissen van
Nationale-Nederlanden, maar kan
ook andere verzekeraars treffen.
veilig stellen
Verliespolis volgt de ontwikkelingen,
maar kan niet actief optreden in de
verdere juridische procedures. Klanten die overwegen zich bij een van
de andere collectieven aan te sluiten,
doen er goed aan hun rechten veilig te stellen. De verjaring moet ten
minste eenmaal per vijf jaar worden
gestuit. Een voorbeeld van een stuitingsbrief is te vinden op www.verliespolis.nl.
moeten melden. Uit de uitspraak
van de rechtbank Utrecht volgt dat
beleggers in totaal een schade van
bijna 2 miljoen euro hebben geleden doordat zij, onbewust van de
overnameplannen van Jumbo, hun
Super de Boer-aandelen hebben
verkocht. Super de Boer ging tegen
die uitspraak in hoger beroep. Het
Hof gaf de VEB in een tussenarrest op
een groot aantal punten gelijk. Ook
de twee door het hof benoemde
deskundigen gaven de VEB grotendeels gelijk. Zij oordelen dat Super
de Boer eerder dan 18 september
2009 bekend had moeten maken dat
zij een overnamebod van Jumbo had
ontvangen. Op 15 september 2014
staat het slotpleidooi voor het Hof
Arnhem geagendeerd. Het eindarrest wordt eind 2014 verwacht.
Actie
Super de Boer
Mogelijk relevante periode
4 tot en met
18 september 2009
Meer informatie en
aanmelden veb.net/superdeboer
10
Super
de Boer
Nog voordat Super de Boer op 18
september 2009 bekendmaakte dat
zij een overnamebod van Jumbo
had ontvangen, liep de koers van het
aandeel Super de Boer fors op. Ook
de omzet in het aandeel liep sterk op.
Is er gehandeld met voorkennis? In
dat geval zouden veel aandeelhouders Super de Boer benadeeld zijn.
koersgevoelige informatie
In maart 2011 oordeelde de rechter
dat Super de Boer koersgevoelige
informatie eerder aan beleggers had
de koers van
het aandeel
Super de Boer
liep nog voor de
overname door
Jumbo fors op.
Is er gehandeld
met voorkennis?
11
Van der
Moolen
In september 2009 ging handelshuis
Van der Moolen failliet. Na 115 jaar
was het einde oefening voor een
bedrijf dat ooit een van de grootste hoekmansbedrijven ter wereld
was. Het faillissement van Van der
Moolen heeft de (voormalig) aandeelhouders enkele honderden miljoenen euro’s gekost. Uit het onderzoek naar de gang van zaken rond
Van der Moolen dat vorig jaar werd
gepubliceerd, blijkt dat bestuur en
commissarissen van Van der Moolen
fors hebben bijgedragen aan het faillissement van het beursgenoteerde
bedrijf. Een verziekte bedrijfscultuur
en een falende manier van leidinggeven waren de dagelijkse praktijk.
Van een stabiel en professioneel
opererend bestuur is tijdenlang geen
sprake geweest. Naar aanleiding van
het onderzoeksrapport heeft de VEB
de Ondernemingskamer van het
gerechtshof Amsterdam gevraagd
om de gang van zaken bij Van der
Moolen het predicaat wanbeleid te
geven. De Ondernemingskamer oordeelde op 15 februari 2013 vernietigend: liefst op vier punten was sprake van wanbeleid bij Van der Moolen.
wanbeleid
Bestuurders en commissarissen waren niet bereid een minnelijke regeling te bespreken. De VEB zal op zeer
korte termijn een aansprakelijkheidsprocedure tegen bestuurders en
commissarissen starten.
De curatoren hebben de bestuurders en commissarissen van
VDM ook voor de rechtbank gedaagd. Slechts twee van de zeven
personen hebben zich in de procedure gemeld. Onder anderen hoofd-
column Paul Frentrop is hoogleraar corporate governance aan Nyenrode
schuldigen Den Drijver en Kroon
hebben verstek laten gaan.
Een procedure en een eventueel hoger beroep kunnen nog enige
jaren duren. Nu de meeste personen
in het buitenland wonen, zal het verhalen van de schade niet eenvoudig
zijn. Voor de VEB is dat geen reden om
niet door te zetten; dit een principiële
zaak. Ook de accountant van Van der
Moolen, Ernst & Young, is aansprakelijk gesteld. De Accountantskamer
oordeelde eerder dat de accountant
de continuïteitsveronderstelling in de
jaarrekening 2008 van Van der Moolen niet goed had onderzocht. Kort
daarna ging VDM failliet.
Actie
Van der Moolen
Mogelijk relevante periode
1 januari 2005 tot en met
16 juli 2009
Meer informatie en
aanmelden veb.net/vdm
12
Inno­
Concepts
In meerdere acties van de VEB namens beleggers spelen accountants
een dubieuze rol. Zo ook bij InnoConcepts, het voormalige beursgenoteerde uitvindersbedrijf dat
beleggers jarenlang heeft misleid en
benadeeld. Uiteindelijk volgde het
faillissement, dat aanzienlijke schade
voor aandeelhouders tot gevolg had.
Halverwege 2007 was InnoConcepts
nog goed voor een beurswaarde van
zo’n 385 miljoen euro. Daar is niets
Een ontzettend
goed idee
door Paul
Frentrop
meer van over. De VEB heeft aangifte gedaan tegen het voormalige
bestuur en de commissarissen van
InnoConcepts. De officier van justitie
heeft laten weten tot vervolging over
te gaan. De verwachting is dat na de
zomer van 2014 meer duidelijk wordt
over de stappen van het Openbaar
Ministerie.
Om de schade van beleggers
te verhalen op degenen die verantwoordelijk zijn voor het debacle bij
InnoConcepts is een grondig onderzoek naar de gang van zaken bij het
bedrijf noodzakelijk. Dat onderzoek,
onder leiding van de curator Louis
Deterink, is al meerdere jaren gaande en de uitkomsten worden in het
najaar van 2014 verwacht. Op basis
van dat onderzoek zal de VEB nieuwe
stappen zetten in deze zaak.
rol accountant
Uit het onderzoek zal ook moeten
blijken wat accountant Deloitte en
huisbankier ING te verwijten valt.
Deloitte was sinds 2005 tot aan het
faillissement de externe accountant
van InnoConcepts en heeft de (geconsolideerde) jaarrekeningen over
de boekjaren 2005 tot en met 2009
telkens van een goedkeurende accountantsverklaring voorzien.
Actie
InnoConcepts
Mogelijk relevante periode
1998 t/m 16 december 2010
Meer informatie
en aanmelden
veb.net/innoconcepts
l jaren houd ik een lijstje bij van de beste en een lijstje van de slechtste
ideeën die langskomen. Daar lijken de topposities onaantastbaar.
De lijst met de slechtste ideeën wordt al sinds 1993 aangevoerd
door de toen net gekozen Amerikaanse president Bill Clinton,
die problemen rond homoseksualiteit in het Amerikaanse leger
wilde aanpakken door homo’s en lesbiennes in een apart legeronderdeel
onder te brengen. Aangezien iedereen zich wel kan voorstellen hoe vriend
en vijand zullen reageren op een aanval door de 47th ‘pink’ airborne division, verving Clinton dit plan al snel door de don’t ask, don’t tell-doctrine,
welke inmiddels door president Obama is afgeschaft.
Clinton staat inmiddels 21 jaar op nummer 1, al doen jonge Tweede Kamerleden steevast hun best hem van die plaats te verstoten. Zo vond
Martijn van Dam (PvdA) dat de overheid kranten moest steunen waar het
slecht mee ging. “Ik zie niet in waarom de politiek niet over steun zou kunnen nadenken als we wel omroepen voor radio en televisie subsidiëren.
Dat de onafhankelijkheid van de pers daarmee in gevaar komt, is echt een
achterhaald idee”, zei hij in 2005. De pers riep hem meteen uit tot ‘Politiek
Talent 2005’ en begonnen als jongste lid ooit, zit hij alweer elf jaar in de
Kamer.
U zou misschien verwachten dat het voor goede ideeën nog moeilijker is
om aan de top te komen dan voor slechte, maar dat is niet zo, want het is
altijd een goed idee om te stoppen met iets slechts.
Zo heeft Hans de Boer, de nieuwe voorzitter van VNO-NCW, onlangs de top
van mijn lijst bereikt met zijn voorstel werkgevers niet langer belasting
en premies in te laten houden op het loon van hun werknemers. Dit door
de Duitse bezetter ingevoerde systeem maakt niet alleen dat iemand in
loondienst geen benul heeft dat het zijn baas 330 euro kost om hem 100
euro extra te betalen. Het maakt ook dat mensen niet beseffen dat ze zelf
alles betalen wat de overheid doet en als kiezer steeds weer vallen voor het
idee dat de overheid geld moet ‘vrijmaken’ voor plannen die op mijn lijstje
met slechte ideeën staan.
Het voorstel van De Boer maakt dat de regering weer echt verantwoording
zal moeten afleggen aan de belastingbetaler. Het zal de kloof tussen burger en politiek verkleinen en de omvang van de overheid terugbrengen tot
normale proporties. Het is een uitstekend idee!
effect // juli 2014 - 23
in beeld
87 jaar S&P 500
Totaal
rendement
196891%
jaren van
daling
63
-9%
27
%
Beurskrach
Rendement
deze periode
439,3%
Rendement
deze periode
per jaar
20,6%
1963
38%
1929 -12%
9
van 1991 tot en
met 1999
jaren van
stijging
1970
dollar
Start
1928
24
Iedere
dollar in de
S&P 500 belegd
eind 1927 is nu bijna
maximaal aantal
aaneengesloten jaren
van stijging:
23%
16%
12%
19
62
1966 -10%
-47%
-15%
1933
1934
44%
-5%
41%
33%
1937 -34%
1938
29%
0%
1940 -10%
-11%
1942
19%
Bij aaneengesloten jaren van stijging of daling is het gemiddelde berekend
-28%
50%
0%
40%
12%
42% 1958
30%
-10% 1957
1967
24%
1968
11%
1969
-8%
1970
3%
20%
10%
0%
-10%
-20%
6%
14%
31%
19%
51% 1954
1973 -15%
-1% 1953
-26%
18%
37%
23%
-40%
31%
1977
-7%
22%
1978
6%
-50%
5%
19%
5%
36%
-8%
1975
-30%
26%
1946
4 juni:
S&P-index
voor het eerst
boven de 100
19
47
24%
%
18
%
32
1981 -5%
1982 20%
De S&P 500-index bestaat sinds 1957. Daarvoor bestond de S&P-index uit minder aandelen.
24 - effect // juli 2014
Maximaal aantal
aaneengesloten jaren
van daling:
4
van 1929 tot
en met 1932
Rendement
deze periode
-71,6%
Rendement
deze periode
per jaar
Nu:
-27%
zesde jaar
stijging op rij
(tot 7 juli 2014)
2 februari :
S&P-index voor het
eerst door de 1000
puntengrens
19
98
28
%
33
%
37% 1995
1%
-12%
Dotcom-crisis
24 maart:
S&P-index
voor het eerst
boven de 500
-22%
2003
28%
11%
5%
16%
2007
Kredietcrisis
6%
2008 -37%
2009
-3% 1990
26%
31%
15%
16%
2%
19%
hoe lang nog?
-9%
7%
6% 1987
Rendement
deze periode
per jaar
144,1%
21%
10%
30% 1991
Recordregen
op de beurs
19,5%
2000
23%
Rendement
deze periode
19 oktober:
grootste dagelijks
verlies: -20,47%
31%
6%
16%
2013
32%
07-07-14
8%
3 juli: S&P
voor het
eerst door de
grens van
1700 punten
22
%
Bron: Bloomberg, peildatum 7 juli 2014
9 oktober:
hoogste
slotstand
voor uitbraak
kredietcrisis:
1565,15
3 mei:
voor het eerst
boven 1600
punten gesloten
Op 28 maart 2013 was het eindelijk
zover. De S&P 500-index, een van de
beste graadmeters voor de Amerikaanse economie, doorbrak eindelijk
de hoogste stand ooit en steeg voorbij de indexstand 1565,15 punten die
op 9 oktober 2007 werd bereikt. Vanaf
dat moment regent het records op de
Amerikaanse beurs. Sluipenderwijs
beweegt de grootste aandelenmarkt
van de wereld nu alweer vijfenhalf
jaar omhoog. Over de achtergronden
van die voortdurende hausse is al veel
inkt gevloeid. Constante daarin zijn de
verwijzingen naar economisch herstel
en de ultralage rentes die centrale
banken opleggen waardoor massa’s
geld richting aandelenmarkten wordt
gejaagd.
Van een wat grotere afstand bezien wordt eens te meer bewezen dat
de financiële markten de meesters
zijn in anticiperen. Het gaat er niet alleen om wat er zal gebeuren maar ook
wat er kan gebeuren. Een omvallend
bankensysteem, een vertrek van Griekenland uit de eurozone of een faillissement van de Amerikaanse overheid: de markt houdt rekening met
deze ‘worst case scenario’s’. Al deze
rampscenario’s hadden werkelijkheid
kunnen worden. Alleen gebeurde dat
niet. En de markt steeg door.
Hoeveel marge is er nog voor
verdere koersstijgingen? Een blik op
de Amerikaanse index leert dat het
drie keer eerder gebeurde dat koersen
langer dan vijfenhalf jaar stegen; in de
jaren negentig liefst negen jaar op rij.
Dat was in een tijd dat rentes bleven
dalen. Nu de Amerikaanse rente al
historisch laag staat en verhogingen
verwacht worden lijkt het record van
negen jaar stijgingen ver weg.
effect // juli 2014 - 25
damrak CEO-interview
12 vragen aan
Aegon-topman
Alex
Wynaendts
Alex Wynaendts trad in 2008 aan als
bestuursvoorzitter en kreeg meteen te
maken met een kolossale financiële crisis.
Inmiddels is verzekeraar Aegon in rustiger
vaarwater en vecht de topman voor
waardering bij zijn klanten. Een gesprek
over kansen nu en fouten uit het verleden.
P 1
uinruimer, beslisser, strateeg. Alex Wynaendts
heeft als bestuursvoorzitter van Aegon al vele
rollen moeten spelen.
De rol van succesvolle leider die
ook kan oogsten ontbreekt nog,
maar de topman rekent erop dat
hij ook deze rol nog toebedeeld zal
krijgen.
De eerste jaren van Wynaendts’ bewind stonden in het
teken van de financiële crisis. Eerst
moest de staatssteun worden
afgelost, daarna volgde een flinke
verbouwing van de verzekeraar.
Aegon verkocht een aantal onderdelen en stopte met de verkoop
van een aantal producten. Het bedrijf is in de ogen van zijn topman
klaar voor een nieuwe fase waarin
de belofte van groei eindelijk
wordt waargemaakt.
26 - effect // juli 2014
In antwoord op twaalf vragen legt
Wynaendts uit waarom hij gelooft
in het nieuwe Aegon.
In 2010 zei u vaak
dat Aegon een leider
moest worden in zijn
zelfgekozen markten.
Is dat gelukt?
“We zijn een eind op weg, maar
we zijn er nog niet. Leiderschap
is voor mij in dit verband geen
kwestie van het grootste marktaandeel. Het betekent dat we de
verzekeraar zijn die klanten en
tussenpersonen het meest aanbevelen en die voor werknemers de
eerste keuze is. In 2011 hebben we
met de aflossing van de staatssteun de financiële herstructurering afgerond. Toen zijn we
begonnen met het invoeren van
een nieuwe strategie en hebben
Alex Wynaendts
Als zoon van een diplomaat weet
Alex Wynaendts wat verhuizen is.
Hij woonde onder meer in Zimbabwe, Indonesië en Libanon voordat
hij in Frankrijk terecht kwam waar
hij elektrotechniek en economie
studeerde in Parijs. Tot 1997 was
Wynaendts in dienst bij ABN Amro,
daarna vervolgde hij zijn loopbaan
bij Aegon. In 2003 trad hij toe tot
de raad van bestuur en vijf jaar
later volgde hij Don Shepard op als
bestuursvoorzitter.
Tekst Jasper Jansen & Djaja Ottenhof
we de financiële doelstellingen
vastgesteld. Ik hoop dat we eind
2015 kunnen laten zien dat we ze
gehaald hebben.”
2
Wat was uw belangrijkste taak als bestuursvoorzitter bij het opstellen en uitrollen van
de nieuwe strategie?
“Een van de grootste uitdagingen
in 2011 was keuzes maken; bepalen waarin we zouden gaan investeren en waar we willen groeien.
We hebben in 2011 al onze activiteiten zorgvuldig geanalyseerd en
hebben per activiteit bepaald of
we het wel of niet wilden blijven
doen. Nog belangrijker dan kiezen
waar we wel in investeren is het
kiezen waarin we niet investeren.
Het is vaak makkelijker om iets wel
te doen dan niet.”
Foto HiRez Images / Hollandse Hoogte
3
Wat zijn de plannen
die op uw instemming
kunnen rekenen?
“Dat zijn de projecten
waarin we onze digitale
systemen verbeteren om daarmee
te zorgen voor betere communicatie met de klant. Dit was een sector
die producten maakte waarvan
men dacht dat ze goed waren voor
de klant en die vervolgens via tussenpersonen werden verkocht. Het
moet een sector worden die zich
helemaal richt op de klant en de
behoeftes van die klant invult vanaf
zijn twintigste tot honderdste verjaardag. Dat vraagt een cultuurverandering. We moeten bijvoorbeeld
onze hele backoffice veranderen.
Wij weten heel veel van klanten.
Hoe oud ze zijn, wat hun inkomen
is, wat hun familiestatus is, of ze een
hypotheek hebben, maar we doen
daar nog te weinig mee.”
4
Iedereen in de financiële sector heeft het
er nu over dat de klant
centraal moet worden
gezet. Wat betekent
dat concreet bij Aegon?
“Neem bijvoorbeeld ons pensioenbedrijf in Amerika dat 120
miljard dollar vermogen beheert
voor 3,4 miljoen deelnemers. Van
al die deelnemers weet ik een ding
zeker, en dat is dat ze advies nodig
hebben als ze met pensioen gaan.
Wij willen in een vroeg stadium
met klanten het gesprek aangaan,
ver voordat ze met pensioen gaan.
Zo willen wij ervoor zorgen dat ze
op dat moment al weten dat wij
ook dan nog producten voor ze
hebben, zodat ze vanzelfsprekend
bij ons blijven. In gesprek gaan
met de klant kan overigens vaak
volledig digitaal.”
5
U heeft in het verleden
wel eens gezegd dat
Aegon het nutsdenken
moet omarmen. Wat
bedoelt u daarmee en
kan een nutsbedrijf het rendement van 10 tot 12 procent
maken dat u uw aandeelhouders
voorspiegelt?
“We hebben de functie van een
nutsbedrijf in de zin dat wij een
essentiële behoefte vervullen van
iedereen. Ik beschouw het als een
recht dat iedereen na een leven
van hard werken niet elke dag
bezorgd hoeft te zijn over zijn inkomen. Ik vind dat een rendement
van 10 tot 12 procent wel degelijk
past bij deze activiteit. Wij hebben
geen rendement van 15 tot 18 pro-
‘Toen ik werd
aangesteld
als bestuurs­
voorzitter
gingen we de
crisis in. Dat
was ook een
gelegenheid
om de teams te
veranderen’
cent zoals elders in de financiële
sector. Wij zijn de eerste in onze
branche die heeft gezegd dat wij
hiermee 10 tot 12 procent rendement maken. Dat is natuurlijk wel
gebaseerd op de huidige lage rentestanden. Op basis van die rentestand is het een keurig rendement.”
6
U heeft de managementteams in de
belangrijkste landen
vervangen. Was dat
nodig om de cultuuromslag die u schetst te kunnen
maken?
“Ja, toen ik werd aangesteld als
bestuursvoorzitter gingen we de
crisis in. Dat was ook een gelegenheid om de teams te veranderen.
Ik zag duidelijk dat ik mensen nodig had die mee zouden gaan met
de nieuwe strategie en zich niet
krampachtig vast zouden houden
aan het verleden. Het gaat ook om
mensen die het met mij eens zijn
dat wij in het verleden ook zaken
hebben gedaan die we niet meer
moeten doen. Het landenmanagement moet de strategie uitvoeren
in lijn met wat we hier besproken
hebben. Daar hadden we andere
mensen voor nodig.”
7
Wat voor mensen zijn
dat?
“De mensen die we nu
hebben, willen heel
duidelijk invulling geven aan het centraal stellen van de
klant. Het is belangrijk dat er een
team is dat gelooft in die strategie.
Wij trekken daarnaast bewust
mensen van buiten de sector
aan, omdat het bedrijf alleen zo
echt kan veranderen. De nieuwe
marketingmanager van Aegon
Nederland komt bijvoorbeeld uit
de telecom. Als zo iemand bij ons
binnenkomt, moeten wij die wel
ondersteunen bij het bewerkstelligen van verandering. Ik besteed
ook tijd aan die ondersteuning.
Ik heb daarbij ook management
nodig dat erin gelooft.”
effect // juli 2014 - 27
damrak CEO-interview
8
De woekerpolisaffaire
heeft eraan bijgedragen dat de branche
een slechte naam
heeft bij het publiek.
Frustreert dat u weleens?
“Het hoort erbij. Er zijn in het
verleden flink veel fouten gemaakt.
Volgens mij is het beeld de laatste
tijd wel dat Aegon goede stappen heeft gezet. Een paar weken
geleden hebben we aangekondigd
wat we doen met de Koersplan-polissen. Voor het eerst werd daarna
erkend dat we leiderschap hebben
getoond. Ik probeer natuurlijk ook
een beetje het positieve te benadrukken, dat hoort bij mijn rol.”
9
U bent gestopt met het
verkopen van levensverzekeringen met
garanties die u met de
huidige lage rente niet
waar kunt maken. Concurrenten
‘Er zijn in het
verleden flink
veel fouten
gemaakt.
Volgens mij is
het beeld de
laatste tijd
wel dat Aegon
goede stappen
heeft gezet’
van u doen dat nog wel. Een
moeilijke beslissing?
“Dat is een van de belangrijkste
beslissingen geweest die we in
2008 hebben genomen. We hebben besloten dat elke garantie die
wij klanten geven een prijs krijgt
die is gebaseerd op de prijs in de
markt. In dit bedrijf mag niemand
meer producten verkopen met
een negatieve waarde, tenzij ze de
expliciete toestemming van de raad
van bestuur hebben. Dat is intern
best wel een discussie geweest.
Onze mensen die actief zijn in een
markt waar concurrenten dat niet
doen, zeggen dan dat ze zo niet
kunnen concurreren. Het heeft echt
discipline gevraagd van ons Amerikaanse bedrijf om dit te accepteren.
Er zijn omstandigheden dat we
een uitzondering maken, maar dat
gebeurt zelden. Niemand komt nu
trots naar voren met het verzoek
om een uitzondering te maken.”
10 12
Hoe heeft
u het voor
elkaar gekregen dat
uw mensen
hierin mee gingen?
“Zodra je als bestuursvoorzitter
begint, is dat het moment om de
discussie te stoppen en te beslissen dat we iets op een bepaalde
manier gaan doen. Tot nu toe
blijkt steeds dat de keuzes die wij
hebben gemaakt de juiste zijn
geweest. Daarmee bouw je ook
geloofwaardigheid op.”
11
U gelooft
sterk in risicobeleid om
de kapitaalpositie van
Aegon te beschermen. U heeft
zich bijvoorbeeld ingedekt tegen
een daling van de Amerikaanse
aandelenkoersen. Analisten noemen dit beleid een zwarte doos.
Hebben zij een punt?
“Het is geen zwarte doos, dat is
totale onzin. Wij geven alle infor-
28 - effect // juli 2014
matie en zijn heel transparant. We
hebben ruim 2 miljard euro aan
aandelenbeleggingen afgedekt.
Als de Amerikaanse beurs in
een jaar een kleine 10 procent
omhoog gaat, betekent dit dat we
240 miljoen verlies lijden, als de
beurs omlaag gaat is dat 240 miljoen dollar winst. Ik geef wel toe
dat aan de gemiddelde particulier
niet makkelijk is uit te leggen dat
wij een verlies incasseren als de
beurs stijgt. Maar er hoeft maar
iets te gebeuren en het feest op
de beurs is ineens voorbij. Denk
aan oorlog in het Midden-Oosten
of met de Russen. Dan is iedereen
toch blij dat we het risico hebben
afgedekt. Het is een moeilijke keuze want natuurlijk word ik onder
druk gezet om het anders te doen.
We moeten een keer een kwartaal
hebben dat de beurs goed omlaag
gaat. Dat komt natuurlijk nog
wel en dan zegt iedereen ‘oh, nu
begrijp ik het.”
Een ander
punt waar
de buitenwereld u
wellicht
niet helemaal begrijpt, is het
dividend. Sommige aandeelhouders zouden willen dat u meer
dividend uitkeert. Wat zegt u
tegen hen?
“We zouden inderdaad meer
dividend kunnen betalen, maar
we hebben een dividendbeleid en
dat wil ik consistent uitvoeren. Wij
willen dat het dividend constant
groeit. Ik heb eerder dit jaar tegen
aandeelhouders gezegd dat ze
zich geen zorgen hoeven te maken
over het geld, dat blijft er wel. We
moeten een ding ook niet vergeten en dat is dat Aegon een bedrijf
is dat groeit. In onze sector zijn
heel veel bedrijven die helemaal
niet meer groeien en ook niet
gericht zijn op groei. Ze verlagen
de kosten, meer doen ze niet. Dat
is heel aardig, maar over vijf jaar is
het dan over en uit.”
Fondsselectie Drie trackers op Duitse aandelen
Beleggen
in Duitse
mandjes
Beleggers op de Duitse beurs hebben al tijden weinig reden tot klagen. Duitse aandelen zijn
in de afgelopen vijftien jaar bovengemiddeld hard gestegen, zo blijkt uit een vergelijking van
de diverse mandjes die Morgan Stanley heeft gemaakt van belangrijke aandelen per land.
e MSCI Duitsland index,
die de 55 grootste
bedrijven van Duitsland omvat, steeg
sinds eind 1998 met
gemiddeld 4 procent
per jaar, tegen 2,6 procent voor de
MSCI Netherlands.
Deze 4 procent is ook in internationaal perspectief een mooie
prestatie, want de wereldwijde index
met ontwikkelde landen steeg met
3,5 procent per jaar. Alleen als ook
enkele opkomende markten in de
vergelijking worden meegenomen,
blijven de Duitse prestaties afgelopen vijftien jaar enigszins achter.
Duitse bedrijven zijn sterk
afhankelijk van de export en heb-
ben tijdens de recente crisis kunnen profiteren van de zwakke euro.
Dat voordeel is inmiddels weg, nu
de euro sterk in waarde is gestegen
ten opzichte van onder meer de
dollar en de yen. Toch presteerde
de Duitse beurs afgelopen jaar nog
steeds goed.
Beleggers die willen beleggen
in de Duitse markt hebben de keuze uit diverse aandelenmandjes.
3 trackers
Wie een Duitse index wil volgen
kan terecht bij drie trackers (indexvolgers) van aanbieders Amundi,
Lyxor en iShares
De Franse etf-aanbieder Amundi volgt met de Amundi ETF MSCI
Germany de eerder genoemde MSCI-index met daarin de grootse largeen midcap-bedrijven uit Duitsland;
deze 55 bedrijven zijn goed voor
zo’n 85 procent van de marktwaarde
van de Duitse beurs. De grootste tien
bedrijven, waaronder Bayer, BASF en
Top 5:
DAX & MSCI Germany: weinig verschil
1 Bayer
2 BASF
3 Siemens
4 Daimler
5 Allianz
DAX
MSCI
Germany
10,4%
9,5%
9,2%
8,5%
7,0%
9,5%
8,4%
8,4%
7,3%
6,2%
Per eind mei 2014
effect // juLi 2014 - 29
Fondsselectie Duitse mandjes
Kerninformatie ETF’s
Kerninformatie
ISIN
Kosten
Index
Wat?
Lyxor ETF DAX
LU0252633754
0,15%
DAX
30 grootste/meest verhandelbare
Duitse aandelen
iShares Core DAX ETF
DE0005933931
0,16%
DAX
30 grootste/meest verhandelbare
Duitse aandelen
Amundi ETF MSCI
Germany
FR0010655712
0,25%
MSCI Germany
55 grootste large- en midcapbedrijven uit Duitsland
Siemens, hebben grote invloed op
de stand van deze MSCI-index; zij
zijn goed voor bijna 60 procent van
de index.
Alleen beleggen in de allergrootste jongens kan via de etf’s
van iShares en Lyxor. Deze aanbieders volgen de DAX, de Duitse AEX,
waarin de dertig grootste bedrijven
vertegenwoordigd zijn, maar (iets)
kleinere bedrijven als staalproducent
Salzgitter, mediabedrijf Axel Springer
en luxemerk Hugo Boss niet.
Verschil tussen beide aanbieders is kort gezegd dat het indexfonds van iShares de onderliggende
aandelen uit de index koopt met het
geld van beleggers, terwijl Lyxor via
een swapconstructies de bewegingen van de index imiteert.
Top 5 - Holdings
DWS Invest German Equities
1 Bayer
2 BASF
3 Siemens
4 Daimler
5 Allianz
8,9%
8,3%
8,0%
8,0%
4,9%
DWS Aktien Strategie Deutschland
1 Allianz
2 BASF
3 Deutsche Post
4 Airbus
5 Siemens
6,6%
4,8%
3,5%
3,5%
3,2%
CS Small and Mid Cap Germany
1 Airbus
2 Morphosys
3 Wire Card
4 Rheinmetall
5 Brenntag
30 - effect // juLi 2014
9,8%
5,9%
4,2%
4,0%
3,5%
Qua kosten verschillen de drie
etf’s nauwelijks van elkaar. Bij iShares
en Lyxor zijn beleggers respectievelijk 0,16 en 0,15 procent aan jaarlijkse
kosten kwijt terwijl Amundi voor zijn
iets afwijkende ETF 0,25 procent per
jaar rekent. De kostenbewuste belegger kiest waarschijnlijk voor iShares of Lyxor, de belegger die (een
klein beetje) blootstelling naar midcap bedrijven wil, kan overwegen de
etf van Amundi aan te schaffen.
Drie beleggingsfondsen
De Duitse aandelenmarkt is een
stuk groter dan die van Nederland,
waardoor actief beheer via beleggingsfondsen interessanter is. Fondsmanagers hebben immers een stuk
meer keuze en kunnen hun fondsen
veel beter een eigen smoel geven. Er
zijn verschillende spelers in de markt
die fondsen in de aanbieding hebben die zich specifiek op Duitsland
richten.
DWS, onderdeel van Deutsche
Bank, is een van de grootste Duitse
vermogensbeheerders met zo’n 250
miljard euro te beleggen, heeft twee
populaire fondsen te koop voor Nederlandse beleggers.
Het meeste geld hebben beleggers gestald bij DWS Aktien Strategie Deutschland (1,5 miljard), een
fonds dat zich richt op Duitse large-,
mid- en smallcaps. De vergelijkingsindex is de HDAX, wat eigenlijk de
DAX plus nog eens 80 grote Duitse
bedrijven is. Opvallend genoeg belegt het andere fonds van DWS, het
DWS Invest German Equities FC, met
name in large caps, maar vergelijkt
het fonds zich met alle bedrijven op
Tekst Koos Henning
DWS Invest German Equities
1 Cyclische consumptie
2 Industrials
3 Gezondheidszorg
23%
18%
13%
DWS Aktien Strategie Deutschland
1 Industrials
2 Cyclische consumptie
3 IT
25%
18%
12%
CS Small and Mid Cap Germany
1 Industrials
2 IT
3 Cyclische consumptie
33%
18%
14%
de Duitse beurs (CDAX), dus inclusief
alle smallcap-bedrijven.
Twee fondsen van dezelfde aanbieder betekent niet per se dezelfde
prestaties. DWS Aktien Strategie
Deutschland steeg in een jaar 30 pro-
Koersrendement , geïndexeerd
Prestaties op een rij
Top 3 - Sectoren
140
130
120
110
DWS Aktien Strategie Deutschland
Credit Suisse Small and Mid Cap Germany
DWS Invest German Equities
Lyxor ETF DAX
100
90
80
jun ‘13
jul ‘13
aug ‘13
sep ‘13
cent (peildatum eind mei 2014, zie
grafiek), tegen 21 procent voor het
andere fonds; en dat terwijl de vergelijkingsindices even hard stegen met
zo’n 20 procent.
De Duitse autobedrijven waren
een van de aanjagers van de goede
rendementen bij DWS Aktien Strategie Deutschland. Het fonds heeft
posities in zowel BMW, Daimler als
Volkswagen. Per saldo zorgt een
andere visie van de managers voor
een toch wel een significant andere
sectorverdeling binnen de fondsen
(zie tabel).
Ook onder meer JP Morgan,
okt ‘13
nov ‘13
dec ‘13
jan ‘14
Fidelity, Parvest en Julius Baer hebben aandelenfondsen op de markt
die zich richten op Duitse bedrijven,
maar die vissen eigenlijk een beetje
in dezelfde large- en midcap-vijver
als de fondsen van DWS. Het Zwitserse Credit Suisse heeft wel nog een
afwijkend fonds in de aanbieding
voor beleggers.
De naam van het fonds zegt
het al; het Credit Suisse Small and
Mid Cap Germany fonds mikt op
kleinere beursgenoteerde bedrijven
in Duitsland. Geen Siemens, Allianz
of Bayer voor dit fonds, maar nietDAX-bedrijven als bouwer Bilfinger,
feb ‘14
mrt ‘14
apr ‘14
mei ‘14
techbedrijf Aixtron en biotechonderneming Morphosys zitten in portefeuille. Het fonds weet de afgelopen
jaren maar weinig af te wijken van
de benchmark van middelgrote bedrijven die het probeert te verslaan.
Zowel in een periode van een jaar
(22,9 procent versus 22,8 procent)
als drie jaar (53,4 procent versus 53,2
procent) weet het fonds geen potten
te breken.
Echt verwonderlijk is dat niet,
aangezien de jaarlijkse kosten die beleggers moeten betalen een behoorlijk deel van het rendement wegvreten. De jaarlijks terugkomende
kostenpost is met 2,16 procent echt
te fors. Beleggers moeten heilig in de
strategie van de fondsmanagers van
Credit Suisse geloven om zoveel te
betalen.
Kerninformatie
DWS Invest German Equities
ISIN
Lopende kosten
Vermogen
strategie
LU0740823785
0,93%
330 miljoen euro
DWS Aktien Strategie Deutschland
DE0009769869
ISIN
1,45%
Lopende kosten
Vermogen
1500 miljard euro
strategie
CS Small and Mid Cap Germany
ISIN
Lopende kosten
Vermogen
strategie
LU0052265898
2,16%
565 miljoen euro
effect // juLi 2014 - 31
beleggingsfondsen Beoordeeld
column Wouter Weijand is fondsmanager bij BNP Paribas
Zekerheidje
door Wouter
Weijand
De vergelijking
Prestaties
Op basis van resultaten uit het
verleden, zoals bekend niet echt
een goede raadgever voor de toekomst, komen beleggers uit bij
DWS Aktien Strategie Deutschland
dat verreweg het beste heeft gepresteerd de afgelopen maanden.
Rendementen uit het verleden zeggen meestal niet iets over die van
de toekomst, hoewel je wel vaak
ziet dat prestaties een tijdje goed
blijven (momentum, zie pagina
44-45). Het fonds is wel behoorlijk
duur met 1,45 procent aan doorlopende kosten per jaar.
Kosten
Tegen de etf’s van iShares, Lyxor en
Amundi kunnen de besproken beleggingsfondsen niet op. 0,15 tot
0,25 procent per jaar is echt heel erg
weinig. De kostenbewuste beleggers zijn er dus waarschijnlijk snel
uit als zij in Duitsland willen beleggen: het wordt een van de drie etf’s.
Informatievoorziening
De informatie die de besproken
fondshuizen beleggers bieden,
is redelijk uitgebreid. Twee aanbieders vallen in positieve zin op:
etf-aanbieder iShares en fondsaanbieder DWS. Dat komt onder meer
omdat de onderliggende belangen
makkelijk te vinden zijn bij iShares
en omdat DWS zijn fondsmanagers
elke maand een update laat schrijven over het wel en wee van de
aandelenmarkt. Dat maakt het voor
beleggers net allemaal wat beter
en makkelijker.
Prestaties aandelenmandje MSCI
Op jaarbasis
1 jaar
5 jaar
eind 1998
MSCI Germany
18,57%
14,46%
4,02%
MSCI Netherlands
21,25%
14,06%
2,58%
MSCI World
12,89%
15,32%
3,48%
MSCI ACMI IMI*
11,36%
15,04%
4,39%
MSCI Emerging markets**
0,64%
9,50%
10,07%
Tot eind mei 2014, bruto rendementen
*Westerse landen plus selectie opkomende landen
** Opkomende markten
32 - effect // juLi 2014
bligaties bieden meer zekerheid dan aandelen, dat weet u, en daarom is het zo fijn dat er weer een “Century Bond” is bijgekomen. Een
looptijd van honderd jaar, dat is heel overzichtelijk, vooral omdat
het een staatslening betreft. Colombia had deze keer de eer en zegt
u nu zelf, wat kan er nu in honderd jaar gebeuren? De FARC heeft
al meer dan tien jaar geen aanslag meer gepleegd en misschien krijgen we
straks wel vrede. De regelmatige defaults van buurland Argentinië zijn natuurlijk een heel ander verhaal. Nee, Colombia was misschien ooit het onveiligste land ter wereld, maar de komende honderd jaar is het een paradijs,
daar kunt u vergif op innemen.
Dan de rente die vergoed wordt: zomaar 5,7%, in dollars wel te verstaan. Dat
is toch geweldig! En honderd jaar die zekerheid, wie tekent daar niet voor?
Miljarden dollars zullen er worden ingeschreven op deze lening, zo wordt
verwacht. Wie durft nog te zeggen dat obligaties uit opkomende markten
uit de gratie zijn?
Gelukkig zijn er ook al een tijdje Century Bonds beschikbaar in Europa: de
8% Joegoslavië 1990-2090 lening, de 10% Krim 2010-2110 lening en de 7%
Schotland 2015-2115 lening. De 5% België 2000-2100 kon weleens De Wevers-fout zijn, daar zijn de geleerden nog niet uit. Schijnt ook af te hangen
van de resultaten in Brazilië. Maar verder zijn het goudgerande waarden,
stuk voor stuk niet stuk te krijgen.
En daarmee heeft de obligatiemarkt een nieuwe bubbel geblazen op een
speelveld dat al jaren zwabbert als één groot opgeblazen luchtmatras. Eerst
daalden de spreads op ‘investment grade’-obligaties, daarna die op high
yield, daarna kwamen de CoCo’s weer in beeld, ja zelfs de ‘leveraged loans’
bloeien als nooit tevoren. Allerlei achtergesteld materiaal, ‘covenant-lite’,
sterk geleveraged high yield met bijbehorende lage ratings, alles is weer
terug van weggeweest. De rente staat vlakbij z’n ultra lage records van de
afgelopen vijfhonderd jaar, alleen de maximale looptijden konden nog iets
worden opgerekt.
Hoe draag je zo’n obligatie over aan je kinderen? “Kijk jongen, dit geld heb je
dus nog tegoed, alleen ga ook jij dat niet meer meemaken. Nee, jij bent van
1995, natuurlijk, je bent volwassen nu met 19 jaren, maar dit geld kun jij helaas
niet incasseren. Geef het later aan je kleinkinderen. Stel dat jouw kinderen in
2024 geboren worden en ze worden 90 jaar oud, dan kunnen ze aan het einde
van hun leven deze obligatie inwisselen, precies ja, bij de entiteit die Colombia
dan vertegenwoordigt. Als jouw kleinkinderen er iets voor terugkrijgen, hoop
ik dat het genoeg is om de bloemen op hun kist te betalen. Veel geluk ermee.”
Fondsinterview Jim Tierney
Tekst Koos Henning
Fondsmanager James Tierney
‘Vijftien
aantrekkelijke
aandelen zijn
altijd wel
te vinden’
Met vijftienhonderd aandelen beginnen en met minder
dan twintig in de beleggingsportefeuille eindigen. Zo
rigoureus selecteren maar weinig beleggers. James
Tierney doet het al jaren, en niet zonder succes.
E
cht veel kom je ze niet tegen: fondsmanagers die
vooral op zoek zijn naar
groeiaandelen.
James
Tierney en zijn team bij
het grote Amerikaanse
fondsenhuis Alliance Bernstein
doen het al jaren. En regelmatig
met succes. Afgelopen drie jaar
bleef de Amerikaan de toch royaal
gestegen S&P 500-index met ruim
1,5 procent per jaar voor met zijn
W.P. Stewart Holding Fund.
Onlangs was Tierney in Amsterdam voor een bijeenkomst met
klanten, onder meer institutionele
beleggers als verzekeraars en pensioenfondsen die een deel van hun beleggingsgeld aan Alliance Bernstein
toevertrouwen.
Het was meteen de gelegenheid om Tierneys mening te horen
over de beurs, zijn favoriete beleggingen, overnames en goede en
minder goede innovatie.
U belegt alleen in Amerikaanse
bedrijven, zijn die nu niet aan de
dure kant?
“Ja, maar met een geconcentreerde
portefeuille kun je altijd vijftien bedrijven vinden die nog steeds heel
aantrekkelijk zijn. Daarmee wijken
we af van de meeste fondsmanagers die zich ook richten op Amerikaanse aandelen en meestal 70 tot
100 aandelen in portefeuille hebben zitten.”
Wat zoekt u precies?
“De laatste vijf jaar is het allemaal
gegaan om stijgende koers-winstverhoudingen en hogere operationele marges. Heel belangrijk voor
de komende jaren wordt omzet-
groei. Je zoekt bedrijven die hun
omzet jaar in jaar uit kunnen laten
groeien.
Als ik naar onze portefeuille
kijk, dan hebben de bedrijven gemiddeld 10 procent verwachte
omzetgroei de komende vijf jaar en
circa 14 procent winst-per-aandeel
groei per jaar. Dat wijkt enorm af
van de hele markt, waar de percentages veel lager liggen.”
Kunt u een voorbeeld geven van
een bedrijf met omzetgroei?
“Neem MasterCard, een aandeel
dat we nu al zo’n zes jaar in portefeuille hebben, omdat het een
bedrijf betreft dat echt het verschil
kan maken. Het eerste kwartaal
steeg de omzet (constante valuta
basis, redactie) met 14 procent.
Vergelijk dat met wereldwijde groei
van consumentenbestedingen van
misschien 4 procent. MasterCard
groeit dus drie keer harder dan de
markt, vooral dankzij snel groeiende inkomsten uit Azië en LatijnsAmerika.”
Waarom groeien de bedrijven in
uw portefeuille harder dan de
markt?
“Uiteindelijk draait alles om innovatie, dat is de levenslijn voor bedrijven. Als een bedrijf niet innoveert,
kan het zijn prijzen maar moeilijk
verhogen en wordt het lastig om
marktaandeel winnen.
Als je goed zoekt dan vind je
de innovatieve bedrijven, bedrijven die waarde creëren voor hun
klanten. Het moet wel de juiste innovatie zijn. Twee industrieën waar
we naar gekeken hebben, maar uit-
effect // juLi 2014 - 33
Fondsinterview James Tierney
Drie tips: Hoe James Tierney beleggingen selecteert
 “We starten met zo’n 1500
bedrijven en selecteren daaruit de
beste 50 tot 100 bedrijven op basis
van groei en kwaliteit. Die bedrijven
gaan we uitvoerig analyseren.
Uiteindelijk selecteren we daaruit
zo’n vijftien tot twintig.”
 “De mensen achter het bedrijf
zijn belangrijk. Voordat wij in een
bedrijf beleggen, stellen we onszelf
eindelijk niet in zijn gaan beleggen,
zijn LED-verlichting en 3D-printen.”
Waar schort het hier aan?
“Laten we inzoomen op 3D-printen.
We hebben met de twee grootste
producenten gesproken, maar ook
met veel eindgebruikers. Uiteindelijk zijn we tot de conclusie gekomen dat 3D-printing nu nog iets
voor hobbyisten is. Daarnaast is er
geen bescherming via patenten of
enig intellectueel eigendomsrecht.
Al met al was de conclusie dat
er inderdaad veel innovatie is, dit
reuze interessant is, maar dat bedrijven moeilijk een duurzaam concurrentievoordeel kunnen behalen.
We zijn er niet in gaan beleggen, en
dit is met name dit jaar een goede
beslissing geweest.”
U wilt beleggen in fors groeiende
bedrijven. Mag die groei ook gekocht zijn, via overnames dus?
“We willen bedrijven die op eigen
houtje kunnen groeien, organisch
dus. Af en toe een kleine overname is
geen probleem, maar grote deals die
voor heel veel verandering zorgen in
34 - effect // juLi 2014
de vraag: willen we in business zijn
met de mensen die dit bedrijf de
komende jaren leiden?”
 “De meeste mensen zoeken
vooral naar aandelen die stijgen. Wij
zeggen: als we de laatste aandeelhouder zijn in dit bedrijf, is het een
bedrijf dat we willen hebben (‘a
business we want to own’).Een heel
andere mindset wat mij betreft.”
een organisatie zien we niet zitten,
en dan nemen we vaak ook afscheid
van die aandelen. Bijvoorbeeld Intercontinental Exchange (ICE) dat
NYSE overnam. Hierdoor zou ICE
een grotere blootstelling krijgen aan
cash equities (aandelenhandel door
institutionele partijen, redactie) wat
we niet zien als een goede langetermijnactiviteit. Uiteindelijk hebben
we ICE deze zomer verkocht.”
U belegt ook in Apple. Zij namen
laatst
koptelefoonproducent
Beats over voor veel geld. Kunnen zij nog wel innoveren?
“Dat is de grote vraag voor alle beleggers. We zullen zien hoe het dit
jaar loopt. De verwachtingen rond
de lancering van een nieuwe generatie iPhones zijn hooggespannen.
Die moet een stuk beter zijn dan
het vorige type, ondanks de goede
resultaten van dit model in maart.
Ik geef ze op dit moment
het voordeel van de twijfel. Toen
de eerste iPhone uitkwam, dacht
iedereen, ook ik, wat moet je ermee? Wat kun je in hemelsnaam
nog meer met een telefoon dan
wat bellen en sms’en. Bij de iPad
hetzelfde. Ik kan me herinneren
dat Steve Ballmer van Microsoft
(destijds topman, redactie) en Eric
Smith van Google, zeiden dat ze dit
al hadden geprobeerd en het niks
wordt. Maar Apple heeft de markt
keer op keer laten zien dat ze echt
hebben kunnen innoveren en de
tijdgeest goed aanvoelen. Dus wie
weet wat zoiets als de iWatch op
kan gaan leveren.”
inkopen dan springen je de tranen
in de ogen. Net voor de kredietcrisis bijvoorbeeld plukten veel
bedrijven eigen aandelen van de
markt. Veel duurder kun je het niet
maken, want juist toen stonden
de koersen hoog. Toen de beurs
instortte, stopten de bedrijven
ermee. Nu de koersen weer hoog
staan, kopen ze weer aandelen in.
Onbegrijpelijk. Ze krijgen daar bij
ons de handen niet voor op elkaar.”
En de overname van Beats, is dat
geen slecht teken?
“Apple wil een ecosysteem bouwen, en ik denk dat ze op het
gebied van muziek het gevoel
hadden dat ze wat achter gingen
lopen bij populaire abonnementsdiensten. Zelf hebben ze ook zo’n
dienst, maar die is niet populair,
dus ik denk dat ze hier de dynamiek
willen veranderen.
Maar ben ik blij met het prijskaartje van 3 miljard dollar? Nee.
Is dit beter dan de 19 miljard dollar voor WhatsApp (gekocht door
Facebook; redactie)? Zeker! We
moeten het dus ook in perspectief
zetten. Met meer dan honderd miljard dollar op de balans kan Apple
zich dit wel veroorloven.”
Wat wilt u dan wel?
“We willen volumegroei, een
goede marge, een flinke vrije kasstroom. Samen is dat de basis voor
een aantrekkelijk winstpotentieel.
Bedrijven die 2 procent per jaar
omzetgroei hebben en vervolgens
5 procent van hun beurswaarde inkopen, zijn oninteressant voor ons:
dan zijn het gewoon geen groeibedrijven. En wij willen groeibedrijven voor een faire prijs, niks meer,
niks minder.”
Veel bedrijven in de VS kopen
eigen aandelen in om de koers
hoog te houden. Wat vindt u
hiervan?
“Met bedrijven die een serieus
beleid hebben om aandelen in te
kopen, hebben we geen probleem.
Maar meestal is zo’n goed doordacht plan er niet. Als je nagaat
wanneer bedrijven eigen aandelen
5 grootste posities
van het W.P. Stewart
Holdings Fund:
VF Corporation
Ralph Lauren
Precision
CastParts
Sensata
Technologies
Celgene
8%
7,3%
6,5%
6,4%
6,4%
juni 2014
ISNI
LU0237484448
Twaalf formidabele beleggers Terugblik
Terugblik eerste halfjaar
Twaalf formidabele
beleggers verslaan
de markt
Eind 2013 publiceerden we een boek
waarin de strategieën van twaalf
beroemde beleggers worden uitgelegd. Op
basis daarvan selecteerden wij Europese
aandelen die voldoen aan hun strenge
eisen. Hoe hebben deze beleggingen
gerendeerd? Tijd voor een tussenstand.
T
waalf beleggers, ieder
met hun eigen denkbeelden en manieren om
kansrijke beleggingen te selecteren. Bijna allemaal vergaarden ze hun fortuin door
– vaak lang geleden – te beleggen op de Amerikaanse markt.
Wij onderzochten of hun wijsheden ook in Europa tot beleggingssucces zouden kunnen leiden. Uit
duizenden Europese aandelen
selecteerden wij voor alle twaalf
beleggers de aandelen die hun
selectie zouden kunnen doorstaan.
Tot 1 juli bleken de aandelen
van het dozijn beursgoeroes gemiddeld beduidend beter te presteren
dan de Europese aandelenindex, de
Stoxx600. Het gemiddelde resultaat
van de portefeuilles van de twaalf
beleggers bedroeg ruim 10 procent tegen plus 6 procent voor de
Stoxx600 en 5 procent voor de AEX.
Negen van de twaalf wisten de Stoxx600 te verslaan. De
beste rendementen waren te behalen met de selecties van James
O’Shaughnessy en Joel Greenblatt.
De Europese aandelen die eind december aan hun beleggingscriteria
voldeden, stegen gemiddeld met
respectievelijk 24 en 16 procent.
Het slechtst presteerde de op di-
vidend gerichte portefeuille van Geraldine Weiss. Na zes maanden handel
was het gemiddelde rendement van
haar mandje min 4 procent.
Ook de selectie aandelen die
hoort bij de short-portefeuille –
speculerend op koersdalingen –
van James Montier boekte een negatief rendement, -0,2 procent. Op
zich geen slechte prestatie in een
half jaar waarin de Europese beurzen flink opliepen.
Tot zover het eerste halfjaar.
Op 1 juli hebben wij opnieuw gekeken welke aandelen bij de verschillende beleggingsstrategieën passen. U vindt de lijst op onze website
via veb.net/formidabeleselectie.
Prestaties twaalf formidabele beleggers eerste helft 2014
Rendement
1
4
7
2
5
8
3
6
9
11
12
Slechtst presterende aandeel
Meer
 Warren Buffett
12,14%
Groupe Open (ICT): +49%
Inditex (kleding) -5 %
veb.net/buffett
 Joel Greenblatt
16,33%
Groupe FNAC (uitzender): +60%
Johnston Press (uitgever): -13%
veb.net/greenblatt
 David Dreman
10,25%
Aubay (IT): +42%
Noble (energiediensten): -8%
veb.net/dreman
 Peter Lynch
12,91%
Docks des Pétroles (tankopslag): +69%
Carl Zeiss (medische systemen): -6%
veb.net/lynch
 Charles Kirkpatrick
14,43%
Montupet (auto-onderdelen): +96%
Hydre Consulting (consultancy): -24%
veb.net/kirkpatrick
 Joseph Lakonishok
10,80%
Valsoia (voeding-sojaproducten): +52%
Premier Foods (voeding): -32%
veb.net/lakonishok
 Ronald Muhlenkamp
16,36%
NKT Holding (industrieel conglomeraat): +40%
Telegate (communicatie): -5%
veb.net/muhlenkamp
 John Neff
6,09%
Britisch American Tobacco (tabak): +15%
Meggitt (industrieel): -0,3%
veb.net/neff
 James O’Shaughnessy
23,86%
Burelle (auto-industrie): +28%
Home Retail Group (retail): -3%
veb.net/oshaughnessy
 John Templeton
9,42%
Cosmo Pharmaceuticals (geneesmiddelen): +82% Carl Zeiss (medische systemen): -6%
veb.net/templeton
Geraldine Weiss
-4,07%
Carillion (bouw): +8%
WM Morisson (supermarkten): -23%
veb.net/weiss
-0,18%
Short in WANdisco (technologie): +53%
Short in Cytotools (biotech): -100%
veb.net/montier
James Montier
10
Best presterende belegging
Gemiddelde
10,69%
effect // juli 2014 - 35
Twaalf formidabele beleggers John Neff
methode-Neff
drie europese koopjes
volgens de methode
van topbelegger
john neff
Voor de legendarische belegger John Neff is beleggen
vrij overzichtelijk. Alleen goedkope aandelen met goede
vooruitzichten op groei zijn de moeite waard. Welke
Europese aandelen voldoen nu aan de methode-Neff?
H
et verhaal van John
Neff is zo bijzonder
dat het een cliché
lijkt. De Amerikaan
(1931) uit het arme
Midwesten van de VS
liftte met twintig dollar op zak naar
Wall Street en schopte het tot een
van de meest gerespecteerde en
succesvolle beleggers van zijn tijd.
Zoals bij meer levende legendes
worstelt Neff met de beeldvorming
rond zijn persoon. Elke poging om
zijn imago van tegendraadse be-
legger af te schudden is, juist vanwege de aard van die typering, tot
mislukking gedoemd.
Voor John Neff zelf is er niets
eigenzinnigs aan zijn beleggingsmethodiek.
In zijn eigen boek John Neff on
Investing noemt hij zichzelf liever
een lage koers-winstverhouding
belegger. Volgens Neff bewijst de
geschiedenis dat de koers-winstverhouding een belangrijke variabele is in het realiseren van een bovengemiddeld rendement. Op zoek
gaan naar goedkope bedrijven betekent voor Neff dus een zoektocht
naar bedrijven met een lage koerswinstverhouding. Hij gaat hier ver
in: alleen beleggingen die duidelijk
veel goedkoper zijn dan de hele
aandelenmarkt vindt hij het waard
om nader te analyseren.
Behalve goedkoop op de beurs
moet een onderneming de potentie
hebben om de winst de volgende
jaren flink te laten groeien. Helemaal mooi meegenomen zijn dividenduitkeringen van bedrijven.
alle rendement meenemen
Om er zeker van te zijn dat dividend mee werd genomen in zijn
beslissing ontwikkelde Neff de
Total Return K/W ratio. Het totale
rendement bestaat volgens Neff uit
de winstgroei en het dividend. Hij
deelde deze uitkomst door de koerswinstverhouding. Voor Neff moet dit
cijfer minimaal 1 zijn.
Total Return K/W ratio = (Verwachte winstgroei analisten + dividendrendement) : K/W verhouding
36 - effect // juli 2014
Investeer in goedkope aandelen
die in de toekomst forse winsten
gaan maken en een mooi dividend uitkeren. Dat is de basis van
de beleggingsstrategie van John
Neff. Zo selecteert hij, in vereenvoudigde vorm, zijn aandelen.
1. Veel goedkoper dan de markt
Goedkoop moet bij Neff echt
goedkoop zijn. Daarom selecteert hij alleen aandelen waarvan de koers-winstverhouding
40 tot 60 procent onder die van
de hele markt ligt.
2. Winstmachine
Maar goedkoop is niet genoeg om
in de aandelenportefeuille van
Neff te komen. Een verwachte
winstgroei van 7 tot 20 procent
de komende jaren is een must.
3. Dividend meenemen
Neff heeft een eigen ratio
ontwikkeld om dividend mee te
nemen in het selectieproces, de
total return ratio. Dat levert
goedkope bedrijven op die een
relatief hoge toekomstige winstgroei koppelen aan een mooi
dividend. Met andere woorden:
beleggers profiteren mee van
de stijgende resultaten door de
jaarlijkse uitkering van dividend. 4. Koel blijven
Blijkt een aandeel eenmaal
koopwaardig, dan komt het aan op
goed beheer. En dat is misschien
nog wel moeilijker dan het kopen
van een aantrekkelijk gewaardeerd aandeel, stelt Neff. In tijden
van hypes is het moeilijk je hoofd
koel te houden en inderdaad alleen
in goedkope aandelen te beleggen.
5. Het eindspel
Op een dag zal een belegger ook
afscheid van zijn belegging moeten nemen. Voor Neff is dat een
kwestie van verwachtingen. Als
een aandeel een vooraf bedachte
koers heeft bereikt, dan is het
tijd voor actie: verkopen.
Uitgebreide versie via:
veb.net/Neff
Tekst Eric van den hudding
In Europa
In bijna dertig jaar tijd wist John Neff
met zijn Windsor beleggingsfonds
5.546 procent rendement te behalen. Hij deed dat grotendeels met
Amerikaanse aandelen. Wij hebben
zijn beleggingsstrategie, in aangepaste vorm, getest op de Europese
aandelenmarkten. Sinds de eeuwwisseling blijken ook hier aandelen
volgens de Neff-methodiek veel beter te presteren dan de markt.
Wat zouden op dit moment
Europese favorieten zijn van Neff?
Wij lichten hierna drie aandelen uit,
de volledige lijst is terug te vinden
op onze website.
Hoewel Neff ook buiten de
Verenigde Staten belegde, komt
het gros van het rendement uit zijn
thuisland.
Neff-aandelen:
Alle Europese
aandelen waarin
John Neff nu zou kunnen
beleggen via veb.net/neff
Ausy
Websites bouwen voor
de Europese Commisie
Bedrijven die het van de Franse
markt moeten hebben, zijn niet te
benijden. De economie in het land
draait slecht en het klimaat voor
ondernemingen is niet al te best.
Het Franse ingenieursbureau Ausy
zoekt daarom groei in het buitenland, zonder dat het zijn ingenieurs
tot te veel reiskilometers dwingt.
Duitsland en België zijn markten waar de onderneming, in totaal
actief in negen landen, de meeste
kansen ziet. De komende jaren
moet, vooral dankzij de activiteiten
in deze twee landen, de omzet internationaal verdubbelen. De ingenieurs van Ausy helpen bedrijven
bij het opzetten en onderhouden
van geavanceerde ICT- en industriële systemen.
Afgelopen jaar haalde het bedrijf in België zijn grootste order
ooit binnen. Samen met commu-
met een
verwachte
winstgroei per
aandeel van ruim
40 procent
dit jaar is het
aandeel te koop
voor tien keer
de winst
nicatiebureau Mostra gaat Ausy de
Europese Commissie helpen bij de
ontwikkeling en beheer van haar
websites en andere digitale communicatie. Eind 2013 maakte het
bedrijf de eerste stap over de oceaan om vliegtuigbouwer Airbus bij
te staan in Alabama. De kennis van
Ausy komt in de luchtvaart van van
pas bij onder andere het cabineontwerp en mechanica.
Waarom aantrekkelijk
volgens Neff?
John Neff kijkt bij zijn selectie van
aandelen vooral naar de winstontwikkeling van bedrijven en
meet die af aan de beurskoers (via
de koers-winstverhouding). Wat
winstgroei betreft zijn de voortekenen voor Ausy veelbelovend. Het
bedrijf, dat in 2013 ruim 20 miljoen
euro verdiende, zal volgens de verwachting van analisten de operationele winst op weten te stuwen tot
36 miljoen euro in 2016. De huidige koers-winstverhouding van
Ausy ligt op ruim veertien op basis
van 2013. Als rekening wordt gehouden met de verwachte winstgroei per aandeel van ruim 40 procent dit jaar dan is het aandeel te
koop voor tien keer de winst. Topbelegger Neff kijkt in zijn aandelen-
effect // juli 2014 - 37
Twaalf formidabele beleggers John Neff
selectie niet alleen naar koerswinst,
maar ook naar uitbetaald dividend.
Aan winstuitkering via dividend
doet Ausy echter niet. Desondanks
blijft de zogenoemde ‘total return’
koers-winstverhouding (zie kader
onderaan pagina 36) hoger dan 1
voor het aandeel Ausy. Het is deze
grens die Neff stelt om een aandeel
koopwaardig te noemen of niet.
Wat vinden de analisten?
Het Franse Ausy wordt over het algemeen positief beoordeeld door
analisten. Het aandeel heeft vier
koopadviezen en geen houd- of
verkoopadviezen. Het gemiddelde
12-maands koersdoel ligt op 34
euro, ruim boven de actuele koers
van ongeveer 26 euro.
Beursnotering
Het aandeel Ausy wordt verhandeld op de beurs van Parijs
onder ISIN-code FR0000072621.
Ausy heeft de wind in de rug
Koersontwikkeling in de afgelopen drie jaar van het aandeel Ausy
33
31
29
27
meer uitleg over de
methode Neff en elf
andere beleggers
in het VEB-boek
“12 formidabele beleggers
wijzen de weg”. Effect-lezers
bestellen het boek gratis via
veb.net/formidabel
25
23
21
19
17
15
01-07-11
01-07-12
01-07-13
01-07-14
Lookers
Autoverkoper profiteert van de aantrekkende
Britse economie
In 1908 begon John Looker vanuit
zijn garage in Manchester met de
verkoop van fietsen en af en toe een
tweedehands auto. Inmiddels is The
Lookers Group uitgegroeid tot een
van de vijf grootste autodealers in
het Verenigd Koninkrijk met een omzet van ruim 2,4 miljard Britse pond
per jaar. Net als veel dealers houdt
het bedrijf zich ook bezig met de ver-
koop van onderdelen en onderhoud.
De verkoop van nieuwe auto’s steeg
in 2013 met 19 procent ten opzichte
van een jaar eerder en ook in de ‘aftersales-activiteiten’, het onderhoud
en herstel, ziet het bedrijf sinds kort
weer groei. Dat is belangrijk voor
Lookers omdat in de aftersalesmarkt
de marges vijf keer zo hoog zijn als
op autoverkoop. Financieel directeur
Lookers in de lift
Meer onderhoud moet marges stuwen
140
120
100
80
60
40
20
0
38 - effect // juli 2014
01-07-12
Robin Gregson is optimistisch over
2014. Het bedrijf heeft een gezonde
balans, goed gevuld orderboek en
de aftersales trekt aan.
Waarom aantrekkelijk volgens de Neff-methode
160
01-07-11
De operationele
winst wordt
dit jaar naar
schatting 68
miljoen Britse
pond, komend
van 57 miljoen
in 2013
01-07-13
01-07-14
Op het eerste gezicht is het aandeel
Lookers op de beurs niet erg goedkoop. Een belegger betaalt 14 keer
de winst over 2013. Dat dit Europese aandeel toch de aandacht zou
kunnen trekken van beleggers, die
de strategie van John Neff volgen,
heeft te maken met de verwachte
hoge groei. De operationele winst
gaat naar schatting dit jaar naar 68
miljoen Britse pond komend van 57
miljoen in 2013. Het dividendrendement bedraagt net geen 2 pro-
cent per jaar en het dividend zal
verder gestaag oplopen de komende jaren. Als de winstgroei en het
dividend worden samengevoegd,
komt de Total return K/W ratio uit
boven de 1, koopwaardig dus volgens de methode-Neff.
Wat vinden de analisten?
Afgaande op hun adviezen vinden analisten het groeiverhaal
van Lookers geloofwaardig. Vier
koopadviezen, één houdadvies en
nul verkoopadviezen bewijzen dat
marktvorsers het aandeel wel zien
zitten. Het gemiddelde 12-maands
koersdoel ligt op 169 pence, een
stuk boven de koers van circa 140
pence halverwege 2014.
Beursnotering
Het aandeel Lookers noteert op
de beurs in Londen en is te vinden
met ISIN code GB00B17MMZ46.
Let op, voor aandelen met een
hoofdnotering in Engeland betaalt u bij aankoop 0,5% van de effectieve waarde van de transactie.
column Sheila Sitalsing is freelance financieel journalist
JD Sports Fashion
WK-verkopen zorgden voor
goede eerste helft 2014
De Britse sportketen JD Sports Fashion is een opvallende naam in de
selectie van Europese aandelen die
voldoen aan de selectiecriteria die
topbelegger John Neff hanteert.
Het aandeel verscheen eerder dit
jaar op het favorietenlijstje van een
andere belegger, technisch analist
Charles Kirkpatrick. Kirkpatrick kijkt
in zijn aandelenselectie vooral naar
gemiddelde koersniveaus en vergelijkt die met langjarige trends.
Naar deze maatstaf is JD Sports
Fashion nu minder aantrekkelijk,
maar ten aanzien van de denkbeelden van John Neff ligt dat anders.
Neff kijkt niet naar koerspatronen
maar naar de cijfers, en op dat gebied heeft JD Sports Fashion de
wind mee. De Britse winkelketen zou
moeten profiteren van de aantrekkende Britse economie, terwijl de
WK-koorts voor een flinke verkoopstijging in het eerste halfjaar zorgde.
Waarom aantrekkelijk volgens de Neff-methode
JD Sports breidt internationaal steeds
verder uit. In 2014 schiet de winst
bijna een derde omhoog en geeft
het aandeel daarmee een koerswinstverhouding voor 2014 van een
acceptabele 13 keer. Het tijdelijke effect van het WK voetbal zorgt een
beetje voor een vertekend beeld,
maar toch zou verder groeiende
winst de waardering van het aandeel
moeten rechtvaardigen. Analisten
verwachten dat het dividendrendement voor komend jaar uitkomt
boven 3 procent. De combinatie van
winstgroei, dividend en een redelijke
waardering maken het aandeel naar
de maatstaven van Neff koopwaardig.
Wat vinden de analisten?
De vijf analisten die volgens dataleverancier Bloomberg het aandeel
JD Sports Fashion volgen, geven
een koopadvies voor het aandeel.
Het 12-maands koersdoel bedraagt
475 pence, flink hoger dan het
koersniveau halverwege het jaar
van 404 pence.
Beursnotering
Het aandeel JD Sports Fashion
noteert op de beurs in Londen
en is te vinden met ISIN-code
GB0004771548. Let op, voor aandelen met een hoofdnotering in
Engeland betaalt u bij aankoop
0,5% van de effectieve waarde
van de transactie.
JD Sports Fashion
op gevoel
door Sheila
Sitalsing
eel lang gebruikte men zout, geruime tijd waren schelpen in
zwang, in het wildwestgebied rond de goudvelden van Suriname is een klompje goud nou ja, goud waard, en in sommige
streken kom je met een koe een heel eind.
Geld bestaat lang niet altijd en overal uit munten en briefjes. Nieuw is
evenwel betalen met emoties. Het Zweedse Kosta Boda, ontwerper van
glaskunst en glazen gebruiksvoorwerpen, introduceerde het concept
‘gevoelens als betaalmiddel’ onlangs in Stockholm. Op een veiling van
drie eigen glaskunstwerken ging het object naar degene die de sterkste
emoties toonde. Daartoe hoefde men zich niet theatraal op de grond te
werpen of concurrerende kopers krijsend te lijf te gaan; het volstond zich
te onderwerpen aan een machine die zaken meet als hartslag, zweten en
andere indicatoren die opwinding suggereren. Onderwijl werd het object,
dat tot die tijd verborgen was gehouden, getoond. Gemeten werd dus de
lichamelijke reactie bij eerste confrontatie met het veilobject.
Het achterliggende idee: dat kunst niet naar de koper met de diepste zakken gaat, maar naar degene die er de diepste gevoelens bij heeft.
Op de methode valt ontgetwijfeld van alles af te dingen – zo is het is denkbaar dat een kijker zó schrikt van het aangebodene, dat hij als gevolg van
een op hol geslagen hartslag de ongelukkige winaar van het lelijke ding in
kwestie wordt (hetgeen geen ramp hoeft te zijn, want doorverkopen kan
altijd, gewoon voor geld).
Interessant is het experiment wel, al is het maar omdat er zo weinig markten zijn waar innerlijk vuur als ruilmiddel dient – behoudens de liefdesmarkt misschien. Een variant bestaat in het hoger onderwijs, waar aspirant-studenten een motivatiebrief moeten schrijven als ze in aanmerking
willen komen voor toelating tot populaire studierichtingen.
Kreeg steuntje in de rug door WK voetbal
500
450
400
Het is vooralsnog meer kunst dan economie. Ik zie de bakker niet zo snel het
brood meegeven aan de klant met de meeste honger, of aan degene die de
diepste lustgevoelens tentoonspreidt bij het aanschouwen van een halfje fijn
volkoren. Zolang de bakker de ontvangen emoties niet kan opslaan om ze op
een later tijdstip om te zetten in een paar sokken van de Hema, is dit niet handig.
350
300
250
200
150
100
01-07-11
01-07-12
01-07-13
01-07-14
Dat geld de maat der dingen is, moesten ook de glaskunstenaars van Kosta
Boda toegeven, door maar te blijven herhalen dat de geveilde objecten een
marktwaarde hebben van 25 duizend euro. Daar voelde ik pas emoties bij.
effect // juli 2014 - 39
duel Vestas - First Solar
Wind
tegen
zon
Aandelen van bedrijven die actief zijn in de alternatieve
energie doen het al een paar jaar erg goed. Voor
beleggers is het nu de uitdaging de winnaars te vinden.
Twee kanshebbers vergeleken.
D
e omschakeling naar
duurzame energiewinning is een proces dat vergelijkbaar
is met de overgang
naar het internettijdperk: de veranderingen zijn groot
en onontkoombaar.
Volgens het Internationale
Energie Agentschap groeit de
vraag naar elektriciteit de komende twintig jaar aanzienlijk sterker
dan de totale energiebehoefte, en
daarbinnen neemt het aandeel dat
in 2035 met duurzame bronnen is
opgewekt toe tot bijna de helft.
Vraag voor beleggers is welke
bedrijven de winnaars van de nieuwe werkelijkheid worden. Wat zijn
de Googles, Apples of Amazons van
de duurzame energie, in de wetenschap dat tijdens de internethype
40 - effect // juli 2014
tegenover iedere winnaar heel wat
veelbelovende bedrijven stonden
die failliet zouden gaan?
Veel zal afhangen van de
het antwoord op de vraag welke
energiebron dominant wordt: zon,
wind, biomassa, waterstof of iets
heel anders? En binnen die energiebron: wat wordt de dominante
technologie? Je hebt zonnecellen
van silicium en je hebt dunne-film
zonnecellen die goedkoper zijn,
maar minder energie per vierkante
meter opleveren.
Binnen iedere subsector is
er een bedrijf dat voorop loopt in
technologie. Vaak is dat ook de
marktleider: het bedrijf met de
meest geavanceerde techniek is als
eerste in beeld bij de ‘early adopters’ onder bedrijven en overheden,
klanten die bereid zijn een goede
prijs te betalen om een voortrekkersrol te spelen in duurzaamheid.
Veel bedrijven in duurzame
energie bevinden zich in de opstartfase en zijn daarom nog verliesgevend en kampen met een
zwakke balans. Er moet fors worden geïnvesteerd in de techniek
en de productiefaciliteiten, kosten
voor onderzoek en ontwikkeling
zijn hoog en omzetten nog laag.
Toch zijn er verschillende bedrijven, en dit zijn ook vaak weer
de marktleiders, die al winst maken
of op het punt staan dat te gaan
doen en wel een degelijke balans
kunnen overleggen. Vestas en First
Solar zijn twee van die bedrijven.
Vestas
Windmolenmaker Vestas
is een van de grootste
bedrijven van Denemarken. Het
aandeel Vestas is genoteerd in Kopenhagen en New York. De Denen
zijn pioniers op het gebied van
windturbines en zijn ook groot in
aanverwante diensten zoals het
plaatsen van de windmolens en het
onderhoud ervan.
Vestas komt uit een moeilijke
periode. De financiële crisis en agressieve concurrentie zorgden ervoor
dat de omzet stagneerde en dat resulteerde in drie verliesjaren op rij.
Na een reorganisatie en door het
aantrekken van de wereldeconomie
voorziet Vestas voor 2014 weer omzetgroei en een vrije kasstroom van
300 miljoen euro. Analisten gaan uit
van 1,30 euro winst per aandeel in
2014 en 1,68 euro in 2015.
Het aandeel Vestas ligt er al
een tijdje uitstekend bij. Op bijna
Tekst Patrick Beijersbergen
300 Deense kronen is het nu tien
keer zoveel waard als twee jaar
geleden, toen de meeste aandelen
in alternatieve energie hun dieptepunt zagen. In 2008 koerste het
aandeel Vestas echter even boven
600 kronen. Saai is anders.
In het eerste kwartaal van 2014
zag Vestas de orderintake met 84
procent oplopen en de omzet met
17 procent. Het bedrijf rapporteert
in euro’s, omgerekend koerst het in
kronen en dollars genoteerde aandeel Vestas op 27 keer de verwachte
winst voor dit jaar en ruim 20 keer de
winst per aandeel die in 2015 wordt
verwacht. Goedkoop is anders, maar
in de waardering is een duidelijke
groeiverwachting verdisconteerd.
First Solar
Het Amerikaanse First
Solar is met een beurswaarde van 7 miljard dollar het
grootste
zonne-energiebedrijf
ter wereld. First Solar ontwikkelt,
financiert en onderhoudt complete zonne-energiecentrales voor
nutsbedrijven. Het bedrijf is verantwoordelijk voor enkele van de
grootste en meest prestigieuze
zonneprojecten in de wereld.
First Solar is groot geworden
met ‘dunne-filmtechnologie’ die
vooral wordt gebruikt voor grootschalige projecten ten behoeve van
nutsbedrijven. First Solar heeft zich
met haar relatief goedkope technologie lange tijd vooral gericht
op grootschalige projecten, terwijl
concurrenten als SunPower (SPWR)
en Canadian Solar (CSIQ) panelen
maakten van silicium die meer geschikt zijn voor decentraal gebruik
op daken van woningen. Dunne
film is daarvoor minder handig omdat het grotere oppervlaktes nodig
heeft voor dezelfde energieopwekking. Overcapaciteit en dumping
door Chinese panelenmakers heeft
er de laatste jaren voor gezorgd dat
winstmarges onder druk staan. Het
is te verwachten dat dit probleem
zichzelf oplost als de zwakste partijen failliet gaan.
First Solar is met 1,4 miljard
dollar cash op de balans vermoedelijk de laatste partij in deze sector
die om zal vallen. De solide balans
geeft het management de rust om
zich te concentreren op het product en de markt, terwijl concurrenten veel tijd aan zakenbankiers
kwijt zullen zijn.
Met de overname van TetraSun vorig jaar heeft First Solar
ook de mogelijkheid gekocht om
de markt voor zonnepanelen op
daken te betreden. Start-up TetraSun heeft een technologie ontwikkeld waarmee tegen lage kosten toch een hoge efficiëntie kan
worden verkregen die vergelijkbaar is met siliciumpanelen. In de
tweede helft van 2014 begint First
Solar met het commercieel uitrollen van deze techniek. In eerste instantie richt het zich daarbij op de
Efficiënt zonder steun
De kosten om elektriciteit op te wekken uit duurzame
bronnen waren in het verleden
aanzienlijk hoger dan die uit
bijvoorbeeld kolen en gas. Dalende
prijzen en hogere efficiëntie van
zonnepanelen zorgen ervoor dat
deze kosten in hoog tempo naar
elkaar toe bewegen. Het punt
waarbij duurzame stroom even
duur is als conventionele stroom,
Grid Parity genoemd, is voor windenergie een jaar of tien geleden al
bereikt; voor zonne-energie meer
recent in de meeste belangrijke
markten ook. Maar Grid Parity is
Japanse markt, waar sinds de kernramp in Fukushima zonne-energie
aan een sterke opmars bezig is.
Het aandeel First Solar ligt er,
sinds het in 2012 een bodem bereikte van iets meer dan 11 dollar,
goed bij. De koers verzesvoudigde
tot ruim 70 dollar nu. Dat is echter
nog ver onder de hoogste koers
van 317 dollar die in 2008 werd
neergezet.
Die 317 dollar kon je nog behoorlijk fantasievol noemen, maar
nu zijn de verhoudingen redelijk
genormaliseerd. Analisten gaan ervan uit dat First Solar dit jaar 2,65
dollar verdient, en volgend jaar
4,80 dollar. Op 15 keer de verwach-
vooral bereikt dankzij subsidies of
belastingvrijstellingen. Gelijkheid
in pure opwekkingskosten (‘Cost
Parity’) is echter een kwestie van
tijd. Duurzame energiewinning
wordt snel efficiënter, de winning
van fossiele brandstoffen wordt
duurder.
De strijd tegen broeikasgassen
zorgt ervoor dat veel overheden
van fossiele brandstoffen af willen.
Ongelukken met kerncentrales
en politieke onrust in olie- en gas
exporterende landen hebben de investeringen in duurzame energiewinning recent ook gestimuleerd.
te winst per aandeel in 2015 is de
prijs niet onredelijk voor een bedrijf
met grote groeikansen.
Conclusie
Er zal nog het nodige gebeuren
op de markten waar Vestas en First
Solar actief zijn. Saaie beleggingen zijn het daarom niet. Nieuwe
technieken zullen doorbreken, de
efficiëntie zal omhooggaan, fusies,
overnames en faillissementen zullen plaatsvinden. First Solar en Vestas hebben een leidende positie in
hun deelmarkt en hebben alles in
zich om als winnaar uit de bus te
komen. Het zijn allebei kansrijke
langetermijnbeleggingen.
10 punten check
FIRST SOLAR
Marktgroei blijft voorlopig zeer hoog
Winstgevend, operationele winstmarge 8,4%
Nagenoeg schuldenvrij, 1,4 miljard dollar nettocash
Klein, First Solar zal eerder concurrenten opkopen
VESTAS
1 Groeikansen
2 Winstgevendheid
3 Balans
4 Kans op overname
Marktgroei is hoog, maar niet zo hoog als in solar
Winstgevend, operationele winstmarge 6,9%
Redelijk, ruim 1 miljard euro cash, 600 miljoen langlopende schuld
Klein, zou op mededingingsproblemen stuiten
Geen dividend
5 DIVIDENDRENDEMENT
Geen dividend
Aantrekkelijk, 15 keer verwachte winst 2015
6 WAARDERING AANDEEL
Redelijk, 20 keer verwachte winst 2015
7 Adviezen analisten
Neutraal: 9 kopen, 5 houden, 9 verkopen
Neutraal: 8 kopen, 10 houden, 5 verkopen
Afbouw subsidies, overcapaciteit kan tot prijsdruk leiden
8 RISICO’S
Het aandeel zit sinds midden 2012 in een opwaartse trend
9 Technisch beeld
Overname TetraSun opent nieuwe markten
First Solar heeft veel ijzers in het vuur, lijkt niet duur
10 RECENTE ONTWIKKELINGEN
Conclusie
Afbouw subsidies
Het aandeel zit sinds begin 2013 in een sterk opwaartse trend
Reorganisatie werpt nu vruchten af
Vestas is duurder en heeft een zwakkere balans, maar is ook kansrijk
effect // juli 2014 - 41
opties Putopties bij beursschommelingen
putspread
Een putoptie
met
minder haast
Met putopties
kunnen beleggers
inzetten op de
koersdaling van
een aandeel. Met
het verstrijken van
de tijd worden deze
beleggingen echter
snel minder waard.
Een putspread kan
uitkomst bieden.
42 - effect // juLi 2014
Hoe weRkt een
callspread? Lees
meer op veb.net/
callspread
Tekst Patrick Beijersbergen
geen marginverplichting
Wie een daling van het aandeel
Gemalto verwacht, kan putopties kopen, maar dat kost relatief
veel tijdswaarde (premie), die met
het verstrijken van de tijd minder
waard wordt. Met een zogenaamde ‘putspread’ speelt dat minder.
Bij een putspread wordt een
putoptie gekocht en een andere putoptie met dezelfde looptijd maar met
een hogere uitoefenprijs verkocht
(geschreven). De gekochte put dient
als dekking voor de geschreven put,
dus er hoeft geen marginverplichting te worden aangehouden.
Een putspread is een strategie
waarmee wordt ingezet op een dalende koers van de onderliggende
waarde. Beide opties zullen meer
waard worden als de onderliggende waarde daalt, maar de winst op
de gekochte putoptie zal groter zijn
dan die op de geschreven put omdat de gekochte put eerder in the
money raakt. De uitoefenprijs van
de gekochte optie is immers hoger
dan die van de geschreven optie.
Het maximale resultaat met
een optiespread is het verschil tussen de uitoefenprijzen van de opties, maal de contractgrootte 100.
Men kan niet meer verliezen dan
het geïnvesteerde bedrag, maar
dit bedrag gaat wel volledig verloren als de onderliggende waarde
boven de uitoefenprijs van de gekochte putoptie eindigt. Het is dus
een riskante optiestrategie, die met
beperkte bedragen moet worden
aangegaan en actieve opvolging
vereist. Hoe lager de uitoefenprijzen van de opties, hoe goedkoper
de spread, maar bij lage uitoefenprijzen is ook de kans groter dat
putopties waardeloos aflopen.
Met opties op Gemalto is bijvoorbeeld de volgende putspread mogelijk(*):
Koop 1 putoptie Gemalto
mrt 2015 met uitoefenprijs 80
euro à 8,75 euro. Kosten per
contract 875 euro.
Verkoop (schrijf ) 1 putoptie
Gemalto mrt 2015 70 à 3,85
euro. Opbrengst per contract
385 euro.
1
2
Kostprijs van de gekochte optieconstructie is dus 490 euro per
spread, terwijl de onderliggende
waarde (100 aandelen Gemalto)
een waarde vertegenwoordigt van
7700 euro. Met deze positie heeft u
het recht om tot en met de derde
vrijdag van maart 100 aandelen
Gemalto te verkopen op 80 euro,
én de verplichting 100 aandelen
Gemalto te kopen op 70 euro. De
inleg is 490 euro, waardoor de constructie op einddatum winst oplevert bij een koers onder circa 75
euro (zie grafiek).
Het einde van de looptijd
hoeft niet te worden afgewacht.
We gebruiken opties met een looptijd van acht maanden, om niet al
te veel optiepremie te verliezen
door het verstrijken van de tijd. Als
het aandeel Gemalto over een paar
maanden niet veel van zijn plaats
is gekomen, verliezen wij met deze
constructie maar weinig tijdswaarde: een vergelijkbare spread met
een drie maanden kortere looptijd
kost slechts 15 euro minder.
(*) in dit voorbeeld is afgezien van
transactiekosten. Koersen eind
juni 2014, ga na wat de actuele
koersen zijn en pas de strategie
daar eventueel op aan.
Drie scenario’s
Bovenstaande optieconstructie is
aangegaan bij een koers van 77
euro en kan op de derde vrijdag in
maart (20 maart 2015) op drie manieren eindigen:
1
2
3
Gemalto staat boven de 80
euro. Beide putopties lopen
dan waardeloos af. De inleg
gaat volledig verloren.
Gemalto staat tussen 70 en
80 euro. De geschreven put
70 loopt waardeloos af. De
gekochte put 80 heeft waarde en
kan worden verkocht.
Gemalto staat onder 70
euro. De putopties zijn allebei geld waard en zullen
per saldo bij verkoop 1000 euro
opleveren, omdat de gekochte put
altijd 10 euro per aandeel meer
waard blijft dan de geschreven
put. De aankoopsom van 490 euro
wordt ongeveer verdubbeld.
Opvolging constructie
De putspread is een positie die bewaakt moet worden. Het belangrijkste risico is een sterk stijgende
beurskoers van de onderliggende
waarde, dan verliest de constructie
snel waarde.
De meest agressieve belegger koopt na een koersstijging
alleen de geschreven putoptie terug voor een prikkie, en gokt erop
dat na de stijging de verwachte
koersval alsnog inzet. Als die uitblijft, zal het verlies wat groter
uitpakken, maar zolang er nog
voldoende looptijd inzit, zal de
gekochte putoptie altijd nog wel
wat opleveren.
Putspread Gemalto mrt 80-70: winst onder 75 euro
¤1.500
resultaat long put Gemalto mrt 80
resultaat short short put Gemalto mrt 70
Resultaat mrt 80-70 Putspread op expiratiedatum
¤1.000
¤500
¤0
-¤500
Waarde
ver weinig andere aandelen uit de AEXindex zijn de meningen zo verdeeld
als over Gemalto.
Sommige analisten
zien grote kansen voor de Franse
producent van chipkaarten en beveiligingssoftware. Zij verwachten
dat de stormachtige koersgroei
van de laatste jaren doorzet en geven koersdoelen af van 100 euro of
meer. Ter vergelijking: in de eerste
helft van 2014 bewoog het aandeel
tussen 76 euro en 91 euro.
Tegelijkertijd is er geen aandeel op het Damrak waar shortsellers zo gretig opgesprongen zijn als
Gemalto. Met meer dan 10 procent
van alle uitstaande aandelen wordt
gespeculeerd op een koersdaling.
Ook een aantal analisten noemt het
aandeel sterk overgewaardeerd.
Beleggers die menen dat er
nog muziek in het aandeel Gemalto zit, kunnen eenvoudigweg callopties kopen of een callspread optuigen. Deze laatste constructie is
eerder in deze rubriek beschreven.
-¤1.000
¤60
Koers Gemalto op expiratie
¤70
¤80
¤90
effect // juLi 2014 - 43
het getal Financieel jargon de maat genomen
Momentumeffect
Aandelen die in het verleden goed
gepresteerd hebben, zullen dat
waarschijnlijk ook in de nabije
toe­komst doen. Het momentumeffect is een van de meest onderzochte beursanomaliën.
Momentumeffect
Winnen
met de
winnaars
Aandelen die
goed presteren
op de beurs
blijven vaak nog
even doorstijgen.
Momentum­
beleggers
proberen hiervan
te profiteren. Is
dat verstandig?
et is een les die alle
grote beleggers uitdragen: laat je niet
meeslepen door de
massa, wees tegendraads als de cijfers je
dat vertellen. Toch is het niet iedereen gegeven om in (bepaalde) aandelen te stappen op een moment
dat iedereen juist op zoek is naar de
uitgang, ook al blijkt uit onderzoek
dat dit tot extra rendement leidt.
Dat kan eenvoudiger, moet
Richard Driehaus gedacht hebben.
Hij is oprichter van een naar hem
vernoemde vermogensbeheerder
met ongeveer 10 miljard dollar aan
beleggingsgeld onder beheer.
44 - effect // juli 2014
In plaats van het ‘koop laag en
verkoop hoog‘-principe ontdekte
de inmiddels 72-jarige Amerikaan
al jaren geleden dat “je veel meer
geld verdient door flink gestegen
aandelen te kopen en die nog
duurder te verkopen”.
Driehaus wordt gezien als de vader van het zogeheten momentumbeleggen. Het eerste onderzoek naar
deze strategie, die ook door het leven
gaat als ‘mooi-weer-beleggen’, stamt
uit 1993 en is door de economen
Jegadeesh en Titman uitgevoerd.
Zij analyseerden de prestaties
van een grote selectie Amerikaanse
aandelen tussen 1965 en 1985 en
concludeerden dat een mandje
Tekst Jasper Jansen
met sterk presterende Amerikaanse aandelen in een bepaald jaar
ook in de daaropvolgende twaalf
maanden in waarde bleef toenemen. Omgekeerd bleef bij slecht
presterende aandelen de trend
negatief. Het verschil in rendement
tussen – bij aankoop – goed en
slecht presterende aandelen bleek
een jaar later maar liefst 12 procent.
Momentum getest
In hun befaamde onderzoek naar
het momentumeffect uit 1993
doorliepen de economen Jegadeesh en Titman globaal de volgende vijf stappen:
Superieur rendement van momentumstrategie
Winnen met winnaars in Europa
Hoe pakt de momentumstrategie
uit in Europa? We onderzochten
het momentumeffect van de aandelen in de Euro Stoxx 600 index
in het laatste decennium.
De strategie lijkt te werken. Het
mandje met winnaars deed het
met een rendement van rond
de 11 procent aanzienlijk beter
dan de verliezers, die ongeveer 5
procent rendement opleverden. De
12%
stap Rangschik de aandelen uit
een index op basis van het
rendement in het verleden
(meestal 3, 6 tot 12 maanden).
10%
Verdeel de aandelen in 5
(of 10) groepen (“mandjes”) afhankelijk van het
rendement. Mandje 1 bestaat uit de
winnaars met het hoogst behaalde
rendement. In mandje 5 zitten de
aandelen die juist het slechtst
presteerden. Om zinnige uitkomsten
te krijgen, moeten de mandjes
minimaal uit enkele tientallen
aandelen bestaan.
4%
1
stap
2
Becijfer het rendement
van de aandelen in de
mandjes in het jaar nadat
deze zijn samengesteld.
stap
3
Doorloop na een jaar de
eerste drie stappen nog
een keer. Doe dit voor
het totale aantal jaren dat je wilt
onderzoeken.
stap
4
stap
5
Bereken de rendementen
over de hele periode voor
de verschillende mandjes.
Uit recentere onderzoeken blijkt
dat het effect nog steeds waarneembaar is, niet alleen bij aandelen, maar bijvoorbeeld ook bij
obligaties, valuta’s en grondstoffen.
winnaars deden het ook beter dan
de hele index die over die periode
een jaarlijks rendement van 8,3
procent boekte.
Tegenover het rendement staat
wel meer risico, gemeten naar
koersschommelingen van de aandelen in het mandje. Het mandje
met winnaars heeft met een standaarddeviatie van 15,3 procent
een iets hogere bewegelijkheid dan
de brede index (14,6 procent).
11,2%
rendement
9,4%
8,5%
8%
7,4%
6%
5%
2%
0%
Winnaars
Mandje 2
Psyche
De meest genoemde reden voor het
verschijnsel is van psychologische
aard. Beleggers zouden de neiging
hebben vast te houden aan oude
denkbeelden over een aandeel. Als
de kwartaalcijfers positief verrassen,
hebben zij tijd nodig dit nieuws volledig te verwerken en tot uitdrukking
te laten komen in de beurskoers. Kort
gezegd zullen beleggers pas aandelen (bij)kopen als de cijfers in de volgende kwartalen sterk blijven, waardoor een positieve trend ontstaat.
Groepsgedrag kan dit koerseffect verder versterken. Als er een
hype ontstaat, wil iedere belegger
profiteren waardoor het aandeel
verder stijgt. Dit lijkt nu bijvoorbeeld het geval bij social mediabedrijven waarvan de aandelen
gestaag blijven stijgen.
Omgekeerd blijven slecht
presterende aandelen vaak verder
Mandje 3
Mandje 4
Verliezers
dalen. Als bedrijven in de hoek zitten waar de klappen vallen – geholpen door analisten en journalisten
die meer pijnpunten vinden en
hierover schrijven – is het dringen
bij de uitgang. Hierdoor kan het
een tijd duren voordat een aandeel
een koersbodem bereikt.
Managers van beleggingsfondsen zorgen vaak voor versterking van de koersreactie. Over het
algemeen stroomt vers geld naar
goed presterende beleggingsfondsen dat weer in de winnende
aandelen wordt gestoken. Beleggingsfondsen die matig presteren
moeten juist stukken verkopen
omdat zij met stevige uitstroom te
maken hebben.
Ook seizoenseffecten kunnen
zorgen voor een momentumeffect.
Tegen het einde van het jaar kopen
veel vermogensbeheerders aandelen
die goed gerendeerd hebben, omdat
dit beter staat in de jaarrapporten die
ze hun klanten voorleggen.
Overdrijven
Als een aandeel te ver naar boven
of beneden doorschiet, vindt uiteindelijk een correctie plaats. Critici
zien dit als grootste gevaar van de
momentumstrategie: een belegger gokt er feitelijk op dat de massa
blijft overdrijven.
Volgens kritische economen is
het superieure rendement van een
momentumstrategie te verklaren
door het hogere risico dat een belegger loopt.
Als het sentiment op de beurs
goed is, bewijst de strategie haar
waarde omdat voornamelijk in
aandelen met hoge bewegelijkheid belegd wordt die dan goed
presteren. Maar als het sentiment
omslaat, zijn dit de aandelen die
het hardst onderuitgaan. Zo deed
de momentumstrategie het erg
slecht in het crisisjaar 2008.
Ook lekt een deel van het rendement weg in de vorm van transactiekosten. Dat gaat niet alleen om
provisies, maar ook om rendement
dat wordt aangevreten door het
verschil in bied- en laatkoers. Dit
manco wordt versterkt omdat uit
onderzoek blijkt dat de strategie het
meeste rendement oplevert bij small
caps, oftewel aandelen met een lage
beurswaarde. De handelskosten bij
dit type aandelen zijn relatief hoog.
Slotsom
Alles bij elkaar blijft onderzoek aantonen dat extra rendement te halen
valt met de momentumstrategie.
Sceptici wijzen op het hogere risico
en het rendement dat grotendeels
wordt opgevreten door de kosten
van veel handelen.
Ook is de strategie voor een
doorsnee belegger moeilijk uitvoerbaar omdat in de onderzoeken het
mandje winnaars bestaat uit wel
tientallen verschillende aandelen.
Beleggers die in de strategie geloven, kunnen waarschijnlijk beter in
fondsen stappen die van de strategie
proberen te profiteren.
effect // juli 2014 - 45
VS Schaduwbankieren
In de
schaduw
van het financiële systeem
Schaduwbanken worden gezien als een belangrijke
veroorzaker van de recente wereldwijde crisis.
Desondanks maken deze concurrenten van gewone
banken een enorme opmars, in China maar ook in de
westerse wereld. Is dat een goede of slechte zaak?
e waren de grote boosdoener van de crisis. Ze
hebben reguliere banken in lichterlaaie gezet. Belastingbetalers moesten de brandhaard
blussen. Maar ze zijn nog steeds
het ongereguleerde deel van het financiële systeem: schaduwbanken.
Toch groeiden deze niet-bancaire
financiers de laatste jaren twee keer
46 - effect // juli 2014
zo snel als gewone banken.
“Natuurlijk moeten we ons
hierover zorgen maken”, zegt de
prominente Canadese econoom
William White, voormalig hoofdeconoom bij de Oeso en de Bank
voor Internationale Betalingen.
“Alleen al ómdat het gaat om een
ongereguleerde wereld. Anderzijds
moeten we het kind ook niet met
het badwater weggooien. Neem
Tekst Gerben van der Marel
de markt voor junk bonds (bedrijfsobligaties met een hoog risico). Die
was in de jaren tachtig compleet
ontspoord. Inmiddels is het een
schone markt geworden.”
Steeds vaker gebruiken bedrijven junk bonds om hun financiering
te diversifiëren en minder afhankelijk te worden van bankleningen.
Ook deze financiering wordt gerekend tot het schaduwbanksysteem.
Met schaduwbankieren wordt simpelweg al de ongereguleerde kredietverstrekking bedoeld. De term
is in 2007 als eerste gebruikt door
econoom Paul McCulley van Pimco,
de obligatiebelegger die zelf vaak
ook tot de sector wordt gerekend.
“Financiële mensen innoveren continu. Ze zijn binnen en buiten de
banken allang weer bezig met het
exploreren van nieuwe wegen om
geld van A naar B te brengen. Toch
verwacht ik niet meteen een herhaling van 2008 met de hele poespas
van kredietderivaten.”
De machtige Financial Stability
Board (FSB) gebruikt een zeer brede
definitie van schaduwbanken. Het
gaat volgens de toezichthouder om
een waaier van niet-bancaire kredietverstrekkers en intermediairs:
hedgefondsen, geldmarktfondsen,
offshore vehikels en verstrekkers
van bedrijfsobligaties, partijen die
steeds prominenter worden in de
financiering van de reële economie.
risicovolle producten
Hoeveel geld er omgaat in schaduwbankieren is een kwestie van
definities. William White hanteert
een smalle definitie en kijkt vooral
naar partijen die als tussenhandelaren fungeren bij kredietverlening
via bijvoorbeeld gestructureerde
financiële producten. In de kredietcrisis kregen dergelijke producten,
vooral bekend via afkortingen als
cdo’s en cds’en, een slechte naam
omdat deze veel risicovoller bleken dan gedacht. Inmiddels zijn de
productontwikkelaars van banken
alweer een paar stappen verder.
21%
Sinds 2008 is de
omvang van het
totaal aan leningen
door andere instellingen dan banken
met 21 procent
gegroeid
Ook nieuwe financieringsvormen
als crowd funding, kredietverschaffende onlinewinkels en platformen
als Paypal behoren volgens de
brede definitie van de FSB tot het
schaduwbanksysteem.
Helft van alle leningen
Sinds 2008 is de omvang van het
totaal aan leningen door andere instellingen dan banken met 21 procent gegroeid. Volgens de meest
recente gegevens van de FSB heeft
de sector wereldwijd nu in totaal 71
biljoen dollar ofwel 71.000 miljard
dollar aan activa. Dat was in 2002
nog maar 21 biljoen dollar en vier
jaar geleden 46 biljoen dollar.
Paddy Hirsch, auteur van het
boek Man vs Markets, Economics Explained, Pure and Simple, wijst erop
dat van alle uitstaande leningen
wereldwijd meer dan de helft is verstrekt door het systeem van schaduwbanken. Gewone banken zitten
in een strak keurslijf van toezichthouders en kunnen minder makkelijk krediet verstrekken. “Schaduwbanken springen in dat gat. Het is in
het huidige klimaat veel lastiger om
geld uit te lenen voor banken. We
zien veel meer activiteit met obligaties. Denk aan pensioenfondsen die
direct leningen verstrekken aan ondernemingen. Die partijen worden
ook tot de sector van schaduwbankieren gerekend.”
Hirsch, die werkt voor Marketplace, een nieuwsorganisatie van
de Amerikaanse publieke omroep
die complexe financiële onderwerpen uitlegt, zegt dat de opmars van
de sector in de westerse wereld
sinds de crisis niet slecht is. “Het
klinkt erg schimmig, schaduwbankieren. Maar dat is niet altijd terecht, als we het over de westerse
wereld hebben tenminste. Het is
een alternatieve vorm van financiering die nuttig is. Voorwaarde moet
wel zijn dat toezichthouders precies weten om welke volumes het
gaat. Het goede is dat het systeemrisico uit de banken wordt gehaald.”
Hirsch waarschuwt dat daarmee het risico dat publiek geld
in rook opgaat niet gepareerd is.
Hij maakt zich vooral zorgen over
geldmarktfondsen,
beleggingsfondsen die voornamelijk beleggen in kortlopende schulden;
termijndeposito’s en kortlopende
obligaties bijvoorbeeld. “Amerikaanse geldmarktfondsen blijven
effect // juli 2014 - 47
VS Schaduwbankieren
kwetsbare schakels”, zegt Hirsch.
“De crisis heeft aangetoond dat
deze fondsen niet risicovrij zijn. Er
zit veel geld van spaarders in. Publiek geld staat op het spel. De sector in zijn geheel is nog altijd licht
gereguleerd. Toezichthouders weten niet heel goed waar ze moeten
beginnen.”
Robuuster
Gedurende de crisis bleek het Amerikaanse banksysteem erg kwetsbaar voor de malaise in delen van
de schaduwbanksector. Volgens
Russ Koesterich, hoofdstrateeg van
Blackrock, staat het Amerikaanse
banksysteem er veel gezonder voor
dan vijf jaar geleden. “De banken
hebben hun kredietportefeuille significant afgebouwd. Inmiddels zien
we langzaam de kredietverlening
weer toenemen.” Koesterich: “Geld is
goedkoop en beschikbaar. Maar het
is slechts een kleine opleving na een
zwak eerste kwartaal en van een kredietzeepbel is absoluut geen sprake.”
Koesterich denkt dat de verborgen risico’s in de banken op
Wall Street grotendeels zijn weggenomen. “Hogere kapitaal- en liquiditeitseisen en vroege stresstests
hebben banken veel robuuster gemaakt. Ook ten opzichte van Europese banken die daar nog niet doorheen zijn. Je kunt na de opgelopen
waarden op de beurs debatteren
over de waarde van banken als een
investering. Maar in zijn algemeenheid vormen de Amerikaanse bankwereld en het totale financiële systeem een veel minder groot risico
voor de wereld dan in 2006 en 2007.”
Dat schreef ook Jamie Dimon
afgelopen april in zijn brief aan
aandeelhouders. Daarin sneed hij
ook de toenemende concurrentie aan van schaduwbanken voor
de grootste reguliere bank van de
Verenigde Staten. “Niet-bancaire
financiële concurrenten zullen kijken naar elk product dat we prijzen. Als zij het goedkoper kunnen
aanbieden met de hulp van hun kapitaalverschaffers, dan zullen ze dat
doen”, aldus Dimon. “Toezichthou-
48 - effect // juli 2014
ders moeten – en zullen – kijken
naar het reguleren van alle financiële ondernemingen, met inbegrip
van niet-bancaire concurrenten.”
Explosief in China
Mark Carney, de Canadese gouverneur van de Bank of England en de
voorzitter van de Financial Stability
Board, hamert er telkens op dat er
sinds 2009 wel degelijk veel onderhoudswerk is verricht. Maar er
moet ook nog veel gebeuren. Carney wil ervoor zorgen dat banken
niet nog eens worden geïnfecteerd
door schaduwbanken door de vorming van een ‘brandgang’ tussen
beide sectoren. Zijn aandacht gaat
verder uit naar de kwetsbare schakel van de geldmarktfondsen. Die
worden robuuster gemaakt door
het opleggen van kapitaalvereisten
en tijdelijke verboden om geld terug te trekken, schreef hij onlangs
in de Financial Times.
Volgens de zakenkrant, die
recent een serie wijdde aan de opmars van schaduwbankieren, is het
fenomeen in Amerika groot. Explosieve groei is te vinden in China,
waar vermogensbeheerproducten
snel populairder worden bij de
groeiende middenklasse. Het gaat
om relatief nieuwe, vaak complexe
financiële producten die mooie
rendementen beloven. Maar waarin de inleg precies wordt belegd en
wat de onderliggende activa zijn, is
vaak niet duidelijk.
Chinese kredieten
In een rapport dat afgelopen juni
verscheen, becijferde kredietbeoordelaar Standard & Poor’s dat
Chinese niet-financiële instellingen
eind 2013 voor 14,2 biljoen dollar
aan schuld hebben uitstaan. Daarmee zijn ze Amerikaanse instellingen gepasseerd als grootste schuldenaar. De grootste groei moet
nog komen. Volgens de kredietbeoordelaar is China rond 2016 groter
dan de VS en Europa tezamen als
verschaffer van krediet. De meeste
zorgen zijn er over deze opmars.
In China financieren niet-bancaire
Het gaat om
relatief nieuwe,
vaak complexe
financiële
producten die
mooie rende­
menten beloven.
Maar wat de
onderliggende
activa zijn, is
vaak niet
duidelijk
instellingen de meest risicovolle
delen van de economie met royaal
grote bedragen.
Vermogensbeheerder Blackrock wordt ook tot de sector van
schaduwbanken gerekend. Het is
tevens een van de partijen die waarschuwt voor China. In haar outlook
stelt Blackrock dat de angst voor
een kredietimplosie “overdreven” is.
“De totale absolute leverage (hefboom, belegging met geleend geld;
red.) is gevaarlijk, maar beheersbaar. Wij zijn wel bezorgd over de
totale groei in krediet, vooral in het
schaduwbanksysteem van de vaak
ongereguleerde bedrijfsleningen.”
De experts bij deze grootste vermogensbeheerder ter wereld vertrouwen er vooralsnog op dat China
de munitie en de vastberadenheid
inzet om een systeemcrisis te voorkomen. “Maar de weg ernaartoe is
wel met gevaren omgeven.”
Gevaarlijk
In het hoofdkantoor op Manhattan
zegt Peter Fisher, voormalig directeur bij de Federal Reserve in New
York en tegenwoordig directeur bij
het Blackrock Investment Institute:
“De Chinese leiders staan in een
spagaat. Ze willen de niet-bancaire
kredietverlening aan banden leggen. Maar ze willen natuurlijk ook
de economische groei niet te veel
remmen. Het is de meest ingewikkelde evenwichtsoefening die nu
gaande is in de wereld.”
Fisher constateert dat de omvang van krediet in China blijft
groeien, maar minder snel dan
voorheen. Dat valt volgens de oudFed-directeur deels te verklaren
door ingrijpen van de Chinese autoriteiten, die graag de kredietverlening terug willen drukken in het
reguliere banksysteem. “Wij willen
natuurlijk niet dat de schaduwbanksector verder groeit, maar dat
willen de Chinezen zelf ook niet.”
De Chinese overheid laat haar
invloed gelden door druk uit te oefenen op reguliere banken, die als
kredietverstrekkers betrokken zijn
bij de schaduwbankensector. Au-
column Marc Langeveld is fondsbeheerder van Antaurus Capital Management
mie. Schaduwbanken in China zijn
nauwer verweven met reguliere
banken dan in de westerse wereld.
Ook Paddy Hirsch zegt vooral over
China bezorgd te zijn: “Het is een
heel ander soort schaduwbankieren dan in de westerse wereld. Het
is veel minder institutioneel geld
dat ermee is gemoeid. Het gaat
om een enorme sector aan private
kredietverstrekkers waar weinig
informatie over voorhanden is.
Het gaat vaak om woekeraars met
bijna criminele rentepercentages.
De schimmige sfeer die rond het
woord schaduwbankieren hangt, is
wat betreft China wel terecht.”
toriteiten zetten ze volgens Fisher
onder druk om de hoeveelheid leningen in te perken. Het Institute of
International Finance (IIF) schreef
in een notitie in april “stappen in de
goede richting” te zien, maar nog
geen “alomvattende strategie”.
De wereldwijde economie zal
de komende jaren hongerig zijn
naar krediet. Banken zullen dat lang
niet allemaal voor hun rekening
kunnen nemen. Volgens Standard &
Poor’s zal er tussen nu en 2018 wereldwijd 60 biljoen dollar aan nieuwe financiering nodig zijn bij bedrijven. Banken kunnen niet meer dan
de helft van deze kredieten leveren.
Bedrijven zullen moeten aankloppen bij obligatiebeleggers en nietbancaire kredietverstrekkers zoals
schaduwbanken. Volgens S&P zal de
grootste kredietbehoefte van Chinese bedrijven komen. Tussen nu
en 2018 zal het gaan om 20 biljoen
dollar, aldus de kredietbeoordelaar.
Dat is een derde van de wereldwijde
behoefte aan herfinanciering en
nieuwe leningen.
Noodklok
De Britse centrale bankgouverneur
Mark Carney heeft een aantal keren
de noodklok geluid over de opmars
van schaduwbanken in China en
de risico’s voor de wereldecono-
losstaand universum
Het goede nieuws voor het westen
is volgens Hirsch dat China als economisch universum min of meer
losstaat van de westerse wereld.
“Het omvallen van partijen in China
hoeft niet te betekenen dat westerse financiële instellingen geïnfecteerd worden.” Maar de Canadese
econoom William White is het daar
niet mee eens. De schaduwbanksector in China heeft volgens hem overeenkomsten én verschillen met de
westerse wereld. “In de kern komt
het op hetzelfde neer: geld uitlenen
op een ongereguleerde manier na
het ontwijken van toezicht.”
White meent dat problemen in
het schaduwbanksysteem in China
met zijn vertakkingen naar het vastgoed en de industrie makkelijk kunnen overslaan naar de rest van de
wereld. “Het wereldwijde financiële
systeem is nog altijd sterk verweven, al zie je dat niet aan de oppervlakte.” White waarschuwt dat China
geen geïsoleerd universum is. “Het
omvallen van kredietverstrekkers en
terugval van de Chinese economie
kunnen zo een sneeuwbal aan het
rollen brengen. Overal waar ik kijk
in de wereld zie ik kwetsbare economieën waar krediet heel goedkoop
is en in het geval van Amerika de
beurswaarderingen heel hoog. Het
vuurtje kan zo aangewakkerd worden en dan zullen problemen zich
overal manifesteren.”
Pricing
Powerrrrr
door Marc
Langeveld
et seizoen van de winstwaarschuwingen is in volle gang met
winstalarmen door onder meer Air France-KLM, Lufthansa, Aer
Lingus, BAM, Fugro, PGS en Erste Bank. Wat opvalt, is dat veel
waarschuwingen reppen over bedrijfsspecifieke redenen. Zo hebben Air France-KLM en Lufthansa op de korte afstanden last van
prijsdruk veroorzaakt door prijsvechters zoals Easyjet, Vueling en Ryanair, terwijl
op de lange afstanden pijn wordt geleden door sterke en oneerlijke concurrentie uit de Emiraten (Emirates en Etihad). De luchtvaart is geen level playing
field en een nieuwe ronde kostenbesparingen lijkt het enige wat ze in Parijs en
Frankfurt nog kunnen bedenken.
Fugro en PGS klagen over veranderend klantengedrag waarbij de grote oliemaatschappijen pragmatischer alle investeringen in, met name, exploratie
tegen het licht houden. De druk bij de Shells en Totals van deze wereld om hun
reserves tegen elke prijs aan te vullen lijkt minder hoog dan een aantal jaren geleden. Elk project moet gewoon voldoen aan een minimaal rendement, waarbij
het projectrisico ook nog deels wordt achtergelaten bij de toeleveranciers zoals
Fugro en PGS. Deze partijen, die vooral in een investeringsmodus zaten, zullen
dus hun organisaties aan de nieuwe realiteit moeten aanpassen en dit kost tijd
en – belangrijk voor beleggers – vooral veel marge.
BAM zou langzamerhand het licht aan het einde van de tunnel moeten gaan
zien, maar was toch genoodzaakt om een winstalarm af te geven. BAM heeft
last van een aantal legacyprojecten die in het verleden onder druk tegen te
schrale marges en met te grote risico’s zijn verworven. De bouwmarkt trekt weliswaar voor het eerst in vele jaren aan, maar er zitten nog steeds uit te voeren
projecten in het orderboek tegen te lage marges en waarvoor BAM deels de
hulp moet inschakelen van onderaannemers en deze onder-aannemers benutten de aantrekkende markt om de prijzen te verhogen.
De rode draad bij alle hierboven genoemde winstwaarschuwingen is het
gebrek aan Pricing Power. In een gefragmenteerde en aantrekkende markt
met (te) veel in een survival-mode acterende aanbieders zijn de aanbieders
gedwongen om te investeren in capaciteit en mensen, maar niet in staat om
hogere kosten en prijzen door te rekenen. Bedrijven die in een oligopolistische
markt acteren met slechts een paar aanbieders en met hoge toetredingsbarrières, hebben hier geen last van en zijn in staat om ook in barre tijden een sterke
kasstroom te genereren en hiermee een gezond en vaak stijgend dividend uit te
betalen. Voor een beste kans op rendement zou uw portefeuille in deze fase dus
vooral moeten bestaan uit deze laatste categorie aandelen.
effect // juli 2014 - 49
macro Problemen in Frankrijk
De economische doemscenario’s
voor Frankrijk zijn tot nu toe
niet uitgekomen, maar zonder
hervorming van de economie blijft
het land een risico voor de eurozone.
President Hollande heeft tot nu toe
nog maar weifelend werk gemaakt
van hervormingen. Toch zijn de
mogelijkheden om te veranderen nu
wellicht groter dan ooit.
Streep
door de
Franse slag
e tijdbom in het hart
van Europa. Zo typeerde The Economist Frankrijk ruim
anderhalf jaar geleden. Gezien de stagnerende economie en beroerde
politieke keuzes waarschuwde het
toonaangevende weekblad dat
2013 een crisisjaar kon worden.
Volgens The Economist zouden
de problemen waarin Griekenland,
Portugal, Italië en Spanje op dat
moment verkeerden verbleken
bij de deconfiture die Frankrijk te
wachten stond – en daarmee de
gehele eurozone.
Als financiële markten Frankrijk op de korrel zouden nemen
50 - effect // juli 2014
en geld lenen voor de Franse staat
net zo duur zou worden als bijvoorbeeld voor Italië dan zou dat tot een
onhoudbare situatie kunnen leiden.
De analyse van The Economist
– en vooral de manier waarop het
blad dat illustreerde – zorgde voor
veel Franse verontwaardiging. Voor
veel economen en marktanalisten
was het een weinig verrassende visie. De communis opinio was onder
marktkenners al langer dat Frankrijk richting afgrond rende. Alleen,
dat gebeurde niet.
Rentestijgingen op de kapitaalmarkt waren er wel, maar bleken van korte duur. Frankrijk kan
inmiddels lenen tegen historisch
lage tarieven, niet veel meer dan
De analyse van
The Economist
zorgde voor
veel Franse
verontwaardiging
Duitsland moet betalen, het grootste euroland.
De zieke man van Europa
De voorspelling van The Economist
kwam niet uit, maar daarmee zijn
de problemen die tijdens de eurocrisis zo duidelijk naar voren kwamen niet verdwenen.
Een belangrijk probleem is het
slechte bedrijfsklimaat. Met veel te
rigide regelgeving op de arbeids- en
productmarkt, buitengewoon hoge
belastingen en zware sociale lasten,
is het volgens The Economist niet verwonderlijk dat nieuwe bedrijven een
zeldzaamheid zijn geworden. En dat
terwijl het midden- en kleinbedrijf zo
belangrijk is voor werkgelegenheid
Tekst Robert Rosenau
en economische groei. Het land dat
kampt met een hoge werkloosheid,
vooral onder jongeren, kan een dergelijke banenmotor goed gebruiken.
De voornaamste manier die
Frankrijk kiest om de economie aan
te wakkeren, is meer publieke uitgaven doen. Daar heeft de Franse overheid ook ervaring mee, gezien de
lange traditie van meer uitgeven dan
er binnenkomt, waardoor de staatsschuld almaar verder groeit. De Franse overheid heeft zichzelf inmiddels
opgeblazen tot één van de grootste
in de eurozone in verhouding tot de
omvang van de economie.
Politiek met de Franse slag
Economische groei genereren
via het bedrijfsleven is tot nu toe
nauwelijks besteed aan de Franse
president François Hollande. In zijn
verkiezingsprogramma
draaide
het vooral om de bezuinigingen
te stoppen, niet zozeer om hulp te
bieden aan het bedrijfsleven.
En bezuinigd heeft de socialistische president afgelopen jaren.
Het Franse begrotingstekort beweegt rond 4 procent, minder dan
de afgelopen vier jaar, maar nog
altijd ver boven de Europese norm
van 3 procent. Gezien de verwachting dat Frankrijk de Europese doelstelling niet snel genoeg zal bereiken, oefent de Europese Commissie
druk uit op Frankrijk om nog harder
in te grijpen.
De bezuinigingssuccesjes van
president Hollande en zijn ploeg
mogen de aandacht niet afleiden
van de problemen in het Franse
bedrijfsleven. In de ranglijst van
de Wereldbank – dat zakendoen
in landen meet – staat Frankrijk op
nummer 38 op de lijst van meest
concurrerende landen, net voor
Cyprus, maar na Armenië. Behalve
de problemen die het kost om een
bedrijf te starten, is het in Frankrijk
ook lastig om krediet te krijgen voor
ondernemingen en kosten vergunningaanvragen zeer veel tijd.
Ook in de concurrentieranglijst van The World Economic Forum gooit Frankrijk geen hoge
ogen. Met plaats 23 moet het landen als Zwitserland, Duitsland, de
VS en Nederland voor zich dulden.
Het rapport wijst de inflexibele arbeidsmarkt met strikte regels over
ontslag en aannemen, de belastingtarieven en het fiscale klimaat
aan als belangrijke pijnpunten. Dat
verklaart waarom Franse bedrijven
nu steeds meer naar kansen zoeken buiten de landsgrenzen.
Een overname van een Franse
onderneming, aan de andere kant,
kan gepaard gaan met vergaande
concessies op het gebied van de
werkgelegenheid. Recent heeft de
Franse overheid met nieuwe wetgeving meer zeggenschap weten
te verkrijgen als bepaalde Franse
Zonder goed
functionerende
Frans-Duitse
ruggengraat
is de eurozone
een economische
grootmacht op
wankele benen
bedrijven worden overgenomen
door buitenlandse partijen. General
Electric kan erover meepraten. Na
de geslaagde overnamepoging van
een deel van het Franse Alstom mag
het Amerikaanse conglomeraat
meteen een nieuwe aandeelhouder
verwelkomen: de Franse staat.
Duits voorbeeld
François Hollande heeft komende jaren de kans om wat te doen aan de
beroerde rapportcijfers. De voortekenen richting verandering zijn eigenlijk helemaal niet ongunstig. Vrees
voor dalende populariteit hoeft de
president niet meer te koesteren. De
liefde van de Franse kiezer voor een
president was nooit lager. Herverkiezing lijkt voor Hollande dan ook vrijwel uitgesloten, waarmee hij de handen vrij heeft om hard in te grijpen.
Heimelijk kan hij een voorbeeld nemen aan Gerhard Schröder, de Duitse kanselier die begin
deze eeuw met vergelijkbare problemen te kampen had. Het euroland werd gezien als de zieke man
van Europa, met dank aan de geldverslindende Duitse hereniging en
een vastgeroeste arbeidsmarkt.
Destijds was het de sociaaldemocraat Schröder die de weg richting
economische groei hervond na de
kostbare hereniging.
De bondskanselier maakte de
arbeidsmarkt flexibeler, versoberde
uitkeringen en hervormde het pensioenstelsel. Het bedrijfsleven won,
via het exportkanaal, aan internationaal terrein en de werkloosheid
nam af. Aan een herverkiezing
heeft het Schröder uiteindelijk niet
geholpen, maar inmiddels krijgt hij
wel de nodige waardering voor de
door hem geïnitieerde ingrepen in
de Duitse economie.
Frans-Duitse as
De eerste stappen heeft president
Hollande inmiddels gezet met een
nieuwe regering en de aanstelling
van enkele opmerkelijke raadgevers.
Zo is er de aanstelling van Laurence
Boone als adviseur, chef-econoom
bij de Amerikaanse Bank of America
en gekend critica van het beleid van
Hollande. In een recent opiniestuk
in de krant L’Opinion, toonde zij zich
voorstander van meer en verdere
Europese integratie, de groei van
eurosceptische partijen bij de Europese verkiezingen ten spijt.
Een verdere Europese integratie is ook waar de Europese Centrale Bank zich hard voor maakt. Het
was immers ECB-president Mario
Draghi die tijdens de hoogtijdagen
van de Europese staatsschuldencrisis de markten tot bedaren bracht.
Leenkosten daalden over de hele
linie, Frankrijk incluis.
Toch zijn het uiteindelijk de
lidstaten zelf die bepalend zijn voor
het voortbestaan van de eurozone.
Als tweede grootste economie van
de monetaire unie is Frankrijk een
belangrijke speler. De kloof met de
nummer een, Duitsland, is groot.
Dat verscherpt de verhoudingen
tussen beide lidstaten, maar is ook
een groeiend risico voor de eurozone. Zonder goed functionerende
Frans-Duitse ruggengraat is de
eurozone een economische grootmacht op wankele benen.
effect // juli 2014 - 51
grondstoffen Nieuwe regels en grondstofmarkten
Strengere regels moeten ervoor zorgen
dat banken minder risico’s nemen.
Paradoxaal genoeg kan deze nieuwe
regelgeving indirect meer reuring op de
grondstofmarkten veroorzaken.
Meer schokken op de
grondstofmarkten
ereldwijd hebben banken
afgelopen jaren
rigoureus in hun
personeelsbestand gesneden.
De hardste saneringen zijn misschien wel doorgevoerd in de bankdivisies die zich bezighielden met
handel in grondstoffen. Bij grote
banken als JP Morgan en Deutsche
Bank werden hele afdelingen in een
keer buiten de deur gezet, met als
gevolg een dramatische verandering van het machtsevenwicht op
de mondiale grondstofmarkten.
Decennialang hebben grondstofhandelaren van de grootste banken mee de muziek bepaald in de
grondstofwereld. Zij waren de partijen die producten hadden weten
te ontwikkelen om de risico’s voor
grondstofproducenten te beperken.
Risico’s
Bij de grondstoffenhandel zijn er
zowel operationele risico’s, prijsrisico’s als logistieke risico’s. Operationele risico’s kunnen ontstaan
wanneer bijvoorbeeld een oogst
mislukt of een mijnschacht instort
waardoor een producent niet aan
zijn leveringsverplichtingen kan
voldoen. De vaak lange doorlooptijd tussen productie en levering
52 - effect // juLi 2014
brengt ook prijsrisico’s met zich
mee. Grondstoffenhandel omvat
ook opslag en transport, beide
evenmin zonder risico.
Om dergelijke risico’s af te dekken of te ‘hedgen’, ontstond zowel
bij producent als afnemer behoefte
aan specifieke producten. Vanwege
het op maat gesneden karakter van
elke transactie waren bestaande
standaardproducten geen optie.
Maatwerk via zogenoemde Overthe-Counter of OTC-contracten en
gestructureerde producten boden
een oplossing. Dit was een kolfje
naar de hand van de bankensector,
die een nieuwe en lucratieve niche
had ontdekt. Bedrijven als Goldman Sachs, Citigroup, Deutsche
Bank, Morgan Stanley en JP Morgan bouwden op die manier een
dominante positie op in de mondiale grondstoffenhandel.
Daarnaast richtten ook grote
gediversifieerde grondstoffengroepen als Glencore en de meeste
grote energieconcerns handelsdivisies op. Deze activiteit vormt een
natuurlijk tegenwicht voor de cyclische fysieke grondstoffenproductie
en is in moeilijke tijden een ideale
diversificatie.
Via een systeem van Letters of
Credit konden afnemers aankoop,
transport en opslag financieren.
Sommige banken gingen nog een
stap verder en bouwden ook een
netwerk van fysieke grondstoffenactiva en opslagplaatsen uit. Vanaf
de jaren negentig begonnen ook
de gespecialiseerde handelshuizen aan hun opmars. Groepen als
Gunvor, Vitol, Trafigura en Mercuria
zijn niet zo bekend bij het brede
publiek, maar nemen wel een belangrijke plaats in de wereldwijde
grondstoffenhandel in.
Crisis en regels
De financiële crisis heeft aan die
situatie voor altijd een einde gemaakt. Veel banken moesten noodgedwongen aan het overheidsinfuus en vervolgens hun activiteiten
sterk inperken. Daarbij kwam ook
nog een veelheid aan nieuwe regels. De Basel-normen omvatten
De machtspositie
in de grondstoffenhandel
zal verschuiven
van zuiver
financiële
partijen naar
gespecialiseerde
handelaars
een geheel aan voorschriften waaraan banken moeten voldoen op
het vlak van kapitaaleisen en dus
solvabiliteit. Eerdere Basel-akkoorden bleken onvoldoende om de
kredietcrisis te voorkomen, en bij
de derde versie werden de regels
dan ook strenger. Basel III wordt pas
in 2018 helemaal van kracht, maar
verschillende overgangsmaatregelen zijn nu al in uitvoering. De kern
van Basel III is dat de hefbomen van
de bankbalansen moeten verkleinen. Dit gebeurt door een hoger
minimumkapitaal, strengere eisen
op het vlak van liquiditeit en een
maximale hefboomratio.
Het financieren van handelsactiviteiten is erg kapitaalintensief.
Dit betekent dat de kapitaaleisen
voor de banken de hoogte ingaan.
Het gevolg is dat er strenger zal
worden toegezien op onder meer
de toekenning van Letters of Credit voor de grondstoffenhandel.
De kostprijs van de financiering
die wel wordt toegestaan, wordt
hoger. Ook het aanhouden van een
fysiek netwerk van operationele
grondstoffenactiva wordt duurder,
doordat de benodigde hoeveelheid werkkapitaal stijgt.
Gespecialiseerde grondstoffenhandelaars kunnen deze gevolgen maar gedeeltelijk compen-
Tekst koen lauwers
seren omdat ze over veel minder
financiële slagkracht beschikken
dan de banken. Dit geldt vooral
voor de onafhankelijke spelers die
geen deel uitmaken van een grotere grondstoffengroep. Naast Basel III is er ook een aantal nieuwe
regels die specifiek de OTC-derivaten aanpakken. Deze regelgeving
omvat onder meer de Dodd-Frank
Act in de Verenigde Staten en Mifid in de Europese Unie. Het gaat
in hoofdzaak om strengere rapporteringseisen over de uitstaande
posities en de risico’s die daaraan
verbonden zijn.
De zogenoemde Volcker Rule,
een onderdeel van de Dodd-Frank
Act, legt beperkingen op aan Amerikaanse banken (en hun buitenlandse filialen) om speculatieve
investeringen te doen. Daarbij worden ook de activiteiten gerekend
die gelinkt zijn aan grondstoffen.
Naar aanleiding van een aantal
fraudeschandalen wordt het de
investeringsbanken ook verboden
om nog te handelen voor eigen
rekening. Dit geldt zowel voor financiële transacties (de zogeheten
papieren grondstoffenhandel in
termijncontracten) als voor transacties met fysieke grondstoffen. Dit
maakt dat het bezit van kapitaalverslindende fysieke grondstoffenactiva voor de banken nog minder
interessant wordt.
Machtsverschuiving
De gevolgen van deze reguleringsgolf werden al snel zichtbaar. Veel
banken trokken zich recent geheel
of gedeeltelijk terug uit de fysieke
grondstoffenhandel. Dit opent
tegelijk perspectieven voor de gespecialiseerde handelaars. Zo kocht
het Zwitserse Mercuria eerder dit
jaar de volledige fysieke grondstoffenactiviteit van JP Morgan voor
een bedrag van 3,5 miljard dollar.
Mercuria specialiseert zich met
name in energiehandel en verstevigt de marktpositie nu aanzienlijk.
Morgan Stanley verkocht zijn
Global Oil Merchant-afdeling aan
de Russische energiereus Rosneft.
Zo zijn er nog meer voorbeelden.
Deutsche Bank trekt zich terug
uit het dagelijkse goud- en zilverfixingproces.
roep om regulering
De dalende liquiditeit op de grondstoffenmarkten is een van de gevolgen van het terugtreden van
een aantal grote financiële spelers.
Met minder tegenpartijen verloopt
de prijsvorming ook stroever en
stijgt de kans op een hogere volatiliteit. Gespecialiseerde grondstoffenhandelaren zijn nu zo ongeveer
de enigen die de handel in risicoproducten op gang moeten houden. Hedging of het afdekken van
operationele en productierisico’s
wordt dus moeilijker en wellicht
ook duurder, omdat partijen buiten
de bankensector nu eenmaal minder eenvoudig toegang hebben
tot goedkoop kapitaal. Minder en/
of duurdere hedging betekent ook
dat de kredietrisico’s zullen groeien.
De machtspositie in de grondstoffenhandel zal naar verwachting
geleidelijk verschuiven van zuiver
financiële partijen voor wie grondstoffen een lucratieve niche waren
naar gespecialiseerde handelaars.
Omdat het geen banken betreft,
vallen deze partijen vaak niet onder de recente, strengere regelgeving, waarmee het effect van deze
regels afneemt. Er gaan dan ook
steeds meer stemmen op om ook
grondstoffenhandelaars te gaan
reguleren. Tot die tijd kunnen de
schokken op de grondstofmarkten
voor onaangename verrassingen
zorgen.
over de auteur
n Koen Lauwers is
onafhankelijk financieel
analist, gespecialiseerd
in grondstoffen
n L auwers heeft geen
belangen in genoemde
producten en bedrijven
effect // juLi 2014 - 53
stats
Hoe presteren
aandelen wereldwijd? Prestaties
en kansen in
enkele cijfers
Prestaties en
waardering
Baltic Dry Index
13 jul 2014
De grootste koersstijgers dit jaar
De scheepvaarttarieven voor het vervoer van bulkgoederen.
Graadmeter van de wereldhandel.
Koers, USD
peildatum
82,2%
2500
2000
52,5%
1500
47,4%
1138
1000
45%
42,1%
836
Arseus
Besi
S&P500 / Goud ratio
Neways
Aperam
0
‘13 ‘13 13 ‘13 ‘13 14 ‘14 ‘14 ‘14 ‘14 ‘14
13
jul ‘ aug sep okt‘ nov dec jan‘ feb mrt apr mei jun
Wessanen
500
S&P500 / Goud ratio
Relatieve waarderingsmaatstaf: prijs van de S&P 500 index ten
opzichte van de goudprijs.
1,8
Populair bij analisten
1,6
1,5
1,4
Hoogste verwachte
dividend
Het hoogste dividendrendement op
basis van analistenverwachtingen.*
1 ASMI 1,3
1,2
1 NSI
Dividend & rente
Het effectieve rendement van 10-jarige staatsobligatie versus het
verwachte dividendrendement van de AEX op basis van taxaties voor
de komende 12 maanden.
6,5%
2 Galapagos
2 Telegraaf
3 Kendrion
3 Ziggo
4 Delta Lloyd
5,8%
5 Wessanen
5 Corio
5,7%
4 Aperam
1
‘13 ‘13 13 ‘13 ‘13 14 ‘14 ‘14 ‘14 ‘14 ‘14
13
jul ‘ aug sep okt‘ nov dec jan‘ feb mrt apr mei jun
Percentage (%)
Welke aandelen worden het
gunstigst beoordeeld door
analisten?
6,4%
5,9%
De goedkoopste aandelen
Op basis van koers-winstverhouding.*
4
3,5
3
2,9
2,5
2
3
Div. r. (AEX)
Rente NL (10 jaar)
1,9
1,5
1
1,4
SBM
Ofshore
Delta
Lloyd
PostNL
Telegraaf
Aegon
7,0
7,2
9,0
9,3
9,3
‘13 ‘13 13 ‘13 ‘13 14 ‘14 ‘14 ‘14 ‘14 ‘14
13
jul ‘ aug sep okt‘ nov dec jan‘ feb mrt apr mei jun
*taxaties voor 2014. Bron: Bloomberg
54 - effect // juLi 2014
Valutaschommelingen
-2,5% Russische roebel
Sterker (+%) of zwakker (-%) ten opzichte
van de euro sinds de start van het jaar
HK $
$
0%
RU.r
1,1% Zwitserse frank
1,1% Hong Kong dollar
5,1% yen
£ ¥
1,1% dollar
ZW.f
6,3% Australische dollar
AUS $
4,4% pond
BR.r
7,4% Braziliaanse reaal
Prestaties belangrijkste beurzen wereldwijd
Rendement sinds start van het jaar (in lokale valuta)
Europa (Stoxx 600)
VS (S&P 500)
VK (FTSE 100)
Japan (Nikkei)
Zwitserland (SMI)
Hong Kong (Hang Seng)
Brazilië (Bovespa)
Australië (ASX 200)
Rusland (Micex)
Best presterende beurzen
Rendement sinds start van het jaar (in lokale valuta)
Merval Index (Argentinië)
PFTS Index (Oekraïne)
DFM General Index (Dubai)
63,6%
49,8%
36,2%
2,6%
6,2%
-0,9%
-6,9%
3,2%
-0,3%
6,5%
2,5%
-0,3%
Goedkoopste beurzen
Koers-winstverhouding van indices
op basis van verwachtingen van de
winst voor de komen 12 maanden.
PFTS Index (Oekraïne)
5,1
Micex Index (Rusland)
5,5
Blom Stock Index (Libanon) 7,1
14,3
Hoe duur is de AEX?
Koers-winstverhouding van de AEX
op basis van verwachtingen van de
winst voor de komen 12 maanden.
16,6
Hoe duur is de S&P 500?
Koers-winstverhouding van 500
belangrijkste Amerikaanse aandelen
op basis van verwachtingen van de
winst voor de komen 12 maanden.
14,7
Sentiment AEX
De verwachte beweeglijkheid van de
AEX volgens optiebeleggers (VAEX).
Vaak gezien als angstbarometer
van de beurs.
12,1
Sentiment S&P 500
De verwachte beweeglijkheid van
de S&P 500 volgens optiebeleggers
(VIX). Vaak gezien als angstbarometer van de beurs.
effect // juLi 2014 - 55
stats
Kerncijfers van de 75 grootste Nederlandse beursfonden. Een
overzicht van de bedrijven uit de AEX, AMX, AScX op basis van
rendement, analisten aanbevelingen, waardering en dividend.
peildatum
13 jul 2014
Legenda: ref. koers: referentiekoers gebruikt voor de data; rend. ytd: koersrendement vanaf start van het jaar; buy, hold, sell: respectievelijk het aantal koop-, houd- en verkoopadviezen; gem.: gewogen
gemiddelde analistenadviezen (buy 3 punten, hold 2 punten, sell 1 punt); k/w: koers-winstverhouding; div. & div.r.: dividend per aandeel en dividend rendement. *consensustaxaties. Bron: Bloomberg
Uitleg: Voor uitleg price/book, price/sales, EV/EBITDA, Leverage ratio, ROE, IGD ratio, NAV & bezittingsgraad, zie www.veb.net/stats
Koers & Rendement
Analisten aanbevelingen
Waardering
Verwacht dividend
Basismaterialen & Chemie
ref. koers
rend. ytd
price/book
price/sales
EV/EBITDA
AkzoNobel
€ 52,17
-7,4%
14
11
8
2,2
16,6
13,8
2,6
0,9
9,0
€ 1,49
2,9%
€ 1,59
3,0%
Aperam
€ 24,47
82,2%
13
2
1
2,8
42,1
19,6
0,9
0,5
9,6
€ 0,01
0,0%
€ 0,33
1,4%
buy
hold
sell
gem.
k/w14*
k/w15*
div.14*
div. r.14*
div.15*
div. r.15*
ArcelorMittal
€ 10,65
-17,9%
24
12
9
2,3
24,0
12,7
0,5
0,3
6,1
€ 0,17
1,6%
€ 0,22
2,1%
DSM
€ 50,24
-12,1%
16
15
3
2,4
16,8
14,0
1,4
1,0
10,0
€ 1,69
3,4%
€ 1,80
3,6%
OCI
€ 27,24
-16,8%
Bouw, Industrie & Infra
ref. koers
rend. ytd
Aalberts Industries
€ 23,08
-0,4%
7
5
0
2,6
14,6
12,6
€ 6,99
-9,7%
3
2
0
2,6
14,8
11,2
AMG
Arcadis
Ballast Nedam
BAM
Boskalis
2
buy
7
hold
1
sell
2,1
gem.
21,7
k/w14*
16,4
k/w15*
4,4
1,2
12,2
price/book
price/sales
EV/EBITDA
€ 0,21
2,5
1,3
10,1
€ 0,47
2,0%
€ 0,55
2,4%
1,9
0,2
5,3
€ 0,00
0,0%
€ 0,00
0,0%
div.14*
0,8%
div. r.14*
€ 0,52
div.15*
1,9%
div. r.15*
€ 24,45
-4,6%
6
4
1
2,5
14,1
12,6
3,0
0,7
10,3
€ 0,63
2,6%
€ 0,72
2,9%
€ 5,46
-27,9%
0
2
2
1,5
-
5,7
0,8
0,1
-
€ 0,06
1,1%
€ 0,45
8,2%
€ 2,30
-39,2%
3
8
2
2,1
12,4
6,8
0,7
0,1
9,7
€ 0,07
3,1%
€ 0,12
5,1%
€ 39,57
3,0%
6
8
0
2,4
14,3
12,8
1,9
1,3
7,1
€ 1,33
3,4%
€ 1,40
3,5%
Grontmij
€ 4,09
13,6%
4
3
2
2,2
24,6
16,1
2,1
0,3
11,4
€ 0,01
0,1%
€ 0,04
1,1%
Heijmans
€ 11,63
10,7%
5
4
1
2,4
17,3
9,6
0,7
0,1
11,3
€ 0,24
2,0%
€ 0,42
3,6%
€ 0,60
-71,9%
1
7
3
1,8
-
20,7
0,9
0,0
-
€ 0,00
0,0%
€ 0,00
0,0%
Kendrion
€ 24,55
2,9%
4
1
0
2,8
14,2
11,0
2,3
0,8
8,8
€ 0,66
2,7%
€ 0,83
3,4%
Nedap
€ 29,10
-3,0%
1
2
0
2,3
16,4
13,4
3,6
1,1
10,5
€ 1,29
4,4%
€ 1,55
5,3%
€ 5,50
5,4%
0
0
0
-
-
-
1,2
0,2
7,5
-
-
-
-
Ten Cate
€ 18,94
-17,3%
6
3
0
2,7
14,5
11,6
1,1
0,5
8,4
€ 0,52
2,7%
€ 0,59
3,1%
TKH
€ 23,82
-6,2%
5
3
0
2,6
12,8
11,6
2,5
0,8
10,6
€ 0,88
3,7%
€ 0,98
4,1%
Communicatie
ref. koers
rend. ytd
price/book
price/sales
EV/EBITDA
Imtech
Oranjewoud
buy
hold
sell
gem.
k/w14*
k/w15*
div.14*
div. r.14*
div.15*
div. r.15*
Brill
€ 25,20
13,8%
1
0
0
3,0
14,9
13,0
1,8
1,6
9,9
€ 1,18
4,7%
€ 1,16
4,6%
DocData
€ 18,57
14,2%
0
1
0
2,0
16,4
15,0
3,3
0,8
6,1
€ 0,68
3,7%
€ 0,75
4,0%
KPN
Reed Elsevier
€ 2,37
1,1%
11
16
6
2,2
30,8
27,2
1,9
0,9
6,8
€ 0,06
2,7%
€ 0,08
3,5%
€ 16,23
5,4%
12
11
4
2,3
15,4
14,5
8,0
1,6
6,6
€ 0,53
3,3%
€ 0,55
3,4%
€ 6,20
-31,9%
3
2
0
2,6
9,3
8,5
1,0
0,5
11,0
€ 0,40
6,4%
€ 0,43
6,9%
Wolters Kluwer
€ 20,68
-0,3%
8
13
6
2,1
13,3
12,5
3,9
1,7
8,8
€ 0,72
3,5%
€ 0,75
3,6%
Ziggo
€ 33,71
1,5%
3
15
1
2,1
20,7
19,2
5,1
4,3
11,1
€ 1,98
5,9%
€ 2,05
6,1%
Consumptie
ref. koers
rend. ytd
price/book
price/sales
EV/EBITDA
Telegraaf
buy
hold
sell
gem.
k/w14*
k/w15*
div.14*
div. r.14*
div.15*
div. r.15*
Accell
€ 13,61
1,6%
0
2
3
1,4
12,9
11,8
1,4
0,4
12,3
€ 0,52
3,8%
€ 0,56
4,1%
Acomo
€ 16,89
2,1%
0
5
0
2,0
13,3
12,7
3,0
0,7
10,9
€ 0,81
4,8%
€ 0,84
5,0%
Ahold
€ 13,33
2,6%
13
17
6
2,2
14,5
12,8
2,5
0,4
6,1
€ 0,48
3,6%
€ 0,52
3,9%
Beter Bed
€ 17,16
-2,6%
3
3
2
2,1
22,7
16,2
6,5
1,0
16,7
€ 0,53
3,1%
€ 0,69
4,0%
Heineken
€ 53,34
8,7%
12
16
7
2,1
18,2
16,2
2,7
1,6
10,3
€ 0,93
1,7%
€ 1,09
2,0%
Nutreco
€ 31,45
-12,9%
4
7
2
2,2
13,4
12,4
2,3
0,6
10,3
€ 1,04
3,3%
€ 1,12
3,6%
Sligro
€ 30,00
7,3%
5
4
0
2,6
15,7
14,0
2,3
0,5
9,8
€ 1,13
3,8%
€ 1,20
4,0%
Stern
€ 15,55
4,9%
1
1
0
2,5
12,1
10,8
0,6
0,1
7,4
-
-
€ 0,80
5,1%
Unilever
€ 31,36
7,1%
11
22
6
2,1
19,5
18,0
6,2
1,8
12,1
€ 1,08
3,4%
€ 1,15
3,7%
€ 4,03
42,1%
6
3
0
2,7
16,7
14,1
2,7
0,5
13,9
€ 0,09
2,1%
€ 0,12
2,9%
Wessanen
56 - effect // juli 2014
Koers & Rendement
Analisten aanbevelingen
Waardering
Verwacht dividend
Detachering
ref. koers
rend. ytd
price/book
price/sales
EV/EBITDA
Brunel
€ 20,41
-8,2%
5
6
0
2,5
16,7
14,3
3,6
0,8
11,8
€ 0,62
3,1%
€ 0,72
3,5%
€ 1,70
7,7%
1
0
0
3,0
11,3
10,6
2,0
1,1
32,7
€ 0,07
4,1%
€ 0,08
4,7%
Randstad
€ 36,85
-21,8%
12
11
4
2,3
13,9
11,6
2,2
0,4
12,0
€ 1,19
3,2%
€ 1,43
3,9%
USG
€ 10,42
7,6%
9
2
1
2,7
14,5
11,1
1,8
0,4
20,2
€ 0,25
2,4%
€ 0,34
3,2%
Energie
ref. koers
rend. ytd
price/book
price/sales
EV/EBITDA
Fugro
€ 32,81
-24,3%
2
8
6
1,8
13,0
10,6
1,4
1,1
7,8
€ 1,26
3,9%
€ 1,41
4,3%
SBM Offshore
€ 10,53
-28,9%
8
10
4
2,2
7,0
6,7
1,4
0,6
11,3
€ 0,13
1,2%
€ 0,19
1,8%
Shell
€ 30,06
16,0%
18
15
2
2,5
11,0
10,7
1,4
0,6
6,4
€ 1,38
4,6%
€ 1,42
4,7%
Logistiek
ref. koers
rend. ytd
price/book
price/sales
EV/EBITDA
€ 8,48
11,8%
13
15
5
2,2
19,7
6,7
2,4
0,1
5,0
€ 0,00
0,0%
€ 0,08
1,0%
€ 42,76
-2,0%
1
2
0
2,3
14,1
13,1
2,8
4,1
19,4
€ 1,27
3,0%
€ 1,46
3,4%
DPA
Air France-KLM
Hes Beheer
buy
hold
buy
sell
hold
buy
gem.
sell
hold
k/w14*
gem.
sell
k/w14*
gem.
k/w14*
k/w15*
k/w15*
k/w15*
div.14*
div.14*
div.14*
div. r.14*
div. r.14*
div. r.14*
div.15*
div. r.15*
div.15*
div. r.15*
div.15*
div. r.15*
PostNL
€ 4,16
0,3%
14
8
2
2,5
9,0
7,9
-
0,4
4,7
€ 0,00
0,0%
€ 0,00
0,0%
TNT Express
€ 6,41
-5,1%
9
7
10
2,0
19,5
14,0
1,4
0,5
10,9
€ 0,13
2,0%
€ 0,18
2,9%
Vopak
€ 33,16
-22,0%
3
11
4
1,9
15,7
14,6
2,4
3,3
9,6
€ 0,82
2,5%
€ 0,86
2,6%
Technologie
ref. koers
rend. ytd
price/book
price/sales
EV/EBITDA
ASMI
€ 29,96
25,1%
12
2
0
2,9
15,6
12,7
1,3
3,6
18,6
€ 0,52
1,7%
€ 0,50
1,7%
ASML
€ 67,42
-0,9%
25
13
5
2,5
24,3
17,8
4,3
5,1
19,6
€ 0,65
1,0%
€ 0,76
1,1%
buy
hold
sell
gem.
k/w14*
k/w15*
div.14*
div. r.14
div.15*
div. r.15*
Besi
€ 12,11
47,4%
3
2
0
2,6
10,6
9,8
1,8
1,7
13,2
€ 0,48
3,9%
€ 0,63
5,2%
Exact
€ 31,00
31,9%
4
3
0
2,6
23,7
21,5
7,4
3,3
14,7
€ 1,31
4,2%
€ 1,42
4,6%
Gemalto
€ 73,95
-7,6%
13
8
2
2,5
20,5
17,5
2,9
2,6
15,0
€ 0,41
0,5%
€ 0,45
0,6%
€ 5,15
8,6%
0
1
0
2,0
9,0
7,9
1,4
0,6
24,4
€ 0,23
4,5%
€ 0,26
5,0%
Neways
€ 9,35
52,5%
1
0
0
3,0
11,0
7,1
1,9
0,4
11,6
€ 0,26
2,8%
€ 0,39
4,2%
Ordina
€ 1,79
-5,8%
3
3
0
2,5
14,0
12,6
1,2
0,4
58,6
€ 0,02
0,8%
€ 0,06
3,3%
Philips
€ 23,15
-13,1%
17
17
1
2,5
15,8
13,0
1,9
0,9
7,4
€ 0,81
3,5%
€ 0,87
3,8%
€ 5,51
6,9%
2
10
6
1,8
20,5
21,8
1,4
1,3
8,2
€ 0,00
0,0%
€ 0,03
0,5%
Overig
ref. koers
rend. ytd
price/book
price/sales
EV/EBITDA
Arseus
€ 40,09
45,0%
4
2
1
2,4
19,6
17,2
2,6
3,2
17,8
€ 0,87
2,2%
€ 0,98
2,4%
Corbion
€ 14,56
-5,5%
6
3
1
2,5
19,9
18,2
1,8
1,4
11,4
€ 0,23
1,6%
€ 0,27
1,8%
Esperite
€ 1,79
3,2%
0
0
0
-
-
-
0,6
0,5
54,4
-
-
-
-
ICT
TomTom
buy
hold
sell
gem.
k/w14*
k/w15*
div.14*
div. r.14
div.15*
div. r.15*
Galapagos
€ 14,68
-4,1%
9
2
0
2,8
-
11,6
2,6
3,1
-
€ 0,00
0,0%
-
-
Value8
€ 11,05
40,6%
0
0
0
-
-
-
2,4
0,2
19,7
-
-
-
-
Koers & Rendement
Banken
ref. koers
Karakteristieken
rend. ytd
leverage
ratio
ROE
Analisten aanbevelingen
buy
hold
Waardering
sell
gem.
k/w14*
Verwacht dividend
k/w15*
price/book
div.14*
div. r.14*
div.15*
div. r.15*
€ 8,96
16,2%
13,4%
8,0%
4
3
1
2,4
11,8
10,7
1,5
€ 0,38
4,2%
€ 0,44
4,9%
ING
€ 10,08
-0,2%
4,9%
6,5%
22
10
2
2,6
9,5
8,2
0,9
€ 0,02
0,2%
€ 0,35
3,5%
Kas Bank
€ 10,37
6,3%
5,6%
6,8%
2
1
1
2,3
13,0
10,1
0,7
€ 0,57
5,5%
€ 0,85
8,2%
bezettingsgraad
buy
BinckBank
Vastgoed
ref. koers
rend. ytd
NAV
hold
sell
gem.
k/w14*
k/w15*
price/book
div.14*
div. r.14*
div.15*
div. r.15*
Corio
€ 36,21
11,1%
€ 39,8
94,0%
3
11
5
1,9
14,4
14,6
0,9
€ 2,08
5,7%
€ 2,10
5,8%
Eurocommercial Properties
€ 36,14
17,1%
€ 34,4
99,1%
4
8
1
2,2
18,1
17,7
1,1
€ 1,94
5,4%
€ 1,97
5,4%
Groothandelsgebouw
€ 38,30
2,7%
€ 47,7
88,6%
0
0
0
-
-
-
0,8
-
-
-
-
€ 4,74
3,0%
€ 5,9
77,7%
2
2
1
2,2
11,9
12,0
0,8
€ 0,31
6,5%
€ 0,31
6,5%
NSI
€ 205,85
10,5%
€ 154,6
96,4%
7
9
8
2,0
19,0
17,8
1,4
€ 9,43
4,6%
€ 10,03
4,9%
Vastned Retail
€ 37,90
14,9%
€ 43,6
96,5%
4
4
2
2,2
14,7
14,9
0,8
€ 2,15
5,7%
€ 2,21
5,8%
Wereldhave
€ 68,13
19,2%
€ 65,0
96,6%
1
9
3
1,8
19,8
17,6
1,1
€ 3,27
4,8%
€ 3,30
4,8%
rend. ytd
IGD ratio
ROE
Unibail-Rodamco
Verzekeraars
Aegon
Delta Lloyd
ref. koers
buy
hold
sell
gem.
k/w14*
k/w15*
price/book
div.14*
div. r.14*
div.15*
div. r.15*
€ 6,33
-7,7%
212,0%
7,0%
17
17
3
2,4
9,3
8,6
0,7
€ 0,23
3,7%
€ 0,26
4,1%
€ 17,88
-0,9%
184,0%
6,8%
12
7
1
2,6
7,2
7,4
1,3
€ 1,03
5,8%
€ 1,04
5,8%
effect // juli 2014 - 57
OEK 2014 >
NDERZ
> > >>
>V
EB
>
014
>>>
>>>
zoek
>>>>>> aVEB ONDERZ
> >>
>
E
onder B
014
K2
VEB ONDERZOEK 20
14
O
VEB
DER
ON
>>>
Redactie
Patrick Beijersbergen, Koos
Henning, Eric van den Hudding,
Jasper Jansen, Robert Rosenau,
Joost Schmets, David Tomic
K 2014 >>>>>> VEB O
ZOE
ND
ER
op zoek naar
patronen V
Beleggingsmagazine Effect
verschijnt maandelijks en is
een uitgave van de Vereniging
VEB NCVB. Abonnement via
lidmaatschap van de Vereniging
VEB NCVB.
E
ZO
vooruitblik 21 augustus
08
colofon Nr 07, 24 juli
Verder werkten mee aan
dit nummer:
VEB: Nessa Cherif, Paul Coenen,
Marianne Kraan, Errol Keyner,
Geert Koster, Niels Lemmers,
Jan Maarten Slagter, Michael
Westra
OEK
2
Extern: Paul Frentrop, Marc
Langeveld, Koen Lauwers, Gerben
van der Marel, Djaja Ottenhof,
Sheila Sitalsing, Wouter Weijand
Redactionele ondersteuning
en vormgeving
RedactiePartners MediaGroep
(www.redactiepartners.nl)
Annemarie van Aken, Pleuni
Hooghiemstra, Brad Kokke,
Wietske Rodenhuis, Harrald
Spooren, Carinde Stoffelsen,
Maaike Vries
Directie
mr. J.M. Slagter, directeur
ir. E. Keyner, adjunct-directeur
Raad van Toezicht
mr. S.E. Eisma, voorzitter,
mevr. A. Gram MBA, vice-voorzitter,
mr. P. Arlman, drs. M. Beijer,
prof. dr. L.R.T. van der Goot,
mr. P.C.M.M. Terporten,
drs. P.C.J. Warners RA
d
n
volge
er
numm
Geliefd onder particuliere beleggers,
gekraakt door de wetenschap. Over
nut en noodzaak van technische
analyse is het altijd goed twisten. Wat
zeggen de beleggingsrendementen?
Wij testten vier belangrijke technische
indicatoren op effectiviteit in de
afgelopen dertien jaar.
58 - effect // juli 2014
Vereniging VEB NCVB
Bureau Den Haag:
Postadres: Postbus 240,
2501 CE Den Haag
Bezoekadres: Amaliastraat 7,
2514 JC Den Haag
Tel. 070-3130000
fax 070-3130099
E-mail [email protected]
website www.veb.net
Geopend werkdagen
9.00–17.00 uur
Bureau Amsterdam:
Bezoekadres: Beursplein 5,
Amsterdam
E-mail [email protected]
website www.ncvb.nl
Geopend: ma., di., do.
Beleggersservice
Telefonisch spreekuur:
070-3130000
Maandag 10.00-13.00 uur
Donderdag 10.00-13.00 uur
Lidmaatschap
Het lidmaatschap van de Vereniging
VEB NCVB kost voor Nederland en
België € 72,50 (accept), voor landen
binnen Europa € 122,50 en voor
landen buiten Europa € 152,50
per jaar. Zie voor meer informatie
onze website www.veb.net/
lidmaatschap. U kunt zich
telefonisch opgeven bij het
secretariaat, tel. 070-3130000,
of via www.veb.net/lidworden.
Het rekeningnummer hiervoor is
44 70 100. Deze rekening is alleen
bestemd voor contributies. Het
lidmaatschap wordt automatisch
verlengd, tenzij uiterlijk vier weken
voor de vervaldatum schriftelijk
een opzegging is ontvangen. Voor
uitgebreide informatie over het
lidmaatschap en het doorgeven van
adreswijzigingen en opzeggingen
verwijzen wij u naar onze website,
www.veb.net/lidmaatschap.
Disclaimer
Deze editie is met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid samengesteld. De Vereniging
VEB NCVB aanvaardt echter geen enkele
aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen
die zouden kunnen voortvloeien uit het
gebruik van de in deze uitgave opgenomen
informatie. De Vereniging VEB NCVB behoudt
zich het recht voor aangeboden advertenties
te weigeren. Een in deze editie geplaatste
advertentie betekent geen aanbeveling van
de Vereniging VEB NCVB.
Teneinde de daaraan verbonden rechten ten
behoeve van de belangenbehartiging voor
haar leden uit te kunnen oefenen, houdt de
Vereniging VEB NCVB in alle in Nederland
genoteerde beursfondsen een belang van één
of enkele aandelen. De Vereniging VEB NCVB
houdt deze belangen voor lange termijn en
doet daarvan slechts afstand na daartoe door
een gerechtelijke uitspraak of anderszins
te zijn gedwongen. Tenzij anders vermeld
houden VEB-medewerkers geen belang in de
bedrijven of beleggingsproducten waar zij in
Effect of op de website over schrijven.
Druk
Roularta, België
Effect
ISSN 0165-6341
For tis belegger?
De VEB geeft niet op
VEB ACTIE FORTIS
Het falende management van
Fortis heeft voorafgaand aan
de nationalisatie fout op fout
gestapeld en beleggers
stelselmatig verkeerd of
onvolledig geïnformeerd.
Beleggers hebben daardoor
schade geleden.
De VEB strijdt nog steeds voor
compensatie voor
gedupeerde beleggers.
Had u aandelen Fortis? Meld
u dan direct aan en strijd
mee.
REGISTREER U NU VOOR NOG
OPENSTAANDE VEB ACTIES VIA:
WWW.VEB.NET/VEBACTIES
advertentie