Artikel 4x visie aftopping pensioen

4 x Visie
op aftopping pensioen
De 100k+ - regeling en de gevolgen hiervan, belicht vanuit verschillende invalshoeken.
Irene
Vermeeren
Rogier
Kerkhof
Partner
Pension Law
De Eerste Kamer heeft ingestemd
met verlaging van pensioenopbouw
en dat pensioen voor inkomens
boven €100.000 niet meer mogelijk
is. Werkgevers, sociale partners en
medewerkers moeten nu om tafel
om pensioenversobering voor eind
dit jaar handen en voeten te geven.
Dit vraagt om een gedegen voorbereiding. De consequenties, risico’s
en kansen voor u in beeld.
Besparingen vanuit overheidswege worden gerealiseerd, maar leiden tot een
verdere nivellering van topinkomens. De
maximering van pensioenopbouw op
100k heeft immers grote gevolgen voor
bovenmodale inkomens, hun partners en
nabestaanden alsmede arbeidsongeschikten. Vooralsnog blijft onduidelijk hoe het
alternatief voor pensioenopbouw voor
topinkomens, nettolijfrente in de tweede
pijler, exact wordt vormgegeven. Zo is nog
onduidelijk welke fiscale ruimte geboden zal worden en hoe dit vertaald wordt
naar de verplichte 10% premiebijdrage
door werkgever. De uitkomst volgt naar
verwachting in de loop van de zomer.
De daadwerkelijke omvang voor 100k
wordt daarmee naar voren geschoven. Dit
belemmert constructief overleg tussen
werkgevers en sociale partners én het aan
boord krijgen van de medewerkers. Een
zwaar onderhandelingstraject vanaf de
herfst tot ver in de feestmaand december
ligt in het vooruitzicht.
Tegenstelling
Het hete hangijzer zal daarbij niet alleen
tijdsdruk zijn, maar ook de wens van
Paul
van der Heide
Director Pension
& Actuarial Services
bij Hay Group
sociale partners en medewerkers om
compensatie voor de pensioenversobering. Hun instemming wordt niet ‘om
niet’ verkregen. Mogelijk wordt hiervoor
ruimte gezocht in de bestaande pensioenregelingen, bijvoorbeeld door het verlagen
van werknemerspremies of franchise. Het
verlagen van - met name - de franchise
is procentueel in het voordeel van inkomens onder- en modaal, zodat van inkomensoverheveling gesproken wordt. Voor
topinkomens is daarnaast een eenmalige
financiële compensatie niet ondenkbaar.
Compensatie staat echter haaks op de
gedachte achter pensioenversobering.
Doelstelling van pensioenversobering is
immers het realiseren van overheidsbesparingen en het verlagen van loonkosten.
Dit zou op termijn moeten leiden tot verbetering van de concurrentiepositie, meer
export en werkgelegenheid. Door pensioenversobering te compenseren, worden
voorgaande positieve effecten teniet gedaan. Deze tegenstelling komt hoe dan ook
ter sprake aan de onderhandelingstafel.
De afschaffing van pensioenopbouw
voor inkomen boven 100.000 is definitief, maar wat zijn de gevolgen? Het
sparen voor later zal vermoedelijk
worden omgezet naar een andere
wijze van vermogensopbouw, maar de
echte uitdaging ligt bij de dekkingen
voor arbeidsongeschiktheid en overlijden, stelt Rogier Kerkhof, Director
Pension & Actuarial Services bij Hay
Group.
Discussieer mee
Oplossingen
Op 8 juli en 10 juli staat, in samenwerking
met Hay Group, een drietal discussiebijeenkomsten gepland. Discussieer mee
met experts en tafelgenoten over de gevolgen van de pensioenwijzigingen voor uw
organisatie, de bijbehorende consultatieverplichtingen en invulling van compensatiemaatregelen.
Voor het spaargedeelte zijn er alternatieven. Bij het afdekken van de risico’s ligt dit
anders. Kerkhof: “De groep werknemers
die dit betreft is niet zo groot, dus het is de
vraag of het wel rendabel is als meerdere
uitvoerders producten aanbieden. Het is
nog niet duidelijk of dat juridisch kan en of
dat dan interessant is voor de werknemer.”
Belangrijk is helder te communiceren over
alle gevolgen. Vanuit goed werkgeverschap,
zorgplicht en juridisch oogpunt. “Als je
werknemers niet goed voorlicht kan er een
claim volgen.”
Onderzoek
Om marktinzicht te creëren is Hay Group
gestart met een breed feitenonderzoek om
te inventariseren wat werkgevers van plan
zijn te doen. Kerkhof: “Deze werknemers
zijn waardevol voor de organisatie en zijn
kritisch. Je moet dus een modus weten te
vinden waarin je zowel de groep als het individu tevreden stelt.”
GEVOLGEN
Stel dat een werkgever geen maatregelen
“Er is nog weinig bewustzijn bij werkgevers
en executives over de gevolgen van de nieuwe wetgeving”, zegt Kerkhof. “Ze schrikken
als je uitlegt hoe de situatie precies zit.” Hij
doelt hiermee op het wegvallen van risicodekkingen, wat onder andere gevolgen
heeft voor het nabestaandenpensioen. “Er
is een dramatische verlaging mogelijk tot
meer dan 50 procent. Het hele beloningspakket zal heroverwogen moeten worden,
wat een verandering in arbeidsvoorwaarden is, dus moeten werkgever en werknemer hierover overeenstemming bereiken.”
neemt. Hay Group rekende door wat de gevolgen
zijn voor een 45-jarige commercieel directeur
met een totaal vast inkomen van 200.000 euro.
Ouderdomspensioen als percentage van salaris
(dienstverband tot 67 jaar):
Huidig:
51%
Na wijziging:
26%
Effect:
- 48%
Nabestaandenpensioen vóór pensioendatum (bij
overlijden in 2015):
Huidig:
€80.877
Na wijziging:
€50.077
Effect:
- 38%
Bij arbeidsongeschiktheid is de procentuele terugval in inkomen op pensioendatum vergelijkbaar.
Effect op waarde arbeidsvoorwaardenpakket
(dienstverband tot 67 jaar):
Pensioenschade gemiddeld per jaar: € 41.000
Als percentage van salaris: -16%
(O.b.v. een middelloonregeling met een opbouw
van 2 procent)
Ruud
Sprenkels
Owner Nederlands
Pensioenbureau
De wetgever heeft bepaald:
Pensioen­opbouw moet worden versoberd en afgetopt op
€ 100.000,- salaris. Dit aftoppen is echter niet gebaseerd op
dwingend recht, maar op fiscale
wetgeving.. Deze aftopping kan
daarom door werkgevers niet
eenzijdig bij werknemers worden
afgedwongen. Men zal hierover
moeten onderhandelen. Voert de
werkgever de wijziging echter niet
tijdig door, dan loopt hij het risico,
dat de gehele pensioenaanspraak
(inclusief het in het verleden opgebouwde deel) in een keer wordt
belast. Hierboven op komt dan ook
nog een revisierente van 20%.
De werknemer wordt beschermd door
het arbeidsrecht. Hij moet instemmen
voordat de werkgever überhaupt iets
kan wijzigen. Immers, de pensioenovereenkomst wordt in negatieve zin aangepast. De Hoge Raad heeft al diverse
malen geoordeeld dat de werknemer
“ondubbelzinnig” instemming moet geven met wijzigingen in de arbeidsovereenkomst of de pensioenovereenkomst.
Dat houdt in, dat hij op de hoogte moet
zijn van alle korte en lange termijn effecten (rekening houdend met toekomstige salarisgroei). Pas wanneer hij alle
informatie heeft gehad en uitdrukkelijk
instemt, mag een werkgever erop vertrouwen dat de werknemer akkoord is.
Het op een rij zetten van de informatie
en vervolgens de werknemers voldoende tijd geven om de consequenties en
eventuele compensaties te overdenken,
vergt tijd. Gebeurd dit niet zorgvuldig
genoeg, dan kan de werknemer later
eventueel stellen dat sprake is van dwaling. Daarnaast zal de werknemer over
willen onderhandelen. Onderhandelingen onder tijdsdruk zijn lastig.
“Meer tijd zou de
zorgvuldigheid
zeker ten goede
­komen”
Praktische aspecten
Het is niet zozeer het feit dat pensioengevend inkomen wordt afgetopt dat
ons verontrust. Daar kunnen we wat
van vinden, maar dat is een gepasseerd
station. Het is meer de snelheid waarmee het gebeurd en het gemak waarmee de wetgever voorbij gaat aan de
praktische aspecten. Naast het feit dat
de werknemer en de werkgever nadere
afspraken moeten maken, moet ook de
pensioenuitvoerder nog tijdig de regeling aanpassen. Deze wordt echter geconfronteerd met een continue stroom
aan nieuwe regels die moeten worden
doorgevoerd. Kortom, iets meer tijd
zou de zorgvuldigheid zeker ten goede
komen.
Partner bij
Sprenkels &
Verschuren
Vanaf 1 januari 2015 is er binnen
de gangbare pensioenregelingen
geen pensioenopbouw meer mogelijk ­boven een salaris van €100.000
­(bedrag 2015).
Een werkgever kan ten aanzien van de huidige medewerkers de pensioenopbouw niet
zo maar eenzijdig verlagen. Een fiscale aanpassing is onvoldoende grond voor wijziging als deze tot een financieel voordeel van
de werkgever leidt. De werkgever zal daarom vaak aan de huidige medewerkers een
bepaalde vorm van compensatie moeten
toekennen voor het wegvallen van een deel
van de pensioenlasten van de werkgever.
Compensatie
Het toekennen van compensaties kan op
verschillende manieren worden vormgegeven. Bijvoorbeeld een gelijke procentuele
compensatie voor alle medewerkers met
een salaris boven de € 100.000 (doorsneepremie). Dit is uitvoeringstechnisch een
makkelijke oplossing. Jongeren zullen dan
echter naar verhouding meer gecompenseerd worden dan ouderen. Een andere
mogelijkheid is het compenseren op basis
van de werkelijke pensioenkosten (actuariële premie). Dit is lastiger in de uitvoering.
Een derde methodiek, die hierop lijkt, is
een leeftijdsafhankelijke compensatie op
basis van de fiscaal maximale premies die
binnen een beschikbare premieregeling
gestort mogen worden. Er zijn ook allerlei
tussenvarianten hierop mogelijk.
De compensatie kan toegekend worden
in de vorm van een (niet-pensioengevende) toeslag op het salaris. Het is echter
ook mogelijk de medewerkers in de gele-
genheid te stellen om de compensatie in
een nettolijfrente te storten. De werkgever
kan de medewerkers niet daartoe dwingen. Bij een nettolijfrente is de premie niet
aftrekbaar, maar is de uitkering onbelast.
Er is ook geen vermogensrendementsheffing verschuldigd. De nettolijfrente kan
als lijfrente, beleggingsrekening of bankspaarproduct bij een verzekeraar of bank
worden gesloten. De werkgever kan daarbij
wellicht collectiviteitskortingen bedingen.
Hiervoor zijn echter nog geen producten
beschikbaar en het is dus niet bekend of dit
voor de medewerkers interessant is.
“De nettolijfrente zal
ook door pensioenuitvoerders uitgevoerd
mogen worden ”
De mogelijkheid tot stortingen in de nettolijfrente wordt beperkt door fiscale maxima. Deze zijn op dit moment nog niet gepubliceerd, maar lopen naar verwachting
geleidelijk op van 2,736% op 20-jarige leeftijd naar 13,488 op 65-jarige leeftijd.
De nettolijfrente zal ook door pensioenuitvoerders (bijvoorbeeld een eigen pensioenfonds) uitgevoerd mogen worden.
Daartoe zullen nadere voorwaarden aan de
nettolijfrente gesteld worden.