Enquête (PDF, 681.08 Kb) - Algemene Directie Statistiek

Algemene Directie Statistiek en economische Informatie
Simon Bolivarlaan 30 - 1000 Brussel
ondernemingsnummer: 0314.595.348
http://economie.fgov.be - http://statbel.fgov.be
Enquête naar het gebruik van ICT
en e-commerce bij onderneminger 2014
Geachte mevrouw, geachte heer,
De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie organiseert jaarlijks een enquête
naar het gebruik van Informatie- en Communicatietechnologieën (ICT) in ondernemingen. De
concurrentiekracht en de productiviteit van de ondernemingen hangen namelijk hoe langer hoe
meer af van de efficiëntie, de relevantie en het gebruik van ICT. Het is dus noodzakelijk om
zicht te krijgen op de informaticaomgeving van de ondernemingen, op het gebruik dat ze maken
van internet en automatische informatie-uitwisseling, op hun houding tegenover elektronische
handel, enzovoort.
Uw onderneming werd geselecteerd om aan dit onderzoek deel te nemen. Uw medewerking is
voor ons namelijk belangrijk om representatieve gegevens te kunnen verzamelen. Het invullen
van dit formulier duurt gemiddeld een kwartier. Voor de meeste vragen hoeft u alleen “ja” of
“nee” aan te kruisen. Soms wordt er een percentage gevraagd: als u dat niet exact kunt geven,
volstaat een zo precies mogelijke schatting.
U kunt de enquête ook op het internet invullen. Om dat te doen, gaat u naar het volgende
internetadres: https://edatenq.economie.fgov.be/edatenq
Vervolgens logt u in met onderstaande parameters:
Identificatie:
Paswoord:
Mogen we u vragen deze vragenlijst binnen de twee weken ingevuld terug te sturen? U kunt
daarbij gebruik maken van de bijgevoegde enveloppe. Als u de vragenlijst inmiddels via
websurvey hebt ingevuld, hoeft u uiteraard geen rekening te houden met deze brief.
Alvast hartelijk bedankt voor uw medewerking.
Annie Versonnen
Directeur - generaal a.i.
Rechtsgrond: Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europese Parlement en de Raad van 21 april 2004.
Verordening (EG) nr. 1006/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009.
Heeft u vragen bij het invullen van dit formulier, dan kan u contact opnemen met
Harzé Josette: [email protected] • tel. 0800 96 206
Meer informatie over de enquête vindt u op: http://statbel.fgov.be/ict
Glossarium : http://statbel.fgov.be/ict
Een nederlandstalige versie van dit formulier vindt u op http://statbel.fgov.be/ict
Version française du formulaire téléchargeable à l’adresse suivante: http://statbel.fgov.be/ict
1
De vragen in deze vragenlijst gaan over de huidige situatie. Als een vraag over een andere periode gaat (bv. over het jaar 2013), dan
wordt dat aangegeven in de vraag zelf.
De vragen kunnen het best beantwoord worden door een ICT-verantwoordelijke.
Identificatiegegevens
Contactpersoon binnen de onderneming (voor deze enquête)
Naam
Functie
E-mail adres
Telefoon
Module A : gebruik van computers
A1.
Gebruikt uw onderneming computers (inclusief PC’s, laptops, tablets, smartphones, notebooks,…)?
Ja
A2.
Nee
→ Ga naar K
Hoeveel procent van het totaal aantal werkzame personen in uw onderneming gebruikt een computer voor het werk?
Als u het exacte percentage niet kent, volstaat een schatting
%
Module B : ICT-specialisten en -vaardigheden
B1.
Heeft uw onderneming ICT-specialisten in dienst?
ICT-specialisten zijn mensen met een hoofdactiviteit in het ICT-domein. Bijvoorbeeld: ontwikkelen, installeren, ondersteunen, onderhouden en beheren van informatiesystemen of informaticatoepassingen.
B2.
Ja
Nee
Bood uw onderneming in 2013 opleidingen aan om de ICT-vaardigheden van het personeel (verder) te ontwikkelen?
Ja
a) Opleidingen voor ICT-specialisten.................................................................................................................... Duid ‘Nee’ aan als uw onderneming in 2013 geen ICT-specialisten in dienst had
Ja
b) Opleidingen voor ander personeel.................................................................................................................... B3. Nam uw onderneming in 2013 ICT-specialisten in dienst of heeft uw onderneming dat geprobeerd?
Ja
B4. Had uw onderneming in 2013 vacatures voor ICT-specialisten die moeilijk ingevuld geraakten?
Ja
2
Nee
Nee
Nee
→ Ga naar C1
Nee
Module C : toegang tot en gebruik van internet
C1.
Heeft uw onderneming toegang tot internet?
Ja
Nee
→ Ga naar E1
C2.
Hoeveel procent van het totaal aantal werkzame personen in uw onderneming gebruikt een computer met internettoegang voor het werk (inclusief internettoegang via PC’s, laptops, tablets, smartphones,…)?
Als u het exacte percentage niet kent, volstaat een schatting.
%
Gebruik van een vaste breedbandverbinding voor zakelijk gebruik
C3.
Gebruikt uw onderneming een internetverbinding van het type DSL of een andere vaste breedbandverbinding?
(bv. ADSL, SDSL, VDSL; optische-vezeltechnologie (FTTH), kabeltechnologie, wifi, WiMax, ...)
C4.
Ja
Nee
→ Ga naar C5
Wat is de contractueel afgesproken maximale downloadsnelheid van de snelste internetverbinding in uw onderneming?
(1 byte = 8 bit). Duid slechts één antwoord aan
a) Minder dan 2 MB/s.........................................................................................................................................................
b) Minstens 2 maar minder dan 10 MB/s..........................................................................................................
c) Minstens 10 maar minder dan 30 MB/s.......................................................................................................
d) Minstens 30 maar minder dan 100 MB/s....................................................................................................
e) Minstens 100 MB/s........................................................................................................................................................
Gebruik van een mobiele internetverbinding voor zakelijk gebruik
= het gebruik van draagbare toestellen met internetverbinding via mobiele telefonienetwerken. De onderneming voorziet de draagbare
toestellen voor zakelijk gebruik en betaalt deels of volledig het abonnement en de gebruikskosten.
Opgelet: als de internetverbinding uitsluitend via een draadloos netwerk zoals wifi kan worden gemaakt en niet via mobiele telefonienetwerken, antwoord dan ‘nee’.
C5. Gebruikt uw onderneming de volgende types mobiele internetverbinding (via het mobiele telefonienetwerk) voor de toegang tot internet?
Ja
Nee
a) Mobiele breedbandverbinding via een draagbaar toestel via mobiele telefonienetwerken
(3G of 4G) (bv. via een laptop, smartphone, tablet,…)........................................................................................................... b) Andere mobiele verbinding (bv. GSM, GPRS, EDGE,…)....................................................................................................... C6.
Hoeveel procent van het totaal aantal werkzame personen in uw onderneming gebruikt voor het werk een draagbaar toestel van de onderneming met een internetverbinding via het mobiele telefonienetwerk?
(bv. laptop, smartphone, tablet, PDA,…)
Als u het exacte percentage niet kent, volstaat een schatting.
%
Gebruik van een website
C7.
Heeft uw onderneming een website?
C8.
Ja
Nee
→ Ga naar C9
Had uw website een van de volgende voorzieningen?
Ja
a) Beschrijving van goederen of diensten, prijslijsten............................................................................................................................................. b) Bestellingen, reserveringen of boekingen via internet (bv. een winkelmandje).......................................................................... c) Mogelijkheid voor bezoekers om via internet goederen of diensten te personaliseren of te ontwerpen............... d) Gepersonaliseerde inhoud op de website voor regelmatige/terugkerende bezoekers......................................................... e) Elektronische indiening van klachten. (bv. via e-mail, webformulier,…)............................................................................................. Nee
Overig gebruik van internet
C9.
Betaalt uw onderneming voor advertenties op het internet?
Nee
(bv. advertenties op zoekmachines, op sociale media, op andere websites,…)
Ja
3
Module D : gebruik van cloudcomputingdiensten
Cloud computing (of Cloud) betekent hier informaticadiensten op internet voor toegang tot software, rekencapaciteit, opslagruimte,
enzovoort. De diensten moeten alle volgende eigenschappen bevatten:
- ze worden geleverd door informaticaservers van providers;
- ze zijn makkelijk uit te breiden of te beperken (bijvoorbeeld aantal gebruikers of wijziging van opslagruimte);
- eens ze geïnstalleerd zijn, kunnen ze worden gebruikt “op vraag” van de gebruiker, zonder menselijke interactie met de
provider;
- ze zijn betalend, ofwel door de gebruiker, ofwel volgens de gebruikte capaciteit, of ze zijn voorafbetaald;
Cloud computing kan verbindingen omvatten via een virtueel privénetwerk (VPN, Virtual Private Network).
D1.
Koopt uw onderneming cloudcomputingdiensten aan? (uitgezonderd gratis diensten) Ja
D2.
a) E-mail als cloudcomputingdienst......................................................................................................................................................................................
b) Kantoorsoftware (tekstverwerker, spreadsheet,…) als cloudcomputingdienst............................................................................
c) Hosting van de databank(en) van het bedrijf als cloudcomputingdienst............................................................................................
d) Opslaan van bestanden als cloudcomputingdienst.............................................................................................................................................
e) Softwaretoepassingen voor financieel beheer of boekhouding als cloudcomputingdienst...............................................
f) Beheer van klantengegevens (customer relationship management — CRM)
als cloudcomputingdienst........................................................................................................................................................................................................
g) Computervermogen (resource server) waarop de eigen software van het bedrijf draait
als cloudcomputingdienst........................................................................................................................................................................................................
D4.
a) Risico van een inbreuk op de beveiliging.....................................................................................................................................................................
b) Problemen met de toegang tot gegevens of software......................................................................................................................................
c) Problemen bij opzegging van abonnement bij of veranderen van dienstverlener
(waaronder bezorgdheid over de overdracht van gegevens)..........................................................................................................................
d) Onzekerheid over de locatie van de gegevens.........................................................................................................................................................
e) Onzekerheid over de toepasselijke wetgeving, bevoegde rechtbank,
geschillenbeslechtingsmechanismes............................................................................................................................................................................
f) Hoge kosten voor de aankoop van cloudcomputingdiensten.......................................................................................................................
g) Onvoldoende kennis van cloud computing.................................................................................................................................................................
D5.
Nee
Ja
Nee
Hebben onderstaande factoren het gebruik van cloudcomputingdiensten door uw onderneming beperkt?
(uitgezonderd gratis diensten)
Ja
Koopt uw onderneming cloudcomputingdiensten (behalve gratis clouddiensten) geleverd door:
a) Informaticaservers die worden gedeeld met andere ondernemingen?.............................................................................................
b) Informaticaservers die uitsluitend voor uw onderneming bedoeld zijn?...........................................................................................
→ Ga naar D5
Koopt uw onderneming een van de volgende cloudcomputingdiensten aan? (uitgezonderd gratis diensten)
D3.
Nee
Ja
Nee
→ Ga naar E1
Hebben onderstaande factoren het gebruik van cloudcomputingdiensten door uw onderneming verhinderd?
(uitgezonderd gratis diensten)
Duid ‘Nee’ aan als cloud computing niet op u van toepassing is.
a) Risico van een inbreuk op de beveiliging.....................................................................................................................................................................
b) Onzekerheid over de locatie van de gegevens.........................................................................................................................................................
c) Onzekerheid over de toepasselijke wetgeving, bevoegde rechtbank, geschillenbeslechtingsmechanisme........
d) Hoge kosten voor de aankoop van cloudcomputingdiensten......................................................................................................................
e) Onvoldoende kennis van cloud computing.................................................................................................................................................................
4
Ja
Nee
Module E : automatische gegevensuitwisseling binnen uw onderneming
E1.
Gebruikt uw onderneming een ERP-softwarepakket? Een ERP (Enterprise Resource Planning) -softwarepakket wordt gebruikt voor het delen van informatie tussen de verschillende afdelingen van uw onderneming (bv. boekhouding, planning, productie, marketing,…)
Ja
Nee
E2.
Gebruikt uw onderneming een CRM-softwaretoepassing om:
(CRM - Customer Relationschip Managment)
a) Klantengegevens te verzamelen, te bewaren en ter beschikking te stellen van verschillende
Ja
afdelingen binnen uw onderneming.................................................................................................................................................................................. b) Klantengegevens te analyseren voor marketingdoeleinden (vb. prijsstelling, promotieacties, keuze van
distributiekanalen,...) .................................................................................................................................................................................................................. Nee
Module F : gebruik van EDI-berichten geschikt voor automatische verwerking
EDI (Electronic Data Interchange) is een geautomatiseerde, elektronische gegevensuitwisseling tussen ICT-systemen van uw bedrijf
en die van derden. Het betreft de verzending en/of ontvangst van berichten (bv. bestellingen, facturen, betalingstransacties, productbeschrijvingen, vervoersdocumenten, belastingaangiften) in een standaardformaat geschikt voor automatische verwerking (bv. EDI,
EDIFACT,ODETTE, TRADACOMS, XML, xCBL, cXML, ebXML).
Uitgezonderd handgetypte afzonderlijke berichten.
F1.
Verzendt of ontvangt uw onderneming EDI-berichten voor:
a) Het verzenden van betalingsopdrachten aan financiële instellingen (bv. Zoomit,…)...............................................................
b) Het verzenden of ontvangen van gegevens aan/van overheden (bv. belastingaangiften, statistische
gegevens, import-/exportaangiftes, jaarverslagen als XBRL-databestanden, Intervat met XML-bestand,...)...
Ja
Nee
Module G : elektronische uitwisseling van informatie over het beheer van de toeleveringsketen
(SCM - Supply Chain Managment)
= het elektronisch uitwisselen van allerlei informatie met leveranciers en/of klanten over de beschikbaarheid, de productie, de ontwikkeling, de levering en de verdeling van producten of diensten.
De informatie kan uitgewisseld worden via websites of via andere systemen van elektronische gevensuitwisseling (type EDI).
Uitgezonderd handgetypte e-mails.
G1. Wisselt uw onderneming elektronisch informatie uit met haar leveranciers of klanten over het beheer van de
toeleveringsketen (SCM)? (informatie over voorraden, productieplannen, organisatie of voortgang van geleverde diensten, vraagprognoses of voortgang van leveringen)
Ja
Nee
G2.
→ Ga naar H1
Hoe wisselt uw onderneming elektronisch informatie uit over het beheer van de toeleveringsketen (SCM)?
a) Via websites (bedrijfswebsite, website van zakenpartners) of webportalen...................................................................................
b) Via elektronische uitwisseling van informatie geschikt voor automatische verwerking
(bv. EDI, XML, Edifact, …)...........................................................................................................................................................................................................
5
Ja
Nee
Module H : gebruik van radiofrequentie-identificatietechnologieën (RFID)
Radio Frequency Identification (RFID)-technologie is een automatische identificatiemethode om vanop afstand informatie op te slaan en
te lezen van zogenaamde RFID-tags of RFID-transponders ;
Een RFID-tag is een apparaatje dat op of in producten of voorwerpen kan worden aangebracht en dat gegevens uitzendt via radiogolven.
H1.
Gebruikt uw onderneming RFID-instrumenten voor een van de volgende zaken:
a) Persoonsidentificatie of toegangscontrole.................................................................................................................................................................
b) Als onderdeel van het productie- en leveringsproces (toezicht op en controle van industriële productie,
toeleveringsketen en opvolgen van voorraden, service-, onderhouds- of activabeheer) ....................................................
c) Voor productidentificatie na het productieproces (bv. diefstal- en namaakpreventie,
informatie over allergenen).....................................................................................................................................................................................................
Ja
Nee
Module I: elektronische facturatie
Facturen kunnen uitgewisseld worden in papieren vorm of onder elektronische vorm.
Er bestaan twee verschillende soorten elektronische facturen:
- E-facturen, elektronische facturen in een standaardformaat geschikt voor automatische verwerking (bv. EDI, XML, UDL). Ze kunnen rechtstreeks worden uitgewisseld tussen leveranciers en klanten, via dienstverleners of via elektronisch bankieren;
- Facturen in elektronisch formaat die niet geschikt zijn voor automatische verwerking (mail, mail met bijlage in PDF-, JPEG-, TIFF-, of ander formaat)
I1. Heeft uw onderneming in 2013 elektronische facturen aan andere ondernemingen of aan overheden verzonden?
Ja
Nee
→ Ga naar I3
I2. Hoeveel procent van alle facturen die uw onderneming in 2013 verzonden heeft aan andere ondernemingen of overheden,
werd verzonden als:
Als u het exacte percentage niet kent, volstaat een schatting.
a) E-facturen in een standaardformaat geschikt voor automatische verwerking (bv. EDI, UBL, XML,…)..........................
b) Facturen in elektronisch formaat niet geschikt voor automatische verwerking.
%
(bv. mail, mail met bijlage in PDF-, JPEG-, TIFF-, of ander formaat)........................................................................................................
%
%
c) Alleen in papieren vorm...................................................................................................................................................................................................................
TOTAAL 1 0 0 %
I3.
Hoeveel procent van alle facturen die uw onderneming in 2013 ontving, werd ontvangen als:
Als u het exacte percentage niet kent, volstaat een schatting.
a) E-facturen in een standaardformaat geschikt voor automatische verwerking (bv. EDI, UBL, XML,…) .........................
b) Facturen in papieren vorm of facturen in elektronisch formaat niet geschikt voor automatische
verwerking. (bv. mail, mail met bijlage in PDF-, JPEG-, TIFF-, of ander formaat)........................................................................
%
%
TOTAAL 1 0 0 %
6
Module J: e-commerce
E-commerce is de verkoop of aankoop van goederen of diensten via een computernetwerk, via methodes die specifiek ontworpen werden
voor het ontvangen of plaatsen van bestellingen.
De betaling en uiteindelijke levering van de goederen of diensten hoeven niet online te gebeuren.
Uitgezonderd bestellingen via handgetypte e-mails.
E-commerce: verkoop
Gelieve in de volgende vragen een onderscheid te maken tussen webverkoop en EDI-verkoop.
Webverkoop
= verkoop via een onlinewinkel (webshop) of via webformulieren op een website of een extranet.
J1. Ontving uw onderneming in 2013 bestellingen voor goederen of diensten via een website?
(uitgezonderd hangetypte e-mails)
Ja
Nee
→ Ga naar J5
J2.
Op welk percentage van de totale omzet van uw onderneming schat u de verkopen die in 2013 het gevolg waren van een
bestelling via een website?
%
J3.
Op welk percentage van de totale omzet van uw onderneming schat u per type klant de verkopen die in 2013 het gevolg waren
van een bestelling via een website? (schattingen in percentage van de monetaire waarde, excl. BTW)
a) Business to Customer- B2C (verkoop aan particulieren) ..................................................................................................................................
b) Business to Business - B2B (verkoop aan andere ondernemingen) en Business to Government - B2G
%
(verkoop aan overheden)...............................................................................................................................................................................................................
J4.
%
1 0 0 %
Welke betalingswijzen aanvaardt uw onderneming voor haar webverkopen?
a) Online betalingssystemen, betaling geïntegreerd in bestelproces (bv. bankkaart, kredietkaart,
Ja
PayPal, Moneybookers, ...) .................................................................................................................................................................................................... b) Offline betalingssystemen (bv. alle betalingsmogelijkheden bij levering, overschrijving, cheque, …)...................... Nee
EDI-verkoop
= verkoop via EDI-berichten (Electronic Data Interchange) in een standaardformaat geschikt voor automatische verwerking
(bv. EDIFACT,UBL, XML,...) Uitgezonderd handgetypte afzonderlijke berichten.
J5.
Ontving uw onderneming in 2013 bestellingen voor goederen of diensten via EDI-berichten?
Ja
J6.
Nee
→ Ga naar J7
Op welk percentage van de totale omzet van de onderneming schat u de verkopen die in 2013 het gevolg
waren van een bestelling via EDI-berichten
7
%
E-commerce: aankoop
= aankopen
- via een onlinewinkel (webwinkel) of via webformulieren op een website of een extranet van een andere onderneming
- of via EDI-berichten (EDI: Electronic Data Interchange): berichten in een standaardformaat geschikt voor automatische
verwerking (bv. EDIFACT, UBL, XML enzovoort)
Uitgezonderd handgetypte afzonderlijke berichten.
Aankopen van goederen of diensten bevatten de waarde van alle goederen en diensten die tijdens de
waarnemingsperiode voor herverkoop of consumptie in het productieproces werden aangekocht, behalve investeringsgoederen waarvan
de consumptie wordt beschouwd als consumptie van vaste activa.
J7. Plaatste uw onderneming in 2013 bestellingen voor goederen of diensten via een website of EDI-berichten?
(uitgezonderd handgetypte e-mails)
Ja
Nee
→ Ga naar K
J8. Was de waarde van de bestellingen die uw onderneming in 2013 elektronisch plaatste hoger of gelijk aan 1% van de waarde van de totale aankopen? (in geldwaarde, exclusief BTW)
Ja
Nee
Module K : Schatting van de benodigde tijd om de enquête te beantwoorden
We zouden graag de werklast inschatten voor het invullen van dit enquêteformulier. Kan u een schatting geven van de tijd die u nodig had om de vragen in dit formulier te beantwoorden? (in minuten).
De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie dankt u
voor uw welwillende medewerking.
Enquête Naar het gebruik van ICT
en e-commerce bij de ondernemingen 2014
8
minuten