D-1181 DGG Werkconferentie Gespreksagenda Goederenvervoerbeleid 2 april 2001 Directoraat-Generaal Informatie en Documentatie Postbus 20904 2500 EX Den Haag tel. 070-3511361 / fax. 070-3511362 Werkconferentie Gespreksagenda Goederenvervoerbeleid 2 april 2001 Ministerie van verkeer en waterstaat s5fe- Directoraat-Generaal Goederenvervoer Directie Algemeen Beleid Aan - Deelnemers werkconferentie 2 april NWP/Gespreksagenda - DGG-ers Onderwerp Verslag werkconferentie 2 april: Gespreksagenda goederenvervoer Geachte heer, mevrouw April is goed gestart. Maar liefst 200 mensen waren aanwezig op de werkconferentie Gespreksagenda goederenvervoerbeleid. Een geweldige opkomst, die aantoont dat u bereid bent mee te denken en bouwen aan een effectief goederenvervoerbeleid. Ik wil u allemaal nogmaals hartelijk bedanken voor uw aanwezigheid. Zelf vond ik het een uitermate geslaagde bijeenkomst. Vooral het feit dat het gelukt is om met zoveel mensen toch heel concreet onderdelen van de Gespreksagenda uit te werken, vind ik een hele prestatie. Voor mijn gevoel is nu de gezamenlijke uitwerking van het beleid voor het goederenvervoer uit net Nationaal Verkeer en Vervoer Plan ook werkelijk begonnen. Velen van u hebben aangegeven betrokken te willen blijven bij de verdere uitwerking van het goederenvervoerbeleid. Dat zal zeker gebeuren. Ik hoop dat u met eenzelfde enthousiasme en daadkracht voort blijft bouwen aan het goederenvervoerbeleid als u heeft laten zien op de werkconferentie. Wij zullen dat zeker doen ! Ik heb beloofd dat u een verslag krijgt van de gehele werkconferentie. We hebben dit vrij uitvoerig gedaan, zodat u alles nog eens kunt teruglezen. Dus ook van de sessies waar u niet bij aanwezig hebt kunnen zijn. De perforaties maken het mogelijk om dit verslag eventueel op te nemen in uw Gespreksagenda Goederenvervoerbeleid. Met vriendelijke groet, DE DIRECTEUR-GENERAAL GOEDERENVERVOER Afdeling Strategie Vervoer & Economie Telefoon (070) 351 6171 Postbus 20904, 2500 EX DEN HAAG Artillerie, Nieuwe Uitleg 1, 2514 BP Den Haag Internet www.minvenw.nl/dgg/dgg Telefax (070) 351 1888 Bereikbaar vanaf CS met tramlijnen 1,9 of 16 en buslijn 18. Vanaf HS met tramlijnen 9 of 12 (lijn 12 vanaf CS als lijn 16) en buslijn 18. Inhoudsopgave 1. Introductie van de Directeur-Generaal Goederenvervoer, Ir. B. Westerduin: NVVP & Gespreksagenda proces 2. Speech van de plv. Directeur Goederenvervoer, Drs. F.J.P. Heuer: Inhoud Gespreksagenda & inspraak NVVP 3. Kleine foto-impressie van de dag 4. Verslag werksessies: verslag & en sheets • Goederenvervoer vanuit maatschappelijk perspectief: agendering goederenvervoer • Bereikbaarheid: een samenhangend en optimaal benut infrastructuurnetwerk • Regionaal en lokaal goederenvervoer: gebiedsgericht goederenvervoerbeleid • Verantwoord ondernemen en marktordening: kwaliteit door vervoerders en verladers • Prijsbeleid • Nederland Innovatie Land: logistieke en technologische vernieuwing • (Inter)nationale agenda: milieu, veiligheid en economie Opzet externe werkconferentie 2 april 11.45 -12.45 uur Inloop en lunch Plenair: • inleiding Bram • Inleiding Fred 12.45 -13.30 uur Per gespreksonderwerp een werksessie 13.45 -15.00 uur Inleiding programmatrckker 15 minuten Discussie in subgroepen 45 minuten Gezamenlijk conclusie trekken 10 minuten Pauze Herhaling werksessies Plenaire afsluiting met panel (DT en 4 externe deelnemers 15. 00 -15.30 uur 15.30 - 16.45 uur 17.00 -17.30 uur 17.30 -18.30 uur Borrel Introductie van de Directeur-Generaal Goederenvervoer: I r . B.Westerduin NVVP <& Gespreksagenda: proces Introductie van de Directeur-Generaal Goederenvervoer: ir. B.Westerduin NVVP-proces - Gespreksagenda Welkom. Goed dat u vandaag met zo velen bent. Want vandaag willen we de eerste stap zetten in de gezamenlijke uitwerking van het goederenvervoerbeleid uit het NVVP. Eind vorig jaar heeft u naast een Beleidsvoornemen NVVP ook een Gespreksagenda Goederenvervoerbeleid ontvangen. We hebben voor de Gespreksagenda van u al veel waardering ontvangen... maar ook vragen. Vragen over hoe verhoudt zich die Gespreksagenda tot het NVVP. Om dat uit te leggen wil ik u vertellen hoe we nu verder gaan met het NVVP en over de redenen waarom wij een Gespreksagenda hebben uitgebracht. • Eerst iets over het NVVP. Velen van u hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in te spreken op het beleidsvoornemen NVVP. De inspraak-periode is nu afgelopen. Dat betekent ook dat de werkconferentie van vandaag niet meer gebruikt kan worden om in te spreken op het NVVP. Die mogelijkheid is voorbij. Hoe gaan we dan nu verder? De inspraak wordt weergegeven in Deel 2 van het NVVP. Hierin staat de gebundelde inspraak en een samenvatting op hoofdlijnen. Deel 2 verschijnt gelijktijdig met deel 3 van het NVVP: het Kabinetsstandpunt, Noteert u maar vast 22 mei in uw agenda. Dan komt het NVVP deel 3 uit. Sheet proces NVVP deel 3 We zijn nu hard aan het werk aan een concept deel 3 van het NVVP. Tot die 22 e mei moet nog een heel besluitvormingstraject worden doorlopen. Gesproken wordt met regionale overheden en andere departementen, waarna via het ambtelijk proces (intern VenW, RPC, ICES) het concept deel 3 wordt voorgelegd aan de ministerraad. Het gaat in deze periode niet alleen om de inhoud van deel 3 maar ook om zaken als de financiën, zoals bijvoorbeeld de ICES-gelden. In deel 3 zijn elementen van uw inspraak meegenomen. Een aantal onderwerpen zijn verder aangescherpt en geactualiseerd (o,a. prijsbeleid en decentralisatie). In de maanden na het verschijnen van het NVVP deel 3 zal de Tweede Kamer zich buigen over het kabinetsstandpunt. Zij doet dit via hoorzittingen, waarbij ongetwijfeld ook sommige van de hier aanwezige organisaties zullen worden uitgenodigd. Uiteindelijk volgt bekendmaking in de Staatscourant en terinzagelegging. Het gaat dan om het PKB deel. Dit is dan Deel 4 van het NVVP Nog één ding over het NVVP. Iets dat, zo bleek uit een aantal voorgesprekken, nog niet voor iedereen duidelijk is. Deel C van het NVVP, waarin alle concrete beleidsacties, agendapunten en onderzoeken zijn opgenomen, verschijnt na vaststelling van het NVVP iedere twee jaar. We noemen dit dan ook de flexibele beleidsagenda van het rijk. We leven in een dynamische samenleving en daar past niet meer in dat we beleidacties voor 10 jaar vastleggen. Dit is dus een verandering t.o.v. het SVV-2. Nu de Gespreksagenda... Wij hebben de Gespreksagenda uitgebracht als middel om samen met U de uitwerking en de uitvoering van het NVVP beleid voor het goederenvervoer te realiseren. Dit is niet zomaar iets. Dit is voor ons - en hopelijk ook voor U - een vernieuwende wijze waarop wij beleid denken te kunnen realiseren. Niet alleen de meer integrale aanpak valt dan op. Maar ook dat de Gespreksagenda bedoeld is om met u in discussie te gaan, om met u afspraken te maken over: wat is nu echt belangrijk en wie doet wat. U heeft ons vaak laten weten dat beleid vaak teveel in mooie woorden blijft steken. Met de Gespreksagenda-aanpak hopen we u meer garanties te bieden voor een succesvolle en gezamenlijke uitvoering van het NVVP. Twee jaar na het verschijnen van het NVVP komt er een nieuwe beleidsagenda van het rijk uit. Wij willen dan samen met u kunnen zeggen: 0 dat we NVVP acties hebben gerealiseerd; 0 dat we NVVP agendapunten hebben weten om te zetten in daden; 0 maar ook dat we nieuwe beleidsvoorstellen hebben kunnen formuleren om te komen tot een verbetering van bereikbaarheid, veiligheid en duurzaamheid sheet: Gespreksagenda bestaat uit twee delen U heeft waarschijnlijk wel gezien dat de Gespreksagenda uit twee delen bestaat. Een deel visie en ambities, dat vooral is te beschouwen als een toelichting en verdere uitwerking van de algemene goederenvervoer-teksten uit het NVVP. Het NVVP gaat in op de hoofdlijnen over het totale Verkeer en vervoerbeleid. Goederenvervoerbeleid komt wel aan de orde, maar veel ruimte voor toelichting is er dan natuurlijk niet. De toelichting in de Gespreksagenda is dan ook te zien als een soort extra service aan u. Het tweede deel bestaat uit de Gespreksonderwerpen. We hebben hierin alle beleidsvoorstellen uit deel C van het NVVP gebundeld in aansprekende thema's. Dit zijn de pakketten die we de aankomende jaren met u verder willen uitwerken en uitvoeren. Vorig jaar hebben we met een aantal van u gesproken of dit de belangrijkste gespreksonderwerpen waren. Dat bleek het geval. Vandaag staat in het teken van de gezamenlijke uitwerking van het goederenvervoerbeleid van het NVVP. We doen dit aan de hand van de Gespreksonderwerpen uit de Gespreksagenda. Eigenlijk is het vandaag een startbijeenkomst. Maar hier zal Fred Heuer verder op in gaan. Ik wens u een succesvolle en leuke dag.... oces I •Bespreking Gpneept diel3 ir. " Introductie van de plv Directeur-Generaal Goederenvervoer: Drs. F.J.P Heuer Inhoud Gespreksagenda & inspraak NVVP Speech van de plv. Directeur-Generaal Goederenvervoer: drs. F.J.P Heuer Inhoud Gespreksagenda - inspraak N W P SHEET 1:TITELSHEET Bram Westerduin heeft u net verteld waarom we de Gespreksagenda hebben uitgebracht. Ik wil de Gespreksagenda-onderwerpen met u langslopen en zal daarbij ook ingaan op uw opmerkingen uit de inspraak. SHEET 2: HOE KIJKT OVERHEID NAAR GOEDERENVERVOER Het goederenvervoer is geen doel op zich, maar heeft een belangrijke functie voor de economie en de samenleving. We zien nog te vaak dat discussie over goederenvervoer gevoerd worden over tonnen, modal split, files en prijzen. Terwijl de discussie eigenlijk vooral zou moeten gaan over: wat betekent dit voor de maatschappelijke functie van het goederenvervoer. Hoe kijkt de overheid naar Goederenvervoerbeleid ? • De functie voor de consument: is geregeld dat de schappen vol zijn, "brood, beleg en de krant op de juiste plaats en tijd in het land" ? • De functie voor de producent: is geregeld dat bedrijven de goederen krijgen die ze nodig hebben om te kunnen draaien ? • Of er sprake is van een positieve bijdrage aan de balans van welvaart en welzijn. Uiteraard kan er een forse spanning zitten tussen die drie functies. SHEET 3: MAAR...STERKE GROEI GOEDERENVERVOER Prognoses tot 2020 voorspellen groei van 30% tot meer dan 100% (afhankelijk van CPB scenario). NVVP prognoses geven aan dat zonder NVVP beleid we in 2020 3 x zoveel voertuigverliesuren hebben als nu (personen & goederen). De vraag is: • Kan het vervoersysteem deze groei aan? • Kan de samenleving de groei dragen? Met het NVVP denken we de functie van het goederenvervoer te kunnen waarborgen. De visie= een vervoersefficiënte economie, waarbij het aantal transportkilometers minder snel toeneemt dan de economische groei. Met als hoofddoelen: een betere bereikbaarheid, en een efficiënter, veiliger en duurzamer goederenvervoersysteem. Voor de uitwerking en uitvoering van dit beleid heeft DGG het middel van de Gespreksagenda ingezet. SHEET 4: ACCENTEN NVVP/GESPREKSAGENDA In het NVVP zijn een aantal nieuwe accenten neergezet. Ook voor het goederenvervoer beleid. Ik wil die nu even met u doornemen. 1. Het centraal stellen van de functie van het goederenvervoer voor de samenleving betekent: • dat het beleid zich richt op de toegevoegde waarde voor de samenleving en niet op tonnen verplaatste goederen. • logisch is dan ook dat het beleid niet alleen de vervoerders centraal stelt maar vooral de verladers en de consumenten. • ook dat VenW minder vanuit aanbod en meer vanuit vraag zal redeneren. 2. Mobiliteit mag: dus niet meer de SVV-2 doelstellingen t.a.v. groeibeperking. • Mobiliteit mag betekent ook dat VenW a priori geen voorkeur heeft voor bepaalde modaliteiten. Dat we niet de ene modaliteit zullen afknijpen ten faveure van een andere. Uitzonderingen zijn natuurlijk mogelijk, als het gaat om bewezen milieu- of veiligheidsvoordelen. • Mobiliteit mag betekent respect voor de keuzen van burgers en bedrijven, maar dan wel op basis van reële prijzen. 3. Zakelijke verdeling verantwoordelijkheden: niet alles is een rijksprobleem en veel beleid kan effectiever op een ander niveau dan rijk worden aangepakt. Daarom: • discussie over decentralisatie taken en middelen • maar ook steeds meer onderwerpen Europees aanpakken • en meer verantwoordelijkheden neerleggen bij marktpartijen. SHEET 5: GESPREKSONDERWERPEN GESPREKSAGENDA & INSPRAAK Ik had beloofd specifiek aandacht te besteden aan uw inspraakreacties op het NVVP. Eerst wat algemene opmerkingen uit de inspraak: 1. Het NVVP wordt op hoofdlijnen door meerderheid insprekers positief beoordeeld. Maar er zijn ook een aantal kanttekeningen geplaatst. 2. Een aantal van u vindt dat het NVVP te weinig aandacht besteed aan goederenvervoer (SNM,TLN, EVO, VNO...). Een aantal partijen geeft aan dat de Gespreksagenda wel genoeg integrale visie biedt op het goederenvervoer, maar dat de status van die Gespreksagenda in het NVVP onduidelijk is. => Wij hopen dat we door in het NVVP een heldere relatie te leggen naar de Gespreksagenda goederenvervoerbeleid dit punt ondervangen. Bovendien zijn heren der teksten aangescherpt, mede door uw opmerkingen. 3. Balans bereikbaarheid-veiligheid en duurzaamheid: ontevredenheid bij milieu- en veiligheidsorganisaties. NVVP zou teveel gericht zijn op het bereikbaarheidsprobleem en te weinig op wat betekent het NVVP voor milieu en veiligheid, => Het is ons wel degelijk ernst met de veiligheids- en milieuproblematiek II U zult ook zien dat we in de gespreksonderwerpen bewust gekozen hebben om veiligheid en milieu integraal mee te nemen in de beleidspakketten. Ik kom hier later nog op terug. 4. Een specifiek punt is de integratie van het structuurschema Buisleidingen in het NVVP: De PKB structuurschema buisleidingen wordt overgedragen van EZ naar VenW. De PKB zal geïntegreerd worden in het NVVP. Verschillende partijen geven aan dat de huidige wijze waarop SBUI is geïntegreerd niet voldoet. Zo zouden de PKB kaarten niet overeen komen met de huidige situatie. => opmerkingen uit de inspraak zijn ter harte genomen. We denken dat nu in deel 3 van het NVVP werkelijk kan worden gesproken van een goede integratie van SBUI in het NVVP. Nu naar de gespreksonderwerpen van de Gespreksagenda Goederenvervoer vanuit maatschappelijk perspectief Dit project wil partijen bij elkaar brengen om meer overeenstemming en onderbouwing te vinden over de maatschappelijke functie van het goederenvervoer. Het uiteindelijke doel is om - niet het goederenvervoer maar die maatschappelijke functie effectief te kunnen agenderen. => Dit onderwerp is in de Gespreksagenda gekomen na een aantal gesprekken met een aantal van u tijdens de totstandkoming van de Gespreksagenda. NB: NIPO Bereikbaarheid: Een samenhangend en optimaal benut infrastructuur netwerk Het goederenvervoer groeit sterk. Hoe kan het netwerk dit aan? En als ik netwerk zeg bedoel ik natuurlijk het gehele multimodale netwerk, inclusief de terminals. U heeft het waarschijnlijk al in de Gespreksagenda gelezen: voor dit onderwerp hebben we een waslijst met voorgenomen beleid. We willen samen met u bepalen welke hiervan de belangrijkste zijn. Inspraak Bereikbaarheid: veel opmerkingen over infrastructuur. Nog onduidelijkheid over het criterium trajectsnelheid (60km per uur gemiddeld over bepaalde trajecten in de spits) en een aantal partijen dringen aan op uitwerking kwaliteitsnet goederenvervoer. => In het NVVP deel 3 is het criterium trajectsnelheid verder verduidelijkt. Inspraak over modal shift beleid Vooral vanuit binnenvaartorganisaties is sterk ingezet op voortzetten modal shift beleid. Andere organisaties geven juist aan blij te zijn met afzwakken modal shift beleid. => Uitgangspunt is dat VenW geen a priori voorkeur heeft voor bepaalde modaliteiten. Omdat geen enkele modaliteit op alle punten van het algemeen belang het beste scoort. Maar het VenW terminalbeleid wordt natuurlijk voortgezet. Modal shift gaat om het efficiënt benutten van het infrastructuurnetwerk en om keuzemogelijkheden voor verladers. SHEET 6: GESPREKSONDERWERPEN GESPREKSAGENDA Regionaal en Lokaal Goederenvervoer: Gebiedsgericht goederenvervoerbeleid Een duidelijke omwenteling in het goederenvervoerbeleid: van lange afstandsvervoer en achterlandverbindingen naar meer de regionale en lokale problematiek. Twee redenen om sterk in te zetten op regionaal en lokaal goederenvervoer: 1. veel knelpunten en oplossingen liggen op regionaal-lokaal schaalniveau 2. regionale bestuurders zouden meer aandacht moeten geven aan goederenvervoerbeleid Inspraak regionaal en lokaal goederenvervoer: • Vervoerders, verladers, SER advies, maar ook sommige regionale overheden benadrukken het belang van goederenvervoerbeleid voor het stedelijk gebied. • TLN,EVO, VNO benadrukken uitvoeren logistieke toets bij vestiging van bedrijvigheid. =* Mobiliteitstoets wordt sterker aangezet in NVVP deel 3 => Ruimtelijk beleid is beter afgestemd met 5e nota Verantwoord ondernemen en marktordening: Kwaliteit door vervoerders en verladers U bent bekend met de vaak zeer gedetailleerde regelgeving voor bedrijven. Dit heeft geleid tot grote handhavingslast, symptoombestrijding, geen prikkels voor innovatie en irritatie bij het bedrijfsleven. Er zijn alternatieven...maar alleen als het bedrijfsleven meer verantwoordelijkheid neemt. Het gaat dan vooral om • Het ontwikkelen van kwaliteits-, milieu- en veiligheidszorgsystemen binnen bedrijven en in de omgeving van bedrijven; Dan zorgt het rijk voor: • duidelijke en heldere regelgeving; • een eenduidige visie op de rollen en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen. Inspraak verantwoord ondernemen: brede omarming van transportpreventie (SNM, EVO, VNO). => Teksten in het NVVP zijn aangepast aan de laatste ontwikkelingen. Zo wordt transportpreventie nu ook Europees geagendeerd. En zijn we op weg naar concrete samenwerkings-afspraken. Inspraak t.a.v. markt-overheid: verdeelde reacties. Zo zijn er partijen die vrezen dat het rijk naast de bestaande regelgeving ook allerlei verplichtingen oplegt aan de transportsector voor handhaving. Andere partijen zijn juist tevreden dat de overheid zich meer richt op de hoofdlijnen en meer aan de markt overlaat hoe de doelen het meest efficiënt kunnen worden bereikt. Prijsbeleid: Een compleet prijskaartje. Een van de duidelijke ankerpunten van het NVVP. Het gaat hierom prijsbeleid voor alle modaliteiten. Waarin vaste kosten worden gevariabiliseerd, marginale infra-kosten worden doorberekend en uiteindelijk ook milieu- en veiligheidskosten worden geïnternaliseerd. Met name op de korte termijn zijn hier de ontwikkelingen in Duitsland interessant. Daar is men bezig met een km-heffing voor het wegtransport. Inspraak prijsbeleid: merendeel insprekers stemt in met hoofdlijnen prijsbeleid voor alle modaliteiten maar wel onder voorwaarden. • moet wel voor alle modaliteiten gelijktijdig worden ingevoerd, anders concurrentievervalsing • moet wel rekening houden met de internationale concurrentiepositie ! Wel duidelijke weerstand vanuit binnenvaartorganisaties. => teksten prijsbeleid zijn geactualiseerd. Kern is hetzelfde gebleven. Ook voor de binnenvaart. SHEET 7: GESPREKSONDERWERPEN GESPREKSAGENDA & INSPRAAK Nederland Innovatieland: Logistieke en technologische vernieuwing NVVP-ambities zijn alleen waar te maken door maximaal gebruik te maken van mogelijkheden innovatie. Dit zal altijd maatwerk zijn. We zullen hier ook moeten kiezen: Wat zijn de speerpunten ? Wat kan de markt? Wat kan de overheid? Wat kunnen kennis-instituten? Inspraak innovatie: veel partijen benadrukken het belang van ICT. Sommige partijen spreken hun zorg uit over de ontwikkeling van e-commerce en de effecten op het goederenvervoer => VenW onderschrijft deze punten. Geen aanleiding tot wijziging tekst NVVP. => E-commerce is een belangrijk aandachtsveld binnen dit Gespreksagenda-onderwerp (Inter)nationale agenda: Milieu, veiligheid en economie DGG opereert goed in die internationale omgeving. Maar het kan beter. Trefwoorden zijn samenwerking, heldere doelstellingen, prioritering, weten wat wanneer bereikt dient te worden. Speerpunten zijn: • realiseren en vasthouden van een level playing field; • verwezenlijken van normen voor schoon, stil en veilig; • een duidelijke strategie (bijvoorbeeld coalities met buurlanden). Inspraak agenda milieu, veiligheid en economie: beleid tegen Verzuring en broeikaseffect wordt als onvoldoende beoordeeld. => CO2 aanpak is gebonden aan internationale afspraken en die voeren we uit. Bij verzuring (Nox) hebben we al veel bereikt met succesvolle maatregelen en kijken we nu naast wegvervoer ook sterk naar bijvoorbeeld de binnenvaart. In de binnenvaart gaan we, als we bijvoorbeeld retrofit voor scheepsmotoren realiseren, sterke vooruitgang boeken. SHEET 8: WANNEER ZIJN WE TEVREDEN? Vandaag is de start van de gezamenlijke uitwerking van het NVVP goederenvervoerbeleid. U moet het gevoel hebben dat Verkeer en Waterstaat de goede onderwerpen oppakt en open staat voor uw inbreng. Ik wil aan het einde van de dag kunnen zeggen dat we vandaag gezamenlijk op weg zijn gegaan. Dat er een duidelijke bereidheid is om samen het NVVP uit te werken en uit te voeren. Dat uiteindelijk het resultaat van onze samenwerking een meer vervoersefficiënte economie is. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Goederenvervoer 1 • .'• ! • i * . -1 .-•- ': .• l * • • * * • ' • - . i . Voor S • . Voor { üijdrajge aan'F s e{ r *: * .":."S|>a " " '. i : ^ ^ ? ^ii^vC - ' :i Ilereikbaarhitid en een cftlcicnl. vcilijj on thiur/uum g<v<.lcrcnvcrvi>cis\sk'eni -••.-.•" "• .1»•}••'•:•-••..• .. . . • ' ; • :.T'"';"iLï:. ' " • • r - '.'. • ; :::3^-\ v - v - v ' * • : . • • ' . ' . • ••"•„.• • W'i.-irtif • 1 ';iifir ii lpi.iij; ••.••i.-,;:cir verl.iclers t:ii 0'j!'M;.n icr-tOi OI'rlIc; t ) V - " ' M ' C ' 11 . * I ^ i. S! !< ! '•"•Mi iIil'-'U'ii " ! i f , on ::••• : ' . • . . • • ' ;.-..- .. ,?,-•• •!:.• ; ; 'i\ - . - . - • ; • • • • • • • • . • • . ' J » f T - . - . • •(•••> • • • . • > • • • i • ' : . •> ' • ! •• t • _" f ;• • ' - , j ",£ •' "*" ' '»' i i l ! * * " • ' . * ^V, *v/'rt . " . ./ '",' \. *" . . * '1i";i!:'.\ * 1 ï '*!'•* '. ' }'Z •/*•:" . '• '*• * ' '* Kleine impressie van de dag Werksessie Goederenvervoer 'm Maatschappelijk Perspectief: Agendering goederenvervoer Projectleider: •-3 Dhr. Drs. M.P.W. van Biezen Verslag werksessie Goederenvervoer in maatschappelijk Perspectief: Agendering goederenvervoer De projectleider (Maarten van Biezen) geeft een inleiding op het project. Hij benadrukt dat het hier gaat om een nog gezamenlijk op te zetten project waarover de aankomende maanden met u wordt gesproken: wat is probleemstelling, doel, producten en wijze van aanpak. Hoofdlijn is dat goederenvervoer discussies veelal 'incrowd discussies' zijn die nog te vaak gaan over tonnen goederen, modal split en files en te weinig over wat betekent goederenvervoer voor de samenleving (voor consumenten en producenten, voor de balans tussen welvaart en welzijn). Bovendien zien we dat in discussies over goederenvervoer veel stellingen en cijfers circuleren die elkaar tegenspreken. Hierdoor bestaat het risico dat kansen en bedreigingen voor de maatschappelijke functie van het goederenvervoer niet goed op de agenda staan van overheden, politiek, bedrijfsleven. Dit project heeft als doel een zakelijke en effectieve agendering van het goederenvervoer te realiseren (met meer overeenstemming tussen partijen) De opkomst voor deze werksessie was groot (86 personen). De werksessie is na een inleiding over het project gesplitst in twee deelsessies. In de eerste werksessie werd ingegaan op de vraag welk beeld de deelnemers hebben over de functie van het goederenvervoer. Deze sessie werd geleid door Corien Wortmann (plv. Directeur Vervoerssectoren). De tweede deelsessie ging vooral in op het agenderingsprobleem zelf: De sessie werd geleid door Maarten van Biezen (projectleider van het project). Belangrijke vragen daarbij: is er sprake is van een agenderingsprobleem? Wat houdt dat in? Waar treden dergelijke problemen op en waardoor worden ze veroorzaakt? Hieronder volgen de belangrijkste uitkomsten van de werksessies: EERSTE SESSIE: FUNCTIE GOEDERENVERVOER In totaal hebben op 2 april 5 kleine groepjes gediscussieerd aan de hand van het selecteren van 3 foto's uit een set van 35 foto's over de functie van het goederenvervoer. Opvallende conclusie: bijna ieder groepje selecteerde foto van consumenten(producten). Ook vaak geselecteerd waren foto's die de internationale functie van het goederenvervoer benadrukten en foto's gerelateerd aan de negatieve effecten van het goederenvervoer. Welke functies heeft het goederenvervoer: 1. een brenger van nationale welvaart, maar ook van welzijn: bijdrage aan een vitale economie is daarbij een veel gehoorde kreet. In de uitwerking benadrukt men vooral dat de gebruiker in een economisch systeem (consument, producent) op tijd beleverd moet worden. Brengen van producten naar consument, levert een directe bijdrage aan het maatschappelijk en economisch functioneren. Een klein deel van de groep benadrukt dat ook het transport zelf geld verdient voor Nederland 2. functie heeft duidelijk een (negatief) effect op de omgeving, met name als het gaat om de ruimtelijke component en vervuiling 3. innovatie in goederenvervoer: in de sector zelf zit enorm veel intelligentie, die functie moet veel meer uitgebaat worden, innovatie in het goederenvervoer is een belangrijk thema Belangrijkste aandachts-/discussiepunten: Algemeen: • vervoer van buisleiding dient geïntegreerd te worden in bredere vervoersnetwerken om op die manier functie van het goederenvervoer te kunnen waarborgen • we moeten af van JIT: gevolg hiervan is een stortvloed aan bestelwagens, functie moet veel meer door slimme oplossingen in logistiek worden gewaarborgd, maar ook door regelgeving te veranderen/versoepelen. Als voorbeeld de venstertijden. • goederenvervoer heeft een heel duidelijke functie voor de Nederlandse export: duidelijk is te zien dat bij een vervoersverbod i.v.m. MKZ de gehele export van vlees volkomen stil ligt. • ten opzichte van het buitenland hebben wij een relatief efficiënt systeem, dit wordt ieder jaar efficiënter door allerlei nieuwe technologieën, logistieke innovaties, etc, de spanning met alsmaar toenemende groei in relatie met leefbaarheid en veiligheid is echter een belangrijk aandachtspunt • de consumentenvraag is alles bepalend: vraag naar transport is hier een afgeleide van, de negatieve effecten van de vraag naar transport moeten we echter zien te beperken. Daarnaast moeten we kritisch kijken naar (complexe) regelgeving die invloed heeft op de vraag naar transport: het voorbeeld van de Parmaham werd genoemd. Toekomst NDL: • moeten we ons als land richten op Nederland regieland, of kunnen we dat niet omdat een groot deel van die regiefunctie in handen is van grote buitenlandse ondernemingen. Daarentegen zijn er ook sectoren waar wij wel de regie direct in handen hebben: zoals de confectie-industrie en landbouwsector. • hoe om te gaan met regierol (software) vs. feitelijk transportwerk (hardware), in Nederland kunnen we wel roepen dat we meer die regiorol naar ons toe willen trekken, maar de hardware kant blijft noodzakelijk. Aan de andere kant zouden we veel meer het 'beroep' vervoersmakelaar moeten promoten: soort figuur die al de vraagstukken van de verlader ten aanzien van zijn vervoerswensen uit handen neemt. • moeten we niet uitgaan van het feit dat we een delta-economie zijn, we hebben nou eenmaal de functie van doorvoerland voor het achterland van Europa. Belangrijk daarin is ons te richten op een vitale economische ontwikkeling, wat zijn daarin de sterke punten voor de toekomst, en is de transportsector daarin van belang? of zijn we op weg naar een knooppunteconomie? Internationale functie • benadering functie goederenvervoer in dit project heeft een hoog nationaal karakter. Functie vanuit internationaal perspectief bekijken is onderbelicht. In dit project zou expliciet stil moeten worden gestaan bij internationale vs. nationale functie van het goederenvervoer. • waar is het werkgelegenheidsaspect van de goederenvervoersector, goederenvervoer heeft in dat opzichte ook een functie te vervullen • we kunnen wel zeggen dat goederenvervoer Nederland geld oplevert, maar komt de TW van de transportsector zelf wel in Nederland terecht. Zijn de grote regisseurs zijn allemaal buitenlandse (Duitse, Amerikaanse) mega-bedrijven? • als we praten over de functie van het goederenvervoer moeten we ook naar de internationale component ervan kijken. • in een geïndustrialiseerde (productie) omgeving is afzet van goederen, en dus de transportfunctie evident. Daarnaast fungeert Nederland historisch gezien als doorvoerland voor de rest van Europa: de vraag is of we hier voor blijven kiezen of dat dit geografisch nou eenmaal bepaald is en ook zo zal blijven. TWEEDE SESSIE: AGENDERINGSPROBLEEM Agendering van de maatschappelijke functies van goederenvervoer en kansen en bedreigingen daarvan is in de werkgroepen als probleem onderkend. Op de volgende punten werd door de deelnemers een agenderingsprobleem geconstateerd: 1. • • • • • Het maatschappelijk belang van goederenvervoer mainport-gerelateerde stromen (stedelijke) distributie regels voor milieu, leefomgeving en veiligheid versus bereikbaarheid en economie relatie regelgeving - transport(preventie) communicatie over en kennis van goederenvervoer 2. Gelijke concurrentie tussen modaliteiten (level playing field) sectorproblemen: • spoor: marktwerking, relatie technische harmonisering in EU op vervoerders, belemmerende lokale regels • water • in Europese Unie: harmoniseren wetten en regels, gelijktijdigheid van invoering 3. • • • Samenwerking en taakverdelingen tussen stakeholders: beleid van Ministeries (behoefte aan een gemeenschappelijke visie op goederenvervoer) beleid regionale en lokale overheden (oog voor goederenvervoer) beleid marktpartijen (rolverdeling overheid - markt) 4. • • • Middelen ter verbetering van de bereikbaarheid (voorkomen verkeersinfarct): infrastructuur: lange procedures voor realisatie, publiek-private financiering doel en effect prijsbeleid middelen ter verbetering bereikbaarheid binnensteden 5. Effecten nieuwe economie op efficiëntie goederenvervoer Opmerkelijkste uitspraken: • 'Hoe overdragen en overtuigen we een breed publiek van de functie van goederenvervoer?' 'Belang goederenvervoer vaststellen, helder communiceren door het breed neer te zetten, bezien vanuit de maatschappij. Nu nog ontbreken hèt idee en de financiële middelen' 'We hebben een grote pot PR-geld nodig' 'Feiten en cijfers, in combinatie met een brede bemarkting. Breed is niet alleen vervoerders en V&W, maar ook verladers en andere overheden.' 'Goederenvervoer: besproken en bemarkt binnen kleine wereld. Een wereld van circa 300 mensen.' 'Men begrijpt ons niet' 'Die 300 mensen zijn vooral V&W en vervoerders'. 'Het gaat niet primair om de sectoren zelf'. 'Waar zijn de verladers? Waarom horen we die niet?' 'Goederenvervoerwereld denkt en kijkt veel te sectoraal, overzicht ontbreekt'; 'Weinig mensen weten echt wat van goederenvervoer'; 'Meerderjarige kennis bij DGG is schaars'; 'Is er een rol voor kennisinstituten?' • Agendering rol mainport niet helder. Veel verschillen in opvattingen, ook onder wetenschappers en onderzoekers' Mainport versus brainport blijft verwarrende discussie. 'Overslag oude economie mag niet meer'. 'De relatie tussen mainports en het dagelijks leven moet meer geanalyseerd en bemarkt worden' 'Er is weinig bekend over de vruchten van de mainports"Waar willen we met Nederland naartoe?, 'Waar willen we onze boterham mee verdienen in een duurzame omgeving?' Agendering 'moeten we groei van goederenvervoer maar blijven accommoderen?' Je moet keuzes maken.'Maatschappij is anders gaan denken over welvaart en welzijn.' 'Wat is de toekomst van Nederland Distributieland?' 'Je hebt 2 soorten goederenvervoer: - nationaal: consument + producent & internationaal: goederenvervoer als activiteit waar we aan verdienen (mainport). Laatste heeft teveel nadruk gekregen.' • Overheden spreken elkaar tegen. Verschillende departementen, provincies, gemeenten kijken allemaal anders tegen goederenvervoer aan. Veelal heeft OV/personenvervoer een hogere aaibaarheidsfactor bij deze overheden. 'Een politicus zei recentelijk: 'de jeugd wil al dat goederenvervoer niet'; 'onzin natuurlijk, ze willen wel hun Nikes en wel zo snel en goedkoop mogelijk'. 'Goederenvervoer is niet sexy'. 'Goederen zijn lastig voor de maatschappij, anderzijds heeft die ze wel nodig' . Overal, ook binnen V&W, binnen VROM nog sterker en EZ: sectorbeleid van de agenda'. Vergelijking met V & W / goederenvervoer met de landbouw: 'De landbouw is eerder ook tegen zijn grenzen aangelopen, is milieuhoek kwijtgeraakt. V&W/goederenvervoer overkomt nu hetzelfde'. 'Wat is de oorzaak van de verkeerde noties/percepties van het goederenvervoer? Let op middelen en doelgroep.' • Agendering 'Fabeltjes ontmantelen' 'Voorbeeld: 'productaansprakelijkheid kat in de magnetron om haren te drogen, is gewoon een fabeltje van een Amerikaanse hoogleraar' 'Beeld van leeg rijdende. vrachtwagens'- 'beeld van goederenvervoer veroorzaakt 'files'. Meer aandacht besteden aan "de winkels zijn altijd bevoorraad" en aan "Toegevoegde waarde doorvoer versus in- en uitvoer" • Agendering '(uitbreiding) Europese Unie' 'Effecten van uitbreiding van de EU moet hoger op de agenda: met name wat betreft wegvervoer' 'Politieke timing is in EU-verband heel belangrijk' Europees level playing field: 'Er is in EU een diversiteit aan regels. Daarnaast: regels moeten adequaat worden gecontroleerd. Voorbeeld: maritieme veiligheid, info-uitwisseling.' 'Regels en uitbreiding gaan partijen geld kosten, hoe krijg je dat op de agenda?' • Agendering 'infrastructuur: 'Waar betalen we met z'n allen belasting voor in relatie tot de financiering van infrastructuur?' 'Er wordt teveel gedacht aan de aard van de financiering: publiek versus privaat' Wat zijn de (primaire) taken van de overheid? 'Nederland kent wel erg lange procedures om te komen van idee tot in gebruikname' Doemscenario a la stroomcrisis Californië: zeer grote economische schade en prijsopdrijving a.g.v. het wegvallen van de bereikbaarheid' • Agendering 'leefbaarheid in de stad versus bereikbaarheid' 'Klachten grachtengordel komen van dezelfde mensen die klant zijn van AH' 'Creatief omgaan met venstertijden' 'Relatie verpaupering binnenstad - belevering' 'Nu bepalen gemeenten of een spoorlijn al of niet gesloten wordt voor goederenvervoer' • Agendering 'veiligheid' 'Veiligheid kan nooit 100% zijn, is het eigenlijk wel een probleem?' 'Goederenvervoer moet veilig zijn' Rol overheid m.b.t. veiligheid? 'Chloortrein: het voorbeeld van economie versus veiligheid' • Agendering 'effect prijsbeleid op mobiliteit' 'Mobiliteit is zo goedkoop dat prijsbeleid niet werkt' 'Er is geen relatie tussen prijs vervoer en prijs product op de markt. Verladers differentiëren niet' '5% besteden aan transport door verladers is al veel' 'Stop met prijsbeleid als agenderingsprobleem' Fileproblematiek en prijsstelling: 'er wordt veel gepraat, maar er gebeurt weinig' • Agendering vervoer over het water Binnenvaart is 40 jaar lang onderbelicht geweest.' Er is voldoende capaciteit op het water' Succesverhaal intermodaal vervoer. Voorbeeld: Nederlandse overheid beperkt aandeel Nederlandse vaart in Duitsland (beperkend beleid). • Agendering vervoer per spoor Is de Betuweroute wel de eindoplossing voor het goederenvervoer per spoor? Voorbeeld: ERTMS en ATB in spoorvervoersector: 'de overheid bepaalt, de spoorvervoerder betaalt' Risicoprofiel voor spoorvervoer is strenger dan voor wegvervoer. Dat gaat ten koste van concurrentiepositie. ATB/ERTMS: 'de overheid bepaalt, de spoorvervoerder betaalt' 'Veiligheid per spoor • • wordt qua kosten afgewenteld op vervoerders. Bij wegvervoer wordt met hogere veiligheidsrisico's gewerkt, en leidt dus tot lagere kosten voor wegvervoer. Dit leidt tot concurrentienadeel voor het spoor.' 'Gebrek aan feitelijke marktwerking op het spoor' Agendering oude versus nieuwe economie 'Is goederenvervoer efficiënt t.o.v. de rest van de economie?' 'Internet veroorzaakt meer en ook minder efficiënt vervoer' Agendering 'transportpreventie wordt belemmerd door regelgeving' 'Voorbeeld Parmaham. Geen transportefficiëntie door regeltjes in Europa' Slotconclusie werksessies: Aan het eind van de sessie is steeds een stelling geformuleerd. De volgende samengevatte stelling is meegegeven voor de paneldiscussie: "Het is noodzakelijk om de effecten van goederenvervoer op de samenleving (producenten, consumenten, inkomsten en milieu en veiligheid) breed te communiceren en dan vooral te richten op de niet-vervoerders. Hierbij moet specifiek aandacht worden besteed aan de internationale functie en de toekomst van Nederland Distributieland." GOEDERENVERVOER VANUIT MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF AGENDERING GOEDERENVERVOER Gespreksleiders: Corien Wortmann, Maarten van Biezen Facilitatoren: Hans-Willem Vroon, Michiel van Kruiningen Dick van Duijn U heeft allemaal ingeschreven voor de werksessie "Agendering goederenvervoer". Deze werksessie gaat over het effectief agenderen van de (kansen en bedreigingen voor de) maatschappelijke functie van het goederenvervoer. Dit onderwerp trekt de meeste deelnemers (86). Omdat u probleem ervaart, Of juist helemaal niet? Omdat u nieuwsgierig bent waarover dit gaat? Zeer gemaileerde groep: overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven. Gespreksleiders: Corien Wortmann, Maarten van Biezen Facilitatoren: Hans-Willem Vroon, Michiel van Kruiningen Dick van Duijn OPZET WORKSHOP 1. Inleiding project 15 minuten 2. Discussie in deelsessies 45 minuten • Functie goederenvervoer • Agenderingsprobleem 4. Plenaire afsluiting Conclusies inleveren project A 4 10 minuten Ik introduceer kort onze ideeën voor dit project. Deelsessies waarin we vooral de probleemstelling verder willen uitwerken. Dit is dus echt te zien als de start van het project. Straks daarover meer. De bedoeling is dat we aan het slot tot één conclusie/opmerking komen die mee kan worden gegeven aan het slotpanel. Weinig tijd voor discussie = deelsessies.Maar als u nog vragen, tips, opmerkingen kwijt wilt, kunt u dit aangeven op het formulier dat straks uitgedeeld wordt. Als u dit aan het eind van de workshop inlevert, krijgt U snel reactie. U kunt hierop ook aangegeven hoe u in het vervolgtraject betrokken wil zijn. GOEDERENVERVOER VANUIT MAATSCHAPPELIJKE PERSPECTIEF i AANLEIDING PROJECT STERKE GROEI GOEDERENVERVOER \ URGENTIEGEVOEL ? \ ,., '0. AGENDERINGSPROBLEEM ? • Sterke groei (verdubbeling) & Beleid afhankelijk van veel partijen. • Vorig jaar in gesprekken met een aantal van U kwam dit onderwerp naar voren als toegevoegd Gespreksagenda-punt. Vooral omdat gevonden werd dat de sterke groei van het goederenvervoer niet gepaard gaat met urgentiegevoel bij de partijen die invloed hebben op het goederenvervoer en het goederenvervoerbeleid. En omdat het gevoel bestond dat verkeerde beelden over goederenvervoer een zakelijke agendering van goederenvervoer in weg staan. Vraag is: • Is dat zo en is dat erg ? • Bij wie ontbreekt dan dat urgentiegevoel? • Hoe komt dat? • Wat kunnen we daaraan doen? De aankomende maanden willen we starten met het opzetten van een gezamenlijk project (inventarisatie probleem, doel, aanpak). Maatschappelijke functie Maatschappelijke functie centraal Verschillen van inzicht over feiten en cijfers Wat levert goederenvervoer Nederland op ? = Positief = Negatief Gezamenlijk project..maar VenW denkt project als volgt op te zetten: Maatschappelijke functie centraal. Is ook omwenteling voor DGG. Discussie gaat veelal over tonnen, tonkm's, modal split, bedrijfsrendement Zou moeten gaan wat betekent goederenvervoer voor maatschappij en economie. Wat betekent die groei voor consumptie en productie ? Wat zijn effecten op milieu en veiligheid ? Staan kansen en bedreigingen voor die maatschappelijke functie wel goed op ieders agenda? Hier weten we eigenlijk niet zo veel over. Hier bestaat geen breed gedragen beeld over. Cijfers en Meningen buitelen over elkaar. Voorbeelden: • Beeld van Nederland Distributieland, omvang en effecten doorvoer via R'dam, (beeld: veel lasten weinig baten) • Groei distributieverkeer - stedelijke distributie (maatschappelijk probleem?) • Maatschappelijke keuzen = goederenvervoer-effect (plaatje advertentie Albert Heijn), • Onduidelijkheid over beeld milieuprestaties vervoerswijzen/"modal shift is goed voor het milieu..." • Problematiek chloortreinen: spanning veiligheidsrisico's en economische noodzaak N VVP stelt zakelijke onderbouwing centraal. VenW stelt vast dat er geen breed gedragen en onderbouwd beeld bestaat van die maatschappelijke functie. Voor een effectief en uitgevoerd goederenvervoerbeleid is dit wel noodzakelijk! Let op het gaat hier niet om promotiecampagne goederenvervoer maar om het op de kaart zetten van de maatschappelijke functie van het goederenvervoer: positief en negatief. GOEDERENVERVOER VANUIT MAATSCHAPPELIJKE PERSPECTIEF Voorstel VenW 1. Breed gedragen en onderbouwd beeld van: • Maatschappelijk & economisch nut van goederenvervoer • verantwoordelijkheden overheden en markt • kansen en bedreigingen \ Bouwsteen voor zakelijker discussie & agendering goederenvervoer Agenderingsstrategie . Nieuwe beleidsvoorstellen en acties andere partijen Project wil twee dingen: 1. gezamenlijk beeld formuleren, onderbouwen en communiceren en daarmee goederenvervoer effectief op de agenda krijgen 2. inventariseren van acties naast bovengenoemde om goederenvervoerbeleid effectiever te positioneren (waar staat goederenvervoer nu niet goed op agenda en waarom en wat kunnen we daaraan doen naast het communiceren van een gezamenlijk beeld ) Beeld Maatschappelijk nut goederenvervoer welke functies vervult het goederenvervoervoor de Nederlandse samenleving, hoe belangrijk zijn die, welke verantwoordelijkheden hebben marktpartijen en de verschillende overheden hierin. Het project moet bereiken dat hier meer overeenstemming over gaat bestaan! Door die onderbouwingen krijgen we ook zicht op mogelijke nieuwe beleidsvoorstellen. Inventarisatiefase: Gezamenlijk project. Dus eerst met u inventariseren wat belangrijkste uitdagingen zijn, welke doelen, hoe u betrokken kan/wil worden, opzet project. Daarna starten van gezamenlijk project. Als u straks op het vragenformulier aangeeft dat u betrokken wil zijn bij dit project wordt een afspraak met u gemaakt. GOEDERENVERVOER VANUIT MAATSCHAPPELIJKE PERSPECTIEF WAAROM ZOU U MEEDOEN? Gedeeld belang bij draagvlak voor uitvoering goederenvervoerbeleid Project biedt: • Breed platform om eigen agendapunten bespreekbaar en inzichtelijk te maken. • Breed platform om mee te denken met andermans punten • Zoektocht naar middelen om goederenvervoerbeleid „**'v,*j effectief geagendeerd te krijgen. • In discussie over goederenvervoer zijn sommige zaken onderbelicht overbelicht. • In dit project heeft u de kans om onderwerpen naar voren te brengen die U belangrijk vindt. Het enige waartoe u zich verplicht als u hieraan meedoet is dat u uw onderwerpen en argumenten voorlegt aan een brede groep. Dat we gezamenlijk bepalen in hoeverre we het eens kunnen zijn met uw argumenten en dat er vervolgens wordt bekeken welke aanvullende onderbouwingen eventueel nodig zijn. • Project is ook het bijeen brengen van partijen die allemaal verschillende beelden hebben van functie goederenvervoer en van de kansen en bedreigingen daarvoor. Door gezamenlijk de belangrijkste kansen en bedreigingen te onderbouwen krijgen we ook beter zicht op eikaars argumenten, de hardheid van die argumenten, en blijvende verschillen van mening over uitgangspunten. GOEDERENVERVOER VANUIT MAATSCHAPPELIJKE PERSPECTIEF DEELSESSIES 1. Maatschappelijke functie goederenvervoer 2. Agenderingsprobleem? ' 'l • '' w a t ^ Ü ^ u terug van ons na vandaag ?? Plenair: Gespreksleiders zullen deelsessies straks bij u introduceren. Totaal is hiervoor 45 minuten beschikbaar daarna komen we weer plenair bijeen. De deelsessies gebruiken we (het projectteam) om de probleemstelling verder uit te diepen. We zullen deze informatie gebruiken bij het opstellen van een startnotitie. Een startnotie als leidraad voor de uitwerking van een gezamenlijk project en waarover we de aankomende maanden met u in gesprek willen. U ontvangt sowieso allemaal een verslagje van deze bijeenkomst. De deelsessies • functie van het goederenvervoer: wat vindt u de belangrijkste elementen in de functie van het goederenvervoer (o.l.v. Corien Wortmann). • eventuele agenderingsprobleem: vindt u dat er sprake is van een agenderingsprobleem? Wat houdt dat voor u in? Waar ziet u dergelijke problemen optreden en wat is daarvan de mogelijke oorzaak (o.l.v. Maarten van Biezen). Werksessie Bereikbaarheid: Een samenhangend en optimaal benut infrastructuurnetwerk Projectleider: Dhr. Drs. A.J. Arbouw Verslag werksessie Bereikbaarheid: een samenhangend en optimaal benut netwerk Verslag werksessie I: Gesprekleider Cock de Waard Allereerst is ingegaan op de vraag of de door V&W/DGG geuite ambities voor de deelnemers voldoende duidelijk waren en wat hun reactie is, (sheet 2) Goederen moeten op tijd, betrouwbaar en tegen aanvaardbare maatschappelijke kosten bij de klant komen. De antwoorden daarop waren: • Om deze ambitie waar te kunnen maken moeten de oplossingen duurzaam zijn. • Er bestaan verschillende definities van tijd, betrouwbaarheid en aanvaardbare maatschappelijke kosten. Zo kan het begrip tijd bijvoorbeeld worden uitgelegd als "bereikbaarheid van markten". • Is deze ambitie van het Rijk wel haalbaar? Vervolgens is ingegaan op de kernvragen(sheet 5) 1. Hoe kan de vraag naar en het aanbod van infrastructuur (beter) op elkaar worden afgestemd? 2. Wat is de gewenste kwaliteit van het (goederen)netwerk? De reacties waren als volgt: • Vraag en aanbod veronderstelt aanwezigheid van een marktsituatie; aangezien de overheid monopolist is in het infrastructuur-aanbod is hier geen sprake van een marktsituatie. • Inzake het onderliggend wegennet dient het Rijk op hoofdlijnen te sturen door heldere beleidskaders scheppen. • Er is een spanning tussen ambitie van Rijk en de decentralisatie gedachte. • De afstemming tussen Rijk, provincie, gemeente dient verbeterd te worden, (zoals bv. bij venstertijden) • Rijk mist ter verbetering van het vorige punt de instrumenten. • Rijk moet meer top-down "managen". • Knelpunten op het onderliggend wegennet dienen op kleiner schaalniveau dan landsdelig (provincie/gemeente) opgelost te worden. • Leidt de trajectsnelheid wel tot oplossingen van knelpunten op het hoofdwegennet? Anders gezegd; wordt er, indien de gemiddelde snelheid van 60 km/u niet wordt gehaald, inderdaad een extra strook aangelegd? • Ook voor het onderliggend wegennet zou een trajectsnelheid gehanteerd moeten worden. • Het Rijk kan op het spoor meer sturend optreden door de aanwezigheid van een capaciteitsmanager, waarom ook geen capaciteitsmanager voor weg? Verslag werksessie I: Gesprekleider Siebe Riedstra Tijdens deze sessie is allereerst ingegaan op de vraag of de door V&W/DGG geuite ambities voor de deelnemers voldoende duidelijk waren. De antwoorden daarop waren: • De inspanningen die men in het NVVP beloofd te bewerkstelligen zijn ongericht (hebben geen doel/richting) • Wat wil V&W doen met aspecten als milieu, veiligheid en economie? dit blijft namelijk heel vaag in het NVVP • De mate van concreetheid van het NVVP is anders dan het SVV II Vervolgens is ingegaan op de vraagstelling van sheet 5: 1. Hoe kan de vraag naar en het aanbod van infrastructuur (beter) op elkaar worden afgestemd? 2. Wat is de gewenste kwaliteit van het (goederen)netwerk? De reacties op de vraagstelling waren: • De vraag wat men wil met goederenvervoer is de verkeerde vraag. Het goederenvervoer is erl Waarschijnlijk is het mogelijk om 10% van het goederenvervoer te beïnvloeden of te sturen; de overige 90% lijkt onaantastbaar. • Wil/kan de overheid wel sturen? En ook op alle modaliteiten? Over de match tussen vraag en aanbod: • Het ontbreekt aan samenhang • ledere gemeente doet maar wat haar goeddunkt; de rijksoverheid kan nog zulke mooie plannen maken maar ze worden op regionaal niveau toch vaak anders ingevuld • Deze vraag stellen is makkelijker dan het antwoord vinden • De ondernemer optimaliseert voor z'n eigen situatie en anticipeert op wat de overheid doet: samenwerking is dus noodzakelijk • Afstemmen tussen overheden is nodig (bijv. venstertijden verschillen nu per gemeente dat is eigenlijk ridicuul en voor een vervoerder onwerkbaar) • Wie past z'n schema aan wie aan? Er zijn individuele weggebruikers, gemeenten etc,: ze zijn allemaal van belang voor de gehele keten; tijdwinst behaalt op het ene deel moet niet leiden tot tijdverlies op een ander deel, want dan heeft iedere participant verlies Hoe is matchen van vraag en aanbod mogelijk? • Intensief ICT-gebruik moet bevorderd worden: het kan zorgen voor een betere bundeling van goederenstromen • Je moet bereikbaarheid niet uitdrukken in snelheidsmaten maar in termen van geld/geldverlies • Als de verhouding tussen kosten en baten goed is dan moet de overheid niet aarzelen om een knelpunt aan te pakken. Als een probleem is geconstateerd moet het proces niet stoppen omdat er plotseling geen geld blijkt te zijn: overheid, wacht toch niet zo lang! • De rijksoverheid neemt de tijd, terwijl het bedrijfsleven vaak kortere tijdspannen heeft om beslissingen te nemen (bijv. mbt vestigingsbeleid) • Maar je kunt nachtrust toch niet in geld uitdrukken? Door bijv. venstertijden te verruimen, zullen veel mensen minder nachtrust krijgen. Er zijn veel zaken die niet economisch te wegen zijn • De aanbieder moet ook in de toekomst kijken Conclusie • Helderheid is nodig op alle (bestuurlijke) niveaus) • Gebruik innovatieve/nieuwe logistieke ontwikkelingen waar mogelijk • De dynamiek van het stelsel van overheidsinvesteringen is inderdaad erg vervelend en langzaam: dat moet sneller kunnen in samenwerking met betrokken partijen • Maatwerk moet mogelijk zijn (dus flexibel omgaan met normen op gebied van geluid etc. waar het anders kan) Verslag werksessie II: Gesprekleider Cock de Waard In deze sessie is gediscussieerd over onderstaande kernvragen. (sheet 5) Kernvragen 7. Hoe kan de vraag naar en het aanbod van infrastructuur (beter) op elkaar worden afgestemd? 2. Wat is de gewenste kwaliteit van het (goederen)netwerk? Samengevat merkte de deelnemers het volgende over de kernvragen op: • Hoe dient vraag 1 uitgelegd te worden?. Het aanbod van infrastructuur ligt redelijk vast, dus de oplossingen moeten in de benuttingssfeer worden gezocht. Vraag is hierbij hoe het goederenvervoer hier het best ingepast kan worden. • De waarde van goederenvervoer binnen V&W moet beter worden (=taak V&W); een visie goederenvervoer vs personenvervoer, dan kan pas de discussie over het kwaliteitsnet worden gevoerd. (wordt behandeld in het thema goederenvervoer in maatschappelijk perspectief) • Kan het kwaliteitsnet worden neergelegd in een contract tussen Minister en de gebruikers, de z.g. zakelijke benadering? • (Toekomstige) knelpunten moeten tijdig_opgelost worden, ministerie moet beter vooruit kijken. • De gebruiker betaalt (prijs kan hoog zijn), maar de opbrengsten moeten wel terug naar de verbetering van de bereikbaarheid. • Meer aandacht voor internationale context als het om vervoer per spoor of water gaat (wegvervoer betreft merendeel binnenlands vervoer). • • • • • • • • • Bronmaatregelen worden (deels) teniet gedaan door congestie. Het aanbod van de fysieke infrastructuur moet worden verbeterd. Doelgroepbeleid betekent belonen van het goederenvervoer; gebruiker wil betalen, mits er verbeterde bereikbaarheid tegenover staat Wat is de definitie van bereikbaarheid? - Hoe kom je van A naar B. - Bereikbaarheid druk je uit in tijd en geld. Er ontbreekt een gezamenlijke visie bereikbaarheid van Rijk/provincie en gemeente in het NVVP. Gemiddelde trajectsnelheid van 60 km/u werkt anders uit voor goederenvervoer dan personenvervoer. Wat is de basiskwaliteit, welke door het Rijk gefinancierd zou moeten worden? Rijk staat garant voor de basiskwaliteit, wie meer wil betaalt daarvoor. De (extra) kosten voor vervoerders en verladers worden uiteindelijk toch doorberekend aan de consument. Biedt dedicated infrastructuur een oplossing voor het bereikbaarheidsprobleem? Files kosten het goederenvervoer uiteindelijk meer dan het personenvervoer. In deze sessie is eveneens de laatste sheet (sheet 5) aan de orde gesteld, waarop de volgende opmerking vooraf is gemaakt: • Er zitten een aantal premissen in de centrale vraagstelling, waaronder uitgaand van economische groei en de groei van de bevolking. Op de vraag hoe het met de match tussen vraag en aanbod zit is gezegd: • Je moet vraag en aanbod ruim zien; kijk ook naar het aanbod van het produkt. Voorbeeld van hoe het niet moet is het plaatsen van een chloorfabriek in Groningen om redenen van economische ontwikkeling en werkgelegenheid en dan vervolgens niet accepteren dat dit ook vervoer met chloortreinen met zich meebrengt om andere redenen. • De vraag stellen is OK, maar kun je ooit tot een antwoord komen • De vraag is niet te beantwoorden zonder rekening te houden met ruimtelijk beleid • Kun je eigenlijk wel sturen? • De rijksoverheid kan wel sturen in het aanbod maar lokaal kan men ook kiezen • Je moet wel iets te bieden hebben: er is geen integraal/internationaal afgestemd beleid (kijk maar naar de slechte aansluitingen op het spoor voorbij de Nederlandse grenzen) • Probleem is de toenemende globalisering en schaalvergroting van bedrijven (zie de MKZ-crisis) • De overheid moet sneller anticiperen op de toekomst en moet de doorlooptijd van procedures aanzienlijk verkorten: wat helpt is de druk opschroeven door "grote happenings" te organiseren (kijk maar wat er is gebeurd met de komst van het voetbalkampioenschap: toen kon er ineens wel geïnvesteerd worden in het wegennet) • We doen onszelf de ellende aan: de produktietiming en levering wordt in feite door de consument bepaald, waardoor er geen voorraden bij producenten worden aangehouden en er just in time geleverd moet worden • Bedrijven schuiven hun overwegingen om zich ergens te vestigen altijd af op de behoefte aan infrastructuur terwijl de feitelijke afwegingen eigenlijk anders zijn • Overheid, maak keuzes! (bijv. ga knooppunt Venlo ontwikkelen en investeer daar dan voldoende in, maar steek dan geen energie meer in het ontwikkelen van Krefeld of andere omliggende knooppunten) • Probleem is toekomstperspectief: het bedrijf rekent in een andere tijdshorizon dan de overheid die moet investeren in infrastructuur • Overheid, verbied het just in time systeem!; de consument heeft nu veel invloed op de vervoersstromen omdat alles snel moet worden afgeleverd zonder voorraden aan te houden • Stel het probleem aan de orde binnen de juiste laag: sommige problemen hoef je niet op landelijk niveau op te lossen maar kun je makkelijk op regionaal niveau oplossen • Verlaat het poldermodel/harmonieus samenwerken en ga nu eindelijk eens dingen opleggen! • Wij zijn niet in staat om een 24-uurs economie in te richten. In Japan in de haven van Kobe bestaat een 12- uurs economie. Waarom kan het daar wel? Is het een kwestie van een andere mentaliteit? Opmerkingen op de kwaliteiten van het netwerk: • Het is nodig om van doorstroomkwaliteit te praten, maar de vraag is in welke maat uitgedrukt • Geldt voor het goederenvervoer ook 60 km/u gemiddeld als maat? En ook over het totale traject in het systeem? Li ajcv_L^i I C I I ICIVJ • spoor goederen: betrouwbaarheid veel gehoorde maatschappelijke reacties: • te laag ambitieniveau weg • te hoge verwachtingen van iet en prijsbeleid Stellingen welke aan het panel zijn voorgelegd: • Overheid: maak keuzen en bedrijfsleven: doe dat ook en accepteer beiden de consequenties van die keuzen • De basiskwaliteit van het netwerk zoals het nu is verwoord in het NVVP is onduidelijk en daardoor komt de overheid weer over als onbetrouwbaar Bereikbaarheid (2) Dialoog over doel en randvoorwaarden Goederen moeten op tijd, betrouwbaar en tegen aanvaardbare maatschappelijke kosten bij de klant komen. faciliteren sterke groei goederenvervoer rekening houden met kwaliteitseisen transport en logistieke ontwikkelingen minimaliseren maatschappelijke kosten Bereikbaarheid (3) Ambitie Gespreksagenda Bereikbaarheid Vervoerders, verladers, consumenten en mede overheden, maar ook V&W moeten over 2 jaar de overtuiging hebben dat al het mogelijke wordt gedaan voor de gewenste bereikbaarheid van de economische centra. '. •! Samenwerken aan verkenningen en oplossingen ,.u.-&;''. • visie op knooppunten • visie kwaliteitsnet goederenvervoer »verkennen (grensoverschrijdende) infrastrategie • aantal akties en onderzoeken samen oppakken Bereikbaarheid (4) Gespreksagenda bereikbaarheid: 10 hoofdonderwerpen: • Kwaliteitsnet goederenvervoer • Betere benutting van de infrastructuur • MIT en PPS • Infrastructuur en leefbaarheid • Infrastructuur en veiligheid • Realisatie en uitbouw knooppunten • Spitstarief en kilometerheffing • Systeemverbetering spoor • Aanpak knelpunten vaarwegen • Ondergronds transport en büïsleidingen Bereikbaarheid (5) Kernvragen Gespreksagenda Bereikbaarheid: Hoe kan de vraag naar en het aanbod van infrastructuur (beter) op elkaar worden afgestemd? Wat is de gewenste kwaliteit van het (goederen)netwerk? Werksessie Regionaal en Lokaal Goederenvervoer: Gebiedsgericht goederenvervoer Programmamanager: Dhr. Drs. &. Jacobs Verslag werksessie Regionaal en Lokaal goederenvervoer: Gebiedsgericht goederenvervoerbeieid Inleiding Op 2 april is door DGG in het Nederlands Congres Centrum een externe werkconferentie georganiseerd over de NVVP Gespreksagenda voor het goederenvervoer. Uitgenodigd waren alle externe partijen die deze Gespreksagenda hebben ontvangen, aanwezig waren ook DGG-ers en RWS collega's die zeer nauw betrokken zijn bij de thema's van de Gespreksagenda. Eén van de thema's is het programma regionaal en lokaal goederenvervoer. In een viertal goed bezochte werksessies werd met de deelnemers stilgestaan bij de problemen die bij de uitvoering van regionaal en lokaal beleid en concrete projecten voor het goederenvervoer worden ervaren. Uiteraard kwamen ook de oplossingen aan het bod. Deze vraagstelling werd bewust gekozen omdat het voor de uitwerking van het NVVP en het programma regionaal en lokaal goederenvervoer relevant is om te weten wat er inhoudelijk speelt. Tegelijkertijd werd met elkaar een eerste stap gezet in het proces dat het programma regionaal en lokaal goederenvervoer zal doorlopen in de samenwerking tussen VenW, regionale en lokale overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven. De werksessies werden geleid door Gaico Jacobs (programmamanager/DGG), Olof Mudde (programmasecretaris/DGG), Wim van Urk (DGG) en Pieter van Ginneken (RWS). Met de externe deelnemers is afgesproken dat zij binnen afzienbare termijn verslagen en reacties op eventuele vragen zullen krijgen, Ook is het de bedoeling dat de 2 april bijeenkomst bijdraagt aan het vormen van een netwerk van contacten die betrokken of geïnformeerd willen blijven in relatie tot het thema regionaal en lokaal goederenvervoer. De programmasecretaris heeft op basis van de op 2 april ontvangen namen en adressen een overzicht gemaakt. Aan de specifieke vragen wordt gewerkt. Voor wat betreft de tips en suggesties wordt bekeken wat ermee kan worden gedaan. Indrukken in het kort: Urgent probleem ? Over de urgentie van beleid voor regionaal en lokaal goederenvervoer wisselen de meningen. Dit hangt samen met de mate waarin door een betrokkene een probleem met regionaal of lokaal goederenvervoer wordt beleefd. De aandacht in het programma regionaal en lokaal goederenvervoer voor de probleembeleving kan hierop aansluiten. Om beter in beeld te brengen waarom en wat aan problemen met regionaal en lokaal goederenvervoer gedaan kan worden is het organiseren van samenwerking een aandachtspunt. Oplossingen moeten in de regio gezamenlijk uitgewerkt worden. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de verwachte groei van het goederenvervoer en de consequenties op lokaal en regionaal niveau. Wat opvalt is het geluid dat het rijk nu weliswaar aandacht besteedt aan regionaal en lokaal goederenvervoer maar dat dit nog te weinig te zien is bij de andere overheden in casu provincies, kaderwetgebieden en gemeenten. Rolverdeling Verder kwam in verschillende groepen de rolverdeling ter sprake tussen overheden en bedrijfsleven. In het bijzonder werd de relatie tussen nationale overheid en andere overheden belicht: Vragen hierbij waren bijvoorbeeld: Wat is nu nieuw voor andere overheden (dan het rijk)? Moet er opeens meer gedaan worden (urgentie)? Verder is voor veel mensen wel duidelijk wat wordt bedoeld met lokaal goederenvervoer, de regionale component is wat onduidelijker. Er worden overigens veel problemen gesignaleerd als het gaat om de relatie tussen ruimtelijke ordening en verkeer & vervoer. Dit is een expliciet punt voor het programma. PSD Wat betreft het Platform Stedelijke Distributie werden twee signalen ontvangen: aan de ene kant willen regionale en lokale betrokkenen vasthouden aan het initiatief van het PSD, aan de andere kant wordt geconstateerd dat de projecten van het PSD nog niet aanslaan. PSD heeft dit overigens opgepakt en besteed de komende twee jaren alle aandacht aan de uitvoering van de ideeën. Discussie/stellingen voor het forum: Er zijn twee stellingen geformuleerd voor het forum: 1. Regionale en lokale samenwerking moetje (als rijk) meer afdwingen. Toelichting: het is voor alle betrokken regionale en lokale partijen met allemaal verschillende belangen heel moeilijk om tot samenwerking te komen. 2. Wie heeft er een probleem als bijvoorbeeld een IKEA ervoor kiest om een vestiging te openen direct aan een belangrijke hoofdverkeersader hetgeen onvermijdelijk zal leiden tot verkeers- en vervoersproblemen? PER SESSIE Sessie 1 A (Gaico Jacobs/Wim van Urk) Het draagvlak in de regio voor innovatieve (ondergrondse) systemen Problemen: ® Grote drempel is de zeer lange terugverdientijd. Bedrijfsleven pakt het daarom niet op. • Men heeft er geen geld voor over. Het is te duur. Oplossingen: • Techniek is er. Je moet het op het niveau van logistieke systemen bekijken. e Klein beginnen. Op basis van lokale projecten standaarden ontwikkelen en uitbouwen. • Aandacht voor ondergronds transport kan in steden beginnen met innovatieve projecten als oplossingen voor knelpunten met leefbaarheid. • Beperk je niet tot ondergronds. Het gaat om ongehinderd. Als je vanuit dat begrip begint, is er een geleidelijke ontwikkeling mogelijk naar een omvattender systeem. « In de toekomst is ondergronds transport misschien wel kosteneffectief, in de financieel-economische setting van de maatschappij op dat moment. Moetje nu al op inspelen. • Onderzoek naar hoe het product "goederenvervoer" er in de toekomst uitziet en hoe door te vertalen naar de infra. Een werkgroep van overheid en bedrijfsleven werken dit uit. Realiseren samenwerking tussen overheden onderling en bedrijfsleven gericht op goede organisatie goederenvervoer? Problemen: • Hoe samenwerking voor elkaar krijgen? • Je hebt een conceptueel kader nodig over goederennetwerken, een operationeel kader en een infrastrategie om het in te vullen. Probleem is gezamenlijk draagvlak voor dit grotere thema te krijgen bij de verschillende overheden. • Er is geen goede taakafbakening tussen overheden. Teveel overheden zijn met hetzelfde bezig, maar niemand neemt de verantwoordelijkheid op zich. • Er zijn veel belangen en verantwoordelijkheden rondom projecten, maar niemand voert de regie. Dan gebeurt er niets. • Het bedrijfsleven voelt zich niet verantwoordelijk voor een goede organisatie van het goederenvervoer • Waarom landsdelig niveau voor afstemming. Te abstract, heeft het voldoende slagkracht? • Er zijn geen landsdelen (als bestuurslaag), dus kun je niets regelen. • Hoe kun je bereiken dat bedrijfsleven activiteiten (distributie/productie) bundelt ? • Er zijn geen landelijke kaders waarbinnen stedelijke distributie kan plaatsvinden. Gevolg is dat er inefficiënte distributiesystemen bestaan die landelijk niet op elkaar passen. Oplossingen: ® De oplossing ligt niet bij bedrijven, die zijn te individueel. De overheid moet de regie nemen met dwang. • Stimuleren met geld. • Voor wat hoort wat. Bijvoorbeeld: verschillende beleveringtijden voor verschillende soorten goederen en in ruil daarvoor gebruik kunnen maken van de trambaan. • Afspraken over venstertijden. • Goederenvervoer door de metro: gecombineerd personen/goederenvervoer. • De organisatie van knooppunten en investeringen in infra moetje op elkaar afstemmen. • Investeren in oplossingen via de consument. Denk aan verkeersveiligheid van goederenvervoer Problemen: » Denk aan verkeersveiligheid! • Zichtveldenproblematiek (chauffeur heeft rechts een grote dode hoek). Oplossingen: • Op nationale schaal op de grote transportassen moetje een maatschappelijke kosten-baten analyse toepassen wat de meest veilige optie is om goederen te vervoeren. » Bij een locatiegerichte benadering moetje kijken welke conflictsituaties zich in het verkeer voordoen. Dan een kosten-baten analyse maken per plek. • Onveilige plekken vanuit externe veiligheid moetje saneren. • Combinatie van goederenvervoer per rail en onder de grond. Afstemming ruimtelijke ordening met verkeer en vervoer Problemen: • Er komen teveel inlandterminals. • de ruimtelijke ordening rondom terminals is slecht. • Er is lokaal geen idee over hoe aan te sluiten op bestaande infrastructuur. • Voor- en natransport van terminals is slecht. Dit is belemmerend voor multimodaal transport. Oplossingen: • Infra-investeringsstrategie als sturingsmiddel. • Stromen via terminals worden bepaald door de verlader, zij willen enkele terminals die een groot gebied ontsluiten. Dus vanuit ruimtelijke ordening kijken naar grotere gebieden. • De overheid moet de regie nemen over een groter gebied. De rest verbieden. • De overheid bemiddelt tussen bedrijven om tot concentratie te komen. Er is geen onderscheid tussen actoren Problemen: • Er is geen onderscheid tussen actoren van vandaag en morgen. Oplossingen: • Leg het probleem bij de opdrachtgever en de eindgebruiker. Sessie 1 B (Pieter van Ginneken/Olof AAudde) Problemen: Ruimtelijke consequenties van goederenvervoer » Ruimtelijke vertaling goederenvervoer richting provincies en gemeenten ontbreekt. « Locatiebeleid: bedrijvigheid lijkt sluitpost. « Selectiviteit intermodaal vervoer. • Spanning goederenvervoer en andere functies in gebieden. « Functie van het O W N (onderliggend wegennet). Specifieker: plaats van vervoer... • Capaciteit infrastructuur • Schaalniveau (vergroting nodig) • Bundeling transportstromen • Differentiatie naar tijd/plaats van goederenvervoer » Samenwerking tussen modaliteiten Bewustwording belang goederenvervoer op lokaal en regionaal niveau » Wat is regionaal goederenvervoer? • Negatief imago goederenvervoer • Bewustwording/urgentie ontbreekt nog • Aandacht goederenvervoer • Convenant (onbekend??) IPO/VNG/V&W/EZ e Omvang/belang goederenvervoer nog onduidelijk • Omslag nodig in denken overheden en bedrijfsleven Rolopvatting/Optreden overheid/ rollen » Ontbreken integraal beleid (voorbeeld van het Westland) • Rol provincie (ontbreken van visie op goederenvervoer) • Rolverdeling overheid 4- -> bedrijfsleven « Decentralisatie » Ontbreken harmonisatie in regels • Coördinatie nodig • Beleidsconsistentie Oplossingen, alleen ingezoomd op bewustwording Bewustwording ® Bewust belang samenwerking ® Verantwoordelijkheden benoemen (overheden/bedrijfsleven) ® Feiten in kaart brengen ® Verband leggen tussen bereikbaarheid (verslechtering) en goederenvervoer ® Onderzoek nodig (bv via AVV en Kennisplatform VERDI) « Successen laten zien (bv GOVERA) Aanvullende opmerkingen: • Rol Incodelta? • » • Nieuwe GOVERA's opzetten? Ministerie spreekt over landsdelen, Minister spreekt in NVVP kader met provincies en kaderwetgebieden. Gebruik het netwerk van de samenwerkende noordelijke provincies (Friesland, Groningen en Drenthe). Sessie 2 A (Pieter van Ginneken/Wim van Urk) Gebrek aan regie bij modal shift Problemen: ® Teveel partijen zijn vanuit eigen belang met modaliteiten bezig. • Provincies zetten eigen terminalregelingen op. Leidt tot allerlei terminals. Er is regie nodig. Oplossingen: • Overleg organiseren om tot afstemming van modaliteiten te komen: gecoördineerd en gecentraliseerd. • Ruimte reserveren voor innoverende systemen. «> 60-70% van investeringen door overheid laten dragen (niet meer 50-50). • Oprichten van een commissie "De Boer" voor goederenvervoer: Decentralisatie met geld erbij. Doorwerking veiligheidszones van pijpleidingen naar lagere overheden Problemen: • Doorwerking veiligheidszones van pijpleidingen naar lagere overheden. Oplossingen: « Ruimte reserveren door provincies voor buisleidingen. NVVP te eng gefocust op nationaal niveau Problemen: » In het NVVP is er te veel focus op het hoofdwegennet, terwijl de problemen (verkeersvertragingen) op locaal niveau spelen. • Er is geen afstemming van het nationaal beleid met Duitsland. Afstemming ruimtelijke ordening - verkeer en vervoer Problemen: • 90% van locaties en infra liggen er al. Hoe kun je dan tot oplossingen komen? « Er wordt eerst aan ruimtelijke ordening gedaan en dan pas naar verkeer en vervoer gekeken: sluitpost, geen integrale verkenning. • Er is geen samenwerking tussen gemeenten maar concurrentie om bedrijven. Oplossingen: • De 5e nota Ruimtelijke Ordening biedt de mogelijkheid om tot afstemming te komen in omgevingsplannen van samenwerkende gemeenten. » Zoek een initiator voor investeringen met een regionale uitstraling. • Pas de mobiliteitstoets toe. Overlast vrachtverkeer Problemen: « Overlast van grote vrachtwagens. • Er is een enorme groei van het bestelverkeer, er zijn er nu al te veel. Deze zijn ook niet al te veilig. • Bereikbaarheid van binnensteden gaat achteruit. « Er is weinig ruimte, met name in de binnenstad. Oplossingen: « Als er een nieuw winkelcentrum komt, maak dan het laad- en losgedeelte aan de hoofdinfra. « Stedelijke distributiecentra aan de rand van de stad. • Doe pilots afgestemd op het lokale niveau, bijvoorbeeld gebruik maken van de busbaan, e Vrachtwagens kun je veiliger en wendbaarder maken. Geen draagvlak voor gezamenlijk oplossen overlast van vrachtverkeer Problemen: • Markt is niet aanspreekbaar, die heeft het al kosten-optimaal geregeld, met name de grote vervoerders. • Distributiecentra aan de rand van de stad is ook geen optie, leidt tot extra overslagkosten die te groot zijn. Bij winkeliers in de binnenstad is geen draagvlak voor extra overslagkosten, • Gemeenten komen te weinig tot afgestemd beleid: niet op elkaar en niet op het nationaal kader. Dit geldt bijvoorbeeld voor venstertijden. • Kosten van transport zijn zo laag dat iedere stad zijn eigen specifieke type distributievoertuig kan bekostigen. Oplossingen: • Vasthouden aan Platform Stedelijke Distributie. Oplossingen via het NVVP richtinggevend maken. • Één centraal beleidskader maken. « Het probleem is gedifferentieerd per gemeente. Je moet het van geval tot geval bekijken. » Creëer regionale afstemmingsorganen van de drie bestuurslagen met het bedrijfsleven. Het rijk financiert. Is er wel een regionaal goederenvervoerprobleem? • Samenwerkingsprojecten (ook Platform Stedelijke Distributie) slaan tot nu toe niet aan. Is het distributieprobleem niet groot genoeg? • Platform Stedelijke Distributie werkt niet lekker omdat bewustwording niet groot genoeg is. • Probleem is niet groot genoeg. Sessie 2 B (Gaico Jacobs/Olof Mudde) Problemen: Belang goederenvervoer » Ontbreken van samenwerking. • Retailers/detailhandel: weinig oog voor goederenvervoer. • Vervoerend bedrijfsleven is geen gesprekspartner op gemeentelijk niveau. » Goederenvervoer is politiek gezien geen item (behalve bij overlast). • Belang goederenvervoer is niet duidelijk. • Spanning tussen goederenvervoer en leefbaarheid op gemeentelijk niveau. Bereikbaarheid steden « Bereikbaarheid van steden (verschillende venstertijden, regels aan voertuigen leiden tot inefficiëntie). • Versnippering MKBedrijven. » Integrale aanpak vervoersconsequenties ontbreekt. « Voorbeeld van duurzaam veilig: overlast van maatregelen voor goederenvervoer worden niet in beeld gebracht/wordt geen rekening mee gehouden. • Relatie RO en goederenvervoer. Oplossingen: Bereikbaarheid steden ® Overleg gemeenten in een regio (zorg voor afstemming) » Bestuurlijke samenwerking • Platform • Locatiebeleid (vestiging bedrijfsterreinen) • Bundelen ruimte en vervoer Bewustwording belang goederenvervoer • Verduidelijken verdeling verantwoordelijkheden. • Problematiek in kaart brengen. « Goederenvervoer item in provinciale omgevingsplannen. • Mobiliseer bondgenoten binnen overheden (bv samenwerking tussen verkeer en vervoer en afdelingen economische zaken). • Formatieve capaciteit/kennis verbeteren. • Projecten met link met directe leefomgeving burgers scoren. • Helder in kaart brengen probleem en probleemeigenaar. • Goederenvervoer integreren met vervoermanagement. • Overheid moet projecten bedrijfsleven faciliteren. Regionaal en lokaal goederenvervoer presentatie 2 april team: O. Mudde. P. van Ginneken, W. van Urk, G. Jacobs DtiÖ' ; rcg/U*g» Opbouw van de workshop: - Voorstellen team, proces - Inleiding (deze sheets) - Discussie in sub-groepen (sheet: vragen sub-groep) - Conclusie (sub-groep/gezamenlijk) > 1 stelling voor het forum Er zijn 8 sheets + 2 reserve-sheets. Als het nodig is om tijd te winnen vervallen de volgende 2 sheets: - sheet openingstitel - sheet met gespreksagendapunten Er resteren dan nog 6 sheets voor de inleiding Er is een reserve-sheet met plaatje over het landsdelig overleg en één met alle gespreksagendapunten, deze kunnen gebruikt worden als er meer uitleg nodig is. 'öespreksagenda goederenvervoer Goederenvervoer moet: • 7 agendapunten: ~ Innovatie - Regionaal/lokaal - Infra netwerken - Efficiënt - Veilig .- Duurzaam - Verantwoord ondernemen - Prijsbeleid - Internationaal • • Maatschappelijke rimclie Vanuit DGG is iom vele partijen veel energie gestoken in goederenvervoer op de agenda zetten. Om het nog extra aan te zetten is de gespreksagenda goederenvervoer uitgebracht als opstap voor de gezamenlijke uitwerking van hetNWP. Even de kern van het goederenvervoerbeleid: efficiënt, veilig en duurzaam goederenvervoersysteem. Realiseren door benutten, bouwen, beprijzen. Hoe gaat het proces van de Gespreksagenda goederenvervoer -7 onderwerpen/speerpunten per onderwerp 1 trekker en plan -bij de uitwerking van deze onderwerpen worden overheden en bedrijfsleven betrokken, 2 april conferentie. / Kxfer rajoncol "mfofod Dit plaatje schetst de huidige situatie voor regionaal en lokaal goederenvervoer. Zichtbaar is dat er veel gedaan wordt. Helaas is er ook versnippering. Goederenvervoer krijgt nog niet systematisch aandacht in het regionale beleid. Vaak worden dezelfde partijen in het bedrijfsleven aangesproken. Voor de efficiency zou het goed zijn om uit te werken hoe je met beperkte menskracht en middelen toch zoveel mogelijk resultaat kan boeken. Belangrijk hierbij is dat we leren van ervaringen en kennis beter uitwisselen. Voorbeelden genoeg: - Venlo is een voorbeeld van knooppuntenbeleid. - Bedrijfsleven en overheden hebben op verschillende plaatsen het initiatief genomen om openbare intermodale containerterminals te realiseren. Denk aan Rotterdam, Den Bosch, Born, Moerdijk, Almelo. VenW heeft voor verladers/vervoerders stimulerings- en bijdrageregelingen voor Openbare Inland Terminals (SOIT), Gecombineerd goederenvervoer (SGG), vaarwegaansluitingen (TBBV) - Ook op lokaal niveau worden problemen door betrokken partijen worden opgepakt: neem bijvoorbeeld Leiden met venstertijden problematiek. 1CES MIT bcreikbaarhcktspro Helen GDU goederen>. vervoerprogramma J per landsdeel J A r - —- Regionale voorbeeld -projecten Waarom beter koppelen beleid en projecten tbv goederenvervoer? - ICES, MIT en toek. Mobiliteitsfondsen/GDU. - Effectiever omgaan met kennis in regio en regionalemiddelen. - Systematischer aandacht in het beleid. Wie dragen verantwoordelijkheid? De regionale overheden en het bedrijfsleven zijn belangrijke beslissers in de regionale situatie en daarom zelf verantwoordelijk voor ontwikkelingen. De regionale overheden en het bedrijfsleven moeten initiatief tonen. Het gespreksagenda thema regionaal/lokaal goederenvervoer kan de samenwerking bevorderen door de aanpak. Deze aanpak zorgt ervoor dat het regionale goederenvervoer aansluit op de bereikbaarheidsprofielen, toekomstige kaders in MIT en de decentralisatie van fondsen. Hoe doen we dat? Overheden èn bedrijven moeten onderling samenwerken, afstemmen en resultaat laten zien tbv regionaal goedrenvervoer. Dat het kan is bewezen: Incodelta, Govera, PSD of MCA zijn goede voorbeelden. .'*".' && '^Regionaal/lokaal gv 2001-2003 • Doelen: - Uitvoeren NVVP (deel C, actiepunten: locatiebeleid, mobiliteitstoets, duurzaam veilig) - Goederenvervoer goed in regionale verkeerse n V e r v o e r s p l a n n e n (bereikbaarheid, duurzaamheid, veiligheid) • Hoe: .;.. 4 landsdcligc programma's voor regionaal •t\ goederenvervoer als opstap naar regionale -*{£,'#• plannen i Vï :'J5f"' ** - Regionaal beleid en (voorbeeld-)projg5pten t«mi»j koppelen ..;'./' • •-.'S • Programma doelen dragen bij aan het oplossen van problemen. - Gezamenlijk uitwerken Deel C NVVP zorgt voor instrumenten. Dit moeten we samen organiseren. - Landsdelige programma's geven vorm aan de uitwerking van het beleid en leggen de koppeling tussen beleid en concrete projecten. Verder vormt overleg een basis voor samenwerking, discussie over probleembeleving en schakelen tussen bestuurslagen en bedrijfsleven. Provincies, kaderwetgebieden, gemeenten, bedrijfsleven hebben inbreng. - Het landsdelig programma is de gezamenlijke opstap naar de regionale en lokale verkeers- en vervoersplannen. Voordeel: regionale' vertaling', haalbare maatregelen, draagvlak, meer integrale benadering, heldere verantwoordelijkheden, samenhang, kwaliteit. Bovendien heel belangrijk dat goederenvervoer serieus meeweegt in grotere kaders als MIT, ICES, convenanten. Dat vereist initiatief van regionale overheden en bedrijfsleven. Deze moeten beleid en goede concrete voorbeelden koppelen!! Stappen vh programma: :oii.-2002: l'roblemen formuleren mbt regionaal goederenvervoer ' )rganiseren samenwerking inventariseren projecten en beleid • )plossingen forauüeren mbt regionaal goederenvervoer l'rojcvtcn en beleid verbinden in 'liindhdtfligv.1' programma's iEijkcriijtJ: aandacht voor 'maatwerk' bcloidsinstrurnentenszoals: HO locuiiebcleid lo;iisiicke parken • lobililcilstncts. l u d i e k e i iiuivaam VL'ilin De stappen in de tijd die samen gezet kunnen worden zijn deze: Wat doet het rijk N VVP acties met regio uitwerken. Decentralisatie van middelen (GDU, duurzaam veilig, vervoersmanagement) Innovatie en kennis via bv. Connekt, Kennisplatform VERDI amenw erken bijdragen uhsidieregelingen) meedenken tbv ijeclen DOG reafoltgv Voor regionaal en lokaal goederenvervoer kiest het rijk voor een faciliterende rol. Samenwerking bevorderen, kennisuitwisseling bevorderen, subsidie-en bijdrage-regelingen en aandacht voor 'kwaliteit en samenhand in het regionale beleid'. Dat betekent dat DGG kijkt of er een balans gevonden wordt tussen bereikbaarheid, duurzaamheid en veiligheid. Samengevat: • Inzet: N V V P ( G A ) ~ > - 1. regionale uitwerking • • 2. regionale pvvp/gvvp • Hoc: Samen uitwerken in landsdelige programma's \oor reu lok goederenvervoer laa» ?. april: heeloen uitwisselen over gocilcrcnxervoer in de regio i -;S;-'ihv Dus samengevat: Deze dag: - Commitment vragen, - aan elkaar beelden geven die meegenomen kunnen worden in dit programma, - en aan elkaar beelden geven die meegenomen kunnen worden in de (toekomstige) landsdelige programma's. Vragen sub-groep: • Benoem de belangrijkste problemen mbt regionaal goederenvervoer. • Benoem oplossingen tgv regionaal goederenvervoer ;. -- inhoudelijke oplossingen voor problemen ;•. •'••.'- ê'- procesmatige oplossingen voor problernen ' • j ' j . • • • • • »rmuieer 1 stelling tbv forum DOG reg'Iotgv • Tbv de beelden over regionaal en lokaal goederenvervoer zijn de volgende vragen in de sub-groep besproken. Maak een top 3 van regionale problemen met goederenvervoer, orden/cluster problemen. Kijk vanuit inhoudelijke/procesmatige oplossingen naar de problemen, wat moet eerst aangepakt worden wat daarna. Tenslotte formuleren we 1 stelling tbv de plenaire forumdiscussie. V "V' Sovera oro jecten Landsdelig Overleg: - Gv programma (integraal) uitwerken - Bereikbaarheidsprofiel goederenvervoer landsdeel - Verantwoordelijkheden deelnemers - Afstemming tussen RWS, prov, kaderwetgeb, gem. andere partijen tbv regionaal goederenvervoer IK;Ü Wat doet nu zo'n landsdelig overleg? - Gezamenlijk een integraal gv programma uitwerken. Integraal is: bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid meenemen. - Link leggen naar de bereikbaarheidsprofielen. - Afspraken maken over verantwoordelijkheden. - Afstemming van initiatieven/projecten. Wie zitten aan tafel? -Provincies -Kaderwetgebieden -Gemeenten -Organisaties betrokken bij regionaal goederenvervoer -Rijk(RWS) staat op de agenda regionaal en lokaal goederenvervoer -luik-a van bestuurlijke overeenkomsten over ruimte en verkeer en vervoer ks.1. r. 1 sontwikkeling/-verspreiding vervoermanagement, stadsdistributie ."'Y - mentatie door Platform Stedelijke Distributie • .i'-:i"3lijk beleid voor en multimodale ontsluiting van bedrijventerreinen :rol • iteitstoets/logistieke toets als instrument ontwikkelen .iJiï Ilend beleid/toetsingskader binnenlands goederenvervoer a>n v or benadering (Incodelta) vsMi ingsbeleid irt veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen juli*.' sche basis voor 1 isiconormi-n externe veiligheid verroer gev. stoffen tluii..' turn veilig in de regio JJ ^ -• geluidsoverlast goederenvervoer weg. ruil In de gespreksagenda staan onder dit thema verschillende punten die op regionaal en lokaal niveau een uitwerking vragen. Dit past in de lijn van decentraal wat kan, centraal wat moet. Keuzes van regionale overheden en bedrijfsleven zijn van beslissende invloed op deze punten. Zaken die gebeuren zijn niet altijd door het rijk te beïnvloeden. DGG heeft voor regionale/lokale geen bevoegdheden/middelen. Worden deze punten voldoende in de regionale en lokale plannen meegenomen? Werksessie Verantwoord Ondernemen en Marktordening: Kwaliteit door vervoerders en verladers Programmamanager: Mw. Drs. J. Sooijer Verslag werksessie Verantwoord ondernemen en marktordening: Kwaliteit door vevoerders en verladers Op 2 april is door DGG in het Haags Congresgebouw een externe werkconferentie georganiseerd over de Gespreksagenda. Uitgenodigd zijn alle externe partijen die de Gespreksagenda is toegestuurd. Eén van de onderwerpen die besproken werd betrof het programma 'Verantwoord ondernemen en marktordening' (VOMO). In een tweetal werksessies werd een inhoudelijke reactie en input gevraagd van de aanwezige deelnemers (bijlage deelnemerslijst). Aan het begin van elke werksessie werd aan de deelnemers een handout verstrekt met daarin een korte uiteenzetting van het programma en de sheetpresentatie (bijlage). Elke werksessie werd ingeleid door een korte introductie van de DGG-medewerkers en de deelnemers. De introductie werd gevolgd door een sheetpresentatie door de programmamanager V O M O , Janny Gooijer. Aan de hand van 5 vragen, waarvan vanwege de uitgebreide inhoudelijke discussie slechts de eerste vier konden worden behandeld, werd vervolgens gediscussieerd over het programma Verantwoord Ondernemen en Marktordening (VOMO). De discussies werden geleid door Henk Langenberg. Jan Maarten Bakker en Jack van Nieuwenhoven traden op als facilitatoren. De voorziene gespreksleider, Gerrit Dubbeld, moest wegens verplichtingen helaas verstek laten gaan. Aan het eind van elke werksessie werd een stelling geformuleerd die werd voorgelegd aan het panel tijdens de afsluitende plenaire zitting. Tot slot werd aan deelnemers de gelegenheid geboden aan te geven in hoeverre ze betrokken zouden willen zijn bij het vervolgtraject (vraag 4). Hier werd zonder uitzondering positief op gereageerd. Voor zover de inleidende sheetpresentatie aanleiding gaf tot vragen worden deze behandeld bij de verslaglegging van de discussie. Vraag 1: Bent u het eens met de geschetste visie? Het initiëren van een ontwikkeltraject waarin alle betrokkenen tezamen, maar vooral het bedrijfsleven en de overheid, onderzoeken hoe verantwoordelijkheden eerlijker en evenwichtiger verdeeld kunnen worden. Opmerkingen: • De huidig geformuleerde visie veronderstelt naar de mening van deelnemers onterecht dat de verantwoordelijkheden nu niet eerlijk en niet evenwichtig verdeeld zijn. « Het hangt uiteraard van de betreffende stakeholder af hoe begrippen als Verantwoord Ondernemen (VO) en een rechtvaardig evenwicht opgevat worden. De vraag is dan wat er eigenlijk te verdelen is. Afhankelijk van niveau en rol heeft iedere deelnemer aan het logistieke proces immers zijn eigen verantwoordelijkheden. Wanneer is dan sprake van een evenwichtige verdeling? Een deelnemer merkt tot slot op dat verdeling van verantwoordelijkheden zou kunnen leiden tot het afschuiven daarvan. • Door meerdere partijen wordt aangegeven dat een evenwicht nooit een statisch iets is of zou moeten zijn. « Het nemen van een eigen verantwoordelijkheid in het kader van VO veronderstelt wel enige bewegingsruimte. Deze ruimte moet door de overheid gecreëerd worden. In dat geval zou gecontroleerd moeten worden op output, waarvoor de eindtermen in gezamenlijk overleg bepaald moeten worden. • Overigens wordt het hebben van een eigen verantwoordelijkheid, ook in de huidige situatie, niet ontkend. Sterker, het is een bedrijfseconomische noodzaak (vraag en aanbod) om hier in meer of mindere mate rekening mee te houden. e Maatregelen in het kader van VO worden beschouwd als een "extra kwaliteitslaag" bovenop de normale bedrijfsvoering. • Transport van goederen is vooral voor de wat kleinere bedrijven een marginale business. Men maakt zich zorgen waar extra maatregelen in het kader van VO uit betaald moeten worden. De marges waarmee gewerkt wordt en de marktwerking an sich werken momenteel niet bevorderend voor V O M O . • Met name de wat grotere bedrijven hebben al activiteiten in het kader van V O M O ondernomen. • Veiligheid wordt gemist in de definitie van VO en moet alsnog worden opgenomen. Overigens wordt t.a.v. veiligheid opgemerkt dat de werkelijke veiligheid nog al eens kan verschillen van de perceptie van veiligheid. Tot slot: een risicoloze maatschappij valt niette garanderen. • Op macroniveau zijn uitspraken m.b.t. VO goed houdbaar, op het niveau van de bedrijven zal hier te allen tijde een kosten/baten-analyse aan vooraf gaan. De in het kader van VO na te streven balans zal op dat niveau altijd vanuit het specifieke bedrijfseconomisch perspectief bezien worden. Sociale, veiligheidsen milieubelangen zullen slechts worden meegenomen voorzover deze geen extra kosten met zich meebrengen en de concurrentiepositie niet aantasten ("De tucht van de markt"). » De huidige opstelling van de overheid is te generiek, er dient beter te worden gekeken naar maatwerk voor specifieke problemen. • Voor wat betreft de concurrentiepositie moet men zich realiseren dat transport van goederen veelal grensoverschrijdend is en te maken heeft met verschillende rechtssystemen. Het level playing field mag m.a.w. niet verstoord worden. e Het doorberekenen van de extra kosten die VOMO met zich meeneemt is uit concurrentieoverwegingen geen issue. Wordt toch besloten om door te berekenen dan is van doorslaggevend belang de prijs die "men" voor "VO-proof" product wil betalen. • Voorzover sprake is van extra kosten, zal het bedrijfsleven alleen maatregelen overwegen indien er vanwege de overheid compensatie/prikkels in brede zin (subsidies, stimuleringsmaatregelen, preferentiestelling, bonus/malus-systematiek, etc.) plaatsvindt. • Bedrijven die opereren binnen het wettelijk kader zijn, ook als zij "slechts" aan de minimum voorwaarden voldoen, maatschappelijk verantwoord ondernemers. • Idealiter zou VOMO in bedrijfseconomische termen lonend (winst!) moeten zijn. Om een aantrekkelijk perspectief te zijn is het noodzakelijk dat er korte termijn voordelen voor VOMO-bedrijven moeten zijn aan te wijzen ("low hanging fruit"). Aanvankelijke kosten moeten zo snel mogelijk omgezet worden in baten. Vraag 2: Zijn er meer betrokkenen? Betrokkenen: klanten, werknemers, financiers, leveranciers, vervoerders en verladers, consumenten, overheden, belangenorganisaties, etc. Opmerkingen: • De ontvanger, deze heeft vaak de regie van het transport, wordt gemist. ® M.b.t. het wegvervoer zijn ook de andere weggebruikers dan de vervoerder, betrokkene. ® Ook de politiek moet niet over het hoofd worden gezien. • In het maritiem vervoer worden de verzekeringsmaatschappijen en classificatiebureaus gemist. • Niet alle betrokkenen voelen dezelfde verantwoordelijkheid t.a.v. het vervoer. Door enkele deelnemers worden de verladers en ontvangers van goederen specifiek genoemd. Een voorafgaande "vervoerstoets", waarin een integrale afweging van alle belangen plaatsvindt (Nutricia Duitsland), zou genoemde betrokkenen kunnen stimuleren meer oog te hebben voor VOMO. • De rol die betrokkenen (kunnen) spelen hangt ook af van het "ontwerp van de logistieke keten". Sommige ketens zijn dermate complex dat veel betrokkenen, genoemd werd de consument, hier weinig zicht op hebben. Ook de complexiteit van het productieproces kan gevolgen hebben voor het logistieke proces. • Betrokkenen bij een logistiek proces fungeren in een economische omgeving. Het hangt van hun respectievelijke rollen af in welke mate zij invloed kunnen uitoefenen op dit proces. Er is niet per definitie sprake van gelijkwaardigheid tussen partijen betrokken bij het vervoer. • Het begrip overheden is te vaag. Binnen de overheden worden verschillende rollen gespeeld, beleid, uitvoering, bestuur, etc. Daarnaast speelt het onderscheid centraal, regionaal, lokaal een rol. • Om een optimale balans tussen de verschillende belangen te bereiken is afstemming en samenwerking tussen betrokkenen noodzakelijk. Vraag 3: Kunt u zich vinden in de activiteiten? 1. Transportpreventie TMS en TP opzetten en uitvoeren; 2. Kwaliteit van wet- en regelgeving bezien op punten als marktordening, zelfregulering, certificering, keurmerken, handhavingsefficiëncy; 3. Het verbeteren van kwaliteitszorgsystemen, veiligheid en milieu. Opmerkingen: • Of en in welke mate transportpreventie kan worden toegepast hangt af van het soort goederen. • De invloed die e-commerce zal hebben op de vervoersbehoefte moet niet onderschat worden. • Naarmate het netwerk fijner vertakt zijn de mogelijkheden voor transportpreventie groter. In zijn algemeenheid lenen de hoofdaders zich minder gemakkelijk voor transportpreventie. • Transportpreventie betreft niet alleen transport maar ook het productieproces. Redesign van productieprocessen en logistieke concepten betekent dat het veelal gaat om een lange termijn proces. • Transportpreventie kan ook liggen in de bundeling van logistieke processen. In die zin moet ook de rol van distributiecentra nader bekeken worden. • Goederenvervoer is per definitie vraaggestuurd. Inzicht in de vraag naar transport, m.n. inventariseren van de (transport)behoefte, is daarom van belang bij transportpreventie. Ook de vraag naar de noodzaak van transport moet daarbij betrokken worden. • • • Op zich sluiten de activiteiten onder 2 en 3 aan bij de trend in het bedrijfsleven te komen tot certificerings- en kwaliteitsborgingssystemen. Het begrip "marktordening" behoeft daarentegen nadere uitwerking. Hierbij ook duidelijk de kaders, zowel nationaal als internationaal, aangeven. Van de andere kant wordt gewaarschuwd voor de administratieve lastendruk, nu al aanzienlijk, die op het bedrijfsleven afkomt. Het moet wel werkbaar blijven. Slotstelling: De stelling die is meegegeven aan het slotpanel luidt: Overheid dient bij te dragen aan een verbeterde verdeling van duidelijke verantwoordelijkheden voor sociale-, economische-, veiligheids- en milieu aspecten op basis van een kosten-baten analyse. Doelstelling Idealiter zou de overheid de algemene kaders moeten scheppen, terwijl het bedrijfsleven binnen die kaders milieu- en veiligheidsbeleid integreert in bedrij fsprocessen. Uiteindelijke doel is dat efficiency, veiligheid en leefmilieu mede door het bedrijfsleven worden opgepakt. Definitie "Verantwoord ondernemen" Maatschappelijk ondernemen = De ondernemer zoekt evenwicht tussen economische, sociale en milieu belangen van betrokkenen: Betrokkenen: klanten, werknemers, financiers, leveranciers, vervoerders en verladers, consumenten, overheden, belangenorganisaties etc. Visie Het initiëren van een ontwikkeltraject waarin alle betrokkenen tezamen, maar vooral het bedrijfsleven en de overheid, onderzoeken hoe verantwoordelijkheden eerlijker en evenwichtiger verdeeld kunnen worden. Wat gaan we met elkaar doen? In 2001 bepalen wat de kern van "verantwoord ondernemen en marktordening" voor iedereen is; Intern bij DGG in 2001 samenhang brengen tussen verschillende beleidsontwikkelingen; Concrete activiteiten in gang zetten. Selectie van aantal activiteiten Ie: transportpreventie TMS en TP opzetten en uitvoeren; 2e: kwaliteit van wet- en regelgeving bezien op punten als marktordening, zelfregulering, certificering, keurmerken, handhavingsefficiëncy; 3e: het verbeteren van kwaliteitszorgsystemen, veiligheid en milieu Vragen aan de deelnemers: Bent u het eens met de geschetste visie; Zijn er meer betrokkenen; Kunt u zich vinden in de activiteiten; Wilt u hier bij betrokken zijn; Welke activiteit vindt u erg belangrijk. Programma "Verantwoord ondernemen en marktordening". 2 april 2001 1. Aanleiding Vandaag houdt de Minister-President een presentatie in het kader van de Raiffeissenlezing 2001. De lezing gaat over maatschappelijk verantwoord ondernemen. De lezing zal ingaan op de reactie van het Kabinet op het SER-advies "De winst van waarden", het advies dat vorig jaar december is verschenen. Het advies en het kabinetsstandpunt geven een visie op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een thema dat steeds meer aandacht krijgt van zowel de marktpartijen als de overheid. Zaterdag 24 maart 2001 schreef Willem Lageweg (onderdirecteur Rabobank Nederland) in Het Financieele Dagblad de volgende zinnen: "...Wie het SER-advies serieus neemt zal aan de slag moeten... Nagaan binnen je bedrijf hoe het zit met de investeringen in mens- en milieu-onvriendelijke activiteiten. Hoe kunnen we als directie met relaties van ons bedrijf actiever aandacht vragen voor people en planet?.... Hebben we de OESOgedragscode al vertaald in ons bedrijf?" In zijn artikel zegt Lageweg iets over de rollen die bedrijven en overheden kunnen spelen. Allereerst zegt hij over de rol van de overheid: "De overheid kan regels vereenvoudigen, kan kennisontwikkeling en onderzoek stimuleren en investeringsdrempels verlagen. ..Wat is er tegen een ondernemende overheid die meer als moderne partner dan als ouderwetse regelgever wil optreden." Naar de mening van het Kabinet, de SER en ook DCG is voor alle partijen, in een overgang naar nieuwe verhoudingen, veel van elkaar te leren. Het is daarom dat DGG "Verantwoord ondernemen en marktordening" nadrukkelijker op de agenda wil zetten en met u daarover in dialoog wil. Volgens DGG werd het milieu- en veiligheidsbeleid van de overheid lange tijd gekenmerkt door • gedetailleerde wet- en regelgeving voor bedrijven. Hoewel dit uiteraard positieve kanten heeft, worden de negatieve kanten effecten ook steeds duidelijker. Bedrijven lijken onvoldoende geprikkeld om de eigen verantwoordelijkheid op het gebied van milieu en veiligheid op te pakken en met innovatieve oplossingen te komen. Bedrijven beschouwen milieu- en veiligheidsbeleid nog als iets dat van buiten af is opgelegd. Van integratie in de bedrijfsprocessen lijkt dan ook nog onvoldoende sprake. De overheid heeft daarbij het beeld dat zij gedwongen wordt tot symptoombestrijding. Er is volgens de overheid sprake van een probleem dat alle betrokken partijen in overeenstemming dienen op te lossen. De oplossing zal kunnen leiden tot minder lasten (bij bedrijven en maatschappelijk gezien). 2. Doel van het programma "Verantwoord ondernemen en marktordening Het doel van dit programma is het initiëren van een ontwikkeltraject waarin samen met het bedrijfsleven onderzocht wordt hoe de verantwoordelijkheden evenwichtiger verdeeld kunnen worden. De mogelijke verbeteringen op het gebied van efficiency, veiligheid en milieu worden dan meer door het bedrijfsleven opgepakt en kunnen in de toekomst leiden tot een sterke concurrentie meer gericht op kwaliteit. Kortweg is de doelstelling van dit programma: "Efficiënt, veilig en duurzaam zijn een zaak van marktpartijen en overheid tezamen en hoe geven we dit vorm." Idealiter zou de overheid de algemene kaders moeten scheppen, terwijl het bedrijfsleven binnen die kaders het milieu- en veiligheidsbeleid integreert in de bedrijfsprocessen. Bij die verdeling van verantwoordelijkheden wordt het aan de bedrijven overgelaten om de beste middelen te kiezen voor het beoogde resultaten. De inspanningen van de overheid (waaronderde handhavingsinspanningen) kunnen dan effectiever worden ingezet en zich richten op bedrijven die het niet zou nauw nemen. 3- Relatie met het MVVP en dg DGG-Gespreksagenda Het volgende is in het NVVP en de Gespreksagenda opgenomen: Het huidige en toekomstige beleid voor het goederenvervoer richt zich op het stimuleren en ondersteunen van een efficiënt opererende logistieke markt, waar alerte concurrentie en specialistische kennis zorgen voor een slimmere inzet van het vervoersnetwerk en vervoermiddelen. Nu al, en in de toekomst meer en meer, zullen producenten, verladers en vervoerders worden aangesproken op een goede opzet van de logistieke keten. Om dit te bereiken wil de overheid niet langer geheel probleemeigenaar zijn en blijven, en wil zij betrokkenen op de gezamenlijke en/of eigen verantwoordelijkheid in deze kunnen aanspreken. Alle betrokken partijen dienen gezamenlijk te kijken naar ieders gedeelde verantwoordelijkheden. Het bovenstaande is één van gespreksonderwerpen die gezamenlijk met maatschappelijke belangenpartijen zal worden verkend en nader uitgewerkt. Transport bewuste producenten, verladers en vervoerders dienen te komen tot verantwoord en efficiënt vervoer van goederen. De overheid wil dit gezamenlijk met alle betrokkenen stimuleren door vooral: a. meer aandacht te vragen voor transportpreventie; b. het stimuleren van het ontwikkelen van kwaliteitszorg- en certificeringssystemen met metatoezicht van de overheid; C. het stimuleren van het mede ontwikkelen van logistieke kennis. Een efficiënt goederenvervoer is volgens de overheide mede te bereiken door een betere marktwerking en gezonde concurrentieverhoudingen tussen ondernemers en klanten. De vervoermarkt dient derhalve toegankelijk te zijn voor iedereen. Vertroebeling van de verhoudingen ontstaat nu volgens de overheid door verschillen in eisen met betrekking tot milieu en veiligheid en de manier waarop deze worden gecontroleerd en gehandhaafd. De overheid zal ook hieraan aandacht besteden (d.) Het NVVP geeft daarnaast nog aan dat het beleid van het goederenvervoer meer gericht dient te zijn op: a. het faciliteren van de vraag en stimuleren van mobiliteitsmanagement door de markt, maar nooit contrair aan de markt; b. het aanzetten van de markt tot het nemen van meer eigen verantwoordelijkheid; C. het doorberekenen van kosten van onveiligheid aan de veroorzaker; d . het bepalen en handhaven van de randvoorwaarden door de overheid van de optimalisering van de prestaties door de markt; e. de heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk, regionale overheden en marktpartijen. De effecten die DGG van dit in te zetten NVVP-beleid minimaal verwacht zijn probleem oplossende effecten zoals onder meer een betere logistieke bedrijfsvoering, minder brandstofgebruik, lagere verzekeringspremies, minder ongevallen en ongevalschades, meer concurrentie op kwaliteit, terwijl deze kwaliteit meer zichtbaar wordt door certificering en keurmerken. Voor dit programma zijn naast het bovenstaande de volgende punten uit de Gespreksagenda DGG relevant: • er komt meer sturing op resultaat door het rijk en het rijk zet de markt aan tot het nemen van meer eigen verantwoordelijkheid; • een goed afgestemde vraag en aanbod leidt tot efficiëntere mobiliteit. 4. Concrete produkten van dit programma, zoals genoemd in de Gespreksagenda De vorige paragrafen zijn vrij abstract geformuleerd. Het is goed om aan te geven wat concrete produkten van dit programma kunnen zijn: • het rijk ontwikkelt en implementeert het subsidiëringsprogramma Transportpreventie; • de nieuwe Spoorwegwet die 2002 waarschijnlijk ingaat zal worden bezien op de in paragraaf 2 en 3 benoemde aspecten; • dit geldt ook voor de WGW; • de wetgeving Binnenvaart wordt geharmoniseerd en tevens bezien op bovengenoemde aspecten; « in het kader van de handhaving zullen de mogelijkheden van certificering- en keurmerksystemen verder worden verkend, tezamen met de ondernemers en de nieuwe op te richten IVW; • het rijk voert overleg met de SER en betrokkenen over de verkeersveiligheid; • de aansprakelijkheid van verladers wordt bekeken; ® het bestelverkeer wordt bekeken op veiligheid; • de mogelijkheden van bredere transportveiligheid worden bezien in 2001. In dat jaar volgt een programma met voorstellen voor de volgende jaren. 5. Verdere samenwerking en dialoog Aan het begin van deze hand out wordt gesproken over een dialoog. Op basis van de ervaringen van deze dag zal worden nagegaan welke partijen geïnteresseerd zijn in het aangaan van een gezamenlijke dialoog over dit onderwerp. De bedoeling is om met deze partijen een netwerkgroep op te bouwen. Binnen dit netwerk zal kennis en ervaring op het gebied van verantwoord ondernemen worden uitgewisseld. Werksessie Prijsbeleid Programmamanager: Dhr. Ir. R. wan Dijk Verslag werksessie Prijsbeleid Er hebben, evenals bij de andere onderwerpen, twee workshops plaatsgevonden. Per workshop zijn twee deel-sessies belegd. Aan het begin van elk van de workshops is een korte inleiding gehouden door de heer Rein van Dijk (programmamanager prijsbeleid ad interim), waarin nader ingegaan werd op het algemene beleidskader en vervolgens de situatie per vervoersmodaliteit. De hoofdlijnen van de inleiding zijn als bijlage bij dit verslag gevoegd. De deelnemers hebben de presentatie in de vorm van een handout ontvangen. De deelnemers van de werksessies konden steeds kiezen uit de onderstaande 9 discussie vragen, waarvan er steeds 2 of 3 behandeld werden per werksessie. De 9 discussievragen 1. Bent u het eens met de (overheids-)doelen van het prijsbeleid? 2. Welk(e) uitgangspunt(en) zou(den) voor ontwikkeling van het prijsbeleid gekozen moeten worden? (keuze uit variabilisatie; doorberekenen externe kosten: marginale of totale infrastructuur kosten, of marginale of totale maatschappelijke kosten) 3. Wat zou in uw ogen het ideale eindbeeld zijn van het prijsbeleid goederenvervoer? 4. Kunnen de doelen van het prijsbeleid ook via andere instrumenten (bijv. normstelling) bereikt worden? 5. Is het denkbaar dat prijsbeleid als een Win-Win situatie wordt ingevoerd? Welke voordelen kan het bedrijfsleven hebben van de invoering van prijsbeleid? 6. Bent u het er mee eens dat gezien de internationale ontwikkelingen het prijsbeleid bij het wegvervoer eerst moet worden ingevoerd?Moeten wij bij de ontwikkeling van het prijsbeleid voor het wegvervoer één lijn vormen met Duitsland? 7. Vindt u dat het prijsbeleid voor alle vervoerssectoren moet worden ingevoerd, ongeacht de consequenties? Moeten we dit nationaal invoeren of eerst wachten op internationale (EU) overeenstemming? 8. Welke basis kiest u voor de oplegging van de heffingen? (km tarief, gewicht en afmetingen transportmiddel, laadvermogen transportmiddel, emissies transportmiddel, tijdsduur dat het transportmiddel gebruikmaakt van infrastructuur, schaarste infrastructuur, maatschappelijke kosten gebruik infrastructuur? 9. Moet er een bestemming gedefinieerd worden voor de opbrengsten van het prijsbeleid? In het onderstaande wordt in het kort verslag gedaan van de 4 werksessies. Bij de vragen die behandeld zijn, is steeds een onderscheid gemaakt tussen de afzonderlijke werksessies. UITGANGSPUNTEN VOOR PRIJSBELEID (vraag 2). Werksessie 1 groep a De groep legt een link tussen het realiseren van prijsbeleid in het goederenvervoer met het realiseren ervan in het personenvervoer. De groep spreekt de voorkeur uit voor een graduele invoering van prijsbeleid, te beginnen met het doorberekenen van de marginale infrakosten. Over het uiteindelijke niveau van variabiliseren van kosten van vervoer wordt geen standpunt ingenomen. Het doel van prijsbeleid is momenteel niet helder. Is het duurzaamheid? Is het bereikbaarheid? Hierover moet helderheid komen. Voorwaarden voor het invoeren van prijsbeleid 1. Er moeten voldoende betrouwbare gegevens zijn over de te variabiliseren kostencomponenten. 2. Bovendien moet de overheid accepteren dat het in meer of mindere mate de controle op het gebied van infrastructuur overdraagt aan de markt. 3. Het geld moet worden 'teruggeploegd' in de sector waar het vandaan komt. 4. Zo mogelijk moet gedifferentieerd kunnen worden naar de mate waarin milieu- of veiligheidsinvesteringen zijn gepleegd (goed gedrag belonen). Er is een groot risico dat er een eindeloze discussie ontstaat over marginale kosten. Dit zal verdere ontwikkeling van het onderwerp blokkeren. Werksessie 2 groep a. Het is gek dat er louter wordt gesproken over maatschappelijke kosten, maar dat de maatschappelijke opbrengsten nooit worden meegewogen. Het ministerie van Economische Zaken heeft zich over deze vraag gebogen en is hier niet uitgekomen. Daarop is deze vraag opgepakt door prof. Rietveld. Zijn conclusie was dat de maatschappelijke opbrengsten van met name wegvervoer gigantisch zijn. WAT IS HET IDEALE EINDBEELD VAN PRIJSBELEID? (vraag 3) Werksessie 2 groep a • Indien de kosten volledig worden doorberekend per modaliteit betekent dit voor de binnenvaart een verdubbeling van de kosten, en voor het spoorvervoer zelfs een verviervoudiging van de kosten! Dat betekent dat het doorberekenen van alle marginale maatschappelijke kosten over de modaliteiten leidt tot een verdringing van spoorvervoer en binnenvaart. Dit is maatschappelijk onacceptabel. Tegelijkertijd stelt de EU dat het doorsluizen van opbrengsten van de ene naar de andere sector onlogisch is. • Aandacht wordt gevraagd voor de vijfde modaliteit: buisleidingen. Deze modaliteit springt er bijzonder gunstig uit indien een complete prijsafweging met de andere vier modaliteiten wordt gemaakt. • Om tot een ideaal eindbeeld te komen moet allereerst de vraag beantwoord worden wat de exacte definitie is van 'maatschappelijke kosten'. • Verder is er wel degelijk draagvlak binnen het bedrijfsleven. Dat overigens stelt dat dit op macro-niveau budgetneutraal moet zijn. • Maak een verbinding tussen prijsbeleid goederenvervoer en prijsbeleid personenvervoer. « Maak geen absolute keuzes, maar benader prijsbeleid stapsgewijs. • Er ontstaat een andere verhouding tussen de publieke en de private sector. Houd daar rekening mee. Bezie in dat verband ook het SER-advies m.b.t. de totstandkoming van een mobliteitsmarkt. Werksessie 2 groep b. Alle vervoerssectoren dienen uiteindelijk alle maatschappelijke kosten te betalen. Er is dan sprake van een natuurlijke modal split en een optimale maatschappelijk-economische marktwerking. Een (maatschappelijkeeconomisch) optimale hoeveelheid transport wordt bereikt. Sturing en beïnvloeding door de overheid is dan (in beginsel) niet meer nodig en ook niet meer wenselijk. Voorwaarde is wel dat een en ander op internationaal niveau plaatsvindt. WIN-WIN-SITUATIES EN VOORDELEN VOOR HET BEDRIJFSLEVEN (vraag 5) Werksessie 1 groep a. De groep is er van overtuigd dat er win-win-situaties zijn te vinden. Misschien is dat niet zozeer als financieel voordeel uitte drukken, maar meer als besluitvorming over infra die minder politiek belast is. Vier mogelijkheden van win-win situaties worden genoemd: 1. Stevig prijsbeleid staat gelijk aan transportpreventie; 2. Prijsbeleid leidt tot een afname van het bestelverkeer en tot een toename van de bereikbaarheid. 3. Prijsbeleid leidt tot flexibiliteit in aanleg nieuwe infra (minder politiek belast) 4. Prijsbeleid leidt tot het clusteren van marginale vervoersondernemingen die zo beter kunnen overleven (zie ook Zwitserland waar dit momenteel het geval is) Overigens geldt ook hier: Win-Win situaties m.b.t.prijsbeleid beperken zich niet tot goederenvervoer, maar gelden ook voor andere verkeerssegmenten: bijvoorbeeld sociaal-recreatief verkeer. Werksessie 1 groep b. Als voorbeeld van een Win-Win situatie wordt de betaalstrook genoemd (is wel prijsbeleid, maar de tegenprestatie is dat men kan doorrijden en dat de reistijd betrouwbaar is). Als van een Win-Win situatie sprake is dan is het bedrijfsleven beter bereid tot PPS. Als het overheidsbeleid consistent en betrouwbaar is dan zal prijsbeleid een positieve invloed hebben op het bedrijfsleven (consistentie en continuïteit in beleid maakt diepte investeringen voor bedrijfsleven mogelijk en voorkomt tussentijdse sub-optimale oplossingen, In de praktijk wordt echter steeds bijgestuurd in een natuurlijke omgeving. De vraag is of dit wenselijk is. ALS EERSTE INVOEREN BIJ HET WEGVERVOER EN AANSLUITEN BIJ DUITSLAND? (vraag 6) Werksessie 1 groep b Niet uitsluitend het wegtransport moet worden belast. Als het prijsbeleid wordt ingevoerd dan moet dit voor alle sectoren gelijktijdig plaatsvinden. Tenzij slechts sprake is van variabilisatie. (kostenneutraal) De Nederlandse positie van het wegtransport staat al onder druk. Als het prijsbeleid voor de transportsector wordt ingevoerd moet de opbrengst in milieu en mobiliteits fondsen worden gestopt. Prijsbeleid hoeft geen effect te hebben op modal shift. Nederland moet Duitsland volgen in de ontwikkeling van een KM-heffing. Een internationale geharmoniseerde situatie is immers gewenst. Het liefst zou de overgang naar een KM-heffing daarom zelfs in breder verband moeten plaatsvinden. Met andere woorden één systeem in bijvoorbeeld de regio Duitsland, Frankrijk en Benelux. Nederland moet Duitsland niet volgen als het gaat om de hoogte van de KM-prijs (1525pf) Heffing vindt daar ook voor een ander doel plaats (financieringsinstrument) Uitsluitend het Eurovignet moet/kan worden gevariabiliseerd. NL moet een lobby starten om de Benelux en Frankrijk mee te krijgen. Werksessie 2 groep b De meningen in de groep waren verdeeld. Sommigen vonden dat er wel redelijk is te starten met het wegvervoer anderen niet omdat er dan (tijdelijke) verstoringen optreden. Wel overeenstemming om bij voorkeur mee te liften met wat er in het buitenland (Duitsland) gebeurt + meteen goed internationaal regelen (voorkomen van concurrentie-verstoringen) Voorkeur: Eerst eindbeeld formuleren en vaststellen, vandaar uit terug redeneren (voorkomen van tijdelijke sub-optimale oplossingen) + meer duidelijkheid voor het bedrijfsleven (is van belang voor lange termijn investeringen) Probleem is dat er (nog) geen overeenstemming bestaat over het gewenste eindbeeld. Als andere modaliteiten niet worden meegenomen worden tijdelijke markten gecreëerd die kunnen afwijken van het eindbeeld. 'Verkeerde' modaliteiten worden dan gestimuleerd. Sommigen zijn van mening dat er wel gestart moet worden met het wegvervoer, daar zitten ook de meeste problemen (infra, hinder, geluid etc) Is grootste stroom/hoeveelheid dus ook erg effectief om er wat aan te doen. Is ook van belang voor koerszetting. Andere modaliteiten weten dan dat ze er ook aan zullen moeten geloven in de toekomst. Vooralsnog alleen variabilisatie (geen kostenverhoging, dit in verband met draagvlak) en aansluiten bij Duitsland, maar ook lobby om Benelux en Frankrijk mee te krijgen INVOEREN PRIJSBELEID BIJ ALLE VERVOERSSECTOREN? (vraag 7) Werksessie 1 groep a. De vraag ligt voor: moeten we principieel zijn of praktisch? Gelijktijdige invoering van prijsbeleid in alle sectoren leidt tot het verdwijnen van bepaalde modaliteiten: spoor en binnenvaart. Voorstel: begin met prijsbeleid bij wegvervoer en zet voor zeescheepvaart en binnenvaart, een normstelling neer. Werksessie 1 groep b Einddoel: doorberekening van alle marginale maatschappelijk kosten, echter gefaseerd en op gelijke basis invoeren. Consequente doorberekening kan betekenen dat bijvoorbeeld spoorvervoer op een achterstand wordt gezet. De uiteindelijke wijze waarop doorberekening moet plaatsvinden (de hoe-vraag) staat nog ter discussie. In ieder geval moet doorberekening van marginale maatschappelijke kosten niet leiden tot de totale uitval van een bepaalde modaliteit. Op Europees niveau worden de grenzen van mate van doorberekening bepaald. Nederland hoeft niet verder te gaan of een voorlopers rol te hebben. Wel moet het binnenlandsvervoer goed worden gescheiden van het internationale vervoer, omdat daar verschillende mogelijkheden lijken te liggen voor maatregelen (zeker als de buitenlandse transporteurs zich binnen Nederland ook aan diezelfde regels te houden hebben. Ook moet onderscheid worden gemaakt tussen de belangen van de transportsector en het macro Nederlands economisch belang. Er moet met andere woorden niet zuiver sprake zijn van sectorbeleid. DISCUSSIE STELLINGEN VOOR HET FORUM ® Compromisloos prijsbeleid is ofwel politiek onhaalbaar (niet ethisch) ofwel laat bepaalde vervoerssectoren verdwijnen. • Maak de kosten van alle vijf de modaliteiten inzichtelijk en maak daarna een politieke afweging zodanig dat er geen maatschappelijk ongewenste verdringing plaatsvindt. • Er is geen echte overeenstemming over de doelen van prijsbeleid. Voorstel: Is het niet beter prijsbeleid te richten op financiering/oplossen van (infra-) knelpunten. Dit is goed voor de bereikbaarheid, het milieu, de veiligheid en vergroot de efficiëntie. Bovendien is het bedrijfsleven dan bereid ook te investeren in PPS (win-win-situatie) ® Prijsbeleid moet veel steviger ingezet worden om effectief te worden, maar dan wel zoveel mogelijk variabel, • De EU vormt een belangrijke belemmering bij het voeren van een nationaal prijsbeleid. BIJLAGE PRIJSBELEID (Gecomprimeerde sheet presentatie) QEBQLM 1. Bestaand kader prijsbeleid goederenvervoer 2. Het ontwikkelen van het prijsbeleid per modaliteit ® Wegvervoer • Binnenvaart • Spoor • Zeescheepvaart 3. Projectaanpak 4. Projectorganisatie DEFINITIE PRIJSBELEID "Maatregelen van de overheid bestaande uit de inzet van financieel-economische instrumenten (belastingen, heffingen, accijnzen) gericht op het meer in evenwicht brengen van de prijs voor het gebruik van het vervoerssysteem en de door de gebruiker veroorzaakte maatschappelijke kosten van vervoer " Uitgangspunt voor prijsbeleid goederenvervoer: 1. verhogen maatschappelijke efficiency - "de gebruiker betaalt" 2. voor 't gebruik in plaats van het bezit wordt betaald. 3. de gebruiker wentelt geen kosten af. (internalisering). BESTAANDE KADERS EN REGELINGEN a. Witboek EU Commissie: "Eerlijke vergoeding voor infrastructuurgebruik (1998). • principe "gebruiker/vervuiler betaalt": • naar rato gebruik, milieu- en andere externe kosten. • heffing op basis van marginale maatschappelijke kosten voorjaar 2001) nieuw werkdocument EU commissie o.a.mogelijk: weginfra-opbrengsten overhevelen naar andere vervoerinfra b. NVVP Doelstellingen NVVP: • voor gebruik i.p.v. bezit wordt betaald. • gebruiker wentelt geen kosten af. Uitwerking: 1. betalen naar rato gebruik (variabilisatie) 2. kosten gebruik infra (internalisering) 3. betalen voor schaarste, (tijd, plaats) 4. betalen voor kwaliteit (toltarief/betaalstrooktarief). c. Gespreksagenda Goederenvervoer Voorziet volgende stappen: Stap 1. Doorberekening gebruik infrastructuur Stap 2. Doorberekening marginale infrastructuurkosten Stap 3 Doorberekening marginale maatschappelijke kosten. ONTWIKKELINGEN PRIJSBELEID PER SECTOR a. WEGVERVOER huidige heffingen. BTW, accijns , MRB, Eurovignet. Europese realiteit: Duitse vervanging Eurovignet Zwitserland, Oostenrijk vervroeging KM-heffing in Nederland? Opties voor invoering Variabilisatie Niet: BTW Accijns MRB Wel: - Eurovignet, maar: - tarieven op basis kosten infra - slechts op autosnelwegen Externe Kosten internaliseren: Marginale infra kosten Totale infra kosten (incl. Investering) Marginale maatschappelijke kosten (MMK) Totale M M K (incl. infra) b. BINNENVAART Huidige heffingen Geen: Accijns Heffingen gebruik infra (Akte van Mannheim) Soms wel: Verwijderen olie afval Gebruik havens, sluizen, bruggen Concrete acties (2000 - 2005) • Start internationale discussie; • gebruiksvergoeding benutting infra). • relatie milieuprestatie • CCR: verdrag heffing Rijn • Binnenvaartconferentie (Rotterdam sept 2001) • Emissienormstelling maar: EU Commissie terughoudender Onderzoeksacties • Juridische mogelijkheden Akte van Mannheim; « Omvang, toedeling • Omvang externe kosten • Heffingen door lagere overheden? c. SPOORVERVOER Huidige heffingen Geen Accijns Wel Ecotax elektriciteit Gebruiksvergoeding Concrete acties (2000 - 2005) • • • • Differentiatie gebruiksvergoeding. Stimuleren stille technologie Subsidieregeling milieu-investeringen . Emissie-eisen Onderzoeksacties • Kosten beheer en onderhoud infra • Toerekening (P-vervoer vs G-vervoer); • Relatie emissie/rijsnelheid; • Normering emissies (geluid, schadelijke stoffen). d. ZEESCHEEPVAART Huidige heffingen Wek Miei Havenfaciliteiten Havenbekkens Sluizen Verkeersbegeleiding Beloodsen Afvalstoffen Hoi's Rijksinfra Betonning Belichting Onderhoud vaargeulen Via havengeldtarieven, basis: Tonnage Type schip, Aantal dagen verblijf Soort lading etc. Concrete (onderzoeks-) acties (2001 - 2005) Bepalen externe kosten havens en toegangsgeulen. systematiek van toerekening omvang van emissies (on)veiligheidskosten juridische mogelijkheden internationaal zeerecht effecten concurrentiepositie PROJECT AANPAK PROGRAMMA PRIJSBELEID Twee deelprogramma's 1. Wegvervoer: gedetailleerd resultaatgericht 2. Overig sectoren: verkennend . Opbouw van de deelprogramma's in bouwstenen Deelprogramma prijsbeleid wegvervoer Bouwsteen variabilisatie Bouwsteen internalisering externe kosten Bouwsteen internationale . ontwikkelingen Bouwsteen fiscale zaken en Eurovignet Bouwsteen techniek en funct.eisen Bouwsteen juridische zaken Bouwsteen effecten Bouwsteen tariefvarianten en doelgroepen Deelprogramma prijsbeleid overige sectoren (binnenvaart, spoor en zeescheepvaart) Bouwsteen binnenvaart Bouwsteen spoor Bouwsteen zeescheepvaart PROJECTORGANISATIE Interdepartementale Directeuren Stuurgroep V&W: Financiën: EZ: VROM: LNV Interdepartementale Projectgroep O.l.v. Programmamanager Prijsbeleid 2 Werkgroepen 1. 2. Wg. prijsbeleid wegvervoer Wg. prijsbeleid overige sectoren Klankbordgroep KBG maatschappelijke organisaties Tijdpad programma Twee jaar tot 1 -1 -2003. Meetmoment eind 2001. Bouwstenen gereed 31 december 2002 • Werksessie Nederland Innovatieland: Logistieke en technologische vernieuwing Programmamanager: Mw. Drs. C.AA. Broeijer Verslag werksessie Nederland innovatieland: Logistieke en technologische vernieuwing Gespreksleiders: Conny Broeyer, Wim Holleman Van: Gerard Alink en Angelien van Boxtel Belangstelling voor thema's voorkeur Thema's fysieke voertuig technologie ICT in voertuig toegevoegde waarde diensten ongehinderd transport distributiesystemen ! eerste sessie 2e sessie 1 3 $:) 1 3 2 2 14 1 1 1 3 3 1 4 2 14 1 17 1 2 2 ICT in infrabeheer en handhaving ICT-infrastructuur Totaal tweede ' sessie 2 e sessie 17 r derde sessie 2e sessie 1 2 1 3 1 2 2 1 2 14 Er zijn twee thema's die een duidelijke voorkeur genieten: knooppuntlogistiek (18) en ICT in de logistieke keten (25), op de derde plaats komt distributiesystemen en als vierde ongehinderd transport. Uit de discussie bleek dat deze beide laatste onderwerpen ook in verband werden gebracht met de top twee. Vooral bij de eerste sessie over knooppuntlogistiek kwamen ongehinderd transport en distributiesystemen aan de orde. Er is in twee sessies over de onderwerpen ICT in de Logistieke keten en Knooppuntlogistiek gesproken. Hieronder vindt u de beknopte verslagen van de belangrijkste opmerkingen in beide sessies. ICT in de logistieke keten Sessie 1 Opmerkingen en ideeën • De randvoorwaarden voor de technologie zijn veel belangrijker dan de technologieontwikkeling zelf. « Het "eigendom" van de informatie is het grootste obstakel; open uitwisseling is (nog) niet mogelijk. Dit heeft ook te maken met privacy gevoelige informatie en concurrentie-gevoelige informatie • Een voorbeeld van waar de hele informatieketen wel goed in elkaar zit is het systeem dat RWS gebruikt om te achterhalen waar welke schip zit, om daarmee de vaarbegeleiding te optimaliseren. Opgemerkt dient te worden dat dit systeem weer niet gebruikt wordt om het transport efficiënter te laten verlopen, en er dus ook geen sprake is van uitwisselen tussen mogelijke concurrenten van data. • Het matchen van real-time verkeersinformatie (zoals files, omleidingen etc.) aan de planning van het vervoer om daarmee tot een efficiënter ketenvervoer te komen is noodzakelijk. Voorbeeld: bij sprake van files kan beter eerst naar klant 2 gegaan worden en daar de vracht worden opgehaald en dan naar klant 3, om vervolgens terug te rijden naar klant 1. e Om tot een verbetering in de logistieke keten te komen is een goede organisatie nodig. Grote verladers hebben dit begrepen en daar loopt het vervoer dan ook zo efficiënt mogelijk. Het gaat met name om de verbetering bij de kleine transporteurs en aanbieders op de vervoersmarkt. Het feit dat er zo veel organisaties bij het goederenvervoer betrokken zijn, speelt met name hier parten. 1 17 De rol van de overheid zou gelegen moeten zijn in het waarborgen van randvoorwaarden voor een betere en veilige data-uitwisseling Het grote aantal organisaties dat betrokken is bij transport is een sterk complicerende factor. Dit wordt nog verergerd op het moment dat er gesproken wordt van intermodaal vervoer. Wellicht is het mogelijk om naar analogie van de vroeger verplicht gestelde inzage in im- en export gegevens iets dergelijks te eisen om aanwezige informatie over lading en herkomst, bestemming etc. doorzichtig te maken. Wellicht is het mogelijk een logistieke laag te creëren waar alle vragen (transportvraag) worden uitbesteed aan de verschillende modaliteiten en het vervoer daarbinnen. Het combineren van vraag en aanbod met als oogmerk het redelijkerwijs verdelen van het transport en het optimaliseren van het vervoer in de keten. De overheid zou een dergelijk initiatief (of initiatieven) moeten bevorderen. Een voorbeeld van een dergelijke "transportmarkt" is het door EVO gesteunde initiatief logico.com Leidraad blijft dat de markt het "moet regelen", de rol van de overheid is kader scheppend. Belangrijke spelers in het Europese veld zijn Frankrijk en Duitsland. Wil een initiatief in Nederland zinvol zijn moet rekening gehouden worden met deze twee spelers. Een mogelijk initiatief moet de hele Nederlandse markt aanspreken. Er zijn momenteel wel een aantal "elektronische marktplaatsen", maar die wachten op elkaar. De grote vervoerders zijn wel in staat om de logistieke keten te optimaliseren, waarom de kleintjes dan niet. Er wordt gesproken over het concept van het Goederen Clearing House waarin naar analogie van de bankwereld er een ontkoppeling van eigendom en transactie plaats vindt. In het geval van het Goederen Clearing house in dat de ontkoppeling van de overdracht van het eigendom en het fysieke transport. RWS Noord-Brabant wordt in dit verband genoemd. Bij investeringen in de ICT-infrastructuur moet de overheid zorgen voor voldoende beschikbaarheid voor een redelijke prijs. De overheid zou de barrières in kaart moeten brengen EVO en andere organisaties willen betrokken worden bij verdere acties in Nederland Innovatieland maar zegt dat op termijn ook haar individuele leden voorgelicht of ingelicht moeten worden. Algemene tendens van de sessie De technologische ontwikkelingen in het besproken vakgebied gaan zeer snel. Echter de reden waarom er sprake is (en zal blijven) van suboptimalisatie is het feit dat de informatie niet gedeeld kan of mag worden. De verschillende partijen in de keten zijn niet bereid om de data te delen, daardoor blijft het alleen mogelijk om in de subketens optimalisatie toe te passen. Conclusie sessie 1 Om tot een beter gebruik van ICT in de logistieke keten te komen, is er geen noodzaak de technologische ontwikkelingen verder te stimuleren. De autonome ontwikkelingen op dit vlak zijn meer dan adequaat. De beschikbaarheid van gegevens en de bereidheid om deze gegevens te delen is veel meer van belang. De overheid zou de randvoorwaarden om tot een optimaler transport te komen moeten faciliteren, waarbij de nadruk dan ligt op het "Delen van de informatie". Sessie 2 Welke innovaties? • Er zouden nieuwe logistieke grondvormen ontwikkeld moeten worden (t.b.v. bundeling in distributiecentra waar producenten samenwerken met een logistiek dienstverlener: Zie als voorbeeld Tilburg). • Om efficiency winst te behalen zou meer gebruik gemaakt moeten worden van gestandaardiseerde voertuigen, die gebundeld worden toegepast (denk aan stedelijke distributie en OLS). Het gaat hier om AGV-technologie en dan met name om de logistieke component. ® Als gevolg van globalisering ontstaan er nieuwe netwerken en samenwerkingsvormen via gestandaardiseerde ICT procedures. ICT is de enabler/noodzaak. Deze innovatie is belangrijk. 9 De fragmentatie in het vervoer is het grootste probleem, bundeling van stromen is de uitdaging. • Kosten- en milieubesparende maatregelen zoals ICT toepassingen zijn een prikkel voor markt en overheid. De markt heeft het voortouw! De ontwikkeling en werkwijze zijn door fragmentatie van goederenstromen niet effectief. De bundeling van kleine partijen (in (virtuele) marktplaatsen kan tot grote winsten leiden. Er zou meer gewerkt moeten worden vanuit een combinatie van personen en goederenvervoer. Het project Kenniswijk (kluisjes waar bestelling afgehaald kan woorden, enz.) is hiervan een voorbeeld. De rol van de overheid wordt gezien bij kennisuitwisseling, bij agendering op de EU-agenda en het uitwisselen van EU-kennis op dit terrein. Daarnaast kan de overheid de kennisverspreiding versnellen. Ook kan ze grote pilots mogelijk maken (via Connekt?). Tenslotte is ook het Ruimtelijk Ordeningsbeleid belangrijk voor fysieke bundeling: integrale aanpak! Conclusie sessie 2 De rol van de overheid is beperkt. Er moet veel energie worden gestoken in kennisoverdracht (disseminatie) van de kopgroep (die partijen die nu reeds actief zijn op dit terrein) op een brede groep door het opzetten van pilots en het toegankelijk maken van de beschikbare kennis. De overheid heeft wel een rol om met bedrijven en kenniscentra te zoeken naar echte innovaties. Knooppunt Logistiek Sessie 1 Er werd begonnen met het benoemen van knelpunten. Deze zijn: e Standaardisatie laadeenheden. Het bedrijfsleven moet deze ontwikkelen. De overheid heeft als rol de partijen bij elkaar te brengen, inclusief het opvoeren van dit onderwerp op de internationale agenda. Daarbij is het uitgangspunt de omvang en het soort lading waarvoor deze eenheden ontwikkeld moeten worden. Ze moeten bruikbaar zijn in de gehele (intermodale) keten! » De douanehandelingen werken vertragend. De partijen moeten zich inspannen dit probleem op te lossen. ® Er bestaat geen ICT standaard. De overheid zou de ontwikkeling hiervan kunnen bevorderen (denk aan Smartcard, e.d.). • Er is dringende behoefte aan pilots op systeemniveau (ondergronds!). e De innovatie zelf is niet het probleem. Het gaat om de organisatie van de innovatie (de organisaties moeten leren omgaan met innovatieve aspecten. Bedrijven moeten dus ook zichzelf innoveren). Innovatie van de organisatie kan leiden tot effectiever grondgebruik (R.O). » Er is gebrek aan kennis over het achterland (voor wie doe je wat?). • De meeste deelnemers constateren een wildgroei in knooppunten: de overheid zou zich hier meer moeten inspannen om tot ordening te komen. « E-commerce leidt tot heroverweging en innovatie logistiek (hier ligt een belangrijk knelpunt!). Acties: De overheid moet de markt stimuleren tot innovatie. Dat kan door samenwerking, het oprichten platforms en het koppelen van belangen. Ook moet de overheid bevorderen dat de vergaarde kennis wordt uitgedragen (zo dat het MKB er wat aan heeft). Denk daarbij aan kennisdisseminatie OLS, PSD, knooppunten, etc. Ook is er behoefte aan kennis over PPS. Zo wordt als mogelijke vorm genoemd een exploitatiemij met de overheid als grootaandeelhouder. De gebruikers van het systeem betalen voor de diensten. Er wordt gewerkt met consessies. Er is verschil tussen traditionele infra en innovatieve infra (zeker t.a.v. kostenberekening). De probleemhebber is niet altijd de probleemoplosser (doelen en problemen eerst helder in kaart brengen en dan gericht werken aan een oplossing!). Een specifieke suggestie was het bieden van economische hulp aan niet-EU landen. Hiermee zou ontlasting van de NL-infrastructuur worden bereikt (door productie te verplaatsen). Dit is een mogelijke vorm van transportpreventie!? Verder zou de vergaarde knooppuntlogistieke kennis kunnen worden geëxporteerd. VRAAG: Willen we dit en wat is dan nog de toegevoegde waarde van transport voor NL? Conclusie sessie 1 Hier speelt het spanningsveld tussen bereikbaarheid en leefbaarheid: Het is van het grootste belang om tot harmonisering en standaardisatie te komen (bv venstertijden, maximale lengte vrachtwagens in binnensteden). Op technologisch gebied dient de overslagtechnologie verder te worden ontwikkeld. En er dient een stadsdistributieauto te worden ontwikkeld. Verder is een dringende behoefte aan meer aandacht voor innovatie in organisatorische zin! Sessie 2 Opmerkingen » Op dit terrein is er sprake van een overdaad aan techniek-ontwikkeling die zeer detaillistisch is. De ontwikkelde technische oplossingen zijn optimaal voor een zeer klein deel van de "keten", maar zijn niet op een groter geheel of op elkaar afgestemd. Daarbij komt dat er een overmatige aandacht is voor de technische (on) mogelijkheden en er (te)weinig rekening wordt gehouden met aspecten als geluid (milieu) of arbeidsomstandigheden. « In haven-knooppunt logistiek blijkt er teveel aandacht te zijn voor de ship-shore afhandeling, er zou meer aandacht moeten zijn voor een totale ketenbenadering. « Een knooppunt zou gezien kunnen worden als een "mini" distributie systeem. Noodzakelijk is hier een differentiatie in de logistieke dienstverlening. Voorbeeld: in de Rotterdamse haven blijft een container gemiddeld 3,5 dag staan. Dat is grotendeels te wijten aan het feit dat het knooppunt nu een black box is met de reder als klant. De klant als eigenaar van de goederen in de container is niet betrokken. De innovatie zou meer gezocht moeten worden in de servicekant, waarbij de klant duidelijker in beeld is. Daarbij is het combineren van kennis een noodzaak. ® Het algemene probleem in de logistieke keten is het feit dat er veel partijen in spelen die allen suboptimalisatie op hun deelterrein nastreven waardoor ketenoptimalisatie onmogelijk blijkt. • In de regionale stadsdistributie zijn andere problemen aan de orde. Daarbij speelt de spanning tussen het vervoer in kleine eenheden die de leefbaarheid in de stadscentra pogen te vergroten, versus het veel meer efficiëntere vervoer in grotere eenheden die de leefbaarheid op het regionaal en landelijk netwerk verbeteren en het aantal kilometers verminderen. Een grote rol in dergelijke knooppunten speelt het gebrek aan standaardisatie en mechanisatie. Grote delen gaan met gemechaniseerde eenheden terwijl even verderop in de keten werknemers dozen staan te verplaatsen. In deze problematiek speelt ook de ver doorgevoerde decentralisatie, waardoor verschillende steden verschillende eisen stellen aan distributie-eenheden (vrachtwagens), waardoor het haast onmogelijk wordt om een voertuig voor heel Nederland te gebruiken. Van de centrale overheid wordt een uniformerende rol gevraagd, het is niet mogelijk voor iedere Nederlandse stad een eigen voertuig te ontwerpen en te gebruiken. • Op dit gebied is het opvallend dat veel kennis in door de overheid gesubsidieerde of gefinancierde instellingen zit, waarvan weinig doorsijpelt naar de markt. Deels is dit verklaarbaar omdat die markt is zeer veel kleine vervoersbedrijven is opgedeeld. • In 2004 zou in ieder geval bereikt moeten zijn dat er sprake is van een harmonisatie van vervoerseenheden, voor het regionale, nationale en internationale vervoer. Daarbij zijn de knooppunten tussen regionaal/nationaal en nationaal/internationaal extreem belangrijk. Er moet gestreefd worden naar uniforme laadeenheden. ® De problematiek van uniforme laadeenheden of de behoefte daaraan speelt ook zeer duidelijk op intermodale knooppunten en vormt een bedreiging voor de voortgang in deze knooppunten. Conclusie sessie 2 De benodigde innovatie ligt waarschijnlijk op het gebied van organisatorische en service verlenende nieuwe concepten. De technologische stimulering zou vooral gericht moeten worden op intermodale overslagtechnologieën. Standaardisatie van laadeenheden is voor alle knooppunten van belang. Voor de distributie in en rondom de steden is er een spanningsveld tussen leefbaarheid en bereikbaarheid. Conclusie gekozen thema's ICT in de logistieke keten Om tot een beter gebruik van ICT in de logistieke keten te komen, is er geen noodzaak de technologische ontwikkelingen verder te stimuleren. De autonome ontwikkelingen op dit vlak zijn meer dan adequaat. De beschikbaarheid van gegevens en de bereidheid om deze gegevens te delen is veel meer van belang. De overheid zou de randvoorwaarden om tot een optimaler transport te komen moeten faciliteren, waarbij de nadruk dan ligt op het "Delen van de informatie". De rol van de overheid is beperkt, zij zou zich moeten concentreren op kennisoverdracht (disseminatie) van kopgroep op een brede groep middels pilots en het toegankelijk maken van kennis. Daarnaast zou zij met bedrijven en kenniscentra op zoek moeten gaan naar de echte innovaties. Knooppunt logistiek De benodigde innovatie ligt waarschijnlijk op het gebied van organisatorische en service verlenende nieuwe concepten. De technologische stimulering zou vooral gericht moeten worden op intermodale overslagtechnologieën en stadsdistributieauto's. Standaardisatie van laadeenheden is voor alle knooppunten van belang. Voor de distributie in en rondom de steden is er een spanningsveld tussen leefbaarheid en bereikbaarheid, van het grootste belang is het om tot harmonisering en standaardisatie te komen (bv venstertijden, maximale lengte vrachtwagens in binnensteden). S Nederland Innovatieland NVVP innovatieprogramma Goederenvervoer • Workshop 2 april 2001 < Conny Broeyer, Wim Holleman Angelien van Boxtel en Pim Breek • Doel van de workshop is - U info te geven over de bedoeling en speerpunten van dit programma - Te zien of die worden herkend en erkend - Na te gaan welke speerpunten in uw ogen het meest belangrijk zijn - U de gelegenheid te geven uw organisatie aan te melden om bij de uitwerking van het programma betrokken te worden 1 ••i i r : il' •• • •.• * • - - . •' .. / . am: 1 / , • * / - *-•-<'.-•"• j ' 1 - ' '"». —- 1 i • Op dit plaatje ziet u dat Willie Wortel net een circulaire afstandsbeperker heeft bedacht. De vraag van Donald Duck is onmiddelijk of hij ook werkt. In ons innovatieprogramma willen we graag volgen welke interessante concepten worden bedacht om vervolgens na te kunnen gaan of ze een bijdrage kunnen leveren aan onze beleidsdoelen. Als dat zo is, willen we ook weten of ze vanzelf door de markt worden opgepakt ofwel een steuntje in de rug nodig hebben. Van tijd tot tijd maken we een keuze voor gerichte stimuleringsmaatregelen. Het gaat ons zowel om technologische en logistieke innovaties als om gedragsaspecten die daarmee samenhangen. Ambitie 2004 Dit is eerste fase gerichte innovatie impuls, die elke twee jaar wordt bijgesteld Doel is samen met u de potentie van innovatie beter benutten voor realiseren beleidsdoelen Opzetten programmatische en thematische aanpak (niet opnieuw wiel uitvinden) In internationaal perspectief Waar willen wij in 2004 staan? In eerste fase van het meerjarig programma zal het accent liggen op onderzoek, monitoring van kansrijke ontwikkelingen en ontwikkelen van beleidsinstrumenten.Vanaf 2002 willen we starten met de uitvoering Het programma zal vervolgens elke twee jaar worden bijgesteld Hoofddoelen zijn: • Beter benutten van innovatie voor het realiseren van beleidsdoelen • Onderbouwen van belang van markt en overheid bij innovatie We willen graag samen met u een programmatische en thematische aanpak tot stand brengen op basis van: analyse van internationale trends en randvoorwaarden voor het ontwikkelen en implementeren van innovaties; een onderbouwde keuze voor meest wenselijke en kansrijke innovaties. Waarom internationaal perspectief? Gebruik van kennis, inspelen op internationale trends en op Europees mededingingsbeleid. Aanpak innovatieprogramma • NWP-doelen - Bereikbaarheid - Veiligheid f - Leefbaarheid " v • Spoor 1: - Actie-, agenda- en onderzoekpunten gespreksagenda • Spoor 2: - Thematische en internationale inbedding acties - Maatwerk rolverdeling tussen markt en overheid De beleidsdoelen die voor ons centraal staan zijn de NWP-doelen Alle innovatieve ontwikkelingen zullen in het licht van die doelen worden gezien. U hebt ongetwijfeld uw eigen doelen die daar mee al dan niet overeenkomen. Eerste spoor actie- agenda- en onderzoekpunten gespreksagenda. Dat zijn concrete producten, zoals: innovatiemonitor, trendstudie, subsidievoorwaarden sleuteltechnologieën en TRIP, criteria participatie in projecten ondergronds/ ongehinderd transport.criteria ondersteuning haalbaarheidsstudies, criteria participatie AVG,voorwaarden voor ictinfrastructuur, versnelde invoering boordcomputer,beleidsstandpunt radioplaatsbepaling, verdere invulling visie brainport m.n. toegevoegde waarde diensten, oplossingen e-distributievragen Tweede spoor: strategische thema's waarin KT acties worden meegenomen - inventarisatie beschikbare kennis rond innovatieve ontwikkelingen binnen deze thema's te beginnen met de meest belangrijke - belang nieuwe innovatieve ontwikkelingen bepalen in relatie tot trends in innovatie GV - hoe ziet ontwikkeltraject eruit (knelpunten, randvoorwaarden, effecten - een rolverdeling markt/ overheid op maat uitwerken Schematische weergave aanpak NL Innovatieland Rode draad LT-thema's: analyse knelpunten, kennis, ontwikkelingsfase instrumenten en rol overheid f Leefbaar Bereikbaar j ^Veilig J Innovatie~thema9s Algemene instrumentontwikkeling innovatie Algemene verkenningen innovatie Gespreksagenda-actie; KT-uitvoering van Gespreksagenda-acti^s gerela aanJïsT-thema's ningen 1 Algemene verkenningen innovatie J* Algemene instrumentontwikkeling f Thema-gerelateerde V korte termijn GA-acties/ Voorbeelden bij thema's 1. • • o Fysieke voertuigtechnologie katalysator voor reductie emissies brandstofcel voor emissieloze aandrijving voertuigen technologieën om geluidshinder van voertuigen te verminderen Doel overheid: reduceren emissie en geluidshinder 2- ICT in het voertuig • reisinformatie en routeplanning • multifunctionele boordcomputer • bestuurder-ondersteunende systemen (ADA), zoals cruisecontrol Doel overheid: efficiënter gebruik vervoermiddelen 3. • • • Knooppuntlogistiek voormelden lading bij terminals en Cargocard Rotterdam voor ophalen/lossen containers geautomatiseerde overslag efficiënte opslag Doel overheid: beter aansluiting intermodale ketens en efficiënter gebruik knooppunten 4. Toegevoegde waarde diensten • Value-added logistics: het toevoegen van waarde aan transportstromen door bv. assemblage, prijsstickeren, cross-docking, verpakken, etc. Hiervoor is goede logistieke planning noodzakelijk. Doel overheid: concentreren transport tb. v efficiëntere bundeling en (secundair) het meer verdienen aan transport 5. Ongehinderd transport • OLS Schiphol-Aalsmeer-Hoofddorp • OLS voor stedelijke distributie Doel overheid: verbeteren bereikbaarheid wegennet in drukke gebieden/knooppunten en verhogen efficiëntie intermodale ketens door continu beschikbare transport en overslag rond die gebieden 6. Distributiesystemen • afhaal/distributiepunten bij benzinestations, parkeergarages (kluisjes of winkels) voor het ophalen van consumentengoederen (al dan niet via ICT besteld) Doel overheid: efficiënte logistieke afhandeling van met name via e-commerce bestelde (groeiend aantal) consumentengoederen 7. ICT in de logistieke keten • UPS weet bv. via tracking en tracing precies waar vervoermiddelen en zendingen zich bevinden en levert deze informatie aan klanten en andere geautoriseerde belanghebbenden • ketenmanagement voor het m.b.v. ICT beheersen van de hele logistieke keten Doel overheid: efficiëntere logistieke planning met name ook tussen bedrijven 8. ICT jn infrastructuurbeheer en handhaving • Wetgh in Motion (WIM-VID): het dynamisch meten van overbeladen vrachtwagens t.b.v. efficiëntere handhaving en minder onnodige controles/storing logistiek • Elektronische Voertuig Identificatie en kilometerheffing » BICS en transponders voor het volgen van gevaarlijke stoffen en sluisplanning Doel overheid: het verbeteren van de effectiviteit en efficiëntie van handhaving en het verbeteren van de veilige benutting van de infrastructuur 9. ICT-infrastructuur • Radioplaatsbepaling via satelliet- en grondsystemen, zoals GPS, GALILEO, LORAN-C, GSM/UMTS • De capaciteit en snelheid van ICT-infrastructuur als bekabeling en mobiele applicaties Doel overheid: het bewaken van voldoende beschikbare betrouwbare en veilige ICT-capaciteit • Onze vragen aan u Binnen welke thema's verwacht u de belangrijkste innovatieve ontwikkelingen? Aan welke ontwikkelingen denkt u dan? Wat vindt u dat in 2004 concreet moet zijn bereikt? Op welke wijze wilt u bij het programma betrokken zijn? • Wat is voor u het belang is van deze thema's ? Plak de stickertjes op het thema dat voor de komende tijd voor uw organisatie het meest belangrijk is 1 e , 2 e , 3e keuze En geef aan aan welke thema's wilt u meedoen en op welke wijze (a. actief in workshops, b. beperkt: een keer een gesprek of interview of c. passief: op de hoogte blijven) Wie aangeeft mee te willen doen zal daarvoor worden uitgenodigd • Inschrijfformulier programma Nederland Innovatieland S.v.p. visitekaartje bijvoegen of onderstaande gegevens invullen: Naam: Organisatie: Adres: Telefoon: Fax: E-mail: Graag direct inleveren of opsturen naar: Ministerie van V&W, DGG, t.a.v. Conny Broeyer; Postbus 20904; 2500 EX Den Haag. U kunt het ook faxen naar 070-351 1888 Geef hieronder aan bij welke thema's van het programma Nederland Innovatlèlarïftu in de toekomst betrokken wilt worden en op welke manier Omcirkel de fase waarin u betrokken wilt worden; 1. Fysieke voertuigtechnologie: D ja, ik wil in overleg actief deelnemen in een werkgroep D ja, ik wil graag beperkt via een gesprek/interview een bijdrage leveren D ja, ik wil geïnformeerd worden de voortgang van dit thema Omcirkel fase waarin u wilt worden betrokken: R&D, pilot, implementatie, beleidsvorming • 2. ICT in het voertuig D ja, ik wil in overleg actief deelnemen in een werkgroep D ja, ik wil graag beperkt via een gesprek/interview een bijdrage leveren D ja, ik wil geïnformeerd worden de voortgang van dit thema Omcirkel fase waarin u wilt worden betrokken: R&D, pilot, implementatie, beleidsvorming 3. Knooppuntlogistiek D ja, ik wil in overleg actief deelnemen in een werkgroep D ja, ik wil graag beperkt via een gesprek/interview een bijdrage leveren D ja, ik wil geïnformeerd worden de voortgang van dit thema Omcirkel fase waarin u wilt worden betrokken: R&D, pilot, implementatie, beleidsvorming 4. Toegevoegde waarde diensten D ja, ik wil in overleg actief deelnemen in een werkgroep D ja, ik wil graag beperkt via een gesprek/interview een bijdrage leveren D ia, ik wil geïnformeerd worden de voortgang van dit thema Omcirkel fase waarin u wilt worden betrokken: R&D, pilot, implementatie, beleidsvorming 5. Ongehinderd transport D ja, ik wil in overleg actief deelnemen in een werkgroep D ja, ik wil graag beperkt via een gesprek/interview een bijdrage leveren D ja, ik wil geïnformeerd worden de voortgang van dit thema Omcirkel fase waarin u wilt worden betrokken: R&D, pilot, Implementatie, beleidsvorming 6. Distributiesystemen D ja, ik wil in overleg actief deelnemen in een werkgroep D ja, ik wil graag beperkt via een gesprek/interview een bijdrage leveren D ja, ik wil geïnformeerd worden de voortgang van dit thema Omcirkel fase waarin u wilt worden betrokken: R&D, pilot, implementatie, beleidsvorming 7, D D D ICT in de logistieke keten ja, ik wil in overleg actief deelnemen in een werkgroep ja, ik wil graag beperkt via een gesprek/interview een bijdrage leveren ja, ik wil geïnformeerd worden de voortgang van dit thema • | Omcirkel fase waarin u wilt worden betrokken: R&P, pilot, implementatie, beleidsvorming 8- 1CT in infrastructuurbeheer en handhaving D ja, ik wil in overleg actief deelnemen in een werkgroep D ja, ik wil graag beperkt via een gesprek/interview een bijdrage leveren D ja, ik wil geïnformeerd worden de voortgang van dit thema | Omcirkel fase waarin u wilt worden betrokken: R&P, pilot, implementatie, beleidsvorming 9, iCT-infrastructuur D ja, ik wil in overleg actief deelnemen in een werkgroep D ja, ik wil graag beperkt via een gesprek/interview een bijdrage leveren D ja, ik wil geïnformeerd worden de voortgang van dit thema [ Omcirkel fase waarin u wilt worden betrokken: R&D, pilot, implementatie, beleidsvorming • Werksessie Internationale Agenda'. Milieu, veiligheid en economie Projectleider: • • Dhr. Drs. P. Van Dalen Verslag werksessie Internationale agenda: Milieu, veiligheid en economie Sessie 1 Losse reacties tijdens de sessie "Wat we met de mond belijden ook doen als het er op aankomt!" "Level playing field waarmaken." "DGG-speerpunten interne afstemming: wat is wiens probleem? Wie is mijn contactpersoon en waarom?" "Doel en ambitie: samen met verladers, omdat vervoer een gevolg is van bedrijfsactiviteiten." "DGG goed bezig. Zoek door middel van dit soort bijeenkomsten input voor beleid." VRAAG 1: Welke onderwerpen moeten er op de internationale agenda MVE bij of juist er vanaf? Technische systemen voor rij-ondersteuning Vervoer gevaarlijke stoffen (in z'n algemeenheid) Bij leefbaarheid ook: gedrag (human factor) De gebruiker betaalt moet ook de vervuiler betaalt zijn VRAAG 2: Welke 5 onderwerpen op de internationale agenda MVE geeft u top-prioriteit ïThema Onderwerp Aantal 'hits' Reden Veiligheid Rijvaardigheidseisen aanscherpen Harmonisatie spoorveiligheidsbeleid River Information System Harmonisatie voertuigeisen Zwavelarme diesel Emissienormering diesellocomotieven 2 minder files, files voorkomen door betere voertuigbeheersing, meer veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Leefbaarheid Leefbaarheid Leefbaarheid ICT/innovatie/ technologie ICT/innovatie/ Technologie ICT/innovatie/ Technologie ICT/innovatie/ technologie 2 1 1 3 2 Internationale reductie SO2 en 2 CO2 1 Brandstofceltechnologie 2 Stillere voertuigen 1 Algemeen 1 ten behoeve van adequate hulpverlening 25 km. Vrachtwagens ook stiller en schoner belangrijk: normering heeft voor wegvervoer positief effect gehad milieu, draagvlak in maatschappij, gelijke eisen in Europa, verminderen broeikaseffecten cruciaal voor terugdringen ton-km, efficiënter transport onmisbaar voor toekomst (goederen)vervoer, stimuleren onderzoek en marktintroductie met name op spoor: daardoor kunnen goederentreinen wellicht blijven rijden op bestaande trajecten intelligentere voertuigen, electronische marktplaats voor binnenlands distributievervoer Marktversterking goederenvervoer Level playing field & harmonisatie 4 Marktversterking goederenvervoer Marktversterking goederenvervoer Bereikbaarheid Bereikbaarheid interoperabiiiteit systemen verkeersmanagement Marktliberalisatie spoor 1 Bereikbaarheid Internationaal vaarwegmanagement Algemeen Bereikbaarheid Prijsbeleid Infrastructuur 1 1 3 1 2 Bereikbaarheid De gebruiker betaalt 1 Bereikbaarheid Afstemming met BRD + België 1 over propyleenleiding-netwerk moet op EU (int.) niveau geïntroduceerd worden ten behoeve van (vlotte) implementatie, internationale concurrentie, draagvlak voor beleid, niet alleen regels harmoniseren, maar ook interpretatie/naleving, eis dienstbetrekking chauffeur loskoppelen van vergunninghouder (wegvervoer), monopoliepositie ECT/GHR in Rotterdam niet wachten op harmonisering wel eerst bestaande systeem verbeteren voor zowel goederen- als personenvervoer de gebruiker betaalt al uitbreiding doelgroep rijbanen wegvervoer, ontbrekende internationale verbindingen (Venlo, Emmen), HSL-vervoervan vracht INDRIS sterk promoten ten behoeve van modal shift blijft altijd belangrijk, goede afstemming en organisatie tussen modaliteiten, internationale concurrentieverhoudingen komen in gevaar voor Nederland Distributieland stimuleert bewuste keuze van gebruik infrastructuur en dus benutting zeer belangrijk in verband met concurrentieverhouding (overigens niet alleen voor propyleen) • VRAAG 3: Wat doet u, samen met ons? • Stimuleren contacten verladers/consortia VRAAG 4: Welke drie onderwerpen vindt u onbelangrijk, en waarom? Onderwerp Veiligheid Proef snelheidsbegrenzer Veiligheid Rijvaardigheidseisen aanscherpen Verhoging maritieme veiligheid Verbeteren botsveiligheid Algemeen Emissienormering zee- en binnenvaart Typekeuringseisen wegvervoer verbeteren Veiligheid Veiligheid Veiligheid Leefbaarheid Leefbaarheid Aantal 'hits' 1 1 2 1 1 1 1 R e d e n ' • ' "y'\ * ' •';• : - : , r ••.-•• : -; i ^ ; --. • • • • ^ h . . ^ ? "•;]>, overbodig, alles is bekend, pilots betekenen vertraging in Nederland al op voldoende niveau zijn al zeer veel internationale afspraken gemaakt al genoeg aan gedaan (toch?) is internationale kwestie weg véél belangrijker beter = meer aandacht voor techniek, oplossingen voor voertuigbegeleiding • ICT/innovatie/ technologie Plaatsbepaling GALILEO Marktversterking goederenvervoer Bereikbaarheid Spoor: North-South-Freeway 1 GPS-systemen verder ontwikkelen, is taak van het bedrijfsleven, marktwerking is beter dan plaatsbepaling, te groot financieel beslag, puur militair strategische doelstelling, geld (veel) is veel nuttiger en effectiever te besteden oost-west is belangrijk voor Nederland Prijsbeleid wegvervoer 1 tolpoorten nationale zaak TOP 5 PRIORITEITEN 1. 2. 3. 4. 5. Bereikbaarheid Veiligheid Leefbaarheid Marktversterking ICT TOP 3 ONBELANGRIJKE ONDERWERPEN • 1. Veiligheid 2. Leefbaarheid 3. ICT STELLING Er moeten Europese transportcorridors komen uitsluitend gebaseerd op communautaire regels en niet gehinderd door nationale regelgeving. • | Sessie 2 Losse reacties tijdens de sessie "Wat is nu eigenlijk het hoofddoel van de internationale agenda MVE?" "Leuk, dat we dit zo eens samen met de overheid kunnen doen" VRAAG 1: Welke onderwerpen moeten er op de internationale agenda MVE bij of juist er vanaf? Intermodaal vervoer 1. Beleid ter bevordering van innovatieve netwerken • Korte afstanden • Gericht op consolidaties • Snelle round trips 2. Beleid ter bevordering van innovatieve uitwisseling • Innovatieve terminals • Cargo Sprinter, innovatieve wagons (koppeltechnieken) Afstemming van Nederlands/nationaal beleid met Europees/internationaal beleid [3x] Bereikbaarheid via het spoor - Betuwelijn Milieuprestaties spoor (NOx en geluid) Afstemming infrastructuur(beleid), knooppunten en terminals in EU/TENverband Procesvernieuwing en ketenregie Rol en strategie van Nederland als distributieland Groei goederenvervoer versus milieudruk en veiligheid Vitale en duurzame economie Veiligheid: zijn de gevolgen van Volendam en Enschede verwerkt/goed opgepakt binnen DGG en sector? VRAAG 2: Welke 5 onderwerpen op de internationale agenda MVE geeft u top-prioriteit Onderwerp Aantal R e d e n Bereikbaarheid Prijsbeleid wegvervoer 3 Bereikbaarheid Afstemming met BRD + België 2 over propyleenleidingnetwerk 2 Verhoging maritieme veiligheid Wegvervoer: harmonisatie 3 voertuigeisen Level playing field 4 zo snel mogelijk consequentie internalisering kosten op Europees niveau (bijv. kosten van ruimtegebrek), level playing field, internationale afspraken maken en over nog vele andere vraagstukken, belangrijke modaliteit ja, met level playing field, milieu-aspecten Veiligheid Veiligheid Marktversterking goederenvervoer Marktversterking goederenvervoer Interoperabiliteit systemen verkeersmanagement 2 r ; /;.••"' • •: '•:--<•:'-': • : • % •".'"•:}••.:•:$ efficiëntie, eerlijke concurrentie, concurrentievervalsing weg/spoor/binnenvaart essentieel voor een open economie, de basis van een geïntegreerde markt, impact op toekomst spoor, belangrijk voor economische groei Nederland goederenvervoer <-> personenvervoer: wie krijgt voorrang?, van levensbelang voor toekomst goederenvervoer, ontbreken afstemming hindert groei Marktversterking goederenvervoer Marktliberalisatie spoor 3 ICT/innovatie/ Technologie ICT/innovatie/ Technologie Brandstofceltechnologie 1 bruikbaarheid van het spoor kan niet zonder, het moest al sinds 1991, spoor = internationaal enkel markt werking in Nederland is onvoldoende belangrijk voor duurzame samenleving Alle onderwerpen minus GALILEO 1 GALILEO is geldverslindend VRAAG 3: Wat doet u, samen met ons? VRAAG 4; Welke drie onderwerpen vindt u onbelangrijk, en waarom? Thema Onderwerp Aantal 'hits' Reden Bereikbaarheid Afstemming met BRD + België over propyleenleiding-netwerk Prijsbeleid binnenvaart/EUCCR Emissies diesellocomotieven Interoperabiliteit systemen verkeersmanagement 1 voor wie prioriteit? 1 onbelaste vrije vaart was Nederlands "redding" en bloei, niet aan tornen Bereikbaarheid Leefbaarheid Marktversterking goederenvervoer ICT/innovatie/ technologie Plaatsbepaling 1 1 1 mooie woorden, maar markt pakt het niet op (wel voorzover er technologische innovatie bij behoort) kostbaar, het bestaande werkt toch goed TOP 5 PRIORITEITEN 1. 2. 3. 4. 5. Marktversterking Bereikbaarheid Veiligheid ICT Leefbaarheid TOP 3 ONBELANGRIJKE ONDERWERPEN 1. 2. 3. Marktversterking Bereikbaarheid Veiligheid STELLING Leefbaarheid leeft niet! (Politieke aandacht stuk minder, er is nu meer aandacht voor veiligheid en economie) : (Inter-)nationale agenda: Milieu, Veiligheid & Economie Peter van Dalen DGG interactief met internationale omgeving CEMT prijsbeleid level playing field CCR ! • • ; : : IMO EU emissie harmonisatie TEN bilaterale relaties DGG interactief met omgeving GHR \ O) Buitenlandse Zaken Doel & ambitie van het programma Level playing field Normen schoon, stil en veilig Op 01.01.02 werkt DGG met een duidelijke strategie & (int.) agenda MVE, afgestemd met alle actoren kortom: Samen van goed naar best! Speerpunten van het programma DGG stelt in 2001 met alle actoren prioriteiten in (int.) agenda MVE op DGG verbetert interne afstemming (binnen DGG en V&W) over wat bij welke onderwerpen wanneer gerealiseerd moet zijn • Verantwoordelijkheden voor onderwerpen en dossiers blijven in de lijn: themagroep (int.) agenda MVE prioriteert agenda en intensiveert samenwerking met alle actoren. U blijft dus zaken doen met uw huidige contactpersoon. (Int.) agenda MVE: Bereikbaarheid Infrastructuur * afstemming met BRD + België over propyleenleiding-netwerk * internationaal vaarwegmanagement (INDRIS) * programma Arie Jan Arbouw: bereikbaarheid De gebruiker betaalt * prijsbeleid wegvervoer * prijsbeleid binnenvaart/EU-CCR * programma Rein van Dijk: prijsbeleid (Int.) agenda MVE: Marktversterking goederenvervoer level playing field & harmonisatie spoor: North-South-Freeway spoor: marktliberalisatie interoperabiliteit systemen verkeersmanagement (spoor: ERMTS/weg: Centrico) zeescheepvaart: kwaliteitsregisters onderzoek: verladers & maritieme consortia • (Int.) agenda MVE: Veiligheid wegvervoer: harmonisatie voertuigeisen en gedragsregels wegvervoer: rijvaardigheidseisen aanscherpen verhoging maritieme veiligheid in samenwerking met België: hogere veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen op Westerschelde proef snelheidsbegrenzer lichte trucks/bestelwagens verbeteren botsveiligheid harmonisatie spoorveiligheidsbeleid River Information Services programma Janny de Gooijer: verantwoord ondernemen • (Int.) agenda MVE: Leefbaarheid • typekeuringseisen wegvervoer verbeteren emissienormering diesellocomotieven, binnenvaart en zeescheepvaart; Euro 4 + 5 voor wegvervoer internationale eisen uitstoot fijn stof, CO en VOS verbeteren stimulering reductie SO2 en CO2 NOx binnenvaart verminderen zwavelarme diesel internationale afspraken over implementatie VOSrichtlijnen (Int.) agenda MVE: Technologie/ICT/innovatie • plaatsbepaling GALILEO stillere voertuigen (ook: schoner/zuiniger) brandstofceltechnologie programma Conny Broeijer: NL innovatieland Voor de workshop: onze vragen aan u 1. Bent u het eens met deze lijst van onderwerpen? Moet er nog iets bij of af? 2. Welke vijf onderwerpen geeft u topprioriteit en waarom? U mag er één uit uw eigen sector noemen, en in elk geval één sector-overstijgend onderwerp. 3. Wat doet u er aan om die vijf gerealiseerd te krijgen, samen met ons? 4. Welke drie onderwerpen vindt u onbelangrijk en waarom? • 5535"?.
© Copyright 2024 ExpyDoc