Hervorming overlevingspensioenen overheidsstelsel Het federaal regeerakkoord voorziet in de afschaffing van de overlevingspensioenen. De afschaffing is van de baan en op dit moment ligt een wetsontwerp klaar dat een aantal wijzigingen aan het bestaande stelsel aanbrengt. Eigenheid van het overlevingspensioen in het overheidsstelsel blijft behouden De huidige hervorming raakt niet aan de kern van het huidige overlevingspensioen. Een overlevingspensioen wordt uitbetaald aan de rechthebbenden van een statutair ambtenaar die is overleden tijdens of na de loopbaan. Het gaat om de langstlevende echtgenoot (weduwe of weduwnaar), de uit de echt gescheiden echtgenoot en de wezen. Het pensioen is gelijk aan 60% van de referentiewedde (xT/N)1 . Het overlevingspensioen mag maximum de helft van de maximumwedde bedragen (xT/N) en moet ten minste 1.121,72 euro bedragen bij voltijdse diensten. Uitgangspunt Uitgangspunt voor de wijzigingen is de stelling dat het overlevingspensioen te veel een inactiviteitsval vormt voor vrouwen op arbeidsactieve leeftijd. Beneden een bepaalde leeftijdsgrens lijkt het dan ook aangewezen het overlevingspensioen te hervormen om de inactiviteitsval te dichten. De problematiek blijft echter beperkt tot een fractie van de overlevingspensioenen. Slechts 13,77% van de overlevingspensioenen worden betaald aan gerechtigden op beroepsactieve leeftijd (18-64 jaar). Slechts 1,76% of 1598 pensioenen beneden de leeftijd van 50 jaar. De hervorming dient dan ook voldoende selectief te zijn, zodat gerechtigden die niet geconfronteerd worden met een inactiviteitsval hun rechten behouden. Schorsing overlevingspensioen Bij overlijdens vanaf 1 januari 2015 wordt het overlevingspensioen geschorst wanneer de gerechtigde jonger is dan een bepaalde leeftijd. Aanvankelijk zal de schorsing gebeuren wanneer de gerechtigde jonger is dan 45 jaar. Die grens wordt jaarlijks met zes maanden opgetrokken tot ze 50 jaar bereikt in 2025. De schorsing geldt tot het ogenblik waarop men gerechtigd is op een rustpensioen of tot de leeftijd van 65 jaar. Overgangsuitkering Bij de schorsing van het overlevingspensioen verwerft men het recht op een tijdelijke overgangsuitkering. Het bedrag van de overgangsuitkering is gelijk aan dat van het overlevingspensioen. Het wordt evenwel niet beperkt tot het gewaarborgd minimum voor rechthebbenden onder de 45 jaar (zoals dat voor het overlevingspensioen het geval is). De overgangsuitkering wordt wel verhoogd tot het gewaarborgd minimum. De aanvraag moet gebeuren binnen de twaalf maand na het overlijden. De overgangsuitkering kan onbeperkt gecumuleerd worden met beroepsinkomsten, sociale uitkeringen of een rustpensioen wegens medische redenen. De overgangsuitkering wordt toegekend voor de duur van 12 maanden of 24 maanden bij kinderlast. Na 1 De verhouding tussen enerzijds de aanneembare diensten en anderzijds de periode tussen 20j en het overlijden (maximum 480m). De verhouding is beperkt tot de eenheid. de periode gedekt door de overgangsuitkering verwerft wie werkloos blijft het recht op werkloosheidsuitkeringen. Wie een pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid ontvangt, verwerft opnieuw het recht op het overlevingspensioen. De uit de echtgescheiden echtgenoot kan geen overgangsuitkering ontvangen. Joris Lermytte ACV Openbare Diensten
© Copyright 2024 ExpyDoc