© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Maandag, 01 december 2014 VANGNET; DE AMBULANT BEGELEIDER ‘Kijken wat leerling wél kan’ Zorgcoördinator, orthopedagoog, ambulant begeleider. Anno 2014 heeft elke middelbare school ze in huis. Ze zorgen voor het (geestelijk) welzijn van alle leerlingen. Maar wat doen ze eigenlijk? Ria van Wessel, ambulant begeleider van de stichting Speciaal Onderwijs Noorden Midden-Limburg, werkt op Het Bouwens in Panningen en BC Broekhin in Reuver. In deel twee van de serie Vangnet legt zij het uit. door Angela Janssens O nzekere tieners. Kinderen die last hebben van een angststoornis. Een jongen die altijd ruzie heeft met zijn docenten omdat hij niet wil inzien dat hij autistisch is. Of pubers die intens verdrietig zijn na zelfmoord van een kennis. Ambulant begeleider Ria van Wessel heeft het allemaal voorbij zien komen op de middelbare scholen waar ze werkt. Haar taak is het om, met docenten, zorgcoördinatoren, externe deskundigen, ouders en de leerling zelf, een oplossing te vinden voor alle problemen die het leven van schoolgaande tieners moeilijk, zo niet onmogelijk, maken. Alles wordt uit de kast getrokken om ervoor te zorgen dat elke tiener zo goed en zo kwaad als mogelijk naar een reguliere school blijft gaan. Thuiszitten, en een grote kans lopen op vroegtijdig schoolverlaten, is taboe. Snel reageren en snel met een oplossing komen is het devies. Hoe langer een tiener wegblijft van school, hoe moeilijker het is om terug te keren in de schoolbanken, leert ervaring. „Ik ben altijd op zoek naar alle dingen die wél kunnen”, zegt Van Wessel. „Als een kind dat kampt met een chronisch vermoeidheidssyndroom maar een half uurtje per dag naar school kan komen, zet ik daarop in. Maatwerk is het sleutelwoord. Wat kunnen ouders, docenten en leerlingen samen doen om ervoor te zorgen dat het lukt op een reguliere middelbare school? Een kind dat blijft weigeren om naar school te gaan omdat het bang is in een groep, kan ten slotte overgeplaatst worden naar een andere klas waar het zich happy voelt.” Zo relatief eenvoudig zijn de oplossingen lang niet altijd. Van Wessel: „Ooit heb ik met ouders en een docententeam alles geprobeerd om ervoor te zorgen dat een jongen met een angststoornis de reguliere middelbare school kon doorlopen. Maar in het derde leerjaar moesten we erkennen dat deze leerling het écht niet aankon. Iedereen - vooral ook de leerling zelf - heeft in die drie jaar ontzettend veel geïnvesteerd. Maar het was niet te doen. De jongen was beter af op het voortgezet speciaal onderwijs.” Soms is een aantal gesprekken onder supervisie van een ambulant begeleider illustratie Hollandse Hoogte wél al voldoende om de angel ergens uit te halen. „Neem nou zo’n autistische jongen die door zijn gedrag regelmatig botst met een docent. Als ik dan om hulp word gevraagd, nodig ik leerling en docent uit voor een gesprek. Ik heb een docent weleens open en eerlijk tegen zijn leerling horen zeggen: ‘Ik vind jou een leuke knul, maar als je bepaalde dingen doet, weet ik niet wat ik met je aan moet.’ Zo’n oprechte ontboezeming zorgt voor wederzijds begrip. Ik probeer vervolgens te regelen dat beide partijen afspraken maken over hoe het anders moet, zodat er geen ruzies meer ontstaan.” Maar niet alle gesprekken zijn even gemakkelijk. „Vaak is het net een dans op het slappe koord”, zegt de “ Ik heb ooit een leerling uit onze school verwijderd. Dat voelt nu nog als een nederlaag. Harold Limpens, Het Bouwens ambulant begeleider. „Zo is het niet mijn taak om problemen binnen een gezin aan te pakken. Maar ik moet het wel tegenover ouders benoemen als bijvoorbeeld het constante geruzie thuis van invloed is op het gedrag dat een leerling op school laat zien. Ik kan ouders dan hooguit een luisterend oor bieden en ze een mogelijke oplossing voor de problemen thuis aanreiken. Een gezinscoach, maatschappelijk werk, bijvoorbeeld. Maar het is aan de ouders zelf om daar stappen in te nemen. Ik ben geen maatschappelijk werker. Mijn taak is het om de juiste plek en de juiste oplossing te vinden voor elke leerling van een school die iets extra’s nodig heeft.” Dat de mogelijkheden voor een reguliere middelbare school zo zijn grenzen heeft, moge duidelijk zijn. Volgens Harold Limpens, sectordirecteur havo/vwo van het Bouwens in Panningen heeft die grens onder meer met veiligheid te maken. „Gelukkig stuiten we niet zo vaak op die grens. Maar ik heb ooit eens een leerling eigenhandig uit het schoolgebouw verwijderd, omdat docenten en andere leerlingen fysiek bedreigd werden. Zodra het niet meer veilig is, houdt het op. Maar tot op de dag van vandaag ervaar ik de stap die ik toen moest maken als een nederlaag.”
© Copyright 2024 ExpyDoc