Overzicht regelingen en bedragen in 2014 -2015. 1. Inleiding. Op 1 augustus 2014 gaat het samenwerkingsverband PPO Delflanden daadwerkelijk van start. Na de oprichting van het samenwerkingsverband op 20 januari 2013 is hard gewerkt aan de inrichting van het samenwerkingsverband PPO Delflanden. Kenmerk van het proces tijdens de inrichtingsfase is dat op alle niveaus overleg is gevoerd om te komen tot een goede uitwerking. Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband is vastgesteld op 3 maart 2014 door het Algemeen Bestuur, nadat er OOGO met de wethouders onderwijs van de vier gemeenten was gevoerd en overeenstemming was bereikt op 13 januari 2014 ( Delft, Lansingerland, Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp.) Door de ondersteuningsplanraad van PPO Delflanden is instemming verleend aan het ondersteuningsplan op 20 januari 2014. Het ondersteuningsplan is tot 2018, maar is uitgewerkt tot augustus 2016. In de het tweede deel van 2015 zal begonnen worden met een uitwerking van de periode 2016 – 2018. Dit komt, omdat er op velerlei terrein nog veel onduidelijkheden zijn. Denk aan de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten per 1 januari 2015. Daarnaast is het schooljaar 2014 – 2015 voor Passend Onderwijs nog een overgangsjaar. Niet alle budgetten worden per 1 augustus 2014 overgeheveld naar PPO Delflanden. Het schooljaar is daarmee niet alleen startjaar van Passend Onderwijs, maar ook zeer duidelijk een overgangsjaar. In dit overzicht zijn dan ook veel regelingen alleen geldig voor het schooljaar 2014 – 2015. In het schooljaar 2015 – 2016 zullen deze regelingen dan ook vervangen worden. Dit overzicht zal ook gepubliceerd worden op de website van het samenwerkingsverband. 2. Algemeen. 2.1. De volgende regelingen zijn van toepassing: - Facilitering basisondersteuning. Scholen ontvangen van het samenwerkingsverband via de schoolbesturen een bedrag van € 75,- per leerling in het schooljaar 2014 – 2015. Voorwaarden voor deze bijdrage is dat scholen de afgesproken aspecten van basisondersteuning in hun school realiseren. In paragraaf 3 wordt deze regeling verder uitgewerkt. - Overgangsmaatregel LGF ( Rugzak). Scholen konden met toestemming voor 1 april 2014 middelen aanvragen voor één schooljaar ( of 15 april als de indicatie afloopt op 1 augustus 2014). Voorwaarden zijn een indicatiebesluit, die na 1 augustus 2014 geldig zou zijn, toestemmingsformulier van ouders en een actualisering van het huidige behandelplan. In paragraaf 4 wordt dit verder uitgewerkt. - Bekostiging sbo-scholen in 2014 – 2015. Dit wordt uitgewerkt in paragraaf 5. - Bekostiging SO-scholen in 2014 – 2015. Deze wordt uitgewerkt in paragraaf 6. - Aanvulling middelen compensatieregeling AWBZ in 2014 – 2015 voor so-scholen. Deze regeling wordt uitgewerkt in paragraaf 7. 2.2. Normuurtarieven. Waar sprake is van regelingen, die ook personele inzet bekostigen, wordt gebruik gemaakt van vaste normuurtarieven. 2.3. 90/10. Door PPO Delflanden beschikbaar gesteld budget wordt op een nader te bepalen wijze betaald aan de betrokken schoolbesturen. In elk geval wordt de 90/10- systematiek toegepast. Negentig procent wordt tijdens de uitvoering betaald en tien procent wordt uitgekeerd na de afronding van de verantwoording. 2.4. Nadere informatie bij aanvraag en verantwoording. In gevallen waarin PPO Delflanden meent onvoldoende informatie van de aanvrager of de verantwoordende partij te hebben ontvangen om de aanvraag of verantwoording te kunnen beoordelen, kan PPO Delflanden bij aanvrager of verantwoordende partij nadere informatie inwinnen. Dat geldt ook voor een nadere onderbouwing van het wel of niet conform de begroting inzetten van budgetten. De afhandelingstermijnen van PPO Delflanden worden daarmee opgeschort. 2.5. Veranderende situatie. Wanneer de situatie van een leerling of diens omgeving dusdanig verandert dat de school , die voor deze leerling een arrangement uitvoert, redelijkerwijs kan vermoeden dat de afspraken, die gemaakt zijn, niet meer kunnen worden uitgevoerd, brengt het PPO Delflanden daarvan zo snel mogelijk op de hoogte. Dat geldt bijvoorbeeld bij langdurige afwezigheid van school of vervangingsproblematiek in de school. Hierdoor kan PPO Delflanden voorkomen dat bekostiging te lang doorloopt en later verrekend moet worden. 2.6. Stapelen van aanvragen. Het is niet mogelijk een nieuwe aanvraag in te dienen voor een bepaalde periode, wanneer voor ( een deel van )die periode reeds een aanvraag bij PPO Delflanden in behandeling is of wordt uitgevoerd. 2.7. Verlenging. De daadwerkelijke toekenning van verlenging van een regeling is alleen mogelijk wanneer de eerder afgesproken verantwoording ( inhoudelijk en financieel) is uitgevoerd. 2.8. Onvoorziene situaties en hardheid. In gevallen waarin dit overzicht niet voorziet of situaties waarbij uitvoering van de in dit overzicht gestelde bepalingen schrijnende gevolgen heeft , beslist het dagelijks bestuur van PPO Delflanden op voorstel van de directeur. Met belanghebbenden wordt bij het opstellen overlegd. 2.9. Mediation en geschillen. Op het terrein van mediation en geschillen heeft het samenwerkingsverband een aantal zaken in voorbereiding. In de statuten van het samenwerkingsverband is hierover al het een en ander vastgesteld. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband vindt u hierover mee informatie. In beschikkingen wordt altijd aangegeven dat bezwaar kan worden gemaakt en hoe dat werkt. 2.10 Privacy. Er is een privacy-reglement in voorbereiding. In beschikkingen van PPO Delflanden wordt altijd aangegeven dat er een privacy-reglement is en waar dat gevonden kan worden. 3. Facilitering basisondersteuning. Reguliere basisscholen ontvangen voor het versterken van de basisondersteuning € 75,- per leerling op basis van de leerlingtelling van 1 oktober 2013, zoals deze door DUO bij het samenwerkingsverband wordt aangeleverd. De volgende voorwaarden zijn hierbij gesteld: - De school behaalt op de door de onderwijsinspectie gestelde indicatoren een voldoende of goed. Dit is zichtbaar in de meest recente rapportages van de onderwijsinspectie. - Op schoolniveau en groepsniveau wordt gewerkt aan handelingsgericht werken. Deze zeven uitgangspunten zijn geformuleerd in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. - Waar scholen op indicatoren nog niet voldoende of goed scoren, stellen zij een verbeterplan op. De afspraak is gemaakt dat scholen in een jaarplan 2014 – 2015 één of twee thema’s gaan uitwerken. Indien een school geen jaarplan opstelt, kan gebruik worden gemaakt van een format, dat door het samenwerkingsverband beschikbaar is gesteld. De schoolbesturen informeren het samenwerkingsverband voor 1 november 2014 over deze verbeterplannen. - Voor de periode 2015 – 2019 kunnen scholen in het meerjaren schoolplan aangeven welke verbetertrajecten zij van plan zijn om te gaan doorlopen. Na vaststelling van deze schoolplannen door het schoolbestuur ontvangt het samenwerkingsverband een kopie van dit plan. - Scholen hebben een schoolondersteuningsteam ingericht. Hierin zitten naast de interne begeleider in ieder geval de directeur of adjunct-directeur, indien deze belast is met het onderwijskundige beleid. Het schoolondersteuningsteam speelt een cruciale rol, zowel intern als in contact met het samenwerkingsverband en ouders als er sprake is van extra ondersteuning. In het schooljaar 2014 – 2015 wordt de € 75,- per leerling betaald op de volgende wijze: - € 55,- per leerling per schooljaar wordt betaald aan het schoolbestuur. - € 20,- per leerling per schooljaar wordt door het schoolbestuur bekostigd uit de vereffening, die men ontvangt van de huidige WSNS-verbanden. Deze verdeling is éénmalig. Het samenwerkingsverband wordt hiermee in de mogelijkheid gesteld om te werken aan een weerstandsvermogen van maximaal 10 %. 4. Overgangsmaatregel 2014 – 2015 ( LGF) - Leerlingen, die op 1 augustus 2014 nog een indicatie zouden hebben volgens de oude regeling en in het schooljaar 2014- 2015 nog op de basisschool zitten, kunnen nog voor één schooljaar middelen blijven krijgen. De grootte van het bedrag zal mede afhangen van het aantal leerlingen op 1 augustus 2014. Daarnaast zal er een gedeelte gereserveerd moeten worden voor eventuele nieuwe aanvragen in dit overgangsjaar 2014 – 2015. - Scholen kunnen met toestemming van de ouders deze verlenging aanvragen tussen 1 maart 2014 en 1 april 2014. o Scholen leveren daarvoor aan een kopie van de positieve beschikking cluster 3 of 4. o Toestemming ouders. o Het actuele begeleidingsplan. - Het samenwerkingsverband geeft u voor 1 juni 2014 bericht. - - Voor leerlingen van wie op 31 juli 2014 de positieve beschikking cluster 3 of 4 afloopt, maar wel in het schooljaar 2014 – 2015 nog op de basisschool verblijven, kunnen een aanvraag doen voor extra ondersteuning bij het samenwerkingsverband PPO Delflanden. Zij dienen daarvoor het volgende in te dienen: o Kopie van de positieve beschikking cluster 3 of 4, die op 31 juli 2014 afloopt. o Toestemming ouders. o Op te stellen begeleidingsplan voor de leerling met een offerte. ( format wordt u toegezonden.) De aanvraag voor deze leerlingen kan worden ingediend tussen 15 maart 2014 en 15 april 2014 door de school. Het samenwerkingsverband geeft u voor 15 juni 2014 bericht. Het samenwerkingsverband heeft in de notitie “overgangsmaatregel LGF” aangegeven dat de omvang van de uit te keren middelen afhangt van het aantal aanvragen en de prognose over nieuwe leerlingen. Dit betekent dat het samenwerkingsverband 90 % van het schooldeel kan uitkeren aan de schoolbesturen. De schoolbesturen zenden deze middelen naar de scholen. De middelen van dit overgangsbeleid zijn geoormerkt aan de leerling, die in de beschikking benoemd is. Het ambulante begeleidingsdeel blijft in het schooljaar 2014 – 2015 bij de speciaal onderwijsscholen. Op basis van deze AB-middelen blijven de AB-diensten deze kinderen begeleiden. Aan de ABdiensten is gevraagd om het budget dat zij krijgen voor leerlingen, die uit het primair onderwijs zijn vertrokken, waardoor dit budget vrijkomt, te besteden aan nieuwe leerlingen. Als verantwoording dienen scholen voor 1 juli 2015 de evaluatie van het behandelplan/ OPP op te sturen naar het samenwerkingsverband PPO Delflanden. 5. Bekostiging sbo-scholen. Voor 2 % van het aantal leerlingen vindt een rechtstreekse bekostiging door het ministerie van OC&W aan de besturen van de drie SBO-scholen. Deze bekostiging is hoger dan het aantal leerlingen dat deze drie scholen op 1 oktober 2013 ( teldatum) en 1 februari 2014 ( peildatum) gezamenlijk hadden. Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft besloten in haar bestuursvergadering van november 2013 dat sbo-scholen deze extra bekostiging voor twee schooljaren mogen houden. De scholen krijgen de bekostiging op basis van het aantal leerlingen dat zij hebben en de onderlinge verhouding tussen deze drie sbo-scholen. 6. Bekostiging so-scholen. De bekostiging van so-scholen door het samenwerkingsverband is in 2014 – 2015 niet aan de orde. Bekostiging van het SO ( inclusief groeiregeling) vindt plaats via DUO. In 2015 -2016 zal deze situatie gewijzigd worden. 7. Aanvraag middelen ter compensatie van AWBZ. Het schooljaar 2014 – 2015 blijft de huidige regeling hiervoor, zoals door de REC’s is gehanteerd van kracht. De huidige aanmeldprocedure wordt door PPO Delflanden overgenomen. Hiervoor is een toelichting en aanvraagformulier beschikbaar. Voor de aanvraag zijn gelimiteerde bedragen beschikbaar van € 3.000,- ( 2 uur); € 6.000,- ( 4 uur); of € 9.000,- ( 6 uur) Systematiek van de richtlijn “Afbakening AWBZ en onderwijs”. De school brengt in kaart wat de leerling nodig heeft op het gebied van persoonlijke verzorging (PV), verpleging (VP) en ondersteunende begeleiding ( OB-algemeen). De school heeft in een aantal gevallen zelf middelen om een beetje PV, VP en OB-algemeen te leveren. Deze zijn afhankelijk van schoolsoort en het geïndiceerde onderwijstype, in een tabel weergegeven. Als deze middelen niet toereikend zijn, kan de school via de ouders gebruik maken van deze richtlijn. CIZ indiceert de leerling voor AWBZ-zorg. Centrale vraag: Wat heeft dit kind thuis en op school nodig aan PV, VP en BG ( begeleiding). Voor het schoolgedeelte wordt de aftrektabel toegepast, want dan kan de school uit eigen middelen leveren. Wat resteert wordt op basis van de richtlijn “Afbakening AWBZ en onderwijs” bekostigd. Ouders ontvangen die middelen en zetten in overleg met school in. Compensatieregeling “aanvullende middelen AWBZ. De systematiek en de te doorlopen stappen: - Leerling op school heeft behoefte aan een x-aantal uren PV,VP en BG. School brengt dat per categorie in kaart, net als voorheen. De school kan die uren niet volledig leveren en klopt aan bij de ouders om gebruik te maken van de richtlijn “Afbakening AWBZ en onderwijs”. - CIZ indiceert en is verplicht op het indicatiebesluit expliciet aan te geven hoeveel uren PV, VP en BG er ten behoeve van de school zijn geïndiceerd. Ouders zetten die middelen in overleg met de school in op school. Als ouders dit deel niet inzetten, kun je niet verder met de volgende stap. CIZ kan ook een negatief besluit nemen. Dan kan de school wel verder met de volgende stap. Ten aanzien van kinderen die niet thuis wonen geldt dat de school aan de zorginstelling verzocht moet hebben om uren van de dagbestedingsmiddelen in te zetten. Indien dit niet gebeurd is, kun je niet verder met de volgende stap. - Indien het aantal uren ten behoeve van de school, genoemd op de CIZ-indicatie onder het voorgaande aandachtsstreepje of de inzet vanuit de zorginstelling, minder is dan het aantal benodigde uren onder het eerste aandachtsstreepje. De school kan dan aankloppen bij het samenwerkingsverband om gebruik te maken van de compensatieregeling. De school stuurt - het OPP mee en levert onderbouwd de hierboven genoemde uren. Het samenwerkingsverband beoordeelt de aanvraag en neemt een besluit op grond van de voorschriften in de compensatieregeling. Er zijn twee toekenningsmomenten per schooljaar (november en maart).
© Copyright 2024 ExpyDoc