Programma van Toetsing en Afsluiting - VMBO DEEL A Erratum Algemeen Cohort 2013 / 2015 Hoofdstukken Pag. 1. 1.1 1.2 Examenreglement Het School Examen (SE) Begripsbepalingen Verklaring tekens (afkortingen) Organisatorische mededelingen 2. Bijzondere vakken en LO-2 5 3. 3.1 Handelingsdeel Handelingsopdrachten 7 7 4. Grote Praktische Opdracht 7 5. Het sectorwerkstuk 7 6. Het examendossier 8 7. 7.1 7.2 Beoordeling van het schoolexamen Wijze van beoordelen Examinatoren 8 8 8 8. 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 Herkansingen, afwezigheid en niet tijdig inleveren Te laat komen bij een schoolexamen Afwezigheid bij een schoolexamen Niet tijdig inleveren Herkansing van een SE onderdeel Maatschappijleer1 en rekenen (bijzondere bepalingen) 9 9 9 9 10 10 9. Afronding van het schoolexamen (SE) 11 10. 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 deel 1 4 5 5 Examenreglement deel 2 Het Centraal Examen (CE) Algemene vakken BBL en KBL Afwezigheid bij het Centraal Examen (CE) Regels voor kandidaten bij het Centraal Schriftelijk Examen (CSE) (TL) Regels voor kandidaten bij het Digitaal examen flexibel (KBL/BBL) Centraal Praktisch Examen (CPE) en het Centraal Schriftelijk Praktijk Examen (CSPE) Uitslag van het eindexamen, berekening van de eindcijfers TL Berekening eindcijfers KBL/BBL 12 12 13 14 15 15 15 11. 11.1 11.2 Slaag-/zakregeling VMBO Theoretische Leerweg Kader Beroepsgerichte Leerweg en Basis Beroepsgerichte Leerweg 16 16 16 12. Herkansing Centraal Examen 18 2 13. Extra vak 18 14. Afwijkende wijze van examineren 18 15. Hulpmiddelen bij het Centraal Examen (CE) en het Centraal Schriftelijk 19 Examen (CSE) 16. Voorlopige cijferlijst na CE-1 19 17. Bewaren van het examenwerk 19 18. Afsluiten op hoger of lager niveau 19 19. Onregelmatigheden 20 20. Commissie van beroep in examenzaken 21 21. Het VM-2 traject 22 22. Voorbeeld van een bezwaarschrift 25 23. Rooster Centraal Examen BBL tijdvak - 1 26 Rooster Centraal Examen KBL tijdvak -1 26 Rooster Centraal Examen TL/GL tijdvak - 1 27 3 Examenregelement Het School Examen (SE) 1. deel 1 Begripsbepalingen Dit reglement verstaat onder: “inspectie” : de inspectie, bedoeld in artikel 113 of 114 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs “het bevoegd gezag” : het schoolbestuur “rector” : de rector “coördinator” : degene die belast is met de organisatie van het examen “eindexamen” : een examen in de vakken voorgeschreven in de artikelen 10 t/m 29 van het Eindexamenbesluit VMBO dan wel een aantal deeleindexamens dat tezamen een eindexamen vormt “de examencommissie” : een commissie bestaande uit examinatoren van de betreffende afdelingen VMBO, de rector en de examensecretaris “de voorzitter van de examencommissie” : de rector “de secretaris van het examen” : een door de rector vast te stellen medewerker in het VMBO “docent-bijzitter” : de docent die bij mondelinge schoolonderzoeken en bij practica naast de examinator aanwezig is “de medezeggenschapsraad” : de raad als bedoeld in artikel 3 van de Wet Medezeggenschap Onderwijs (W.M.O.) “commissie van beroep” : een onafhankelijke commissie voor beroepszaken betreffende het examen “kandidaat VMBO” : de kandidaat, van wie zijn/haar behaalde SE cijfers zich spreiden, voor zover van toepassing, over leerjaar 3 en leerjaar 4 De leden van de examencommissie voor het OVC, afdeling VMBO: Dhr. Drs. J. Sluimer, voorzitter Dhr. R.P.P. Verheuvel, secretaris VMBO Alle vakdocenten VMBO leerjaar 3 en 4 genoemd in de Informatiegids VMBO-bovenbouw van het Oostvaarders College. 4 1.1 Verklaring tekens (afkortingen) in het PTA overzicht H HO M P PO Pr R S SE CE CSE CPE CSPE 1.2 Handelingsdeel Handelingsopdracht Mondeling Practicum Praktische opdracht Presentatie Rollenspel Schriftelijk School Examen Centraal Examen Centraal Schriftelijk Examen Centraal Praktisch Examen Centraal Schriftelijk Praktijk Examen Organisatorische mededelingen De schriftelijke mededelingen en voorschriften van organisatorische aard, die bij afzonderlijke onderdelen van School Examen en Centraal Examen aan de kandidaten worden uitgereikt, worden geacht deel uit te maken van dit reglement. Dit geldt eveneens voor de schriftelijke instructies aan examinatoren en surveillanten. 2. Bijzondere vakken c.q. bijzondere examenonderdelen Maatschappijleer is verplicht voor alle leerlingen in alle sectoren en leerwegen. Dit vak wordt aan het eind van leerjaar 3 afgesloten met het School Examencijfer, dat berekend is uit het resultaat van School Examentoetsen. Het School Examencijfer (SE) telt mee bij de bepaling van de slaag-/zakregeling. Lichamelijke Opvoeding (LO) is verplicht voor alle leerlingen in alle sectoren en leerwegen en bestaat uit een aantal domeinen, zoals spel, turnen, atletiek etc. en wordt aan het eind van leerjaar 4 afgesloten met een School Examen beoordeling. De afronding van het vak LO telt mee als Praktische Opdracht. De beoordeling telt mee bij de bepaling van de slaag-/zakregeling en moet voldoende zijn. Lichamelijke Opvoeding 2 ( L.O.-2 ) is een keuzevak. Het eindcijfer wordt berekend uit de SE 1 t/m SE 6 periode en wordt afgerond op een heel School Examencijfer (SE). Het vak L.O.-2 is niet bij het Centraal Schriftelijk Examen betrokken. Het vak L.O.-2 wordt op de cijferlijst vermeld als het eindcijfer voldoende is. Indien de kandidaat geslaagd blijft met een 5 voor het vak LO-2 wordt dit cijfer wel op de cijferlijst gemeld. Het School Examencijfer (SE) telt mee bij de bepaling van de slaag-/zakregeling. Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) kan inhoudelijk als volgt worden samengevat: In het derde leerjaar vindt er een verdieping plaats van diverse vormen van kunst en cultuur. Het theater zal een centrale plek krijgen. In totaal komen er vier theaterproducties aan bod. De voorstellingen vinden plaats tijdens schooluren met de hele klas onder begeleiding van de mentor. De leerlingen maken een kunstdossier aan. Voordat ze naar de eerste voorstelling gaan maken ze een zogenaamd instapdocument aan, waarin ze beschrijven wat ze op het gebied van culturele en kunstzinnige evenementen tot nu toe ervaren hebben. Na iedere voorstelling maken ze een opdracht aan de hand van zogenaamde leskaarten. De voorbespreking en voortgang van het kunstdossier staat onder leiding van de mentor. In de mentoruren zullen de 5 leerlingen de kans krijgen om hieraan te werken. Uiteraard zal het soms nodig zijn om opdrachten thuis af te maken. Leerlingen die voorstellingen gemist hebben, maken een vervangende opdracht met behulp van de CKV leskaarten. In overleg met de mentor gaat de leerling dan zelfstandig aan de slag en kan daarbij kiezen uit architectuur, beeldende kunst, televisie, film, etc. De opdrachten kunnen worden gedownload op school via intranet/ckv leskaarten; onderaan staan twee pdf bestanden die kunnen worden gedownload. Als aan alle opdrachten is voldaan met tenminste het predicaat “voldoende”, is het vak CKV afgerond. De beoordeling telt mee bij de bepaling van de slaag-/zakregeling. 6 3. Handelingsdeel Het totaal van opdrachten voor de leerling waarbij niet in de eerste plaats het niveau van presteren centraal staat, maar reflectie en het opdoen van ervaring. 3.1 Handelingsopdrachten (HO) HO behoren tot het handelingsdeel en zijn bedoeld voor onderdelen en/of vaardigheden die niet met een cijfer beoordeeld worden. De HO worden zowel in leerjaar 3 als in leerjaar 4 afgesloten en moeten minstens met een voldoende worden beoordeeld. Een HO wordt afgerond met een schriftelijke evaluatie, meestal in de vorm van een notitie of een kort verslag, waarin de kandidaat aangeeft wat hij van het uitvoeren van de opdracht vond en wat hij geleerd heeft. De HO moet naar behoren zijn uitgevoerd. Het niet afsluiten van een HO kan in het meest verregaande geval leiden tot uitsluiting van het Centrale Examen, als het desbetreffende vak hiermee niet is afgerond. De leerling krijgt vooraf te weten aan welke eisen de HO en de notitie of het verslag over de HO moet voldoen om “naar behoren” te zijn uitgevoerd. Bij deze informatie is ook duidelijk in welke periode de HO moet worden uitgevoerd en afgerond. De genoemde informatie wordt bij de HO vermeld. Dit betekent dus dat als niet aan vorengenoemde voorwaarde is voldaan, de kandidaat in ieder geval niet voor het betreffende vak Centraal Schriftelijk Examen kan gaan doen. De examencommissie zal zowel mondeling als schriftelijk melding doen aan betrokken kandidaat en/of ouder/verzorger over de inhoud van de dan te nemen maatregel(en), met melding aan de inspecteur van het onderwijs te Utrecht. 4. Grote Praktische Opdracht Een Praktische Opdracht omvat minstens tien studie belasting uren. Elke leerling moet, aan het eind van leerjaar 4, twee van deze Praktische Opdrachten van tien uur per opdracht uitgevoerd hebben. De Grote Praktische Opdracht ligt bij Maatschappijleer-1 in klas 3 en bij L.O. in leerjaar 4. De grote praktische opdracht heeft dezelfde status als de handelingsopdracht en dient naar behoren te worden uitgevoerd, zoals beschreven in punt 3.1. 5. Het sectorwerkstuk Is alléén voor leerlingen binnen de leerweg TLH Het thema van het werkstuk staat centraal. Kennis en vaardigheden uit alle vakken kunnen daarbij nuttig zijn. De begeleiding van de sectorwerkstukken gebeurt door verschillende vakdocenten en de mentor. Het resultaat wordt apart op de cijferlijst vermeld. In plaats van de waardering voldoende kan ook de waardering goed worden toegekend. Het sectorwerkstuk weegt niet mee in het cijfer voor het School Examen van de afzonderlijke vakken. De kandidaat heeft tot één week voor de uitslag van het examen de mogelijkheid aan de gestelde eis van voldoende/goed te voldoen. De voldoende telt mee bij de bepaling van de slaag-/zakregeling. 7 6. Het examendossier Het School Examen bestaat uit een examendossier. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het School Examen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag gekozen vorm. Het examendossier voor het VMBO omvat tevens de resultaten die de leerling heeft behaald voor de vakken, bedoeld in artikel 26g, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O. of artikel 26i, tweede lid, van dat besluit, voor zover in die vakken geen eindexamen is afgelegd. 7. Beoordeling van het School Examen (SE) 7.1 Wijze van beoordelen; schrijfmaterialen De wijze van beoordelen wordt gezamenlijk in sectieoverleg vastgesteld door alle docenten die in het betreffende vak les geven; zij wordt vastgesteld voor de toetsen in correctievoorschriften en voor de overige onderdelen in beoordelingsformulieren. Bij Praktische Opdrachten wordt zowel het proces van de totstandkoming, het product zelf als de presentatie in de beoordeling betrokken. Criteria voor de beoordeling worden vooraf vastgesteld. Het School Examenwerk mag niet met potlood worden gemaakt en ook niet met rood. Op tekeningen en grafieken mag wel met potlood worden gewerkt, doch niet met rood, tenzij in de desbetreffende opgave anders is aangegeven. De in leerjaar drie en vier behaalde periodecijfers per vak, vormen het eindcijfer van het School Examen. Zie desbetreffende schema‟s van de vakken verder in dit PTA. 7.2 Examinatoren Beoordelingen worden uitgevoerd door de docent die het vak verzorgt. De mogelijkheid bestaat e dat voor de beroepsgerichte vakken een 2 examinator van buiten het OVC wordt ingezet, waaraan de toets of Praktische Opdracht is gekoppeld. Praktische Opdrachten die vakoverstijgend worden gegeven (meerdere vakken met gezamenlijke opdracht) en het sectorwerkstuk in de theoretische leerweg worden gezamenlijk beoordeeld door twee of meer docenten die de totstandkoming hebben begeleid. De in deze bepaling bedoelde docenten worden beschouwd als de examinatoren. 8 8. Herkansing, afwezigheid en niet tijdig inleveren 8.1 Te laat komen bij een School Examen Als de kandidaat te laat komt bij een schoolexamen of een onderdeel van een schoolexamen, zal de kandidaat, ongeacht het tijdstip van binnenkomst, het School Examen(onderdeel) maken in de dan nog resterende tijd. Indien er sprake is van overmacht waardoor de kandidaat te laat is, kan de examencommissie toestemming geven om het School Examenonderdeel voor de resterende tijd af te laten maken. Dit kan op een andere lesdag afgesproken worden. In bijzondere gevallen behoudt de Examencommissie het recht om de leerling het Schoolexamen(onderdeel) volledig over te laten doen op een andere moment. In dat geval zal artikel 8.2. in werking worden gesteld. 8.2 Afwezigheid bij een School Examen Als de kandidaat afwezig is bij een schoolexamen of een onderdeel van een schoolexamen, dan zal de kandidaat voor het betreffende schoolexamen een 0,0 ontvangen. Een kandidaat die door ziekte of een andere geldige reden is verhinderd aan een onderdeel van het School Examen deel te nemen, dient dit op dezelfde dag telefonisch te melden bij de absentenadministratie. Binnen drie lesdagen nadat de kandidaat weer aanwezig is op school dient de absentie schriftelijk afgehandeld te zijn bij de absentenadministratie door middel van het inleveren van een ingevulde „groene kaart‟ Indien de absentie het gevolg is van ziekte of van een andere geldige reden en de absentie is afgehandeld zoals hiervoor beschreven binnen de genoemde tijd, zal de examencommissie bepalen dat de kandidaat in aanmerking komt voor een Inhaal School Examen. Het behaalde cijfer bij het Inhaal School Examen vervangt vervolgens het cijfer 0,0. Bij grove nalatigheid van de kandidaat blijft het cijfer 0,0 gehandhaafd tot sluiting van de betreffende periode. Na sluiting van de periode wordt dit cijfer omgezet naar het cijfer 1,0. De examencommissie bepaalt of de vastgestelde afwezigheid rechtmatig is of niet. Indien een kandidaat en/of ouder/verzorger nalaat te handelen overeenkomstig het bovenstaande, wordt de kandidaat geacht onwettig afwezig te zijn geweest. De rector kan op grond hiervan maatregelen nemen. (zie paragraaf 18 Onregelmatigheden). Het recht op inhalen van onderdelen van de handelingsopdracht is afhankelijk van de reden van afwezigheid. Een Praktische Opdracht moet, indien een kandidaat op de inleverdatum afwezig is, door de kandidaat worden ingeleverd op de eerstvolgende schooldag. 8.3 Niet tijdig inleveren Voor Praktische Opdrachten, werkboeken en overige in te leveren onderdelen van de Handelingsopdracht die niet tijdig zonder geldige reden worden ingeleverd, wordt het cijfer 0,0 toegekend. Verder afhandeling geschiedt zoals beschreven in artikel 8.2 9 8.4 Herkansing van een SE-onderdeel De examenkandidaat heeft per SE-periode recht op herkansing van één toets, ongeacht het gemiddelde. Indien de examenkandidaat in de betreffende SE-periode voor één of meerdere vakken nog onderdelen niet gemaakt heeft, komt het recht op een herkansing voor de betreffende vakken op dat moment te vervallen, tenzij de kandidaat niet redelijkerwijs de mogelijkheid heeft gehad om het gemiste SE-onderdeel in te halen. Na de SE-3-periode mag een examenkandidaat voor 1 vak een bonusherkansing aanvragen. Deze herkansing mag gekozen worden uit de periodes 1 tot en met 3. De keuze voor welk vak de herkansing wordt ingezet is vrij, met uitzondering van het vak Maatschappijleer (zie artikel 8.5). 8.5 Maatschappijleer1 en rekenen (bijzondere bepaling) Het vak Maatschappijleer, als bijzonder vak, mag herkanst worden indien het voortschrijdend gemiddelde na afsluiting van SE3 onvoldoende is. Per team wordt bekeken welke leerlingen gaan herkansen. Hierbij is het criterium “gedrag van de leerling” niet relevant. Indien na afsluiting van periode 3 het gemiddelde eindcijfer 5,49 of lager is, komt de kandidaat in aanmerking voor een éénmalig herexamen in leerjaar 4. Dit herexamen wordt centraal geregeld door het examensecretariaat. De ouder/verzorger van de betreffende kandidaat wordt schriftelijk op de hoogte gesteld, indien er sprake is van een herexamen. Examenkandidaten die nog geen eindcijfer hebben behaald, bijvoorbeeld iemand die vanuit 3 Havo in 4 VMBO is geplaatst of iemand die afkomstig is van een andere school, doen een éénmalige toets met recht op een éénmalig herexamen. Rekenen Vanaf het schooljaar 2013-2014 geldt dat de examenkandidaten een rekentoets moeten maken. Dit betreft een eenmalige toets met recht op maximaal één herkansing gedurende de twee examenjaren. De uitslag van deze toets maakt nog geen deel uit van de uitslagregel, maar wordt wel vermeld op de cijferlijst. De rekentoets zal (over het algemeen) worden afgenomen in het laatste examenjaar van de kandidaat. In het geval de kandidaat lager dan een 5,00 behaalt, is de leerling gezakt voor zijn/haar rekentoets. In het schooljaar 2015-2016 zal de rekentoets onderdeel worden van de zak-/slaagregeling. Voor het schooljaar 2014-2015 zal de overgang van leerjaar 3 naar leerjaar 4 ook deels bepaald worden door de voortgang van de leerling bij het vak rekenen. Indien de leerling in leerjaar 3 een cijfer lager dan 5,00 heeft voor het vak rekenen, zal de leerling een bespreekgeval zijn met betrekking tot de overgang, ongeacht de resultaten van de overige vakken. 10 9. Afronding van het School Examen (SE) 1. Een kandidaat heeft het School Examen afgerond als alle toetsen en Praktische Opdrachten zijn gemaakt en beoordeeld zijn met een cijfer. Indien het School Examen niet is afgerond, kan de kandidaat voor het desbetreffende vak niet aan het Centraal Schriftelijk Examen tijdvak-1 deelnemen. 2. Op een nog nader te bepalen datum in mei 2015 dienen alle School Examens te zijn afgerond en tevens alle gemiddelde School Examen periodecijfers te zijn vastgesteld. Op de daarop volgende dag dienen alle examinatoren een akkoordverklaring van de School Examencijfers 4 VMBO voor het betreffende vak te hebben getekend. 3. Voor kunstvakken-1, lichamelijke opvoeding en het sectorwerkstuk dient de kandidaat minstens een “voldoende” te hebben behaald om een diploma te ontvangen. Scoort een kandidaat een “onvoldoende” dan is het vak nog niet afgerond en voldoet hij daarmee niet aan de slaag-/zakregeling. Kunstvakken-1, lichamelijke opvoeding en het sectorwerkstuk dienen uiterlijk één week voordat de uitslag vastgesteld wordt, afgerond te zijn (artikel 32, eerste lid) met de kwalificatie voldoende/goed. 4. Voor elk examenonderdeel wordt een mogelijkheid van herkansing geboden. Indien anders dan door overmacht de eerste gelegenheid tot het maken van het examen is gemist, dan wordt het examen als gemaakt beschouwd en treedt artikel 8.2 in werking. 11 Examenreglement Het Centraal Examen (CE) 10. deel 2 Algemene vakken Basis Beroepsgerichte Leerweg A. Computerexamens De algemene vakken van het Centraal Examen 2015 in de Basis Beroepsgerichte Leerweg zullen worden afgenomen door middel van computerexamens. B. Afnamemoment computerexamens De computerexamens worden afgenomen na vaststelling van het School Examen cijfer. Het tijdstip en de plaats van afname worden minimaal 14 dagen van te voren bekend gemaakt aan de kandidaat. C. Herkansing computerexamens De kandidaat die deelneemt aan de computerexamens heeft het recht om naast het CSPE, één AVO-vak te herkansen. De rector beslist over het tijdstip en de plaats van de herkansing van een computerexamen. D. Inhalen computerexamens Indien de kandidaat bij een zitting met een wettige reden afwezig is, beslist de rector op welk tijdstip en op welke plaats het examen wordt ingehaald. Algemene vakken Kader Beroepsgerichte Leerweg A. Computerexamens De algemene vakken van het Centraal Examen 2015 in de Kader Beroepsgerichte Leerweg zullen worden afgenomen door middel van computerexamens. B. Afnamemoment computerexamens De computerexamens worden afgenomen na vaststelling van het School Examen cijfer. Het tijdstip en de plaats van afname worden minimaal 14 dagen van te voren bekend gemaakt aan de kandidaat. C. Herkansing computerexamens De kandidaat die deelneemt aan de computerexamens heeft het recht om naast het CSPE, één AVO-vak te herkansen. De rector beslist over het tijdstip en de plaats van de herkansing van een computerexamen. D. Inhalen computerexamens Indien de kandidaat bij een zitting met een wettige reden afwezig is, beslist de rector op welk tijdstip en op welke plaats het examen wordt ingehaald. 10.1 Afwezigheid bij het Centraal Examen (CE) Zowel bij het Centraal Schriftelijk Praktijkexamen (CSPE), het Centraal Praktijk Examen (CPE) als het Centraal Schriftelijk Examen (CSE) dient de ouder/verzorger de afwezigheid uiterlijk op de betreffende examendag voor 09.00 uur telefonisch aan de absentenadministratie te melden. De absentenadministratie geeft de melding door aan de secretaris van het eindexamen en bij diens afwezigheid aan de rector. 12 10.2 Regels voor kandidaten bij het Centraal Schriftelijk Examen (CSE) (TL) Kandidaten moeten zich beschikbaar houden tot en met de herkansingen. Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na het begin van de zitting tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert zijn werk in aan het einde van de zitting; de zittingsduur wordt niet verlengd. Kandidaten die meer dan een half uur na de aanvang van de zitting aankomen, mogen niet meer deelnemen aan de zitting. - Bij een geldige reden, ter beoordeling van de examencommissie, kunnen zij voor dit vak verwezen worden naar het tweede tijdvak. - Op de overige zittingen van het eerste tijdvak dienen zij wel te verschijnen. Vertrek van kandidaten is slechts toegestaan na 60 minuten of tot 15 minuten voor de eindtijd! Opgaven moeten dan ook ingeleverd worden. Aan het eind van een zitting blijven de kandidaten zitten, totdat het sein gegeven wordt om het examenlokaal te verlaten. Deelname aan een zitting betekent, dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt. Kandidaten doen er goed aan voor aanvang van een examenzitting zeer bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld ernstige ziekte of overlijden in de familie) en ook eigen ziekteverschijnselen te melden bij de examencommissie. In overleg met de examencommissie moet van tevoren duidelijk vastgesteld worden of een kandidaat in zo‟n geval in staat is aan het Centraal Schriftelijk Examen deel te nemen. Zo niet, dan wordt de kandidaat naar het tweede tijdvak verwezen. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de examencommissie of de door hen aangewezen persoon of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. Indien de kandidaat na enige tijd het werk hervat, kan de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden toegevoegd. Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten, kan de examencommissie zo mogelijk mede op grond van een medische verklaring, aan de inspectie verzoeken te beslissen, dat het voor een deel gemaakte werk ongeldig is. De kandidaat mag, indien de inspectie het werk ongeldig verklaart, in het tweede tijdvak opnieuw aan de desbetreffende zitting deelnemen. Het is de kandidaat niet geoorloofd boeken, logaritmetafels, tabellen, andere hulpmiddelen en communicatiemiddelen, in welke vorm dan ook, mee te nemen in het examenlokaal en te gebruiken, met uitzondering van die hulpmiddelen waarvan het gebruik door de Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven (CEVO) is toegestaan. Deze toegestane hulpmiddelen worden ruim voor aanvang van de zitting gecontroleerd. Tassen en jassen mogen niet in de examenzaal aanwezig zijn. (Idem GSM.) Het werk mag niet met potlood worden gemaakt en ook niet met rood. Op tekeningen en grafieken mag wel met potlood worden gewerkt, doch niet met rood, tenzij in de desbetreffende opgave anders is aangegeven. Kladpapier wordt gewaarmerkt en verstrekt door de school. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende het examenlokaal niet verwijderen uit het examenlokaal. Na het verlaten van het examenlokaal mag de kandidaat onder geen beding worden toegestaan nog aan het desbetreffende examen te werken. Het Centraal Schriftelijk Examen wordt afgenomen conform het eindexamenbesluit. Het eindexamenbesluit ligt op school bij de directie ter inzage. 13 10.3 Regels voor kandidaten bij het Digitaal examen flexibel (KBL/BBL) Kandidaten moeten zich beschikbaar houden tot en met de herkansingen. Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot één kwartier na het begin van de zitting tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert zijn werk in aan het einde van de zitting; de zittingsduur wordt niet verlengd. Kandidaten die meer dan één kwartier na de aanvang van de zitting aankomen, mogen niet meer deelnemen aan de zitting. Bij een geldige reden, ter beoordeling van de examencommissie, kunnen zij voor dit vak verwezen worden naar een ander tijdstip op dezelfde dag of het tweede tijdvak. Op de overige zittingen van het eerste tijdvak dienen zij wel (tijdig) te verschijnen. Vertrek van kandidaten is slechts toegestaan na 30 minuten na aanvang van de zitting. Deelname aan een zitting betekent, dat het eenmaal (deels) gemaakte werk zijn geldigheid behoudt. Kandidaten doen er goed aan voor de aanvang van een examenzitting zeer bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld ernstige ziekte of overlijden in de familie) en ook eigen ziekteverschijnselen te melden bij de examencommissie. In overleg met de examencommissie moet van tevoren duidelijk vastgesteld worden of een kandidaat in zo‟n geval in staat is aan het Centraal Schriftelijk Examen deel te nemen. Zo niet, dan wordt de kandidaat naar het tweede tijdvak verwezen. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de examencommissie of de door hen aangewezen persoon of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. Indien de kandidaat na enige tijd het werk hervat, kan de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden toegevoegd. Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten, kan de examencommissie zo mogelijk mede op grond van een medische verklaring, aan de inspectie verzoeken te beslissen, dat het voor een deel gemaakte werk ongeldig is. De kandidaat mag, indien de inspectie het werk ongeldig verklaart, in het tweede tijdvak opnieuw aan de desbetreffende zitting deelnemen. Het is de kandidaat niet geoorloofd boeken, logaritmetafels, tabellen, andere hulpmiddelen en communicatiemiddelen, in welke vorm dan ook, mee te nemen in het examenlokaal en te gebruiken, met uitzondering van die hulpmiddelen waarvan het gebruik door de Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven (CEVO) is toegestaan. Deze toegestane hulpmiddelen worden ruim voor aanvang van de zitting gecontroleerd. Tassen en jassen mogen niet in de examenzaal aanwezig zijn. (Idem GSM.) Kladpapier wordt gewaarmerkt en verstrekt door de school. Na het gebruik wordt het kladpapier ingeleverd en vernietigd door de school Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende het examen niet verwijderen uit het examenlokaal. Na het verlaten van het examenlokaal mag de kandidaat onder geen beding worden toegestaan nog aan het desbetreffende examen te werken. Het Centraal Schriftelijk Examen wordt afgenomen conform het eindexamenbesluit. Het eindexamenbesluit ligt op school bij de directie ter inzage. 14 10.4 Centraal Praktisch Examen (CPE) en het Centraal Schriftelijk Praktijk Examen (CSPE) Het Centraal Praktisch Examen wordt afgenomen bij Beeldende vakken. Het Centraal Praktisch Examen heeft betrekking op het uitvoeren van een centraal vastgestelde opdracht waarbij zowel het proces van uitvoering als het product worden beoordeeld. Het Centraal Praktisch Examen beeldende vakken geldt alleen voor Tekenen/Kunstgeschiedenis en Handvaardigheid, die in het vrije deel van de Theoretische Leerweg kunnen worden gekozen. Aan het Centraal Schriftelijk Praktijk Examen voor de beroepsgerichte vakken nemen alle leerlingen uit de Basis Beroeps- en Kader Beroepsgerichte Leerweg verplicht deel. De beoordeling vindt plaats door de examinator aan de hand van bindende beoordelingscriteria. Er kan sprake zijn van medebeoordeling door een gecommitteerde van buiten af. Ieder onderdeel mag eenmaal worden herkanst. 10.4 Uitslag van het eindexamen De eindcijfers worden uitgedrukt in een geheel cijfer. Het eindcijfer van alle vakken wordt bepaald door het eindcijfer van het School Examen en het cijfer voor het Centraal Examen volgens onderstaande regels. Berekening eindcijfers Theoretische Leerweg, Kader Beroepsgerichte Leerweg en Basis Beroepsgerichte Leerweg Alleen TL School Examen 50 % 100 % 50 % Praktisch deel van het examen n.v.t. n.v.t. 25 % Centraal Schriftelijk Examen 50 % n.v.t. 25 % Algemene vakken Maatschappijleer-1 Kunstvakken 2 (theoretische leerweg) KBL en BBL School Examen CSPE CE Beroepsgericht programma 50 % 50 % n.v.t. Algemene vakken Maatschappijleer-1 50 % 100% n.v.t. n.v.t. 50 % n.v.t. 15 11. Slaag-/zakregeling VMBO Voor alle kandidaten TL, KBL en BBL geldt, dat het gemiddelde cijfer van de vakken van het Centraal Examen 2015 voldoende moet zijn. Voldoende betekent gemiddeld 5,500 of hoger Tevens moet het vak Nederlands afgesloten worden met het cijfer „5‟ op de eindlijst. Indien hieraan wordt voldaan, gelden vervolgens de hieronder genoemde voorwaarden per leerweg. 11.1 Theoretische Leerweg De kandidaat is geslaagd indien hij: Voor al zijn vakken waaronder verplicht Nederlands, Engels, twee sectorverplichte vakken en twee overige AVO vakken en het vak Maatschappijleer-1, Eindcijfers heeft van 6 of hoger, of Voor één van zijn vakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige vakken een 6 of hoger, of Voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of Voor één van zijn vakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige vakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger. In aanvulling op het bovenstaande geldt tevens dat voor de vakken Lichamelijke Opvoeding en het Kunstvak uit het gemeenschappelijk deel (CKV-1) en voor het Sectorwerkstuk de kwalificatie “Voldoende” of “Goed” moet zijn behaald. 11.2 Kader Beroepsgerichte Leerweg en Basis Beroepsgerichte Leerweg De kandidaat is geslaagd indien hij inclusief het vak maatschappijleer: Voor al zijn vakken eindcijfers heeft van 6 of hoger, of Voor één van zijn vakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige vakken een 6 of hoger, of Voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of Voor één van zijn vakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige vakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger. In aanvulling op het bovenstaande geldt dat het eindcijfer van het afdelingsvak (ET, CT, VZ of UV) wordt meegerekend als twee eindcijfers. In aanvulling op het vorenstaande geldt tevens dat voor de vakken Lichamelijke Opvoeding en het Kunstvak uit het gemeenschappelijk deel (CKV-1) de kwalificatie “Voldoende” of “Goed” moet zijn behaald. 16 12. Herkansing Centraal Examen TL/KBL/BBL De kandidaat heeft het recht voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat ingevolge art. 49, vijfde lid, de cijfers bekend zijn gemaakt, om in het tweede tijdvak of, indien artikel 45, eerste lid, van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw deel te nemen aan het Centraal Examen. Voor KBL - digitaal èn BBL – digitaal examen geldt tevens dat, naast één AVO-vak, het CSPE van het desbetreffende beroepsgerichte vak mag worden herkanst. De kandidaat stelt de directeur voor een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde Centraal Examen geldt als definitief cijfer voor het Centraal Examen. 13. Extra vak Indien nodig om de kandidaat te laten slagen betrekken de voorzitter en de secretaris van het eindexamen een eindcijfer van een extra vak niet bij de bepaling van de uitslag. Echter, het eindcijfer Nederlands, alsmede het eindcijfer Engels dienen deel uit te maken van de cijferreeks. Dit geldt tevens voor de sectorverplichte vakken. Indien een kandidaat examen heeft gedaan in meer dan het in de artikelen 10, 15, 16 en 21 van het eindexamenbesluit voorgeschreven aantal vakken, worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar maakt. 14. Afwijkende wijze van examineren De examencommissie kan toestaan dat een dyslectische leerling met dossier, of een lichamelijk of geestelijk gehandicapte kandidaat, het examen in zijn geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de examencommissie de wijze waarop het examen zal worden gedaan. Zij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. De dyslectische leerling dient ter zitting in het bezit te zijn van zijn dyslexieverklaring (kleur geel). Het bevoegd gezag kan met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde of tot enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, toestaan af te wijken van de voorschriften als: 1. Nederlands niet de moedertaal is van de kandidaat 2. De kandidaat inclusief het examenjaar niet meer dan 6 jaar onderwijs in Nederland heeft gevolgd Het bevoegd gezag kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen doet ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde of tot enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt dit medegedeeld aan de inspectie. Het afwijken van de voorschriften kan voor zover het Centraal Schriftelijk Examen betreft, bestaan uit een verlenging van de duur van de toets van het Centraal Schriftelijk Examen met ten hoogste 17 25% van de vastgestelde toets tijd en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. De examencommissie draagt er zorg voor dat deze aanpassing bij de gecommitteerde bekend is. 18 15. Hulpmiddelen bij het Centraal Examen (CE) - eerste en tweede tijdvak In het rooster van het Centraal Schriftelijk Examen 2015 zal in de kolom “Vakspecifieke Hulpmiddelen en Basispakket” worden vermeld welke Vakspecifieke Hulpmiddelen zijn toegestaan. Tot het basispakket mag worden gerekend: schrijfmaterialen (geen rode pen of potlood) tekenpotlood liniaal met millimeterverdeling passer geometrische driehoek of een windroos vlakgum elektronisch rekenapparaat (niet toegestaan is het gebruik van: een rekenapparaat dat aangesloten moet worden op het lichtnet, tijdens het examen opgeladen moet worden, is voorzien van een schrijfrol, alarminstallatie, dan wel zend- en/of ontvangstmogelijkheden, alfanumeriek is of grafieken kan weergeven in het venster). 16. Voorlopige cijferlijst na CE 2015 tijdvak-1 Na de uitslag van het Centraal Examen (CE) – eerste tijdvak ontvangt de kandidaat de voorlopige cijferlijst en een overzicht van data waarop de herkansingsexamens plaatsvinden. In het examenjaar 2015 kan de toelating van de computer (ICT) als hulpmiddel bij de algemene vakken (AVO-vakken) verder worden uitgebreid. 17. Bewaren van het examenwerk Het werk van het School Examen en het Centraal Examen der kandidaten wordt gedurende tenminste 6 maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de examencommissie ter inzage voor belanghebbenden. Dit geldt niet voor de digitale examens. 18. Afsluiten op hoger niveau (opstromen) of lager niveau (afstromen) Opstromen: Slechts in een uitzonderlijk geval bestaat de mogelijkheid om één of meerdere vakken in een gekozen Leerweg tijdens de School Examen periode 1 t/m 6 en het Centraal Examen op hoger niveau te doen, dus BBL op KBL, KBL op TL en TL op Havo (mogelijkheid TL op Havo is momenteel in studie). Dit geldt alleen voor een kandidaat van wie verwacht wordt dat deze daarvoor in de eigen leerweg buitengewoon hoog zal gaan scoren. De keuze hiervoor en de beslissing hierover is voor verantwoording van de ouder/verzorger en bij meerderjarigheid van de kandidaat voor de verantwoording van de kandidaat zelf. Zowel het programma van het School Examen als het programma van het Centraal Schriftelijk Examen wordt op dat hogere niveau strikt gevolgd en wel volgens de aangegeven lijnen voor dat vak en dat niveau, zoals dat in het SE 1 t/m SE 6 programma voor dat vak en dat niveau in het PTA is vermeld en de geldende regels voor het afnemen van het Centraal Examen. Eventueel van te voren behaalde cijfers uit het lagere niveau mogen niet worden omgezet in een cijfer voor het hogere niveau. Betreffende onderdelen dienen op het nieuwe niveau te worden ingehaald. 19 Het behaalde eindcijfer, dat na tijdvak-2 definitief is, speelt mee in de slaag-/zakregeling van het desbetreffende diploma en de desbetreffende volledige cijferlijst en zal ook als zodanig op de cijferlijst worden vermeld. Het eenmaal gekozen hogere niveau voor het desbetreffende vak is definitief, ook als in de loop van het jaar gebleken is dat het hogere niveau toch wel tegenvalt en men terug zou willen keren naar het niveau van het vorige vakkenpakket. Afstromen: Ook bestaat de mogelijkheid om alle vakken in een gekozen Leerweg tijdens de School Examen periode 1 t/m 6 en het Centraal Examen op lager niveau te doen, dus KBL op BBL en TL op KBL. Dit geldt alleen voor een kandidaat waarvan de verwachting is dat deze daarvoor in de eigen leerweg buitengewoon laag zal gaan scoren. Dit betekent dat de kandidaat ook een diploma zal ontvangen op het gekozen lagere niveau De keuze hiervoor en de beslissing hierover is voor de verantwoording van de ouder/verzorger en bij meerderjarigheid van de kandidaat voor de kandidaat zelf. Zowel het programma van het School Examen als het programma van het Centraal Schriftelijk Examen wordt op dat lagere niveau strikt gevolgd en wel volgens de aangegeven lijnen voor dat vak en dat niveau, zoals dat in het SE 1 t/m SE 6 programma voor dat vak en dat niveau in het PTA is vermeld en conform de geldende regels voor het afnemen van het Centraal Examen. Eventueel van te voren behaalde cijfers uit het hogere niveau mogen niet worden omgezet in een cijfer voor het lagere niveau. Betreffende onderdelen dienen op het nieuwe niveau te worden ingehaald. Het behaalde eindcijfer, dat na tijdvak-2 definitief is, speelt mee in de slaag-/zakregeling van het desbetreffende diploma en de desbetreffende volledige cijferlijst en zal ook als zodanig op de cijferlijst worden vermeld. Het eenmaal gekozen lagere niveau is definitief, ook als in de loop van het jaar gebleken is dat het lagere niveau toch wel meevalt en men terug zou willen keren naar het eerdere niveau. 19. Onregelmatigheden Eindexamenbesluit Artikel 5. Onder een onregelmatigheid kan worden verstaan: a. Zonder geldige reden afwezig zijn bij een School Examen of het Centraal Examen. b. Het (herhaaldelijk) niet dan wel te laat aanwezig zijn bij zittingen van het examen. c. Het (herhaaldelijk) niet dan wel te laat inleveren van verslagen, werkstukken of opdrachten in enige andere vorm. d. Plagiaat plegen via schriftelijke dan wel elektronische bronnen (bijv. internet). e. Enige andere onregelmatigheid die naar eisen van redelijkheid en billijkheid een goede orde van het examen verstoort. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. Dit geldt ook als de onregelmatigheid pas na het School Examen wordt ontdekt. Voordat de directeur de beslissing neemt, hoort de directeur de kandidaat. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: 20 a. Het toekennen van het cijfer 1,0 voor een toets van het School Examen. b. Het ontzeggen van deelname of verdere deelname aan één of meer zittingen van het School Examen en daarmee het Centraal Examen. c. Het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het School Examen. Het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd School Examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen betrekking heeft op één of meer onderdelen van het Centraal Examen, legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het Centraal Examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. d. Het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de directeur aan te wijze onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het Centraal Examen doet de kandidaat dat examen in een volgend tijdvak van het Centraal Examen. 20. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. Van de commissie van beroep mag de directeur van een school voor voortgezet onderwijs geen deel uitmaken. In overeenstemming met artikel 30a van de wet wordt het beroep binnen drie dagen nadat de beslissing aan de kandidaat bekend is gemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie. Commissie van beroep in examenzaken De kandidaat kan tegen een beslissing van de eindexamencommissie in beroep gaan bij de commissie van beroep in eindexamenzaken. Het beroep moet binnen drie dagen, nadat de beslissing van de eindexamencommissie schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de commissie van beroep zijn aangemeld. De kandidaat richt zich met dit beroep tot: Beroepscommissie voor de Examens Almeerse Scholen Groep, p/a Postbus 60276 1320 AH Almere 21 21. Het VM-2 traject 1.1 Examenreglement 1. Geldigheid 1.1. Dit examenreglement is van toepassing op het VM2-traject van het Oostvaarders College in samenwerking met het ROC. 1.2. Dit examenreglement geldt voor de duur van de gehele opleiding. 1.3. Met inachtneming van dit examenreglement kunnen per opleiding nadere regels worden vastgelegd. Deze regels mogen niet in strijd zijn met dit examenreglement. 1.4. Indien de afname van een examen of handelingsdeel is overgedragen aan een andere instelling of exameninstelling is het examenreglement van die instelling of exameninstelling geldend. 2. Legitimering 2.1. De opleidingen zijn gehouden aan de gestelde regels en procedures betreffende examinering uit het, door het College van Bestuur, vastgestelde Handboek Examenorganisatie deel I. 2.2. De Inspectie van het onderwijs voert de externe borging van het proces van examinering uit. 3. Toegang tot de examenvoorziening 3.1. Degene die als leerling is ingeschreven, heeft eveneens toegang tot de examenvoorziening van de betreffende opleiding. Aan de toegang tot de examenvoorziening kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld. 3.2. De domeinexamencommissie stelt kandidaten die door overmacht niet in staat zijn geweest aan een examenonderdeel deel te nemen, in de gelegenheid alsnog het betreffende examen af te leggen. 4. Organisatie van de examens 4.1. Het College van Bestuur stelt een centrale examencommissie in die verantwoordelijk is voor het bewaken van de kwaliteit van de organisatie van examens, de kwaliteit van de organisatie van de afname van examens en de kwaliteit van de examens. De centrale examencommissie stelt domeinexamencommissies in die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het proces van examinering in de betreffende domeinen. 4.2. De domeinexamencommissies maken alle relevante gegevens met betrekking tot de organisatie van de examinering tijdig aan de kandidaten bekend. 4.3. De domeinexamencommissies brengen de kandidaten tijdig op de hoogte van alle voorwaarden om aan de examens deel te kunnen nemen. 4.4. Meer examengelegenheden Voor elk examenonderdeel wordt een (1) mogelijkheid van herkansing geboden. Indien anders dan door overmacht de eerste gelegenheid tot het maken van het examen is gemist, dan wordt het examen als gemaakt beschouwd met een onvoldoende / nul (0) als resultaat. 22 5. Afwijkende examinering 5.1. Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten staan de domeinexamencommissies afwijkende vorm en/of duur van de examinering toe. 5.2. Een kandidaat kan op basis van een verklaring van een arts, een psycholoog, een orthopedagoog, een deskundige van een audiologisch / diagnostisch erkend instituut, in aanmerking komen voor een aangepaste wijze van examineren. De aangepaste wijze van examineren geldt ook als een kandidaat minder dan 6 jaar onderwijs heeft genoten in Nederland en Nederlands niet de moedertaal is. De verantwoordelijkheid voor het bekendmaken van de handicap ligt bij de ouder/verzorger van de kandidaat indien de kandidaat niet ouder is dan 18 jaar. 6. Richtlijnen voor de beoordeling van kandidaten 6.1. De beoordeling van elke kandidaat gebeurt aan de hand van tevoren vastgestelde objectieve beoordelingsnormen. 6.2. De vastgestelde objectieve beoordelingsnormen worden ten opzichte van iedere kandidaat gelijkelijk gehanteerd. 6.3. Kandidaten moeten kennis kunnen nemen van de normering die bij de beoordeling gehanteerd wordt. 6.4. De beoordeling moet gemotiveerd kunnen worden. 7. Bezwaar en beroep 7.1. Een kandidaat kan tegen genomen beslissingen door of namens een domeinexamencommissie schriftelijk bezwaar aantekenen. 7.2. In het bezwaar moet zijn opgenomen: a. naam en adres van de ouder/verzorger; b. naam van de kandidaat c. datum van indiening; d. omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen bezwaar wordt aangetekend (kopie meesturen); e. de gronden van het bezwaar. Het formulier “Bezwaar” is te verkrijgen bij het examensecretariaat van het Oostvaarders College, kamer K02. 7.3. De termijn voor het indienen van een bezwaar bedraagt tien werkdagen, gerekend vanaf de dagtekening van de beslissing van de domeinexamencommissie. 7.4. De domeinexamencommissie beslist binnen 10 werkdagen na ontvangst van het bezwaar en maakt per ommegaande de beslissing schriftelijk bekend aan de kandidaat. 7.5. Een kandidaat kan binnen tien werkdagen na ontvangst van de beslissing op het bezwaar, beroep aantekenen bij de „Commissie van Beroep voor de Examens‟. 7.6. In het beroep moet zijn opgenomen: a. naam, adres en woonplaats van de ouder/verzorger; b. aanduiding van de domeinexamencommissie of examinator tegen wiens beslissing het beroep is gericht; c. een duidelijke omschrijving van de beslissing waartegen het beroep is gericht; d. de gronden waarop het beroep berust; e. een kopie van de beslissing van de domeinexamencommissie. Het formulier “Beroep” is te verkrijgen bij het examensecretariaat van het Oostvaarders College. 23 7.7. 8. De Commissie van Beroep voor de examens beslist binnen 20 werkdagen na dagtekening van het beroep. De Commissie van Beroep voor de examens kan deze termijn verlengen met tien werkdagen. Onregelmatigheden en fraude 8.1. Een domeinexamencommissie kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van examinering onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, hoort de domeinexamencommissie de kandidaat. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een meerderjarige; de minderjarige kandidaat moet bijgestaan worden door zijn wettelijke vertegenwoordiger. 8.2. Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt: a. het niet opvolgen van instructies; b. het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen; c. het aandragen van niet authentieke bewijsvoering t.b.v. het examendossier. 9. Uitslagregels 9.1. De wijze waarop de eindwaardering van een examen(onderdeel) wordt weergegeven is vrij maar zodanig dat duidelijk is of het examen wel of niet behaald is. 9.2. De examinator maakt het resultaat van het examen(onderdeel) binnen tien werkdagen na afname van het examen(onderdeel) bekend aan de kandidaat met inachtneming van zijn privacy. 10. Slotbepalingen 10.1. Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 10.2. In onvoorziene omstandigheden beslist de examencommissie. 24 22. Voorbeeld van een bezwaarschrift Bezwaarschrift (School Examencijfer) (binnen 3 dagen na het bekend worden van het cijfer inleveren bij de secretaris van het examen de heer R.P.P. Verheuvel (of zijn vervanger), kamer K02, Oostvaarders College) Naam:_____________________________________________________ Klas: _________ Is het niet eens met het cijfer van: Vak:______________________________________________________ Onderdeel:_____________ Vakleerkracht: _____________________________________________ Reden bezwaar Hij/Zij weet dat het indienen van dit bezwaarschrift ertoe kan leiden dat het School Examen moet worden overgedaan en dat het eerste cijfer hierdoor komt te vervallen. Datum: _____________________ Handtekening examenkandidaat __________________________________________ Handtekening ouder/verzorger examenkandidaat __________________________________________ 25 23. Rooster Centraal Examen (CE) – eerste tijdvak 2015 Basis Beroepsgerichte Leerweg – eerste tijdvak 2015 Het gehele examen wordt digitaal afgenomen, Het bijbehorende rooster wordt u te zijner tijd schriftelijk medegedeeld. Houd er rekening mee dat de examenroosters niet overeenkomen met de roosters van de landelijke examens die op internet te vinden zijn. Het rooster voor het digitaal examen flexibel zal tijdig doch uiterlijk 4 weken voor aanvang van het examen gepubliceerd worden. Kader Beroepsgerichte Leerweg – eerste tijdvak 2015 Het gehele examen wordt digitaal afgenomen, Het bijbehorende rooster wordt u te zijner tijd schriftelijk medegedeeld. Houd er rekening mee dat de examenroosters niet overeenkomen met de roosters van de landelijke examens die op internet te vinden zijn. Het rooster voor het digitaal examen flexibel zal tijdig doch uiterlijk 4 weken voor aanvang van het examen gepubliceerd worden. 26 Theoretisch Leerweg – eerste tijdvak 2015 Datum Dag Tijdstip** Vak 11-mei-2015 Maandag 13:30 uur - 15:30 uur Nask2 12-mei-2015 Dinsdag 13:30 uur - 15:30 uur Frans 13-mei-2015 Woensdag 9:00 uur - 11:00 uur Beeldende vakken 13-mei-2015 Woensdag 13:30 uur - 15:30 uur Nederlands 14-mei-2015 Donderdag Hemelvaartsdag - Geen examens 15-mei-2015 Vrijdag Roostervrije dag - Geen examens 18-mei-2015 Maandag 9:00 uur - 11:00 uur Geschiedenis 18-mei-2015 Maandag 13:30 uur - 15:30 uur Engels 19-mei-2015 Dinsdag 9:00 uur - 11:00 uur Duits 19-mei-2015 Dinsdag 13:30 uur - 15:30 uur Wiskunde 20-mei-2015 Woensdag 13:30 uur - 15:30 uur Aardrijkskunde 21-mei-2015 Donderdag 9:00 uur - 11:00 uur Maatschappijleer 2 21-mei-2015 Donderdag 13:30 uur - 15:30 uur Nask1 22-mei-2015 Vrijdag 13:30 uur - 15:30 uur Economie 2e pinksterdag - Geen examens 25-mei-2015 Maandag 26-mei-2015 Dinsdag 13:30 uur - 15:30 uur Biologie 27
© Copyright 2024 ExpyDoc