Of de Amsterdamse aanpak werkt, is nu niet duidelijk B asisonderwijs O ns ingrijpen verbetert scholen,zegt de gemeente. K lopt niet,zegt het CPB . AMSTERDAM. Is de veelgeprezen aanpak van zwakke basisscholen in Amsterdam een succes of een mislukking? Vrijdag stelde het Centraal Planbureau (CPB) dat het ‘kwaliteitsplan’ van de hoofdstad een negatief effect heeft gehad op Cito-scores. De Amsterdamse onderwijswethouder Pieter Hilhorst (PvdA) heeft forse kritiek op die conclusie – het rapport zou niet representatief zijn voor de gemeentelijke aanpak. Volgens het CPB zijn de Cito-scores op zwakke scholen in Amsterdam minder snel gestegen dan op vergelijkbare scholen elders: ze liggen 1,7 punt lager (het verschil tussen een gemiddeld vmbo- en een gemiddeld havo-advies is zo’n 5 punten). De Amsterdamse scholen zouden ondermaats presteren sinds 2008. In dat jaar voerde Lodewijk Asscher, toen voor de PvdA onderwijswethouder, de Kwaliteitsaanpak Basisscholen Amsterdam (KBA) in om zwakke scholen aan te pakken. Het CPB analyseerde Cito-eindtoetsscores van 35 Amsterdamse scholen die in 2008 door de onderwijsinspectie als zwak waren bestempeld en vergeleek ze met scores van zwakke scholen buiten de stad. De resultaten van dit onderzoek zijn niet representatief voor het gemeentelijke programma, schrijft onderwijswethouder Pieter Hilhorst in een verweer aan de Amsterdamse gemeenteraad. Van de 35 scholen die het CPB analyseerde, deden er 11 niet mee aan het KBA-programma. Bovendien keek het CPB enkel naar de prestaties van zwakke scholen, en niet naar die van scholen die al een voldoende scoorden en ook meededen aan de KBA. Dat geeft „een vertekend beeld”, volgens Hilhorst. Waarom analyseerde het CPB scholen die niet betrokken zijn bij het onderwijsplan? Roel van Elk, auteur van het CPB-rapport: „Alle zwakke scholen in ons onderzoek hadden de keuze om mee te doen met de KBA. We vergeleken deze groep met zwakke scholen buiten Amsterdam die niet mee konden doen. We wilden zo ook FOTO MAURICE BOYER Door onze redacteur Tom Vennink Een leerling van een Amsterdamse school doet de Cito-toets het effect meten van het aanbod van het beleid.” Wethouder Hilhorst wijst de gemeenteraad er tevens op dat de resultaten van de KBA positiever worden naarmate „minder effectieve leerkrachten zijn vervangen door effectievere leerkrachten” en naarmate de werksfeer in scholen „is gestabiliseerd”. Kortom, het duurt wel even voordat het plan vrucht afwerpt. Volgens Van Elk zijn de tegenvallende toetsresultaten van de afgelopen jaren wel degelijk een gevolg van het kwaliteitsplan. Hij heeft een mogelijke verklaring: „Het intensieve en veeleisende karakter van het programma” zou geleid hebben tot „weerstand en vertrek van leraren”. Ook Hilhorst zei vrijdag dat hij op scholen had gehoord dat er leraren zijn vertrokken, maar dan vooral de leraren die ervoor zorgden dat de scholen zwak waren. Dat het plan tot verzet heeft geleid op scholen, is niet nieuw voor schoolbesturen en gemeente. Amsterdam maakte er vijf jaar lang 3,5 miljoen euro per jaar voor vrij. Voormalig onderwijsinspecteurs, nu in dienst van de gemeente, bezochten tussen 2008 en 2012 ongeveer de helft van alle Amsterdamse basisscholen. Daar vertel- PLAN MISLUKT? Cito-scores 1,7 punt te laag liggen de Cito-eindtoetsscores van zwakke basisscholen in Amsterdam, zegt het Centraal Planbureau. Oorzaak volgens het CPB: het kwaliteitsplan van de gemeente Amsterdam. 4 zwakke scholen zijn er nog in Amsterdam. Dat waren er in 2008 nog 40. Daarom werd het plan van de gemeente veel geprezen. den ze hoe het beter moest. Via herhaalde lesobservaties, leraarevaluaties en nieuwe lesmethodes moest de kwaliteit van het onderwijs omhoog. „Dat er ophef over was, is ontegenzeggelijk waar”, zegt Diane Middelkoop, die voor de Amsterdamse schoolbesturen het woord voert over de kwaliteitsaanpak. „Sommige leerkrachten wilden of konden de ontwikkelingen niet bijbenen. Dat is logisch. De KBA is een grootschalig veranderingstraject.” Van haar eigen scholenkoepel (ASKO) was er maar één zwak. Toch hebben 17 van de 33 scholen het traject gevolgd. Het „pijnlijke” oordeel van het CPB was voor Middelkoop reden om haar collega’s een „hart onder de riem te steken”. In een brief aan hen verdedigt ze de gemeentelijke aanpak en bekritiseert ze het rapport van het Planbureau. Sinds oktober is de KBA is in zijn oude vorm afgesloten. Maar gemeenten en scholen hebben afspraken gemaakt over een vervolg. De inspecteurs die vijf jaar lang het niveau op zwakke scholen aanpakten, hebben het boek Goed Onderwijs geschreven dat over alle Amsterdamse basisscholen is verspreid. Zo moeten de resultaten van de KBA worden „geborgd”, zoals wethouder Hilhorst zegt. De KBA werd ingevoerd met minder zwakke scholen in Amsterdam als belangrijkste doel. Met succes, werd breed aangenomen. Het aantal zwakke scholen in Amsterdam daalde van 40 in 2008 naar 4 afgelopen oktober, volgens de normen van de onderwijsinspectie. De inspectie kijkt voor haar oordeel niet alleen naar toetsscores, zoals het CPB-rapport, maar ook naar bijvoorbeeld de pedagogische kwaliteiten van scholen. De daling van het aantal zwakke scholen in Amsterdam staat niet op zichzelf. Volgens een woordvoerder van de onderwijsinspectie „hebben er bij zwakke en zeer zwakke scholen in het hele land sterke verbeteringen plaatsgevonden”. Of de zwakke scholen in Amsterdam verbeterd zijn door de gemeentelijke aanpak, kan de inspectie niet zeggen.
© Copyright 2024 ExpyDoc