Cardiaal trauma Persoonlijke gegevens: Niels Hulsman, arts-assistent (ANIOS) Intensive Care, Amphia ziekenhuis, Breda Bas M. Gerritse, cardioanesthesist, Amphia ziekenhuis, Breda Belangenconflict/financiële ondersteuning: Geen Leerdoelen: Na het lezen van dit artikel weet u de verschillende aspecten van de opvang van een cardiaal trauma zowel bij volwassen als kinderen. Tevens wordt de diagnose en complicaties besproken van dit type trauma. Trefwoorden: Cardiaal trauma, tamponade, thoractomie, stomp cardiaal letsel, penetrerend cardiaal letsel. Samenvatting: Cardiaal letsel kan worden onderverdeeld worden in stomp cardiaal letsel en penetrerend cardiaal letsel. Stomp cardiaal trauma kan afhankelijk van de omvang van het stomp trauma worden onderverdeeld in een contusio en een commotio cordis. Tevens kan bij een hoog energetisch trauma letsel ontstaan aan de anatomische structuren van het hart (hartkleppen, coronair arteriën en septum). De belangrijkste complicatie van zowel het stomp als penetrerend cardiaal letsel is een tamponade. Bij de opvang van een multitrauma is het herkennen van cardiaal letsel en eventuele complicaties cruciaal. Inleiding In het geval van een thoraxtrauma kan er sprake zijn van cardiaal letsel. Cardiaal letsel kan worden onderscheiden in stomp en penetrerend cardiaal trauma. Bij penetrerend cardiaal letsel (steekwond of schotwond) is het letsel niet altijd duidelijk zichtbaar en herkenbaar, zeker indien de insteekopening van de thoraxwond klein is (bv stiletto, schroevendraaier). Stomp cardiaal trauma, dat vaak wordt veroorzaakt door hoog energetisch trauma op de thoraxwand kan moeilijk te diagnosticeren zijn. In geval van overlijden na een multitrauma is het stomp cardiaal letsel dan ook een van de meest gemiste diagnoses (1). In dit artikel worden de pathofysiologie en klinische consequenties van verschillende typen cardiaal letsels besproken. Tevens wordt het aanvullend onderzoek bij traumaopvang en de symptomen op vroege en late complicaties van het cardiaal trauma behandeld. Penetrerend cardiaal letsel Van penetrerend cardiaal letsel is sprake indien een corpus alienum (mes, kogel) anatomische delen van het hart beschadigd. Gezien de anatomische ligging van het hart is de rechter ventrikel het vaakst betrokken bij het perforerend cardiaal letsel (1,2). Indien het corpus alienum achter blijft in het myocard (bijvoorbeeld een mes), is de mortaliteit aanzienlijk lager omdat het myocard de wond rondom het corpus alienum afsluit en daardoor massaal bloedverlies uit de ventrikel wordt voorkomen. Zodra het corpus alienum (bijvoorbeeld een kogel) het myocard perforeert ontstaat er massaal bloedverlies waardoor patiënt vaak ter plaatsen komt te overlijden. De belangrijkste complicatie bij het perforerend cardiaal letsel is een tamponade, veroorzaakt door een bloeding vanuit het ventrikel of coronair arteriën (2). Stomp cardiaal letsel Het tweede type cardiaal letsel is het stomp cardiaal trauma. Hiervan is sprake als de thorax aan hoog energetisch letsel wordt blootgesteld. Het mechanisme waarop letsel kan ontstaan is door compressie van het hart tussen sternum en wervelkolom, directe compressie op het precordium, letsel veroorzaakt door gebroken ribben of gefractureerd sternum en door indirecte compressie veroorzaakt door compressie op het abdomen. Klassiek is de airbag die tijdens een aanrijding een flinke compressie geeft op de thoraxwand. De incidentie van dit type cardiaal trauma bij ernstig thoraxletsel wordt geschat op 76%. (3) Indien er na een dergelijk hoog energetisch trauma op histologisch niveau nog geen celschade is, spreekt men van een commotio cordis. Hoewel het myocard niet beschadigd is kan het wel leiden tot ventrikelfibrilleren. Uitgebreid dierexperimenteel onderzoek heeft aangetoond dat er verschillende factoren een rol spelen bij het wel of niet ontstaan van aritmie. (3) Zo is de locatie (precordiaal) en het tijdstip van het trauma tijdens de hartcyclus (de 20 milliseconden tijdens de upstroke van de T golf) cruciaal voor het ontstaan van ventrikelfibrilleren. (4) Tevens moet de kracht van de impact op de thorax niet dermate hoog zijn dat er celschade optreedt. De commotio cordis komt relatief vaak voor bij balsporten met een kleine bal met hoge snelheid (bv honkbal). Het scenario waarbij de honkbalspeler thoracaal wordt geraakt door de bal en vervolgens na enige tijd collabeert ten gevolge van ventrikelfibrilleren is diverse malen beschreven. Snelle defibrillatie door middel van een AED is dan vaak een levensreddende interventie.(4) Indien het stomp trauma leidt tot beschadiging van het myocard op cellulair niveau is er sprak van een contusio cordis. De incidentie van contusio cordis bij hoog energetisch thoraxtrauma wordt geschat op 20%, waarbij de linker ventrikel gezien zijn anatomische ligging het meest is aangedaan (1,3). Bij dit type letsel kunnen allerlei ritmestoornissen (vooral ST afwijkingen met QT tijd verlenging) optreden. In diermodellen blijkt dat alcohol het ontstaan van ritmestoornissen bij dit type cardiaal trauma kan verergeren en zelfs kan leiden tot een pulseless electrical activity (PEA) (3). Ook hypovolemie kan leiden tot verergering van de ritmestoornissen bij een contusio cordis. Gezien het feit dat er bij een contusio cordis sprake is van cellulaire beschadiging zal er na verloop van tijd fibrose ontstaan. Afhankelijk van de mate van fibrose vorming is er een mogelijkheid op het ontstaan van een ventriculair aneurysma als late complicatie bij dit type cardiaal trauma (1). In minder dan 10 % van de patiënten met een commotio cordis is het trauma dermate groot, dat er naast schade aan het myocard ook beschadigingen aan andere hartstructuren kunnen ontstaan. Hierbij is niet alleen de grootte van het trauma, maar ook het moment van trauma tijdens de hartcyclus van belang. Het hart is in de isovolemetrische fase van de hartcyclus het kwetsbaarst voor een hoog energetisch trauma. (5) Klepafwijkingen, intraventriculaire rupturen en letsel aan de coronair arteriën en het pericard zijn veelvuldig gerapporteerd in de medische literatuur. Beschadiging aan de hartkleppen komen sporadisch voor bij een contusio cordis. Hierbij is een verschil in incidentie tussen de verschillende hartkleppen. (1) De atrioventriculaire kleppen (mitralisklep en daarna de tricuspidalisklep) zijn het vaakst aangedaan in geval van traumatische hartklepbeschadiging. Hierbij kan er zowel letsel ontstaan aan de chordae, de leaflets en papillair spieren resulterend in een klepdeficiëntie. Een totale chordae ruptuur bij een mitralisklep leidt vaak tot acuut cardiaal falen. In tegenstelling tot mitralisinsufficiëntie wordt tricuspidalisinsufficiëntie relatief goed wordt verdragen. Een eventuele operatie kan bij een beschadiging van de mitralisklep vaak worden uitgesteld tot een electief tijdstip of medicamenteus worden behandeld. Letsel aan de aortaklep als gevolg van hoog energetisch trauma wordt beschreven in de literatuur. Afhankelijk van de ernst van de aortaklep insufficiëntie is spoedoperatie noodzakelijk. De pulmonalisklepbeschadiging heeft de laagste incidentie als het gaat om traumatisch letsel aan de hartkleppen bij stomp cardiaal trauma. Vaak worden deze klepgebreken goed verdragen en kunnen medicamenteus worden behandeld (5). Door een hoog energetisch trauma kunnen de coronair arteriën worden beschadigd. Dissectie van de coronair arteriën en fistels (atrioveneus en atrioventriculair) zijn gerapporteerd bij patiënt met thoraxtrauma. Bij dit soort letsels is de LAD het vaakst aangedaan. Een ventriculair septum defect kan ook optreden bij stomp cardiaal trauma. In tegenstelling tot dit type letsel is het atriumseptumdefect zeldzaam, aangezien de atria worden beschermd door het sternum. Een ruptuur van het pericard kan ook leiden tot complicatie indien er herniatie optreedt van (een deel van) de ventrikels. (2) Diagnose Lichamelijk onderzoek Tijdens de trauma survey is het belangrijk om op eventuele symptomen van cardiaal letsel op te merken. Steek en schotverwondingen kunnen cardiaal letsel geven zonder dat er een duidelijke wond zichtbaar is (kaatsing van bv kogel op benige structuren). Bij zowel stomp als penetrerend cardiaal trauma is er een hoge incidentie op een tamponade. Klassieke symptomen van een tamponade, zoals een pulsus paradoxus, gestuwde halsvenen vooral bij inspiratie (teken van Kussmaul) bij relatieve lage bloeddruk worden vaak gemaskeerd door hypovolemie en shock. Het blijkt dat de klassieke trias van Beck (uitgezette halsvenen, hypotensie en gedempte harttonen) maar in 10% van de patiënten met een tamponade aanwezig is. (1) Aangezien patiënt met een hoog energetisch trauma vaak letsel hebben aan meerdere orgaansystemen kunnen symptomen, die eventueel wijzen op cardiaal letsel niet worden opgemerkt. Bij automatische bloeddrukmeting is een pulsus paradoxus moeilijk te diagnosticeren. Souffles, die kunnen wijzen op klepgebreken, kunnen door een hypovolemie moeilijk waarneembaar zijn. Een waarneembare diastolische souffle bij een diastole van 50 tot 60 mmHg zijn bewijzend voor aorta insufficiëntie, waarbij vaak acute chirurgische interventie noodzakelijk is. (5) Aanvullend onderzoek Een X-thorax is vaak bij de traumaopvang van een patiënt het eerste aanvullende onderzoek. Gefractureerde ribben en/of sternum en een pneumomediastinum kunnen wijzen op de contusio cordis. Een normale grootte van het hartsilhouet sluit een eventuele tamponade niet uit. Het pericard kan erg stug zijn waardoor het hartsilhouet weinig toeneemt in geval van een grote hoeveelheid pericardeffusie. Tevens kan massaal longoedeem ten gevolge van een longcontusie een verbreed cor op de X-thorax camoufleren. (1) Het ECG bij opname heeft een sensitiviteit in het voorspellen van cardiale complicaties van 96%, maar een lage specificiteit van ongeveer 47%. Een contusio cordis kan vaak aanleiding geven tot vele soorten ritmestoornissen en dus ECG veranderingen. Tevens kunnen hypovolemie, hypoxie en preexistente hartziekten ECG afwijkingen veroorzaken, die niet gerelateerd zijn aan stomp cardiaal letsel. Een contusio cordis geeft over het algemeen een beeld van een acuut myocardinfarct. Letsel aan het pericard toont vaak veranderingen in de hoogte van de R golf bij elke individuele QRS complex. (1) Een transoesofagiale echo (TEE) wordt in de literatuur beschreven als waardevol aanvullend diagnostiek bij het vermoeden van cardiaal letsel na een stomp trauma. Dit onderzoek is gecontraindiceerd in geval van ernstig hoofd/hals letsel of (verdacht) spinaal letsel. Tevens is een getraind echografist nodig om de kans op vals positieve en vals negatieve resultaten te minimaliseren. Eventuele tamponade kan door middel van een TEE snel worden vastgesteld. Tevens kunnen structurele afwijkingen zoals klepbeschadigingen, wandbewegingsstoornissen en septumruptuur worden gediagnosticeerd. Een bijkomend voordeel is dat van dergelijk letsel snel kan worden ingeschat of onmiddellijk chirurgisch ingrijpen noodzakelijk is of dat een patiënt kan worden gestabiliseerd en een eventuele openhartoperatie tot een later electief tijdstip kan worden uitgesteld. De diagnose commotio en contusio cordis zijn moeilijk te maken aangezien er wereldwijd geen consensus bestaat over diagnostische criteria. De meest gangbare en bruikbare criteria voor de diagnose contusio cordis zijn ECG afwijkingen en CPK-MB stijgingen. Omdat het ECG wel een hoge sensitiviteit heeft voor het diagnosticeren van een contusio cordis, kan een contusio cordis worden uitgesloten indien er geen ECG veranderingen zijn en geen stijging is van het CK-MB (geen myocardschade op cellulair niveau). Er is dan hooguit sprake van een commotio cordis. Indien het CPK-MB hoger is dan 5%, maar er is sprake van een normaal ECG wordt het cardiaal letsel geclassificeerd als een milde contusio cordis. Bij ECG afwijkingen in combinatie van een CPK-MB stijging van meer dan 5% sprake van een ernstige contusio cordis. (3) Een TEE heeft hogere sensitiviteit (99%) vergeleken met een ECG bij de diagnostiek van stomp cardiaal trauma. Op een TEE wijzen lokale hypokinesie, afgenomen eind systolische wanddikte, plaatselijke verdikking van het myocard, toegenomen lucentie van het myocard en intramyocardiale hematomen op een contusio cordis. Er is onderzoek geweest naar radionucleaire beeldvorming bij de diagnose van stomp cardiaal letsel. Thallium-201 en Technetium-99m bleken relatief niet sensitief genoeg om dergelijk letsel betrouwbaar te diagnosticeren.(1) Behandeling Een van de meest voorkomende complicaties van cardiaal letsel is een tamponade. Snelle intraveneus vochtinfusie bij een hypotensieve patiënt met een tamponade kan leiden tot snel progressieve hemodynamische verslechtering. Indien een tamponade wordt vastgesteld of wordt vermoed is het aan te bevelen om patiënt zo snel mogelijk naar de operatiekamer over te plaatsen. Een tamponade kan de pompfunctie van het hart ernstig verminderen. Hypotensie veroorzaakt door anesthesie kan leiden tot ernstige verdere hemodynamische instabiliteit. De veneuze return van het hart wordt door een tamponade vaak sterk gereduceerd. Deze preload wordt door positieve druk ventilatie ook verminderd en kan ook leiden tot ernstige decompensatie na intubatie. Het is dus van belang een eventuele intubatie en beademing uit te stellen totdat patiënt op de operatiekamer is gearriveerd en het operatieteam geheel klaarstaat om een eventuele spoed thoracotomie uit te voeren. Het wordt aanbevolen om patiënten met een (verdenking op een) tamponade zo te beademen dat de positieve intrathoracale druk zo laag mogelijk is.(1,6) Indien patiënt op de trauma kamer een systolische bloeddruk heeft van minder dan 70 mmHg, dat niet reageert op intraveneuze fluid challange of bij een echografische bewezen tamponade met snelle decompensatie moet een spoed thoracotomie of een subxiphoidale pericardotomie worden uitgevoerd. Een naald pericardiocentese wordt afgeraden omdat er bij deze methode veel vals positieve en vals negatieve resultaten worden gerapporteerd. (1) Een sternotomie blijft echter vaak noodzakelijk. Indien cardiaal letsel wordt vastgesteld is het belangrijk om de afweging te maken voor directe chirurgische interventie of een operatie op een electief tijdstip. Aangezien patiënten bij een hartoperatie vaak aan de extracorporele circulatie (hartlongmachine) worden aangesloten, worden zij vaak systemisch ontstold met heparine. Bij een multitrauma is er een reëel risico op complicaties veroorzaakt door deze anticoagulantia, waardoor dergelijke operaties vaak beter op een later tijdstip kunnen worden uitgevoerd. (5) Bij niet structurele schade aan het hart is een expectatief beleid gerechtvaardigd. Patiënt worden vaak door middel van telemetrie bewaakt. Echografisch onderzoek heeft aangetoond dat abnormaal cardiale functie veroorzaakt door stomp trauma na verloop van weken conservatief hersteld. Een late zeldzame complicatie van een contusio cordis is een ventriculair aneurysma, dat kan leiden tot ritmestoornissen en embolieën. (1) Cardiaal trauma bij kinderen Thoraxtrauma is na hersenletsel de belangrijkste doodsoorzaak in de kindertraumatologie. De behandeling van thoraxletsel bij kinderen is een zorgvuldige evaluatie van het soort letsel en de ernst van het letsel. De behandeling is over het algemeen conservatief. Het betreft meestal stomp letsel aangezien penetrerend thoracaal letsel zeldzaam is bij kinderen. Bij diagnostiek en behandeling van het kindertrauma moet rekening worden gehouden met het verschil in grootte en lichaamsverhouding per leeftijdscategorie. Ook de normaal waarden van fysiologische parameters zijn leeftijds gerelateerd. De weefsels van de kinderthorax zijn zeer flexibel, waardoor de gevolgen van inwerkend geweld aanvankelijk minder uitgesproken kunnen zijn. Ribfracturen zijn zeldzaam voor het begin van de puberteit, maar longcontusie en hematoom komen vaak voor. Andere thoracale letsels die voorkomen bij kinderen zijn tracheobronchiale letsels en traumatische asfyxie. Door de grote compliantie van de thorax zal de thoraxfoto vaak weinig bijzonderheden opleveren, een CT-scan is laagdrempelig geïndiceerd. Behandeling van levensbedreigend letsel bij kinderen volgt de vergelijkbare ABC systematiek, maar kennis van specifieke pediatrische parameters zoals omschreven in de Advanced Pediatric Life Support cursus is aan te bevelen. Pericard tamponade komt ook voor bij kinderen, soms zelfs als laat gevolg van een kleiner letsel. Er is geen correlatie tussen de huidafdruk van een 3 punts autogordel en letsel van het hart of grote vaten. Ritmestoornissen kunnen ook na een klein trauma optreden. Bij een normaal ECG is de kans op significant hartletsel erg klein. Gezien de vorm en positie van het diafragma bij kinderen, moet bij penetrerend thoracaal letsel onder tepel niveau ook de intra abdominale holte in beeld worden gebracht. Tenslotte komt thoraxletsel bij kinderen driemaal vaker voor ten gevolge van kindermishandeling dan door een ongeval. Het uitvragen van de anamnese, het type letsel en de toedracht, en eventuele eerdere verwondingen kunnen leiden tot de diagnose kindermishandeling. (7,8) Conclusie: Cardiaal trauma kan worden onderscheiden in stomp en perforerend letsel. Hoewel het mechanisme van beide traumata verschillen zijn de complicaties (structurele afwijkingen en tamponade) vaak identiek. Het stomp cardiaal letsel kent een stijgende incidentie, maar wordt vaak niet opgemerkt bij een groot trauma. Niet herkend cardiaal trauma kan grote klinische gevolgen hebben. De tamponade komt als complicatie het vaakst voor. Vroege herkenning en behandeling van dit type complicatie letsel kan de mortaliteit van patiënten reduceren. Tevens kan zowel stomp als perforerend cardiaal letsel leiden tot structurele afwijkingen met cardiogene en of hypovolemische shock tot gevolg. De transoesofagiale echografie (TEE) neemt een belangrijke positie in bij de diagnose van cardiaal letsel bij zowel stomp als perforerend letsel. Referenties 1. Baum VC. The patient with cardiac trauma. Journal of cardiothoracic and Vascular Anesthesia. 2000: 14:1:71-81 2. Singh KE, Baum VC. The anesthetic management of cardiovascular trauma. Current opinion Anesthesiology. 2011: 24:98-103 3. Nirgiotis JG, Colon R, Sweeney MS. Blunt trauma to the heart: the pathophysiology of injury. The Journal of Emergency Medicine 1990; 8:617-623 4. Maron BJ, Mark Estes NA. Commotio cordis. New England journal of medicine. 2010: 362:917-927 5. Wall MJ, Soltero ER. Trauma to cardiac valves. Current opnion in Cardiology. 2002: 17:188-192 6. Fitzgerald M, Spencer J, Johnson F, et al., Defenitive management of acute cardiac tamponade secondary to blunt trauma, Emergency Medicine Australasia. 2005:17:494-499 7. Handboek Kindertraumatologie, Kramer WLM, De Tijdstroom, Utrecht 2007 8. Advanced Paediatric Life Support. Turner NM, Van Vught AJ, Elsevier 2006 Meerkeuze toetsvragen: 1. Welke hartklep is het minst vaak aangedaan in stomp cardiaal trauma? A. Aortaklep B. Tricuspidalisklep C. Mitralisklep D. Pulmonalisklep Antwoord: D De pulmonalisklepbeschadiging heeft de laagste incidentie als het gaat om traumatisch letsel aan de hartkleppen bij stomp cardiaal trauma. 2. Een contusio cordis kan leiden tot de volgende ritmestoornissen: A. Asystolie B. Ventrikelfibrilleren C. Re-entry tachycardie D. Pulseless electrical activity Antwoord: B Indien er na een dergelijk hoog energetisch trauma op histologisch niveau nog geen celschade is, spreekt men van een commotio cordis. Hoewel het myocard niet beschadigd is kan het wel leiden tot ventrikelfibrilleren.
© Copyright 2024 ExpyDoc