centrale sensitisatie powerpoint.key

CENTRALE
SENSITISATIE
2de Algologisch Lentesymposium
24 Mei 2014
!
Ann Dierick, MD
Multidisciplinair Pijncentrum
Index
•
•
•
•
•
•
•
Anatomie pijnbanen
Definities
Historiek- van perifere tot centrale sensitisatie
Centrale sensitisatie in gezonde vrijwilligers
Mechanismen van centrale sensitisatie
Klinisch fenotype
Conclusie
Anatomie pijnbanen
Definities
• Nociceptie:
•
•
•
Informatieprocessing getriggered door nociceptieve stimulus
Leidt tot vluchtgedrag (“paw withdrawal”), vegetatieve
respons en pijnsensatie
Kan in objectieve parameters gemeten worden
•
f-MRI, QST
• Pijn:
•
•
Onaangename sensoriële en emotionele ervaring
geassocieerd met reële/potentiële weefselschade, of ervaren
als dusdanig (IASP)
Subjectief!
Definities
•
Hyperalgesie:
•
•
Allodynie:
•
•
In onmiddellijke omgeving van lesie
“Remote/widespread”:
•
•
In gebied van lesie
Secundair:
•
•
Pijnperceptie na niet-nociceptieve stimulus
Primair:
•
•
↑ pijnperceptie na nociceptieve stimulus
Verwijderd van gebied van oorspronkelijke lesie
Gerefereerde hyperalgesie:
•
Hyperalgesie in corresponderend dermatoom van inwendig orgaan
Definities
• Plasticiteit
•
Capaciteit van neuronen om hun structuur, functie of
chemisch profiel te veranderen
Historiek- van perifere tot centrale sensitisatie
• “Gate control theory” (Wall en Melzack, 1965):
•
Modulatie van nociceptie in ruggenmerg door inhiberende
controle
• Nadruk op pijninhibitie, dan wel excitatie/amplificatie
•
Endogene endorfines en enkefalines; DNIC; TENS;
herontdekking acupunctuur…
• 70ies: 1ste melding van perifere sensitisatie
•
•
Igv inflammatie treedt daling van drempelwaarde van perifere
nociceptoren op (PG, bradykinine, substance P, H+….)
Verklaring voor primaire hyperalgesie (niet voor secundaire
hyperalgesie en allodynie!)
• Andere neurobiologische verklaring nodig!
Historiek
• Clifford Woolf (Nature,1983)
•
•
•
•
•
Preklinische studie stimulus-respons-relatie in ruggenmerg
Afferente input (geïnduceerd door perifeer letsel) triggert een
langdurige toename van excitabiliteit van
ruggenmergneuronen
“Gain” in somatosensorisch systeem
Centrale facilitatie manifesteerde zich als
•
↓ drempelwaarde (allodynie)
•
↑ responsiviteit op nociceptieve stimuli (hyperalgesie)
•
↑ receptieve veldjes (secundaire hyperalgesie)
Linker shift in stimulus-respons-relatie
Historiek
Historiek
• 80ies: synapsen in ruggenmerg zijn onderworpen aan
“use-dependent” of “activity-dependent” plasticiteit
•
•
↑ synaptische kracht
↑ membraanexcitabiliteit (waardoor infra-treshold inputs tot
supra-treshold AP’s gerecruteerd worden)
• Analogie met LTP
• “Long term potentiation” eerst beschreven in hippocampus
•
Repetitieve, hoogfrequente stimulatie leidt tot persisterende
toename van synaptische kracht (memory!)
Historiek
• Clifford Woolf (1983)
•
•
Korte (10-20 s), laagfrequente (1-10Hz) stimulatie van DHneuronen leidt tot verlengde synaptische efficientie in DH die
tot 10 min. langer aanhoudt dan conditionerende stimulus
CENTRALE SENSITISATIE!
• “wind up” ≠ centrale sensitisatie
•
Wind up
•
•
Progressieve ↑ van synaptische output tijdens stimulatietrein
Centrale sensitisatie
•
Synaptische facilitatie manifesteert zich nadat conditionerende
stimulus beëindigd is en blijft eens getriggered autonoom aanwezig
(zonder of met zeer lage intensiteitstimulus)
Historiek
• Gevolg CS
•
•
•
•
•
Klinische pijn reflecteert niet langer kwaliteit van perifere
nociceptieve input
CS amplifieert nociceptieve input
•
↑ intensiteit pijnbeleving
•
↑ duur
•
↑ uitgebreidheid
Pijnperceptie = weerspiegeling van functionele status CZS,
geeft maat voor graad van excitabiliteit van CZS
Wanverhouding tussen perifere input en pijnperceptie
“Uncoupling” in stimulatie-respons-relatie
Historiek
• Pijn is niet langer nociceptief, maar reflecteert een
geïnduceerde pijnovergevoeligheid
• Dit wil niet zeggen dat pijn niet reeël is!!!!!
• Vroeger: psychosomatische of somatoforme
aandoeningen
• Nu: centrale sensitisatie is erkend als zijnde een
amplificatie van de neuronale signalisatie in het CZS
met rol in inflammatoire, neuropatische en
dysfunctionele pijnsyndromen
Centrale sensitisatie bij gezonde vrijwilligers
• CS kan gemakkelijk geïnduceerd worden!
•
•
•
Proefdieren, gezonde vrijwilligers, patienten
Conditionering is mogelijk na activatie van nociceptoren via
verschillende manieren
•
Chemisch (capsaicine, hypertoon zout…)
•
Direkte elektrische stimulatie
•
Hitte, UV verbranding…
Conditionerende stimulus kan aangebracht worden
•
In huid
•
In spieren, gewrichten
•
In inwendige organen
Centrale sensitisatie bij gezonde vrijwilligers
• Model van CS gebruikt om efficientie centraal-werkende
analgetica te evalueren
•
NMDA-receptor-antagonisten
•
•
α2-δ-calciumkanaal-modulatoren
•
•
Zichtbaar effect op f-MRI na toediening ketamine
↓ hyperalgesie, ↓ allodynie, f-MRI
COX-2-inhibitoren
•
Reduceren CS enkel wanneer deze getriggered wordt door perifere
inflammatie
Mechanismen
Mechanismen
Mechanismen
• Plasticiteit in exciterende pathways van DH
•
•
•
Synaptische kracht = grootte van postsynaptische stroompjes
in respons tot presynaptische AP’s
n.o. : evenredige verhouding tussen input en output over
synaps
CS: disproportioneel hoge output postsynaptisch in
vergelijking met presynaptische input
Mechanismen
• Binding glutamaat op
NMDA-r verwijdert Mgplug, zodat calciuminflux
• ↑ (Ca) intracellulair
activeert COX2 en NO
• Productie PG→
neuronale en gliale
plasticiteit (nieuwe
afferente connecties;
axonale sprouting;
↓drempel voor neuronale
activatie)
N!
P Mg
Dorsal Horn Ne
2+
C Fibre
C
Ca2+
a2 Glu NMDA
+
Glu
Na+
Na+
AMPA
NK
NK
Wind Up!
Hyperalgesi
Allodynia
Acute Pain
Na+
NK1
Mechanismen
• Plasticiteit in inhiberende pathways van DH
• 1/3 DH-neuronen zijn inhiberende interneuronen (GABA/
glycine)
• 5 functies
•
•
Muting
•
Attenuation
•
Limiting
•
Separating
•
Preventing
n.o. : activatie inhiberende interneuronen door primaire
afferenten, exciterende interneuronen en descenderende
banen
• CS: ↓ excitatoire drive voor inhiberende interneuronen;
↓ GABA-content; ↓ GABA-r
Mechanismen
• Plasticiteit in descenderende banen
•
•
n.o. : spinale nociceptie onder krachtige controle
descenderende banen uit RVM (5HT) en locus coeruleus
(NA), waarbij inhiberend effect domineert over faciliterend
CS: faciliterend>>> inhiberend
• “Sprouting”
•
•
Uitwaaieren Aβ-vezels vanuit diepe laminae V naar
oppervlakkige laminae I en II, waar functioneel contact met
C-vezels
Allodynie
• Fenotype-switch: Aβ → C
Mechanismen
• Niet-neuronale pro-nociceptieve helpercellen
•
•
•
Glia: microglia en astrocyten
n.o. : “housekeeping” (immunosurveillance)
CS: activatie tot pro-nociceptieve helpercellen dtv glutamaat,
substance P, bradykinine, PG…; secreteren dan zelf
interleukines
Mechanismen
• Specifieke mechanismen voor secundaire/widespread
hyperalgesie
•
•
•
•
Heterosynaptische facilitatie
Spreiding calcium doorheen dens astrocyten-netwerk
Volume-transmissie
•
Vrije diffusie van messengers (PG, IL,) in interstitiële ruimte of CSV
•
(itt “wired- transmission”)
Meer permeabele BBB igv zenuwletsel
•
vrije migratie NT op afstand
Klinisch fenotype van centrale sensitisatie
• Elke sensoriële ervaring
die disproportioneel groot
is in intensiteit, duur en
uitgebreidheid in
vergelijking met de
perifere input kan centrale
amplificatie/sensitisatie
reflecteren
• Ideaal: objectieve meting
centrale activiteit door
f-MRI (functional MRI)
!
!
!
!
!
!
!
!
Reumatoide arthritis
24 artikels!
!
aanwezigheid CS bewezen door symmetrische manifestatie van symptomen,
veralgemeende hyperalgesie intra/extra-articulair na stimuli van verschillend type!
Osteo-arthrose
36 artikels!
!
vooral OA knie!
!
subjectieve en objectieve parameters bevestigen CS!
alhoewel OA perifere ziekte is, speelt hypersensitiviteit van CZS !
essentiele rol (discrepantie beeldvorming- symptomen)
Whiplash
•
•
•
•
•
•
•
Eur J Pain 2013, Van Oosterwijck et al
review 22 artikels
CS bewezen door
persisterende klachten
lokale en veralgemeende hyperalgesie
gerefereerde pijn en allodynie
↓ drempel voor nociceptieve flexorreflex
Fibromyalgie
22 artikels!
!
CS gecorreleerd met gereduceerd volume grijze stof (ACC, IC), !
verhoogde activiteit in pain matrix en verminderde connectiviteit!
in descenderende pijnmodulerende banen
TMD
• Eur J Pain 2008, Juhl et al
• QST-studie na WHT-extracties
• gedurende 1 week postop
• ↑ respons op intra-orale pinprick en elektrische
stimulatie
• extra-orale hyperalgesie
Hoofdpijn
• Migraine
• Brain 2000, Burstein et al
• 80% vertoont cutane allodynie tijdens aanvallen (in of
buiten area van gerefereerde pijn)
• Cluster headache
• Cephalalgia 2000, Sandrini et al
• ↓ drempel nociceptieve flexorreflex aan
symptomatische kant
Pelvic Pain Syndrome
•
•
•
Pain Physician 2013, Kaya et al
review 29 artikels
bewijs voor CS gebaseerd op veranderingen in
hersenmorfologie en functie, veralgemeende
hyperalgesie aan verscheidene stimuli en
autonome dysregulatie
Klinisch fenotype
• pijn= nociceptief/inflammatoir/neuropatisch
• echter: pijnsyndromen zonder perifere nociceptieve input,
inflammatie of zenuwletsel
• hier: primaire dysfunctie CZS met bijdrage van CS tot
klinisch fenotype
• indien ↑ gevoeligheid van CZS of ↑ (genetische)
voorbestemming tot CS een gemeenschappelijke
karakteristiek is, dan ↑ “co-occurrence” van deze syndromen
• J Gen Int Med 2007, Schur et al
• >4000 2-lingen
• significante associatie CVS,TTH,IBS,TMD,PTSD
• Arch Int Med 2006, Kato et al
• >44000 patienten
• significante associaties; genetische factoren
Klinisch fenotype
• Alle syndromen met ↑ pijngevoeligheid (in afwezigheid
van inflammatie/zenuwletsel) zijn verschillende
manifestatie van 1 onderliggend gemeenschappelijk
fenomeen (centrale sensitisatie)
• Klinisch fenotype varieert ifv aangetaste orgaan
• M B Yunus 2007
Klinisch fenotype
Klinisch fenotype
Conclusie
• pijnperceptie is meer dan het “switching on” van
pijnbanen na perifere nociceptieve stimulus
• klinische pijn reflecteert eerder toestand van
excitabiliteit van CZS
• plasticiteit van CZS met versterkte synaptische functie
kan getriggered worden door nociceptieve input
• shift van sensitiviteit van pijnsysteem: niet-nociceptieve
prikkels leiden tot overdreven, verlengde en meer
uitgebreide pijnperceptie
• centrale sensitisatie (mede)verantwoordelijk voor
“unexplained” pijnsyndromen (FM…)
• rol genetische/omgevingsfactoren?????
• but… there is hope: EMDR!!!