IS VAN ALLE TIJDEN Hergebruik en transformatie van gebouwen in de stadsregio Rotterdam. VERSLAG VAN EEN WERKSESSIE OP 10 JUNI 2014 Erasmushuis Bron: Van Omme & de Groot B O U W E N A A N S A M E N H A N G VERANDERING IS VAN ALLE TIJDEN Hergebruik van oude gebouwen is de norm geworden, maar is die norm realistisch? Ligt het probleem als je wilt transformeren bij de gebouwde constructies, de locaties of gaat het juist om de mensen die ‘transformatie’ niet begrijpen en de juiste weg niet weten te vinden? (Antwoord: het zijn de mensen!) Lees in deze brochure wat een gevarieerd gezelschap experts hierover zei in een boeiend gesprek met ‘transformatiefilosoof’ Dirk Baalman. Lang was hergebruik van verouderde gebouwen een luxe, voorbehouden aan de categorie historisch waardevol erfgoed. Door de grote mate van leegstand is het nu eerder de kern van de bouwopgave geworden. Op 10 juni 2014 nam een breed gezelschap uit de vakwereld deel aan een sessie die was georganiseerd door de stadsregio Rotterdam en het transformatieteam van de gemeente Rotterdam. Aanwezig waren architecten, stedenbouwkundigen, ontwikkelaars, beleggers, wetenschappers, makelaars, adviseurs en ambtenaren. VAN ALLE TIJDEN Gesprekleider Patrick van der Klooster (AIR, architectuurcentrum Rotterdam) nam de aanwezigen eerst mee in de gedachtegang dat hergebruik eigenlijk de norm is geworden. Steden veranderen voortdurend. Bestuurders, ambtenaren en marktpartijen staan voor de opgave om die veranderingen zo te sturen dat de stad leefbaar en (economisch) gezond blijft. Door de economische crisis gaat dat veranderen de laatste jaren sneller dan ooit. Duurzaamheidseisen, innovatie, automatisering en de invloed van internet zullen dit proces alleen maar versterken. Het zijn vooral de werklocaties – de fysieke plaatsen waar bedrijven aan de slag zijn – waar dit heel concreet zichtbaar wordt. Aan transformatie zit altijd een aspect van afscheid nemen, niet alleen van de functie en de identiteit van een gebouw, maar misschien ook van het gebouw zelf. Dat doet pijn en kan verlammend werken. De kunst is om weg te blijven uit die probleemhoek en te beseffen dat transformatie van alle tijden is en dat er altijd weer een perspectief is. 2 Foto: Van Omme & De Groot In een herstructureringsgebied in Hengelo realiseerde het Regionaal Opleidingencentrum (ROC) van Twente een nieuw gebouw rond de werkhal van de voormalige ijzergieterij Stork, een gemeentelijk monument. De enorme, bijna kathedrale hal geeft het nieuwe onderwijscomplex een ‘ziel’ en maakt dat leerlingen en docenten zich kunnen identificeren met deze plek. Door de hal in te richten als openbare ruimte is het gebouw stevig verankerd in de stad. www.kennisbankherbestemming.nu/projecten/ijzergieterij-stork-in-hengelo Foto: ROC Twente BANKGEBOUW Na deze kennismaking met de locatie nam ‘transformatiefilosoof’ Vincent van Valen (Van Ommen & De Groot) vertelde iets over de Dirk Baalman (Het Oversticht) de aanwezigen mee in een beschou- locatie van de bijeenkomst, rijksmonument Het Erasmushuis, het wing over het verschil tussen een gebouw en vastgoed. Gebouwen voormalige kantoor van de Hollandsche Bank Unie. Zijn onderne- hebben echt betekenis voor mensen. Vaak zijn ze voor één ming heeft het gebouw gekocht omdat ze vindt dat ‘je je geld beter specifieke functie of organisatie ontworpen en ontlenen ze daar hun in een bankgebouw kunt stoppen dan op de bank kunt zetten’. identiteit en betekenis aan. Zo gaan ze tot de verbeelding spreken. Vastgoed levert eigenlijk alleen kubieke meters op die voor Het kantoor was eind jaren dertig gedacht als schaalvergroting van onverschillig welke kantoororganisatie gebruikt kunnen worden. Het dit deel van de Coolsingel, die was ingezet met de hypermoderne is opmerkelijk dat we de laatste jaren wel over een vastgoedcrisis Bijenkorf. Het Schielandshuis moest door een fors gebouw worden spreken, maar niet over een gebouwencrisis. afgeschermd van de Coolsingel. In 1938 tekende Dudok het tamelijk functionele ontwerp. Nu wil Van Ommen & De Groot het Vanuit een gebouw geredeneerd kan hergebruik zo belangrijk zijn, Erasmushuis samen met Frame Offices herontwikkelen tot een ‘full dat je er een grote inspanning voor wilt plegen om het te behou- business-concept’ voor flexwerken, in combinatie met dagelijkse den, zoals voor een voormalige gieterij in Hengelo die werd horeca en reguliere kantoren. Inzet is om eind 2014 (een deel van) omgebouwd tot ROC. het gebouw daadwerkelijk in gebruik te hebben. 3 Een bunker in het voormalige dorp Vreeswijk heeft een functie gekregen die meer is toegespitst op het huidige karakter van de omgeving. De uit 1936 stammende bunker maakte deel uit van een verdedigingslinie langs de Lek. Thans is het bouwwerk schuin naar boven uitgebreid met een uitkragende ruimte die kan dienen als vergaderplek of plaats waar mensen uit het naburige bedrijfsleven even rust kunnen nemen. (http://www.architectenweb.nl/aweb/redactie/redactie_detail.asp?iNID=8013&s=1) Foto: Christian Richters FORMULE Baalman heeft voor het transformeren van een constructie tot een Om te kunnen transformeren moet je, volgens Baalman, drie waardevol gebouw een formule ontwikkeld: G=V+RQ. Hierin staat stappen doorlopen: G voor Gebouw, V voor Vastgoed en RQ voor Ruimtelijke Kwaliteit in termen van gebruikswaarde, belevingswaarden en toekomst- Van waarden (wat is dit?) via ambities (wat kun/wil je daarmee?) waarde. naar beleid (hoe ga ik dat bereiken?). Volgens Baalman zijn er in Nederland veel voorbeelden van objecten De volgorde is essentieel: eerst analyseren en waarderen, dan die zijn neergezet zonder de intentie om de ruimtelijke kwaliteit te (mogelijke) ambities verkennen en formuleren en tot slot je aanpak verbeteren, denk aan kantoorparken die door één ontwikkelaar met vaststellen. Te vaak begint men bij het beleid en worden de één architect uit de grond zijn gestampt. waarden vergeten. Daarmee worden kansen gemist. Een goed voorbeeld van denken in kansen is bijvoorbeeld het Tea House on Zo is aan sommige gebieden de recente economische geschiedenis Bunker bij de Hollandse Waterlinie, waarbij de dode massa van de af te lezen. Amstel III bijvoorbeeld weerspiegelt de geschiedenis van bunker is benut als contragewicht. Met zulke onverwachte alle economische bubbels, fraudes en crises van de laatste 25 jaar. interpretaties (waarderingen) kan transformatieruimte worden Het zijn gebouwen die opgericht zijn om economische sectoren te gevonden die bij eerste oogopslag niet lijkt te bestaan. huisvesten die inmiddels samen met het gebouw zijn afgeschreven. Wie gaat hier opruimen? Wie maakt de keuzes? G = V + RQ G = GEBOUW, V = VASTGOED, RQ = RUIMTELIJKE KWALITEIT 4 www.oogstkaart.nl Bron: Superuse Studios SLOPEN Gespreksleider Van der Klooster vroeg de aanwezigen daarom te Baalman introduceerde het begrip shit list als tegenhanger van de reageren op het idee van een shit list voor de Rotterdamse regio. veelgebruikte hit lists, waarop vaak de monumenten prijken. Hitlijsten komen tot stand aan de hand van algemeen geaccepteer- Robin von Weiler (Von Weiler Investments) ziet een verschil tussen de criteria als cultuurhistorische en architectonische waarde. Hij pleit willen en kunnen. Het gaat vaak om een redelijke exit uit een ervoor om ook een dergelijke set van criteria op te stellen voor de project zonder reputatieschade. De uitdaging is partijen te verbin- gebouwen die ‘losgelaten’ kunnen worden, lees: gesloopt. Dergelijk den die elkaar aanvullen om van willen ook kunnen te maken. ‘beredeneerd afscheid’ kan ook nog worden verzacht door het besef dat hergebruik zelfs in onderdelen kan. Zie in dit verband een Waarde is een lastig begrip. Koos Seerden (RHO) zegt dat wat de uitspraak van Arie van Liempd, CEO van een groot sloopbedrijf: ‘Ik één waardeloos vindt, voor de ander een kans is. Maar dat zie je sloop niet, ik delf nieuwe grondstoffen.’ Een krachtig voorbeeld van vaak pas wanneer je naar de omgeving van een gebied kijkt en naar hergebruik is de Oogstkaart - marktplaats voor profesessionele de mogelijkheden die de omgeving biedt. upcyclers - een online platform voor ontwerpers, architecten en andere ‘hergebruikers van sloopmateriaal’. Rinus Vader (Haskoning/DHV) geeft aan dat de overheid best sterker mag sturen via het omgevingsrecht. Hij refereerde aan REPUTATIESCHADE Eindhoven, waar een ambtenaar is vrijgemaakt om binnen de Wanneer je het gesprek over waarden aangaat, kun je gezamenlijk grenzen van de wet maximale tegenwerking te organiseren op aanknopingspunten vinden voor een ‘verhaal’ over een gebouw en plekken waar ontwikkelingen voor de gemeente ongewenst zijn. zie je nieuwe mogelijkheden. Dat is belangrijk, want als mensen aan een object geen waarden hechten, zien ze geen mogelijkheden. Er is discussie over de vraag of en hoe de overheid zou moeten sturen bij het maken van keuzen, al dan niet met de samenstelling De gemeente Rotterdam is actief in de aanpak van leegstand en van een hit- en een shitlijst en de toe te passen criteria. Een heeft transformatie, revitalisering en herontwikkeling al succesvol criterium kan zijn ‘alles waar de markt kansen ziet’ (vrij naar Jane ingezet. Tegelijk groeit het besef dat niet alle lege vierkante meters Jacobs), met als belangrijke leidraad het multifunctioneel gebruik in te vullen zijn. Hoe zou de markt daarmee kunnen omgaan? van het gebied waarin het gebouw staat. 5 ‘De markt is aan zet’ is het adagium. Dat vraagt een ‘loslatende’ overheid. Dat is wat anders dan een inactieve overheid. Loslaten is hard werken, maar dan wel aan de juiste zaken. Die juiste zaken vertalen zich in beter luisteren naar de markt, handelen waar dat meerwaarde biedt maar ook agendasettend vanuit overzicht. (bron: Regionaal Kantorenprogramma 2013/14) OPTISCHE LEEGSTAND • niet tegenwerken Sommigen nuanceerden het belang van leegstand. Waarom is • kruimelgevallen leegstand per definitie verkeerd, waarom zou het een overheidspro- • jurist voor de mazen in de wet bleem zijn? De samenleving heeft alleen last van de ‘optische • stakeholder-expert om processen te versnellen leegstand’. Daar zou de overheid zich op moeten richten. Verder • belangenbehartiger voor interne stimulatie moet de overheid met haar wettelijke instrumenten sturen en • schadeclaimjurist, die zijn expertise net inzet om te claimen, maar verschil maken in gebieden waar dynamiek wenselijk is en waar het juist om de randen van het mogelijke op te zoeken eigenlijk er minder toe doet. Als middel werd de beleidslijn kruimel- • netwerker/acquisiteur gevallen genoemd. 1 • plannenmaker die laat zien wat mogelijk zou kunnen zijn met bepaalde gebieden en die voor de gemeente op zoek gaat naar De meeste aanwezigen zagen ‘stimuleren’ als wenselijke overheids- wie en wat je daarvoor nodig hebt, ook qua interne besluitvorming rol. Robin von Weiler gaf aan dat hij steeds op zoek is naar een • best practices van zaken die (vanzelf) goed zijn gegaan vorm van ‘niet tegenwerken’ in plaats van meewerken. Dat laatste • een transformatie-leeromgeving faciliteren vraagt immers commitment. Dat is vaak lastig en brengt verant- • een motivator die halverwege processen iedereen weer bij de les woordelijkheid met zich mee. krijgt met de vraag: waarvoor deden we het ook alweer? • een ‘Stadsmarinier’ die Kafkaïaanse situaties kan oplossen of kan TRANSFORMATIETEAM opschalen naar bestuurlijk niveau Ter afsluiting van de discussie daagde Patrick van der Klooster de deelnemers uit om kwaliteiten of functies te benoemen die de gemeente Rotterdam in een transformatieteam zou moeten hebben om maximaal te kunnen stimuleren en in welke rollen. Dit leidde tot een gevarieerde lijst: 1 Aan relatief kleine afwijkingen van een bestemmingsplan kan door middel artikel 3.23 Wro medewerking worden verleend. Artikel 4.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening geeft een opsomming van de gevallen die met een artikel 3.23 Wro-procedure gerealiseerd kunnen worden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om uitbreidingen of bijgebouwen, kleine bouwwerken geen gebouw zijnde en wijzigingen in het gebruik van opstallen binnen de bebouwde kom. 6 Nabeschouwing Dirk Baalman De organisatie van de werksessie heeft Dirk Baalman gevraagd naar zijn impressie van de bijeenkomst. Baalman was docent architectuurgeschiedenis aan de Academies voor Bouwkunst en de Vrije Universiteit. Hij is directeur van Het Oversticht, het in Zwolle gevestigde expertisecentrum voor ruimtelijke kwaliteit en erfgoed. Baalman: ‘Het was een interessant gezelschap met veel voorlopers in deze wereld. Ze gaven een nieuwe toepassing aan de formule G=V+RQ omdat deze ondernemers zeggen: ‘Ik wil kwaliteit toevoegen aan vastgoed. En die kwaliteit ontleen ik aan m’n eigen normen, maar meestal aan buurt, straat en omgeving.’ Zij zien als ondernemers mogelijkheden om kwaliteit toe te voegen en hebben dan last van hinderpalen die hun ondernemen in de weg staan. Dit type ondernemers heeft een broertje dood aan praten over mislukkingen. Ze zien óf kansen óf ze lopen door. Impliciete criteria voor goed of slecht hebben ze wel degelijk, maar vertalen ze in: kans of niet. Dus: zijn er partijen die een kans zien? Zit er potentie in de omgeving, zowel fysiek als qua mensen? Hangen er niet te veel verbodsbordjes? Ik vond dat wel een mooie verschuiving: van de spullen naar de mensen.’ Bekijk hier het magazine van Het Oversticht gewijd aan hergebruik en herbestemming. www.oversticht.nl/images/dynamic/Over/OVER_44_LR.pdf Colofon Het transformatieteam van deze dag bestond uit: Gemeente Rotterdam Gabor Everraert Stadsregio Rotterdam Cees Stoppelenburg CommunicatiePieter Maessen ([email protected]) VormgevingFront-taal Datum 7 Juli 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc