10 meente 2014104322 isterwijk Raadsvoorstel Raadsvergadering d.d. 25 september 2 0 İ 4 Raadsvoorstel nr.: 14/72 Afdeling Commissie Contactpersoon/email adres Ruimte Ruimtelijke Zaken Franzel Bergevoet franzel. [email protected] Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen 1. Voorstel Het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen, zoals weergegeven in bijgevoegd besluit. H et voorstel komt erop neer om het perceel (nr. 2197) te bestemmen conform het huidige gebruik, namelijk als burgerwoning (door middel van de bestemming Wonen). Daarmee komt de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' - inclusief de daarmee samenhangende functieaanduidingen en maatvoeringen - te vervallen. 2. Aanleiding Op 7 mei 2014 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) een deel van het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen vernietigd en de gemeenteraad opgedragen binnen 26 weken een nieuw besluit te nemen omtrent de vernietigde locatie. Dit raadsvoorstel bevat het besluit waarmee aan de opdracht van de Afdeling kan worden voldaan. 3. Bestuurlijk kader Į beoogd ef f ect Voor het deel van het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen dat door de Raad van State is vernietigd wordt een nieuw besluit genomen. 4. Argumenten 1. Uitspraak van de Afdeling Op 28 maart 2013 is het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen vastgesteld door de Raad van de gemeente Oisterwijk. Tegen dit besluit is beroep ingesteld door de eigenaar, tevens bewoner, van de woning aan de Posthoornseweg 5. H et beroep richtte zich tegen het plandeel met de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' en de aanduidingen 'bedrijfswoning' en 'recreatiewoning' voor het perceel 2197, zoals in figuur 1.1 met blauw aangegeven. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna Afdeling) heeft het vaststellingsbesluit d.d. 28 maart 2013 ten aanzien van dit perceel vernietigd (201305008/1/R3, 7 mei 2014). De Afdeling oordeelde dat de gemeente onvoldoende stil heeft gestaan bij hetgeen door de bewoner van dit perceel is aangedragen, namelijk dat hij de woning niet als bedrijfswoning bewoont, maar als burgerwoning. Door de woning opnieuw als bedrijfswoning te bestemmen, zonder hierbij het gestelde door de bewoner in de belangenafweging mee te nemen, achtte de Afdeling het raadsbesluit op dit punt onvoldoende zorgvuldig voorbereid. De Afdeling heeft vervolgens de gemeenteraad opgedragen voor het vernietigde planonderdeel een nieuw plan vast te stellen. Het door de raad te nemen nieuwe besluit hoeft niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Awb te worden voorbereid. Dit betekent dat er geen ontwerp van het besluit ter inzage hoeft te worden gelegd. 2. Achtergrond De woning aan de Posthoornseweg 5 was in het in voorheen geldende het bestemmingsplan bestemd als bedrijfswoning bij een recreatief bedrijf. Na de bouw van Villapark Hermitage was de gedachte dat de woning als beheerderswoning bij het Villapark dienst zou kunnen blijven doen. Deze gedachte was de gemeenteraad ook toegedaan bij de vaststelling van het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen in 2013. Tijdens de behandeling van het bestemmingsplan bij de Afdeling bleek dit echter niet het geval te zijn. De bedrijfswoning wordt gedurende een aantal jaren niet meer vanuit bedrijfsmatig oogpunt bewoond. De bedrijfswoning wordt nu gebruikt als burgerwoning. Tevens is gebleken dat de woning in de toekomst geen beheersfunctie meer zal krijgen. Voor het beheer en behoud van het Villapark Hermitage is de aanwezigheid van een bedrijfswoning bovendien niet noodzakelijk. Het is om die reden niet nodig om de woning aan de Posthoornseweg 5 aan te houden als bedrijfswoning. 1 3. Afweging bestemminqsleqqinq In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Oisterwijk, deel Oisterwijk (1999)' was het perceel bestemd als Verblijfsrecreatie met de functieaanduiding 'bedrijfswoningen'. VP* 1 \ \ Figuur 1.2 Uitsnede bestemmingsplan 'Buitengebied Oisterwijk, deel Oisterwijk (1999) In het vastgestelde plan op 28 maart 2013 is de woning (conform de toelichting) 'consoliderend' bestemd voor verblijfsrecreatie en tevens voor een bedrijfswoning. In artikel 1 is bedrijfswoning Conform het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Oisterwijk, deel Oisterwijk ( 1 9 9 9 ) \ artikel 1 lid 26 is een bedrijfswoning/dienstwoning/beheerderswoning gedefinieerd als "een woning, in of bij een (bedrijfs)gebouw of op een terrein, die is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, c.q. het ter plaatse uitgeoefende (agrarische/bosbouw-ĵbedrijf, noodzakelijk is;". 1 2 gedefinieerd 'een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.' Vast staat dat de eigenaar van de woning in het verleden heeft gefungeerd als beheerder van het recreatieterrein, maar dat zijn beheerderstaken sinds enige jaren niet meer nodig zijn. Verder is duidelijk dat de eigenaar van de woning geen intenties heeft om binnen de planperiode de woning opnieuw als bedrijfswoning in gebruik te nemen. Het is om voorgaande redenen nodig om te bezien welke gebruiksmogelijkheden aan het perceel kunnen worden toegekend. Voor de nieuwe regeling zijn verschillende opties denkbaar. 1. burgerwoning; 2. recreatiewoning; 3. recreatiewoning met toepassing van een persoonsgebonden overgangsrecht of uitsterfregeling; 4. bedrijfswoning; 5. bedrijfswoning met toepassing van een persoonsgebonden overgangsrecht of uitsterfregeling. Bij de vraag welke optie een goede keus is spelen de volgende zaken een rol; het huidige gebruik (permanente burgerbewoning) is illegaal. Dat heeft tot gevolg dat dit gebruik niet onder het normale overgangsrecht van het nieuw vast te stellen plan kan vallen. Dit betekent dat een specifieke overgangsregeling dient te worden opgenomen op het moment dat het huidige gebruik niet positief wordt bestemd. Het is niet aannemelijk dat het bestaande gebruik als burgerwoning door de huidige bewoner binnen de plantermijn zal eindigen; Het is ook niet aannemelijk dat de woning binnen de plantermijn weer als bedrijfswoning in gebruik zal worden genomen; de gemeente acht het vanuit de belangen van de bewoner (betrokkene is al jaren woonachtig op het perceel) niet wenselijk om hem te dwingen om binnen de plantermijn (10 jaar) te verhuizen. Voorgaande zaken zorgen ervoor dat niet alle benoemde opties toepasbaar zijn. Opties 2 en 4 vallen af omdat niet aannemelijk is dat het huidige gebruik binnen de plantermijn eindigt én omdat de gemeente de bewoner niet wil dwingen te verhuizen. Optie 5 valt af omdat het niet aannemelijk is dat de woning ooit nog in gebruik zal worden genomen als bedrijfswoning. Onderstaand worden de overwegingen voor de overige opties (1 en 3) weergegeven. Ad 1 - burgerwoning De woning bestemmen als 'burgerwoning' (bestemming wonen) betekent dat het huidig gebruik wordt vastgelegd. Hiermee wordt aangesloten bij het belang van de bewoner. Alhoewel de woning grenst aan het recreatieterrein, beschikt de woning over een eigen oprit, zodat de ontsluiting van de woning niet via het recreatiepark plaatsvindt. Ook is de voorgevel gericht op de openbare weg en niet op de interne ontsluitingsstructuur van het recreatiepark. De woning zelf betreft - juist omdat deze ooit als bedrijfswoning is gebouwd - een normale woning die niet te onderscheiden is van een willekeurige andere burgerwoning. In de directe omgeving van de woning zijn weliswaar andere functies aanwezig (horeca, recreatiepark, asielzoekerscentrum), echter deze functies worden niet in hun rechten en mogelijkheden beperkt vanwege de nieuwe bestemming. Immers, vanuit het Activiteitenbesluit gelden de dezelfde normen voor een bedrijfswoning van derden als voor een burgerwoning. Andersom hebben deze functies ook niet 3 zodanige uitstraling dat geen goed woon- en leefklimaat ter plaats van de woning aanwezig zou zijn. Vanuit ruimtelijk en stedenbouwkundig oogpunt bestaan er gelet op voorgaande dan ook geen bezwaren om de woning als burgerwoning te bestemmen. Ad 3 - recreatiewoning met overgangsrechtelijke regeling Het bestemmen van de woning als recreatiewoning, met een bijzondere vorm van overgangsrecht, zorgt ervoor dat het huidige gebruik van de woning als burgerwoning op den duur eindig is. Alhoewel het gebruik als recreatiewoning vanwege de ligging van de woning aansluitend aan het recreatieterrein en de voormalige verbondenheid aan het recreatiepark op zich geen onlogische keuze lijkt, acht de gemeente deze optie niet wenselijk. Het bestemmen van de woning als recreatiewoning treft de huidige bewoner in zijn belangen. De woning is immers nooit in gebruik geweest als recreatiewoning. Hiermee wordt geen recht gedaan aan het gebruik (en bestemming) als woning van het pand. 4. Ruimtelijke onderbouwing Het huidige beleid Het toevoegen van extra woningen in het buitengebied is in strijd met het provinciaal en gemeentelijk beleid. In dit geval betreft het geen toevoeging van een extra woning; er was hier immers al die tijd al sprake van legale permanente bewoning. Geluidhinder Voor de functie 'bedrijfswoning' is geen aparte categorie in de Wet geluidhinder opgenomen. Een dergelijke woning valt evenals een 'burgerwoning' onder de categorie 'woning', in beide situaties wordt immers permanent gewoond. In het kader van de Wet geluidhinder kan de functiewijziging van bedrijfswoning naar burgerwoning worden gezien als bestaande situatie. Er hoeft dan ook geen akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd. Milieuhinder Ten oosten van het perceel, op 10 m afstand, zijn horeca-activiteiten t/m categorie l b toegestaan. Horeca-activiteiten tot en met categorie l b betreffen lichte horeca-activiteiten die voornamelijk in de dagperiode plaats vinden. Dergelijke activiteiten zorgen niet tot nauwelijks voor milieuhinder. Woonfuncties op 10 meter afstand van dit type horeca vormt dan ook geen belemmering. Daarnaast is direct aan het betreffende perceel verblijfsrecreatie toegestaan in de vorm van recreatiewoningen. In de bedrijfswoning wordt deels permanent gewoond. Volgens de VNG-brochure geldt formeel een richtafstand van 10 m tussen recreatiewoningen en een rustige woonwijk. In deze specifieke situatie is een richtafstand van 10 m echter niet realistisch. Het maatgevende aspect is geluid, geur en gevaar. Het recreatiepark wordt op dit moment niet bedrijfsmatig geëxploiteerd. De recreatiewoningen (met de onderliggende gronden) zijn alle in particulier bezit. Op het terrein zijn nu en in de toekomst geen voorzieningen voorzien die meer overlast in de vorm van geluid, geur en gevaar veroorzaken dan zoals deze aanwezig zijn in een rustige woonwijk. De recreatiewoningen zijn in deze vorm direct naast burgerwoningen acceptabel. Gelet op voorstaande is ter plaatse van de woning dan ook sprake van een acceptabel woon- en leefklimaat. Ecologische hoofdstructuur (EHS) De ligging te midden van EHS-gebieden is, nu het aantal huishoudens niet toeneemt, niet bezwaarlijk. 4 5. Juridische plantoelichtinq Voor de bestemming 'Wonen' wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestemming 'Wonen - 1 ' zoals deze door de gemeente wordt toegepast voor burgerwoningen in het buitengebied. Op de verbeelding is een bouwvlak opgenomen waarbinnen het hoofdgebouw mag worden gebouwd. In de regels zijn de toegestane goot- en bouwhoogten van de bouwwerken opgenomen. In de specifieke gebruiksregels zijn nadere beperkingen opgenomen ten aanzien van de bestemmingsomschrijving. 5. Risico's Er is een risico dat tegen het besluit beroep wordt ingediend bij de Raad van State. Dit risico is niet uit te sluiten. 6. Financiën n.v.t. 7. Communicatie I Burgerparticipatie Het besluit heeft niet ter inzage gelegen voor het indienen van zienswijzen. Dit hoefde ook niet volgens de Raad van State. Wel zijn de eigenaar en omwonenden op de hoogte gebracht dat het voorstel is voorgelegd aan uw raad. Ook na het besluit door uw raad worden betrokkenen op de hoogte gebracht en kunnen zij indien gewenst beroep tegen het besluit bij de Raad van State indienen. 8. Referendabel Het voorstel is referendabel: ja D nee 0 9. Gewijzigd besluit na behandeling in de commissie 10a. Bijlagen: 1. Uitspraak Raad van State over bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen (7 mei 2014) 10b. Bijlagen ter inzage: 1. Het op 28 maart 2013 Vastgesteld bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen Oisterwijk 19 augustus 2014, Het college, de burgemeester, secretari "li 5 Raadsbesluit Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieve terreinen De raad van de gerheente Oisterwijk, \ gelezen het voorstel vári het college d.d. 19 augustus 2014, afdeling Ruimte, raadsvoorstel nr. 14/72; \ \ gelet op het bestemnHngsplan Verblijfsrecreatieterreinen met identificatiecode NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-\G01, gewijzigd vastgesteíd door de raad op 28 maart 2013; \ 7 gelet op de uitspraak van de Ąfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 201305008/1/R3 op woensdag 7 mei\2014 en de/in die uitspraak geformuleerde verplichting aan de gemeenteraad; \^ gelet op het bepaalde in de Wet ruimtelijkeWdening en het Besluit ruimtelijke ordening; gelet op het bepaalde in artikel 6:19 Algjŕmene^wet bestuursrecht; met inachtneming van de feiten en belangenafwegingen zoals opgenomen in het raadsvoorstel, besluit: I. II. z het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen Viet imrocode NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-VG01 - voor zover deze is vernietigd in zaaknummer 201305008/1/R3 - opnieuw vast te stellen onder ee\nieuwe imrocode: NLIMRO.0824.verblľjfsrecreatie-VG02; De verbeeťding van het plan hiertoe als volgt te wijzigen: Aan het perceel gelegen aan de Posthoornseweg 5 te Oisterwijk, kadastraal bekend gemeente Oisterwijk nummer 2197, de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie', het bouwvlak, de functieaanduidingen 'bedrijfswoning' en 'recreatiewoning' en de maatvoeringen 'maximum bebouwingspercentage terrein ( Zo)' en 'maximum aantal recreatiewoningen' te vervangen door de bestemming 'Wonen' met een bouwvlak, zoals in bijlage 1 inzichtelijk is gemaakt. 0 6 C gemeente Oisti Raadsbesluit Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieve terreinen De raad van de gemeente Oisterwijk, gelezen het voorstel van het college d.d. 19 augustus 2014, afdeling Ruimte, raadsvoorstel nr. 14/72; gelet op het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen met identificatiecode NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-VG01, gewijzigd vastgesteld door de raad op 28 maart 2013; gelet op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 201305008/1/R3 op woensdag 7 mei 2014 en de in die uitspraak geformuleerde verplichting aan de gemeenteraad; gelet op het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening; gelet op het bepaalde in artikel 6:19 Algemene wet bestuursrecht; met inachtneming van de feiten en belangenafwegingen zoals opgenomen in het raadsvoorstel, besluit: I. het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen met imrocode NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-VG01 - voor zover deze is vernietigd in zaaknummer 201305008/1/R3 - opnieuw vast te stellen onder een nieuwe imrocode: NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-VG02; II. De verbeelding van het plan hiertoe als volgt te wijzigen: Aan het perceel gelegen aan de Posthoornseweg 5 te Oisterwijk, kadastraal bekend gemeente Oisterwijk nummer 2197, de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie', het bouwvlak, de functieaanduidingen 'bedrijfswoning' en 'recreatiewoning' en de maatvoeringen 'maximum bebouwingspercentage terrein (Vo)' en 'maximum aantal recreatiewoningen' te vervangen door de bestemming 'Wonen' met een bouwvlak, zoals in bijlage 1 inzichtelijk is gemaakt. » postadres Postbus 10101 5060 GA Oisterwijk » bezoekadres De Lind 44 5061 HX Oisterwijk» » telefoon 013 529 13 11 » telefax 013 528 56 60 » internet www.oisterwijk.nl « email gemeente^ oisterwijk.nl « « BNG 285006320 . IBAN NL44 BNGH 0285 0063 20 » BIC BNGHNL2G * De regeis van het pian hiertoe ais voigt te wijzigen: III. , in artikel 1, lid 1.2 wordt NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-VG0ľ NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-VG02'. vervangen door , In artikel 1, wordt lid 1.46 t / m lid 1.67 vernummerd tot 1.47 t / m 1.68. In artikel 1 wordt een nieuw lid 1.46 ingevoegd, luidende: "1.46 nevenfunctie activiteiten die in ruimtelijk opzicht, functioneel of anderszins ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bestemmings- of bouwvlak." artikel 5 t / m 14 worden vernummerd tot 6 t/m 15, inclusief vernummering van de in deze artikelen voorkomende verwijzingen; een nieuw artikel 5 Wonen wordt ingevoegd, zoals opgenomen in bijlage 2. IV. H et besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en belanghebbenden in de gelegenheid te stellen tegen de in beslispunten I I en I I I genoemde wijzigingen beroep in te stellen. V. Conform artikel 6.19 van de Algemene wet bestuursrecht van dit besluit mededeling te doen aan de Raad van State en indieners van de beroepen van dit besluit in kennis te stellen. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op 25 september 2014 d. de voorzitter, Bijlage 1 Wijziging Verbeelding VA * -* * * 4 * * *y O- t •t- IK* » » T f * * * i » 4 « i * "fc \ I L \ v \ \ I til* *-» t «'«Vu * -«V» ** \ L *'-J*.* tbw) 20:17 ft ft V * » f - . « .1* « » V •mí X a i mí d.d. 28 maart 2013 i / í.-t u •4 í 7 M M * w III 4 HL ^ ĀU i d.d. 25 september 2014 8 sterwijk Reactie college op advies commissie Ruimtelijke Zaken Onderwerp: Raadsvoorstel 14/72: Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen Agendapunt: 5 Datum f Porte euillehouder: vergadering 11 september 2014 wethouder Wim Lemmens Contactpersoon: Franzel Bergevoet Advies van de commissie aan de raad Het voorstel kan als hamerstuk door naar de raad. Standpunt commissie t.b.v. het college Het voorstel is voor alle fracties een hamerstuk. Reactie college Het college heeft kennis genomen van het advies van de commissie. * * Ą ? 5 SEP 20U 9endapunt 10 Vergadering GEMEENTERAAD Bijlage 2 Artikel Wonen Artikel 5 d d ļ 5 S E p m Wonen Agendapunt: í û 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; b. de uitoefening van de nevenfunctie Verblijf recreatieve eenheden in woning', ondergeschikt aan het wonen met inachtneming van lid 5.3; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water. 5.2 Bou w regels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: f a. op deze gronden mogen hoofdgebouwen (woningen) met bijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. het hoofdgebouw, aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; c. per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan; d. de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen, met in acht name van het bepaalde onder e en f, ten hoogste: Bouwwerk goothoogte bouwhoogte hoofdgebouwen (inclusief aanen uitbouwen) en aangebouwde overkappingen 7 m 11 m bijgebouwen en overkappingen 3,5 m 6 m inhoud oppervlakte 600 m 3 ten hoogste 40Vo van het zij- en achtererf met een maximum van 100 m 2 erfafscheidingen voorgevel voor de 1 m tenzij het een transparante erfof terreinafscheiding met een maximale bouwhoogte van 2 m betreft Erfafscheidingen elders overige bouwwerken, gebouwen zijnde 2 m geen 3 m e. de goothoogte van woningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien: 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt; 9 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1 , 5 m bedraagt; 3 . de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van de woning ten hoogste 50 7o van het dakvlak bedraagt; 4 . de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de woning ten hoogste 70 7o van het dakvlak bedraagt; voor de bijbehorende aangebouwde overkappingen bij hoofdgebouwen gelden de volgende regels: 1. de diepte van overkappingen aan de voor- en zijgevel mag ten hoogste 2 m bedragen; 2 . de diepte van overkappingen aan de achtergevel mag ten hoogste 4 m bedragen. o o f. 5.3 Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn in het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) en in bijgebouwen toegestaan; de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 4 0 7 o van de vloeroppervlakte van hoofd- en bijgebouwen met een maximum van 8 0 m ; b. zelfstandige bewoning van bijgebouwen is niet toegestaan; c. het gebruik van een gebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan; d. met betrekking tot de toegestane nevenfunctie Verblijfsrecreatieve eenheden in woning', zoals genoemd in 5 . 1 onder b, gelden de volgende regels: 1. de verblijfsrecreatieve eenheden bestaan uit logies met ontbijt; 2 . de nevenfunctie mag uitsluitend worden uitgeoefend in het hoofdgebouw (woning); 3 . maximaal 4 kamers mogen worden benut voor de verblijfsrecreatie; 4 . de omvang bedraagt ten hoogste 1 0 0 m . 0 2 2 5.4 Afwijken van de gebruiksregels 5.4.1 Afwijking mantelzorg Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5 . 3 voor het bieden van mantelzorg in een woning, aan- of uitbouw of een bijgebouw, met in achtneming van het volgende: a. afwijking wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat; b. afwijking wordt slechts verleend indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is; c. per woning is slechts 1 aan- of uitbouw of bijgebouw tot een maximale omvang van 8 0 m als ruimte voor mantelzorg toegestaan; d. de afstand van de woning tot het bijgebouw dat voor mantelzorg wordt gebruikt bedraagt niet meer dan 3 0 m; e. in samenhang met de afwijking voor het gebruik is bouwen toegestaan mits in overeenstemming met het bepaalde in 5 . 2 ; f. afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiksen ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen. 2 10 Uitspraak 201305008/1/R3 | Raad van State v1 ^pagina 1 van 6 Vergadermg GEMEENTERAAD Uitspraak 201305008/1/R3 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 7 mei 2014 TEGEN de raad van de gemeente Oisterwijk PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHTSGEBIED d - d 2 5 SEP 20W Agendapunt: [Q Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen NoordBrabant 201305008/1/R3. Datum uitspraak: 7 mei 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. [appellant sub 1], wonend te Oisterwijk, 2. De coöperatie Coöperatieve Vereniging "Residentie Sparrenburg" U.A. en de vereniging Vereniging van Eigenaren Villapark Hermitage, beide gevestigd te Oisterwijk, 3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen "De Witte Molen™ B.V., gevestigd te Reek, gemeente Landerd, appellanten, en de raad van de gemeente Oisterwijk, verweerder. Procesverloop Bij besluit van 28 maart 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Verblijfsrecreatieterreinen" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1], Residentie Sparrenburg en Villapark Hermitage en De Witte Molen beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend. Residentie Sparrenburg en Villapark Hermitage hebben nadere stukken ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 maart 2014, waar [appellant sub 1 ] , bijgestaan door mr. S.LM. van Haaren, Residentie Sparrenburg en Villapark Hermitage, vertegenwoordigd door A. van Herwijnen en ir. T. van Dorp, en de raad, vertegenwoordigd door ing. F. Bergevoet, werkzaam bij de gemeente, bijgestaan door ing. R. Louwes, zijn verschenen. Overwegingen 1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep van [appellant sub 1] 2. Het beroep van [appellant sub 1} is gericht tegen het plandeel met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" en de aanduidingen "bedrijfswoning" eri "recreatiewoning" voor het perceel [locatie]. Hij voert aan dat de raad ten onrechte zijn woning op deze gronden heeft bestemd als bedrijfswoning bij het hiernaast gelegen recreatieterrein Villapark Hermitage. Hij http:Z7www.raadvanstate^ 8-5-2014 Uitspraak 2O1305O08/1/R3 | Raad van State pagina 2 van 6 stelt dat hij in het verleden het beheer heeft gevoerd over het Villapark Hermitage aan de Posthoomseweg. De recreatiewoningen op het terrein worden nu alle gebruikt voor permanente bewoning en de bewoners laten hem geen beheer- en onderhoudstaken meer verrichten. Daarbij komt volgens hem dat het gemeentebestuur gedoogverklaringen heeft verstrekt voor het permanent bewonen van recreatiewoningen op het terrein. Omdat de bewoners van het terrein nu zelf voorzien in het beheer en onderhoud ligt het voor de hand om aan de woning op het perceel [locatie] een woonbestemming toe te kennen, aldus [appellant sub 1]. 2.1. De raad stelt dat verscheidene recreatiewoningen op het terrein nu weliswaar permanent worden bewoond op basis van een gedoogverklaring, maar dat het gemeentelijke beleid erop gericht is om de recreatieve functie van het gebied te behouden en te versterken. Met het oog hierop blijft het gebruik van de woning van [appellant sub 1] als bedrijfswoning mogelijk en zelfs noodzakelijk, aldus de raad. 2.2. Ingevolge artikel 4, lid 4 . 1 , van de planregels zijn de voor "Recreatie - Verblijfsrecreatie" aangewezen gronden bestemd voor: a. verblijfsrecreatie; [-.]; c. ter plaatse van de aanduiding "recreatiewoning": voor verblijfsrecreatie in een recreatiewoning; d. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning": tevens voor een bedrijfswoning; [-]. Ingevolge lid 4.4, onder 4.4.2, sub b, bedraagt het maximale aantal recreatiewoningen ten hoogste het met de aanduiding "maximum aantal recreatiewoningen" aangegeven aantal. 2.3. De woning op het perceel [locatie] maakt deel uit van het Villapark Hermitage. De raad heeft aan de gronden op dit terrein de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" toegekend. Aan het perceel waarop de woning van [appellant sub 1] staat zijn tevens de aanduidingen "bedrijfswoning" en "recreatiewoning" toegekend. Blijkens de verbeelding bedraagt het maximum aantal recreatiewoningen binnen het bouwvlak waarin de woning van [appellant sub 1] staat 26. Vast staat dat [appellant sub 1] in het verleden heeft gefungeerd als beheerder van het recreatieterrein, [appellant sub 1] heeft gesteld dat hij al ongeveer vijftien jaar geen behėerderstaken meer verricht en dat het onderhoud van het terrein nu in handen is van de bewoners van de recreatiewoningen op dit terrein. Eerst ter zitting is van de zijde van de raad gesteld dat [appellant sub 1] nog wel enige beheerderstaken verricht, doch uit de stukken is niet gebleken dat de raad daar bij de vaststelling van het plan vanuit is gegaan. Daarnaast heeft de raad niet aannemelijk gemaakt dat binnen de planperiode het beheer en onderhoud van het terrein opnieuw in handen zal worden gegeven van een professionele beheerder en het om die reden noodzakelijk is om de woning van [appellant sub 1] aan te houden als bedrijfswoning. Voorts is niet gebleken dat de raad heeft bezien of het, in aanmerking genomen dat een beheerderswoníng permanent wordt bewoond, mogelijk is om aan dit perceel een woonbestemming toe te kennen en het gebruik als burgerwoning toe te staan of een andere regeling in het plan te treffen. Gelet op het vorenstaande heeft de raad het besluit wat dit perceel betreft onzorgvuldig voorbereid. 2.4. In hetgeen [appellant sub 1] heeft aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit, voorzover het betreft de vaststelling van het plandeel met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" en de aanduidingen "bedrijfswoning" en "recreatiewoning" voor het perceel [locatie], is genomen in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Het beroep is gegrond, zodat het bestreden besluit in zoverre dient te worden vernietigd. De Afdeling ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb de raad op te dragen om voor het vernietigde planonderdeel met inachtneming van deze uitspraak een http:ZZwww.raadvanstate.nV^ 8-5-2014 Uitspraak 2013050O8/1/R3 | Raad van State pagina 3 van 6 nieuw plan vast te stellen en zal daartoe een termijn stellen. Het door de raad te nemen nieuwe besluit behoeft niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Awb te worden voorbereid. Het beroep van Residentie Sparrenburg en Villapark Hermitage 3. Het beroep van Residentie Sparrenburg en Villapark Hermitage heeft betrekking op de plandelen met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" op de gronden van Residentie Sparrenburg aan de Oirschotsebaan 13 en Villapark Hermitage aan de Pośthoornseweg 5. Zij stellen dat het plan ten onrechte geen permanente bewoning toestaat op deze terreinen. Het college heeft volgens hen bewust verkeerde informatie verstrekt aan de raad over de recreatieparken. Zo staat in de beschrijving van Residentie Sparrenburg in de Kadernota Oisterwijk Verblijfsrecreatieterreinen (hierna: de Kadernota) dat volgens het toen geldende bestemmingsplan 46 stacaravans zijn toegestaan, terwijl hier feítelijk al sinds 1992 ëń in overeenstemming met het Bouwbesluit 35 stenen bungalows staan. Verder betogen zij dat de raad bij het besluit om geen permanente bewoning toe te staan ten onrechte voorbij is gegaan aan een initiatiefvoorstel van de WD-fractie, een quick-scan van het onderzoeksbureau Oranjewoud en de brief van dit onderzoeksbureau van 2 maart 2011. Uit deze documenten volgt dat permanent wonen op deze parken een goede mogelijkheid vormt. Voorts betwisten Residentie Sparrenburg en Villapark Hermitage dat permanente bewoning volgens het provinciale beleid niet mogelijk is, nu het provinciale bestuur elders in Noord-Brabant wel permanente bewoning van recreatiewoningen heeft toegestaan. Verder betogen R esidentie Sparrenburg en Villapark Hermitage dat aan twee percelen nabij het terrein van Residentie Sparrenburg wel een woonbestemming is toegekend, zodat het plan is vastgesteld in strijd met het gelijkheidsbeginsel. 3.1. De raad neemt in overeenstemming met de uitgangspunten van de Kademota het standpunt in dat permanente bewoning op recreatieterreinen onwenselijk is. Verder zijn volgens hem, anders dan Residentie Sparrenburg en Villapark Hermitage stellen, het initiatiefvoorstel van de W D , de quick-scan en de daarop volgende brief van het onderzoeksbureau Oranjewoud meegenomen bij de behandeling van het verzoek om permanente bewoning toe te staan, maar hebben deze niet geleid tot een ander besluit. Voorts merkt de raad op dat weliswaar in de Kadernota staat dat het terrein van R esidentie Sparrenburg bestemd is voor 46 stacaravans, maar dat ín de plantoeiichting is opgenomen dat in de feitelijk bestaande situatie recreatiewoningen op dit terrein staan. 3.2. Niet in geschil is dat verscheidene woningen op de terreinen van Residentie Sparrenburg en Villapark Hermitage permanent worden bewoond, terwijl op grond van vorige bestemmingsplannen alleen het gebruik als recreatiewoning was toegestaan en permanente bewoning hiervan niet was toegestaan, ook niet op grond van het in die plannen opgenomen overgangsrecht. Bij de keuze om permanente bewoning van recreatiewoningen niet toe te staan in het plan heeft de raad aangesloten bij de uitgangspunten van de Kadernota. De Kadernota vermeldt dat om verschillende redenen permanente bewoning op de verblijfsterreinen in Oisterwijk niet kan worden toegestaan. Zo maken deze terreinen geen deel uit van een regulier woongebied nabij het bestaand stedelijk gebied. Bovendien zijn de verblijfsterreinen volgens de Kadernota gelegen in waardevolle en kwetsbare gebieden. Tegenover de Kadernota stellen R esidentie Sparrenburg en Villapark Hermitage de quick-scan "Haalbaarheidsonderzoek Dubbelbesteŕnming Villapark Hermitage en Residentie Sparrenburg" van 22 november 2010 van het onderzoeksbureau Oranjewoud. De quick-scan vermeldt onder andere dat de terreinen Villapark Hermitage en Residentie Sparrenburg al jarenlang worden gebruikt voor permanente bewoning eń dat de woningen op deze terreinen hiermee ook niet meer kunnen worden benut voor recreatieve doeleinden. Verder staat in de quick-scan dat deze woningen in bouwkundig opzicht hoogst waarschijnlijk voldoen aan het Bouwbesluit 2003 en dat het toestaan van permanente bewoning voor het overige niet hoeft te leiden tot ingrijpende veranderingen in. de infrastructuur. Het toestaan van permanente bewoning zal volgens de quick-scan daarom niet hoeven te leiden tot ingrijpende wijzigingen op deze terreinen. Voorts wordt in de quick-scan opgemerkt dat deze terreinen zijn gelegen buiten de ecologische hoofdstructuur (hierna: EHS) en buiten de Natura 2000-gebieden. Uit de nota van zienswijzen en het verweerschrift volgt dat de raad kennis heeft genomen van de quick-scan en de brief van het onderzoeksbureau Oranjewoud van 2 maart 2011. Daarnaast heeft de raad kennis genomen van de raadsinformatîebrîef "R eactie college op voorstel tot http:77www.raadvanstate.riyiiitsprakenZzoeken-in-uitsprak^ 8-5-2014 Uitspraak 201305008/1/R3 ļ Raad van State pagina 4 van 6 aanvulling Kadernota Verblijfsrecreatieterreinen betreffende toekenning dubbelbestemming" van 1 februari 20.11. Deze vormt een reactie op de overgelegde quick-scan en een initiatiefvoorstel van de WD-fractie binnen de raad om de Kadernota aan te vullen om te komen tot beleid dat ruimte biedt voor permanente bewoning op recreatieterreinen. De brief vermeldt dat permanente bewoning op de verblijfsrecreatieterreinen illegaal plaatsvindt. Deze woningen kunnen daarom volgens de raadsinformatiebrief in beginsel nog steeds worden gebruikt voor verblijfsrecreatie. Daarnaast wordt het standpunt uit de quick-scan betwist dat het toestaan van permanente bewoning op voornoemde terreinen niet hoeft te leiden tot precedentwerking voor andere verblijfsterreinen in de gemeente. Daarbij is vän belang dat het beleid van het gemeentebestuur juist erop gericht is om de verblijfsrecreatieve voorzieningen te handhaven en te verbeteren. De Afdeling acht dit uitgangspunt niet onredelijk. Verder liggen de desbetreffende verblijfsterreinen binnen Oisterwijk weliswaar niet binnen de EHS, maar maken deze volgens de raad deel uit van een kwetsbaar gebied, nu de verblijfsterreinen zijn omringd door de EHS. Gelet op het vorenstaande heeft de raad, met het oog op het behoud van verblijfsrecreatieterreinen binnen de gemeente en de ligging van de terreinen R esidentie Sparrenburg en Villapark Hermitage ten opzichte van de EHS, het besluit om op deze terreinen geen permanente bewoning toe te staan afdoende gemotiveerd. Voor de omstandigheid dat op recreatieterreinen elders in Noord-Brabant permanente bewoning zou worden toegestaan, geldt dat het de raad vrij stond om voor de terreinen in Oisterwijk een eigen afweging te maken. Het betoog faalt. 3.3. Over de beroepsgrond van Residentie Sparrenburg en Villapark Hermitage dat in de Kademota ten onrechte wordt vermeld dat op grond van het toen geldende bestemmingsplan 46 stacaravans zijn toegestaan, overweegt de Afdeling dat in de plantoelichting staat dat op de Residentie Sparrenburg feitelijk 35 recreatiewoningen staan. Boyendien maken de Kademota en de plantoelichting geen deel uit van het bestreden besluit, zodat hieraan geen bindende betekenis toekomt. Het betoog faalt. 3.4. Over de door R esidentie Sparrenburg en Villapark Hermitage gemaakte vergelijking met de percelen aan de Oirschotsebaan waaraan wel een woonbestemming is toegekend, overweegt de Afdeling dat deze situatie verschilt van de recreatieterreinen als opgenomen in het plan, omdat deze woonbestemmingen geruime tijd geleden werden toegekend, nog voordat de raad zijn herziene beleid voor recreatieterreinen als opgenomen in de Kadernota had vastgesteld. In hetgeen R esidentie Sparrenburg en Villapark Hermitage hebben aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden. Het betoog faalt. 3.5. Gelet op het vorenstaande is het beroep van Residentie Sparrenburg en Villapark Hermitage ongegrond. Het beroep van De Witte Molen 4. Het beroep van De Witte Molen heeft betrekking op de Groenstrook Hermitage met de bestemming "R ecreatie - Verblijfsrecreatie", kadastraal bekend gemeente Oisterwijk, sectie G, nr. 2200. De Witte Molen voert aan dat op dit perceel ten onrechte alleen maar kleinere recreatieverblijven zijn toegestaan zonder de mogelijkheid om groepsverblijven te realiseren met een groter bouwvolume. Zij stelt hierbij dat overeenkomsten zullen worden gesloten met een professionele beheerder over de exploitatie hiervan. Daarnaast kan volgens haar worden voldaan aan de door de raad gestelde eisen ten aanzien van kwaliteitsverbetering op deze gronden. 4 . 1 . De raad stelt zich op het standpunt dat de door De Witte Molen beoogde herontwikkeling van deze strook grond en het hierbij ingediende herontwikkelingsplan niet voldoen aan alle in 2010 door het college geformuleerde uitgangspunten. Hoewel het ontwikkelingsplan volgens de raad goede uitgangspunten biedt voor een verdere ontwikkeling van deze gronden is hierover nog verder overleg noodzakelijk. Daarnaast stelt de raad dat nog onvoldoende is aangetoond hoe de bedrijfsmatige exploitatie van het perceel zal verlopen. Verder merkt de raad op dat in de planregels wijzigingsbevoegdheden zijn opgenomen die voorzien in een vergroting van de maximale oppervlakte van bouwwerken op dit perceel. http :ZZwww.raadvanstate.n]7uitspi^ ... 8-5-2014 Uitspraak 201305008/1/R3 | Raad van State pagina 5 van 6 4.2. Uit de nota van zienswijzen volgt dat de raad in beginsel positief staat tegenover de beoogde herontwikkeling van deze strook grond. Het gemeentebestuur heeft voor deze beoogde ontwikkeling een aantal uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten zien onder andere op het aantal recreatieverblijven en de omvang ervan. De raad heeft onweersproken gesteld dat het door De Witte M olen ingediende herontwikkelingsplan níet voldoet aan alle door het college geformuleerde uitgangspunten. De raad acht gelet hierop verder overleg noodzakelijk, onder andere over de omvang van de recreatieverblijven. Verder heeft De Witte M olen niet uiteengezet hoe de bedrijfsmatige exploitatie van het terrein, die volgens de raad noodzakelijk is om permanente bewoning tegen te gaan, vorm zal worden gegeven. Gelet op het vorenstaande heeft de raad in redelijkheid ervan kunnen afzien om op de strook grond bij recht recreatieverblijven met een grotere omvang mogelijk te maken. Overigens bevat artikel 4, lid 4.7, onder 4.7.1, van de planregels wijzigingsbevoegdheden op ', grond waarvan de beoogde ontwikkeling van recreatieverblijven met een groter bouwvolume in de toekomst alsnog door middel van een wijzigingsplan mogelijk kan worden gemaakt. Het betoog faalt. 4.3. Gelet op het vorenstaande is het beroep van De Witte M olen ongegrond. Proceskosten 5. De raad dient ten aanzien van [appellant sub 1] op na tê melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Ten aanzien van Residentie Sparrenburg en Villapark Hermitage en De Witte M olen bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. verklaart het beroep van [appellant sub 1] gegrond; I I . vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Oisterwijk van 28 maart 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Verblijfsrecreatieterreinen", voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" en de aanduidingen "bedrijfswoning" en "recreatiewoning" voor het perceel [locatie]; I I I . draagt de raad van de gemeente Oisterwijk op om binnen 26 weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen; IV. verklaart het beroep van de coöperatie Coöperatieve Vereniging "Residentie Sparrenburg" U.A. en de vereniging Vereniging van Eigenaren Villapark Hermitage en het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid M aatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen " De Witte M olen" B.V. ongegrond; V. veroordeelt de raad van de gemeente Oisterwijk tot vergoeding van bij [appellant sub 1] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van C 487,00 (zegge: vierhonderdzevenentachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; VI. gelast dat de raad van de gemeente Oisterwijk aan [appellant sub 1] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van C" 160,00 (zegge: honderdzestĩg euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. 3.C. Kranenburg, voorzitter, en mr. F.C.M.Â. M ichieìs en mr. D.J.C. van den Broek, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van staat. w.g. Kranenburg w.g. Kegge voorzitter ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 7 mei 2014 288-656. http:ZZvww.raadvansMe.nlM^ 8-5-2014 Technische vragen bij raadsvoorstel 14/72: Bestemmingplan verblijfsrecreatieterreinen PGB Hoe lang wordt de bedrijfswoning aan de Posthoornseweg 5 al regulier bewoont? Het is niet helemaal duidelijk wat met regulier wordt bedoeld. De betreffende woning had in het verleden een functie als dienstwoning. In 1995 is bouwvergunning verleend voor het Villapark de Hermitage. Deze bebouwing kwam in plaats van een ander recreatiepark. Bij het villapark de Hermitage is de grond verkocht. Er zijn geen centrale voorzieningen bij dit park aanwezig. De noodzaak van een dienstwoning werd hierdoor minder. Volgens de eigenaar, de heer Van Vliet, voert hij circa 15 j a a r geen beheerders werkzaamheden meer uit. Į Vergadering GEMEENTERAAD d.d. 2 5 SEP 2014 Agendapunt: \0
© Copyright 2024 ExpyDoc