Week van de prothese

Week van de prothese
Prothesechirurgie anno 2014
Waarom falen heupprothesen?
Dr. Hans Casteur
Imeldaziekenhuis
Bonheiden
Inleiding
• THP = succesverhaal
• 10-jaarsoverleving >95%
• Meer revisies te verwachten
• Hoger activiteitsniveau
• Ingrepen bij jongere patiënten
• Hogere levensverwachting
Evolutie Heupprothesen
Begin 20e eeuw gebruik van
biologische en anorganische
materialen als interpositie in
de heup (glas, pyrex, bakeliet,
goudlaagje……)
Evolutie in Heupprothesen
1960 -’70 Sir John Charnley
– Low friction torque artroplasty
– Polyethyleen als cup
– Poly-methyl-methacrylaat als
fixatie
– Bewust van infectierisico bij
prothesen
Evolutie Gecementeerd
Ongecementeerd
Vereisten:
• Peroperatoir
mechanische stabiliteit
vnl rotatoir
• Zeer nauw contact tussen
bot en porous coating
• Titanium component
eventueel met hydroxyapatiet bedekt
Evolutie Gewrichtskoppels
Heupregisters
• Scandinavische landen
zijn de voorlopers
• Sinds 2009 in België
(Orthopride)
– 1/6 ziekenhuizen in 2012
– Terugbetaling gekoppeld
aan registratie
Belgisch heupregister
Reden voor revisie
• 1 Aseptische loslating
• 2 Instabiliteit
• 3 Infectie
Timing van falen
• Vroegtijdig (< 5jaar)
– Instabiliteit
– Infectie
• Laattijdig (>5 jaar)
– Aseptische loslating
1/ Aseptische loslating en osteolyse
= Falen van de bearing surfaces
• In de jaren ‘70: 30-40% loslating over 10 jaar
• Momenteel: 3% femorale componenten en
10% van de acetabulaire
componenten na 10-15 jaar
Symptomen van aseptische loslating
PIJN
 Zeker indien voorheen pijnvrij
 Verergerd door belasting
 In de lies/dij
 Vaker bij een losgekomen femorale
component
 + Teken van Trendelenburg
Radiografische tekens bij loosening
VERANDERING VAN POSITIE VAN DE COMPONENT
bij opeenvolgende follow-ups
Radiografische tekens bij loosening
DEMARCATIELIJN
(> 2mm over ganse interface)
= radiolucente lijn omgeven door een radiodense lijn
van sclerose
• Acetabulum: cement-bot interface
• Steel: Cement-metaal interface en krak in de
cementmantel
Mechanisme van loslating
Mechanische oorzaken
• Te verticale cup
Mechanisme van loslating
Mechanische oorzaken
• Impingement van de
femurhals op de cup
Mechanisme van loslating
Biologische oorzaken
•
Alle gebruikte materialen geven
aanleiding tot debrisvorming
•
Deze partikels worden opgenomen
door macrofagen
•
Dit veroorzaakt een inflammatoire
reactie met activering van
osteoclasten en fibroblasten
Mechanisme van loslating
Zoektocht naar harde, slijtvaste bearings
2/ Instabiliteit
• 2e Frekwentste complicatie na aseptische
loslating
• Incidentie van <1% - 10%, meestal 2-5%
• Grotere incidentie na revisiechirurgie
Mechanisme van instabiliteit
• Posterieur (– Anterieur – Superieur)
– In functie van de gebruikte approach
Timing van instabiliteit
• 60-70% gebeurt vroegtijdig (4-6 weken)
• Luxaties na 6 weken hebben grotere kans op
herluxatie (40% tov 20% bij vroegtijdige luxaties)
Risicofactoren van instabiliteit
Preoperatieve factoren
• Voorafgaande chirurgie
– Heupfractuur
•
•
•
•
•
Man/vrouw 2/1
Mentale toestand
Neuromusculair
Alcohol
Hogere leeftijd
Risicofactoren instabiliteit
Perioperatieve factoren
• Intra-operatieve positionering
van de patiënt (mobile pelvis)
• Afwijken van de ideale
cuppositie
Risicofactoren van instabiliteit
Perioperatieve factoren
• Type approach
– Posterieur 5,8%
– Anterieur 2,3%
– Lateraal 3,1%
• Bewaren en sluiten van
kapsel
Risicofactoren instabiliteit
Postoperatieve factoren
Non-compliance van de
patiënt
3/ Infectie
• = Nefaste complicatie die resulteert in
majeure morbiditeit voor de patiënt
• Incidentie: 0,2-1%
• Aanvankelijk 9%
Gedaald door :
- AB-prophylaxie
- Patiëntscreening op infectie elders (urine,..)
- Aanpassingen in operatiezaal (cleanair, ..)
Infectie
Patiënt factoren
 Oudere patiënten
 Patiënten met verminderde weerstand
 Obesitas
 Chronische aandoeningen
 Diabetes (6% infectie)
 RA (tevens vaak corticoïddependent)
 Chronische nierinsufficiëntie (vnl onder nierdialyse)
 Malnutritie (30% van de patiënten)
 ((1,2xserumalbumine)+(0,0013xserumtransferrin)) - 6,43 <of = 0
 Vroegere infectie van de heup
 Infectievrijepeiode van 10 jaar vereist
•
Infectie
Microbiologie
• !!! Gram + coccen (63%)
– Staph. Aureus
– Staph. Epidermidis
• Gram – (20%)
– E. Coli
– Proteus
• Anaeroben (4.5%)
Infectie
Microbiologie
• Infectie door direct contact in de wonde (huid, OK zaal,
personeel
• Infectie door hematogene spreiding
• Race voor de kolonisatie van het oppervlak van het
biomateriaal (prothese)
• Bacteriën hebben een voorkeur
• Staph. Aureus -> metaal
• Staph. Epidermidis -> polyethyleen en cement
• Productie van biofilm
Infectie
Classificatie
• Stage I Acute postoperatieve fase
• Persisterende drainage (sereus of etter)
• Soms koorts
• Rood, gezwollen
• Stage II
6 à 24 maanden postoperatief
• Pijn na een aanvankelijke pijnvrije episode
» dd aseptische loslating
• Stage III
Vanaf 2 jaar postoperatief
• Na andere chirurgische procedures ( infectie, tandcorrectie,..)
Infectie
Diagnose
• Stadium I : weinig problemen
• Stadium II : dd met aseptische loslating
– Labo:
•
•
•
•
Leucocytosis NIET betrouwbaar
Sedimentatie : 83% sensitiviteit, geen 100 % specitiviteit
CRP : Is 3 weken na primaire ingreep terug genormaliseerd
Best combinatie van sedimentatie en CRP
– Radiografie: !! PERIOSTALE REACTIE = infectie
Infectie
Diagnose
– Aspiratie: (bij
CRP of sedimentatie)
• Microscopie:
–
–
–
–
WBC > 25000
>25% polymorphonucleairen
Lage glucose
Hoge proteïnen
• Kulturen: eventuele AB 1 week op voorhand te stoppen
– Weefselbioptie: Peroperatief vanuit membraan achter losse
componenten
– Ultrasonicatie van de verwijderde prothese
Take Home message
• 3 Belangrijke redenen voor falen THP
– 2 Vroegtijdige: Instabiliteit en Infectie
– 1 Laattijdige: Aseptische loslating ( de
belangrijkste)
• Oorzaak van aseptische loslating is DEBRIS
===> Zoektocht naar harde bearings met weinig
debrisvorming