Notulen fysieke overlegtafel bestuurlijke aanbesteding A2-gemeenten Datum: 27 juni 2014 Tijd: 09:00 – 12:00 Plaats: Jan Deckersstraat 2 te Heeze-Leende Aanwezig: Anne Rademakers Gemeente Heeze-Leende Piet Schrijver Gemeente Cranendonck Ilse Vos Gemeente Valkenswaard Judith Baken Gemeente Valkenswaard John Atgier Bizob Theo Dekkers Wmo-raad Heeze-Leende Etienne Wetzer Valkenhof Maryanne Schlösser Valkenhof Piet van Ekert Zorgcoöperatie Brabant Robert Tops Paladijn Pieter Kusters Stichting Zorgboeren Zuid Susanne van Erp Zuidzorg Annelies van den Boogaart MEE Zuidoost Brabant Peter Moors Lumens Robert Slaghuis Lunetzorg Jeroen van Heel GGzE Henk van Gemert SWZ Zorg Riet van den Broek Land van Horne 1. Opening Anne Rademakers opent de vergadering en heet iedereen welkom. 2. Mededelingen Annelies van den Boogaart vertelt dat er voor 2015 afspraken zijn gemaakt over cliëntondersteuning met MEE en alle 21 gemeenten uit de regio. Het was een intensief traject. MEE wordt voor 2015 14% gekort op het budget. Er wordt nu goed bekeken wat lokaal en wat regionaal of subregionaal moet. Verder zijn de conceptversies van het Wmo-beleidsplan en de verordening inmiddels terinzage gelegd. Deze zijn te vinden op de gemeentelijke websites, maar worden ook op de A2-pagina op de Bizob-website geplaatst. 3. Vaststellen notulen 6 juni 2014 De notulen van 6 juni worden ongewijzigd vastgesteld. 4. Bespreken en bediscussiëren concept deelovereenkomst Artikel 7 Tarieven wordt besproken. John Atgier geeft een toelichting op de wijze waarop de tarieven in de conceptovereenkomst tot stand zijn gekomen. Op basis van het onderzoek van KPMG zijn drie tarieven berekend. Vervolgens is op basis van de NZA-codes een onderverdeling gemaakt waarbij er een A, B en C tarief wordt onderscheiden. Deze tarieven zijn gebaseerd op de huidige tarieven van individuele begeleiding, dagbesteding en meer specialistische begeleiding. Daarbij is er in uitzonderingssituaties ook een D tarief, op basis van offerte, mogelijk. Tijdens de discussie ontstaat er verwarring over de manier waarop de tarieven in de concept-overeenkomst staan. Zoals het nu in de overeenkomst staat, lijkt het alsof er per uur of per dagdeel wordt afgerekend. De gemeenten willen echter toe naar een tarief per 4 weken. De genoemde tarieven zijn echter een tussenstap. Er moet eerst in kaart worden gebracht wat het gewogen gemiddelde van het aantal dagdelen per NZA-categorie is. Op basis daarvan kan een tarief per 4 weken worden berekend. Doordat gemeenten ervoor kiezen om ten opzichte van de huidige situatie, minder eisen in het contract te stellen, en er een 4-wekelijks tarief wordt gehanteerd, krijgen aanbieders de ruimte om hier flexibel mee om te gaan. Er worden een aantal opmerkingen over de tariefstelling gemaakt. In de managementsamenvatting van het KPMG-rapport wordt geschreven dat er wordt uitgegaan van de direct cliëntgeboden tijd (face-to-face). Terwijl er meer componenten in een prijs zijn inbegrepen. In de bijlage wordt echter wel gesproken over verschillende kostenparameters (o.a. overheadkosten, opleiding, ziekteverzuim enz.). Dit is een aandachtspunt. Verder valt op dat er in het onderzoek van KPMG weinig GGZ-instellingen (1 of 2) zijn meegenomen. Terwijl dat vaak instellingen zijn met hogere tarieven i.v.m. complexe problematiek bij de cliënt. Dit levert een vertekend beeld op. Omdat de gemeenten meer input nodig hebben om te komen tot een nieuw tarief, wordt aan de aanbieders gevraagd inzicht te geven in de opbouw van hun kostprijs. Dit wordt door de gemeenten vertrouwelijk behandeld en niet gedeeld met derden. Het dient enkel om inzicht te krijgen in de manier waarop tarieven tot stand komen. Aanbieders hebben hier moeite mee. De meesten gaan wel akkoord met een tariefsvoorstel. Dat is voor de gemeenten echter onvoldoende om nieuwe tarieven te berekenen. Na wat discussie wordt het volgende aan de aanbieders uitgevraagd: per NZA-code, het aantal cliënten, onderverdeeld per urenklasse op 1 juni. Het betreft het geïndiceerde volume en de gegevens dienen per gemeente te worden aangeleverd. De gegevens dienen uiterlijk vrijdag 4 juli bij Bizob binnen te zijn. Aanlevering kan per mail op: [email protected]. Tijdens de discussie wordt nogmaals aandacht gevraagd voor de manier waarop de veranderingen worden doorgevoerd. Organisaties zijn op dit moment nog niet op dergelijke grote veranderingen ingericht. Zorgaanbieders hebben personeel in dienst, waarvoor in de nieuwe situatie misschien geen plek meer is. Dit kost echter tijd. Dat betekent dat er naar iets toegewerkt moet worden, maar dat het niet allemaal in één keer kan. 5. Toelichting gemeenten en korte discussie toegang Anne Rademakers legt uit dat gemeenten bezig zijn met het inrichten van de toegang en het sociaal team. Hiervoor zijn twee bijeenkomsten georganiseerd. De gemeenten hebben de betreffende organisaties hiervoor een uitnodiging gestuurd. De gemeenten geven aan dat zij met betrekking tot toegang wel een soort indicatieprotocol/leidraad nodig hebben. De gemeenten willen hierin graag samen met zorgaanbieders optrekken. De deelnemers van de overlegtafel geven aan hier graag over mee te willen denken. Er wordt afgesproken dat de gemeenten hier samen met een kleinere werkgroep mee aan de slag gaan. De gemeenten nodigen op korte termijn een aantal personen uit om een stuk voor te bereiden wat vervolgens aan de fysieke overlegtafel wordt besproken. 6. Kortdurend verblijf, persoonlijke verzorging en vervoer Gemeenten zijn straks voor een klein deel van persoonlijke verzorging (5%) verantwoordelijk. Het gaat dan om de begeleiding van de persoonlijke verzorging. Er wordt gesproken over hoe dat er in de praktijk precies uitziet. Vervolgens wordt geconcludeerd dat deze variant van persoonlijke verzorging erg veel samenhangt met begeleiding zoals dat nu wordt ingekocht. De begeleiding van de persoonlijke verzorging valt daarom straks onder ‘begeleiding’ en wordt als zodanig meegenomen in het inkooptraject. Ook kortdurend verblijf is een product waarvoor gemeenten straks verantwoordelijk zijn. Zij willen de manier waarop dit ingericht moet worden graag aan de overlegtafel bespreken. Uit het onderzoek dat binnen de A2gemeenten is uitgevoerd door twee studenten van de Avans Hogeschool, komt naar voren dat gemeenten op zoek moeten gaan naar alternatieve manieren van kortdurend verblijf. Bijvoorbeeld door meer met vrijwilligers te werken. MEE noemt het voorbeeld van een logeerhuis dat op vrijwilligers draait. Tijdens de discussie wordt gesproken over een basisvoorziening voor kortdurend verblijf. Als mensen meer luxe willen, zouden ze dat zelf bij kunnen betalen. Verder worden ook de mogelijkheden voor tariefsbepaling besproken. Een mogelijkheid is om een x aantal keer het tarief voor begeleiding te hanteren. Er wordt afgesproken dat de werkgroep indicatieprotocol ook aan de slag gaat met kortdurend verblijf. Vervoer: het uitgangspunt van gemeenten is dat het bedrag dat aanbieders per cliënt krijgen, all-in is. Dat betekent dus inclusief vervoer. Aanbieders geven aan dat vervoer een erg duur product is. Er wordt voorgesteld om het vervoer van cliënten onder te brengen bij het CVV-vervoer. Het CVV-vervoer is echter een dure voorziening en het is de vraag of dat een goede oplossing is. Overigens is het wel de bedoeling dat cliënten (net zoals nu het geval is) een aparte indicatie voor vervoer krijgen. Theo Dekkers geeft aan dat de Wmo-raad Heeze-Leende bezig is de mogelijkheden van een vrijwillige vervoersvoorziening tussen de A2-gemeenten te onderzoeken. Hierin zou mogelijk ook het dagbestedingsvervoer kunnen worden meegenomen. 7. Overgangsjaar Piet Schrijver legt uit dat de A2-gemeenten nog niet precies weten hoe het overgangsjaar wordt ingericht. De optie die bij De Kempen/BOV-gemeenten speelt, wordt ook in de A2-gemeenten overwogen. Dit betekent dat er een overgangscontract wordt gesloten waarbij de zorg voor cliënten wordt gecontinueerd met daarbij een procentuele korting. De A2-gemeenten hebben echter ook de pilot ondersteuningsarrangementen uitgevoerd. De vraag is nu op welke manier hier vervolg aan wordt gegeven. In juli wordt een voorstel voor het overgangsjaar aan de regie- en stuurgroep 3D’s voorgelegd. De uitkomst hiervan wordt zo snel mogelijk gecommuniceerd. Het zou kunnen zijn dat de A2gemeenten uiteindelijk aansluiten bij de afspraken die in De Kempen/BOVgemeenten worden gemaakt. 8. Wat verder ter tafel komt De overige artikelen uit de overeenkomst zijn niet besproken. Er wordt afgesproken dat iedereen zijn/haar opmerkingen per mail kenbaar maakt. Dit vergemakkelijkt de discussie bij een volgend overleg. Er wordt gevraagd of er, naast de fysieke overlegtafel, veel (digitale) respons komt van andere aanbieders. Af en toe ontvangt Bizob input van de overige aanbieders. Het heeft dan vooral betrekking op de manier waarop de zorg slimmer ingericht kan worden. 9. Sluiting Anne Rademakers dankt iedereen voor zijn/haar inbreng en sluit de bijeenkomst.
© Copyright 2024 ExpyDoc