Verkeersovertreding met een staartje

Donderdag 11 september 2014
www.limburger.nl
achtergrond
A9
GO-A08R
RECONSTRUCTIE
Verkeersovertreding met een staartje
Wie het gedrag van de Roermondse wethouder Jos
van Rey ter discussie stelde, kon rekenen op een
tegenaanval. Dat was ook het geval in 2008, toen toenmalig politiechef Bryan Rookhuijzen Van Rey onheus
gedrag jegens zijn agenten verweet. Een reconstructie
van een verkeersovertreding met een staartje.
door Hans Goossen en Theo Sniekers
W
Bryan Rookhuijzen
Bryan Rookhuijzen was ruim
acht jaar lang
chef van het politiekorps Limburg Noord. Hij
begon in oktober 2004 in Venlo en zag per 1 januari zijn baan
verdwijnen
door de samenvoeging van Limburg Noord en Zuid
tot één Limburgs politiekorps onder
leiding van zijn zuidelijke collega
Gery Veldhuis. Rookhuijzen is nog
steeds in dienst bij de politie. Als
hoofdcommissaris van de Nationale
Politie heeft hij geen vastomschreven
functie, maar wordt hij vooral projectmatig ingezet.
Rookhuijzen heeft er in zijn laatste jaren bij Limburg Noord geen geheim
van gemaakt ook open te staan voor
een baan buiten het politiekorps.
In 2012 was hij een van de gegadigden
voor het burgemeesterschap van Roermond. Op het moment loopt opnieuw een sollicitatieprocedure voor
die functie. Onbekend is of Rookhuijzen een tweede poging waagt.
ethouder Jos van Rey
en zijn boezemvriend
Piet van Pol kunnen terugkijken op een geslaagd tripje als ze op
dinsdagmiddag 10 juni
2008 in de Audi A8 van de projectontwikkelaar richting Roermond suizen. Het Nederlands voetbalelftal heeft daags ervoor in Bern
tijdens het EK in de poule des doods gehakt
gemaakt van Italië (3-0, doelpunten Van Nistelrooij, Sneijder en Van Bronckhorst).
Enig smetje tot dan toe is dat de terugvlucht
van Bern naar Düsseldorf vertraging had en
dat Van Rey en Van Pol daardoor te laat dreigen te komen voor een afspraak. Geen halszaak, op verzoek van beide heren trapt de
chauffeur van die dag, Van Pol junior, het
gaspedaal extra diep in. De binnenstad van
Roermond is al in zicht, als een motoragent
op de Rijksweg N280 opduikt en de Audi
naar een parkeerstrook op de Looskade dirigeert. De lasergun van zijn collega iets verderop heeft een snelheid van 136 kilometer per
uur gemeten – later gecorrigeerd tot 131 kilometer – waar 80 kilometer per uur toegestaan is. Op de Looskade staat een andere collega van de motoragent klaar om de verkeersovertreding af te handelen. Van Pol junior
krijgt een hand, een proces-verbaal én de
boodschap dat hij zijn rijbewijs, dat nog
thuis ligt, moet inleveren omdat hij meer
dan vijftig kilometer te hard heeft gereden.
Aan Van Pol junior hebben de agenten geen
kind, hij werkt keurig mee. Dat geldt tot hun
verbazing niet voor een van de inzittenden,
door de politiemannen onmiddellijk herkend als wethouder Van Rey. Die maakt zijn
ongenoegen over het politieoptreden luidkeels kenbaar door te roepen: ‘Gaan jullie
maar echte boeven vangen en laat ons met
rust.’ De rapen zijn helemaal gaar als Van
Rey ziet hoe een bromfietser een stopteken
negeert en ervandoor gaat. De agenten besluiten de voorkeur te geven aan de afhandeling van wél gestopte overtreders en laten de
bromfietser ongemoeid. Voor Van Rey reden
om opnieuw van zich af te bijten: ‘Kijk, die
echte boeven laten jullie rijden, die vangen
jullie niet, want daar zijn jullie bang voor.
Die durven jullie niet te pakken, maar ons
mensen lastig vallen, dat durven jullie wel.’
De verwijten vallen verkeerd bij de verbalisant, die Van Rey laat weten dat hij dergelijke uitspraken ‘zeer ongepast’ vindt voor een
wethouder die toch ‘aan dezelfde zijde van
de wet’ staat als de politie. De agent wil weten of Van Rey als wethouder Verkeerszaken
in zijn portefeuille heeft, maar krijgt geen
antwoord. ‘Dat zoek ik dan wel op in de gemeentegids’, reageert de politieman, die Van
Rey daarmee prikkelt tot nog een uitbarsting. ‘Je doet maar, voor mijn part bel je
Rookhuijzen (destijds korpschef Limburg
Noord, red.) op, bel hem maar op.’
Ook Van Pol mengt zich in het geschil. Hij
maakt de agenten duidelijk dat ‘zowel hij als
wethouder Van Rey het belachelijk vonden
cartoon Jean Gouders
dat wij op de Rijksweg N280 snelheidscontroles hielden’ en ook dat ‘wethouder Van Rey
dit niet goedkeurde en het hiermee niet eens
was’. In een rapportage aan hun meerderen
schrijven de motoragent en zijn collega dat
ze zich ‘zeer vernederd’ voelden door de ‘arrogante en denigrerende’ wijze waarop Van
Rey hen bejegende. De politiemannen tekenen ook op dat ze ‘dergelijke uitlatingen
nooit van een wethouder’ verwacht hadden.
Als korpschef Bryan Rookhuijzen van Limburg Noord de rapportage van zijn agenten
onder ogen krijgt, klimt hij in de pen. In een
brief aan Van Rey, verzonden naar het stadhuis, wijst Rookhuijzen de VVD’er op het gemeenschappelijk belang van politie en gemeente als het gaat om veiligheid in Roermond. Hij schrijft met verbazing kennis te
hebben genomen van de woorden die Van
Rey zijn manschappen heeft toegebeten. ‘Ik
acht deze uitlatingen een publieke ambtsdrager onwaardig’, stelt de korpschef, die
geen verdere stappen overweegt. ‘Ik ga ervan
uit dat de uitlatingen gezien moeten worden
als een onachtzame reactie die voortvloeit
uit de omstandigheden van dat moment.’
Dan gebeurt er iets opmerkelijks: niet Van
Rey komt in het Roermondse stadhuis on-
der vuur te liggen – hij komt ervan af met
een standje van burgemeester Van Beers –
maar de klagende korpsleider Rookhuijzen.
Van Rey, van wie in het stadhuis bekend is
dat hij geen al te hoge pet op heeft van de politie, is des duivels dat Rookhuijzen hem als
wethouder en niet als privépersoon heeft
aangeschreven. En nog erger: de brief is in afschrift ook verstuurd naar de burgemeester
van Roermond, zijn toenmalige Venlose collega en korpsbeheerder Hubert Bruls én de
hoofdofficier van justitie in Roermond.
Pogingen in der minne te schikken lopen op
niets uit, en in juni 2009, een jaar na de verkeersovertreding, komt het tot een formele
klacht bij de politie Limburg Noord tegen
Rookhuijzen. De klacht is niet ingediend
door Van Rey persoonlijk, maar door het volledig college van B&W. In het klaagschrift
betoogt de advocaat van Roermond onder
meer dat de politiechef ‘onzorgvuldig’ heeft
gehandeld door Van Rey op die manier aan
te spreken op zijn gedrag als burger en ook
derden hierover in kennis te stellen.
Weer een half jaar later, in januari 2010, is de
behandeling voor de klachtencommissie van
het korps, in het Venlose politiebureau. Van
Rey betoogt daar dat hij liever had gezien dat
de korpschef hem persoonlijk had gebeld om
hoor- en wederhoor te plegen. De wethouder had de korpschef dan ook kunnen inlichten over ‘het onprofessioneel gedrag’ van
zijn medewerkers. Door de brief te verspreiden ‘is het voorval onderdeel geworden van
een politiek proces’, stelt Van Rey.
De klacht heeft voor de wethouder niet het
gewenste resultaat. De verkeersovertreding
werd ‘gebagatelliseerd door een persoon die
vanwege zijn functie een bepaalde mate van
aanzien en daarmee invloed geniet’, stelt de
klachtencommissie. Ze acht het ‘geenszins
onbegrijpelijk’ dat Rookhuijzen ‘zijn bezorgdheid uitte jegens de heer Van Rey in diens
hoedanigheid van wethouder en zelfs juist
vanwege het feit dat hij wethouder is’. De
commissie heeft er ook geen moeite mee dat
de korpschef derden als burgemeester, korpsbeheerder en hoofdofficier van justitie op de
hoogte heeft gesteld van ‘ongerijmdheid tussen gedrag van een publiek ambtsdrager
enerzijds en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor beleid anderzijds’. Wel had Rookhuijzen beter voor een formele klacht kunnen kiezen in plaats van voor een algemene
brief zonder details over het gebeurde. Daardoor kunnen de ontvangers zich geen ‘zui-
ver beeld van het voorval’ vormen. Op dat
ene punt acht de commissie de klacht van
Van Rey wél gegrond, maar dat is niet genoeg voor maatregelen tegen de korpschef.
Het hoofdstuk rond het verkeersincident
lijkt daarmee afgesloten, maar het zal een bijzonder postscriptum krijgen als politiechef
Rookhuijzen in 2012 in de race is voor het
burgemeesterschap van Roermond.
Hij wordt het niet, maar dat geldt ook voor
Ricardo Offermanns. Die VVD’er, dan nog
eerste burger van Meerssen, geniet de voorkeur van de raad, wordt ook voorgedragen,
maar belandt uiteindelijk niet in het Roermondse stadhuis maar in de beklaagdenbank van de Rotterdamse rechtbank.
Offermanns wordt in 2013 veroordeeld tot
een taakstraf van 12o uur, omdat hij tijdens
de sollicitatieprocedure gebruik heeft gemaakt van geheime informatie. Die info
werd hem ingefluisterd door partijgenoot
Van Rey, die als adviseur verbonden was aan
de vertrouwenscommissie van de Roermondse gemeenteraad.
Uit de telefoontaps en de stukken in de
zaak-Offermanns valt af te leiden dat Van
Rey de politiechef als een geduchte concurrent ziet. Zo wijst Van Rey Offermanns na-
drukkelijk op het grote belang van veiligheid
als onderwerp tijdens het sollicitatiegesprek,
vooral omdat er kandidaten ‘uit de politiesector’ zijn. Ook vraagt hij zijn partijgenoot,
dan nog voorzitter van VVD Limburg, om
na te gaan of Rookhuijzen ooit lid van de
VVD is geweest.
Rookhuijzen, inmiddels korpschef af, zegt
geen reden te hebben om aan te nemen dat
de aanvaring rond de snelheidsovertreding
zijn kansen op het burgemeesterschap heeft
verkleind. De officier van justitie in de
zaak-Offermanns lijkt daar minder van overtuigd. Zij noemde in haar requisitoir nadrukkelijk het feit dat Rookhuijzen ‘niet bepaald
een vriend van Van Rey is’ en legde daarbij
een link naar het voorval op de Rijksweg
N280.
Wellicht had de tap van het telefoongesprek
dat Van Rey halverwege de sollicitatieprocedure op 20 september 2012 voerde met staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie, meer duidelijkheid kunnen bieden. Onderwerp van dat 1 minuut en 23 seconden durende onderhoud: de kandidatuur van korpschef Rookhuijzen. Naar de inhoud van dat
gesprek blijft het echter gissen. Uitgerekend
op die dag haperde de afluisterapparatuur.
Gang naar rechter
voor inzage stukken
Deze reconstructie is grotendeels gebaseerd op politierapporten, correspondentie over deze kwestie en de
stukken van de klachtencommissie.
Omdat zowel de gemeente Roermond als het korps Limburg Noord
eind 2012 en begin 2013 inzage in de
stukken weigerde, stapte deze krant
naar de rechter.
Ook Jos van Rey verzette zich tegen
openbaarmaking. De rechtbank Limburg bepaalde in juli van dit jaar dat
de krant de stukken alsnog mocht inzien.
Van Rey, die al geruime tijd weigert
met verslaggevers van deze krant te
spreken, is via zijn advocaat Gitte
Stevens om een reactie gevraagd.
Hij weigert elk commentaar.