No. 19, nov. 2014

Z.O.Z
‘Ze zeggen dat ik nooit
meer goed lopen kan’
SAMEN ZORGEN
SNEL OP DE BEEN
BLOEMENRIJK
Samen
Onveranderd
goed
Veel verandert. Ontwikkelingen
in de samenleving en de politiek
vinden hun weerslag in wonen,
zorg en welzijn. Op allerlei
manieren. Wie heeft wat nodig?
Wie betaalt wat? Wat is onmisbaar? En waar valt wat te
halen? Wie beslist? Hoe wonen
we nu en straks? Wie kan op
wie rekenen? En op welk
moment? Hoe gaan we met
elkaar om? Waar geven we speciale aandacht aan? Zijn regels
en protocollen heilig? Hoe
geven we vorm aan de menselijke maat? Deze en tientallen
andere vragen komen op onze
cliënten, medewerkers en maatschappelijke partners af.
Samen geven ze vorm aan de
veranderingen. Want zorgen,
leven en zo gelukkig mogelijk
Veel verandert. Maar de aandacht en betrokkenheid van
onze medewerkers is onverminderd groot. Zij leggen de lat
hoog. Daar ben ik blij mee. Ik
ben ook blij met de waardering
van kwaliteitsbewaker Prezo.
Deze heeft tussentijds de thermometer in de SVRZ-locaties
gestoken. De officiële ronde van
nieuwe keurmerken is pas volgend jaar. Maar stiekem kunnen
we de vlaggen al op de strijkplank leggen. Die gaan dan in
top. Fijn voor SVRZ. Nog fijner
voor onze cliënten.
Gabrielle Davits
bestuurder
Colofon
Uitgave SVRZ
Koudekerkseweg 143
4335 SM Middelburg
T 088 887 1000
F 088 887 1099
E [email protected]
zorgen
zijn, doe je samen. Dat merken
we bij SVRZ, elke dag weer.
Concept en redactie:
Het Kantoor
Ontwerp: subsoda
Fotografie: Chris Pennarts,
Het Kantoor en Mieke Wijnen
Druk: AltijdDrukWerk
2 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Maatje Inghels – De Koeijer
‘Ik ben in de zeventig, maar mijn
lichaam is minstens twintig jaar
ouder. Zonder intensieve hulp
ben ik nergens. Dan was ik verloren.’ Zorgbehoeftig? Het is
Maatje Inghels – De Koeijer niet
aan te zien.
Ze oogt stralend, een beetje als
een deftige dame, op-en-top verzorgd. Altijd. Ze lacht veel en
graag. Dan is een beetje volkse
vrolijkheid te proeven. En ondertussen houdt ze de touwtjes van
haar leven stevig in handen.
Met hulp van SVRZ, dat wél.
De touwtjes in handen
Eigen regie, zo lang als het kan.
Dat is een belangrijke leidraad
in de zorg- en hulpverlening van
SVRZ. Maatje Inghels ervaart
het aan den lijve. Ze overlegt
met teamleider Wilma Scheele
over de inzet van ZorgThuis.
Wat, wanneer, hoe? Wat niet,
omdat ze het niet nodig of zelfs
vervelend vindt. Ze krijgt advies,
maar hakt zelf de knopen door.
Zo hoort het ook, vindt ze.
Samenspraak als basis voor
noodzakelijke zorg.
Motto: samen zorgen
Samen zorgen. De regering toetert het van de daken. Langer
thuis wonen. Hulp dichtbij. Aangepaste huisvesting. Meer zelfredzaamheid. Familie en buren
die permanent in de startblokken staan om zorgtaken te vervullen. Samen zorgen, dát is
pas modern. Helemaal 2015!
De regering benadrukt het keer
op keer. De vele vriendelijk klinkende teksten kunnen maar
moeizaam verhullen dat het om
bezuinigingen gaat. In juni
stuurt de regering een lange
brief aan de Tweede Kamer; 23
pagina’s lang. Daarin staat dat
voor langer zelfstandig wonen
een omslag in het denken en
doen nodig is. Van burgers,
gemeenten, woningcorporaties,
zorgaanbieders, zorgkantoren
en ondernemers. Zelf zegt het
Rijk de woningmarkt op orde te
brengen, de regionale samenwerking te ondersteunen, de
bewustwording te stimuleren en
de ontwikkelingen goed in de
gaten te houden.
Koploper in kleinschaligheid
SVRZ blijkt een vooruitziende
blik te hebben. Ze is al jarenlang een koploper in kleinschalig wonen en onderhoudt goede
contacten met woningcorporaties en gemeenten. Het aan
elkaar koppelen van wonen,
zorg en welzijn is inmiddels een
tweede natuur. Daardoor heeft
SVRZ een onmisbare spilfunctie
in woonzorgcomplexen en zorgservicezones. Aandacht voor
welzijn is ingebakken in elk aanbod of dienst.
Flinke klappen
Voor Maatje Inghels is woonzorgcomplex De Welstede in
Axel sinds vier jaar haar thuis.
Vanuit Enschede is ze naar
Zeeuws-Vlaanderen teruggekeerd om van de oude dag te
genieten. Fijn wonen in een fijn
huis in een fijne omgeving. Maar
zeven jaar geleden gaat het
mis. Een motorongeluk van een
zoon: levensbedreigende coma.
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 3
‘Natuurlijk zit ik wel eens in zak en as.
Maatje huilt, Maatje lacht – zo ben ik.
Maar er is geen reden voor mensen om
me zielig te vinden’
Twee maanden later krijgt ze
zelf een hersenbloeding. Ze
krabbelt op, maar voordat het
zo ver is, maken twee hersenbloedingen een einde aan het
leven van haar man. Die opeenstapeling van klappen, komt ze
maar slecht te boven. Tia’s en
kleine epileptische aanvallen
wakkeren haar afhankelijkheid
aan. Het geheugen begint er de
brui aan te geven. Langzaam
maar zeker. Toch mag het haar
pret niet drukken.
Niet zielig
‘Natuurlijk zit ik wel eens in zak
en as. Maatje huilt, Maatje lacht
– zo ben ik. Maar er is geen
reden voor mensen om me zielig
te vinden. En ik wil ook geen
hulp die ik niet nodig heb, al denken mensen dat misschien. Wat
4 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
dat betreft, kun je beter met een
gipsbeen vol handtekeningen
rond sjokken… Dat ziet er tenminste echt hulpbehoevend uit.’
Reeks ziekten
Ze wordt nooit meer de oude, al
wil ze dat liever niet weten. Dan
steekt ze de kop in het zand en
gaat fluitend op pad. Of ze luistert
naar de vogels die speciaal voor
haar een lied zingen. Maar ondertussen heeft een leven vol ziektes
en gebreken z’n sporen nagelaten. Op haar lichaam, in haar hersenen. Al vanaf haar jeugd heeft
ze epileptische aanvallen, die
haar soms weken van de wereld
bliezen. Verder: operaties, twee
hersenbloedingen, een reeks tia’s,
aangetaste gewrichten. Eén arm
weigert dikwijls dienst, één been
kan ze niet optillen.
‘Maar het ergst vind ik, dat mijn
geheugen me steeds vaker in de
steek laat. Gebeurtenissen zijn
zomaar ineens gevlogen. Soms
weet ik niet meer wat ik wilde
gaan doen. Oké, de pincode vergeet ik niet, maar vervolgens sta
ik te schutteren, met m’n arm.
Mijn vingers weigeren gewoon op
de juiste cijfers te komen. Dan
ben je even niet vrolijk.’
Op maat
De invulling van het zorgpakket
gebeurt in samenspraak. Hulp
bij het douchen. Massages
tegen de pijn in half haar lijf.
Geregelde controles of het goed
met haar gaat. Een handje helpen in het huishouden. Maar
wassen doet ze zoveel mogelijk
zelf. Eten koken ook. Tafeltjedekje houdt ze zolang mogelijk
buiten de deur. Want als ze
geen puf heeft om in de pannen
te roeren, kan ze terecht in het
restaurant van Zorgcentrum De
Vurssche.
Geheugenproblemen
Zeeland vergrijst. Net als heel
Nederland. Naar verwachting
woont in 2040 achter elke vijfde
voordeur een 75-plusser. Echte
senioren dus. De regering ziet
een belangrijke taak weggelegd
voor mantelzorgers. Buren, kinderen, maar vooral ook partners. Dementie en Parkinson
zijn ziekten die dan voor extra
belasting kunnen zorgen. Het
geheugen faalt, de denkkracht
neemt af, het karakter verandert. SVRZ speelt daar al een
aantal jaren op in met ontmoetingscentra. Inmiddels zijn dat
er acht. Ziekenhuizen en geheugenpoli verwijzen patiënten en
hun partners daar naar toe. Ze
kunnen er terecht voor advies
en ondersteuning. Voor ontspanning en ontmoeting. En voor verlichting van zorgtaken.
Blij makend werk
Anke Duysserinck is coördinator
van ontmoetingscentrum De
Piramide in Terneuzen. Ze heeft
aan de wieg gestaan van de ontwikkeling.
‘Ik kan er een boek over schrijven. Over wat de cliënten en hun
partners doormaken. Over wat
we hier met z’n allen beleven.
Over hoe blij makend dit werk is.
En over hoe creatief we met z’n
allen moeten zijn om oplossingen te verzinnen voor wensen en
problemen van de cliënten. Want
om hen draait het.’
Vrijwilligers, het biljartcafé in de
buurt, het mini-restaurantje voor
mensen met een beperking, de
gespecialiseerde fysiotherapeut;
ze worden allemaal ingeschakeld. Het activeren van cliënten
is een belangrijk doel. Hen voortdurend – maar niet dwingend –
aanspreken op hun vermogens.
Eerst erkenning
Anke Duysserinck legt uit dat
met het geheugen ook het vermogen achteruit gaat om te
plannen en te organiseren. Dan
blijft vanzelf de uitvoering achterwege. Actief zijn is een medicijn.
Maar het begint met acceptatie.
Aanvankelijk wuiven mensen de
problemen weg: ach, het geheuZeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 5
‘Het is goed om dan te merken dat veel mensen
in hetzelfde schuitje zitten. Uit hun verhalen kun
je oppikken wat op jou van toepassing is’
Ton van Battum
Minie van
Fraaijenhoven
gen… ik heb er geen last van,
het hoort bij ouder worden. Maar
dan komt stapsgewijs de erkenning dat er meer aan de hand is.
‘Mantelzorgers raken overbelast.
Vooral voor partners is het zwaar.
Bij 80-plussers, maar al helemaal
als het vijftigers of zestigers
betreft. Ze zien hun man of vrouw
veranderen, boos wegfietsen, zich
onbegrepen voelen. Hij vraagt om
herhaling na herhaling. Als je dan
24 uur bij elkaar op de lip zit, kan
het wel eens te veel worden. Dan
is het goed dat het ontmoetingscentrum er is. Om ermee te leren
omgaan en om een paar dagen
per week tijd voor jezelf te krijgen.’
Gezellig dingen doen
Minie van Fraaijenhoven is 73.
Ze geniet elke week opnieuw van
6 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
haar drie dagen in het ontmoetingscentrum. Het had maar een
haartje gescheeld of ze was er
niet meer geweest. Plotseling
stekende hoofdpijn, afgevoerd
met een helikopter, maanden in
coma, weer leren praten, weer
bewegen. Van alles kwijt uit haar
hoofd. Gebeurtenissen, gezichten, namen, mensen.
‘Nu heb ik het naar mijn zin in het
ontmoetingscentrum. Gezellig.
Gezellig dingen doen. Dat ik even
op mezelf ben, is ook fijn voor mijn
man van 81. Kan hij zijn eigen dingen doen. En dan is hij elke keer
weer blij als ik thuiskom.’
Minder denkkracht
Ook Ton van Battum komt graag
in het ontmoetingscentrum. Niet
alleen op de afgesproken dagen,
maar ook tussendoor tijdens een
wandeling door de stad of langs
de dijk. Het is nog steeds moeilijk voor hem om te accepteren
dat zijn geheugen en denkkracht
achteruit gaan. Woorden vinden
is soms een zoektocht, Ze liggen
op de loer, maar willen niet over
z’n lippen komen. Lastig, als je
alles heel precies wilt vertellen.
Ook de afhankelijkheid hindert
hem. Van succesvolle zakenman
en reislustige gepensioneerde
naar iemand die familie, zorgverleners en hulpvaardige vrijwilligers nodig heeft.
‘De klap kwam hard aan. De dokter legde uit wat aan de hand
was. Op een cursus konden mijn
vrouw en ik daarna onze problemen op tafel leggen. Het is goed
om dan te merken dat veel men-
sen in hetzelfde schuitje zitten.
Uit hun verhalen kun je oppikken
wat op jou van toepassing is. Je
bent minder eenzaam.’
Helpen herinneren
Het boekje ‘Help me even herinneren’ is voor hem een schot in
de roos. Het geeft troost en verklaringen. Het helpt hem en zijn
vrouw om problemen het hoofd
te bieden. Zijn vrouw reageert
meestal nuchter. Ze kan alles
goed verwoorden, ook tegenover
de kinderen. Knap vindt hij dat.
Zeker, als ze door een herseninfarct zelf het nodige voor de kiezen krijgt.
‘In die tijd ben ik prima opgevangen door de mensen van het ontmoetingscentrum. Ik kreeg niet
alleen steun, maar ze zorgden ook
dat ik naar haar in het ziekenhuis
kon gaan. Mijn vrouw heeft zich er
intussen bovenop geknokt. Ik ben
best trots op haar. Samen pakken
we de handschoen op om de
gevolgen van mijn geheugenverlies
in te dammen.’
Volhouden
Een tijd terug verandert hun
grote huis van een lust in een
last. Ze gaan in een appartement aan de Schelde wonen.
Met ZorgThuis. In het weekeinde komen de kinderen een
handje helpen. Opruimen. Op
stap gaan. Koken. Zorgen dat
voor een paar dagen eten klaar
is. Op deze manier hopen ze het
zo lang mogelijk vol te houden.
En in het ontmoetingscentrum
kan hij een bakje koffie drinken,
raad vragen, begeleid fitnessen,
de krant doornemen, ervaringen
delen. En natuurlijk samen het
geheugen oefenen. Want in z’n
eentje gaat hij niet met de
braintrainer aan de slag. Bovendien valt er dan niets te lachen
over de antwoorden die soms
uit de groep naar boven piepen.
‘Mijn ziekte is een inbreuk op mijn
hele functioneren. Sociale contacten verwateren. Ook ben ik een
paar keer omgevallen. Het was
raadzaam om de auto aan de
kant te zetten. De fiets ook. Het
woordenboek in mijn hoofd is weg
of in de war. Ongeduld en frustratie geven soms spanningen. Dat
leidt wel eens tot uitbranders.
Maar door onze ziektes zijn mijn
vrouw en ik dichter tot elkaar
gekomen. Zo heeft die medaille
toch ook een mooie kant.’
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 7
10X
Bras
a
l
e
g
An
n
u
e
t
S
h
c
a
o
en c
1
Mijn rol. ‘Ik ben niet de
opvolger van directeur Rien
Heijboer. Ik ben stafdirecteur
Zorg en Welzijn. Geen bestuurder. In de kern ben ik een
ondersteuner. Ik bepaal niet. Ik
kijk en luister, hoor wat de locaties en medewerkers graag willen, bedenk of dat nodig en
verstandig is en ga het vervolgens proberen te regelen.’
2
Houding. ‘Ik leun niet achterover. Graag daag ik onze
mensen uit om met hun vragen
en verlangens te komen. Als ze
raad willen, krijgen ze die. Ik
kom op allerlei plekken en volg
ontwikkelingen in samenleving,
zorg en welzijn op de voet.
Daardoor kan ik ook helpen met
ongevraagde adviezen.’
3
Ze is de nieuwe stafdirecteur Zorg en Welzijn. Angela Bras komt
van CZ Zorgkantoren. Daar deed ze zaken met SVRZ. Bekend
terrein dus. Eerder stond ze al in deze rubriek. De kop: reisleider.
Gids in een veranderend zorglandschap. Nieuwe mogelijkheden
verkennend. Dat doet ze nog steeds. En ze voelt zich thuis: ze
krijgt de ruimte.
8 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Duidelijk. ‘De verantwoordelijkheid voor zorg en
dienstverlening ligt bij locatiemanagers en medewerkers. Ik
ben niet van plan hun taken en
problemen op mijn schouders
te nemen. Helpen? Graag! Overnemen? Zeker niet!’
4
Helpen. ‘Mensen moeten
zelf hun oplossingen zoeken
en vinden. Dat geeft blijvend
effect. Als het misgaat, kom je
natuurlijk in actie. Even helpen
met zandzakken sjouwen. Maar
de dijkversterking, daar zijn ze
zelf verantwoordelijk voor.’
5
Inzet. ‘Deze baan doe je
niet met twee vingers in de
neus. Het kost tijd, denkkracht,
flexibiliteit en creativiteit. Dat is
prima. Want voor die investering
krijg je veel terug. Ik word warm
van goede resultaten voor cliënten en collega’s. Van de effecten in hun leefwereld.’
6
Aanpak. ‘Ik zie een bijna
coachende aanpak voor
me. We hebben op het Servicecentrum en bij de stafafdelingen de wijsheid niet in pacht.
Als ze bij een locatie een goed
wiel hebben uitgevonden, wil ik
anderen wel tippen, maar ze
moeten daar vooral zelf gaan
kijken. Rechtstreeks.’
7
Bewegingsvrijheid. ‘We
moeten met z’n allen een
balans vinden tussen de manier
waarop we zaken regelen en de
leefwereld van onze cliënten.
Soms wil je protocollen, procedures en afspraken gewoon
afschaffen. Maar vaak heb je ze
wel nodig om goede zorg voor
de cliënten mogelijk te maken.’
8
Doelgericht. ‘Ik ben een
wegwijzer. Ik kan aangeven
hoe medewerkers obstakels
kunnen omzeilen of opruimen.
Welke route ze het best kunnen
volgen. Bijvoorbeeld zaken op
de locatie oplossen, of juist
met meerdere locaties de handen ineenslaan.’
9
Belangrijk. ‘Ik kan hard en
zakelijk zijn. Stevig onderhandelen ook. Dat heb ik bij CZ
Zorgkantoren wel geleerd. Ook
vind ik het geen probleem op
de rem te trappen als iemand
verkeerde stappen zet of
afspraken niet nakomt. Toch
ben ik niet geïnteresseerd in de
papieren werkelijkheid. Het gaat
om mensen en gevoel.’
10
Ambitie. ‘Verbindingen
leggen, zie ik als een
belangrijke opgave. Maar ook
mijn kracht. Tussen processen,
mensen en ideeën. Ik ben echt
onder de indruk van wat SVRZ
doet en bereikt. Maar het zijn
nog vaak losse pareltjes. Ik wil
graag helpen daar een mooie
halsketting van te maken.’
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 9
Ouderenmishandeling
Weinig zichtbaar door:
drempelvrees, afhankelijkheid,
onbekendheid, schaamte
We mogen onze
ogen er niet
Ze kijkt uit naar haar komst. De jonge vrouw voelt als een
dochter. Ze zet thee, luistert, moppert mee op de verzorging,
leest voor uit de krant en stuurt gezellige kaartjes met de
feestdagen. Maar toch… Kan ze er wel mee doorgaan?
Mag ze blij zijn met haar komst? Want eerst was ze
wat geld kwijt uit haar beurs. Toen vroeg de bijnadochter of ze wat kon lenen. Lenen werd eisen.
Niet toegeven betekent dat ze niet meer komt. Wat
dan? Ze gaat nog liever dood dan eenzaam zijn. De
eigen dochter woont in Nieuw-Zeeland, druk met
haar eigen leven. En de zoon in Nieuw-Vennep zit
dichterbij, maar toch verderaf. Ze kijkt vertwijfeld
naar buiten. Het voelt uitzichtloos…
VOOR SLUITEN
10 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Zo kan oudermishandeling eruitzien. Inpakgedrag,
gevolgd door emotionele chantage. Maar ook
regelrechte diefstal, botte bedreiging, tranen trekkend treiteren, stevig schelden, slaan en seksueel
misbruik komen voor. Ouderenmishandeling kent
vele gezichten. En bijna altijd gaat het gepaard
met verborgen leed: wreedheid woont onder de
oppervlakte. De overheid wil dit probleem aanpakken. En ook SVRZ wil het in de kijker spelen. Je
mag er de ogen niet voor sluiten. Niet voor mishandeling door partners, kinderen, huisgenoten,
vrienden, buren, zaakwaarnemers of verzorgenden. SVRZ wil graag dat medewerkers en managers de ogen openhouden. Dat ze voelsprieten
ontwikkelen voor alles wat op dit terrein fout kan
gaan. Dat ze de regels, oplossingen, de wegen en
mogelijke oplossingen kennen. Voor als relaties
van ouderen in de fout gaan. Maar eveneens – en
ook daar mag je de ogen niet voor sluiten – als
hulp- of zorgverleners over grenzen heengaan.
SVRZ probeert dit te voorkomen en wijst de weg.
Met een toegankelijke notitie: wie, wat, waar,
­wanneer, waardoor, waarheen, enzovoorts…
­Verder zijn er een training via e-learning, ver­
trouwenspersonen, werkoverleggen en het
www.landelijkmeldpuntzorg.nl
Ouderenmishandeling
•m
ogelijke vormen: uitschelden, chanteren,
pesten, beledigen, isoleren, slaan, hard beetpakken, diefstal, geknoei met testamenten, verwaar­
lozing, voedselweigering, enzovoorts…
• mogelijkse signalen: zichtbaar letsel, schrik­reacties,
verwarde verklaringen, onverklaarbare
angsten, teruggetrokken gedrag, enzovoorts…
• schatting slachtoffers: 200.000 per jaar.
• meldingen: 2010: 855 | 2012: 1027 | 2013: 1703
• zelf iets melden: [email protected]
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 11
SPORTIEVE SENIOREN BLIJVEN
LANGER ZELFSTANDIG
Beweging
in de buurt
Een beweegtuin. Dat klinkt eigentijds. Dat ís eigentijds. SVRZ steunt het initiatief om er in Heinkenszand
een neer te laten zetten. Om ouderen op een aardige manier in beweging te krijgen. Want
wetenschappelijk onderzoek laat zien dat het goed is. Voor lichaam en geest. Sportieve senioren
blijven ook langer zelfstandig. Door soepele spieren en een betere coördinatie.
Sporten is gezond. Of je nu twaalf bent. Of tachtig. Want ook ouderen kunnen in topvorm blijven. Het
WK Atlethiek voor senioren illustreert dat, al jaren. Zo raffelt in 2005 de 92-jarige Japanner Kozo
Harakuchi de honderd meter sprint in 18,04 seconde af. Terwijl de Amsterdamse Rietje Dijkman
op haar 65-ste de tachtig meter horden wint in 14,84 seconden.
Iedereen is welkom. Jong en oud, met of zonder beperking. Om in de beweegtuin te trainen én voor de
gezelligheid. Want ook dat hoort erbij. Bij de officiële start op 13 september krijgt oud-atlete Olga
Commandeur er meteen het nodige enthousiasme in. Ouderen in beweging krijgen en houden is
haar nieuwe doel.
•
•
•
•
•
speciale buitentoestellen voor ouderen
voor iedereen toegankelijk
vrije inloop, sportlessen, thema-activiteiten
naast Grand Café de Fonteyne
mede-initiatief: Yalp sporttoestellen
12 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
De Molenhof betreedt het pad van de kunsten. De SVRZ-locatie in
Zaamslag start een speciaal project. Senioren kunnen zich artistiek
uitleven. In poëzie, schilderen, fotografie, textielbewerking, keramiek
of andere kunstvormen. Het project staat ook open voor buurtbewoners
en kinderen van basisschool De Torenberg.
De Molenhof doet mee aan de landelijke actie ‘Lang leve kunst’.
Het ministerie van VWS en een aantal cultuurfondsen zorgen voor
ondersteuning en financiering. Zij vinden het belangrijk dat de drie
miljoen 65-plussers in Nederland zich actief met kunst bezighouden.
Interactie tussen jong en oud is ook een doel. De opzet van De
Molenhof past prima in dit plaatje.
Resultaten: expositie De Molenhof
Begeleiding: Anja van Dorsselaer,
kunstenares en kunsthistorica
Donatie: Fonds Sluyterman van Loo en
Stichting RCOAK
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 13
Snel weer
op de
been
Ze heeft zin in het leven. De rolstoel is verleden tijd. Voorgoed, hoopt ze. Een paar maanden geleden hing er nog een donkere sluier
over haar bestaan. Die heeft ze weggelachen
en weggewerkt. Weg geknokt! ‘Bij de pakken
neerzitten is niks voor mij. Dat hadden ze bij
SVRZ goed in de gaten. Ze hebben me snel
weer opgelapt.’
Frida de Graeve en haar man Hilaire zijn net verhuisd. Naar een
appartement met zorg in Terneuzen. Hun huis in Philippine werd te
bewerkelijk. Hilaire heeft al langer problemen met bewegen en uithoudingsvermogen. Frida barst nog van de energie, maar een hand en
een been sputteren nog wat tegen. Dus tijd voor een nieuwe woning,
een nieuwe start. Kalmpjes aan – zo hebben ze zich voorgenomen.
Op haar billen
Maandag 12 mei 2014. Een dag als alle andere. Hillaire scharrelt in
het huis rond. Frida loopt kwiek de trap op. Halverwege lijkt de batterij
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 15
leeg. Terug naar beneden durft ze niet, naar boven
kan ze niet. Met het laatste restje pure wilskracht
sleept ze zich toch naar de badkamer. Letterlijk.
Ze realiseert zich dat ze op haar billen zit, maar
is niet gevallen. Gekropen blijkbaar. Ze wil op bed
liggen, uitrusten, energie opdoen. Daar vindt haar
man haar. Ze geeft geen sjoege, ook niet na
bezorgde tikjes op haar wang. 112 bellen dus.
‘De ambulancebroeders waren er snel. De brancard kon de trap niet op en af. Dus hingen ze me
tussen hen in en hielpen me naar beneden. Doodeng! Van de scan en het ziekenhuis herinner ik
me weinig. Alleen dat ik ’s nachts soms stikte
van de dorst en dat dan niemand kwam.’
Benauwde gedachten
Na een week ziekenhuis gaat ze voor revalidatie
naar zorgcentrum Ter Schorre. Pas dan dringt tot
haar door dat ze een hersenbloeding heeft gehad.
En wat die met haar doet. Een arm valt krachteloos naar beneden. Een mondhoek trekt. Slikken
gaat slecht. Lopen lukt niet. Maar haar levenslust
is niet geblust. Ze laat zich niet kisten. Niet figuurlijk en al helemaal niet letterlijk. Al heeft ze het
wel even benauwd als ze aan Ter Schorre denkt.
‘Jakkes, nu ben ik aan de beurt. Ik mag daar
doodgaan. Maar ze kunnen er echt wel wat anders
dan mensen netjes naar hun einde begeleiden. Ze
geven je een nieuwe kans. Bij mijn familie was dat
anders. Mijn moeder leed aan dementie. Acht jaar
lang. Gelukkig een leuke vorm, want we hebben
wat afgelachen. Mijn vader was op z’n oude dag
zelfs een beetje jaloers op haar vriendschap met
andere mannen. Zelf kwam hij in Ter Schorre na
een beenamputatie. Voordat het tweede been eraf
moest, heeft de dood hem ingehaald. En mijn
broer van tachtig had een onbehandelbare hersentumor. Allemaal zaken, waar geen kruid tegen
gewassen was. Bij mij lag dat anders…’
Levensverhalen
In Ter Schorre wacht Frida de Graeve een heel programma boordevol fysio, logopedie en ergotherapie. Verder draagt ze haar steentje bij in de
ontbijtgroep, helpt andere bewoners bij allerlei
klussen en wil ook best zelf geholpen worden.
Weinig vrijetijd en veel vooruitgang. En tussendoor
komen de levensverhalen los, vol vreugde en verdriet. Ze vertelt over haar man met wie ze vijftig
jaar getrouwd is. En die nu alleen thuiszit en best
wat hulp kan gebruiken.
‘Hilaire werkte in de metaalconstructie en offshore. Olieplatformen maken. Ik zag hem en zijn
collega’s vaak bij de brug staan als ik naar mijn
werk ging. Ze floten. Ze vonden mij wel een kittig
meisje, geloof ik. Met carnaval ging hij als zee­
rover en heeft hij me buit gemaakt. Niet meteen.
Want toen hij om een zoen vroeg, zei ik dat hij tot
volgende week moest wachten.’
Hart en kanker
Het leven kabbelt voort. Ze krijgen twee zonen.
En als hij 45 is, beginnen de problemen bij Hilaire.
Eerst het hart, later kanker. Dotteren, bypasses,
een hartoperatie, vocht achter de longen, chemo,
kapotte aderen, het gaat maar door. En zijn condi-
tie sukkelt achteruit. Trappenlopen voelt als bergbeklimmen. Voor biljarten heeft hij nog energie.
Maar een biertje is er allang niet meer bij. Het
huishouden en de tuin komen noodgedwongen
op Frida’s schouders neer. Die vindt het geen
­probleem, want ze was altijd al de sterkere.
­Schilderen, behangen, timmeren, varkens
­slachten – ze heeft het allemaal gedaan. Thuis,
bij vrienden en bij familie.
En dan velt de hersenbloeding haar. Rolstoelenwerk, misschien wel de rest van haar leven…
‘Niks daarvan! Ze hebben me in Ter Schorre op de
been gekregen. Het was hard werken. De eerste
dag leerden ze me hoe ik me aan moest kleden
en verzorgen. Dat kon ik al…dacht ik. Maar niet
met één arm. En niet met een been dat onder je
wegklapt. Probeer dat maar eens! De BH met één
hand goed krijgen, zorgen dat bij het t-shirt het
labeltje niet van voren komt te zitten...helse klussen. Ik had twee helpers. We hebben tijden voor
de spiegel gestaan: proberen, proberen, proberen
én lachen. Het waren twee giechelmeiden, maar
‘Jakkes, nu ben
ik aan de beurt. Ik
mag daar doodgaan’
16 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 17
‘Zo’n hersenbloeding
is niet niks. Maar ik
ben er sterker door
geworden’
wel hartstikke deskundig. En eentje was ook nog
streng! Die avond lag ik op apegapen. De tweede
dag was ook bijzonder. Een knappe, donkere man
met van dat rastahaar kwam me helpen. Hij
bracht me naar de eetzaal, schoof mijn stoel aan.
Trots keek ik om me heen. Ik voelde me net een
koningin. Echt waar!’
Rondjes draaien
Ze gaat fanatiek trainen. Slechts drie maanden
duurt de revalidatie in Ter Schorre. Begin juli mag
ze naar huis. Naar Philippine. Naar het huis met
de tuin vol bloemen. Ze kan er deze zomer nog
van genieten. Tussen fysiotherapie en zwemmen
door. Nog steeds gaat ze elke week met een therapiegroepje naar het zwembad. De eerste keer
blijkt dat een bijzonder avontuur. Door de zwakke
linkerarm draait ze korte rondjes, recht naar de
bodem toe. Begeleiders moeten haar naar boven
halen. Proestend van het lachen ligt ze in het
water. Inmiddels gaat het beter en worden de
rondjes steeds ruimer – zo verzekert ze.
‘Zo’n hersenbloeding is niet niks. Maar ik ben er
sterker door geworden. Sterker dan ik dacht. En
weer een levenservaring rijker. We wonen nu prima
in een zorgappartement in Terneuzen. Mijn man
dacht dat ik nooit afstand wilde doen van ons
huis met tuin. Maar het is nodig. Voor hem, en
ook wel voor mij. Na veertig jaar hebben we ons
huis opgeruimd en in de verkoop gezet. O jee, nu
ik eraan denk, ik vrees dat onze liefdesbrieven
nog op zolder liggen. Die hebben we er niet vanaf
gehaald.’
18 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Blij met de bloemen
Lieve Lieven
Hij doet z’n best om ze buiten de deur te houden. Toch verschijnen voorzichtig
tranen in z’n ogen. Lieven Grootjans denkt aan zijn vrouw. Aan de 65 jaar dat
hij met haar getrouwd was. Aan haar laatste dagen, standvastig en stoer. En
ineens was ze weg. Een half jaartje geleden nu.
De 93-jarige bewoner van zorgcentrum Ter Valcke denkt aan
het diepe dal waar hij doorheen
gegaan is. En aan de manier
waarop z’n omgeving hem op de
been heeft proberen te houden.
Met succes. Hij geniet van de
grote tuintafel met potplantjes
die ze voor hem georganiseerd
hebben. Genieten, elke dag
weer. Ook is hij druk met het
kweken van groenten en fruit.
De medebewoners genieten
mee. Zij delen in de blij
makende bloemen en gezonde
groenten.
Landarbeider
Hij weet het nog heel precies.
Het is een zaterdagochtend, 1
juni 1935, zes uur. Zes uur
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 19
‘Ik zakte in de put.
Diep. Altijd waren we
samen geweest’
Nederlandse tijd, want zo noemen ze dat in die dagen. Als
veertienjarig broekje begint hij te
werken als landarbeider. En
akkerbouwer zal hij blijven. Uien,
bieten, aardappelen, alles wat de
Zeeuwse klei maar geven wil.
Nooit heeft hij geklaagd, nooit wat
gevraagd. ‘Ze zien me werken.
Als ze me nodig hebben, weten
ze me wel te vinden’, zo is zijn
rotsvaste overtuiging. En inderdaad: hij krijgt het aanbod om
voorman te worden. Wonen op
een eigen boerderij. Tien kippen
mag hij er houden.
En in de grote schuur knutselt hij
later een eerste caravan in
elkaar. Het zullen er tien worden:
tien appeltjes voor de dorst. Want
als het pensioen daar is, zorgen
20 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
de huuropbrengsten op de nabijgelegen camping voor reisgeld.
De wereld rond
‘Toen de kinderen van school
waren, heeft mijn vrouw de vierjarige mulo gedaan. In drie jaar!
Ze was leergierig en slim. En
allebei wilden we de halve
wereld wel zien. Dat hebben we
gedaan. Kerken, musea, tuinen,
landschappen. Jammer dat het
geheugen het laat afweten. Nu
ben ik soms een naam van een
land, stad of dorp kwijt. Ik mis
de woorden, maar de beelden
heb ik nog goed voor ogen!’
Toch dreunt Lieven Grootjans
moeiteloos een hele reeks
namen op. Kriskras gaat hij over
de aardbol. Rusland, hun eerste
grote tocht. Canada, Egypte,
Noord-Amerika, Denemarken,
Zweden, Hongarije, Spanje,
Noorwegen, Polen… En – niet te
vergeten – de Dordogne, waar
hij de weg beter zegt te kennen
dan in Goes. Daar woont hij nu,
in Ter Valcke. Daar is zijn vrouw
ook overleden.
Niet huilen
Vorig jaar krijgt ze te horen dat
ze kanker heeft. Onomkeerbaar.
Gelovig als ze is, aanvaardt ze
dat lot zonder morren. Ze komt
thuis en zegt tegen haar man:
‘Ga jij maar eens zitten.’ En
dan: ‘Ik heb niet lang meer te
leven. Maar we gaan niet zitten
huilen. En we doen als vanouds
wit en rood. Ik een glaasje wit,
jij een glaasje rood.’
Wat later, op een nacht als het
ineens slecht met haar gaat,
komt de dokter en zegt dat ze
naar Ter Valcke moet. Zo snel
mogelijk. En Lieven ook. Thuisblijven is voor hem geen optie.
Op een avond in Ter Valcke
vraagt ze aan Lieven of hij
afscheid komt nemen. Hij schudt
het hoofd: nog niet. Zacht geeft
hij haar een kus en gaat naar
zijn kamer. De volgende ochtend
hoort hij van zijn dochter dat het
een afscheidskus was.
Erg ziek
‘Ik zakte in de put. Diep! Altijd
waren we samen geweest… Het
verlies doet rare dingen met je.
Ik kreeg drie grote maagbloedingen, terwijl ik nooit wat gemankeerd had. En ineens was ik
een aantal weken erg ziek. In de
tussentijd hebben ze voor mij
die prachtige kweektafel geregeld. Zo’n acht weken na het
overlijden van mijn vrouw kon ik
daar aan de slag met violen,
roosjes, lupine, aardbeien,
tomaatjes, noem maar op.’
Op de tafel in woning 4.09
staan steevast bloemen en
planten. De maaltijden krijgen
een scheutje gezondheid met
eigen gekweekte groenten. Cok
en Piet Germing besluiten er
een ingezonden stuk over te
schrijven in de locatienieuws-
brief. Vol lof: dat is pas voor
elkaar zorgen. Hun moeder, respectievelijk schoonmoeder, profiteert van de inzet en geestdrift
van Lieven Grootjans. Deze
boert ondertussen onverstoorbaar verder. Misschien nog
jaren. Hij komt uit een sterk
geslacht. Alle zeven broers en
zussen, de meesten in de tachtig en negentig, leven nog.
‘Ik lees elke dag de krant nog,
van begin tot eind. Elke zondag
ga ik naar de kerk. Toen ik
steeds dover werd, wilde ik niet
meer gaan. Maar dat mocht
niet van mijn vrouw. Ze zei: ook
al versta je niks, dan heb je
toch nog de zegen?! En gelijk
had ze.’
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 21
EEN
DAG om
nooit te
VERGETEN
Een leven vol drank maakt van hun geheugen een gatenkaas. Ze blinken uit in vergeten. Maar over het sporttoernooi praten ze nog elke dag. Bovendien presteert het
Korsakov-team van Ter Poorteweg veel beter dan gedacht.
Op en rond het sportveld. De begeleiders zijn verbaasd
over de verborgen krachten.
‘Twee uur in de bus naar de landelijke Korsakovsportdag in Den Haag. Ver weg van de veilige
haven. Maar uit geen enkele mond klinkt een
onvertogen woord. En tijdens de wedstrijdjes hebben ze de grootste lol.’
SVRZ-teamleider Corrie van Ee is verrast.
­Korsakov-cliënten gedijen het beste in een vaste
structuur en veilige omgeving. Maar de veertien
bewoners van Ter Poorteweg laten zich in die
vreemde stad van hun beste zijde zien. Ze genieten volop, doen overal aan mee, blijven in het zicht
en slepen ook nog enkele trofeeën in de wacht.
‘Knotshockey, rolstoelvolleybal en kegelen. Ik had
geen flauw idee, dat ze dit allemaal konden. Terug
in Zeeland is het hele stel even van slag. Maar nu
halen zij vooral leuke herinneringen op. En wij spelen met nieuwe activiteiten in op de onverwachte
prestaties van onze cliënten.’
Oefening baart kunst
Zo’n tweehonderd patiënten uit heel Nederland
komen naar de spelen. Georganiseerd door
Domus Nostra. Fysiotherapeute Loes van der
Zwaan van dit Haagse Korsakov wooncentrum
legt uit waarom sporten zo goed is.
‘Langdurig alcoholmisbruik tast niet alleen het
geheugen flink aan. Maar ook het zenuwstelsel.
Bewegen gaat dan steeds lastiger. Die schade
kun je verlichten door regelmatig te sporten.
22 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
­ restaties verbeteren: fysiek, maar ook mentaal.
P
Zelfs het geheugen heeft er baat bij. De doorbloeding van de hersenen is namelijk beter. Wel moet
je risico’s uitbannen. Iemand met Korsakov verliest snel het overzicht. Een zachte boarding rond
het speelveld biedt soelaas.’
Spannende speech
‘Het was leuk, gezellig en uitdagend. Net als mijn
speech tijdens de prijsuitreiking. Namens alle deelnemers heb ik de leiding bedankt. Best eng voor
tweehonderd man. Eigenlijk nog spannender dan
het sporten zelf.’
Ria de Ruiter (65), deelnemer
Goed gegaan
‘Stik gezellig, ondanks de drukte. Achteraf doet
alles het nog. Ik kan gewoon appels plukken bij
de boer. En samen met de andere bewoners eten
koken en de tafel dekken. Japie, mijn parkiet,
­verzorg ik helemaal zelf.’
Walter Segers (60), deelnemer
Ter Poorteweg
specialistische woonvoorziening Korsakov
samenleven, samen actief zijn, samen werken maximaal zeven personen per groep
dagbesteding binnen en buiten de woning
uitgebreid activiteitencentrum
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 23
Blijven
bouwen
aan betere
zorg
Bijzonder bezoek. Maar ook weer heel toepasselijk. Premier Rutte viert de Dag van
de Bouw bij SVRZ. Dat is alweer een paar
maanden geleden, maar ondertussen timmert SVRZ onverminderd aan de weg met
veel en vernieuwend bouwen.
Voorzitter Maxime Verhagen van Bouwend Nederland haalt de premier in mei naar de bouwplaats
van ‘t Gasthuis in Middelburg. Het gezelschap
krijgt de bouwpraktijk van SVRZ voorgeschoteld.
Passende zorg, altijd in de buurt. Het mensen
mogelijk maken om langer thuis te blijven wonen.
Als dat niet mogelijk is, kiest SVRZ voor kleine
eenheden; zorg als thuis. Steeds een combinatie
van wonen, zorg en welzijn. En volop verbindingen
met de omgeving. Goed samenspel met woningcorporaties en gemeenten ligt aan de basis.
Ter illustratie: een overzicht van bouw- en verbeterplannen, waarin SVRZ participeert. Ze zijn net
gerealiseerd of in uitvoering.
Woonzorgcentra
Groepswoningen
Centrale voorzieningen
Midden in de samenleving
Midden in stad en dorp
Midden in de zorg
Woonzorgcentra hebben de toekomst. Huur- en
koopappartementen met zorg op maat. Maar ook
groepswoningen voor cliënten met lichamelijke of
geestelijke beperkingen. En een ontmoetingsplek
voor bewoners en buurt. Ruimten voor allerlei activiteiten, die welzijn en welbevinden bevorderen.
Ook is er plek voor voorzieningen op het gebied
van gezondheid en verzorging
Van verzorgingshuis naar kleinschalige groepswoningen. Voor cliënten met geestelijke of lichamelijke beperkingen. Altijd in de oude, vertrouwde
omgeving. Een eigen kamer voor iedereen. Koken
in eigen huis. En centrale ontmoetingsplekken,
de huiskamers. Plus 24 uur per dag SVRZmedewerkers in huis voor de nodige begeleiding
en zorg.
SVRZ heeft acht grotere locaties, verspreid over
Zeeland. Voor onderzoek, verpleegzorg en revalidatie. Kenniscentra bovendien. Ze herbergen
bovendien vaak groepswoningen voor cliënten
met beperkingen. En zelfstandige appartementen
voor mensen met lichte zorg. De vernieuwingen
in de zorg vragen om aanpassingen van de
grote centra.
Nieuwbouw Máxima, Terneuzen
Centrale binnenplaats met groen en terrassen
Commerciële ruimtes
Ontspanningsactiviteiten, ook voor de buurt
Verbouwing De Molenhof, Zaamslag
Groepswoningen voor cliënten met dementie
Woongroepen cliënten met lichamelijke
­beperking
Renovatie & nieuwbouw ‘t Gasthuis, Middelburg
Watermistinstallatie tegen brand, als een van
de eerste verpleeghuizen in Nederland
Tweede hoofdingang vergroot bereikbaarheid
Nieuwbouw Scherpenisse, Tholen
Dorpshuis, huurappartementen
Winkel en paramedische voorzieningen
ZorgThuis en welzijnsactiviteiten SVRZ
Verbouwing Simnia, Domburg
Twee groepswoningen voor cliënten met
­dementie, vier voor lichamelijke klachten
Renovatie Ten Anker, Tholen
Zonneboilers zorgen voor groene energie
Nieuwe woningen
Eigen tuin woongroepen
In uitvoering:
De Rietzanger, Heinkenszand
Compagnieplein, Middelburg
24 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Verbouwing:
Logeerhuis, Goes
De Kraayert, Borsele
Renovatie De Vurssche, Axel
7 kleinschalige groepswoningen: dementie
53 zorgappartementen voor mensen met
­lichamelijke klachten
Entree & restaurant in modern jasje
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 25
‘Ik heb met Rien een tijd gehad, die ik
niet zou willen missen. Door zijn humor,
zijn kennis, zijn hartelijkheid.’
‘We spreken dezelfde taal, delen dezelfde
doelen. Altijd begint het met de best
mogelijke zorg voor de cliënt.’
Gabrielle Davits, bestuurder SVRZ
Ineke Dekker, Raad van Bestuur zorgorganisatie
Allévo
‘Rien kent geen problemen. Hij denkt in
oplossingen. Lukt iets niet, dan schuift hij
net zolang tot het toch gerealiseerd is.’
Maarten Sas, directeur corporatie RWS in Goes
‘Wat je ziet, is wat je krijgt. Rien kent geen
geheime agenda’s, dubbele bodems of
rookgordijnen. En vooral geen blabla.’
Rosita de Bruijn, secretaresse Rien
‘Ik vond hem meteen een stuk. Stoer ook,
met die lange haren.’
Edith Heijboer, vrouw van Rien
Afscheid
oer
Rien Heijb
3 juli 2014 is voor Rien Heijboer onvergetelijk geworden. Hij neemt
die dag afscheid van SVRZ. En van de talrijke contacten die hij van
daaruit heeft opgebouwd. Zestien jaar lang.
Doei, doei, doei. Iedereen die Rien Heijboer heeft
meegemaakt, weet dat hij zo elk telefoongesprek
beëindigt. In de uitingen rond het afscheidsgebeuren komt dat doei steeds terug. Dag Rien.
Als directeur is hij steeds bezig geweest met het
inkleuren van de droom van zijn organisatie: kleinschaligheid, altijd in de buurt, regie bij de cliënt,
zorg op maat.
Bij het afscheid is er warmte en waardering. En
een afscheidsmagazine, een zogeheten glossy:
De Rien. Met daarin weer warmte en waardering.
En soms een vriendelijk-kritische kanttekening.
SVRZ-bestuurder Gabrielle Davits opent de rij met
26 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
de verzekering dat bij het vertrek van de zanger,
het lied voort klinkt. Alle bijdragen samen, schilderen een beeld van een betrokken bestuurder, die
de handen zelf uit de mouwen wist te steken.
‘Ik heb doodsangsten uitgestaan. Hij
gebruikte zijn auto als kantoor. Ook tijdens het rijden. Man, houd in vredesnaam
dat stuur toch vast.’
Peet Kruidenier, locatiemanager SVRZ
‘Een grotere dwingeland ken ik niet. Ik zeg
het lachend en met warmte.’
Joost Zielstra, directeur woon- en zorginstelling
Capelle aan den IJssel
‘Ik vind het fijn dat opa gaat stoppen met
werken. Want dan ik meer met hem gaan
doen.’
Luc Bakker, kleinkind
‘Hij is op een knappe manier een Pietje Precies. Sikkeneurig als iets mis loopt, maar
die ergernis is hij ook meteen weer kwijt.’
Majoor Daan van Vuuren, Leger des Heils Goes
‘Hij helpt me. Met de computer als ik het
slecht kan lezen. Of met het halen van
mijn nieuwe tv. Jasses, wat een groot
apparaat had hij uitgekozen!’
Mevrouw Dootjes, bewoonster Ter Valcke
‘Rien is een verbinder. In hart en nieren.
Hij weet wat goed is voor de zorg van
ouderen.’
Marieke van Werkhoven. directeur Ketenzorg
­Midden en Noord Zeeland
‘Rien houdt van opschieten en doorpakken. Hij brengt dat vaak met humor, nooit
kwetsend.’
Mark Felius, locatiemanager SVRZ
‘Je kunt zakelijk een verschil van mening
hebben, maar dan blijft hij je als persoon
waarderen.’
Jacqueline van den Hil, locatiemanager SVRZ
‘Zelfs de meest saaie dossiers las hij
goed door. Dan gaf hij commentaar tot
op kommaniveau.’
Jan de Graaf, directeur VWO Zorg
‘Handig? Hahaha... Het enige dat hij
ooit geknutseld heeft, is een slaapkamerkastje. Het viel al snel uit elkaar.’
Marianne Kluifhout, dochter
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 27
Zeeland Onze Zorg
nr. 19 - November 2014
een uitgave van SVRZ
‘We zorgen goed voor
elkaar. Toch wil ik wel
naar huis…’
Amrita Sukhraj, 53 jaar. Getrouwd, drie
kinderen. Verblijft na een herseninfarct
in Ter Valcke te Goes
‘Ik kan weer stapjes zetten. Met
een stok, een rek of een rollator.
Korte stukjes. Lezen kan ik
slecht. Mijn stem is nog zwak en
hees. Ze zeggen dat ik nooit
meer goed kan lopen. En dan
zeg ik, dat zij dat niet bepalen.
Zij zijn geen Goden.‘
‘Vaak is er verdriet. Maar dan
geeft Shiva, mijn schepper en
oppergod, me kracht. Het verdriet vertrekt. Ik had nooit
gedacht hier zo te zitten. Niet
meer werken. Niet meer druk
zijn in huis. Gelukkig komen
de kinderen bijna elke dag.
En iedereen hier is lief en
behulpzaam.’
‘Ik hou van vrolijkheid. Zonder
lach ben ik niets. Soms begin ik
zomaar te praten en grappen te
maken om de mensen hier aan
het lachen te maken. Ik heb ook
een taak: het schoonmaken van
de tafel. We hebben het fijn
samen. Ik heb al een fles wijn en
een armbandje cadeau gekregen
van medebewoners.’
‘Alles komt goed. Ik word weer
de oude, ook al denken ze van
niet. Na de revalidatie ben ik nu
negen maanden in deze groepswoning. Maar ik wil weer naar
huis. Bij mijn kinderen zijn, waar
ik zo trots op ben. Op eigen
benen staan. Alles schoonmaken
in huis. Werken misschien…’