Een Update voor de starter Markt 102 4875 CH Etten-Leur 076 889 27 22 www.bd-accountancy.nl Beste starter, Jij gaat starten als ondernemer. Leuk om plannen te maken maar ook veel om uit te zoeken. Als ambitieuze starter wil je natuurlijk uiteindelijk ook succesvol worden en al jouw doelen realiseren. Als accountant én ondernemer hebben wij in de loop der tijd al heel wat startende ondernemers op weg geholpen. Graag delen wij onze kennis en ervaring met jou! In deze update hebben wij geprobeerd om de meest voorkomende zaken voor startende ondernemers aan te stippen. Uiteraard is elke ondernemer en situatie anders. Een goede advisering blijft daarom maatwerk. Heb jij vragen over jouw situatie of zijn er onderdelen onduidelijk, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Wij wensen je veel goede zaken toe. Met vriendelijke groeten, Terry Bogers en Trudy Dam bd accountancy Ondernemingsvormen Als zelfstandig ondernemer moet je besluiten in welke vorm je jouw onderneming wilt gaan uitoefenen. Het belangrijkste onderscheid is, een onderneming met rechtspersoonlijkheid en een onderneming zonder rechtspersoonlijkheid. De verschillen tussen deze ondernemingsvormen liggen vooral op het gebied van aansprakelijkheid van het privévermogen en de fiscale behandeling. Inhoud Ondernemingsvormen Juridisch Administratie BTW of omzetbelasting Jaarrekening Inkomstenbelasting Vennootschapsbelasting Personeel, inhuur van derden en VAR Loonadministratie en loonheffingen Huisvesting Financiering Automatisering Verzekeringen Gebruikte afkortingen Tot slot Bij een onderneming met rechtspersoonlijkheid is de ondernemer (behoudens enkele uitzonderingsgevallen) alléén met zijn bedrijfsvermogen aansprakelijk voor schulden van de onderneming. Ondernemingen met rechtspersoonlijkheid zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting (VPB). Voorbeelden van een onderneming met rechtspersoonlijkheid zijn de besloten vennootschap (BV) en de naamloze vennootschap (NV). Ook stichtingen en verenigingen behoren tot deze ondernemingsvorm. Bij een onderneming zonder rechtspersoonlijkheid wordt de ondernemer een natuurlijk persoon genoemd. Natuurlijke personen zijn met hun privévermogen aansprakelijk voor de schulden van de onderneming. Natuurlijke personen betalen inkomstenbelasting (IB), daarom noemen we ze ook wel IB-ondernemers. Voorbeelden van natuurlijke personen zijn de eenmanszaak, de maatschap en de vennootschap onder firma (VOF). Starten c.q. oprichten van de onderneming Op elk willekeurig moment kan een onderneming gestart c.q. opgericht worden. Om fiscaaltechnische redenen kan het zinvol zijn om een onderneming eerder of later te starten of op te richten. Praat daarom in een vroeg stadium met jouw accountant. Hij of zij kan je hierover adviseren. Natuurlijke personen Een natuurlijk persoon start de onderneming door zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Een inschrijving in het Handelsregister van de KvK betekent tevens een inschrijving bij de belastingdienst. Samenwerkingsverbanden zoals een maatschap of VOF zijn vormvrij bij start. Dit wil zeggen dat er geen overeenkomst aan ten grondslag hoeft te liggen. Dit is echter wel aan te raden. Bij de start van een samenwerking kan een onderhands contract worden opgesteld met hierin afspraken over uiteenlopende zaken. Denk aan winstverdeling, bevoegdheden van de verschillende vennoten en wat te doen bij arbeidsongeschiktheid en/of overlijden van één van de partners. Veel brancheorganisaties hebben een eigen voorbeeldcontract. Aangezien er geen regels gelden, kunt je het contract naar eigen smaak opmaken. Rechtspersonen Aan de oprichting van een rechtspersoon zijn een aantal eisen verbonden. Een rechtspersoon wordt opgericht door een notaris. Deze notariële akte is verplicht. De notaris zorgt voor de inschrijving in de Kamer van Koophandel. Wanneer de plannen om een BV op te richten serieus zijn en er een intentieverklaring door de aandeelhouder(s) is opgemaakt, kan de onderneming ingeschreven worden in het Handelsregister als een BV i.o. (in oprichting). De toekomstig aandeelhouder kan vanaf dat moment al handelen uit naam van en voor risico van de BV. In de oprichtingsakte/statuten die de notaris opmaakt, zijn veel afspraken al opgenomen. Heeft de BV meerdere aandeelhouders, dan is het zeker aan te raden om aanvullende afspraken onderling op elkaar af te stemmen. In de zogenaamde aandeelhoudersovereenkomst kunnen afspraken worden gemaakt op het gebied van de beperking van bevoegdheden en de benodigde toestemming van de algemene vergadering van aandeelhouders bij specifieke beslissingen. Voor welke ondernemingsvorm je ook kiest, alle ondernemingen dienen ingeschreven te worden bij de Kamer van Koophandel. Er zijn geen uitzonderingen meer. Bijzondere vormen ZZP-er De term ZZP-er hoor je veel in de media, ook de belastingdienst hanteert deze afkorting. Het staat voor ‘Zelfstandige Zonder Personeel’. Een definitie bestaat er niet, maar met een ZZP-er wordt in het algemeen bedoeld een persoon, die diensten verleend of goederen verkoopt (geen detailhandel) en hiervoor facturen stuurt. De ZZP-er moet ingeschreven staan in het Handelsregister bij de KvK, heeft meerdere opdrachtgevers, handelt voor eigen rekening en risico, draagt zelf de verantwoordelijkheid voor de geleverde diensten en investeert nauwelijks in duurzame goederen, zoals gebouwen en/of machines. Het belangrijkste kenmerk van een ZZP-er is natuurlijk: de ondernemer heeft geen personeel. Man-vrouwfirma Jij begint samen met jouw partner een onderneming. Voor de man-vrouwfirma gelden dezelfde regels als voor de VOF. Als jij en jouw partner dus beiden voldoen aan de eisen voor het ondernemerschap, zijn jullie beiden voor de inkomstenbelasting ondernemer en kunnen jullie gebruikmaken van de ondernemersregelingen. Natuurlijk geldt dit ook voor een man-manfirma of een vrouw-vrouwfirma, indien jullie partners zijn van elkaar. Bij partners die samen een onderneming in de vorm van een VOF uitoefenen, is soms sprake van een zogenaamd ongebruikelijk samenwerkingsverband. Dat betekent, dat personen die niet elkaars partner of familie zijn, een dergelijk samenwerkingsverband nooit zouden aangaan. Als sprake is van een ongebruikelijk samenwerkingsverband, tellen ondersteunende werkzaamheden niet mee voor het urencriterium. De partner die niet voldoet aan het urencriterium, komt niet in aanmerking voor de speciale ondernemersfaciliteiten. Franchise Franchising is een hechte vorm van samenwerking tussen zelfstandige ondernemers, de franchisegever en de franchisenemer, die onder gebruikmaking van een gemeenschappelijke naam en met een uniforme uitstraling,producten en diensten aanbieden aan afnemers. Voor het gebruik maken van de formule is de franchisenemer een vergoeding verschuldigd aan de franchisegever, dit wordt ook wel franchisefee genoemd. De omzet die de franchisenemer genereert, is vaak de basis van de franchisefee. Afspraken tussen beide partijen worden altijd vastgelegd in een franchise-overeenkomst. Versie oktober 2014 2 Het voordeel voor de starter als franchisenemer is, dat veel zaken al geregeld zijn, denk aan promotie, logo, website en de opzet van de bedrijfsvoering. Dit alles heeft wel een prijskaartje, de franchisefee. Webshop Het kopen via internet neemt steeds grotere vormen aan, dus komen er ook steeds meer webshops. Bij het openen van een webwinkel komt meer kijken dan alleen het hebben van een website met (veilige) betaalmogelijkheden. Als je een website laat maken, kan je deze zelf pas wijzigen wanneer je het auteursrecht hebt. Zorg daarom dat het auteursrecht officieel aan je wordt overgedragen. Een andere mogelijkheid is het verkrijgen van een licentie. De websitebouwer verleent een licentie, waarin bepaald wordt wat je uiteindelijk met de website mag doen, maar behoudt wel het auteursrecht. Verkoop je aan klanten buiten Nederland, dan krijg je te maken met importregels en de regels van de omzetbelasting bij grensoverschrijdend handelen. Medio 2014 is de nieuwe consumentenwetgeving van kracht geworden. Ook webwinkels moeten hieraan voldoen. De website van de Autoriteit Consument & Markt geeft een compleet overzicht van deze regels. Hier wordt ook aandacht besteed aan het gebruik van cookies, keurmerken en leveringvoorwaarden. Denk ook aan de ‘Wet Koop op Afstand’, kopers hebben een bedenktijd van 14 dagen. Tips: Open direct, na het inschrijven van jouw onderneming bij het Handelsregister van de KvK, een bankrekening en betaal de zakelijke kosten vanaf deze rekening. Laat je niet alleen leiden door fiscale motieven bij de keuze van de ondernemingsvorm. Aansprakelijkheid en/of de gebruiken in de branche kunnen zwaarwegend zijn. Wil je met jouw bedrijf of met een bepaald project aanspraak maken op een subsidie, ga dan na of de subsidieverstrekker voorwaarden stelt aan de ondernemingsvorm. Bovenstaande tekst is niet limitatief, denk bij een samenwerkingsverband ook eens aan een coöperatie. Doe je veel zaken met het buitenland, overweeg dan om een naar buitenlands recht opgerichte onderneming te starten. Hier komen natuurlijk wel wat extra administratieve verplichtingen om de hoek kijken. Juridisch Als startende ondernemer moet je ook een aantal belangrijke juridische zaken regelen. Denk alleen al aan het opstellen van algemene voorwaarden en inkoop- of samenwerkingscontracten. Algemene en Leveringsvoorwaarden Kort samengevat zijn algemene voorwaarden de regels, die jij als ondernemer wilt laten gelden op alle contracten die je gaat afsluiten. Het document, dat bedoeld is voor de klant of opdrachtgever, bevat jouw voorwaarden over onder andere de levering, betaling, aansprakelijkheid, eventuele reparaties of de garantietermijn. De leveringsvoorwaarden zijn onderdeel van de algemene voorwaarden. Hierin staan alle (juridische) zaken die op de levering van een product (of dienst) van toepassing zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de levertijd van het product; hoe de annulering van een bestelling is geregeld en wat er gebeurt als er sprake is van een overmachtsituatie, bijvoorbeeld het niet kunnen leveren wegens noodweer of een pakket dat gestolen/verdwenen is. Checklist Ga op zoek naar een passend model. Op internet kun je verschillende modellen vinden. Zo bestaan er modellen voor een webwinkel en modellen, die in overleg met de Consumentenbond voor een aantal branches zijn opgesteld. De Nederlandse Thuiswinkelorganisatie heeft modelvoorwaarden opgesteld voor een webwinkel. Deze zijn ook voor niet-leden beschikbaar. Als jij lid bent van een branche- of beroepsvereniging kun je verplicht zijn om deze te gebruiken met name bij levering aan consumenten. Bekijk het volledige overzicht van de consumentenvoorwaarden. De wet biedt consumenten meer bescherming dan niet-consumenten. Lever jij ook aan niet-consumenten, zoals bedrijven en andere organisaties? Besteed dan extra aandacht aan dit verschil in de algemene voorwaarden. Bijvoorbeeld door aparte voorwaarden op te stellen voor deze groep, of in ieder geval een duidelijk onderscheid aan Versie oktober 2014 3 te brengen in de bepalingen voor consumenten en voor niet-consumenten. Want waarom zou je niet-consumenten dezelfde uitgebreide bescherming geven als consumenten, als dat niet wettelijk verplicht is? Als jij niet alleen zaken levert maar ook diensten, houd hier dan rekening mee bij het opstellen van de algemene voorwaarden. Bijvoorbeeld door aparte voorwaarden te maken voor diensten of in ieder geval een duidelijk onderscheid aan te brengen in de bepalingen, die gelden voor zaken en die gelden voor diensten. Beoordeel of de algemene voorwaarden en leveringsvoorwaarden aan jouw situatie moeten worden aangepast, eventueel met hulp van een juridisch adviseur. Deponeer de algemene voorwaarden bij de KvK of bij de Griffie van de Rechtbank. Bij deponering worden jouw algemene voorwaarden in ieder geval altijd voorzien van een datum en een nummer: het bewijs dat je tussentijds niets in de tekst van de algemene voorwaarden hebt veranderd. Hierdoor sta je later altijd een stuk sterker bij eventuele conflicten. Deponering is niet verplicht maar zorg er in elk geval voor dat je de voorwaarden ook publiceert op jouw website. Doe je ook zaken met het buitenland zorg dan voor voorwaarden in de taal van jouw afnemers. Zorg ervoor dat opdrachtgevers de mogelijkheid hebben om de voorwaarden te bestuderen, voordat er daadwerkelijk sprake is van een overeenkomst. Voeg de voorwaarden dus altijd bij de offerte. Gestelde voorwaarden moeten officieel worden aanvaard door klanten. In principe gaat dit automatisch wanneer de koper het document onder ogen heeft gehad en besluit jouw product of dienst aan te schaffen. Bij grotere transacties is het raadzaam om de klant apart voor de algemene voorwaarden te laten tekenen, zodat je - in het geval van een later conflict – altijd kunt aantonen dat hij deze heeft gezien en geaccepteerd. Overeenkomsten In een overeenkomst leg je afspraken en voorwaarden vast. Je kunt hierbij denken aan een opdrachtbevestiging met klanten maar ook aan een VOF-overeenkomst of maatschapscontract. Afspraken tussen aandeelhouders leg je vast in een aandeelhoudersovereenkomst. Ook arbeidscontracten en leningsovereenkomsten komen voor bij startende ondernemingen. De inhoud van veel overeenkomsten zijn vormvrij, maar ze moeten uiteraard ook voldoen aan wettelijke eisen en voorwaarden. Denk daarbij aan arbeidsrecht maar ook aan bijvoorbeeld fiscale aspecten. Daarnaast moeten de contracten ook volledig zijn. Het is raadzaam om dergelijke overeenkomsten te laten toetsen door een jurist of accountant. Tenslotte weten zij waar een specifieke overeenkomst aan moet voldoen. Bescherming van jouw merk en/of jouw product Merkenrecht Het merk is een teken waarmee jij jouw producten of diensten kunt onderscheiden van die van jouw concurrenten. Wanneer jij de mogelijkheden voor merkbescherming nader wilt onderzoeken, moet je zijn bij het BeneluxBureau voor de Intellectuele Eigendom, vaak afgekort tot BOIP. Bij dit instituut kunt jij niet alleen meer informatie vinden over hoe je een merk het beste kunt beschermen, maar kun je ook het exclusieve recht op een merk, tekening of model officieel laten registreren. Octrooirecht Een octrooi of patent beschermt technische oplossingen in een nieuw product of productieproces. Meer informatie hierover kun je vinden bij het Octrooicentrum Nederland, onderdeel van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Auteursrecht Het auteursrecht (copyright) beschermt werken van letterkunde, wetenschap of kunst. In wezen is het auteursrecht een manier voor de maker om zijn werk wettelijk te beschermen tegen plagiaat of kopiëren. In Nederland bestaat er geen enkele formaliteit om het auteursrecht vast te leggen of te registreren. Je moet natuurlijk wel aan kunnen tonen dat het werk van jou is. Tips: Bij twijfel: laat een jurist de voorwaarden en/of overeenkomsten beoordelen. Verwerk de algemene voorwaarden in jouw offerte, dan hebben jouw klanten altijd een exemplaar. Overeenkomsten hebben waarde als deze zijn ondertekend, zorg dan ook voor alle benodigde handtekeningen. Bestaat een overeenkomst uit meerdere pagina’s, laat dan de andere partij alle pagina’s paraferen. Versie oktober 2014 4 Administratie Iedere ondernemer is wettelijk verplicht om een goede administratie op te zetten en bij te houden. Een administratie helpt om inzicht te behouden in de onderneming. In één oogopslag is bijvoorbeeld te zien, hoeveel omzet is behaald of welke debiteuren wel of juist niet hebben betaald. De administratie is vervolgens ook de basis voor de jaarrekening en belastingaangiften, zoals de periodieke aangifte omzetbelasting. Alle uitgaven, ontvangsten, kosten en opbrengsten moeten worden geregistreerd. Dit noemen we een boekhouding of financiële administratie. Een boekhouding kan je op papier voeren. Tegenwoordig is het echter gebruikelijk om deze elektronisch te voeren aan de hand van een daarvoor bestemd financieel softwarepakket. Alle gegevens die je vastlegt op papier of in elektronische vorm, horen bij jouw administratie. Voorbeelden hiervan zijn: kasadministratie (ook kladaantekeningen) en kassabonnen, financiële aantekeningen, zoals het inkoop- en verkoopboek, tussentijds gemaakte controleberekeningen,ontvangen facturen en kopieën van verzonden facturen, bankafschriften, contracten, overeenkomsten en andere afspraken, agenda's en afsprakenboeken, correspondentie, afdrukken uit de financiële administratie zoals het grootboek, de loonadministratie, de voorraadadministratie, software en databestanden. Ook de kilometeradministratie en de urenregistratie behoren tot jouw administratie. Deze zijn belangrijk in verband met sommige aftrekposten voor de inkomstenbelasting. De samenhang tussen de afzonderlijke onderdelen moet natuurlijk kloppen; de afspraken in jouw agenda sluiten aan bij de urenregistratie, de reistijd met de gereden zakelijke kilometers. Iedere ondernemer is wettelijk verplicht zijn administratie 7 jaar te bewaren (fiscale bewaarplicht). Bezit jouw onderneming onroerend goed, dan bedraagt deze termijn 10 jaar. Veel van de gegevens, die nodig zijn voor het uitoefenen van een bedrijf, worden allereerst elektronisch vastgelegd. Het gaat hierbij niet alleen om de bestanden van de financiële administratie, maar ook bijvoorbeeld om de zakelijke agenda, die je bijhoudt met jouw mobiele telefoon en een kassasysteem. Een steeds groter deel van de administratie, maar ook delen van het bedrijfsproces (bijvoorbeeld de verkoop via een webwinkel) gaan via internet of worden bewaard in de cloud. Ook als je de gegevens, direct of later, op papier afdrukt, moet je ze elektronisch blijven bewaren. Als de administratie niet volledig is, niet binnen een redelijke termijn te controleren is of niet bewaard is gebleven, kan dat vervelende gevolgen hebben. De belastingdienst kan dan zelf jouw omzet en winst vaststellen en op basis daarvan de belasting berekenen. Facturering en factuurvereisten Voor de factureringsverplichting maakt het verschil of je prestaties verricht voor ondernemers of voor particulieren. De factureringsverplichting geldt in principe altijd als je goederen levert of diensten verleent aan ondernemers. Dus ook als het ondernemers zijn, die van BTW vrijgestelde prestaties verrichten, of ondernemers, die vallen onder de kleine ondernemersregeling. Je moet ook altijd factureren aan een rechtspersoon, die geen ondernemer is. Denk bijvoorbeeld aan een gemeente, vereniging of stichting. De factureringsverplichting geldt in principe niet als je prestaties verricht voor particulieren. De facturen die je uitreikt, moeten voldoen aan de wettelijke eisen. Als jouw facturen niet aan deze eisen voldoen, is het mogelijk dat jouw afnemer geen recht heeft op aftrek van BTW. Op jouw facturen vermeld je in ieder geval de volgende basisgegevens: een opeenvolgend (uniek) factuurnummer de datum van uitreiking van de factuur jouw naam en het adres van de onderneming jouw BTW-identificatienummer jouw KvK-nummer naam en adres van de afnemer (degene aan wie de levering wordt verricht of de dienst wordt verleend) een duidelijke omschrijving van de geleverde goederen of de verleende dienst de hoeveelheid (of omvang) en aard van de geleverde goederen of de verleende dienst Versie oktober 2014 5 de datum waarop de levering of de dienst wordt verricht of is voltooid, of de datum van vooruitbetaling voor zover deze datum verschilt van de uitreikdatumvan de factuur het bedrag dat je in rekening brengt, exclusief BTW het toegepaste BTW-tarief het BTW-bedrag in euro's. In een aantal gevallen dienen ook de volgende zaken vermeld te worden, denk hierbij aan: in geval van een verlegging van de heffing of in geval van verkoop binnen de EU met toepassing van het 0%-tarief: het BTW-identificatienummer van de afnemer aan wie de levering of de dienst is verricht. in geval van een vrijstelling, een intracommunautaire levering waarop het 0%-tarief van toepassing is, bij een verlegging van de heffing, bij de toepassing van de margeregeling een vermelding van de toepasselijkheid van deze regeling. de gegevens die nodig zijn om te bepalen of een vervoermiddel een nieuw vervoermiddel is (bijvoorbeeld een kentekenbewijs). de vergoeding met betrekking tot elk tarief of elke vrijstelling, de eenheidsprijs, de eventuele vooruitbetalingen en andere kortingen, die nog niet in de eenheidsprijs zijn begrepen. als de belasting wordt voldaan door een fiscaal vertegenwoordiger: zijn naam, adres en BTW-identificatienummer. Een digitale factuur moet aan dezelfde eisen voldoen als een papieren factuur. De afnemer moet wel akkoord gaan met het ontvangen van een digitale factuur. De factuur dien je uit te reiken vóór de 15e dag na de maand, waarin je de levering of de dienst hebt verricht. Als vooruitbetalingen zijn afgesproken, moet je voor de opeisbaarheid van elke vooruitbetaling een aparte factuur uitreiken. De factuurdatum is van belang voor de aangifte omzetbelasting. Een correctie van een factuur met ten onrechte in rekening gebrachte omzetbelasting vindt plaats door terugname van de onjuiste factuur, eventueel met uitreiking van een nieuwe factuur, danwel aanvulling middels een creditfactuur, zodat samen met de onjuiste factuur wel sprake is van een voorgeschreven factuur. De nieuwe factuur of creditfactuur moet voorzien zijn van een duidelijke verwijzing naar de onjuiste factuur. Aftrekbare kosten Aftrekbare kosten zijn uiteraard kosten, die ten behoeve van de onderneming worden gemaakt. De vraag of kosten aftrekbaar zijn, is uiteraard afhankelijk van de activiteiten van de onderneming. Sommige kosten zijn maar gedeeltelijk aftrekbaar, omdat de fiscus heeft bepaald dat aan deze uitgaven ook een privévoordeel/-gebruik met zich mee brengen, bijvoorbeeld dinerkosten. Sommige kosten zijn geheel van aftrek uitgesloten, bijvoorbeeld kleding of boetes. Voor veel kostensoorten heeft de fiscus aparte regelingen opgesteld, zoals voor de kosten van de werkruimte en autokosten. Naast de aftrekbaarheid van kosten voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting, speelt ook de aftrekbaarheid voor de omzetbelasting mee. Niet alle omzetbelasting in kosten is als voorheffing terug te vragen. Zakelijke kosten in de ogen van de belastingdienst Bij de beoordeling van de vraag of kosten aftrekbaar zijn, let de belastingdienst op het motief waarmee de kosten zijn gemaakt. Als duidelijk is, dat je de kosten volledig hebt gemaakt voor de zakelijke belangen van de onderneming, worden de kosten als aftrekpost geaccepteerd. Je bent als ondernemer vrij om te bepalen, welke kosten je voor de onderneming maakt en hoeveel. De belastingdienst bemoeit zich daar gewoonlijk niet mee. Alleen als de kosten vergeleken met de zakelijke belangen erg hoog zijn, kan de belastingdienst ingrijpen: er mag dan worden getoetst of er tussen die twee nog wel een redelijke verhouding is. Kosten gemaakt in de aanloopfase Alle kosten die je uit zakelijk oogpunt voor een onderneming hebt gemaakt, zijn aftrekbaar. Daaronder vallen ook kosten, die zijn gemaakt met de duidelijke bedoeling om een onderneming tot stand te brengen: kosten dus die je hebt gemaakt voordat de onderneming van start ging. Denk bijvoorbeeld aan marktverkenning en ingewonnen adviezen. Als de belastingdienst je eenmaal als ondernemer beschouwt, kan je onder bepaalde voorwaarden ook de BTW, die je hebt betaald, als voorbelasting aftrekken in de aangifte omzetbelasting. Versie oktober 2014 6 Houd in de aanloopfase een registratie bij van de uren, die je aan de toekomstige onderneming besteedt. Je kan het aantal uren, dat je vóór jouw aanmelding als ondernemer aan de onderneming besteedt, meetellen voor het minimumaantal benodigde uren voor bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek. Vergoedingen Zakelijke kosten kan je helemaal aftrekken van de opbrengsten. Eventuele vergoedingen die je voor de kosten hebt ontvangen, moet je bij de opbrengsten tellen. Kosten met gemengd karakter Niet alle kosten, die je voor de onderneming maakt, zijn in de ogen van de fiscus aftrekbare kosten. Sommige uitgaven worden deels gecorrigeerd, omdat deze uitgaven in de ogen van de belastingdienst een gemengd karakter/privé element hebben. Over sommige kosten heeft de belastingdienst expliciet uitgesproken, dat deze kosten niet aftrekbaar zijn. Er wordt onderscheid gemaakt in de kosten voor alle ondernemers en een aanvulling hierop met kosten van de IBondernemers. Niet aftrekbare kosten ongeacht de persoon Het gaat om kosten en lasten in verband met: het voeren van een zekere staat Let op! Kosten van lidmaatschap van een golfclub kunnen kwantificeren als standsuitgaven vaartuigen voor representatieve doeleinden geldboeten opgelegd door Nederlandse strafrechter misdrijven waarvoor de belastingplichtige is veroordeeld misdrijven waarvoor een strafbeschikking onherroepelijk is geworden wapens en munitie dieren, die vanwege agressie niet mogen worden gehouden giften, beloften of diensten als blijkt dat er sprake is van een strafbaar feit oftewel omkoping belastingen Beperkt aftrekbaar, ongeacht de persoon Het gaat om kosten en lasten van: voedsel, drank en genotmiddelen (toelichting 1) representatie, waaronder recepties, feestelijke bijeenkomsten en vermaak (toelichting 2) congressen, seminars, symposia, excursies, studiereizen en dergelijke (toelichting 3) reizen en verblijf in verband met bovenstaande posten Algemeen: In beginsel geldt dat deze kosten voor een forfaitair bedrag van € 4.400 niet in aftrek komen. Er kan echter gekozen worden voor een beperking van de aftrek door de beperking te nemen van 26,5%. Bovenstaande kosten zijn wel geheel aftrekbaar, wanneer de onderneming gericht is op het vervaardigen of het verhandelen van tot die posten behorende goederen of diensten, die deel uitmaken van de omzet. Voorbeeld hiervan is een onderneming biedt vakcursussen aan en voor één prijs was ook de lunch inbegrepen. De aftrekbeperking is niet van toepassing op de aankoop van de lunch. Toelichting 1: Wanneer het voedsel, de drank en de genotsmiddelen al worden belast in de loonheffing, geldt de aftrekbeperking niet. Toelichting 2: De regels voor de aftrekbeperking voor representatiekosten gelden ook de relatiegeschenken (al dan niet in contanten). Onder de feestelijke bijeenkomsten worden ook verstaan personeelsfeesten, nieuwjaarsontbijt of een bedrijfsfeestje bij een x-jarig bestaan van de onderneming. Wat is nu het verschil tussen relatiegeschenken, representatiekosten en reclamekosten? Reclamekosten zijn namelijk geheel aftrekbaar. Het antwoord zit in de bestemming van het geschenk en het doel van het verstrekken ervan. Reclamekosten hebben de volgende kenmerken: uitsluitend gericht op algemene naamsbekendheid met onpersoonlijk karakter met het enige doel: directe verkoopbevordering Voorbeelden hiervan zijn pennen, sleutelhangers met logo of snoepjes in de winkel. Geschenken, die worden gegeven met de bedoeling om, naast verkoopbevordering, een goede relatie met de ontvanger op de bouwen en te onderhouden, worden gezien als relatiegeschenk. Versie oktober 2014 7 Bij geschenken, die worden gegeven niet gericht op directe verkoopbevordering, maar op het onderhouden van een goede relatie met de cliënt, dus op indirecte verkoopbevordering, dan is er sprake van representatiekosten. Een voorbeeld hiervan is het verzenden van agenda’s (met logo) naar bestaande relaties. Let op! Het verstrekken aan klanten van cadeaus bij het behalen van een bepaalde omzet, zijn geen relatiegeschenken, maar omzetbonussen, welke niet in aftrek zijn beperkt. Kosten van sponsoring worden niet gezien als representatiekosten en zijn dus in beginsel volledig aftrekbaar. Toelichting 3: Denk dan aan evenementen, die kortstondig zijn en voor de deelnemers een vrijblijvend karakter hebben. Kosten van vakcursussen en bedrijfsopleidingen (met examen of verwerven van een afgeronde hoeveelheid kennis of vaardigheden) zijn 100% aftrekbaar. Vakbeurzen bezoeken is geheel aftrekbaar, omdat gerichte informatieverstrekking op de voorgrond staat. Niet aftrekbare kosten van de IB-ondernemer Het gaat om kosten en lasten in verband met: de werkruimte telefoonabonnementen (toelichting 4) literatuur, natuurlijk wel vakliteratuur kleding en zonnebrillen (toelichting 5) persoonlijke verzorging (toelichting 5) inkomensafhankelijke bijdrage ZVW reis- en verblijfkosten voor cursussen en opleidingen, indien > € 1.500 apparaten en instrumenten (toelichting 6) vergoeding voor arbeid van de meewerkende partner, indien < € 5.000 (toelichting 7) loonbelasting en premies volksverzekeringen premies voor buitenlandse verzekeringen vergelijkbaar met Nederlandse volksverzekeringen rente in verband met erfrechtelijke overbedelingsschulden Toelichting 4: Kosten en lasten die verband houden met een telefoonabonnement die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op telefoonaansluitingen in de woonruimte, zijn niet aftrekbaar, ongeacht of de woning tot het ondernemingsvermogen hoort. Gesprekskosten en kosten van het toestel of de telefooninstallatie zijn niet uitgesloten van aftrek, net als de kosten van abonnementen voor mobiele telefoons zijn deze kosten geheel aftrekbaar. Toelichting 5: Deze kosten zijn wel 100% aftrekbaar bij presentatoren, fotomodellen en beroepssporters. Andere ondernemers hebben alleen gehele aftrek van ‘gewone’ kleding wanneer deze voorzien is van een bedrijfslogo van minimaal 70 cm2. Werkkleding zoals de overall van de schilder, de schoenen met metalen neuzen van de bouwers zijn natuurlijk altijd geheel aftrekbaar. Toelichting 6: Niet aftrekbaar zijn kosten en lasten in verband met het tot het privé vermogen behorende of in privé gehuurde muziekinstrumenten, geluidsapparatuur, gereedschappen, computers en dergelijke. Let op! Maak bij de aanschaf van deze apparaten de keuze of het apparaat zakelijk of privé gekocht wordt. Toelichting 7: Als de vergoeding aan een meewerkende partner lager is dan € 5.000, is deze niet aftrekbaar als kostenpost in de onderneming. De partner hoeft het bedrag ook niet aan te geven als ROW of als loon. Let op! Werkt jouw partner mee in de onderneming, registreer de gewerkte uren van jouw partner, wellicht kom je in aanmerking voor de meewerkaftrek. Beperkt aftrekbare kosten voor de IB-ondernemer Het gaat om kosten en lasten met betrekking tot de belastingplichtige zelf: verhuiskosten naar andere woonruimte (toelichting 8) huisvesting buiten de woonplaats, voor maximaal twee jaar gebruik van tot het privé vermogen behorende of in privé gehuurde vervoermiddelen gebruik van tot het privé vermogen behorende of in privé gehuurde bezitting (toelichting 9) Toelichting 8: De ondernemer mag als kosten voor een verhuizing naar een andere woonruimte, de kosten van het overbrengen van de inboedel aftrekken, vermeerderd met € 7.750 (forfait). De verhuizing moet in het kader van de onderneming plaatsvinden. Toelichting 9: Het gaat hier om bedrijfsmiddelen die op grond van de vermogensetiketteringsregels tot het keuzevermogen behoren en als privévermogen zijn aangemerkt. Versie oktober 2014 8 Ten laste van de winst kan worden gebracht de gebruikersvergoeding, zijnde 4% van de waarde in box 3. Voorbeeld: 50% van de privé (afzonderlijke) garage wordt voor de onderneming gebruikt, aftrekbaar is dan: 50% van € 25.000 (waarde garage) * 4% = € 500. Ook mag een evenredig deel van de overige kosten worden toegerekend, denk aan kosten voor verzekering, OZB (gebruikersdeel) en eventueel gas-, water- en/of elektriciteitskosten. Investeringen Bedrijfsmiddelen heb je nodig om producten te kunnen maken of om diensten te kunnen verlenen. Bij investeren moet je denken aan het aanschaffen van machines, transportmiddelen, gereedschappen, inventaris en dergelijke. Maar ook goodwill of vergunningen kun je beschouwen als investeringen. Een investering is een uitgave aan een bedrijfsmiddel, die meerdere jaren meegaat in de onderneming met een minimale waarde van € 450 exclusief omzetbelasting. Het verschil tussen investeringen en kosten is, dat de uitgave van de kosten in het betreffende jaar, ten laste van de winst wordt gebracht, de uitgave van de investering wordt over meerdere jaren verspreid, oftewel afgeschreven. Voor het berekenen van de afschrijving en voor de diverse investeringsregelingen is het van belang om te weten wat precies het bedrag is, dat je hebt geïnvesteerd in een bedrijfsmiddel. Als je een bedrijfsmiddel aanschaft, vallen onder de aanschafkosten: de aanschafprijs of voortbrengingskosten de aankoopkosten (zoals bijvoorbeeld de notariskosten bij aankoop van onroerend goed) de installatiekosten en de kosten van het bedrijfsklaar maken Ontvangen kortingen en subsidies verminderen de aanschafprijs, ook als je de korting of subsidie achteraf krijgt. Als je een bedrijfsmiddel voortbrengt (zelf maakt), bestaan de voortbrengingskosten uit de kosten voor inzet van eigen personeel, de materialen, en de werkzaamheden die derden voor jou uitvoeren. Auto: privé of zakelijk Bij de start van jouw onderneming sta je voor de keuze: of je houdt jouw auto privé, of je beslist op dat moment, dat jouw auto een zakelijke auto wordt. Iedere keer dat jij een andere auto koopt, kan deze keuze gemaakt worden. Auto is privévermogen Wanneer je met jouw privéauto zakelijke ritten maakt, kunt je € 0,19 per kilometer als bedrijfskosten opvoeren. Verder zijn er geen bedrijfskosten. Deze € 0,19 dekt derhalve alle kosten, die je voor de auto maakt, denk aan brandstof, onderhoud, verzekeringen. Ook dekt dit forfaitaire bedrag de parkeerkosten. Het is belangrijk om alle zakelijke kilometers te registreren. Niet alleen de ritten naar jouw klanten, maar ook de gereden kilometers van een bezoek aan de bank, het doen van inkopen of het volgen van een cursus. Naast de € 0,19 per kilometer mag je 100% van de BTW op brandstof en onderhoud aan deze auto zakelijk verrekenen. De verplichting is wel aanwezig dat jij kan aantonen dat jouw onderneming deze uitgaven heeft gedaan. Betaal deze uitgaven via jouw zakelijke bankrekening. Daar staat wel tegenover dat bij de laatste aangifte van het boekjaar 1,5% van de oorspronkelijke cataloguswaarde van de auto als BTW correctie wordt meegenomen. Deze correctie is nooit hoger dan de werkelijke betaalde bedragen aan BTW. Auto is zakelijk vermogen Je kan er ook voor kiezen om de auto als bedrijfsvermogen te bestempelen. In dat geval zijn alle kosten, inclusief de afschrijving, aftrekbaar binnen de onderneming. Voor alle gereden privé kilometers, die niet geregistreerd zijn, is de bijtelling in het leven geroepen. Hoeveel je moet verrekenen, hangt af van de waarde van de auto, de CO2-uitstoot en van het moment, waarop de auto voor het eerst in gebruik is genomen. In het algemeen geldt dat je 25% van de oorspronkelijke cataloguswaarde van de auto moet verrekenen met de autokosten. Er gelden lagere percentages voor auto’s met een lage CO2-uitstoot. En bij auto’s die ouder zijn dan 15 jaar is de bijtelling 35% van de waarde in het economisch verkeer, zijnde de dagwaarde. De uitstootgrenzen worden jaarlijks vastgesteld. De site van de belastingdienst geeft de overzichten van de vastgestelde percentages. Alleen als je met een rittenregistratie kunt aantonen, dat op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé is gereden, hoef je niets te verrekenen. Gebruik je een rittenregistratiesysteem met het Keurmerk RitRegistratieSystemen, dan gaat de belastingdienst er vanuit dat de rittenregistratie sluitend is. De belastingdienst kan nog wel een controle instellen en onderzoeken of een rit zakelijk of privé is. Versie oktober 2014 9 Wanneer de auto gekocht is als ondernemingsvermogen dat mag de BTW op de aankoop geheel teruggevraagd worden. Ook de BTW op de tankbonnen en het onderhoud kan periodiek verrekend worden. Jaarlijks dient je 2,7% van de cataloguswaarde in jouw aangifte BTW te corrigeren en af te dragen. Deze correctie is wel een kostenpost voor de onderneming. Heeft de auto de leeftijd van vijf jaar bereikt, dan bedraagt de jaarlijkse correctie op de BTW geen 2,7% maar 1,5% van de cataloguswaarde. Let op! Deze BTW correctie kan wél hoger zijn dan de BTW die je betaald hebt aan autokosten gedurende het gehele jaar. Tips: Werk de urenregistratie en de kilometerregistratie per dag bij. Je bent snel vergeten wat je hebt gedaan of waar je bent geweest. Ontvang je een bon of factuur die niet aan jou is gericht, vraag een factuur met de tenaamstelling van jouw onderneming. Aan een ‘pinbon’ heb je administratief niets. Reis je veel met het openbaar vervoer, maak dan tijdig een uitdraai van de transacties. Hierop kunnen de zakelijke ritten worden aangegeven. Moet je meerdere investeringen doen, probeer zoveel mogelijk deze investeringen te combineren in één kalenderjaar. De grens voor de fiscale tegemoetkoming is € 2.300 (jaar 2014). BTW of omzetbelasting Met de termen omzetbelasting en BTW (oftewel ‘belasting over de toegevoegde waarde’) wordt precies hetzelfde bedoeld. De twee termen kunnen door elkaar gebruikt worden. Het systeem van de omzetbelasting is erop gericht, dat de uiteindelijke gebruiker van een product of dienst de BTW betaalt. Daarom noemen we de omzetbelasting ook wel een verbruiksbelasting. Het ondernemersbegrip voor de BTW is anders dan dat voor de IB: het is ruimer. Je bent ondernemer voor de BTW als je structureel, zelfstandig een bedrijf of een beroep uitoefent. Daarbij is het niet van belang of je met jouw bedrijf of beroep winst maakt of wil behalen. Ook personen met nevenwerkzaamheden kunnen BTW-plichtig zijn als zij deze werkzaamheden regelmatig uitvoeren. We kunnen dus stellen dat iedere ondernemer voor de inkomstenbelasting (IB) ook ondernemer voor de BTW is. Af te dragen omzetbelasting In beginsel ben jij over elke vergoeding die je in rekening brengt aan anderen, het hoge BTW-tarief verschuldigd. Een aantal activiteiten en branches zijn echter vrijgesteld van omzetbelasting, bijvoorbeeld docenten (ingeschreven in het CRKBO) en schrijvers. Ook bepaalde activiteiten van zorgverleners zijn vrijgesteld. Sommige diensten en producten vallen onder het lage tarief, bijvoorbeeld etenswaren en het buitenschilderwerk van woningen ouder dan 2 jaar. Ook zijn er voor bepaalde branches aparte regelingen, denk daarbij aan de verkoop van onroerende goederen, de margeregeling bij tweedehands auto’s en de verleggingsregeling bij onderaanneming. Als je zaken doet met afnemers buiten de EU, pas je het 0%-tarief toe, maar soms is de prestatie helemaal niet in Nederland belast. Doe je zaken met afnemers binnen de EU dan mag je de BTW verleggen. Met andere woorden: de BTW-wetgeving is vrij complex en te uitvoerig om hier in detail te behandelen. Voor meer informatie over de vrijstellingen, speciale regelingen en de toepassing van de verschillende tarieven verwijzen wij naar de site van de belastingdienst. Van de belastingdienst ontvang je automatisch een BTW-nummer. Je bent verplicht periodiek, meestal na afloop van het kwartaal, aangifte omzetbelasting te doen en verschuldigde omzetbelasting af te dragen. In deze aangifte geef je jouw omzet en de hierover verschuldigde omzetbelasting aan. De BTW in inkopen en kosten (we noemen dit voorbelasting) mag je hierop in mindering brengen. Als je zaken doet met het buitenland geef je dat ook apart aan. Verricht jij diensten of verkoop jij producten aan buitenlandse afnemers binnen de EU, dan moet je tevens een aangifte ICP (intracommunautaire prestaties) doen. Let op! De omzet volgens de aangifte ICP moet uiteraard overeenkomen met het bedrag wat in de aangifte BTW vermeld staat. Versie oktober 2014 10 Voor de omzetbelasting is de factuurdatum van belang, niet de betaaldatum. Je geeft de omzet dus op in het tijdvak, waarin de factuurdatum ligt. Het kan dus zijn dat je omzetbelasting afdraagt over facturen, die je nog niet hebt ontvangen. Als je een voorschot op een factuur ontvangt, ben je BTW verschuldigd, ook al heb je nog geen factuur gemaakt. Voorbelasting In principe is het zo, dat je alle BTW in inkoopfacturen terug mag vragen. Je kunt echter alleen BTW aftrekken over zakelijke uitgaven, waarvoor je een juiste factuur met de juiste tenaamstelling ontvangt. Zie de factuurregels. In een aantal situaties is het toch toegestaan om de BTW terug te vragen zonder dat deze op naam is gesteld, namelijk bij brandstofbonnen, mits herleidbaar naar de ondernemer. Betaal daarom brandstof met jouw zakelijke pinpas, creditcard of tankpas. Ook kosten van openbaar vervoer en taxivervoer hoeven niet op naam te worden gesteld; het vervoersbewijs geldt als factuur. In een aantal gevallen is de aftrek van de voorbelasting niet of slechts gedeeltelijk toegestaan, bijvoorbeeld als je zowel belaste omzet als vrijgestelde omzet hebt. Alleen de BTW voor kosten die je maakt voor belaste omzet is aftrekbaar; de BTW toe te rekenen aan vrijgestelde omzet is niet terug te vragen. De BTW in algemene kosten (niet specifiek toe te rekenen aan belaste of vrijgestelde omzet) mag je terugvragen naar verhouding. De BTW in investeringen moet je jaarlijks herzien. Ook voor uitgaven in de horeca gelden aparte regels. De BTW in uitgaven voor eten en drinken in een horecagelegenheid is niet aftrekbaar. Uitzondering hierop zijn zakelijke overnachtigingskosten. De BTW in relatiegeschenken is alleen aftrekbaar als de ontvanger recht heeft op BTW-aftrek én de waarde van de geschenken jaarlijks onder het drempelbedrag van € 227 (exclusief BTW) per ontvanger per boekjaar blijft. Auto en privégebruik Koop je een auto die je zakelijk en privé wilt gebruiken? Dan moet je kiezen of je deze tot jouw bedrijfs- of jouw privévermogen rekent. Dit is van belang voor de BTW-aftrek bij de aanschaf. Ook heeft de keuze gevolgen als je de auto weer wilt verkopen. Reken je de auto volledig tot het bedrijfsvermogen? Dan kun je de BTW over de aanschaf, het onderhoud en het gebruik als voorbelasting aftrekken. Gebruik je de auto ook privé, dan moet je over het privégebruik BTW betalen. Dit doe je door in het laatste tijdvak van het jaar 2,7% of 1,5% (als de auto 5 jaar of ouder is) van de oorspronkelijke cataloguswaarde in de aangifte omzetbelasting als privégebruik aan te geven en af te dragen. Heb je een privéauto en gebruik je deze ook voor jouw onderneming? Dan mag je de BTW over het onderhoud en gebruik aftrekken. In het laatst tijdvak van het jaar, meld je vervolgens het privégebruik door 1,5% van de oorspronkelijke cataloguswaarde aan te geven en af te dragen. De correctie is in dit geval echter niet hoger dan de werkelijke voorbelasting over het onderhoud en gebruik. Let op! De percentages voor het privégebruik zijn forfaitaire bedragen. Het is ook mogelijk om de voorheffing op basis van de werkelijke verhouding privé/zakelijk te corrigeren. Dit moet je echter wel bewijzen door middel van een sluitende kilometeradministratie. Kleine ondernemersregeling en ontheffing Heb jij een in Nederland gevestigde IB-onderneming en moet je in een jaar minder dan € 1.883 BTW betalen? Dan kun je in aanmerking komen voor belastingvermindering op basis van de kleine ondernemersregeling. Als je minder dan € 1.345 aan BTW moet betalen, hoef je zelfs geen belasting te betalen. De belastingvermindering moet je echter wel bij jouw winst optellen; je betaalt dus wel IB over de belastingvermindering. BV’s kunnen geen gebruik maken van de kleine ondernemersregeling. Ook zijn er specifieke regels bij verhuur van onroerend goed, de verleggingsregeling bij onderaanneming en als een buitenlandse leverancier de BTW aan jou heeft verlegd. De kleine ondernemersregeling bereken je over het hele jaar en verwerk je in de laatste aangifte van het jaar. Gedurende het jaar mag je al wel een voorlopige vermindering vragen. De hoogte van deze schatting kun je terugvinden op de site van de belastingdienst. Verwacht je altijd onder de grens van € 1.345 te blijven, kun je ook ontheffing vragen voor het doen van aangifte omzetbelasting. Je mag dan geen BTW rekenen op jouw verkoopfacturen. Versie oktober 2014 11 Tips: Ben je docent in het beroepsonderwijs? Schrijf je dan in bij het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs (CRKBO) om gebruik te mogen maken van onderwijsvrijstelling. Aan opdrachtgevers gedeclareerde kilometers maken deel uit van de vergoeding waarover je BTW verschuldigd bent! Print de BTW-aangifte uit wanneer jezelf de aangifte verzorgt via het inloggen bij de belastingdienst. Je krijgt maar één keer de mogelijkheid. Koop je een product in een EU-land? Dan is de verleggingsregeling van toepassing. Verstrek de verkoper jouw BTW-nummer, dan berekent hij geen buitenlandse BTW. Betaal je toch buitenlandse BTW dan kun je deze terugvragen via de Nederlandse belastingdienst. Deze heeft hiervoor een speciale internetsite. Verkoop je een product aan een ondernemer binnen de EU (niet Nederland)? Dan pas je zelf ook de verleggingsregeling toe. Vermeld het BTW-nummer van jouw afnemer op de factuur en controleer deze ook. Heb je een auto? Vergeet dan niet in het laatste tijdvak ook de BTW over het privégebruik van de auto aan te geven. Naast de correctie voor het privégebruik van de auto, moet je ook een correctie maken voor overige zaken, die je ook privé gebruikt, denk aan de telefoon. Verricht je deels vrijgestelde prestaties en deels belaste prestaties? Dan mag je niet alle voorheffing terugvragen. De voorheffing dien je bij de aangifte over het laatste tijdvak te herrekenen volgens specifieke regels. De belastingdienst stuurt geen aangiftebiljet meer. Je kunt echter wel een SMS-alert aanvragen. Stuur dan een e-mail naar [email protected]. Vermeld hierin jouw mobiele telefoonnummer en BTW-nummer. Jaarrekening Iedere rechtspersoon dient jaarlijks een jaarrekening samen te stellen. Een jaarrekening is een overzicht waaruit de bezittingen en schulden aan het einde van het boekjaar én de in het boekjaar behaalde resultaten blijken. Het is het financiële verslag over een jaar van de onderneming. De jaarrekening sluit aan op de financiële administratie, welke weer aansluit op alle afzonderlijke facturen en bonnen. Een jaarrekening bestaat uit: balans winst- en verliesrekening toelichting op beide bovengenoemde onderdelen overige informatie Een balans is een momentopname van de bezittingen en schulden van de onderneming, vaak per 31 december, met als sluitpost het eigen vermogen. Een winst- en verliesrekening vertelt wat de omzet en kosten van de onderneming zijn over een bepaalde periode. De overige informatie kan bestaan uit een verslag van de directie, de accountantsverklaring en de winstbestemming. Een jaarrekening van een rechtspersoon dient te voldoen aan wettelijke verslaggevingsregels (boek 2, titel 9 van het burgerlijk wetboek). Een kleine rechtspersoon dient tevens jaarlijks een verkorte versie van de jaarrekening (de publicatiestukken) te deponeren bij de KvK. Enkele kleine rechtspersonen zijn ontheven van de publicatieplicht, zoals stichtingen en verenigingen. Een ondernemer/natuurlijk persoon heeft geen verplichting tot de opmaak van een jaarrekening, maar dient wel een opzet van de omzet en kosten op te maken voor de belastingdienst. Een jaarrekening van een natuurlijk persoon wordt daarom veelal opgesteld volgens fiscale regels. De jaarstukken worden vervolgens verwerkt in de aangiften inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Versie oktober 2014 12 De jaarrekening is niet alleen voor de fiscus en de Kamer van Koophandel. Je kan intern een jaarrekening gebruiken om de resultaten van verschillende jaren van jouw onderneming met elkaar te vergelijken of juist met de cijfers van branchegenoten. Ook kunnen de cijfers uit de winst- en verliesrekening afgezet worden tegenover een (taakstellende) begroting. Wanneer je een financiering wenst, voor de zaak of privé, zal de financier graag de cijfers van de afgelopen jaren willen inzien. Financiers wensen dan jaarrekeningen en de aangiften inkomstenbelasting. Inkomstenbelasting De inkomstenbelasting maakt onderscheid tussen verschillende boxen met elk een eigen tarief. Box 1: inkomen uit werk en woning, progressief belast,waarbij de hoogte van het tarief (van 32% - 52%) afhankelijk is van verschillende schijven; Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang, 25%; Box 3: inkomen uit vermogen, 1,2%. Iedere ondernemer heeft te maken met inkomstenbelasting, ook de ondernemer met een BV. Zijn loon is namelijk belast in box 1 van de aangifte inkomstenbelasting. Bij overige inkomsten uit de BV, waaronder een dividenduitkering, komt box 2 heffing om de hoek kijken. Hieronder benoemen we alleen de punten, die specifiek van belang zijn voor IB-ondernemers. De winst van IB-ondernemers wordt belast in box 1. Er zijn vele fiscale tegemoetkomingen voor IB-ondernemers, namelijk de zelfstandigenaftrek, startersaftrek, MKB-winstvrijstelling, speur- en ontwikkelingsaftrek (S&O) en de dotatie aan de oudedagsreserve (FOR). Voorwaarde voor het toepassen van de ondernemersfaciliteiten is het al dan niet voldoen aan het urencriterium. De verschuldigde belasting wordt berekend over de belastbare winst uit onderneming. Schematisch wordt deze als volgt bepaald: Winst volgens de jaarstukken van alle IB-ondernemingen € Bij: correcties op de winst zoals boetes en beperkt aftrekbare kosten € Af: investeringsaftrek / bij: desinvesteringsbijtelling Toelichting 1 € Toelichting 2 € zelfstandigenaftrek Toelichting 3 € startersaftrek Toelichting 4 € S&O-aftrek Toelichting 5 € Meewerkaftrek Toelichting 6 € Toelichting 7 € Fiscale winst voor toevoeging aan de oudedagsreserve Af: oudedagsreserve (FOR) Fiscale winst uit onderneming voor ondernemersaftrek Af: ondernemersaftrek: Fiscale winst uit onderneming na ondernemersaftrek Af: MKB-winstvrijstelling Belastbare winst uit onderneming € Let op! Bovenstaand overzicht is niet compleet. Minder voorkomende vrijstellingen en aftrekposten bij starters worden niet besproken. Versie oktober 2014 13 Toelichting 1:Investeringsaftrek Je kunt als ondernemer financieel voordeel behalen met een aantal investeringsregelingen. Er zijn 3 soorten investeringsaftrek, en er is de VAMIL-regeling. Iedere ondernemer in Nederland, die belastingplichtig is voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting, kan deze regelingen gebruiken. Je hoeft dus niet te voldoen aan het urencriterium. Je mag de investeringsaftrek claimen voor investeringen in het jaar dat je ‘de juridische verplichting’ bent aangegaan. Als je het bedrijfsmiddel nog niet in gebruik hebt genomen, is de investeringsaftrek beperkt tot het bedrag dat je hebt betaald. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek Als je investeert in bedrijfsmiddelen heb je wellicht recht op kleinschaligheidsaftrek. De aftrek wordt bepaald als een percentage van het totaalbedrag, dat je hebt geïnvesteerd. Elke investering moet duurder zijn dan € 450 exclusief omzetbelasting; het totaalbedrag van de investeringen moet hoger zijn dan € 2.300 exclusief omzetbelasting (2014) per ondernemer. Werk je bijvoorbeeld samen met iemand vanuit een VOF dan moet het totaalbedrag € 4.600 bedragen. Voor sommige investeringen hebt je geen recht op investeringsaftrek. Het gaat dan om bijvoorbeeld investeringen in woonhuizen, grond, dieren, personenauto’s, vaartuigen, effecten, vorderingen, goodwill en vergunningen. Ook mogen de bedrijfsmiddelen niet bestemd zijn voor verhuur of voor gebruik in het buitenland. Ook voor bedrijfsmiddelen die je vanuit privé overbrengt naar de onderneming heb je geen recht op investeringsaftrek. Milieu-investeringsaftrek, energieinvesteringsaftrek en VAMIL Je komt in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek of energie-investeringsaftrek als je hebt geïnvesteerd in nieuwe bedrijfsmiddelen, die het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Ministerie van Financiën hebben erkend als milieu-investeringen of als energieinvesteringen. Je mag voor hetzelfde bedrijfsmiddel niet zowel de milieu- als energie-investeringsaftrek toepassen. Bepaalde milieuvriendelijke investeringen komen ook in aanmerking voor de VAMIL-regeling (willekeurige afschrijving). Zie voor de lijst van bedrijfsmiddelen de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (rvo.nl), voorheen AgentschapNL Desinvesteringsbijtelling Als je een bedrijfsmiddel verkoopt of schenkt, waarvoor je in een van de vijf voorgaande jaren investeringsaftrek hebt toegepast? Dan kan het zijn dat je een deel van die aftrek moet terugbetalen. Dit gebeurt via de desinvesteringsbijtelling. Toelichting 2: Oudedagsreserve Voldoe je aan het urencriterium en heb je nog niet de AOW-leeftijd bereikt? Dan kunt je een deel van de winst toevoegen aan een oudedagsreserve. Deze toevoeging aan de reserve is aftrekbaar en dus feitelijk onbelast. De toevoeging is een percentage van de winst; de reserve mag niet hoger zijn dan het eigen vermogen van jouw onderneming. Een negatief eigen vermogen door hoge overboekingen naar privé en/of verliezen in voorgaande jaren, mag je niet toevoegen. Uitstel is geen afstel: in de toekomst moet je uiteraard wel belasting betalen over jouw oudedagsreserve. Als je bijvoorbeeld stopt met jouw onderneming, dan heb je de keuze om de opgebouwde oudedagsreserve om te zetten in een lijfrenteverzekering of bankspaarproduct, en dus af te storten aan een bank of verzekeringsmaatschappij. Deze omzetting is fiscaal niet belast of aftrekbaar; de maandelijkse uitkering uit de verzekering of geblokkeerde spaarrekening is hetgeen dat in de toekomst belast wordt. Wil je de oudedagsreserve niet afstorten en dus gewoon privé opnemen? Dan moet je belasting betalen in het jaar dat je stopt. Let op! Als je voor het tweede jaar het urencriterium niet behaalt, of als je de AOW-leeftijd bereikt, valt de oudedagsreserve ook vrij. Versie oktober 2014 14 Let op! Wil je eerder jouw opgebouwde oudedagsvoorziening afstorten dan in het jaar van staking? Dat kan: de oudedagsvoorziening neemt dan af met hetzelfde bedrag als de storting aan de bank of verzekeringsmaatschappij. Toelichting 3: Zelfstandigenaftrek Ben je ondernemer, voldoe je aan het urencriterium en heb je aan het begin van het kalenderjaar de AOW-leeftijd? Dan is de zelfstandigenaftrek ruim € 7.000. Heb je de AOW-leeftijd bereikt dan bedraagt de zelfstandigenaftrek 50% hiervan. De zelfstandigenaftrek bedraagt niet meer dan het bedrag van de fiscale winst vóór ondernemersaftrek. Als de winst te laag is om de zelfstandigenaftrek geheel toe te passen, mag je de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek verrekenen in de volgende 9 jaar. De winst moet in die jaren wel hoger zijn dan de zelfstandigenaftrek in die jaren. Ben je starter (je komt in aanmerking voor startersaftrek) dan geldt deze beperking niet; de belastbare winst kan daardoor negatief worden door toepassing van de zelfstandigenaftrek. Toelichting 4: Startersaftrek De eerste 5 jaar na de start van jouw onderneming ben je volgens de belastingdienst een starter. De zelfstandigenaftrek wordt dan verhoogd met een startersaftrek van ruim € 2.000. Je mag de startersaftrek in de eerste 5 jaar 3 keer toepassen. Toepassing van de startersaftrek is verplicht als je ook de zelfstandigenaftrek toepast, met andere woorden als je het urencriterium hebt behaald in dat jaar. Let op! Soms starten ondernemers een bedrijf naast een loondienstverband als bijverdienste. Het urencriterium wordt waarschijnlijk niet behaald. Geef dan jouw inkomsten uit die onderneming aan als ‘overige werkzaamheid’. Als je deze inkomsten namelijk aangeeft als winst uit onderneming (zonder toepassing van de ondernemersaftrek) geldt dat jaar al als 1e jaar voor de startersaftrek. Toelichting 5: S&O-aftrek Je krijgt de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk als je aan alle volgende voorwaarden voldoet: je bent ondernemer; je voldoet aan het urencriterium; je hebt een Speur- en ontwikkelingswerkverklaring van rvo.nl. Daarin staat dat jouw werkzaamheden onder speuren ontwikkelingswerk vallen. In deze verklaring staat ook welk bedrag je hiervoor kunt aftrekken; je besteedt zelf minimaal 500 uren aan erkend speur- en ontwikkelingswerk. Voor startende ondernemers wordt deze aftrek verhoogd. Meer informatie over speur- en ontwikkelingswerk vind je op www.rvo.nl Niet verwerkt in bovenstaande, is de aftrek voor Research & Development (RDA). Toelichting 6: Meewerkaftrek Je krijgt de meewerkaftrek als je aan de volgende voorwaarden voldoet: je bent ondernemer; je voldoet aan het urencriterium; jouw fiscale partner werkt 525 uren of meer zonder vergoeding in jouw onderneming, of de vergoeding die jij hiervoor betaalt is minder dan € 5.000. Gebruik de tabel meewerkaftrek om het bedrag te bepalen dat je mag aftrekken als meewerkaftrek. Toelichting 7:MKB-winstvrijstelling De MKB-winstvrijstelling is een aftrekpost op de winst. Je krijgt deze vrijstelling als je ondernemer bent, ongeacht het behalen van het urencriterium. De MKB-winstvrijstelling is een percentage van de fiscale winst na alle aftrekposten en vrijstellingen. In 2013 en 2014 bedraagt de MKB-winstvrijstelling 14% van de winst. Let op! De MKB-vrijstelling verlaagt de fiscale winst. Daardoor ben je minder belasting verschuldigd. Als de onderneming echter verlies lijdt, verkleint de MKB-vrijstelling het fiscale verlies. In dat geval is de vrijstelling dus nadelig Versie oktober 2014 15 Het urencriterium Om je als ondernemer voor de inkomstenbelasting te kwalificeren, wordt gekeken of je voldoet aan het urencriterium. Aan de hand daarvan wordt namelijk bepaald of jij genoeg tijd als ondernemer actief bent, om in aanmerking te komen voor bepaalde fiscale voordelen. Deze voordelen gelden als een soort compensatie voor het risico dat je als ondernemer loopt. Alleen als je het urencriterium hebt behaald, kun je gebruik maken van de volgende fiscale faciliteiten: de oudedagsreserve (FOR) de ondernemersaftrek (de zelfstandigenaftrek, startersaftrek, aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, de meewerkaftrek) Voorwaarden Voor het urencriterium moet je aan een tweetal voorwaarden voldoen: per kalenderjaar moet je minimaal 1225 uur besteden aan jouw onderneming. Heb je meerdere ondernemingen, dan tel je de daarvoor gewerkte uren bij elkaar op. Er wordt echter niet herrekend naar jaarbasis. Dus ook als jij later in het jaar begint, bijvoorbeeld omdat je starter bent, moet je nog steeds aan het minimaal vereiste aantal uren zien te komen. je moet meer dan 50% van uw totale arbeidstijd besteden aan jouw onderneming(en). De werkzaamheden, die jij verricht in bijvoorbeeld loondienst, mogen dus niet de overhand krijgen. Als je starter bent, hoef je niet te voldoen aan de eis dat meer dan 50% van de totale gewerkte tijd aan jouw onderneming(en) wordt besteed. Verder mag je natuurlijk de uren, die je hebt besteed aan het voorbereiden op de start, meerekenen. Welke werkzaamheden tellen mee? Alle directe en indirecte werkzaamheden die je verricht in het belang van jouw bedrijf vallen onder het urencriterium. Of deze werkzaamheden vanuit ondernemersoogpunt verstandig zijn, is daarbij niet van belang. Ook niet of ze productief zijn, of improductief. Jij bepaalt zelf hoe je jouw bedrijf runt, de belastingdienst mag niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten. Belangrijk is wel dat je de uren kunt verantwoorden aan de hand van een goede urenregistratie. De urenregistratie Je moet kunnen aantonen dat je daadwerkelijk aan het urencriterium hebt voldaan. Een goede urenadministratie is daarbij van essentieel belang. Dit kan in de vorm van een agenda of in een apart overzicht in bijvoorbeeld Excel. Let daarbij op het volgende: toetsbaar: de informatie moet zoveel mogelijk toetsbaar zijn, bijvoorbeeld aan de hand van treinkaartjes, (email) correspondentie of facturen. niet te algemeen: omschrijf de bestede uren zo specifiek mogelijk. een urenregistratie, die te algemeen en te globaal is, voldoet niet als bewijsmateriaal. Er moet een relatie gelegd kunnen worden tussen de genoteerde uren en de daarmee samenhangende werkzaamheden. Bij ziekte of zwangerschap Ziekte of arbeidsongeschiktheid gelden niet als verzachtende omstandigheid als je niet aan het benodigde aantal uren komt. Je mag dus alleen de uren meetellen die je daadwerkelijk hebt gewerkt, en niet de uren die je had kunnen werken. Als je start vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering geldt een versoepeld urencriterium: per kalenderjaar moet je minimaal 800 uur aan de onderneming besteden. Zwangerschap: als je het werk in jouw onderneming wegens zwangerschap onderbreekt, dan mag je voor een periode van zestien weken niet gewerkte uren meetellen alsof je deze wel had gewerkt op basis van het gemiddelde uit het verleden. Overige werkzaamheid Zijn jouw activiteiten nog beperkt en niet structureel, of is het niet aannemelijk, dat je winst gaat maken, dan is er geen sprake van een onderneming, maar van een overige werkzaamheid. De inkomsten uit deze werkzaamheid minus de aan de werkzaamheid toe te rekenen kosten geef je dan aan als ‘resultaat uit overige werkzaamheden’. Helaas zijn dan de speciale aftrekposten voor ondernemers niet van toepassing. Versie oktober 2014 16 Ook als de terbeschikkingstelling-regeling van toepassing is, geef je de inkomsten hieruit aan als ‘resultaat uit overige werkzaamheden’. Aanslag Inkomstenbelasting (IB) De belastbare winst uit onderneming wordt verwerkt in de aangifte inkomstenbelasting. In deze aangifte worden ook overige inkomensbestanddelen (looninkomsten) en aftrekposten, zoals de eigen woning en betaalde premies arbeidsongeschiktheidsverzekering, verwerkt. Uiteindelijk betaal je belasting over het verzamelinkomen. Bij werknemers wordt gedurende het jaar al een stukje inkomstenbelasting ingehouden in de vorm van loonbelasting (een component van de loonheffingen). Bij ondernemers wordt geen loonbelasting ingehouden, zij kunnen gedurende het jaar al een deel van de inkomstenbelasting betalen door het aanvragen van een voorlopige aanslag. Een voorlopige aanslag betaal je in termijnen gedurende het kalenderjaar en wordt achteraf verrekend met de werkelijk verschuldigde inkomstenbelasting. Een grote fout die startende ondernemers weleens maken is dat zij geen voorlopige aanslag betalen en dus achteraf een hoge aanslag inkomstenbelasting ontvangen. Soms legt de belastingdienst dan ook nog eens zelf een voorlopige aanslag voor het volgende jaar op. Als jij dan net al jouw liquide middelen hebt geïnvesteerd in jouw onderneming, kan dat grote problemen veroorzaken. Wij adviseren dan ook om een voorlopige aanslag aan te vragen, gebaseerd op een goede inschatting van jouw winst. Vraag je geen voorlopige aanslag aan, reserveer dan elke maand een deel van jouw omzet voor belastingen. Nog een valkuil is de voorlopige teruggaaf eigen woning. Deze teruggaaf is feitelijk niets anders dan een terugbetaling van door de werkgever teveel ingehouden loonbelasting. Als ondernemer betaal je geen loonbelasting dus kom je feitelijk niet in aanmerking voor de teruggaaf eigen woning. De aftrekpost eigen woning wordt natuurlijk wel verwerkt in de aangifte inkomstenbelasting en verlaagt de totaal verschuldigde inkomstenbelasting. Wij adviseren startende ondernemers om de teruggaaf in verband met de eigen woning voor zijn/haar aandeel stop te zetten. Doe je dit niet dan moet je hoogstwaarschijnlijk de gehele teruggaaf terugbetalen. Bijdrage ZVW Iedereen is de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW (Zorgverzekeringswet) verschuldigd. Werkgevers moeten deze bijdrage voor hun werknemers berekenen en afdragen via de aangifte loonheffingen. Ondernemers zijn deze bijdrage zelf verschuldigd. De heffing en betaling van deze bijdrage ZVW vindt op dezelfde manier plaats als de aanslag inkomstenbelasting; je ontvangt jaarlijks een voorlopige en definitieve aanslag. Middeling Ondernemers hebben vaak een variabel inkomen; het ene jaar heb je een hoog belastbaar inkomen en andere jaar een laag inkomen of zelfs verlies. Bij startende ondernemers zie je deze schommeling in inkomen nog duidelijker terug: het startjaar is vaak in vergelijking voorgaande of volgende jaren een stuk lager. Daardoor zou het kunnen zijn dat je in het ene jaar in de laagste belastingschijf valt en het jaar daarop in de hoogste schijf. Je betaalt dan waarschijnlijk meer belasting dan wanneer jouw inkomen gelijkmatig over jaren was verdeeld. Hiervoor bestaat de middelingsregeling: het verschil tussen de werkelijk betaalde belasting en de belasting op basis van een gelijkmatige verdeling van het inkomen over 3 aaneengesloten jaren bezien, kun je terugvragen met een middelingsverzoek. De belastingdienst berekent dit niet automatisch, je moet dit zelf verzoeken. Tips vraag een voorlopige aanslag inkomstenbelasting aan en/of zet de voorlopige teruggaaf eigen woning stop. registreer jouw uren nauwkeurig, bij voorkeur per dag. de drempel voor de investeringsaftrek is best hoog, investeer zo mogelijk in één kalenderjaar. check of middeling mogelijk is. het toetsingsinkomen voor de toeslagen kan door de ondernemersaftrek lager zijn dan verwacht. Wellicht kom je dan in aanmerking voor bijvoorbeeld zorgtoeslag. Doe de check via www.mijntoeslagen.nl. Versie oktober 2014 17 Vennootschapsbelasting De ondernemingen met rechtspersoonlijkheid, zoals een BV,zijn belast voor de vennootschapsbelasting (VPB). Bij de bepaling van de winst zijn veel regels en wetten, die gelden voor de IB-onderneming, ook van toepassing. Denk daarbij aan de investeringsaftrek en de beperkt aftrekbare kosten. Het VPB-tarief is lager dan het progressieve tarief in box 1. Toch is fiscaal gezien een BV vaak minder aantrekkelijk dan een IB-onderneming. Dat komt door een aantal factoren, namelijk: faciliteiten, zoals de oudedagsreserve en de zelfstandigenaftrek, gelden niet de gebruikelijkloonregeling de regeling ‘aanmerkelijk belang’. Gebruikelijkloonregeling Elke directeur-grootaandeelhouder (DGA) zal zichzelf moeten belonen voor zijn werkzaamheden in de vorm van een salaris. Dit salaris is als looninkomsten progressief belast in box 1. Het salaris van een DGA moet voldoen aan de gebruikelijkloonregeling. Deze houdt in dat loon normaal moet zijn voor het niveau en de duur van de arbeid. De belastingdienst stelt jaarlijks dit minimale loon vast. Voor 2014 was dat € 44.000 bruto. Ook wordt bij het vaststellen van het gebruikelijk loon gekeken naar andere werknemers, zowel binnen als buiten jouw BV. De belastingdienst stelt het loon op het hoogste van de volgende bedragen: 75% (2014 en eerder 70%) van het loon van iemand met de meest vergelijkbare dienstbetrekking; het hoogste loon van de werknemers van de vennootschap zelf; het minimaal in aanmerking te nemen gebruikelijk loon (€ 44.000). Kun je bewijzen dat het loon van iemand met de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan € 44.000 of kun je in de startup-fase van de onderneming wegens beperkte winst en liquide middelen het gebruikelijk loon niet uitbetalen? Dan kun je de belastingdienst verzoeken om een het gebruikelijk loon op een lager bedrag vast te laten stellen. Let op! Als je structureel meer naar privé overmaakt dan het nettoloon, kan het zijn dat de belastingdienst dit ook als loon ziet. Aanmerkelijk belang Als jij samen met jouw partner meer dan 5% bezit van een onderneming met rechtspersoonlijkheid, heb je een aanmerkelijk belang. De inkomsten uit zo’n aanmerkelijk belang worden belast in box 2 van de inkomstenbelasting tegen een vast tarief van 25%. Belast zijn: reguliere voordelen, zoals ontvangen dividend en andere winstuitkeringen. Kosten die hiermee samenhangen, bijvoorbeeld rente voor leningen om de aandelen te kopen, mag je hierop in mindering brengen. vervreemdingsvoordelen bij verkoop van (een deel) van de onderneming. Belast is de verkoopopbrengst minus de oorspronkelijke verkrijgingsprijs. Let op! Er kunnen andere overwegingen zwaarder wegen om een BV op te richten, dan alleen fiscaal; denk daarbij aan de uitstraling naar klanten of de beperking van de aansprakelijkheid. Personeel, inhuur van derden en VAR De ondernemer versus de werknemer IB-ondernemers zijn geen werknemers; zij hoeven dan ook voor zichzelf geen loonadministratie bij te houden. IB-ondernemers betalen over de jaarwinst volgens de resultatenrekening inkomstenbelasting. De gedurende het jaar opgenomen bedragen worden verwerkt als voorschotten op de uiteindelijke winst. De directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een BV wordt formeel wél als een werknemer gezien. Een DGA zal daarom een loonadministratie moeten voeren in zijn BV. Bij meerdere BV’s zal dit vaak de holding zijn. Ook is het nuttig om voor DGA’s een formele arbeidsovereenkomst op te stellen. Versie oktober 2014 18 Een belangrijk verschil met echte werknemers is dat IB-ondernemers en DGA’s met 50% of meer van de aandelen van een BV, niet verzekerd zijn voor de sociale verzekeringen zoals WAO of WW. Dit betekent een lagere heffing, maar ook dat de ondernemer geen beroep kan doen op deze voorzieningen. Het afsluiten van onder andere een arbeidsongeschiktheidsverzekering kan daarom erg nuttig zijn. De partner van de ondernemer Vaak is het zo dat partners van ondernemers meewerken in de onderneming. Er zijn verschillende mogelijkheden om jouw partner te belonen. Daarbij is het van belang of je een IB-onderneming hebt of een BV. Partner van een IB-ondernemer Jouw fiscale partner werkt 525 uren of meer per jaar mee in jouw onderneming en jij betaalt hiervoor minder dan € 5.000 per jaar: je kunt de meewerkaftrek toepassen, als jullie het aantal meegewerkte uren aannemelijk kunnen maken, door middel van een urenregistratie. De meewerkaftrek wordt bepaald als een percentage van de winst (afhankelijk van het aantal meegewerkte uren) en komt in mindering op de belastbare winst van de ondernemer. Het bedrag van de meewerkaftrek is voor de partner geen inkomen; hij of zij hoeft daarover geen belasting te betalen. De arbeidsbeloning op zichzelf is geen aftrekpost voor de ondernemer en geen belastbaar loon voor de partner. Betaal je jaarlijks meer dan € 5.000 aan jouw partner (ongeacht het aantal uren), dan is de hele beloning belast als resultaat uit overige werkzaamheden bij de partner. De ondernemer mag de arbeidsbeloning van de winst aftrekken. De partner hoeft niet verloond te worden als een werknemer; de arbeidsvergoeding betaal je uit door een periodieke overboeking per bank. Betaal je jaarlijks minder dan € 5.000 aan jouw partner en werkt hij of zij minder dan 525 uur per jaar in jouw onderneming: de arbeidsbeloning is geen aftrekpost voor de ondernemer en geen belastbaar loon voor de partner. Ook de meewerkaftrek mag niet worden toegepast. De partner wordt gezien als een volwaardig personeelslid: de partner moet opgenomen worden in de loonadministratie en ontvangt daarvoor salaris net als andere werknemers. Het loon is aftrekbaar bij de ondernemer en belast bij de partner. Er zijn geen speciale eisen ten aanzien van de hoogte van de arbeidsbeloning en het aantal meewerkuren. Deze optie is alleen te adviseren als de onderneming meerdere werknemers heeft. Let op! Je kunt ook samen een man-vrouwfirma starten. Wel moet jouw partner gekwalificeerd worden als ondernemer. Partner van een DGA in een BV De partner wordt gezien als een volwaardig personeelslid: de partner moet opgenomen worden in de loonadministratie en ontvangt daarvoor salaris net als andere werknemers. Het loon is aftrekbaar bij de ondernemer en belast bij de partner. Er zijn geen speciale eisen ten aanzien van de hoogte van de arbeidsbeloning en het aantal meewerkuren. Let op! De gezagsverhouding bij meewerkende partners ontbreekt vaak. Daarom kunnen deze werknemers worden uitgesloten voor de werknemersverzekeringen. Dit betekent lagere werkgeverslasten voor de onderneming, maar ook dat partners in geval van ontslag of ziekte, geen beroep kunnen doen op voorzieningen die voor andere werknemers wel gelden. Heb jij een partner in dienst en wil je in aanmerking komen voor uitsluiting van werknemersverzekeringen (en dus lagere lasten), dan moet je hiervoor een verzoek indienen bij de belastingdienst. Werknemers in dienst Volgens de criteria van de belastingdienst en het UWV is er sprake van een dienstbetrekking als aan alle drie de voorwaarden wordt voldaan: Er is sprake van loon (de werknemer krijgt een vergoeding voor het geleverde werk); Er is sprake van verplichte persoonlijke arbeid (de werknemer is altijd degene, die de opdracht uitvoert); Er is sprake van een gezagsverhouding (de opdrachtgever bepaalt waar, wanneer en hoe het werk wordt verricht). Versie oktober 2014 19 Aandachtspunten en plichten voor werkgevers: Een werkgever is verplicht loonbelasting in te houden op het brutoloon van de werknemer. Een werkgever is verplicht het werknemersdeel van de sociale lasten in te houden op het brutoloon. Een werkgever is verplicht het werkgeversdeel van de sociale lasten af te dragen. Ingehouden loonbelasting, het werknemersdeel en het werkgeversdeel van de sociale lasten dienen periodiek te worden afgedragen aan de belastingdienst door middel van de aangifte loonheffing. De werknemer moet worden opgenomen in een loonadministratie Overeenkomsten, zoals een arbeidsovereenkomst, dienen te voldoen aan wettelijke regelgeving. Het arbeidsrecht is van toepassing onder andere met betrekking tot ontslagregels en het minimumloon. Bij arbeidsongeschiktheid dient de werknemer 2 jaar doorbetaald te worden; een eventuele ziekteverzuimverzekering is wellicht noodzakelijk. Wellicht is een CAO van toepassing. Controleer in hoeverre verplicht moet worden deelgenomen aan een bedrijfstakpensioenregelingen. Fictieve dienstbetrekking In een aantal gevallen wordt de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer gelijkgesteld met een echte dienstbetrekking, ook al wordt niet voldaan aan alle kenmerken van een ‘echte’ dienstbetrekking. De opdrachtgever moet dan loonheffing inhouden en premies werknemersverzekeringen afdragen. Een fictieve dienstbetrekking is bijvoorbeeld aan de orde bij arbeid, die wordt verricht door thuiswerkers (en hun hulpen), leerlingen en stagiaires en meewerkende kinderen. Geen dienstbetrekking Je hebt echter geen (fictieve) dienstbetrekking als er daadwerkelijk sprake is van zelfstandigheid. Criteria die een rol spelen bij de beoordeling hiervan zijn onder meer: de aard van de werkzaamheden zelfstandigheid in het werk streven naar continuïteit investeren in het bedrijf zelf risico lopen streven naar winst het aantal opdrachtgevers Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) Om duidelijkheid te krijgen over het al dan niet aanwezig zijn van ‘zelfstandigheid’ is een Verklaring Arbeidselatie (VAR) erg nuttig. De opdrachtnemer kan deze aanvragen bij de belastingdienst. De belastingdienst en het UWV toetsen de arbeidsrelatie aan de criteria voor een dienstbetrekking. In de VAR staat hoe de belastingdienst de inkomsten ziet. Er zijn 4 soorten VAR’s, namelijk: Loon uit dienstbetrekking (VAR-loon): er is geen zekerheid over het inhouden en betalen van loonheffingen, de opdrachtgevers moeten zelf toetsen of er een (fictieve) dienstbetrekking is. Resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-row): er is geen zekerheid over het inhouden en betalen van loonheffingen, de opdrachtgevers moeten zelf toetsen of er een (fictieve) dienstbetrekking is. Winst uit onderneming (VAR-wuo): jij kunt jouw opdrachtgevers de zekerheid geven dat zij geen loonheffingen hoeven in te houden. Als jij de VAR-wuo gebruikt, ben jij niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen en kun je geen beroep doen op de uitkeringen van deze verzekeringen. Inkomsten uit werkzaamheden voor rekening en risico van jouw vennootschap (VAR-dga): jij kunt jouw opdrachtgevers de zekerheid geven dat zij geen loonheffingen hoeven in te houden. Als jij de VAR-dga gebruikt, ben je niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen en kun je geen beroep doen op de uitkeringen van deze verzekeringen. De VAR zegt niets over de arbeidsrelatie met jouw eigen BV. Als jij via een uitzend- of detacheringsbureau werkt, vindt de belastingdienst meestal dat jij in dienst bent bij dat bureau. Werk jij via meerdere bemiddelingsbureaus, dan beschouwt de belastingdienst jou meestal als zelfstandig ondernemer. Ook als jij een enkele keer voor een uitzend- of detacheringsbureau werkt, beschouwt de belastingdienst jou nog steeds als zelfstandig ondernemer. Let op! Verricht jij als ondernemer verschillende activiteiten, vraag dan voor elke afzonderlijke activiteit een aparte VAR aan. Versie oktober 2014 20 Bij een VAR-loon of VAR-row dient de opdrachtgever zelf in te schatten of de opdrachtnemer een dienstbetrekking heeft of als zelfstandige werkzaam is. Dit is een aandachtspunt: als de belastingdienst of het UWV achteraf vaststelt dat er een dienstbetrekking bestaat tussen de opdrachtgever en de freelancer, kan de opdrachtgever verplicht zijn alsnog loonbelasting en sociale premies af te dragen. Bovendien kan de freelancer dan aanspraak maken op het arbeidsrecht (ontslagregels en minimumloon). In geval van een VAR-wuo of VAR-dga hoeven opdrachtgevers geen loonheffingen in te houden en te betalen. Voorwaarden zijn wel dat: de werkzaamheden op de VAR overeenkomen met de werkzaamheden, die jij voor de opdrachtgevers uitvoert; jij de werkzaamheden binnen de geldigheidsduur van de VAR uitvoert; de opdrachtgevers jouw identiteit hebben vastgesteld; de opdrachtgevers kopieën van jouw identiteitsbewijs en de VAR bij hun administratie bewaren. Voor de opdrachtgever geldt bij het inzetten van een freelancer de volgende checklist: Houd in de gaten dat je geen (fictieve) dienstbetrekking met de freelancer krijgt. Voorkom een gezagsverhouding. Laat de freelancer de klus, waarvoor hij of zij is ingehuurd, zelfstandig uitvoeren. Vraag naar de Verklaring arbeidsrelatie (VAR-wuo of VAR-dga) en toets de activiteiten volgens de VAR aan de werkelijk uitgevoerde werkzaamheden en geldigheidsduur. Bewaar de VAR en een kopie van een geldig ID-bewijs van de freelancer in jouw administratie. Check of de freelancer goed verzekerd is. Dit kan van pas komen bij eventuele aansprakelijkheidsproblemen. Laat de freelancer voor eigen risico werken. Ga een schriftelijke overeenkomst aan waarin je specifiek aandacht schenkt aan de zelfstandigheid en het risico van de opdrachtnemer. Hoe beoordeelt de belastingdienst jouw activiteiten voor de VAR? De belastingdienst let op een aantal criteria: 1. Behaalt jouw onderneming winst en zo ja, hoeveel? Als je alleen een heel kleine winst hebt of structureel verlies lijdt, is het niet aannemelijk dat er sprake is van een onderneming. 2. Hoe zelfstandig is jouw onderneming? Als anderen bepalen hoe jij jouw onderneming moet inrichten en hoe je de werkzaamheden uitvoert, ontbreekt de zelfstandigheid en is er meestal geen sprake van een onderneming. 3. Beschik je over kapitaal (in de vorm van geld)? Kapitaal is voor veel ondernemingen noodzakelijk. Je moet investeren in bijvoorbeeld reclame, inhuur van mensen en verzekeringen. Voldoende kapitaal om een onderneming te starten en enige tijd draaiende te houden, wijst erop dat je mogelijk een onderneming hebt. 4. Hoeveel tijd steekje in jouw werkzaamheden? Als je erg veel tijd aan een activiteit besteedt zonder dat dat rendement oplevert, is er meestal geen sprake van een onderneming. Hobby’s zijn dan ook vaak geen onderneming. 5. Wie zijn jouw opdrachtgevers? Je streeft ernaar meerdere opdrachtgevers te hebben, onder andere om betalingsen continuïteitsrisico's te verminderen. Wanneer je meerdere opdrachtgevers hebt, neemt de afhankelijkheid van een of enkele opdrachtgevers af en neemt jouw zelfstandigheid toe. Als jouw klantenkring echter voornamelijk uit familie en vrienden bestaat, word je niet als ondernemer aangemerkt. 6. Hoe maakt je jouw onderneming bekend naar buiten? Je moet jouw onderneming voldoende kenbaar maken, bijvoorbeeld door reclame, een internetsite, een uithangbord of eigen briefpapier. 7. Loop je 'ondernemersrisico'? Bestaat er een kans dat opdrachtgevers niet betalen? Gebruik je jouw goede naam? Ben je afhankelijk van de vraag naar en het aanbod van jouw producten en diensten? Loop je 'ondernemersrisico', dan heb je waarschijnlijk een onderneming. 8. Ben je aansprakelijk voor de schulden van de onderneming? Als jij aansprakelijk bent voor de schulden van jouw onderneming, dan ben je mogelijk ondernemer. De Beschikking geen loonheffingen wijziging 2015 In de loop van 2015 worden de bestaande soorten VAR’s vervangen door de Beschikking geen loonheffingen (BGL). De BGL heeft een andere functie dan de VAR en geeft alleen duidelijkheid voor de loonheffingen; er wordt geen uitspraak gedaan over de behandeling van de inkomsten voor de inkomstenbelasting (winst uit onderneming versus overige werkzaamheden). Voor het aanvragen van de BGL maakt de opdrachtnemer gebruik van een webmodule. Direct na het invullen van een vragenlijst wordt zichtbaar of de BGL wordt gehonoreerd en onder welke omstandigheden en condities, bijvoorbeeld de risicoverdeling tussen opdrachtnemer en opdrachtgever, de wijze van invulling van de werkzaamheden en de mate Versie oktober 2014 21 van zelfstandigheid van de opdrachtnemer. Deze omstandigheden en condities worden weergegeven als stellingen op één A4. Deze stellingen dient de opdrachtgever te controleren. Alleen als de stellingen overeenkomen met de feitelijke wijze waarop wordt gewerkt, geniet de opdrachtgever volledige vrijwaring. Op deze manier wordt de opdrachtgever mede verantwoordelijk gehouden voor de juistheid van de afgegeven beschikking. Opgaaf uitbetaalde bedragen aan derden (IB47) Heb je bedragen uitbetaald aan opdrachtnemers met een VAR-loon of VAR-row, waarbij geen loonheffingen zijn ingehouden? Dan moet je opgaaf doen van deze bedragen. Het gaat dan om uitbetaalde bedragen aan: personen niet in dienstbetrekking; personen niet werkzaam als ondernemer. Vóór 1 februari, na afloop van het kalenderjaar, moet je opgave doen van de bedragen die je het jaar daarvoor hebt uitbetaald. Deze opgaaf gebruikt de belastingdienst bij het beoordelen van de aangiften van deze personen. Loonadministratie en loonheffingen Loonheffingen bestaan uit de volgende componenten: loonbelasting, premies volksverzekeringen, werknemersverzekeringen (sociale lasten) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. De werkgever houdt op het brutoloon van haar werknemers het werknemersdeel in en draagt deze inclusief het werkgeversdeel af aan de belastingdienst. De verschuldigde loonheffingen moeten per maand (of per 4 weken) worden aangegeven en afgedragen. De wetten en regels bij de loonheffingen zijn vrij ingewikkeld. Daarom wordt het doen van deze aangiften vrijwel altijd uitbesteed. Voordat jij iemand in dienst neemt, moet je je aanmelden als werkgever bij de belastingdienst. Binnen enkele dagen ontvang je een loonheffingsnummer. Daarnaast word jij als werkgever ingedeeld bij een bepaalde sector. Deze sector is afhankelijk van de branche van jouw onderneming. De sectoraanduiding is belangrijk. Per sector wordt namelijk jaarlijks de hoogte van de werknemersverzekeringen bepaald. Veel sectoren hebben ook een bedrijfstakpensioenfonds, waar jouw werknemers verplicht aan moeten deelnemen. Een nieuwe werknemer in dienst: Je moet de identiteit van de werknemer vaststellen vóór de 1e werkdag. Dit doe je door het originele en geldige IDbewijs te controleren en een kopie daarvan in de loonadministratie te bewaren. Als een werknemer niet de Nederlandse nationaliteit heeft, ga je na of de werknemer in Nederland mag werken. Let op! Iedereen die op de werkplek is, moet op elk moment een geldig en origineel identiteitsbewijs kunnen laten zien. Let op! Kun jij een werknemer niet op de juiste manier identificeren dan kan jij, en ook de werknemer, een hoge verzuimboete krijgen. Je moet diverse gegevens opvragen bij de werknemer. Hij/zij geeft deze gegevens op papier door voorzien van een datum en handtekening. Het gaat hierbij om naam, adres, woonplaatsgegevens, geboortedatum, BSN, en of de heffingskorting moet worden toegepast. Je kunt hiervoor het 'Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen' gebruiken,dat te downloaden is op de site van de belastingdienst. Zorg voor een arbeidsovereenkomst. Zorg er ook voor dat de bepalingen in deze arbeidsovereenkomst met betrekking tot bijvoorbeeld proeftijd, voldoen aan wettelijke regels en een cao, als dat van toepassing is. Tips: Meer over het identificeren van werknemers en het bepalen of een werknemer wel in Nederland mag werken, check de website www.weethoehetzit.nl Wettelijke regels omtrent werk en inkomen vind je op www.rijksoverheid.nl Versie oktober 2014 22 Huisvesting Wanneer je start met jouw onderneming zal je direct voor de keuze staan over de locatie van vestiging van de onderneming. Enkele ondernemers zullen alleen bij klanten opdrachten uitvoeren, voor hen is de keuze niet moeilijk. Wanneer je niet werkzaam bent bij klanten, ga je dan werken vanuit huis, ga je een bedrijfsruimte huren of overweeg je om een bedrijfspand te kopen? Elke keuze heeft een eigen fiscale behandeling en stelt bepaalde eisen aan de werkruimte. Bedrijfsruimte huren Dit is de duidelijkste optie. Als ondernemer huur je een bepaalde ruimte (verzamelkantoorgebouwen of een flex-plek) voor een bepaalde periode. Alle kosten van huur, de inrichting, gas/water en elektra en andere samenhangende kosten zijn kosten voor jouw onderneming. Let op! In het huurcontract kunnen opzegtermijnen worden opgenomen van 1 maand tot 1 jaar. Wees hiervan bewust. Bedrijfsruimte of –bedrijfspand kopen Niet iedere starter kan of wil direct een bedrijfsruimte of –pand kopen. Wellicht heb je voldoende vermogen om een aankoop te doen, anders zal je de aankoop moeten financieren. Het bedrijfspand zal dan op de balans komen als bezitting van de onderneming. Je mag hierover afschrijven. Deze afschrijving is wel aan regels verbonden. Wanneer de bedrijfsruimte is gefinancierd, zal ook de lening op de balans zichtbaar zijn. De eventuele rente op de lening, alle kosten die samenhangen met het pand (inclusief de afschrijving) worden zakelijk opgenomen. Wanneer het bedrijfspand wordt verkocht of wanneer je stopt met de onderneming, zal over het verschil tussen de waarde op het moment van verkoop en de boekwaarde (waarde in de balans) moeten worden afgerekend. Dit verschil wordt boekwinst genoemd. De waardestijging of waardedaling zal belast worden in de IB (voor natuurlijke personen) of de VPB (voor rechtspersonen). Het tarief waartegen moet worden ‘afgerekend’ bedraagt dan maximaal 52% voor IB -ondernemers en 25,5% voor rechtspersonen. Tarieven zijn gebaseerd op de percentages over 2014. Werken vanuit huis Veel starters zullen vanuit de woning gaan beginnen met de onderneming. Wellicht wordt een slaapkamer of de zolder ingericht als werkruimte. De grote vraag is of voor deze ruimte ook kosten voor de onderneming mogen worden opgevoerd in de administratie? Er zijn in dit geval verschillende zaken die bekeken moeten worden om te komen tot een juist antwoord. De volgende vragen moet je jezelf stellen: Heb je een koop- of huurwoning? Ben je getrouwd of woon je samen? Indien je getrouwd bent, is dit in gemeenschap van goederen of op huwelijkse voorwaarden? Is de eventuele partner ook ondernemer? Gebruikt de eventuele partner-ondernemer ook de werkruimte? Ben je zelf de 100% huurder of eigenaar van de woning of juist jouw partner? Is de werkruimte zelfstandig? (toelichting 1) Wordt de woning voor meer dan 10% gebruikt voor de onderneming? (toelichting 2) Wordt de woning voor meer dan 90% gebruikt voor de onderneming? Is er elders nog een werkruimte? Verdien je minimaal 70% van het totale inkomen in of vanuit de werkruimte? Toelichting 1: zelfstandige werkruimte: Een werkruimte is zelfstandig als deze duidelijk is te onderscheiden door uiterlijke kenmerken. Bijvoorbeeld door: een eigen opgang of ingang; andere voorzieningen in de werkruimte, zoals eigen sanitair (toilet en watervoorziening). De vraag die gesteld wordt ter beoordeling van de zelfstandigheid is eigenlijk: Zou je de werkruimte ook als zodanig kunnen verhuren aan bijvoorbeeld een onbekende? Versie oktober 2014 23 Toelichting 2: berekening zakelijk gebruik woning: Een goed uitgangspunt hierbij is het aantal m2 van de woning dat je alleen gebruikt voor jouw onderneming. Ruimtes die je zowel zakelijk als privé gebruikt (zoals trap, gang, toilet), mag je buiten beschouwing laten. Voorbeeld: De totale oppervlakte van jouw woning is 146 m2. Daarvan gebruik je, alleen zakelijk: 10 m2, zakelijk en privé: 36 m2 en alleen privé: 100 m2. Je kunt dan uitgaan van 10 m2 (146 - 36). Dat betekent dat je 9,1% (10m2/110m2) van de oppervlakte van de woning gebruikt voor jouw onderneming. De belastingdienst heeft een rekenhulp ontwikkeld, waarin deze vragen zijn opgenomen, met als uitkomst het antwoord op de vraag, of er huisvestingskosten in de administratie mogen worden opgevoerd. Zie hiervoor de site van de belastingdienst. Deze rekenhulp is voor IB-ondernemers en voor personen met resultaat uit overige werkzaamheden. Gehele woning zakelijk Wanneer de gehele woning als zakelijk kan worden aangemerkt kunnen alle kosten en lasten voor rekening van de onderneming komen, maar houd wel rekening met het privé gebruik van de woning. Je zal het zogenaamde woningforfait moeten gaan berekenen en dit bedrag optellen bij de winst. Het woningforfait is een percentage van de WOZ-waarde van het woningdeel. Je berekent dit als volgt: Bepaal de WOZ-waarde van het woongedeelte. (Bijvoorbeeld: het pand is voor 80% woonhuis. Je neemt dan 80% van de totale WOZ-waarde). Zoek in de ‘Tabel woningforfait’ het percentage op, dat bij de waarde van het woongedeelte hoort. Vermenigvuldig de waarde van het woongedeelte met dit percentage. Het bedrag van de uitkomst wordt bij jouw winst opgeteld. De tabellen worden jaarlijks aangepast, controleer op de site van de belastingdienst de juiste percentages. Dit geldt zowel voor koopwoningen als voor huurwoningen. Wanneer een koopwoning als zakelijk vermogen wordt opgenomen op de balans, zal ook de eventuele hypotheek die op de woning rust, overgaan naar de onderneming. De rente die betaald wordt, blijft aftrekbaar in box 1, niet meer als aftrekpost eigen woning, maar in de onderneming. Wanneer je stopt met ondernemen zal de zakelijke woning weer als privévermogen worden bestempeld. Over de eventuele ‘winst’, die je realiseert bij overgang naar privé, moet wel inkomstenbelasting worden betaald als de Terbeschikkingstelling-regeling (TBS-regeling) van toepassing is. De TBS-regeling geldt voor ondernemers, die buiten gemeenschap van goederen zijn gehuwd, of voor ondernemers met een BV. Kortweg houdt deze regeling in, wanneer een pand (of andere vermogensbestanddelen)aan een onder-neming beschikbaar wordt gesteld, hiervan de opbrengsten (en kosten) aangegeven moeten worden in box 1. Dit betekent een administratieve verplichting tot het opstellen van een TBS balans en een TBS resultatenrekening. Aangezien dit complexe, fiscale advisering op maat betreft, gaat dit onderwerp deze update te boven. Speelt deze situatie in jouw geval, neem contact op met jouw accountant of fiscaal adviseur. Tips: Denk na als starter voor welke periode je wilt huren en hoe lang de opzegtermijn is, als je onder het contract uit wilt komen. Wanneer een huurwoning als ondernemingsvermogen wordt aangemerkt, zal ook de eventuele huurtoeslag voor het evenredige gedeelte van de woning als winst worden gezien. Om de werkruimte in jouw woonhuis zakelijk op te voeren, moet je aan veel voorwaarden voldoen. Loop periodiek na, of je nog voldoet aan alle voorwaarden. Financiering Open bij de start van jouw onderneming een bankrekening, in de vorm van een rekening courant. Nagenoeg alle banken hebben speciale starterrekeningen met bijbehorende kortingen. Daarnaast kan je een zakelijke spaarrekening openen om de bedragen, die betaald dienen te worden aan omzetbelasting en inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting te reserveren. Zorg dat zoveel mogelijk betalingen aan leveranciers en ontvangsten van afnemers via de zakelijke bankrekening lopen. Probeer privémutaties niet via de zakelijke bankrekening te laten lopen, maar ken jezelf een vast bedrag per periode toe. Versie oktober 2014 24 Kassa’s De kassa’s van tegenwoordig leggen niet alleen de omzet van de dag/week vast, maar kunnen veel breder worden ingezet. Informatie uit het kassasysteem kan gebruikt worden in de bedrijfsvoering, voor klantinformatie, voorraad- en inkoopadministratie en controle op het personeel. Het werken met kassa’s en/of contant geld kan minder betrouwbaar zijn. Daarom hebben de leveranciers van kassasystemen een keurmerk ontwikkeld, dat garandeert dat de transacties goed worden vastgelegd en bewaard. Het werken met ‘Het betrouwbare afrekensysteem’ geeft vertrouwen aan zowel interne als externe partijen, waaronder de belastingdienst. Als je niet over voldoende eigen gelden beschikt om de onderneming te starten, kun je misschien geld lenen. Wellicht kun je lenen bij familie of kennissen. je kunt eventueel ook bij een bank terecht. Voorheen werd het lenen van geld van familieleden fiscaal ondersteund. Deze tegemoetkoming is geheel komen te vervallen. Bancair krediet Het verkrijgen van geld bij een bank kan op twee manieren, ten eerste een krediet in rekening courant en ten tweede een financiering, al dan niet hypothecair gevestigd. Hoe dan ook, de bank financiert niet op jouw blauwe ogen, je zult een ondernemersplan moeten overleggen. In zo’n plan is opgenomen wie je bent, wat je gaat doen en hoe de financiële stromen zullen lopen. De bank zal een prognose willen ontvangen voor circa drie jaar. Een standaard ondernemersplan vind je op internet. De overheid kan een bank een borgstelling voor MKBkrediet geven, waardoor lenen door de ondernemer vergemakkelijkt wordt. Voor starters is dit Borgstelling MKB kredieten (BMKB) een optie wanneer er weinig tot geen zekerheden aanwezig zijn. Kijk voor meer informatie op de website van RVO Let op! Aan deze borgstelling door de overheid hangt wel een prijskaartje. Leasing Voor het financieren van bepaalde machines en vervoermiddelen kan gedacht worden aan leasing. Er zijn verschillende soorten leasevormen: Financial lease Je wordt de eigenaar van het product en betaalt de verkoper een bepaald bedrag aan aflossing en rente per periode. Deze vorm is vergelijkbaar met een financiering. Operational lease Je wordt geen eigenaar van het product maar ‘huurt’ het bij de eigenaar. Deze vorm van leasing kan het beste vergeleken worden met de huur van een product over een bepaalde periode. Een variant hierop is de huurkoop: na het betalen van de afgesproken huurperiode, kan de huurder het product van de eigenaar kopen voor een vooraf vastgesteld bedrag. Crowdfunding Crowdfunding is het ophalen van geld bij een grote massa kleine investeerders of donateurs. Een innovatieve vorm van (online) financiering. Crowdfunding wordt ingezet bij allerlei typen organisaties. Een investeerder loopt bij crowdfunding altijd het risico om het ingelegde geld kwijt te raken. Er zijn verschillende vormen van crowdfunding: Vreemd vermogen: de geldzoeker vraagt om een lening van een bepaald bedrag. Deze lening heeft een vaste looptijd en een vaste rentevergoeding. Investeerders schrijven zich in voor de lening, is het gehele bedrag bijeen, dan kan er overgemaakt worden. Eigen vermogen: de geldzoeker biedt de investeerder een deel van de aandelen in de onderneming. Het is een vorm van participatie in de onderneming en de investeerder heeft recht op een deel van de winst. Het hebben van een aandeel in een onderneming wil niet zeggen dat er ook stemrechten gekocht zijn. Versie oktober 2014 25 Donatie: de geldzoeker wenst geld bijeen te krijgen voor het realiseren van een goed doel, de investeerder krijgt hiervoor niets terug. Sponsoring: dit is gelijk aan crowdfunding van vreemd vermogen, de lening wordt niet afgelost, er wordt geen rente vergoed, maar de investeerder krijgt een bepaalde tegenprestatie, zoals naamsvermelding op een product. Voorverkoop: als ontwikkelaar van een nieuw product is deze vorm van crowdfunding wellicht te overwegen. Wanneer er genoeg geld ontvangen is, kan gestart worden met de productie. De tegenprestatie voor de investeerders is een (hoge) korting bij aanschaf van het product. Een succesvolle crowdfunding-campagne is een hele kluif. Er bestaan verschillende platforms, waar je jouw idee/bedrijf kan presenteren. Ga na hoeveel het kost om jouw idee/bedrijf daar te presenteren, denk ook aan de kosten van het betalingsverkeer, als investeerders geld overmaken en zorg voor een alternatief plan, wanneer blijkt dat er niet genoeg kapitaal bijeen wordt gebracht. Leg alles vast in een ondernemersplan. Subsidies Ook al schrapt de overheid fors in de subsidies voor ondernemingen, er bestaan verschillende regelingen, die de ondernemer financieel kunnen ondersteunen. De subsidies kunnen verdeeld worden in drie vormen: De overheid kan borg staan bij bedrijfsfinancieringen; Het verstrekken van geldbedragen bij het doen van bepaalde (energiezuinige) investeringen; Fiscale faciliteiten, welke uitgebreid zijn toegelicht in deze update. Op de website van het ondernemersplein is een compleet overzicht aanwezig van de verschillende subsidiemogelijkheden. De regelingen zijn daarvoor startende ondernemers vermeld in verschillende onderdelen, zoals huisvesting, personeel, innovatie, milieu, energie, vervoer, internationaal. Elk onderdeel kent een aantal regelingen van subsidie, waar eventueel gebruik van gemaakt kan worden. Bekijk welke subsidie of fiscale tegemoetkoming voor jouw onderneming van toepassing kan zijn. In deze update vind je toelichting over,met name, de fiscale subsidies. Innovatieve ondernemers Er zijn twee specifieke regelingen voor innoverende starters, die we niet onbenoemd willen laten, de WBSO (Wet Bevordering Speur- & Ontwikkelingswerk) en de RDA (Research & Development Aftrek). Er zijn vier soorten projecten waarvoor je een aanvraag kan indienen. Dit zijn: Ontwikkeling van technisch nieuwe producten, productieprocessen of programmatuur. Technisch wetenschappelijk onderzoek. Een analyse van de technische haalbaarheid van een eigen S&O-project. Procesgericht technisch onderzoek. De RDA is een extra aftrekpost voor kosten en investeringen die betrekking hebben op de ontwikkeling van innovatieve producten en diensten. In 2014 bedraagt de aftrek 60% van de kosten en uitgaven, die zijn toe te rekenen aan research en development. Het gaat bijvoorbeeld om investeringen in apparatuur en materialen. Loonkosten tellen voor deze aftrek niet mee. De WBSO is een fiscale stimuleringsregeling, waarmee de Nederlandse overheid een deel van de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk compenseert. In de praktijk betekent dit, dat je minder loonheffing afdraagt voor jezelf als DGA of voor jouw personeelsleden. Zelfstandigen krijgen een vaste aftrek voor S&O. Daarnaast is er nog een extra tegemoetkoming voor starters. Om voor de aftrek in aanmerking te komen, moet je een S&O verklaring en/of RDA-beschikking hebben van het Ministerie van Economische Zaken. Het bedrag, dat in aanmerking komt voor RDA, wordt vastgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, voorheen AgentschapNL. Meer informatie vind je op de website van RVO. Versie oktober 2014 26 Automatisering Tegenwoordig speelt de automatisering een belangrijke rol. Als jouw onderneming sterk afhankelijk is van automatisering, zorg dan voor adequate back-up en recoverymaatregelen. Jouw administratie moet 7 jaar bewaard blijven. Dit geldt ook voor digitale bestanden. Gegevens moeten in de originele vorm worden bewaard, een digitale factuur moet je dan ook digitaal bewaren. Het is niet toegestaan om gegevens te converteren, bijvoorbeeld door facturen te digitaliseren en vervolgens weg te gooien. Bij een belastingcontrole moeten de gegevens uit de administratie binnen redelijke termijn toegankelijk en controleerbaar zijn. Zorg er dan ook voor, dat je ook jaren later nog toegang hebt tot jouw administratie en opslagmedia. Tips: Print jouw Outlookagenda jaarlijks uit en bewaar deze. Tegenwoordig kun je apps en hulpmiddelen downloaden om het je gemakkelijker te maken. Denk bijvoorbeeld aan een app om jouw kilometers te registreren. Maak je gebruik van een online-administratiepakket en zeg je jouw abonnement op? Maak dan afspraken met de leverancier van dit programma en zorg in elk geval voor print-outs van jouw administratie. Verzekeringen Een eigen onderneming betekent ook, dat je op verschillende gebieden risico’s loopt. Je kan je verzekeren tegen deze risico’s. De aard en omvang van jouw onderneming en jouw privésituatie bepalen wat en hoe je verzekert. Verzekeringen kunnen kortweg verdeeld worden in drie categorieën: Zakelijke verzekeringen; Verzekeringen voor jouw personeel; Persoonlijke verzekeringen. Zakelijke verzekeringen Aansprakelijkheidsverzekering en rechtsbijstandsverzekering Wellicht heb je privé al een aansprakelijkheids- en/of een rechtsbijstandsverzekering afgesloten. Deze verzekeringen dekken niet de schade, die jij of jouw personeel aanbrengt bij de uitoefening van werkzaamheden. Sommige ‘beroepen’ zoals accountants moeten zich vanuit de beroepsorganisatie verplicht verzekeren. Dan worden er specifieke eisen gesteld aan deze beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Controleer deze verplichtingen goed met een aangeboden polis. Autoverzekering Wanneer je kiest om de auto op naam van de zaak te zetten, dan is ook de autoverzekering een zakelijke verzekering. De kosten van de verzekering zijn geheel aftrekbaar. Gebouwen Wanneer je een bedrijfsruimte hebt, denk dan na over brand-, inbraak-, en overige schadeverzekeringen. Ga jouw (privé)verzekeringspolis goed na, indien je gebruik maakt van een werkruimte in of bij jouw woning. Laat beoordelen of eventuele schade aan de werkruimte in de privépolis wordt gedekt. Neem anders aanvullende maatregelen. Voorraad- en inventarisverzekering Wanneer je een voorraad houdt, kan je deze goederen verzekeren. De verzekeraar zal dan wel enkele eisen stellen aan de ruimte waarin de goederen zijn opgeslagen. De inventaris, die je voor jouw onderneming nodig hebt, zal je ook afzonderlijk kunnen verzekeren. Dit hangt natuurlijk af van de waarde van de inventaris. Ga met jouw verzekeringstussenpersoon na, hoe je dit op de juiste wijze kan verzekeren, met name als de inventaris zich in jouw woonhuis bevindt. Bedrijfsstagnatie Wanneer je door brand, stormschade, inbraak of een aanrijding met de auto omzet misloopt, kan je dit eventueel verzekeren middels een bedrijfstagnatieverzekering. Je verzekert je voor vermindering van brutowinst, wanneer jouw Versie oktober 2014 27 onderneming (gedeeltelijk) stil komt te liggen. Bij dergelijke opgelopen schade keert de verzekeraar uit gedurende de periode, dat jouw bedrijf minder of helemaal geen omzet draait. Reisverzekering Wanneer je (of jouw personeel) voor jouw onderneming veel moet reizen naar het buitenland, is een reisverzekering geen overbodige luxe. Net als bij particuliere reisverzekeringen kan gekozen worden voor een doorlopende en een eenmalige verzekering. Tips: Wanneer een auto zakelijk gekocht wordt, kan je in veel gevallen de BTW terugvragen. Deze BTW is daarom geen grondslag voor de verzekerde waarde. Je hoeft alleen het aankoopbedrag, de opties en de BPM te verzekeren. Waneer je een ruimte huurt, ga dan na in de huurovereenkomst of de verzekeringskosten in de huursom zijn opgenomen. Zijn deze kosten een onderdeel van de huursom, controleer dan of alle risico’s gedekt zijn. Veel verzekeraars bieden een totaalpakket aan, waarin al deze verzekeringen gecombineerd worden. Veelal ontvang je dan een bepaalde korting, wanneer je meerdere verzekeringen onder één dak onderbrengt. Verzekeringen voor jouw personeel Naast de hierboven genoemde verzekeringen, zoals aansprakelijkheids-, auto- en reisverzekering voor jouw personeel, zijn er nog enkele specifieke verzekeringen. Ongevallenverzekering Een ongevallenverzekering biedt een financiële compensatie als een werknemer door een ongeval overlijdt of blijvend invalide raakt. Denk aan ongevallen op het werk en tijdens het woon-werkverkeer. De dekking bestaat uit het uitkeren van een bedrag als de werknemer overlijdt, of een percentage van het verzekerde bedrag, als de werknemer invalide blijft. (Ziekte)verzuimverzekering Een zieke of arbeidsongeschikte werknemer kan je onderneming veel geld kosten. Het loon van die werknemer moet je namelijk twee jaar lang doorbetalen. Ook hiervoor kan je je verzekeren. Als onderdeel van deze verzekering wordt vaak een pakket aan diensten aangeboden, zoals (ziekte)verzuim voorkomen, begeleiding bij verzuim en eventuele re-integratie. Pensioenverzekering Jouw onderneming met personeel wordt door de belastingdienst ingedeeld in een bepaalde sector. Dit wordt aan je gecommuniceerd wanneer je jouw onderneming aanmeldt als werkgever. De sectorindeling kan invloed hebben op de eventuele pensioenplannen, die je hebt voor jouw werknemers. Namelijk: veel sectoren hebben een eigen bedrijfstakpensioenfonds. Deelname hieraan is verplicht. Maar je moet de eigen onderneming zelf aanmelden. Let op! Check vooraf of deze pensioenverplichting voor jouw onderneming aanwezig is. Kom je er na enkele jaren achter, dat je eigenlijk wel aan dit bedrijfstakpensioenfonds had moeten deelnemen, dan mag je alle achterstallige premies alsnog voldoen. Dit kan in beginsel tot wel 20 jaar teruggaan. Kent de pensioenregeling een eigen bijdrage van de werknemer, dan komt deze voor rekening van de werkgever. Heb je geen verplichting om je aan te melden bij een bedrijfstakpensioenfonds, dan heb je zelf de keuze om een regeling aan te bieden. Wil je dat jouw werknemers niet alleen van de AOW hoeven te leven, nadat ze met pensioen zijn gegaan, dan zijn er verschillende mogelijkheden. In deze update besteden we aan de mogelijkheden verder geen aandacht, om reden dat de pensioenwetgeving zeer regelmatig aangepast wordt. Let op! Bied je één werknemer een pensioenvoorziening, dan ontvangen alle personeelsleden deze voorziening, ongeacht de functie in de onderneming. Versie oktober 2014 28 Let op! Pas op voor de zogenaamde afstandsverklaring, waarbij de werknemer afziet van deelname aan de pensioenregeling. Er zijn uitspraken bekend waarbij werknemers achteraf, met succes, het pensioen claimden. Met alle kosten voor de werkgever. Tips: Als je jouw werknemers een (niet verplichte) pensioenregeling biedt, dan hebben zij een inkomen na pensionering, en jij biedt een waardevolle secundaire arbeidsvoorwaarde. Je bent niet altijd verplicht om verzekeringen voor jouw personeel af te sluiten. Ga voor jezelf goed na, of de onderneming bepaalde risico’s wil en kan dragen. Persoonlijke verzekeringen Als ondernemer ben je niet meer verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen, zoals WAO en WW. Je zult niet meer deelnemen aan een pensioenregeling. Ook bij het overlijden van de ondernemer worden de nabestaanden niet automatisch financieel ondersteund. Tegen deze risico’s kan je je verzekeren. Denk hierbij aan de volgende verzekeringen: Arbeidsongeschiktheidsverzekering Een dag of een week ziek zijn, is erg vervelend en kan natuurlijk financiële consequenties hebben voor de onderneming. Een ongeval of een langdurige ziekte kan tot gevolg hebben, dat er grote inkomensverliezen kunnen ontstaan. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering dekt dit risico af. De premies van deze verzekering lopen uiteen. Deze is namelijk afhankelijk van een aantal factoren: Wat is jouw beroep/bedrijf Welke periode neem je als wachttijd Hoe hoog wens je de uitkering Hoe lang moet de verzekering uitkeren. Let op! Zorg ervoor dat de verzekering, die je aangaat, ook een arbeidsongeschiktheidsverzekering is voor jouw bedrijf/beroep. Vraag expliciet naar een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. De kosten van de persoonlijke verzekering zijn geen bedrijfskosten. Dit zijn kosten die je verzekeren van een toekomstig inkomen. De betaalde bedragen aan deze verzekering zijn wel aftrekbaar in de aangifte IB. De eventuele uitkering bij arbeidsongeschiktheid is onderworpen aan loonheffing. Verzekering voor inkomen na stoppen met de onderneming Wanneer je in loondienst werkt, zorgt de werkgevervaak voor een pensioenregeling. Als ondernemer mag je dit zelf verzorgen. Er bestaan veel mogelijkheden om een pensioen op te bouwen, denk aan het storten in een lijfrentepolis of de opbouw in een bankspaarproduct. Elk product heeft zijn eigen regels, voor- en nadelen. Ook de fiscale behandeling van de opbouw van jouw eigen pensioen is afhankelijk van het product. Naast het voorzien van inkomen na pensionering, kan je ook overwegen om het verlagen van jouw (vaste) lasten in de toekomst. Het aflossen op de hypotheek is hier een goed voorbeeld van. Ga voor jezelf na wat er reeds opgebouwd is aan pensioen, wat je wenst en wat je periodiek kan inleggen. Verlies bij deze beoordeling niet uit het oog, het inkomen en het pensioen van jouw partner. Tips: Soms is het mogelijk om na het beëindigen van jouw dienstverband, zelfstandig verder te gaan met de opbouw van dat pensioen. Wacht niet te lang met het nemen van een beslissing, de verzekeraars kennen vaak een termijn van 1 tot 3 maanden. Wanneer je gaat storten in een lijfrente of bankspaarproduct, ga dan na voor welk bedrag jij aan aftrekmogelijkheden hebt in de aangifte IB. De inleg is namelijk fiscaal gemaximeerd. Het bedrag is van meerdere factoren afhankelijk. Stort je meer dan er fiscale ruimte is, dan is het meerdere niet aftrekbaar voor de IB, maar de uiteindelijke uitkering is wel geheel belast. Op de site www.mijnpensioenoverzicht.nl heb je inzage in de reeds opgebouwde pensioen (en). Er wordt eveneens een indicatie gegeven van het bedrag, dat je kan verwachten op jouw pensioenleeftijd. Versie oktober 2014 29 Verzekering voor inkomen na jouw overlijden Wanneer jij komt te overlijden, hebben de nabestaanden het al moeilijk genoeg. Financiële zorgen zijn dan ook zeker niet gewenst. Wil je als ondernemer, dat jouw nabestaanden een inkomen ontvangen na jouw overlijden, dan moet je zelf stappen nemen. Er kan een keuze worden gemaakt uit een eenmalige of een periodieke uitkering. Elke keuze heeft een eigen prijs. En een eigen fiscale behandeling. Neem deze onderdelen mee in de beslissing of je dit wilt verzekeren. Tip: Heb je een onderneming met meerdere medeondernemers, dan kunnen jullie ervoor kiezen om een compagnonverzekering af te sluiten. In de overeenkomst tussen deze ondernemers (VOFovereenkomst of aandeelhoudersovereenkomst) is veelal afgesproken, dat bij overlijden van één van de ondernemers, de andere ondernemer(s) het aandeel in de onderneming overnemen. Soms is in de overeenkomst zelfs al een bedrag genoemd. Om te zorgen, dat de overname van een deel van de onderneming niet gefinancierd hoeft te worden, kan een compagnonverzekering gesloten worden. Dan heeft de overblijvende partner in ieder geval geen financiële zorgen. Gebruikte afkortingen AOW BGL BMKB BOIP BPM BSN BTW BV CAO DGA EU FOR IB ICP ID bewijs i.o. KvK MIA NV OB OZB RDA ROW RVO S&O TBR UWV VAMIL VAR VOF VPB WAO WBSO WOZ WUO WW ZVW ZZP-er Algemene ouderdomswet Beschikking geen loonheffingen Borgstelling MKB kredieten Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom Belasting op Personenauto's en Motorrijwielen Burgerservicenummer Belasting toegevoegde waarde Besloten vennootschap Collectieve arbeidsovereenkomst Directeur-grootaandeelhouder Europese Unie (Fiscale) Oudedagsreserve Inkomstenbelasting Intracommunautaire prestatie Identiteitsbewijs in oprichting Kamer van Koophandel Milieu investeringsaftrek Naamloze vennootschap Omzetbelasting Onroerende zaak belasting Research & Development aftrek Resultaat uit overige werkzaamheden Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Speur- en ontwikkelingswerk Terbeschikkingstelling-regeling Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Willekeurige afschrijving milieu-investeringen Verklaring arbeidsrelatie Vennootschap onder firma Vennootschapsbelasting Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering Wet Bevordering Speur- & Ontwikkelingswerk Waardering onroerende zaken Winst uit onderneming Werkloosheidswet Zorgverzekeringswet Zelfstandige zonder personeel Versie oktober 2014 30 Tot slot Wil je serieuze stappen ondernemen om jouw financiële administratie en fiscale zaken, samen met bd accountancy, bij te houden?Vraag een Skype moment aan met één van ons. Maandelijks onze updateontvangen? Een no-nonsense overzicht van onder meer actuele ontwikkelingen, een artikel met tips voor jouw onderneming en andere zaken die je bezighouden,klik op deze link: www.bd-accountancy.nl. Bronvermelding en disclaimer Hoewel wij onze uiterste zorg hebben besteed aan deze update, kan het zijn dat de update onjuistheden bevat en onvolledig is. De update behandelt de meest voorkomende situaties. Voor de leesbaarheid hebben wij ook niet iedere voorwaarde en/of uitzondering behandeld. Voorts is wetgeving voortdurend onderhevig aan wijzigingen. Wij kunnen dan ook geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de juistheid en volledigheid van de verstrekte informatie en de toepassing daarvan door jou op jouw situatie. Onze bronnen: www.belastingdienst.nl www.ikgastarten.nl www.rijksoverheid.nl www.rvo.nl www.ondernemersplein.nl www.starterzoektaccountant.nl Over ons Wij zijn Terry Bogers en Trudy Dam. Samen vormen we bd accountancy, een accountantspraktijk gevestigd in EttenLeur (tussen Breda en Roosendaal). Wij helpen ambitieuze ondernemers om inzicht te krijgen in de resultaten van hun onderneming. Nog leuker vinden wij het om samen te sparren over de mogelijkheden in de toekomst. Maar ook risico’s en valkuilen laten wij niet onbesproken. Als ondernemer weten wij waar klanten wakker van liggen of enthousiast van worden. Waar ons uniek maakt is dat wij in eigen beheer een online boekhoudprogramma hebben ontwikkeld speciaal voor ondernemers met een beperkte administratie, ideaal voor starters dus! Deze webapplicatie hebben wij mybd genoemd. Voor meer informatie over ons, mybd en onze dienstverlening verwijzen wij u naar onze website www.bd-accountancy.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc