Voorzieningenrechter Rechtbank Den Haag Zitting van 1 mei 2014 om 11.00 uur Zaak- / KG-nummer: C/09/463647 / KG ZA 14-424 PLEITNOTITIES mr. D.M. Linders Inzake 1. De stichting Stichting Bescherming Burgerrechten, gevestigd te Amsterdam; en 2. De heer Lucas Benjamin Kruijswijk, woonachtig te Eindhoven, eisers, advocaat: mr. D.M. Linders tegen De Staat der Nederlanden (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), zetelende te Den Haag, gedaagde, advocaat: mr. E.J. Daalder Pagina 1 van 19 INLEIDING 1. Op zo’n drieduizend kilometer afstand van Den Haag ligt Simferopol, de hoofdstad van de Krim. Ongeveer even ver als Athene, de bakermat van onze democratie. Op de Krim zijn vrije verkiezingen geen vanzelfsprekendheid. Het regime van Janoekovitch dwong burgers op hem te stemmen en dit te bewijzen door middel van een foto van hun stembiljet (productie 14, p. 5). Dit is een extreem voorbeeld van een overtreding van het stemgeheim; een politicus die onder bedreiging de bevolking dwingt op hem te stemmen en hen dwingt dit te bewijzen door middel van een foto. Maar daarmee is hij wel president geworden. 2. Na de afzetting van Janoekovitch werd het voor veel inwoners van Oekraïne echter niet veel beter. Bij het recente referendum op de Krim koos 96,6% van de kiezers voor aansluiting bij Rusland. Dat zou betekenen dat de meerderheid van de Oekraïners en Krim Tataren daarvoor gestemd zou hebben, hetgeen door iedereen ongeloofwaardig wordt geacht. Het referendum is door de EU, de VS en de Verenigde Naties als ondemocratisch en illegaal bestempeld. De uitslag wordt niet erkend. 3. Aanstaande maandag is het 5 mei. Een dag waarop wij ons in Nederland bezinnen op het belang van vrijheid en ons realiseren dat die vrijheid kwetsbaar is. Want ook in volwassen democratieën als de Nederlandse moeten we ervoor waken dat we onze vrijheid gaan zien als vanzelfsprekend. Voor het 4 en 5 Mei Comité schreef dit jaar Ernst Hirsch Ballin een essay. Hij schrijft: “Ongemerkt kan die vrijheid onder druk worden gezet. Vaak wordt van mensen geëist dat ze zich aanpassen aan een meerderheid. Als ze zich niet aanpassen, worden ze uitgesloten.”1 4. Het moment waarop de burger zich het meest verbonden voelt met zijn gemeenschap, het moment waarop geen enkele burger wordt uitgesloten, is het moment waarop hij zijn stem kan laten horen in vrije verkiezingen. Bij het hanteren van het rode potlood, staat de burger het dichtst bij de democratie. Wanneer daarbij het stemproces niet met voldoende waarborgen is omkleed om een vrije keuze te garanderen, wordt de rechtsstaat in haar essentie aangetast. Zonder vrije verkiezingen, verliezen alle andere grondrechten hun betekenis. 5. De minister is onachtzaam omgesprongen met een belangrijke waarborg in het stemproces: het geheim van het stemhokje. Niet alleen heeft de minister de zogenaamde “stemfie” goedgekeurd, hij heeft het maken daarvan zelfs aangemoedigd. Het is vanzelfsprekend zijn goed recht om het enthousiasme voor de verkiezingen aan te wakkeren. Maar dat kan ook op een andere manier dan door kiezers aan te sporen een foto te maken van zichzelf met hun ingevulde stembiljet en deze te delen via sociale media zoals Twitter. 1 www.4en5mei.nl/vrijheid/jaarthema/jaarthema_2014_vrijheid_geef_je_door. Pagina 2 van 19 6. Het stemgeheim is in 1983 verankerd in artikel 53 lid 2 van de Grondwet. Bij de parlementaire behandeling van de Grondwetsherziening in 1979 merkte de regering op dat in Nederland geen problemen waren gerezen met het stemgeheim. Toch vond de Grondwetgever het toen al onverstandig het stemgeheim slechts in een formele wet op te nemen. Grondwettelijke bescherming was noodzakelijk. “De leden van de C.D.A.-fractie vroegen zich af of de nieuwe bepaling, dat de stemmingen geheim zijn, wenselijk is, waar er op dit punt nooit problemen zijn gerezen. Wij achten dit laatste een onvoldoende argument om de opneming van deze […] bepaling na te laten. Het geheim van de stemming wordt thans reeds door de bepalingen van de Kieswet die op de stemming betrekking hebben, gewaarborgd. Deze voorschriften worden in de praktijk goed nageleefd, waardoor de bescherming van het stemgeheim in ons land geen actueel probleem is. Dat neemt niet weg dat het hierbij uit democratisch oogpunt om een hoogst belangrijke aangelegenheid gaat. Het betreft niet een detail dat aan de wetgever kan worden overgelaten, maar een wezenskenmerk van verkiezingen in een democratische rechtsstaat. Daarom achten wij het een goede zaak dit beginsel in de Grondwet vast te leggen. Daardoor krijgt het belang van het stemgeheim zowel voor de wetgever als voor degenen die met de toepassing van de Kieswet van doen hebben een extra nadruk.” 2 HET VERKIEZINGSPROCES IN NEDERLAND 7. Het grondwettelijk stemgeheim wordt van een uitwerking voorzien in de Kieswet en lagere regelgeving. Zo bepaalt artikel J 15 van de Kieswet dat de gemeenten het kieslokaal zo moeten inrichten dat het stemgeheim is gewaarborgd. In de Kiesregeling is een Kiezershandleiding opgenomen die verplicht in het stemhokje moet hangen. In die Kiezershandleiding staan een aantal regels waar de kiezer zich aan moet houden in het stemhokje. Zo mag er niet meer dan één persoon in het stemhokje staan bij het uitbrengen van de stem. “Stemmen doet u alleen.” (productie 12) 2 Kamerstukken II, 1978-1979, 14223, nr. 6, p. 4 en 5. Pagina 3 van 19 8. Vanwege het belang van vrije verkiezingen, is bijna elke stap in het verkiezingsproces minutieus vastgelegd in de Kieswet, het Kiesbesluit, de Kiesregeling en de instructies van de minister aan de gemeenten. 9. Zo regelen de hoofdstukken B en Y van de Kieswet wie in Nederland en op Aruba, Curaçao en Sint Maarten kiesrecht heeft en daarvan is uitgesloten. In hoofdstuk D wordt de registratie van de kiesgerechtigdheid geregeld. Hoofdstuk E verdeelt Nederland in verschillende kieskringen en bepaalt dat er stembureaus, hoofdstembureaus en centrale stembureaus moeten worden ingesteld. De hoofdstukken F, G, H en I regelen in detail de kandidaatstelling, de registratie van politieke partijen en de kandidatenlijsten. 10. In paragraaf 2 van hoofdstuk J worden regels gegeven voor de oproeping tot de stemming. De minister dient een stempas te ontwerpen en de gemeenten tijdig te instrueren over de wijze van productie hiervan (artikel J 7 Kieswet). Er moet een register van ongeldige stempassen worden bijgehouden, bijvoorbeeld van stempassen die zijn ontvreemd (artikel J 7a Kieswet). Slechts eenmaal en onder stringente voorwaarden kunnen kiezers een nieuwe stempas aanvragen, bijvoorbeeld als zij geen stempas hebben ontvangen. Zij kunnen echter geen nieuwe aanvragen als de oude stempas ongeldig is verklaard, zoals na ontvreemding (artikel J 8 lid 5 Kieswet). 11. De colleges van burgemeesters en wethouders van de Nederlandse gemeenten dienen geschikte stemlokalen aan te wijzen en voor een juiste inrichting daarvan zorg te dragen (artikel J 4 Kieswet). Voor die inrichting gelden nadere regels op grond van paragraaf 4 van hoofdstuk J van de Kieswet. 12. Zo bepaalt artikel J 17 dat de toegang van de stemhokjes zichtbaar moet zijn voor het publiek, dit ter waarborging van de transparantie van het stemproces. Dat kan problematisch zijn in het kader van het stemgeheim. De stemhokjes moeten dus zo geplaatst worden dat de ingang zichtbaar is, maar zonder dat de stembureauleden of de aanwezige kiezers kennis kunnen nemen van de stem van de kiezer (tonen p. 2 en 3 stembureau instructie productie 8). Er wordt zelfs geadviseerd looproutes aan te geven met tape, om te beginnen van de ingang van het stemlokaal naar de tafel van de stembureauleden. 13. Achter die tafel zitten steeds drie personen, de voorzitter en twee leden van het stembureau (artikel J 12 Kieswet). De kiezer moet aan de voorzitter zijn identiteitsbewijs en stempas overhandigen. De voorzitter controleert de geldigheid, eerst van het identiteitsbewijs en dan van de stempas (artikel J 25 Kieswet). Vervolgens noemt hij duidelijk verstaanbaar het volgnummer van de stempas, dat door het tweede lid van het stembureau wordt vergeleken met de lijst van ongeldige stempassen. Als er iets niet klopt, wordt de kiezer niet toegelaten en wordt de stempas ingenomen en onbruikbaar gemaakt. Het proces wordt gedetailleerd uitgeschreven in de stembureau instructie (tonen p. 4 en 5 stembureau instructie productie 8). Pagina 4 van 19 14. De derde persoon, aan de kant van de stembus, doet ogenschijnlijk helemaal niks. Dat is het derde stembureaulid. Zijn taak is om te controleren of het stembiljet uiteindelijk daadwerkelijk in de stembus terecht komt. De stembus moet altijd binnen zijn handbereik staan (artikel J 18 Kieswet). 15. Als alles klopt, krijgt de kiezer een stembiljet. De kiezer dient dan naar een stemhokje te gaan en “aldaar te stemmen”, zo bepaalt artikel J 26 van de Kieswet. Ook aan die stemhokjes worden de nodige eisen gesteld. Deze dienen te bestaan uit een achterwand en twee zijwanden, elk tenminste een meter breed en twee meter hoog (artikel J 4 Kiesbesluit). De stemhokjes dienen verder allemaal te zijn voorzien van een lessenaar en rood schrijfmateriaal (artikel J 5 Kiesbesluit) en in de stemhokjes moet de Kiezershandleiding liggen waarover ik het net al had (tonen productie 12). 16. De Kiezershandleiding instrueert de kiezer, conform de vereisten van artikel J 26 Kieswet, dat hij stemt door een wit stipje rood te maken. “Vervolgens” moet hij het stembiljet zo vouwen dat bij het deponeren in de stembus niet zichtbaar is welke stem hij heeft uitgebracht. Ook dit waarborgt het stemgeheim. Na het dichtvouwen van het stembiljet, gaat de kiezer naar het stembureau en deponeert zijn stembiljet in de stembus. 17. De kiezer is dus aan een strak scenario gebonden. Hij mag niet samen met een ander in het stemhokje staan. Doet hij dat wel, dan moet het stembureau ingrijpen (tonen p. 9 stembureau instructie productie 8). Hij mag niet met het stembiljet naar buiten lopen en later terugkomen om te stemmen, hij mag het hokje niet blauw maken, hij mag niet twee hokjes rood maken en hij mag het stembiljet niet invullen buiten het stemhokje. Ook mag hij het stembiljet niet aan een andere kiezer geven die het vervolgens in de stembus doet, hij mag het niet aan een stembureaulid geven en die mag het ook niet aannemen, en hij mag het stembiljet niet ongevouwen in de stembus doen of op zodanige wijze dat zijn stem zichtbaar is. Dat mag allemaal niet. Al deze handelingen zouden de stem ongeldig maken. 18. Na het stemmen begint de telling van de stemmen. Ook daarvoor gelden zeer gedetailleerde regels, ik verwijs naar pagina 10 t/m 14 van de stembureau instructie (productie 8). Eén van die regels is neergelegd in artikel N 7 lid 3 Kieswet. Dat artikel bepaalt dat een stembiljet waarop bijvoegingen zijn geplaatst waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd, ongeldig is. De kiezer moet namelijk niet geïdentificeerd kunnen worden aan de hand van zijn stem. Die regel moet door de stembureauleden indien nodig aan de kiezer worden uitgelegd (tonen p. 13 stembureau training productie 8). 19. Van alle regels die ik zojuist heb genoemd dienen de stembureauleden op de hoogte te zijn. De 38.000 stembureauleden die bij verkiezingen worden ingezet krijgen dan ook een uitgebreide Pagina 5 van 19 training en instructie, met video’s en een online lesmateriaal (productie 8).3 De instructies en trainingen worden verzorgd door de minister, die zich daarbij laat leiden door wat de wet bepaalt. EVALUATIE VAN HET VERKIEZINGSPROCES 20. De gedetailleerde inrichting van het verkiezingsproces dient te waarborgen dat verkiezingen in Nederland op democratische wijze verlopen. Maar wie denkt dat de regels inmiddels tot wasdom zijn gekomen en dat we in Nederland een perfect verkiezingsproces hebben ingericht, heeft het mis. Het verkiezingsproces is onderhevig aan continue verandering. Na elke verkiezing vindt een uitgebreide evaluatie plaats door het ministerie van Binnenlandse Zaken, waarvan verslag wordt gedaan aan de Tweede Kamer. De Kiesraad voert eigen evaluaties uit en adviseert de regering over eventuele wijzigingen. Er wordt op Rijksniveau jaarlijks zo een drie tot vier miljoen euro uitgegeven aan opdrachten in verband met het controleren, evalueren en herzien van het verkiezingsproces.4 Dat is exclusief de kosten van het ministerie zelf. 21. Deze evaluaties hebben er onder meer in geresulteerd dat het sinds 2014 niet meer is toegestaan om in het stemlokaal een volmacht te verlenen (zie p. 9 stembureau instructie productie 8). Ook dient bij het volmacht stemmen tegenwoordig een kopie van het identiteitsbewijs van de volmachtgever te worden verstrekt. Dit ter voorkoming van ronselpraktijken (zie p. 7 stembureau instructie productie 8). Ook wordt in de Tweede Kamer regelmatig gedebatteerd over de grootte van het stembiljet. Omdat het zo een groot biljet is, zou het publiek uit zijn houding kunnen afleiden waarop de kiezer stemt, zeker indien hij kiest voor een partij die helemaal links of rechts op het stembiljet staat. 22. Ondanks die continue controle gaat er bij elke verkiezing toch nog wel iets mis. Dat kan variëren van een overvolle stembus en het ontbreken van rood schrijfmateriaal tot het toelaten van een kiezer met gezichtsbedekkende kleding. 23. Een andere omissie in de waarborgen in het stemproces vormde de inzet van stemcomputers. Sinds mei 2008 worden stemcomputers geweerd uit de stemlokalen. De stemcomputers die door veel gemeenten werden ingezet bleken namelijk eenvoudig te kunnen worden afgeluisterd waardoor men kon achterhalen welke stem de kiezer had uitgebracht. Onderzoek van de stichting ‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’ en een rapport van onderzoekscommissie Korthals Altes hebben er uiteindelijk toe geleid dat de minister het gebruik van stemcomputers in het geheel heeft afgeschaft. Alle gemeenten keerden terug naar het rode potlood. De operatie kostte het Rijk en de gemeenten tientallen miljoenen. Aantal stembureauleden bij de Tweede Kamer verkiezingen van 2012, berekend op basis van het "Rapport Evaluatie verkiezingen leden Tweede Kamer 2012", bijlage bij Kamerstukken II, 31142 nr. 34, p. 18 (gemiddeld 4,1 leden per stembureau) en website Kiesraad, www.kiesraad.nl/artikel/tk-stembureaus (9233 stembureaus). 4 Op basis van de begroting van BZK voor verkiezingen en de Kiesraad van 2012, 2013 en 2014, zie www.rijksbegroting.nl. 3 Pagina 6 van 19 24. Werd dat allemaal gedaan omdat zich grote incidenten hadden voorgedaan waarbij stemcomputers waren afgeluisterd door kwaadwillenden? Nee. Er waren zelfs geen aanwijzingen dat dat ooit realiteit zou worden in Nederland. Ondanks de afwezigheid van een reële dreiging, vond de regering het waarborgen van het stemgeheim echter van zodanig groot belang dat de stemcomputers toch werden afgeschaft. Het risico dat burgers hun vertrouwen zouden verliezen in het stemproces was onaanvaardbaar. Het recht op vrije verkiezingen moet dan ook telkens weer bevestigd word, zo is de visie van de regering: “Deelnemen aan de verkiezingen is een recht, dat in vele delen van de wereld niet vanzelfsprekend is. Het vergt dan ook een inspanning van een ieder in de Nederlandse maatschappij, waaronder de onderscheiden overheden, aan dit recht een betekenisvolle invulling te geven. […] Het grote vertrouwen van de Nederlandse burgers in het juiste verloop van de verkiezingen is immers geen vanzelfsprekendheid maar moet telkens weer bevestigd worden.”5 HANDELEN VAN DE STAAT 25. De wetgever neemt dus geen enkel risico bij de inrichting van het verkiezingsproces. De minister is verantwoordelijk voor het juist voorlichten van de gemeenten. Ook met die taak wordt doorgaans zeer zorgvuldig omgesprongen. 26. Wat er in de aanloop naar deze procedure is gebeurd, staat echter haaks op deze zorgvuldigheid. De minister heeft publiekelijk de “stemfie” goedgekeurd, zonder daarbij na te denken over de implicaties voor het stemgeheim, laat staan dat daaraan enige parlementaire discussie vooraf is gegaan. 27. Op 29 januari gaf minister Plasterk een radio-interview waarin hij zei dat het maken van een foto van jezelf en je ingevulde stembiljet is toegestaan. Hij had het even helemaal na laten zoeken. In de ochtend van de dag van de gemeenteraadsverkiezingen plaatste hij nog een bericht op Twitter, een populair medium dat de minister dikwijls inzet om zijn standpunten te verkondigen: “Ik roep niet op om een stemfie te maken, maar het mag wel.” Brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer d.d. 23 november 2007, kenmerk BPR2007/U59586. 5 Pagina 7 van 19 28. “Stemfie” was het woord van de dag. De link die u ziet staan, beginnend met “ow”, verwijst naar een bericht op de website van Editie NL: “Minister Plasterk heeft een selfie in het stemhokje officieel goedgekeurd. Daarom wil Editie NL zoveel mogelijk ‘stemfies’ verzamelen. Ga jij woensdag stemmen, maak dan een selfie van jezelf in het stemhokje. […] De leukste zie je woensdagavond terug in onze uitzending. Succes!” (productie 7) 29. De minister roept dus wel degelijk op om “stemfie’s” te maken, ook al zegt hij van niet. Hierdoor heeft bij de Nederlandse kiezer de gedachte postgevat dat het maken van een foto van het ingevulde stembiljet is toegestaan. Bij de gemeenteraadsverkiezingen zijn dan ook op grote schaal foto’s gemaakt van ingevulde stembiljetten, die vervolgens zijn verspreid via sociale media (productie 1). Productie 1 betreft enkele voorbeelden. In werkelijkheid gaat het om duizenden van dit soort foto’s op Twitter en Facebook. Pagina 8 van 19 30. De reacties op internet naar aanleiding van de persaandacht voor dit kort geding laten zien dat de kiezer inderdaad een verkeerd beeld heeft gekregen van het stemgeheim. De minister heeft toch gezegd dat het mocht? 31. Dat de minister het heeft laten nazoeken, zoals hij zei, blijkt nergens uit. De heer Kruijswijk heeft naar aanleiding van het radio-interview met de minister een Wob-verzoek gedaan. Daaruit is geen informatie naar voren gekomen waaruit blijkt dat onderzoek is gedaan naar de juridische implicaties van het maken van foto’s van ingevulde stembiljetten. Het betreft slechts een e-mail van de Kiesraad, zonder nadere onderbouwing. De Kiesraad twijfelt en vraagt bevestiging bij het ministerie dat het maken van foto’s van het ingevulde stembiljet is toegestaan. Die bevestiging krijgt zij (productie 6). 32. Dat de Kiesraad twijfelt, blijkt ook uit een artikel in het NRC van 18 maart. De Kiesraad geeft daarin aan dat de kwestie “wel wringt ja” en dat er aandacht voor zal worden gevraagd bij de evaluatie van de verkiezingen (productie 13). Die zal pas plaatsvinden na de verkiezingen voor het Europese Parlement. Tijdens de bespreking tussen eisers en het ministerie op 25 april, heeft het ministerie bevestigd dat onbekend is wat het huidige standpunt van de Kiesraad is. 33. Over die bespreking kan ik overigens kort zijn. Partijen zijn er niet uitgekomen. Het ministerie bood aan om op de website van het Rijk te communiceren dat zij “het stemgeheim heel belangrijk vindt en er geen plicht bestaat een foto van je ingevulde stembiljet te maken”. Dat is juist, maar ook onvoldoende. Tijdens de bespreking heeft het ministerie geen andere juridische onderbouwing gegeven dan dat de kiezer het recht heeft zijn stem geheim te houden, maar dat hij ook afstand kan doen van dit recht. JURIDISCH KADER 34. Dat is een opmerkelijk standpunt en ook onjuist. Het stemgeheim is niet alleen een recht van de kiezer, maar vooral een verplichting van de overheid om zorg te dragen voor “geheime stemmingen.” Dat is niet iets waar de kiezer afstand van kan doen. Zou dat wel kunnen, dan zou de kiezer ook een tweede persoon in het stemhokje mogen toelaten. Ik kom toe aan de juridische achtergrond van deze zaak. Inspanningsverplichting van de Staat 35. Geheime stemmingen worden voorgeschreven door verschillende verdragen en de Nederlandse Grondwet. Dat het stemgeheim geldend recht is en de overheid een inspanningsverplichting heeft het stemgeheim te waarborgen, zal dan ook niet worden betwist: “De wet- en regelgeving die tot stand moet worden gebracht om elektronisch te stemmen mogelijk te maken zal uiteraard moeten voldoen aan artikel 53, tweede lid van de Grondwet, artikel 3 Eerste Protocol van het Europees Verdrag tot bescherming van de Pagina 9 van 19 rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 25 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (BuPo) waarin het stemgeheim is verankerd.”6 “In de eerste plaats valt op dat er een uitdrukkelijke positieve verplichting in het leven wordt geroepen. In plaats van het toekennen van een recht of een vrijheid aan het individu dan wel het formuleren van een verplichting voor de staat om iets na te laten, legt artikel 3 Eerste Protocol de staat op om iets te doen. Dat wil echter niet zeggen dat individuen er geen rechten aan kunnen ontlenen. In het eerste arrest inzake deze verdragsbepaling stelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) vast dat de bepaling ondanks zijn bewoordingen wel degelijk in rechte afdwingbare, subjectieve rechten bevat, namelijk het actieve en passieve kiesrecht (EHRM 2 maart 1989, nr. 9267/81, Matthieu-Mohin en Clerfayt t. België, par. 50-51)”7 Uitleg van het stemgeheim 36. Voor een definitie van de inhoud van het stemgeheim zijn talloze nationale en internationale bronnen voorhanden. 8 Al die bronnen laten zien dat binnen die definitie de Staat een inspanningsverplichting heeft om het verkiezingsproces zodanig in te richten dat kiezers niet kunnen bewijzen welke stem zij hebben uitgebracht. Internationaal recht 37. Dit volgt uit de tekst van de verschillende verdragen. Die bepalen niet “De kiezer heeft het recht in het geheim te stemmen” of “De kiezer mag zijn stem geheim houden”. Nee, de tekst is duidelijk: UVRM: De wil van het volk zal tot uiting komen in verkiezingen die gehouden zullen worden bij geheime stemmingen Kamerstukken II 2013-2014, 33 829, nr. 3, p. 3. Kamerstukken II 2012-1013, 41 012, nr. 3, p. 6. 8 De opsomming is niet uitputtend. Zie bijvoorbeeld (A) Aanbeveling 17 en 18 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa (Recommendation Rec(2004)11 of the Committee of Ministers to member states on legal, operational and technical standards for e-voting, Adopted by the Committee of Ministers on 30 September 2004 at the 898th meeting of the Ministers' Deputies, via wcd.coe.int/ViewDoc.jsp?id=778189): “17. The e-voting system shall guarantee that votes in the electronic ballot box and votes being counted are, and will remain, anonymous, and that it is not possible to reconstruct a link between the vote and the voter. 18. The e-voting system shall be so designed that the expected number of votes in any electronic ballot box will not allow the result to be linked to individual voters”, (B) De Declaration on Criteria for Free and Fair Elections van de Inter Parlementary Union (zie EU Compendium of International Standards for Elections, p. 152): “The right to vote in secret is absolute and shall not be restricted in any manner whatsoever.” en (C) De International Electoral Standards van het International Institute for Democracy and Electoral Assistance (International IDEA’s International Electoral Standards, via www.idea.int/publications/ies/, p. 72 en 79): “Ballot secrecy is an effective counter to vote-buying, to voter intimidation and to other undue influences. […] The principle of secrecy of the ballot requires election legislation to ensure that secret voting is not only a right on the part of the voter but an absolute obligation.” 6 7 Pagina 10 van 19 IVBPR: Elke burger heeft het recht te stemmen door middel van verkiezingen die gehouden worden bij geheime stemming EVRM: De verdragsluitende partijen verbinden zich om geheime verkiezingen te houden EU Handvest/ Verdrag: De leden van het Europees Parlement worden gekozen door middel van geheime verkiezingen 38. Stemmingen zijn geheim. Niet meer, niet minder. Het is eigenlijk niet zo ingewikkeld. 39. De ratio van geheime stemmingen is dat kiezers daardoor vrij zijn de stem van hun keuze uit te brengen, zonder beïnvloeding door derden. Dit doel wordt niet gediend als de kiezer slechts het recht heeft zijn stem geheim te houden. Dat laat immers de mogelijkheid van ongeoorloofde beïnvloeding open. Vrije verkiezingen kunnen enkel worden gewaarborgd indien daadwerkelijk geheim wordt gestemd, in die zin dat het onmogelijk is om erachter te komen welke stem de kiezer heeft uitgebracht. 40. De Europese Unie heeft in het kader van EU waarnemingsmissies voor verkiezingen in het buitenland twee documenten opgesteld die een overzicht en interpretatie geven van internationale verkiezingsstandaarden.9 De uitleg van het stemgeheim is volgens de Europese Commissie “quite clear”: “The element of a secret vote is quite clear, at least in principle. It holds that the voter should cast his or her vote in secret. Nobody else should be able to see how the voter votes, guaranteeing that the person is actually in a position to vote according to his or her own conviction, free from influence and coercion from anybody else during the act of voting. The secrecy of the vote should also imply that it is impossible to attribute a vote, marked in the secrecy of the polling booth, to any particular voter. Rather, the ballot paper, when marked and dropped into the ballot box, must be completely anonymous in relation to the voter who marked it.”10 “All voters have the right to vote in secret. It is the responsibility of the authorities to guarantee this right through provision of polling booths that allow ballot papers to be marked in private. Marked ballots should not be inspected before being placed into a ballot box, or contain any identifying features that would enable the ballot paper to be traced back to the voter who marked it. Voters should not be intimidated or coerced into revealing for whom they voted. Except in cases where a voter is being lawfully assisted, voters cannot waive their right to vote in secret.” 11 Te vinden via de website van de EU Election Observation Missions: www.eueom.eu/files/dmfile/compendiumof-int-standards-for-elections_en.pdf en eeas.europa.eu/eueom/pdf/handbook-eueom-en-2nd-edition_en.pdf. 10 EU Compendium of International Standards for Elections, p. 6. 11 EU Handbook for European Union Election Observation, p. 79. 9 Pagina 11 van 19 41. Het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties stelt hetzelfde vereiste in de toelichting op artikel 25 van het IVBPR, die door de Europese Commissie is overgenomen als definitie van de term Secret Ballot: “States should take measures to guarantee the requirement of the secrecy of the vote during elections, including absentee voting, where such a system exists. This implies that voters should be protected from any form of coercion or compulsion to disclose how they intend to vote or how they voted, and from any unlawful or arbitrary interference with the voting process. Waiver of these rights is incompatible with article 25 of the Covenant.”12 42. Ik benadruk het woord “compulsion”, dat zich laat vertalen als een van binnen komende drang. Het gaat bij ongeoorloofde beïnvloeding van het stemgedrag niet alleen om dwang onder dreiging van geweld of andere sancties. Net zo goed moet worden voorkomen dat kiezers zich door groepsdruk gedwongen voelen een bepaalde stem uit te brengen. Wat doe je als iedereen op de voetbalclub zijn stem op de Facebookpagina van de vereniging plaatst? En wat als je de enige PvdA-stemmer bent en je teamgenoten allemaal PVV stemmen? Van “alleen stemmen”, zoals de Kiezershandleiding vereist, is dan geen sprake meer. 43. De European Commission for Democracy through Law, de zogenaamde Venetië-commissie, is een adviesorgaan van de Raad van Europa en zijn lidstaten.13 De Commissie bestaat uit onafhankelijke experts op het gebeid van democratie en internationaal en constitutioneel recht.14 Deze Commissie heeft een ‘Code of Good Practice in Electoral Matters’ opgesteld, een Europese standaard die de interpretatie van Verdragen beïnvloedt, in het bijzonder artikel 3 van het Eerste Protocol bij het EVRM.15 Het Comité van Ministers van de Raad van Europa heeft de lidstaten in 2004 opgeroepen zich aan deze code te houden bij verkiezingen en bij het opstellen van kieswetgeving.16 De Code of Good Practice bepaalt in artikel 4, onder a: “For the voter, secrecy of voting is not only a right but also a duty, non-compliance with which must be punishable by disqualification of any ballot paper whose content is disclosed.” Human Rights Committee, General Comment 25(20), U.N. Doc. CCPR/C/21/Rev.1/Add.7 en Europese Commissie, EU Compendium of International Standards for Elections, p. 202 en 203. 13 Zie hierover o.a. P. Van Dijk, ‘De Europese Commissie voor Democratie door Recht (Venetië Commissie): Het stille geweten van de Raad van Europa’, NJCM Bulletin 2006, p. 83. 14 EU Compendium of International Standards for Elections, p. 155. 15 European Commission for Democracy through law (Venice Commission), ‘Report on the compatibility of remote voting and electronic voting with the standards of the Council of Europe’, CDL-AD(2004)012, Strasbourg, 18 Maart 2004, Study no. 260 / 2003, p. 12 (para 52). Zie ook D.J. Elzinga, H.R.B.M. Kummeling en J. SchipperSpanninga, Het Nederlandse kiesrecht, Deventer: Kluwer 2012, p. 25 en P. van Dijk, ‘Europees Hof voor de Rechten van de Mens en Venetië-Commissie. Een praktijk van wederzijdse bevruchting’, NJCM-Bulletin 2010, nr. 7, p. 884 e.v. 16 Declaration by the Committee of Ministers on the Code of Good Practice in Electoral Matters, adopted on 13 May 2004 at its 114th Session, via wcd.coe.int/ViewDoc.jsp?id=743357. 12 Pagina 12 van 19 44. De toelichting vermeldt: “Secrecy of the ballot is one aspect of voter freedom, its purpose being to shield voters from pressures they might face if others learned how they had voted. Secrecy must apply to the entire procedure – and particularly the casting and counting of votes. Voters are entitled to it, but must also respect it themselves,” 45. De OVSE, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, houdt zich onder andere bezig met waarnemingsmissies bij verkiezingen in Europese landen. De OVSE Guidelines vermelden: “Certain principles should be respected when the authority to issue instructions is given to the election administration. These principles include that substantive fundamental rights, such as the secrecy of the vote, may not be abrogated or diminished by any instruction.”17 “Secrecy of the vote is a standard for a democratic election. It is set out in Paragraph 7.4 of the OSCE 1990 Copenhagen Document, which requires that votes are cast by secret ballot. Voters must have a guarantee that their voting choices will not be disclosed to other persons and that they will not be intimidated or face retribution as a result of how they chose to mark their ballots. This requires the legal framework to provide mechanisms for control and security of the ballot, particularly governing the casting of votes at the polling station, while ensuring that no individual ballot can be identified as being marked by a specific voter.”18 “The principle of secrecy of the vote requires legal provisions to ensure that secret voting is not only a right on the part of the voter, but an absolute obligation.”19 46. Internationaal recht is dus duidelijk. Elke stem die kan worden gekoppeld aan de identiteit van de kiezer moet ongeldig worden verklaard. Het stemgeheim beoogt immers te voorkomen dat de kiezer wordt beïnvloed in zijn stemgedrag door dwang van derden. Om dat te waarborgen, moet het voor degene die druk wil uitoefenen bij voorbaat duidelijk zijn dat als hij vervolgens wil controleren of de juiste stem is uitgebracht, de desbetreffende stem geen waarde meer heeft.20 OVSE Guidelines for Reviewing a legal framework for elections, p. 12, te vinden via www.osce.org/odihr/elections/104573?download=true. 18 OVSE Guidelines for Reviewing a legal framework for elections, p. 54. 19 OVSE Guidelines for Reviewing a legal framework for elections P. 55. 20 Zie ook Handelingen II 1988-1989, 18 april 1989, p. 5863 17 Pagina 13 van 19 Nederlands recht 47. Ook de tekst van de Nederlandse Grondwet is duidelijk: “Verkiezingen worden gehouden bij geheime stemming”. In de parlementaire geschiedenis van artikel 53 lid 2 van de Grondwet is enig debat gevoerd over de inhoud van het stemgeheim: “De leden van de P.P.R.-fractie, die van harte met de opneming van de bepaling instemden, vroegen om een nadere aanduiding van de betekenis ervan. In algemene zin menen wij de betekenis van de voorgestelde bepaling aldus te kunnen omschrijven dat elke kiezer het recht heeft om geheel voor zich zelf te houden op wie hij zal stemmen, stemt of heeft gestemd. Dat betekent in de eerste plaats dat de wettelijke procedure voor de gang van zaken in het stembureau de mogelijkheid tot het uitbrengen van een stem, zonder dat iemand anders daarvan kennis kan nemen, moet waarborgen. Maar de strekking van de bepaling zou niet tot haar recht komen, wanneer daarin ook niet het andere door de leden van de P.P.R.-fractie bedoelde element begrepen zou zijn, het element dat niemand in welke verhouding dan ook verplicht zal kunnen worden te kennen te geven op wie hij zijn stem heeft uitgebracht.”21 48. Met de woorden “in welke verhouding dan ook” worden uiteraard ook verhoudingen bedoeld met andere private partijen. Als de kiezer het recht heeft afstand te doen van het stemgeheim en een bewijs te maken van zijn stem, kan hij in zijn verhouding tot derden gedwongen worden te bewijzen wat hij heeft gestemd. De werkgever kan zijn werknemers verplichten om na de dag van de verkiezingen een foto te laten zien van hun stembiljet, dit onder dreiging van ontslag. Door op te roepen “stemfie’s” te maken, hoe onschuldig die ook lijken, worden dit soort praktijken gefaciliteerd. Terwijl de overheid deze juist zoveel mogelijk dient te voorkomen. 49. Ook de tekst van artikel J 26 van de Kieswet is duidelijk. De kiezer mag geen foto maken van zijn stembiljet. Immers: 1. De kiezer gaat na ontvangst van het stembiljet naar een stemhokje en stemt aldaar door een wit stipje, geplaatst vóór de kandidaat van zijn keuze, rood te maken. 2. Hij vouwt vervolgens het stembiljet dicht en gaat daarmee naar het stembureau. 50. Dit strak gereguleerde proces van het uitbrengen van een stem, laat geen ruimte om met het stembiljet iets anders te doen dan wat artikel J 26 Kieswet voorschrijft. Zeker niet in het licht van het internationale recht dat ik zojuist besprak. 51. De parlementaire geschiedenis van de Kieswet biedt niet veel aanknopingspunten voor een interpretatie van het stemgeheim. Alleen in het kader van artikel N 7 lid 3 is erover gedebatteerd. Het artikel verklaart het stembiljet ongeldig waarop bijschrijvingen zijn geplaatst die de kiezer kunnen identificeren. Het artikel is in de Kieswet opgenomen naar aanleiding van 21 Kamerstukken II, 1978-1979, 14223, nr. 6, p. 4 en 5. Pagina 14 van 19 een PvdA-amendement in 1989.22 Er heeft vervolgens een debat plaatsgevonden tussen de staatssecretaris en de indiener van het amendement: “De heer Van Otterloo (PvdA): Ik heb niet gesproken over theoretische mogelijkheden. Ik heb gesproken over wat feitelijk heeft plaatsgevonden bij verkiezingen voor de Eerste Kamer in provinciale staten. Het ging er niet om dat het beperkte aantal stemmen dat uitgebracht werd controleerbaar maakte of er goed gestemd werd. Nee, het ging er hierbij uitdrukkelijk om of de opdracht die men op de een of andere wijze had gekregen om op een bepaalde kandidaat te stemmen ook werd opgevolgd. Dat vind ik in strijd met het geheime karakter van de stemming. Men moet voor zichzelf uitmaken waar men op stemt. Zoals wij hier staan zonder last of ruggespraak, moet men dat ook kunnen doen. Dan gaat het niet om een theoretische mogelijkheid, maar om wat nu al plaatsvindt. Staatssecretaris De Graaff-Nauta: Maar wij tasten die vrijheid toch niet aan? De heer Van Otterloo (PvdA): Nee, u opent een andere mogelijkheid. U opent een mogelijkheid tot controleerbaarheid, tot het uitoefenen van dwang. Mijn verhaal richt zich niet op de andere onderdelen. Mijn verhaal richt zich erop dat u niet bij voorbaat uitsluit dat, waar ontoelaatbare dwang wordt uitgeoefend, die dwang kan slagen. Het stembiljet wordt nu niet meer ongeldig verklaard, maar het wordt gewoon meegeteld bij de geldige stemmen.”23 52. De staatsecretaris vond de - toch overtuigende - argumenten van Van Otterloo niet zwaarwegend genoeg en “zou het oordeel van de Kamer wel afwachten”. Die nam echter het amendement van Van Otterloo aan zonder verdere discussie. 53. De standaarden zoals die zijn neergelegd in internationaal recht zijn in Nederland tot uitgangspunt genomen door de Commissie Korthals Altes, die onderzoek deed naar herinrichting van het Nederlandse verkiezingsproces in 2007. De Commissie heeft acht waarborgen geformuleerd (productie 11). Het verkiezingsproces dient zo te zijn ingericht dat deze waarborgen maximaal worden gegarandeerd. Het betreft de waarborgen: 22 23 ➢ Transparantie; ➢ Controleerbaarheid; ➢ Integriteit; ➢ Kiesgerechtigdheid; ➢ Stemvrijheid; ➢ Stemgeheim; ➢ Uniciteit; en ➢ Toegankelijkheid. Kamerstukken II 1988-1989, 20264, nr. 49. Handelingen II 1988-1989, 13 april 1989, p. 5791. Pagina 15 van 19 54. Het kabinetstandpunt naar aanleiding van het rapport was dat zij de acht waarborgen onderschreef,24 hetgeen in 2010 heeft uitgemond in het wetsvoorstel Herinrichting Verkiezingsproces. In artikel 2 sub f van het wetsvoorstel wordt het stemgeheim neergelegd: “Het proces van de stemming is zodanig ingericht dat er geen verband kan worden gelegd tussen de identiteit van de persoon die de stem uitbrengt en de inhoud van de uitgebrachte stem en het verkiezingsproces is zodanig ingericht dat het voor de kiezer onmogelijk is aan te tonen hoe hij gestemd heeft”25 55. Dat zijn de exacte bewoordingen die ook in het rapport Korthals Altes werden gebruikt. Over het stemgeheim vermeldt de memorie van toelichting dat: “Voorkomen moet worden dat hij gedwongen kan worden na de stemming aan iemand anders aan te tonen op welke kandidaat of op welke partij hij zijn stem heeft uitgebracht. Natuurlijk staat het de kiezer zelf vrij om aan wie dan ook te vertellen wat hij of zij heeft gestemd.”26 56. Het wetsvoorstel is uiteindelijk niet ingediend omdat de Raad van State van mening was dat daarin teveel bevoegdheden werden gedelegeerd aan de materiële wetgever.27 Wel zijn de acht waarborgen in een rapport van een andere commissie, de Commissie Van Beek, in 2013 één-opéén overgenomen.28 Op 21 maart jl., twee dagen na de gemeenteraadsverkiezingen, was het standpunt van het kabinet in reactie hierop dat zij de waarborgen nog altijd onderschrijft.29 57. De minister merkt wel op dat de waarborgen niet absoluut zijn en tegen elkaar moeten worden afgewogen. Voor een dergelijke afweging is echter in het kader van de “stemfie” geen plaats. Met de “stemfie” wordt namelijk geen enkele van de acht waarborgen gediend. 58. Al met al is het opmerkelijk dat de minister zo lichtvaardig heeft toegestaan dat foto’s worden gemaakt van ingevulde stembiljetten. Dat is niet alleen evident in strijd met internationaal recht, het Nederlandse kabinetsstandpunt is ook al vele jaren dat het verkiezingsproces zo moet zijn ingericht dat geen bewijs kan worden gemaakt van de stem van de kiezer. Buitenland 59. Het verbaast al met al niet dat in veel andere landen het maken van een foto van een ingevuld stembiljet niet is toegestaan of zelfs strafbaar is gesteld. Het is in veel landen zelfs verboden om in het stemlokaal foto- of video-opnamen te maken. Brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer d.d. 23 november 2007, kenmerk BPR2007/U59586, p. 2 en 3. Zie ook Kamerstukken II 2010-2011, 31142 nr. 26, p. 37. 25 Kamerstukken II 2010-2011, 31 142 nr. 26, p. 2. 26 Kamerstukken II 2010-2011, 31 142 nr. 26, p. 63. 27 Raad van State 13 april 2010, No.W04.10.0038. 28 Kamerstukken II 2010-2011, 31 142 nr. 26. 29 Kamerstukken II, 2013-2014, 33 829, nr. 3, p. 1 en 2. 24 Pagina 16 van 19 60. Een snelle zoektocht op internet levert al op dat in elk geval in België, 30 Duitsland,31 Italië,32 bijna alle staten van de VS,33 Zuid Afrika en de Filippijnen34 een verbod geldt op het maken van foto’s van een ingevuld stembiljet. Eergisteren nog heeft The Electoral Commission van het Verenigd Koninkrijk, de Engelse Kiesraad, het volgende bulletin verstuurd voor de Europese verkiezingen van 22 mei: “22 May polls: polling station ‘selfies’ […] our advice is that you should not allow photos to be taken inside polling stations. You should ensure that all polling station staff are aware of this guidance. You might also want to consider displaying a notice inside polling stations to make clear that photography of any kind (including photos taken on mobile phones) is not permitted” 35 61. Er is naar aanleiding van de “stemfie’s” dan ook kritisch gereageerd in het buitenland, met name op het feit dat de minister de praktijk heeft goedgekeurd en dat ook enkele parlementariërs een “stemfie” hebben gemaakt. Ik verwijs naar de nieuwsberichten in productie 14, onder andere van de Duitse professor Heino Falcke: “The “stemfie” is ridiculing the secrecy and freedom of the vote. […] Social pressure of peers or government can eventually force you indirectly to make your vote public through a “stemfie”. That prevents you from freely making your choice. Pechtold could have still voted for his secret love VVD (or SP) and said afterwards in public that he voted D66. This freedom he does not have anymore. Next time he does Productie 14, p. 9. Productie 14, p. 13, net boven het midden. 32 Productie 14, p. 8. 33 Productie 14, p. 15. 34 Productie 14, p. 16. 35 www.electoralcommission.org.uk/__data/assets/pdf_file/0017/167201/Electoral-Administration-Bulletin74.pdf. 30 31 Pagina 17 van 19 NOT produce a stemfie people will wonder whether he really supported the local candidate at all. Pechtold can live with that, but he exercises peer pressure on all his other party members to forfeit their right to a secret vote as well.” (productie 14, p. 1) 62. De Nederlandse Staat heeft bovendien een verantwoordelijkheid binnen Europa en daarbuiten om het goede voorbeeld te geven. Wij zijn altijd een voorloper geweest op het gebied van democratische verkiezingen. Het stemgeheim is al sinds 1895 opgenomen in onze kieswetgeving. We nemen vanuit deze rol ook deel aan EU waarnemingsmissies in het buitenland. Zowel binnen als buiten Europa zijn er landen waar aan het democratisch gehalte van verkiezingen nog veel werk is te verrichten.36 Door het handelen van de minister manoeuvreert Nederland zich in een uitzonderingspositie en zet daarmee waarnemingsmissies vanuit de EU en de OVSE op het spel. Hoe kunnen wij andere landen terechtwijzen op het schenden van het stemgeheim, als wij het in ons eigen verkiezingsproces niet waarborgen? VORDERINGEN 63. Veel Nederlandse kiezers zijn nu in de veronderstelling dat het geen probleem is een foto te maken van een ingevuld stembiljet. En geef ze eens ongelijk: hun eigen minister van Binnenlandse Zaken heeft opgeroepen dat te doen. 64. Maar ongelijk hebben ze toch. En die onjuiste gedachte moet zoveel mogelijk door de Staat rechtgezet worden. Dat kan door middel van de eenvoudige maatregelen die eisers in dit kort geding vorderen. 65. De minister dient zijn uitlatingen te rectificeren (vordering 1.b). Dat kan via Twitter, maar de beperkte ruimte die dat medium biedt - slechts 140 tekens per bericht - leent zich daar eigenlijk niet voor. Eisers vorderen dan ook dat de minister een regulier nieuwsbericht plaatst op de website van de Rijksoverheid. Eisers hebben een rectificatietekst voorgesteld, maar laten u eerbiedig de ruimte om tekst en modaliteiten daarvan aan te passen. 66. Ook dient de minister zo goed als mogelijk zorg te dragen dat de kiezers in het stemlokaal zelf, op de verkiezingsdag, juist worden geïnformeerd. De kiezer moet door het stembureau duidelijk worden gemaakt dat het maken van foto’s van zijn ingevulde stembiljet niet is toegestaan, net zoals hij gebonden is aan alle andere regels in het stemlokaal. 67. Daartoe is op zijn minst vereist dat een brief met een rectificatie wordt verstuurd naar de gemeenten, voorzien van een duidelijke uitleg (vordering 1.c.(i) en 1.c.(ii)). De gemeenten moeten geïnstrueerd worden dat de stembureauleden verantwoordelijk zijn toezicht te houden op de naleving van het stemgeheim. Het stembureau zal de kiezer er in passende gevallen op moeten wijzen dat het maken van een foto van het ingevulde stembiljet niet is toegestaan Zie bijvoorbeeld Guy S. Goodwin-Gill, Free and Fair Elections: International Law and Practice, Geneva: InterParliamentary Union, 1994, p. 153 e.v. 36 Pagina 18 van 19 (vordering 1.c.(iii)). Naar mening van eisers kan het aan de gemeenten en de stembureaus worden overgelaten op welke wijze dat toezicht wordt uitgeoefend en wanneer de noodzaak daartoe bestaat. In de meeste gevallen zal een waarschuwing van achter de tafel van de stembureauleden voldoende zijn. 68. Om te bevorderen dat alle kiezers, ook degenen die niet op de website van de Rijksoverheid kijken, zich ervan bewust zijn dat zij geen foto’s van het ingevulde stembiljet mogen maken, vorderen eisers dat de gemeenten worden geïnstrueerd een kennisgeving, zoals een A4’tje, op te hangen in het stemlokaal (vordering 1.c.(iv)). Dat biedt kiezers een opening hierover vragen te stellen aan de stembureauleden. 69. Eisers laten de exacte bewoordingen van de brief graag over aan de minister, evenals het formuleren van eventuele overige instructies die hij nodig acht. Zolang in de brief het gevorderde maar tot uitdrukking wordt gebracht, dan wel hetgeen door u in goede justitie te bepalen. CONCLUSIE 70. De minister heeft met het toestaan en aanmoedigen van “stemfie’s” het stemgeheim uitgehold en het recht op vrije verkiezingen in ons land op de helling gezet. Zijn uitlatingen kunnen voor de toekomst grote gevolgen hebben. Mobiele telefoons met camera’s en internetverbinding zijn inmiddels de normaalste zaak van de wereld. Maar het gebruik hiervan is tenminste zichtbaar voor het publiek. In de VS is nu Google Glass in opkomst, een bril die is aangesloten op internet met een beeldschermpje dat enkel zichtbaar is voor de drager. De bril is ook voorzien van een camera. Op steeds meer plekken in de VS duiken nu bordjes op: “Google Glass prohibited on these premisses”, vooral vanwege privacy overwegingen. 71. Ook worden profiling en database technieken steeds geavanceerder. Hoe meer kiezers een foto van hun stembiljet op internet publiceren en daarmee onuitwisbaar archiveren en koppelen aan hun social media accounts, hoe minder geheim de stemmen zullen zijn van alle overige kiezers. Uiteindelijk zal men met dit soort technologieën kunnen vaststellen welke stem je hebt uitgebracht, ook al heb je die niet zelf prijsgegeven. 72. Over dit soort ontwikkelingen had de minister moeten nadenken toen hij vrolijk opriep “stemfie’s” te maken. Wat vandaag wordt besloten over het stemgeheim, zal elementair zijn voor de discussies die wij over deze ontwikkelingen in de toekomst zullen voeren. Deze zaak wordt behandeld door mr. D.M. Linders Keizersgracht 203 1016 DS Amsterdam The Netherlands T: 020 7606 505 / F: 020 7 606 555 [email protected] / bureaubrandeis.com Pagina 19 van 19
© Copyright 2024 ExpyDoc