Raad in stelling bij de decentralisaties!? - Almere Kracht

Raadsgriffie
Telefoon (036) 5399995
Fax (036) 036 53 99 925
E-mail [email protected]
Raad in stelling bij de decentralisaties!?
Stadhuisplein 1Postbus 2001300
AE Almere
Telefoon 14 036Fax (036) 539 99
12E-mail
[email protected]
Overdrachtsdocument voor de raad van de verkennersgroep Transitie
Sociaal Domein
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
Auteur
Verkennersgroep Transitie
Versie
Pagina
1/16
Titel
Raad in stelling bij de
1
Datum
6 februari 2014
Inhoudsopgave
1
Inhoudsopgave
2
Inleiding
2.1
Verkennersgroep
2.2
Activiteiten verkennersgroep
3
Historie
3.1
Landelijke wetgeving
3.1.1
Participatiewet (Pwet)
3.1.2
Wet Maatschappelijk Ondersteuning per 2015
3.1.3
Jeugdwet
3.2
Lokale besluitvorming/informatie
3.2.1
Het Blauwe Boekje: programmaplan ‘De Kracht van Almere in 3D’
3.2.2
Het Groene Boekje: Beleidskader ‘Naar een nieuwe sociale infrastructuur
in Almere’
3.2.3
Het Witte Boekje: Consultatiedocument ‘Samenwerken aan de Transitie
Sociaal Domein in Almere’
3.2.4
Kadernota Sociaal Domein ‘Doen wat nodig is’
3.2.5
Raadvoorstel Integrale advisering door bewoners binnen het sociale
domein
3.2.6
Raadsbrieven, schriftelijke vragen over regionale samenwerking en
arrangementen
3.2.7
Rekenkameronderzoeken.
3.2.8
Verkennersgroep Jeugdzorg
4
Aandachtspunten
4.1.
Verantwoording
4.1.2.
Wijze van verantwoording
4.2.
Financiën
4.3.
Planning & Sturing
4.4.
Inhoudelijke punten
4.5
Algemeen/ Overig
5
Literatuurlijst
2
3
3
3
4
4
4
4
5
6
6
6
7
7
9
10
10
11
12
12
12
13
13
13
14
15
Kenmerk
Versie
Pagina
2/16
2
Inleiding
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
2.1
Verkennersgroep
In maart 2013 is de verkennersgroep Transitie Sociaal Domein van start gegaan. De
doelstelling van de groep was:
“Een overdrachtsdocument maken voor de volgende raad over de transitie sociaal
domein. De verkennersgroep wil een document opleveren waarin:
– De raad wegwijs wordt gemaakt binnen de transities
– De fundamenten voor de keuzes binnen de transities worden beschreven en
– Er een historisch geheugen wordt gecreëerd voor de nieuwe raad.”
Daarbij wil de groep de raad aandachtspunten meegeven op dit gebied.
Aan de groep hebben deelgenomen heren K. Jongejan (VVD), T. van Eck (PvdA)
en L. Bakker (VVD) en de dames S. Sarfraz (SP) en M. van der Velde (D66 en
fractie van der Velde). De dames zijn, nadat zij uit de raad zijn gegaan, opgevolgd
door de heren E. Naaktgeboren (SP) en D. Ismangil (D66).
2.2
Activiteiten verkennersgroep
De verkennersgroep Transitie Sociaal Domein heeft gesprekken gevoerd met
betrokken organisaties en instellingen en met de wethouder en de ambtelijke
organisatie. Daarnaast heeft de verkennersgroep werkbezoeken afgelegd, externe
informatie verzameld, met andere gemeenten gesproken en ‘bijpraatsessies’
geagendeerd op de Politieke Markt.
Met de volgende organisaties zijn gesprekken gevoerd:
– Creatieve motor
– Passend Onderwijs
– WMOraad
– Prisma
– ASG
– Vitree
– VMCA
– Learn2Work
– ARTO4
– Huisartsen
– Gemeente Apeldoorn
– Gemeente Meppel
– Gemeente Almere: wethouders Smidt en Peeters en het transitieteam
Daarnaast is deelgenomen aan een Raad op Zaterdag en een Masterclass Transitie
Sociaal Domein.
Voor het bijpraten van de raad is op de Politieke Markt tweemaal een agendaverzoek
ingediend. Tijdens de eerste bijeenkomst op 20 juni 2013 is de raad geïnformeerd
over de werkwijze van de verkennersgroep en de stand van zaken tot dan toe
(agendavoorstel). Tevens heeft een eerste discussie over de rol van de raad binnen
de transitie sociaal domein plaatsgevonden. Op 7 november 2013 is
vervolginformatie verstrekt over de stand van zaken van de werkzaamheden van de
verkennersgroep (agendavoorstel). Daarbij zijn eerste bevindingen gedeeld uit de
gevoerde gesprekken en werkbezoeken. Ook is gesproken hoe de rol van de raad is in
het transitieproces. Bij de bespreking van de consultatienota “Samenwerken aan de
Transitie Sociaal Domein in Almere“ heeft de raad vragen meegegeven aan het
college op basis van de gevoerde gesprekken en werkbezoeken. Deze zijn door
middel van een raadsbrief beantwoord. Bij de Kadernota Sociaal Domein “Doen
wat nodig is” heeft de verkennersgroep voor de bespreking met het college een
reactie voor de raad voorbereid.
Kenmerk
Versie
Pagina
3/16
3
Historie
3.1
Landelijke wetgeving
De transities gaan over de decentralisatie van drie taken van het rijk naar de
gemeenten, taken op het gebied van AWBZ, Jeugdzorg en Werk en Inkomen.
Specifiek gaat het om de uitvoering van de volgende wetten: Participatiewet,
Jeugdwet en Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Daarnaast wordt nog gesproken
van een vierde decentralisatie, namelijk Passend Onderwijs. De primaire
verantwoordelijkheid voor deze wet ligt bij het onderwijs, maar ook de gemeente
heeft een belangrijke rol. Een goede afstemming tussen de gemeente en het
onderwijs is essentieel.
In dit hoofdstuk wordt zeer kort ingegaan op de verschillende wetgeving. Enkel de
Jeugdwet is op het moment van verschijnen van dit overdrachtsdocument door de
Tweede Kamer én de Eerste Kamer aangenomen. Invoering van de wetten is
gepland op 1 januari 2015. Een uitgebreidere uitleg over de inhoud van de wetten is
opgenomen in de bijlage van de Kadernota Sociaal Domein “Doen wat nodig is”.
Voor meer toelichting verwijzen we u graag naar deze bijlagen.
Daarnaast wordt beschreven waar u als raad over besloten heeft, geïnformeerd of
geconsulteerd bent of een raadsbrief over hebt ontvangen.
3.1.1
Participatiewet (Pwet)
De huidige Wet Werk en Bijstand zal per 1 januari 2015 opgaan in de nieuwe P
wet. Het wetsvoorstel is op 20 februari aangenomen door de Tweede Kamer.
Het doel van de Pwet is om zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt, al dan niet door een arbeidsbeperking, regulier aan het werk te
helpen. De Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) gaat verdwijnen, met een
overgangsregeling. De instroom in de Wajong wordt beperkt tot degenen die
volledig en duurzaam arbeidsongeschikt worden bevonden door de UWV. Alle
bestaande Wajonggerechtigden worden herbeoordeeld.
De gemeente krijgt hiermee nieuwe klantgroepen en verantwoordelijkheden. Zij
mogen ‘beschut werk’ organiseren met daarbij een loonkostensubsidie. Beschut
werk is een dienstverband met een caoloon, minimaal ter hoogte van het wettelijk
minimumloon. Voor deze groep kan loonkostensubsidie worden ingezet om het
verschil tussen loonwaarde en het wettelijk minimumloon te compenseren.
De gemeente heeft in het wetsvoorstel een meer bepalende positie gekregen, bij het
vormen van Werkbedrijven. Ook is de gemeente verantwoordelijk voor het
vaststellen van de loonwaarde en de wijze van beoordelen van de groep, voor wie
loonkostensubsidie kan worden ingezet.
3.1.2 Wet Maatschappelijk Ondersteuning per 2015
De gemeente wordt vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de extramurale
begeleiding (individuele begeleiding, groepsbegeleiding en dagbesteding),
kortdurend verblijf, het vervoer dat aan begeleidingsactiviteiten verbonden is en het
begeleid wonen op participatie gericht voor mensen met psychiatrische
aandoeningen. De wet is op 14 januari 2014 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Wanneer de behandeling gepland staat is nog niet bekend.
De Staatssecretaris heeft in november 2013 aangegeven, dat de Persoonlijke
Verzorging voor het overgrote deel niet bij de gemeenten, maar bij de
zorgverzekeraars wordt neergelegd. In januari 2014 heeft een meerderheid van de
gemeenten via een ledenraadpleging aangegeven deze wet niet op deze wijze te
kunnen/willen uitvoeren.
In een brief aan het kabinet geeft de VNG aan dat de gemeenten de gedachte van de
decentralisaties nog steeds omarmen. Alleen vinden de gemeenten het
voorwaardenpakket zoals het er nu ligt, ontoereikend voor een verantwoorde
invoering van de nieuwe taken. De ontoereikendheid van de voorstellen heeft
betrekking op
1. Er is onvoldoende waarborg voor samenwerking met zorgverzekeraars. Voor
verzekeraars blijft de samenwerking met gemeenten te vrijblijvend met
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
Versie
Pagina
4/16
afschuifrisico’s als gevolg waardoor burgers van het kastje naar de muur worden
gestuurd;
2. De huidige budgettaire kaders, met overgangsrechten voor de burger maar
zonder overgangsmaatregelen voor de gemeenten, plaatsen gemeenten voor niet
te dragen financiële risico’s;
3. Het ontbreken van regie van het kabinet op de drie decentralisaties.
Deze bezwaren komen overeen met de bezwaren die in het advies van de Raad van
State over het wetsvoorstel van de nieuwe Wmo aan de orde komen. Het VNG
bestuur vraagt het kabinet om te komen met een adequate reactie.
Het kabinet heeft op 21 januari 2014 gereageerd op deze brief. De strekking van de
brief is dat het kabinet zich beseft dat het ook na de decentralisaties per 1 januari
2015 de verantwoordelijkheid heeft om te zorgen dat gemeenten de belangrijke
gedecentraliseerde taken naar behoren kunnen blijven uitvoeren. Voor wat betreft de
financiële zorgen, de samenwerking met zorgverzekeraars en de noodzakelijke regie
zet het kabinet de volgende stappen.
1. “Het kabinet wil met gemeenten afspreken om aan de hand van een aantal
gezamenlijk te ontwikkelen objectieve criteria de financiële effecten van het
overgangsrecht in 2015 te volgen en de eerste uitkomsten al in de loop van 2015
bestuurlijk te bespreken. Knelpunten als gevolg van het overgangsrecht kunnen dan
snel worden geadresseerd.” Deze afspraak komt boven op de eerdere toezegging
door staatsecretaris Van Rijn van 200 miljoen incidenteel extra in 2015 en 200
miljoen structureel extra vanaf 2016.
2. “Aan de wens van gemeenten met betrekking tot nietvrijblijvende samenwerking
om de zorg en ondersteuning aan burgers goed af te stemmen wordt tegemoet
doordat de taken van de wijkverpleegkundige en de vereiste samenwerking met
gemeenten en participatie in de sociale wijkteams wettelijk worden vastgelegd in het
besluit zorgaanspraken krachtens de Zorgverzekeringswet. De financiering van de
beschikbaarheid van de wijkverpleegkundige voor de deelname aan de sociale
wijkteams en de werkzaamheden zoals coördineren, signaleren en coachen worden
wettelijk geborgd in de beleidsregels van NZa op basis van de Wet Marktordening
Gezondheidszorg.”
3. “Het kabinet neemt de regie over de decentralisaties ter hand door het
organiseren van een breed periodiek overleg met gemeenten; een regietafel
decentralisaties. Hier kunnen gemeenten en kabinet zorgen over de decentralisaties
bespreken en samen tot oplossingen komen. De minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties is voorzitter van deze regietafel decentralisaties. Bedoeling is
om op korte termijn te starten met deze bestuurlijke regietafels.”
3.1.3
Jeugdwet
De nieuwe jeugdwet is er op gericht dat ieder kind gezond en veilig opgroeit en zo
zelfstandig mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk leven, rekening
houdend met zijn of haar ontwikkelingsniveau. De wet is door de Tweede Kamer
goedgekeurd en ook de Eerste Kamer heeft op 18 februari 2014 ingestemd met de
Jeugdwet. In het nieuwe Jeugdstelsel worden gemeenten verantwoordelijk voor alle
vormen van jeugdhulp. Hieronder valt ook specialistische hulp zoals jeugdggz,
jeugdvb en gesloten jeugdhulp in het kader van ernstige opgroei en
opvoedingsproblemen. Daarnaast gaat ook de uitvoering van de
kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdreclassering onder gemeentelijke
verantwoordelijkheid vallen.
De wet gaat uit van een omslag die leidt tot:
– Preventie en uitgaan van eigen kracht jeugdigen, ouders en sociaal netwerk
– Minder snel medicaliseren, meer ontzorgen en normaliseren
– Eerder (jeugd)hulp op maat voor kwetsbare kinderen
– Integrale hulp met betere samenwerking rond gezinnen: één gezin, één plan, één
regisseur
– Meer ruimte voor professionals en vermindering van regeldruk.
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
Versie
Pagina
5/16
3.2
3.2.1
Lokale besluitvorming/informatie
Het Blauwe Boekje: programmaplan ‘De Kracht van Almere in 3D’
De raad is op 26 januari 2012 in een besloten raadsconferentie geïnformeerd over
het programmaplan ‘De Kracht van Almere in 3D’ (het zogenaamde blauwe
boekje). In dit programmaplan staat de visie van het college waarop het de
veranderingen tegemoet wil treden. De visie van het college is dat we niet willen
uitgaan van de beperkingen die mensen hebben, maar juist van hun mogelijkheden
en talenten. Daar zit de bron van meer zelfredzaamheid en meedoen in de
samenleving. De visie overstijgt de grenzen van de afzonderlijke decentralisaties.
Niet langer is het domein bepalend (werk, zorg, jeugd) maar de situatie van een
persoon op al zijn levensgebieden.
Verder staan er tien principes in beschreven die moeten dienen als toetssteen voor
het verdere beleid:
1. Geluk en welbevinden
2. Burgerkracht
3. Voorkomen is beter dan genezen
4. Nabijheid, als mens naast mens
5. Holistisch
6. Sterk aan elkaar
7. Wederkerigheid
8. Niemand is ongezien
9. Erop af!
10. Duurzaam en effectief
Ook wordt aangegeven dat het transitieproces georganiseerd wordt rondom twee
grote vraagstukken: Burgerkracht & Kanteling en Ondersteuning voor mensen in
een kwetsbare positie. Binnen de ondersteuning zijn vier sturingsmechanismen
onderscheiden: toegang, lokale ondersteuningsstructuur (waaronder de wijkteams),
bekostiging en kwaliteit.
3.2.2
Het Groene Boekje: Beleidskader ‘Naar een nieuwe sociale infrastructuur in
Almere’
Op 12 juli 2012 heeft de raad kennis genomen van het beleidskader ‘Naar een
nieuwe sociale infrastructuur in Almere’ (het zogenaamde groene boekje) en
ingestemd met zeven hoofdlijnen:
a) De gemeente Almere kiest voor een samenhangende aanpak voor het gehele
sociale domein. Een aanpak die nodig is om de grote opgaven op het sociale
domein vergrijzing, kostenexplosie, ineffectiviteit – tegemoet te kunnen
treden.
b) De gemeente Almere bereidt zich daarmee voor op mogelijke nieuwe taken op
het gebied van werken naar vermogen, de (uitbreiding van de) Wet
maatschappelijke ondersteuning en de stelselwijziging jeugd.
c) met deze aanpak wil de gemeente bereiken dat:
- Kinderen gezond en veilig opgroeien
- Mensen meedoen naar vermogen
- Mensen zo veel mogelijk zelfredzaam en samenredzaam zijn
d) daartoe zet de gemeente in op een vernieuwing van de sociale infrastructuur met
de volgende kenmerken:
- het benutten van talenten en mogelijkheden van mensen
- het vergroten van de verantwoordelijkheid van mensen voor elkaar
- een effectief lokaal ondersteuningsstelsel dat voorziet in passende
ondersteuning voor mensen in een kwetsbare positie binnen de beschikbare
middelen.
e) deze vernieuwing moet in de praktijk tot stand komen. Daarom zet de gemeente
in op een intensieve samenwerking met inwoners en partners. Dat gebeurt in
praktijkwerkplaatsen en themagroepen. De leerervaringen en resultaten worden
vastgelegd in beleid, verordeningen, werkafspraken en systemen.
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
Versie
Pagina
6/16
f)
het bouwen aan de nieuwe sociale infrastructuur zal, tot het moment van de
daadwerkelijke decentralisaties, plaatsvinden binnen de bestaande financiële
kaders. Daarom zet de gemeente zo nodig in op herschikking van bestaande
middelen, en het aangaan van strategische allianties met andere financiers van
het sociale domein.
In beslispunt c is het doel opgenomen en in beslispunt d, e en f is het ‘hoe’
beschreven. De financiële kaders zijn de bestaande financiële kaders, waarbij
herschikking van bestaande middelen en het aangaan van allianties mogelijk is.
Het Beleidskader betreft een uitwerking van het programmaplan. Het is een eerste
schets van de sociale infrastructuur van de toekomst. Daarnaast wordt er ook
aandacht besteed aan het financiële kader en de risico’s.
3.2.3
Het Witte Boekje: Consultatiedocument ‘Samenwerken aan de Transitie
Sociaal Domein in Almere’
Op 4 juli 2013 is de raad met het college in gesprek geweest over het
consultatiedocument ‘Samenwerken aan de Transitie Sociaal Domein in Almere’
(het witte boekje). In het consultatiedocument staat omschreven hoe de gemeente
Almere vorm geeft aan de nieuwe sociale infrastructuur. Bij de totstandkoming van
het document zijn externe organisaties en instellingen betrokken. Verder kon
iedereen zijn op en of aanmerkingen sturen naar het transitieteam, die deze
suggesties mee heeft genomen in het definitieve document.
De verkennersgroep heeft bij deze consultatie aan de raad aandachtspunten
meegegeven. Deze aandachtpunten hebben betrekking op de invulling van de
wijkteams, de samenwerking met partners, indicaties, burgerkracht, financiering, de
sturing van de gemeente en wat overige punten. Het college heeft hier via een
raadsbrief op gereageerd.
3.2.4
Kadernota Sociaal Domein ‘Doen wat nodig is’
In de maanden januari en februari 2014 is in de raad gesproken over de Kadernota
Sociaal Domein. Op 20 februari heeft de raad ingestemd met de volgende besluiten:
1. kennis te nemen van het Kadernota Sociaal Domein 20142017 ‘Doen wat
nodig is’
2. in te stemmen met de beleidsuitgangspunten, te weten:
A. 10 principes voor het beleid sociaal domein in Almere:
1. Geluk en welbevinden
Wat we doen bij aan het geluk, het welbevinden en de kwaliteit van leven
van Almeerders.
2. Burgerkracht
Mogelijkheden en talenten van kinderen en volwassenen staan centraal, we
bieden kansen voor ontwikkeling en scheppen ruimte om kracht en talenten
in te zetten ten behoeve van de samenleving. We spreken mensen aan op
hun verantwoordelijkheden.
3. Voorkomen is beter dan genezen
Veel aandacht voor preventie.
4. Nabijheid, als mens naast mens
De persoonlijke relatie, laagdrempelige ondersteuning die nabij is, het goed
op de hoogte zijn van de situatie, doortastendheid.
5. Integraal, holistisch
Het denken vanuit de samenhang, zowel van een persoon in relatie tot zijn
omgeving, als vanuit de samenhang tussen verschillende levensgebieden.
6. Sterk aan elkaar
Mensen worden sterk aan elkaar. Dat geldt ook voor organisaties. Zij
benutten elkaars krachtbronnen en vullen elkaar aan. Het geheel is meer
dan de som der delen.
7. Wederkerigheid
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
Versie
Pagina
7/16
Iedereen heeft iets te geven. Elke ontvanger van hulp vragen wij zijn
capaciteiten ook in te zetten ten behoeve van anderen.
8. Niemand is ongezien
Tijdig signaleren van (het ontstaan van) problematiek en zo nodig hulp
inzetten.
9. Eropaf!
De professionele attitude wordt gekenmerkt door alertheid, een praktische
instelling, doortastendheid en nabijheid.
10. Duurzaam en effectief
Oplossingen die voor de betrokken mensen effectief, betekenisvol en
langdurig goed zijn. Gezonde, toekomstbestendige sociale systemen. Het
ondersteuningsstelsel is van goede kwaliteit volgens de geldende maatstaven.
B. Burgerkracht is het leidend principe bij het beleid voor het sociale
domein. De inwoner wordt aangesproken op wat redelijkerwijs van hem
verwacht kan worden, de inspanning van de gemeente is aanvullend
daarop. Daarbij wordt het principe van wederkerigheid –binnen de
mogelijkheden van de inwoner toegepast.
C. De ondersteuning en zorg voor inwoners (inclusief individuele
ondersteuning) krijgt integraal vorm op alle levensdomeinen door:
i.
te werken volgens het principe één huishouden, één plan, één
aanpak, ook op school;
ii.
samenwerking te formaliseren met en tussen verschillende
partners op basis van hun eigen professionele expertise;
iii.
het organiseren van integrale jeugdgezondheidszorg van 019
jaar in één organisatie voor de jeugdgezondheidszorg in Almere;
iv.
de regelgeving met betrekking tot ondersteuning op het sociale
domein op te nemen in één integrale verordening;
v.
het sturen op nieuwe en vanuit het perspectief van de vrager
samenhangende ondersteuningsvormen.
D. De lokale ondersteuningsstructuur en toegang worden primair
gebiedsgericht, dicht bij de burger en laagdrempelig georganiseerd. In
de regionale samenwerking op het sociale domein is het uitgangspunt:
‘Lokaal waar het kan, regionaal waar nodig’. Voor de Jeugdzorg zijn de
onderdelen waarop regionale samenwerking plaatsvindt specifiek
benoemd:
- Pleegzorg, Residentieel en Crisisopvang
- Specifieke jeugdhulp VB (residentiële onderdelen)
- Specifieke jeugdhulp JGGZ (residentiële onderdelen)
- Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
- Meldpunten Huiselijk geweld en Kindermishandeling
E. De gemeentelijke regierol in het sociale domein krijgt vorm door – naast
het reguliere toezicht op maatschappelijke effecten en middelen – ook
toezicht te houden op processen, procedures, kwaliteit, budget en
samenwerking.
F. Er komt een regionale crisisdienst (waarin onder andere verplichte taken
op het gebied van Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ), de
taken van het huidige Steunpunt Huiselijk Geweld en het Advies en
Meldpunt Kindermishandeling zijn opgenomen).
G. De gemeente realiseert een naar de omvang van de vraag voldoende
niveau van algemene en voorliggende voorzieningen. Dit volgens het
principe van het in de wet vastgelegde getrapte toekenningsproces van
algemene voorliggende naar specifieke maatwerkvoorzieningen.
Bovendien realiseren we vormen van preventie en vroegsignalering.
H. Voor de verschillende vormen van ondersteuning worden verschillende
passende vormen van bekostiging gehanteerd. De bekostiging van
algemene (welzijns)voorzieningen vindt bij voorkeur plaats via
resultaatgerichte subsidieverlening evenals de teams van wijkwerkers en
gezinsbegeleiders. Op deze wijze wordt de doorontwikkeling geborgd
van de infrastructuur die de afgelopen jaren op het sociaal domein is
opgebouwd. Voorzieningen waarvoor een toegangsbepaling is vereist,
worden ingekocht op basis van een (bestuurlijke) aanbesteding of door
middel van een resultaatgerichte subsidie.
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
Versie
Pagina
8/16
I.
Bij de bekostiging van individuele (maatwerk)voorzieningen is
keuzevrijheid voor inwoners een leidend principe.
J. a) Er wordt één ontschot en geoormerkt budget gevormd voor het
sociale domein, conform het landelijke ontschotte sociaal deelfonds,
uitgezonderd specifieke doeluitkeringen en de BUIG. Het ontschotte
budget wordt in de uitwerking verdeeld in een aantal deelbudgetten
voor:
i. ondersteuning die bovenlokaal (landelijk/regionaal) wordt
ingekocht
ii. bepaalde zeer specialistische vormen van individuele
ondersteuning
iii. algemene vormen van ondersteuning, stedelijk
georganiseerd
iv. inkomensondersteunende voorzieningen
v. wijkgerichte voorzieningen en ondersteuning (wijkteams,
netwerk gezinsbegeleiders en overige ondersteuning)
vi. overige uitvoeringskosten gemeente, waaronder
apparaatskosten.
b) De hoogte van de (deel)budgetten wordt jaarlijks bij de
programmabegroting vastgesteld.
K. Overschotten binnen het sociaal deelfonds zullen gereserveerd blijven
binnen het sociaal domein, om zodoende tegenvallers of knelpunten op
te kunnen vangen op korte, dan wel middellange termijn.
3. Nadat door het rijk helderheid is geboden omtrent wetgeving, financiële kaders,
overgangsregime en gevolgen frictiekosten op het gebied van de Jeugdwet,
Participatiewet en Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de raad over de
gevolgen ten aanzien van het vastgestelde beleid (inclusief beslispunten) een
separaat raadsvoorstel voor te leggen en zo nodig aanvullende voorstellen
tegemoet te zien.
4. In te stemmen met de onderstaande 10 maatschappelijke effecten, als basis voor
toetsing van de resultaten en de verantwoording op het sociaal domein:
a. Ontwikkelkansen van kinderen en jongeren zijn vergroot
(Talentontwikkeling jongeren)
b. Kinderen groeien gezond en veilig op (Kinderen)
c. Iedereen doet naar eigen kunnen mee, ongeacht zijn of haar beperkingen
(Participatie)
d. Inwoners en het bedrijfsleven zijn meer betrokken bij de eigen leef en
woonomgeving, ter verbetering van de buurten, wijken en de stad en
totstandkoming van sociale verbanden in de buurten (Leefbaarheid en
sociale cohesie)
e. Meer Almeerders nemen deel aan vrije tijdsactiviteiten in de eigen stad
(Vrije tijd)
f. Het aanbod van (vrijetijds)voorzieningen is beter afgestemd op de vraag van
inwoners (Vrije tijd, welzijn en ondersteuning).
g. Meer Almeerders hebben een gezonde leefstijl (Gezondheid)
h. Meer Almeerders hebben toegang tot informatie en noodzakelijk advies,
bemiddeling en zorg (Ondersteuning en zorg).
i. Minder overlast door bepaalde doelgroepen; zoals jongeren, verslaafden
(Veiligheid).
j. Meer Almeerders zijn financieel zelfredzaam (Inkomen).
3.2.5 Raadvoorstel Integrale advisering door bewoners binnen het sociale domein
Op 13 februari 2014 heeft u ingestemd met het raadsvoorstel waarin de verordening
over de nieuwe inrichting van de adviesraad voor het sociaal domein is opgenomen.
Bij het raadsvoorstel is een amendement aanvaard, waardoor het volgende
beslispunt aan het raadsvoorstel toegevoegd is: “Voor de nieuwe Adviesraad een
aanvullend bedrag van 35.000, per jaar te reserveren voor beleidsondersteuning, te
betalen uit de middelen die van het Rijk naar de gemeente Almere komen voor de
uitvoering van de drie decentralisaties.“
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
Versie
Pagina
9/16
3.2.6
Raadsbrieven, schriftelijke vragen over regionale samenwerking en
arrangementen
Door middel van een raadsbrief op 21 mei 2013 over Regionale samenwerking
Sociaal Domein bent u geïnformeerd hoe het college de regionale samenwerking
binnen het sociaal domein gaat vormgeven. Uitgangspunt is lokaal wat kan en
regionaal wat moet. Er is niet gekozen voor een formele structuur, maar een door de
colleges bekrachtigd samenwerkingsverband van bestuurders sociaal domein.
Over de regionale samenwerking en uitwerking van het regionale transitieplan is niet
in de raad gesproken. Ook heeft de raad zelf geen initiatief genomen deze brief te
agenderen om te bespreken wat de rol van de raad in de sturing op deze regionale
samenwerking kan zijn. In de brief van minister Plasterk heeft het kabinet de
voorkeur uitgesproken “dat de uitvoering van dit omvangrijke terrein wordt belegd
binnen de democratisch gelegitimeerde, bestuurlijke hoofdstructuur, zodat burgers
invloed op het beleid kunnen uitoefenen via raadsverkiezingen”.
Op 30 oktober 2013 bent u via raadsbrief geïnformeerd over het feit dat het college
kennis heeft genomen van het door de Regio Flevoland (geen juridische status)
ingediende Regionaal Transitiearrangement ‘Zorg voor Jeugd’ Flevoland. Gelet op
de onzekerheden en de gemaakte voorbehouden ontleent de regio
Flevoland geen juridische status aan het RTA en heeft zij er voor gekozen de
colleges en gemeenteraden slechts te informeren. Het college stond achter deze
keuze. Een aantal fracties in de gemeenteraad had hier graag over gesproken. Er zijn
dan ook schriftelijke vragen over gesteld die door het college zijn beantwoord.
3.2.7
Rekenkameronderzoeken.
In 2011 zijn er in opdracht van de gemeenteraad twee rekenkameronderzoeken
uitgevoerd rondom het thema sociaal domein. Het eerste onderzoek richtte zich op
de kanteling van de WMO in Almere. Dit rapport is in november 2011 opgeleverd.
Het tweede onderzoek werd een maand later aan de raad gepresenteerd en ging over
de invoering van Oképunt Centrum voor Jeugd en Gezin.
3.2.7.1 De Kanteling van de WMO in Almere.
De Rekenkamer heeft in dit onderzoek vooruitgekeken in plaats van teruggekeken.
Dit onderzoek heeft zich gericht op de kanteling van de WMO en de kansen,
mogelijkheden en bedreigingen die de kanteling met zich meebrengt. Uit het
onderzoek zijn een aantal randvoorwaarden gekomen voor een succesvolle kanteling.
Een groot deel van deze randvoorwaarden kan ook op de transitie sociaal domein
toegepast worden.
De volgende conclusies komen uit het rapport (samengevat):
De koppeling tussen de bezuinigingen en de Kanteling zet een succesvolle
Kanteling onder druk.
De implementatie van de Kanteling in Almere is teveel gericht op de
gemeentelijke organisatie.
De samenwerking met externe partners is onvoldoende uitgewerkt.
Draagvlak bij burgers is essentieel, omdat een toenemend beroep gedaan zal
worden op de eigen verantwoordelijkheid en het sociale netwerk van burgers.
Het college neemt een voorschot op het draagvlak voor de Kanteling bij de
gemeenteraad door de uitvoering van de Kanteling te starten, zonder expliciet een
visie of startdocument aan de raad voor te leggen.
De rekenkamer heeft de volgende aanbevelingen meegegeven:
• Stel als gemeenteraad een visie op de Kanteling van de WMO vast, alvorens
tot invulling van nadere beleidsregels over te gaan.
• Voer als college een risicoanalyse uit van de business case van de Kanteling
en neem op basis van die analyse maatregelen om de risico’s te beheersen.
• Neem als gemeenteraad een expliciet besluit over de politieke omgang met
het risico dat de besparingen in relatie tot de implementatie van de
Kanteling niet gerealiseerd worden.
• Het college zou een visie op de regierol van de gemeente moeten formuleren
en voorleggen aan de raad, waarin duidelijke keuzemogelijkheden worden
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
Versie
Pagina
10/16
•
•
3.2.7.2
gepresenteerd ten aanzien van de taken en verantwoordelijkheden van de
gemeente en de maatschappelijke en professionele partners.
Stel als ambtelijke organisatie zo snel mogelijk een communicatieplan over
de Kanteling op.
Investeer als ambtelijke organisatie in het ontsluiten en ontwikkelen van
alternatieven voor individuele voorzieningen.
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
De invoering van het Oképunt Centrum voor Jeugd en Gezin.
De verkennersgroep Jeugd (uit 2011) heeft de rekenkamercommissie verzocht deel
te nemen aan het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de stand van zaken
rondom de invoering van de Centra Jeugd en Gezin (CJG). In Almere worden deze
centra Oképunten genoemd. Het doel van het onderzoek was om bij te dragen aan
de doeltreffendheid van het lokale jeugdbeleid. Uit het rapport komen (samengevat)
de volgende conclusies:
– De gemeente Almere loopt met het Oképunt voorop in de ontwikkeling van
het CJG
• Verplichte basisfuncties CJG zijn belegd binnen het Oképunt
• Afschaffing fysieke informati en adviesfunctie in lijn met landelijke
ontwikkeling
– Er is onvoldoende sturingsinformatie voor college en raad
• Enkel bilateraal inzicht in prestaties en proces
• Onvoldoende mogelijkheid tot sturing op financiën
– De rol van de gemeente Almere als ketenregisseur is onvoldoende uitgewerkt
• Draagvlak voor Okésamenwerking
• Toetsing op resultaat biedt nog onvoldoende basis voor sturing en controle
• Ten aanzien van uitvoeringspraktijk is gemeentelijke afstemming een
aandachtspunt
• Gemeente heeft nog geen keuze gemaakt over omgang met ontwikkelingen
ten aanzien van het jeugdbeleid
De rekenkamercommissie had de volgende aanbevelingen:
– Houd zicht op budget en inhoudelijke resultaten
– Draag zorg voor integraal beleid: consistent, consequent en in samenhang
– Visie en operationaliseren ketenregie
3.2.8
Titel
Raad in stelling bij de
Verkennersgroep Jeugdzorg
De verkennersgroep Jeugdzorg heeft in januari 2013 richtinggevende standpunten
geformuleerd. In de notitie staan twee fictieve organisaties beschreven. Die dienen
als voorbeeld hoe gemaakte keuzes er uit kunnen zien. Er zijn volgens de
verkennersgroep keuzes te maken op de volgende onderwerpen:
• Financieringsmogelijkheden
• Functies herplaatsen
• Schaal
• Een loket
• Sturen en
• Ontschotten.
Voor elk van de onderwerpen zijn meerdere standpunten geformuleerd over de
inrichtingsprincipes, om een discussie te kunnen voeren hoe om te gaan met de
onderwerpen waarover de raad een besluit moet gaan nemen. De principes gelden
voor de Jeugdzorg, maar zijn ook van toepassing op het totaal van de transities.
Bij de bespreking op 28 februari 2013 heeft de raad verzocht met een aanvulling te
komen op de onderdelen waarden, grenzen aan verantwoordelijkheid
jeugdhulpverlening en ouders, bemoeizorg en doorzettingsmacht, samenhang met
transities, wat gaat er goed. De verkennersgroep heeft naar aanleiding daarvan
aanvullende gesprekken gevoerd met instellingen.
Versie
Pagina
11/16
Titel
Raad in stelling bij de
4
Aandachtspunten
Vanuit de kennis en ervaring die door de leden van de verkennersgroep is opgedaan
en met de informatie uit de gesprekken die de verkennersgroep gevoerd heeft binnen
en buiten Almere, wil het de raad graag een aantal zorgpunten en/of
aandachtspunten meegeven.
4.1.
Verantwoording
De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het beleidskader (‘groene boekje’) een
aantal hoofdlijnen vastgesteld. Bij de kadernota is vervolgens aan de raad gevraagd
om in te stemmen met een tiental beleidsuitgangspunten. Onderstaande
aandachtspunten wil de verkennersgroep de raad meegeven om de controlerende rol
van de raad verder invulling te geven op dit dossier.
a. Toetsing van verdere uitwerking. De verkennersgroep wil aan de raad de vraag
meegeven of de vastgestelde hoofdlijnen en beleidsuitgangspunten voldoende zijn
om het college te toetsen bij de verdere uitwerking.
b. Toetssteen voor beleid. Het college geeft aan dat de 10 principes die
geformuleerd zijn dienen als toetssteen voor verder beleid. Deze principes zijn door
middel van een amendement aan het raadsbesluit over de Kadernota Sociaal
Domein: ‘Doen wat nodig is’ toegevoegd, waardoor de raad bij toekomstig beleid de
tien principes als toetssteen kan gaan gebruiken.
c. Meten van maatschappelijke effecten. Bij het instemmen van de kadernota is het
amendement aangenomen waarbij de tien maatschappelijke effecten als basis voor
de toetsing van de resultaten en de verantwoording op het sociaal domein zijn
toegevoegd aan het raadsbesluit. Het is de verkennersgroep echter niet duidelijk hoe
het college de maatschappelijke effecten gaat meten.
d. Doelstellingen. De doelstellingen zijn moeilijk meetbaar, waardoor het niet
duidelijk is wanneer de doelstellingen zijn bereikt. Ook is het niet duidelijk wat de
cruciale succesfactoren zijn. De onduidelijkheid hieromtrent bemoeilijkt de toetsing
van het college door de gemeenteraad.
e. Zichtbaarheid resultaten. De verkennersgroep geeft de raad in overweging het
college uit te nodigen meer specifiek aan te geven op welke aspecten/grondslag de
geboekte resultaten zichtbaar zullen worden.
4.1.2.
Wijze van verantwoording
a. Vorm van rapportage. Het college heeft aangegeven de raad twee keer per jaar te
willen rapporteren over de maatschappelijke effecten en afgesproken resultaten. Het
college heeft aangegeven dat er hierbij twee alternatieven zijn, te weten:
* rapportage op basis van de geformuleerde hoofdresultaten uit het groene boekje,
namelijk het vergroten van burgerkracht en het inrichten van een effectieve en
efficiente ondersteuningsstructuur.
* rapportage waarbij de tien maatschappelijke effecten als uitgangspunt worden
genomen.
Uit deze twee alternatieven dient de raad een keuze te maken. Het is onduidelijk
wanneer de raad deze keuze moet maken..
b. Het verdient aanbeveling na te gaan op welke punten de raad het college wil
controleren.
c. Het college geeft aan dat de ambitie, of eigenlijk de resultaten, voor een deel te
controleren zijn d.m.v. horizontale en publieke verantwoording. Door het toevoegen
van een nieuw instrument, beveelt de verkennersgroep aan om extra alert te zijn.
Daarnaast verdient het aanbeveling om na te denken over hoe deze verantwoording
in combinatie met de verantwoording van het college naar de raad gewenst is.
d. Het college stelt voor om de verantwoording te laten lopen via de begroting, de
jaarrekening en de voorjaarsnota. Het advies van de verkennersgroep is om (in ieder
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
Versie
Pagina
12/16
geval de eerste jaren) vooraf concrete afspraken te maken over hoe deze
verantwoording ingevuld gaat worden.
4.2.
Financiën
De budgetten die beschikbaar komen voor de gemeenten voor het sociale domein
zijn nog onduidelijk.
a. Inzichten over budgetten. De verkennersgroep begrijpt dat het definitieve
financiële eindresultaat onzeker is, maar adviseert om inzicht te vragen in mogelijke
scenario’s.
b. Invulling bezuinigingen. Er is nog geen beeld geschetst over hoe mogelijke
bezuinigingen worden ingevuld. Het college heeft aangegeven bij de voorjaarsnota
met een definitief beeld te komen. De verkennersgroep beveelt aan om zo vroeg
mogelijk inzicht te krijgen in het beeld dat het college voor ogen heeft om de
bezuinigingen in te vullen.
4.3.
Planning & Sturing
Het college heeft aangegeven dat er nog besluiten door de raad te nemen zijn bij de
voorjaarsnota/ programmabegroting in combinatie met verordeningen. Voor de
invulling van de kaderstellende rol van de raad, meent de verkennersgroep dat het
van belang is dat de raad inzicht heeft in de cruciale beslismomenten.
a. Spoorboekje. De verkennersgroep adviseert om het college te vragen om meer
duidelijkheid in de planning te geven. Wat kan de raad op welk moment
verwachten? Dit ‘spoorboekje’ dient voortdurend te worden geactualiseerd.
b. Sturingsmogelijkheden raad. Het college kan gevraagd worden om inzicht te
geven in de sturingsmogelijkheden voor de raad bij aankomende
besluiten/verordeningen. De verkennersgroep adviseert om er op aan te sturen dat
de raad al aan de voorkant over de kaders mee kan denken. De portefeuillehouder
heeft op 6 februari bij de behandeling van de kadernota Sociaal Domein hierover de
volgende toezegging gedaan: “er zal met de raad van gedachten worden gewisseld
over de kaders voor de regionale samenwerkingsvormen door middel van een
consultatie. De verkennersgroep beveelt aan om er op toe te zien dat deze
toezegging wordt nagekomen.”
c. Keuzevrijheid van de raad. De verkennersgroep is van mening dat het de raad zou
helpen wanneer het college de keuzevrijheid voor de raad in beeld brengt.
4.4.
Inhoudelijke punten
Er zijn een aantal inhoudelijke punten waar de verkennersgroep aandacht voor wil
vragen.
a. De vrijwilliger. Van de vrijwilliger wordt veel gevraagd. Het is niet de bedoeling
dat de vrijwilliger de beroepskracht vervangt. Het lijkt de verkennersgroep belangrijk
om dit in de gaten te houden.
b. Eigen Kracht. In het nieuwe beleid wordt veel verwacht van de
verantwoordelijkheid en eigen kracht van de burgers. De verkennersgroep adviseert
om oog te hebben voor de groep die het niet op eigen kracht kan (of wil) en hun
keuzemogelijkheden. Het is mogelijk om hiervoor (professionele) ondersteuning in
te zetten, maar de verkennersgroep acht het van belang om hier aandacht voor te
hebben.
c. ESAR. ESAR is een digitaal signaleringssysteem en is in de kadernota
opgenomen. Het college geeft aan dat het een goed systeem is, maar dat het gebruik
blijvend aandacht vraagt. De verkennersgroep heeft ook gehoord dat het instrument
weinig wordt gebruikt en beveelt aan om de werking van dit instrument te volgen.
d. Regionale samenwerking. De verkennersgroep adviseert de raad om er bij het
college op aan te dringen om op regionaal gebied de raad aan de voorkant een
sturende rol te geven.
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
Versie
Pagina
13/16
e. Afschaling. Opschalen betekent afschalen. Het lijkt de verkennersgroep van
belang dat er aandacht is voor afschaling en dat hier budget voor gereserveerd
wordt.
f. Samenwerking gemeentelijke organisatieonderdelen. Binnen het sociale domein
hebben de maatschappelijke partners met meerdere afdelingen en accounthouders
van de gemeente te maken. Het is van belang dat er een goede afstemming tussen
hen plaatsvindt.
g. Risico’s. Er zitten veel risico’s aan dit dossier. Het is van belang dat de raad zicht
heeft op deze risico’s. De portefeuillehouder heeft op 23 januari 2014 de toezegging
gedaan dat het college met een aparte agendering komt waarbij de risico’s worden
toegelicht. De verkennersgroep beveelt aan om erop toe te zien dat deze toezegging
wordt nagekomen.
4.5
Algemeen/ Overig
a. Volksvertenwoordigende rol van de raad. De verkennersgroep adviseert de raad
om alert te zijn op het feit dat de doelgroep waarvoor van de raad aandacht wordt
gevraagd, in aard zal veranderen en in omvang zal toenemen.
b. Maatschappelijke initiatieven. Er ontstaan steeds meer maatschappelijke
initiatieven in de gemeente. De verkennersgroep adviseert om er over na te denken
hoe je hier als raad mee om gaat.
c. Samenwerkingsverbanden. De verkennersgroep adviseert om het college te vragen
inzichtelijk te maken op welke terreinen de gemeente samenwerkingsverbanden
aangaat en de raad hier vervolgens van op de hoogte houden.
d. Communicatie. De communicatie over de nieuwe sociale infrastructuur is een
hele opgave. De verkennersgroep adviseert om hier aandacht voor te hebben.
e. Kennisuitwisseling raadsleden. Ambtelijk wordt er binnen de regio samengewerkt
aan de decentralisaties. De verkennersgroep wil de raad in overweging geven om als
raden ervaring uit te wisselen en afstemming te zoeken op dit dossier.
f. De raad en de transities. De verkennersgroep kan zich voorstellen dat er een
aantal raadsleden (ondersteund door de griffie) het komende jaar (de implementatie
van het beleid van) de decentralisaties blijft volgen. Het jaar 2014 wordt namelijk
een belangrijk jaar, aangezien op 1 januari 2015 nieuwe wetgeving ingaat.
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
Versie
Pagina
14/16
5
Literatuurlijst
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
Verkennersgroep:
- Agendavoorstel Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein d.d. 20
juni 2013: https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=634075/type=pdf/Verken
nersgroep_Transitie_Sociaal_Domein__RG
117__AGENDAVOORSTEL.pdf
- Agendavoorstel Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein over
‘Informatieverstrekking Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein’
d.d. 7 november 2013: https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=736271/type=pdf/Inform
atieverstrekking_Verkennersgroep_Transitie_Sociaal_Domein__RG
176___AGENDAVOORSTEL.pdf
- Presentatie Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein d.d. 7
november 2013: https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=752807/type=pdf/Inform
atieverstrekking_Verkennersgroep_Transitie_Sociaal_Domein__RG
176__PRESENTATIE.pdf
- Raadsbrief d.d. 28 augustus 2013 over ‘Toezegging inzake
beantwoording vragen Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein’:
https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/action=view/id=682118/Toezegging_inzake_vragen
_verkennersgroep_Transitie.pdf
- Reactie Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein bij de
Kadernota Sociaal Domein ‘Doen wat nodig is’:
https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=806449/type=pdf/Kader
nota_Sociaal_Domein____Doen_wat_nodig_is_____RV
06___REACTIE_VERKENNERSGROEP.pdf
Gemeente Almere:
- ‘De kracht van Almere in 3D. Programmaplan transitie sociaal
domein’ (januari 2012), zie https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=353947/type=pdf/Beleid
skader_Transitie_Sociaal_Domein__RV
47__PROGRAMMAPLAN.pdf
- Het Groene Boekje: Beleidskader ‘Naar een nieuwe sociale
infrastructuur in Almere’ https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=353726/type=pdf/Beleid
skader_Transitie_Sociaal_Domein__RV
47__BELEIDSKADER.pdf
- Het Witte Boekje: Consultatiedocument ‘Samenwerken aan de
Transitie Sociaal Domein in Almere’:
https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=650132/type=pdf/Transi
tie_Sociaal_Domein__RG129___CONSULTATIENOTITIE.pdf
- Kadernota Sociaal Domein: ‘Doen wat nodig is’:
https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=806448/type=pdf/Kader
nota_Sociaal_Domein____Doen_wat_nodig_is_____RV
06___KADERNOTA.pdf
-
Rekenkameronderzoek: ‘De Kanteling van de Wmo in Almere’:
https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/action=view/id=295256/Rekenkamerrapport_De_
Kanteling_van_de_Wmo_in_Almere__november_2011_.pdf
Kenmerk
Versie
Pagina
15/16
-
Rekenkameronderzoek: ‘De invoering van het Oképunt Centrum
voor Jeugd en Gezin’: https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/action=view/id=295376/Rekenkamerrapport_Invoe
ring_van_Ok__
punt_Centrum_voor_Jeugd_en_Gezin__februari_2012_.pdf
Titel
Raad in stelling bij de
Datum
6 februari 2014
Kenmerk
-
-
Raadsbrief d.d. 14 mei 2013 over ‘Regionale Samenwerking Sociaal
Domein’L https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/action=view/id=603444/Regionale_samenwerking_
Sociaal_Domein.pdf
Raadsbrief d.d. 29 oktober 2013 over ‘Regionaal Transitie
Arrangement ‘Zorg voor Jeugd’ Flevoland’:
https://almere.notudoc.nl/cgi
bin/showdoc.cgi/action=view/id=733801/Regionaal_Transitiearrang
ement_Zorg_voor_Jeugd_Flevoland.pdf
Informatie uit andere gemeenten:
- ‘De raad in stelling’. Het spoorboekje:
http://www.dewolden.nl/document.php?m=10&fileid=50819&f=e1f
d2ef1b3741278bab027df4623d73a&attachment=0
- ‘Planningsschema decentralisaties gemeenteraad’ gemeente Hoorn:
http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=
web&cd=7&cad=rja&ved=0CF4QFjAG&url=http%3A%2F%2Fpr
aktijkvoorbeelden.vng.nl%2Fuserpages%2FUnthemed%2FDownlo
adDocument.aspx%3Fid%3D4938&ei=e2brUp77NenM0AXNuY
CQBQ&usg=AFQjCNEJX1IlqzInEKG37SIfOKPqznuwMA
Websites:
-
http://www.vng.nl/productendiensten/diensten/raadsleden
decentralisaties
www.almere.nl/almerekracht
Versie
Pagina
16/16