Raadsgriffie Telefoon (036) 5399995 Fax (036) 036 53 99 925 E-mail [email protected] Raad in stelling bij de decentralisaties!? Stadhuisplein 1Postbus 2001300 AE Almere Telefoon 14 036Fax (036) 539 99 12E-mail [email protected] Overdrachtsdocument voor de raad van de verkennersgroep Transitie Sociaal Domein Datum 6 februari 2014 Kenmerk Auteur Verkennersgroep Transitie Versie Pagina 1/16 Titel Raad in stelling bij de 1 Datum 6 februari 2014 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding 2.1 Verkennersgroep 2.2 Activiteiten verkennersgroep 3 Historie 3.1 Landelijke wetgeving 3.1.1 Participatiewet (Pwet) 3.1.2 Wet Maatschappelijk Ondersteuning per 2015 3.1.3 Jeugdwet 3.2 Lokale besluitvorming/informatie 3.2.1 Het Blauwe Boekje: programmaplan ‘De Kracht van Almere in 3D’ 3.2.2 Het Groene Boekje: Beleidskader ‘Naar een nieuwe sociale infrastructuur in Almere’ 3.2.3 Het Witte Boekje: Consultatiedocument ‘Samenwerken aan de Transitie Sociaal Domein in Almere’ 3.2.4 Kadernota Sociaal Domein ‘Doen wat nodig is’ 3.2.5 Raadvoorstel Integrale advisering door bewoners binnen het sociale domein 3.2.6 Raadsbrieven, schriftelijke vragen over regionale samenwerking en arrangementen 3.2.7 Rekenkameronderzoeken. 3.2.8 Verkennersgroep Jeugdzorg 4 Aandachtspunten 4.1. Verantwoording 4.1.2. Wijze van verantwoording 4.2. Financiën 4.3. Planning & Sturing 4.4. Inhoudelijke punten 4.5 Algemeen/ Overig 5 Literatuurlijst 2 3 3 3 4 4 4 4 5 6 6 6 7 7 9 10 10 11 12 12 12 13 13 13 14 15 Kenmerk Versie Pagina 2/16 2 Inleiding Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 2.1 Verkennersgroep In maart 2013 is de verkennersgroep Transitie Sociaal Domein van start gegaan. De doelstelling van de groep was: “Een overdrachtsdocument maken voor de volgende raad over de transitie sociaal domein. De verkennersgroep wil een document opleveren waarin: – De raad wegwijs wordt gemaakt binnen de transities – De fundamenten voor de keuzes binnen de transities worden beschreven en – Er een historisch geheugen wordt gecreëerd voor de nieuwe raad.” Daarbij wil de groep de raad aandachtspunten meegeven op dit gebied. Aan de groep hebben deelgenomen heren K. Jongejan (VVD), T. van Eck (PvdA) en L. Bakker (VVD) en de dames S. Sarfraz (SP) en M. van der Velde (D66 en fractie van der Velde). De dames zijn, nadat zij uit de raad zijn gegaan, opgevolgd door de heren E. Naaktgeboren (SP) en D. Ismangil (D66). 2.2 Activiteiten verkennersgroep De verkennersgroep Transitie Sociaal Domein heeft gesprekken gevoerd met betrokken organisaties en instellingen en met de wethouder en de ambtelijke organisatie. Daarnaast heeft de verkennersgroep werkbezoeken afgelegd, externe informatie verzameld, met andere gemeenten gesproken en ‘bijpraatsessies’ geagendeerd op de Politieke Markt. Met de volgende organisaties zijn gesprekken gevoerd: – Creatieve motor – Passend Onderwijs – WMOraad – Prisma – ASG – Vitree – VMCA – Learn2Work – ARTO4 – Huisartsen – Gemeente Apeldoorn – Gemeente Meppel – Gemeente Almere: wethouders Smidt en Peeters en het transitieteam Daarnaast is deelgenomen aan een Raad op Zaterdag en een Masterclass Transitie Sociaal Domein. Voor het bijpraten van de raad is op de Politieke Markt tweemaal een agendaverzoek ingediend. Tijdens de eerste bijeenkomst op 20 juni 2013 is de raad geïnformeerd over de werkwijze van de verkennersgroep en de stand van zaken tot dan toe (agendavoorstel). Tevens heeft een eerste discussie over de rol van de raad binnen de transitie sociaal domein plaatsgevonden. Op 7 november 2013 is vervolginformatie verstrekt over de stand van zaken van de werkzaamheden van de verkennersgroep (agendavoorstel). Daarbij zijn eerste bevindingen gedeeld uit de gevoerde gesprekken en werkbezoeken. Ook is gesproken hoe de rol van de raad is in het transitieproces. Bij de bespreking van de consultatienota “Samenwerken aan de Transitie Sociaal Domein in Almere“ heeft de raad vragen meegegeven aan het college op basis van de gevoerde gesprekken en werkbezoeken. Deze zijn door middel van een raadsbrief beantwoord. Bij de Kadernota Sociaal Domein “Doen wat nodig is” heeft de verkennersgroep voor de bespreking met het college een reactie voor de raad voorbereid. Kenmerk Versie Pagina 3/16 3 Historie 3.1 Landelijke wetgeving De transities gaan over de decentralisatie van drie taken van het rijk naar de gemeenten, taken op het gebied van AWBZ, Jeugdzorg en Werk en Inkomen. Specifiek gaat het om de uitvoering van de volgende wetten: Participatiewet, Jeugdwet en Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Daarnaast wordt nog gesproken van een vierde decentralisatie, namelijk Passend Onderwijs. De primaire verantwoordelijkheid voor deze wet ligt bij het onderwijs, maar ook de gemeente heeft een belangrijke rol. Een goede afstemming tussen de gemeente en het onderwijs is essentieel. In dit hoofdstuk wordt zeer kort ingegaan op de verschillende wetgeving. Enkel de Jeugdwet is op het moment van verschijnen van dit overdrachtsdocument door de Tweede Kamer én de Eerste Kamer aangenomen. Invoering van de wetten is gepland op 1 januari 2015. Een uitgebreidere uitleg over de inhoud van de wetten is opgenomen in de bijlage van de Kadernota Sociaal Domein “Doen wat nodig is”. Voor meer toelichting verwijzen we u graag naar deze bijlagen. Daarnaast wordt beschreven waar u als raad over besloten heeft, geïnformeerd of geconsulteerd bent of een raadsbrief over hebt ontvangen. 3.1.1 Participatiewet (Pwet) De huidige Wet Werk en Bijstand zal per 1 januari 2015 opgaan in de nieuwe P wet. Het wetsvoorstel is op 20 februari aangenomen door de Tweede Kamer. Het doel van de Pwet is om zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, al dan niet door een arbeidsbeperking, regulier aan het werk te helpen. De Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) gaat verdwijnen, met een overgangsregeling. De instroom in de Wajong wordt beperkt tot degenen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt worden bevonden door de UWV. Alle bestaande Wajonggerechtigden worden herbeoordeeld. De gemeente krijgt hiermee nieuwe klantgroepen en verantwoordelijkheden. Zij mogen ‘beschut werk’ organiseren met daarbij een loonkostensubsidie. Beschut werk is een dienstverband met een caoloon, minimaal ter hoogte van het wettelijk minimumloon. Voor deze groep kan loonkostensubsidie worden ingezet om het verschil tussen loonwaarde en het wettelijk minimumloon te compenseren. De gemeente heeft in het wetsvoorstel een meer bepalende positie gekregen, bij het vormen van Werkbedrijven. Ook is de gemeente verantwoordelijk voor het vaststellen van de loonwaarde en de wijze van beoordelen van de groep, voor wie loonkostensubsidie kan worden ingezet. 3.1.2 Wet Maatschappelijk Ondersteuning per 2015 De gemeente wordt vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de extramurale begeleiding (individuele begeleiding, groepsbegeleiding en dagbesteding), kortdurend verblijf, het vervoer dat aan begeleidingsactiviteiten verbonden is en het begeleid wonen op participatie gericht voor mensen met psychiatrische aandoeningen. De wet is op 14 januari 2014 naar de Tweede Kamer gestuurd. Wanneer de behandeling gepland staat is nog niet bekend. De Staatssecretaris heeft in november 2013 aangegeven, dat de Persoonlijke Verzorging voor het overgrote deel niet bij de gemeenten, maar bij de zorgverzekeraars wordt neergelegd. In januari 2014 heeft een meerderheid van de gemeenten via een ledenraadpleging aangegeven deze wet niet op deze wijze te kunnen/willen uitvoeren. In een brief aan het kabinet geeft de VNG aan dat de gemeenten de gedachte van de decentralisaties nog steeds omarmen. Alleen vinden de gemeenten het voorwaardenpakket zoals het er nu ligt, ontoereikend voor een verantwoorde invoering van de nieuwe taken. De ontoereikendheid van de voorstellen heeft betrekking op 1. Er is onvoldoende waarborg voor samenwerking met zorgverzekeraars. Voor verzekeraars blijft de samenwerking met gemeenten te vrijblijvend met Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 Kenmerk Versie Pagina 4/16 afschuifrisico’s als gevolg waardoor burgers van het kastje naar de muur worden gestuurd; 2. De huidige budgettaire kaders, met overgangsrechten voor de burger maar zonder overgangsmaatregelen voor de gemeenten, plaatsen gemeenten voor niet te dragen financiële risico’s; 3. Het ontbreken van regie van het kabinet op de drie decentralisaties. Deze bezwaren komen overeen met de bezwaren die in het advies van de Raad van State over het wetsvoorstel van de nieuwe Wmo aan de orde komen. Het VNG bestuur vraagt het kabinet om te komen met een adequate reactie. Het kabinet heeft op 21 januari 2014 gereageerd op deze brief. De strekking van de brief is dat het kabinet zich beseft dat het ook na de decentralisaties per 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid heeft om te zorgen dat gemeenten de belangrijke gedecentraliseerde taken naar behoren kunnen blijven uitvoeren. Voor wat betreft de financiële zorgen, de samenwerking met zorgverzekeraars en de noodzakelijke regie zet het kabinet de volgende stappen. 1. “Het kabinet wil met gemeenten afspreken om aan de hand van een aantal gezamenlijk te ontwikkelen objectieve criteria de financiële effecten van het overgangsrecht in 2015 te volgen en de eerste uitkomsten al in de loop van 2015 bestuurlijk te bespreken. Knelpunten als gevolg van het overgangsrecht kunnen dan snel worden geadresseerd.” Deze afspraak komt boven op de eerdere toezegging door staatsecretaris Van Rijn van 200 miljoen incidenteel extra in 2015 en 200 miljoen structureel extra vanaf 2016. 2. “Aan de wens van gemeenten met betrekking tot nietvrijblijvende samenwerking om de zorg en ondersteuning aan burgers goed af te stemmen wordt tegemoet doordat de taken van de wijkverpleegkundige en de vereiste samenwerking met gemeenten en participatie in de sociale wijkteams wettelijk worden vastgelegd in het besluit zorgaanspraken krachtens de Zorgverzekeringswet. De financiering van de beschikbaarheid van de wijkverpleegkundige voor de deelname aan de sociale wijkteams en de werkzaamheden zoals coördineren, signaleren en coachen worden wettelijk geborgd in de beleidsregels van NZa op basis van de Wet Marktordening Gezondheidszorg.” 3. “Het kabinet neemt de regie over de decentralisaties ter hand door het organiseren van een breed periodiek overleg met gemeenten; een regietafel decentralisaties. Hier kunnen gemeenten en kabinet zorgen over de decentralisaties bespreken en samen tot oplossingen komen. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is voorzitter van deze regietafel decentralisaties. Bedoeling is om op korte termijn te starten met deze bestuurlijke regietafels.” 3.1.3 Jeugdwet De nieuwe jeugdwet is er op gericht dat ieder kind gezond en veilig opgroeit en zo zelfstandig mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk leven, rekening houdend met zijn of haar ontwikkelingsniveau. De wet is door de Tweede Kamer goedgekeurd en ook de Eerste Kamer heeft op 18 februari 2014 ingestemd met de Jeugdwet. In het nieuwe Jeugdstelsel worden gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Hieronder valt ook specialistische hulp zoals jeugdggz, jeugdvb en gesloten jeugdhulp in het kader van ernstige opgroei en opvoedingsproblemen. Daarnaast gaat ook de uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdreclassering onder gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen. De wet gaat uit van een omslag die leidt tot: – Preventie en uitgaan van eigen kracht jeugdigen, ouders en sociaal netwerk – Minder snel medicaliseren, meer ontzorgen en normaliseren – Eerder (jeugd)hulp op maat voor kwetsbare kinderen – Integrale hulp met betere samenwerking rond gezinnen: één gezin, één plan, één regisseur – Meer ruimte voor professionals en vermindering van regeldruk. Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 Kenmerk Versie Pagina 5/16 3.2 3.2.1 Lokale besluitvorming/informatie Het Blauwe Boekje: programmaplan ‘De Kracht van Almere in 3D’ De raad is op 26 januari 2012 in een besloten raadsconferentie geïnformeerd over het programmaplan ‘De Kracht van Almere in 3D’ (het zogenaamde blauwe boekje). In dit programmaplan staat de visie van het college waarop het de veranderingen tegemoet wil treden. De visie van het college is dat we niet willen uitgaan van de beperkingen die mensen hebben, maar juist van hun mogelijkheden en talenten. Daar zit de bron van meer zelfredzaamheid en meedoen in de samenleving. De visie overstijgt de grenzen van de afzonderlijke decentralisaties. Niet langer is het domein bepalend (werk, zorg, jeugd) maar de situatie van een persoon op al zijn levensgebieden. Verder staan er tien principes in beschreven die moeten dienen als toetssteen voor het verdere beleid: 1. Geluk en welbevinden 2. Burgerkracht 3. Voorkomen is beter dan genezen 4. Nabijheid, als mens naast mens 5. Holistisch 6. Sterk aan elkaar 7. Wederkerigheid 8. Niemand is ongezien 9. Erop af! 10. Duurzaam en effectief Ook wordt aangegeven dat het transitieproces georganiseerd wordt rondom twee grote vraagstukken: Burgerkracht & Kanteling en Ondersteuning voor mensen in een kwetsbare positie. Binnen de ondersteuning zijn vier sturingsmechanismen onderscheiden: toegang, lokale ondersteuningsstructuur (waaronder de wijkteams), bekostiging en kwaliteit. 3.2.2 Het Groene Boekje: Beleidskader ‘Naar een nieuwe sociale infrastructuur in Almere’ Op 12 juli 2012 heeft de raad kennis genomen van het beleidskader ‘Naar een nieuwe sociale infrastructuur in Almere’ (het zogenaamde groene boekje) en ingestemd met zeven hoofdlijnen: a) De gemeente Almere kiest voor een samenhangende aanpak voor het gehele sociale domein. Een aanpak die nodig is om de grote opgaven op het sociale domein vergrijzing, kostenexplosie, ineffectiviteit – tegemoet te kunnen treden. b) De gemeente Almere bereidt zich daarmee voor op mogelijke nieuwe taken op het gebied van werken naar vermogen, de (uitbreiding van de) Wet maatschappelijke ondersteuning en de stelselwijziging jeugd. c) met deze aanpak wil de gemeente bereiken dat: - Kinderen gezond en veilig opgroeien - Mensen meedoen naar vermogen - Mensen zo veel mogelijk zelfredzaam en samenredzaam zijn d) daartoe zet de gemeente in op een vernieuwing van de sociale infrastructuur met de volgende kenmerken: - het benutten van talenten en mogelijkheden van mensen - het vergroten van de verantwoordelijkheid van mensen voor elkaar - een effectief lokaal ondersteuningsstelsel dat voorziet in passende ondersteuning voor mensen in een kwetsbare positie binnen de beschikbare middelen. e) deze vernieuwing moet in de praktijk tot stand komen. Daarom zet de gemeente in op een intensieve samenwerking met inwoners en partners. Dat gebeurt in praktijkwerkplaatsen en themagroepen. De leerervaringen en resultaten worden vastgelegd in beleid, verordeningen, werkafspraken en systemen. Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 Kenmerk Versie Pagina 6/16 f) het bouwen aan de nieuwe sociale infrastructuur zal, tot het moment van de daadwerkelijke decentralisaties, plaatsvinden binnen de bestaande financiële kaders. Daarom zet de gemeente zo nodig in op herschikking van bestaande middelen, en het aangaan van strategische allianties met andere financiers van het sociale domein. In beslispunt c is het doel opgenomen en in beslispunt d, e en f is het ‘hoe’ beschreven. De financiële kaders zijn de bestaande financiële kaders, waarbij herschikking van bestaande middelen en het aangaan van allianties mogelijk is. Het Beleidskader betreft een uitwerking van het programmaplan. Het is een eerste schets van de sociale infrastructuur van de toekomst. Daarnaast wordt er ook aandacht besteed aan het financiële kader en de risico’s. 3.2.3 Het Witte Boekje: Consultatiedocument ‘Samenwerken aan de Transitie Sociaal Domein in Almere’ Op 4 juli 2013 is de raad met het college in gesprek geweest over het consultatiedocument ‘Samenwerken aan de Transitie Sociaal Domein in Almere’ (het witte boekje). In het consultatiedocument staat omschreven hoe de gemeente Almere vorm geeft aan de nieuwe sociale infrastructuur. Bij de totstandkoming van het document zijn externe organisaties en instellingen betrokken. Verder kon iedereen zijn op en of aanmerkingen sturen naar het transitieteam, die deze suggesties mee heeft genomen in het definitieve document. De verkennersgroep heeft bij deze consultatie aan de raad aandachtspunten meegegeven. Deze aandachtpunten hebben betrekking op de invulling van de wijkteams, de samenwerking met partners, indicaties, burgerkracht, financiering, de sturing van de gemeente en wat overige punten. Het college heeft hier via een raadsbrief op gereageerd. 3.2.4 Kadernota Sociaal Domein ‘Doen wat nodig is’ In de maanden januari en februari 2014 is in de raad gesproken over de Kadernota Sociaal Domein. Op 20 februari heeft de raad ingestemd met de volgende besluiten: 1. kennis te nemen van het Kadernota Sociaal Domein 20142017 ‘Doen wat nodig is’ 2. in te stemmen met de beleidsuitgangspunten, te weten: A. 10 principes voor het beleid sociaal domein in Almere: 1. Geluk en welbevinden Wat we doen bij aan het geluk, het welbevinden en de kwaliteit van leven van Almeerders. 2. Burgerkracht Mogelijkheden en talenten van kinderen en volwassenen staan centraal, we bieden kansen voor ontwikkeling en scheppen ruimte om kracht en talenten in te zetten ten behoeve van de samenleving. We spreken mensen aan op hun verantwoordelijkheden. 3. Voorkomen is beter dan genezen Veel aandacht voor preventie. 4. Nabijheid, als mens naast mens De persoonlijke relatie, laagdrempelige ondersteuning die nabij is, het goed op de hoogte zijn van de situatie, doortastendheid. 5. Integraal, holistisch Het denken vanuit de samenhang, zowel van een persoon in relatie tot zijn omgeving, als vanuit de samenhang tussen verschillende levensgebieden. 6. Sterk aan elkaar Mensen worden sterk aan elkaar. Dat geldt ook voor organisaties. Zij benutten elkaars krachtbronnen en vullen elkaar aan. Het geheel is meer dan de som der delen. 7. Wederkerigheid Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 Kenmerk Versie Pagina 7/16 Iedereen heeft iets te geven. Elke ontvanger van hulp vragen wij zijn capaciteiten ook in te zetten ten behoeve van anderen. 8. Niemand is ongezien Tijdig signaleren van (het ontstaan van) problematiek en zo nodig hulp inzetten. 9. Eropaf! De professionele attitude wordt gekenmerkt door alertheid, een praktische instelling, doortastendheid en nabijheid. 10. Duurzaam en effectief Oplossingen die voor de betrokken mensen effectief, betekenisvol en langdurig goed zijn. Gezonde, toekomstbestendige sociale systemen. Het ondersteuningsstelsel is van goede kwaliteit volgens de geldende maatstaven. B. Burgerkracht is het leidend principe bij het beleid voor het sociale domein. De inwoner wordt aangesproken op wat redelijkerwijs van hem verwacht kan worden, de inspanning van de gemeente is aanvullend daarop. Daarbij wordt het principe van wederkerigheid –binnen de mogelijkheden van de inwoner toegepast. C. De ondersteuning en zorg voor inwoners (inclusief individuele ondersteuning) krijgt integraal vorm op alle levensdomeinen door: i. te werken volgens het principe één huishouden, één plan, één aanpak, ook op school; ii. samenwerking te formaliseren met en tussen verschillende partners op basis van hun eigen professionele expertise; iii. het organiseren van integrale jeugdgezondheidszorg van 019 jaar in één organisatie voor de jeugdgezondheidszorg in Almere; iv. de regelgeving met betrekking tot ondersteuning op het sociale domein op te nemen in één integrale verordening; v. het sturen op nieuwe en vanuit het perspectief van de vrager samenhangende ondersteuningsvormen. D. De lokale ondersteuningsstructuur en toegang worden primair gebiedsgericht, dicht bij de burger en laagdrempelig georganiseerd. In de regionale samenwerking op het sociale domein is het uitgangspunt: ‘Lokaal waar het kan, regionaal waar nodig’. Voor de Jeugdzorg zijn de onderdelen waarop regionale samenwerking plaatsvindt specifiek benoemd: - Pleegzorg, Residentieel en Crisisopvang - Specifieke jeugdhulp VB (residentiële onderdelen) - Specifieke jeugdhulp JGGZ (residentiële onderdelen) - Jeugdbescherming en Jeugdreclassering - Meldpunten Huiselijk geweld en Kindermishandeling E. De gemeentelijke regierol in het sociale domein krijgt vorm door – naast het reguliere toezicht op maatschappelijke effecten en middelen – ook toezicht te houden op processen, procedures, kwaliteit, budget en samenwerking. F. Er komt een regionale crisisdienst (waarin onder andere verplichte taken op het gebied van Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ), de taken van het huidige Steunpunt Huiselijk Geweld en het Advies en Meldpunt Kindermishandeling zijn opgenomen). G. De gemeente realiseert een naar de omvang van de vraag voldoende niveau van algemene en voorliggende voorzieningen. Dit volgens het principe van het in de wet vastgelegde getrapte toekenningsproces van algemene voorliggende naar specifieke maatwerkvoorzieningen. Bovendien realiseren we vormen van preventie en vroegsignalering. H. Voor de verschillende vormen van ondersteuning worden verschillende passende vormen van bekostiging gehanteerd. De bekostiging van algemene (welzijns)voorzieningen vindt bij voorkeur plaats via resultaatgerichte subsidieverlening evenals de teams van wijkwerkers en gezinsbegeleiders. Op deze wijze wordt de doorontwikkeling geborgd van de infrastructuur die de afgelopen jaren op het sociaal domein is opgebouwd. Voorzieningen waarvoor een toegangsbepaling is vereist, worden ingekocht op basis van een (bestuurlijke) aanbesteding of door middel van een resultaatgerichte subsidie. Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 Kenmerk Versie Pagina 8/16 I. Bij de bekostiging van individuele (maatwerk)voorzieningen is keuzevrijheid voor inwoners een leidend principe. J. a) Er wordt één ontschot en geoormerkt budget gevormd voor het sociale domein, conform het landelijke ontschotte sociaal deelfonds, uitgezonderd specifieke doeluitkeringen en de BUIG. Het ontschotte budget wordt in de uitwerking verdeeld in een aantal deelbudgetten voor: i. ondersteuning die bovenlokaal (landelijk/regionaal) wordt ingekocht ii. bepaalde zeer specialistische vormen van individuele ondersteuning iii. algemene vormen van ondersteuning, stedelijk georganiseerd iv. inkomensondersteunende voorzieningen v. wijkgerichte voorzieningen en ondersteuning (wijkteams, netwerk gezinsbegeleiders en overige ondersteuning) vi. overige uitvoeringskosten gemeente, waaronder apparaatskosten. b) De hoogte van de (deel)budgetten wordt jaarlijks bij de programmabegroting vastgesteld. K. Overschotten binnen het sociaal deelfonds zullen gereserveerd blijven binnen het sociaal domein, om zodoende tegenvallers of knelpunten op te kunnen vangen op korte, dan wel middellange termijn. 3. Nadat door het rijk helderheid is geboden omtrent wetgeving, financiële kaders, overgangsregime en gevolgen frictiekosten op het gebied van de Jeugdwet, Participatiewet en Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de raad over de gevolgen ten aanzien van het vastgestelde beleid (inclusief beslispunten) een separaat raadsvoorstel voor te leggen en zo nodig aanvullende voorstellen tegemoet te zien. 4. In te stemmen met de onderstaande 10 maatschappelijke effecten, als basis voor toetsing van de resultaten en de verantwoording op het sociaal domein: a. Ontwikkelkansen van kinderen en jongeren zijn vergroot (Talentontwikkeling jongeren) b. Kinderen groeien gezond en veilig op (Kinderen) c. Iedereen doet naar eigen kunnen mee, ongeacht zijn of haar beperkingen (Participatie) d. Inwoners en het bedrijfsleven zijn meer betrokken bij de eigen leef en woonomgeving, ter verbetering van de buurten, wijken en de stad en totstandkoming van sociale verbanden in de buurten (Leefbaarheid en sociale cohesie) e. Meer Almeerders nemen deel aan vrije tijdsactiviteiten in de eigen stad (Vrije tijd) f. Het aanbod van (vrijetijds)voorzieningen is beter afgestemd op de vraag van inwoners (Vrije tijd, welzijn en ondersteuning). g. Meer Almeerders hebben een gezonde leefstijl (Gezondheid) h. Meer Almeerders hebben toegang tot informatie en noodzakelijk advies, bemiddeling en zorg (Ondersteuning en zorg). i. Minder overlast door bepaalde doelgroepen; zoals jongeren, verslaafden (Veiligheid). j. Meer Almeerders zijn financieel zelfredzaam (Inkomen). 3.2.5 Raadvoorstel Integrale advisering door bewoners binnen het sociale domein Op 13 februari 2014 heeft u ingestemd met het raadsvoorstel waarin de verordening over de nieuwe inrichting van de adviesraad voor het sociaal domein is opgenomen. Bij het raadsvoorstel is een amendement aanvaard, waardoor het volgende beslispunt aan het raadsvoorstel toegevoegd is: “Voor de nieuwe Adviesraad een aanvullend bedrag van 35.000, per jaar te reserveren voor beleidsondersteuning, te betalen uit de middelen die van het Rijk naar de gemeente Almere komen voor de uitvoering van de drie decentralisaties.“ Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 Kenmerk Versie Pagina 9/16 3.2.6 Raadsbrieven, schriftelijke vragen over regionale samenwerking en arrangementen Door middel van een raadsbrief op 21 mei 2013 over Regionale samenwerking Sociaal Domein bent u geïnformeerd hoe het college de regionale samenwerking binnen het sociaal domein gaat vormgeven. Uitgangspunt is lokaal wat kan en regionaal wat moet. Er is niet gekozen voor een formele structuur, maar een door de colleges bekrachtigd samenwerkingsverband van bestuurders sociaal domein. Over de regionale samenwerking en uitwerking van het regionale transitieplan is niet in de raad gesproken. Ook heeft de raad zelf geen initiatief genomen deze brief te agenderen om te bespreken wat de rol van de raad in de sturing op deze regionale samenwerking kan zijn. In de brief van minister Plasterk heeft het kabinet de voorkeur uitgesproken “dat de uitvoering van dit omvangrijke terrein wordt belegd binnen de democratisch gelegitimeerde, bestuurlijke hoofdstructuur, zodat burgers invloed op het beleid kunnen uitoefenen via raadsverkiezingen”. Op 30 oktober 2013 bent u via raadsbrief geïnformeerd over het feit dat het college kennis heeft genomen van het door de Regio Flevoland (geen juridische status) ingediende Regionaal Transitiearrangement ‘Zorg voor Jeugd’ Flevoland. Gelet op de onzekerheden en de gemaakte voorbehouden ontleent de regio Flevoland geen juridische status aan het RTA en heeft zij er voor gekozen de colleges en gemeenteraden slechts te informeren. Het college stond achter deze keuze. Een aantal fracties in de gemeenteraad had hier graag over gesproken. Er zijn dan ook schriftelijke vragen over gesteld die door het college zijn beantwoord. 3.2.7 Rekenkameronderzoeken. In 2011 zijn er in opdracht van de gemeenteraad twee rekenkameronderzoeken uitgevoerd rondom het thema sociaal domein. Het eerste onderzoek richtte zich op de kanteling van de WMO in Almere. Dit rapport is in november 2011 opgeleverd. Het tweede onderzoek werd een maand later aan de raad gepresenteerd en ging over de invoering van Oképunt Centrum voor Jeugd en Gezin. 3.2.7.1 De Kanteling van de WMO in Almere. De Rekenkamer heeft in dit onderzoek vooruitgekeken in plaats van teruggekeken. Dit onderzoek heeft zich gericht op de kanteling van de WMO en de kansen, mogelijkheden en bedreigingen die de kanteling met zich meebrengt. Uit het onderzoek zijn een aantal randvoorwaarden gekomen voor een succesvolle kanteling. Een groot deel van deze randvoorwaarden kan ook op de transitie sociaal domein toegepast worden. De volgende conclusies komen uit het rapport (samengevat): De koppeling tussen de bezuinigingen en de Kanteling zet een succesvolle Kanteling onder druk. De implementatie van de Kanteling in Almere is teveel gericht op de gemeentelijke organisatie. De samenwerking met externe partners is onvoldoende uitgewerkt. Draagvlak bij burgers is essentieel, omdat een toenemend beroep gedaan zal worden op de eigen verantwoordelijkheid en het sociale netwerk van burgers. Het college neemt een voorschot op het draagvlak voor de Kanteling bij de gemeenteraad door de uitvoering van de Kanteling te starten, zonder expliciet een visie of startdocument aan de raad voor te leggen. De rekenkamer heeft de volgende aanbevelingen meegegeven: • Stel als gemeenteraad een visie op de Kanteling van de WMO vast, alvorens tot invulling van nadere beleidsregels over te gaan. • Voer als college een risicoanalyse uit van de business case van de Kanteling en neem op basis van die analyse maatregelen om de risico’s te beheersen. • Neem als gemeenteraad een expliciet besluit over de politieke omgang met het risico dat de besparingen in relatie tot de implementatie van de Kanteling niet gerealiseerd worden. • Het college zou een visie op de regierol van de gemeente moeten formuleren en voorleggen aan de raad, waarin duidelijke keuzemogelijkheden worden Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 Kenmerk Versie Pagina 10/16 • • 3.2.7.2 gepresenteerd ten aanzien van de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente en de maatschappelijke en professionele partners. Stel als ambtelijke organisatie zo snel mogelijk een communicatieplan over de Kanteling op. Investeer als ambtelijke organisatie in het ontsluiten en ontwikkelen van alternatieven voor individuele voorzieningen. Datum 6 februari 2014 Kenmerk De invoering van het Oképunt Centrum voor Jeugd en Gezin. De verkennersgroep Jeugd (uit 2011) heeft de rekenkamercommissie verzocht deel te nemen aan het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de stand van zaken rondom de invoering van de Centra Jeugd en Gezin (CJG). In Almere worden deze centra Oképunten genoemd. Het doel van het onderzoek was om bij te dragen aan de doeltreffendheid van het lokale jeugdbeleid. Uit het rapport komen (samengevat) de volgende conclusies: – De gemeente Almere loopt met het Oképunt voorop in de ontwikkeling van het CJG • Verplichte basisfuncties CJG zijn belegd binnen het Oképunt • Afschaffing fysieke informati en adviesfunctie in lijn met landelijke ontwikkeling – Er is onvoldoende sturingsinformatie voor college en raad • Enkel bilateraal inzicht in prestaties en proces • Onvoldoende mogelijkheid tot sturing op financiën – De rol van de gemeente Almere als ketenregisseur is onvoldoende uitgewerkt • Draagvlak voor Okésamenwerking • Toetsing op resultaat biedt nog onvoldoende basis voor sturing en controle • Ten aanzien van uitvoeringspraktijk is gemeentelijke afstemming een aandachtspunt • Gemeente heeft nog geen keuze gemaakt over omgang met ontwikkelingen ten aanzien van het jeugdbeleid De rekenkamercommissie had de volgende aanbevelingen: – Houd zicht op budget en inhoudelijke resultaten – Draag zorg voor integraal beleid: consistent, consequent en in samenhang – Visie en operationaliseren ketenregie 3.2.8 Titel Raad in stelling bij de Verkennersgroep Jeugdzorg De verkennersgroep Jeugdzorg heeft in januari 2013 richtinggevende standpunten geformuleerd. In de notitie staan twee fictieve organisaties beschreven. Die dienen als voorbeeld hoe gemaakte keuzes er uit kunnen zien. Er zijn volgens de verkennersgroep keuzes te maken op de volgende onderwerpen: • Financieringsmogelijkheden • Functies herplaatsen • Schaal • Een loket • Sturen en • Ontschotten. Voor elk van de onderwerpen zijn meerdere standpunten geformuleerd over de inrichtingsprincipes, om een discussie te kunnen voeren hoe om te gaan met de onderwerpen waarover de raad een besluit moet gaan nemen. De principes gelden voor de Jeugdzorg, maar zijn ook van toepassing op het totaal van de transities. Bij de bespreking op 28 februari 2013 heeft de raad verzocht met een aanvulling te komen op de onderdelen waarden, grenzen aan verantwoordelijkheid jeugdhulpverlening en ouders, bemoeizorg en doorzettingsmacht, samenhang met transities, wat gaat er goed. De verkennersgroep heeft naar aanleiding daarvan aanvullende gesprekken gevoerd met instellingen. Versie Pagina 11/16 Titel Raad in stelling bij de 4 Aandachtspunten Vanuit de kennis en ervaring die door de leden van de verkennersgroep is opgedaan en met de informatie uit de gesprekken die de verkennersgroep gevoerd heeft binnen en buiten Almere, wil het de raad graag een aantal zorgpunten en/of aandachtspunten meegeven. 4.1. Verantwoording De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het beleidskader (‘groene boekje’) een aantal hoofdlijnen vastgesteld. Bij de kadernota is vervolgens aan de raad gevraagd om in te stemmen met een tiental beleidsuitgangspunten. Onderstaande aandachtspunten wil de verkennersgroep de raad meegeven om de controlerende rol van de raad verder invulling te geven op dit dossier. a. Toetsing van verdere uitwerking. De verkennersgroep wil aan de raad de vraag meegeven of de vastgestelde hoofdlijnen en beleidsuitgangspunten voldoende zijn om het college te toetsen bij de verdere uitwerking. b. Toetssteen voor beleid. Het college geeft aan dat de 10 principes die geformuleerd zijn dienen als toetssteen voor verder beleid. Deze principes zijn door middel van een amendement aan het raadsbesluit over de Kadernota Sociaal Domein: ‘Doen wat nodig is’ toegevoegd, waardoor de raad bij toekomstig beleid de tien principes als toetssteen kan gaan gebruiken. c. Meten van maatschappelijke effecten. Bij het instemmen van de kadernota is het amendement aangenomen waarbij de tien maatschappelijke effecten als basis voor de toetsing van de resultaten en de verantwoording op het sociaal domein zijn toegevoegd aan het raadsbesluit. Het is de verkennersgroep echter niet duidelijk hoe het college de maatschappelijke effecten gaat meten. d. Doelstellingen. De doelstellingen zijn moeilijk meetbaar, waardoor het niet duidelijk is wanneer de doelstellingen zijn bereikt. Ook is het niet duidelijk wat de cruciale succesfactoren zijn. De onduidelijkheid hieromtrent bemoeilijkt de toetsing van het college door de gemeenteraad. e. Zichtbaarheid resultaten. De verkennersgroep geeft de raad in overweging het college uit te nodigen meer specifiek aan te geven op welke aspecten/grondslag de geboekte resultaten zichtbaar zullen worden. 4.1.2. Wijze van verantwoording a. Vorm van rapportage. Het college heeft aangegeven de raad twee keer per jaar te willen rapporteren over de maatschappelijke effecten en afgesproken resultaten. Het college heeft aangegeven dat er hierbij twee alternatieven zijn, te weten: * rapportage op basis van de geformuleerde hoofdresultaten uit het groene boekje, namelijk het vergroten van burgerkracht en het inrichten van een effectieve en efficiente ondersteuningsstructuur. * rapportage waarbij de tien maatschappelijke effecten als uitgangspunt worden genomen. Uit deze twee alternatieven dient de raad een keuze te maken. Het is onduidelijk wanneer de raad deze keuze moet maken.. b. Het verdient aanbeveling na te gaan op welke punten de raad het college wil controleren. c. Het college geeft aan dat de ambitie, of eigenlijk de resultaten, voor een deel te controleren zijn d.m.v. horizontale en publieke verantwoording. Door het toevoegen van een nieuw instrument, beveelt de verkennersgroep aan om extra alert te zijn. Daarnaast verdient het aanbeveling om na te denken over hoe deze verantwoording in combinatie met de verantwoording van het college naar de raad gewenst is. d. Het college stelt voor om de verantwoording te laten lopen via de begroting, de jaarrekening en de voorjaarsnota. Het advies van de verkennersgroep is om (in ieder Datum 6 februari 2014 Kenmerk Versie Pagina 12/16 geval de eerste jaren) vooraf concrete afspraken te maken over hoe deze verantwoording ingevuld gaat worden. 4.2. Financiën De budgetten die beschikbaar komen voor de gemeenten voor het sociale domein zijn nog onduidelijk. a. Inzichten over budgetten. De verkennersgroep begrijpt dat het definitieve financiële eindresultaat onzeker is, maar adviseert om inzicht te vragen in mogelijke scenario’s. b. Invulling bezuinigingen. Er is nog geen beeld geschetst over hoe mogelijke bezuinigingen worden ingevuld. Het college heeft aangegeven bij de voorjaarsnota met een definitief beeld te komen. De verkennersgroep beveelt aan om zo vroeg mogelijk inzicht te krijgen in het beeld dat het college voor ogen heeft om de bezuinigingen in te vullen. 4.3. Planning & Sturing Het college heeft aangegeven dat er nog besluiten door de raad te nemen zijn bij de voorjaarsnota/ programmabegroting in combinatie met verordeningen. Voor de invulling van de kaderstellende rol van de raad, meent de verkennersgroep dat het van belang is dat de raad inzicht heeft in de cruciale beslismomenten. a. Spoorboekje. De verkennersgroep adviseert om het college te vragen om meer duidelijkheid in de planning te geven. Wat kan de raad op welk moment verwachten? Dit ‘spoorboekje’ dient voortdurend te worden geactualiseerd. b. Sturingsmogelijkheden raad. Het college kan gevraagd worden om inzicht te geven in de sturingsmogelijkheden voor de raad bij aankomende besluiten/verordeningen. De verkennersgroep adviseert om er op aan te sturen dat de raad al aan de voorkant over de kaders mee kan denken. De portefeuillehouder heeft op 6 februari bij de behandeling van de kadernota Sociaal Domein hierover de volgende toezegging gedaan: “er zal met de raad van gedachten worden gewisseld over de kaders voor de regionale samenwerkingsvormen door middel van een consultatie. De verkennersgroep beveelt aan om er op toe te zien dat deze toezegging wordt nagekomen.” c. Keuzevrijheid van de raad. De verkennersgroep is van mening dat het de raad zou helpen wanneer het college de keuzevrijheid voor de raad in beeld brengt. 4.4. Inhoudelijke punten Er zijn een aantal inhoudelijke punten waar de verkennersgroep aandacht voor wil vragen. a. De vrijwilliger. Van de vrijwilliger wordt veel gevraagd. Het is niet de bedoeling dat de vrijwilliger de beroepskracht vervangt. Het lijkt de verkennersgroep belangrijk om dit in de gaten te houden. b. Eigen Kracht. In het nieuwe beleid wordt veel verwacht van de verantwoordelijkheid en eigen kracht van de burgers. De verkennersgroep adviseert om oog te hebben voor de groep die het niet op eigen kracht kan (of wil) en hun keuzemogelijkheden. Het is mogelijk om hiervoor (professionele) ondersteuning in te zetten, maar de verkennersgroep acht het van belang om hier aandacht voor te hebben. c. ESAR. ESAR is een digitaal signaleringssysteem en is in de kadernota opgenomen. Het college geeft aan dat het een goed systeem is, maar dat het gebruik blijvend aandacht vraagt. De verkennersgroep heeft ook gehoord dat het instrument weinig wordt gebruikt en beveelt aan om de werking van dit instrument te volgen. d. Regionale samenwerking. De verkennersgroep adviseert de raad om er bij het college op aan te dringen om op regionaal gebied de raad aan de voorkant een sturende rol te geven. Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 Kenmerk Versie Pagina 13/16 e. Afschaling. Opschalen betekent afschalen. Het lijkt de verkennersgroep van belang dat er aandacht is voor afschaling en dat hier budget voor gereserveerd wordt. f. Samenwerking gemeentelijke organisatieonderdelen. Binnen het sociale domein hebben de maatschappelijke partners met meerdere afdelingen en accounthouders van de gemeente te maken. Het is van belang dat er een goede afstemming tussen hen plaatsvindt. g. Risico’s. Er zitten veel risico’s aan dit dossier. Het is van belang dat de raad zicht heeft op deze risico’s. De portefeuillehouder heeft op 23 januari 2014 de toezegging gedaan dat het college met een aparte agendering komt waarbij de risico’s worden toegelicht. De verkennersgroep beveelt aan om erop toe te zien dat deze toezegging wordt nagekomen. 4.5 Algemeen/ Overig a. Volksvertenwoordigende rol van de raad. De verkennersgroep adviseert de raad om alert te zijn op het feit dat de doelgroep waarvoor van de raad aandacht wordt gevraagd, in aard zal veranderen en in omvang zal toenemen. b. Maatschappelijke initiatieven. Er ontstaan steeds meer maatschappelijke initiatieven in de gemeente. De verkennersgroep adviseert om er over na te denken hoe je hier als raad mee om gaat. c. Samenwerkingsverbanden. De verkennersgroep adviseert om het college te vragen inzichtelijk te maken op welke terreinen de gemeente samenwerkingsverbanden aangaat en de raad hier vervolgens van op de hoogte houden. d. Communicatie. De communicatie over de nieuwe sociale infrastructuur is een hele opgave. De verkennersgroep adviseert om hier aandacht voor te hebben. e. Kennisuitwisseling raadsleden. Ambtelijk wordt er binnen de regio samengewerkt aan de decentralisaties. De verkennersgroep wil de raad in overweging geven om als raden ervaring uit te wisselen en afstemming te zoeken op dit dossier. f. De raad en de transities. De verkennersgroep kan zich voorstellen dat er een aantal raadsleden (ondersteund door de griffie) het komende jaar (de implementatie van het beleid van) de decentralisaties blijft volgen. Het jaar 2014 wordt namelijk een belangrijk jaar, aangezien op 1 januari 2015 nieuwe wetgeving ingaat. Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 Kenmerk Versie Pagina 14/16 5 Literatuurlijst Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 Verkennersgroep: - Agendavoorstel Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein d.d. 20 juni 2013: https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=634075/type=pdf/Verken nersgroep_Transitie_Sociaal_Domein__RG 117__AGENDAVOORSTEL.pdf - Agendavoorstel Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein over ‘Informatieverstrekking Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein’ d.d. 7 november 2013: https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=736271/type=pdf/Inform atieverstrekking_Verkennersgroep_Transitie_Sociaal_Domein__RG 176___AGENDAVOORSTEL.pdf - Presentatie Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein d.d. 7 november 2013: https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=752807/type=pdf/Inform atieverstrekking_Verkennersgroep_Transitie_Sociaal_Domein__RG 176__PRESENTATIE.pdf - Raadsbrief d.d. 28 augustus 2013 over ‘Toezegging inzake beantwoording vragen Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein’: https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/action=view/id=682118/Toezegging_inzake_vragen _verkennersgroep_Transitie.pdf - Reactie Verkennersgroep Transitie Sociaal Domein bij de Kadernota Sociaal Domein ‘Doen wat nodig is’: https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=806449/type=pdf/Kader nota_Sociaal_Domein____Doen_wat_nodig_is_____RV 06___REACTIE_VERKENNERSGROEP.pdf Gemeente Almere: - ‘De kracht van Almere in 3D. Programmaplan transitie sociaal domein’ (januari 2012), zie https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=353947/type=pdf/Beleid skader_Transitie_Sociaal_Domein__RV 47__PROGRAMMAPLAN.pdf - Het Groene Boekje: Beleidskader ‘Naar een nieuwe sociale infrastructuur in Almere’ https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=353726/type=pdf/Beleid skader_Transitie_Sociaal_Domein__RV 47__BELEIDSKADER.pdf - Het Witte Boekje: Consultatiedocument ‘Samenwerken aan de Transitie Sociaal Domein in Almere’: https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=650132/type=pdf/Transi tie_Sociaal_Domein__RG129___CONSULTATIENOTITIE.pdf - Kadernota Sociaal Domein: ‘Doen wat nodig is’: https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/env=help/action=view/id=806448/type=pdf/Kader nota_Sociaal_Domein____Doen_wat_nodig_is_____RV 06___KADERNOTA.pdf - Rekenkameronderzoek: ‘De Kanteling van de Wmo in Almere’: https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/action=view/id=295256/Rekenkamerrapport_De_ Kanteling_van_de_Wmo_in_Almere__november_2011_.pdf Kenmerk Versie Pagina 15/16 - Rekenkameronderzoek: ‘De invoering van het Oképunt Centrum voor Jeugd en Gezin’: https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/action=view/id=295376/Rekenkamerrapport_Invoe ring_van_Ok__ punt_Centrum_voor_Jeugd_en_Gezin__februari_2012_.pdf Titel Raad in stelling bij de Datum 6 februari 2014 Kenmerk - - Raadsbrief d.d. 14 mei 2013 over ‘Regionale Samenwerking Sociaal Domein’L https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/action=view/id=603444/Regionale_samenwerking_ Sociaal_Domein.pdf Raadsbrief d.d. 29 oktober 2013 over ‘Regionaal Transitie Arrangement ‘Zorg voor Jeugd’ Flevoland’: https://almere.notudoc.nl/cgi bin/showdoc.cgi/action=view/id=733801/Regionaal_Transitiearrang ement_Zorg_voor_Jeugd_Flevoland.pdf Informatie uit andere gemeenten: - ‘De raad in stelling’. Het spoorboekje: http://www.dewolden.nl/document.php?m=10&fileid=50819&f=e1f d2ef1b3741278bab027df4623d73a&attachment=0 - ‘Planningsschema decentralisaties gemeenteraad’ gemeente Hoorn: http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source= web&cd=7&cad=rja&ved=0CF4QFjAG&url=http%3A%2F%2Fpr aktijkvoorbeelden.vng.nl%2Fuserpages%2FUnthemed%2FDownlo adDocument.aspx%3Fid%3D4938&ei=e2brUp77NenM0AXNuY CQBQ&usg=AFQjCNEJX1IlqzInEKG37SIfOKPqznuwMA Websites: - http://www.vng.nl/productendiensten/diensten/raadsleden decentralisaties www.almere.nl/almerekracht Versie Pagina 16/16
© Copyright 2024 ExpyDoc