Download hier de programmagids 2014-2015

Opleiding Instructeur
in het onderwijs
Voor instructeurs
in het (v)mbo
Programmagids 2014 - 2015
Opleiding Instructeur
in het onderwijs
2014/2015
Inhoud
pagina
Opleiding Instructeur in het onderwijs
Opzet van de opleiding
Opleidingsduur
Toelating
Intakegesprek
Begeleiding
Beoordeling
Wat wordt verwacht van de werkgever?
Maatwerk
Inhoud van de opleiding
Competenties van een instructeur
Kerntaken en kernopgaven
Inhoud van de opleiding
Praktische informatie
Locatie
Opleidingsdagen en tijden
Aanmelding en toelatingsprocedure
Studielast
Kosten
Examencommissie
Bezwaar en beroep
Meer informatie
2
3
3
3
4
4
4
5
5
6
6
6
7
8
8
8
8
8
8
8
8
9
Eendaagse training voor veldassessoren
10
Basistraining voor veldassessoren
11
Algemene voorwaarden opleidingen en cursussen12
17-03-2014
Opleiding ‘Instructeur in het onderwijs’
Opleiding Instructeur in het onderwijs - 2014/2015
‘Ik vind het een inspirerende job om mijn praktische
kennis en ervaring te kunnen overdragen!’
In het BVE-veld en binnen het VMBO worden in toenemende
mate instructeurs aangesteld. Een instructeur is een
onderwijsmedewerker die onder verantwoordelijkheid van
een docent taken uitvoert met deelnemers/leerlingen.
De éénjarige duale opleiding tot instructeur is speciaal
bedoeld voor mensen die al werken als opleider of
instructeur, maar daarvoor nog geen passende opleiding
hebben gevolgd.
Drie mensen uit de praktijk: Elly Koper (47) is
secretaresse geweest voor een College van Bestuur;
Yvonne Vriend (22) was filiaalmanager van Didi en
verzorgde ook etalages van Didi-filialen; Henk Blom
(37) is afkomstig uit een constructiebedrijf. Nu staan ze
als zij-instromer voor de klas op een ROC, en volgen
daarnaast de duale opleiding tot instructeur.
In veel gevallen geeft de vakdocent theorielessen van een
vak. Daarnaast dienen deelnemers en leerlingen zich in
het kader van competentiegericht leren ook praktijk- of
beroepsvaardigheden eigen te maken.
Een instructeur geeft deelnemers in een practicum
instructie om een vaardigheid te leren en daarmee te
oefenen. Tot de taken van een instructeur behoren verder
o.a.: het ontwikkelen van een vaardigheidstappenplan,
deelnemers motiveren, deelnemers begeleiden zonder hun
problemen op te lossen, samenwerken met collega’s om
het onderwijs voor deelnemers vorm te geven. In een aantal
gevallen geven instructeurs ook theorielessen.
Elly: ‘Brieven schrijven en inschrijven vinden leerlingen
vaak niet leuk. Ik ben steeds op zoek naar mogelijkheden
om aan te sluiten bij hun beleving of te zoeken naar
onderwerpen die op dat moment van belang zijn voor de
doelgroep. En dat lukt met vallen en opstaan!’
In de opleiding tot instructeur van het Centrum voor
Nascholing wordt zo goed mogelijk aangesloten bij de
dagelijkse onderwijspraktijk van de instructeur. Het
up-to-date houden van de opleiding gebeurt in nauwe
samenspraak met scholen en instellingen uit het veld.
Yvonne: ’Omgaan met klanten is voor mij de normaalste
zaak van de wereld. Nu kan ik mijn kennis en ervaring
overdragen en ben bezig deelnemers te leren een
verkoopgesprek te voeren of gevoel voor etaleren bij te
brengen.’
Henk: ‘Ik kom uit de metaal en heb jarenlang allerlei
productie moeten draaien waar het echt om je vaardigheid
gaat. Nu ben ik elke dag met jongens in de weer om die
vaardigheden over te dragen en ze er enthousiast voor te
maken. Wat ik in de cursus hoop op te steken is om dat wat
voor mij gesneden koek is om te zetten in een stappenplan
waar de deelnemers zelf mee aan de slag kunnen. Ik blijf
natuurlijk wel in de buurt om waar nodig in te springen!’
2
Opzet van de opleiding
De instructeursopleiding is een zogenoemde duale
opleiding. U bent werkzaam als instructeur op uw ROC of
VMBO-school.
Fase 2 van de opleiding is gericht op het beoordelen van de
competenties en loopt tot aan de certificaatuitreiking.
Opleidingsduur
In de opleiding tot instructeur worden cursisten in staat
gesteld om competenties te verwerven, waarmee zij kunnen
voldoen aan de startbekwaamheidseisen om onder de
verantwoordelijkheid van een docent als instructeur te
kunnen functioneren. Competenties voor instructeurs zijn
nog niet wettelijk vastgesteld. De competenties van de
instructeurs zijn afgeleid van de competenties voor docenten
zoals geformuleerd door Stichting Beroepskwaliteit
Leraren (SBL; tegenwoordig De Onderwijscoöperatie). De
competenties die in deze brochure staan beschreven hebben
dus nog geen wettelijke basis maar worden in het mbo en
vmbo breed onderschreven en bieden voldoende verbinding
met de werkelijkheid van de kerntaken zoals die door
instructeurs uitgevoerd worden.
De totale duur van de opleiding is ongeveer 10 maanden,
van het moment van de intake tot aan het behalen
van het Bewijs van Startbekwaamheid instructeur/
onderwijsondersteuner.
Toelating
Om toegelaten te kunnen worden dient u aan de volgende
voorwaarden te voldoen:
U heeft een aanstelling als instructeur. Dat hoeft geen
fulltime baan te zijn (u kunt een baan bij een bedrijf
combineren met een part time instructeurbaan).
Aanstelling minimaal 0,4 fte.
U heeft een havo-diploma of een mbo-diploma op
niveau 4.
Ten minste twee jaar werkervaring als instructeur /
onderwijsondersteuner is aan te bevelen.
De opleiding tot instructeur/onderwijsondersteuner is
verdeeld in twee fasen (zie schema hieronder):
Fase 1 van de opleiding bestaat uit 13 opleidingsdagen
verspreid over ca. 8 maanden. Deze fase is gericht op het
ontwikkelen van de competenties. In fase 1 bouwt de cursist
een ontwikkelingsportfolio op dat begeleid wordt door de
opleider van het Centrum voor Nascholing en door een
coach van het ROC/de Vakschool.
Verder verplicht de school zich tot het ter beschikking
stellen van:
een opgeleide coach (in totaal minimaal 40 uur
gedurende de looptijd van de opleiding)
een opgeleide veldassessor t.b.v. het assessment van
prestatie B (praktijkbezoek en C.G.I.).
Het ontwikkelingsportfolio bestaat uit de logboekverslagen
van de bijeenkomsten, reflectieverslagen over de ervaringen
met de toepassingsopdrachten en 10 kernopgaven; deze
worden in fase 1 uitgevoerd.
Fase 1:
Fase 2:
is afgerond als het ontwikkelingsportfolio compleet is
ingeleverd
is afgerond na het behalen van het Bewijs van
Startbekwaamheid instructeur/onderwijsondersteuner
ca. 8 maanden waarin
13 opleidingsdagen
ca. 4 weken
samenstellen ontwikkelingsportfolio:
logboekverslagen
reflectieverslagen van toepassingsopdrachten
10 kernopgaven
samenstellen beoordelingsportfolio:
2
prestaties: A en B
kwalificerend assessment:
prestatie A: peer-assessment
kwalificerend assessment:
performance-assessment (met lesbezoek en C.G.I.)
prestatie B
3
Opzet van de opleiding
Opleiding Instructeur in het onderwijs - 2014/2015
Intakegesprek
coaches worden bij de start van de opleiding uitgenodigd
om informatie te krijgen over de opleiding en hun begeleidersrol. Tevens maken zij dan samen met de cursist die
zij begeleiden een begeleidingsplan. De coaches worden ook
betrokken bij de voortgangsgesprekken met de cursisten
halverwege de opleiding.
Voorafgaand aan de start van de cursus wordt met iedere
deelnemer een intakegesprek gevoerd. In dit gesprek
worden de beginsituatie en de eerder opgedane relevante
ervaringen van u besproken. Ook zal nagegaan worden of
u ook alle taken uitvoert die bij de functie van instructeur
behoren. Daarnaast wordt besproken hoe uw individuele
leerwensen afgestemd kunnen worden op de praktijk waar
u werkzaam bent. Dit vooral met de bedoeling om het leren
en werken in de praktijk, het duale karakter, zo optimaal
mogelijk te laten verlopen.
Indien u meent op basis van EVC’s vrijstelling voor
kerntaken te kunnen krijgen kan daartoe een verzoek
ingediend worden bij de docent van de cursus.
Beoordeling
De beoordeling van de cursist vindt plaats in het
kwalificerend assessment. Ten behoeve van het
kwalificerend assessment bouwt de cursist een
beoordelingsportfolio op dat bestaat uit twee prestaties A
en B.
Een prestatie heeft betrekking op een complexe
beroepssituatie waarin de cursist kan laten zien dat hij een
startbekwaam instructeur is. In deze prestaties tezamen
komen alle zeven competenties aan de orde en daarmee
zijn tevens de vijf kerntaken van de opleiding afgedekt.
Begeleiding
Elke cursist wordt begeleid door een opleider van het
Centrum voor Nascholing en door een coach van de eigen
school.
In het kwalificerend assessment worden de competenties
van de instructeur getoetst. Het assessment van
de opleiding kent twee verschillende momenten en
vormen voor de kwalificerende beoordeling (zie schema
hieronder):
De opleider begeleidt de ontwikkeling en voortgang tijdens
fase 1 van de opleiding, geeft feedback op de kernopgaven
en bezoekt de cursist in een lessituatie in de school.
Tevens bereidt de opleider de cursist voor op fase 2 van de
opleiding.
Er is gekozen voor deze mix, zodat de beoordeling
als totaal een weerspiegeling is van diverse reële
beroepstaken van een instructeur in verschillende
authentieke beroepssituaties. Tevens is in dit assessment
de beoordeling niet afhankelijk van slechts één moment
en één beoordelaar, hetgeen de betrouwbaarheid van de
uitslag optimaliseert.
Het ROC of de Vakschool verplicht zich tot het aanbieden van
een opgeleide coach. Deze coach heeft tot taak de cursist
te begeleiden op de leer-werkplek. Deze coach heeft voor
de begeleiding minimaal 1 uur per week nodig (in totaal
minimaal 40 uur gedurende de looptijd van de opleiding).
Een ervaren collega kan goed als coach fungeren. De
Vorm:
Beoordelaars:
Beoordelingsinput:
prestatie A:
peer-assessment
medecursisten
op basis van het verslag, de
presentatie en de bijbehorende
handout
prestatie B:
performance-assessment met
lesbezoek
opleidingsassessor + veldassessor
op basis van het ingeleverde
materiaal, tijdens de
praktijkobservatie en het direct
daarop volgend C.G.I.
4
Opzet van de opleiding
Maatwerk
Elke kandidaat krijgt assessoren die de kandidaat
niet kennen: een opleidingsassessor van het Centrum
voor Nascholing en een veldassessor van een ROC of
Vakschool.
Een Instructeurcursus als maatwerkopleiding voor
het eigen ROC op de eigen werkplek behoort ook tot
de mogelijkheden. Op basis van eerder verworven
competenties van de cursisten en de wensen van het ROC
kan de opleiding in lengte en inhoud op maat gemaakt
worden. Daarnaast is een maatwerkopleiding voor de school
financieel aantrekkelijker en bespaart het de deelnemers
over het algemeen reistijd.
Prestatie A wordt uitgevoerd in fase 1 en door middel
van een peer-assessment beoordeeld tijdens een van de
laatste opleidingsdagen.
In fase 2 (na bijeenkomst 13) gaat de cursist aan de slag
met de prestaties B van het summatief assessment.
Tijdens de 13e opleidingsdag wordt de cursist voorbereid
op het assessment van prestatie B. Er worden voorbeelden
gegeven en er wordt geoefend met de assessmentmethodieken die gehanteerd worden door de assessoren.
Een veldassessor is een bevoegde en ervaren BVE-docent
die getraind is als assessor en aanvullend geschoold is in
het assessen van instructeurs en docenten, met andere
woorden: hij beheerst de basiscompetenties van een
assessor en is in staat om met het instrumentarium dat
gebruikt wordt de competenties van de instructeur te
beoordelen.
Wat wordt verwacht van de
werkgever?
Een cursist is gedurende de looptijd van de opleiding
als instructeur in dienst van een ROC of Vakschool. De
werkgever heeft er alle belang bij dat de opleiding met
goed gevolg wordt afgerond. De kans op succes wordt
aanzienlijk vergroot als de werkgever op de volgende
punten bijdraagt:
de cursist krijgt studiefaciliteiten;
de cursist wordt gedurende minimaal 1 uur per week
begeleid door een opgeleide coach;
de coach wordt gefaciliteerd voor 40 begeleidingsuren
tijdens de looptijd van de opleiding.
Verder stelt de school een veldassessor ter beschikking
voor de beoordeling van een cursist tijdens het
assessment van prestatie B. De kandidaat wordt door
assessoren beoordeeld die de kandidaat niet kennen. Het
is dus mogelijk dat de veldassessor niet het assessment
afneemt van de kandidaat van de eigen school, maar van
een andere cursist.
5
Inhoud van de opleiding
Opleiding Instructeur in het onderwijs - 2014/2015
Competenties van een instructeur
Kerntaak 3:
De instructeur informeert zich over sociaal-emotionele
en cultureel-maatschappelijke achtergronden van
deelnemers en kent de organisatie van begeleiding van
deelnemers.
Uitgangspunt voor de inhoud van de opleiding zijn de
competenties voor een instructeur. Deze zijn niet landelijk
vastgesteld zoals het geval is met de docentcompetenties.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Interpersoonlijk competent
Pedagogisch competent
Vakinhoudelijk en didactisch competent
Organisatorisch competent
Competent in samenwerking met collega´s
Competent in samenwerking met de omgeving
Competent in reflectie en ontwikkeling
Deze kerntaak laat in het kader van verdieping
van kennis over de leefwereld van deelnemers de
instructeur gesprekken voeren over door haar/hem zelf
gekozen thema’s. Daarnaast wordt de kennis over het
begeleidingssysteem van de eigen instelling verdiept.
Kerntaak 4:
De instructeur kan een training van een
beroepsvaardigheid ontwikkelen voor, en uitvoeren met
deelnemers.
Kerntaken en kernopgaven
Afgeleid van deze competenties staan in de opleiding 5
kerntaken centraal. In deze kerntaken komen elementen
van de bovengenoemde competenties geïntegreerd
voor. Deze kerntaken zijn in overleg met het scholenveld
vastgesteld.
Deze kerntaken komen op de lesdagen uitvoerig aan de
orde. Aan het eind van de opleiding dient de cursist deze
vijf kerntaken voldoende te kunnen uitvoeren. De cursist
kan dit aantonen door de kernopgaven te maken die bij elke
kerntaak zijn geformuleerd.
Het gaat om de volgende kerntaken en kernopgaven:
Voor deze kerntaak bereidt de cursist het verwerven van
beroepsvaardigheden door de eigen deelnemers schriftelijk
voor volgens een didactisch model en voert de vaardigheid
uit met deelnemers.
Kerntaak 5:
De instructeur kan in samenwerking met
opleidingsmanager en collega’s van de opleiding haar
praktijkruimte inrichten, onderhouden en aanpassen
ten einde deelnemers zo adequaat mogelijk te kunnen
begeleiden in hun leerproces.
Kerntaak 1:
De instructeur kan terugkijken op eigen gedrag
en handelen en planmatig terugkijken en de eigen
bekwaamheid bijstellen en ontwikkelen.
of
Kerntaak 6:
De instructeur kan in samenwerking met
opleidingsmanager en collega’s van de opleiding
ontwikkelingen binnen haar/zijn vakgebied of
onderwijskundige ontwikkelingen op gang brengen.
Voor deze kerntaak maakt de instructeur een beschrijving
van wat voor instructeur zij/hij aan het begin van
de opleiding is. Er worden persoonlijke leerdoelen
geformuleerd en aan het eind van de training wordt
teruggekeken naar de eigen ontwikkeling gedurende de
opleiding.
Voor kerntaak 5 of 6 levert de instructeur een bijdrage
aan de ontwikkeling van de opleiding op de werkplek die
betekenisvol is voor haar/hemzelf en voor de opleiding.
Dat kan gaan om de inrichting van het practicumlokaal of
om een onderwijskundige ontwikkeling zoals bijvoorbeeld
het ontwerpen van instructiekaarten. Het gaat om
samenwerken en daarom dient ook draagvlak bij collega’s
georganiseerd te worden.
Kerntaak 2:
De instructeur kan adequaat omgaan met individuele
deelnemers en met een groep.
Bij deze kerntaak gaat het er om dat de instructeur
bewijst dat zij/hij adequaat kan omgaan met individuele
deelnemers. De instructeur kan op professionele wijze een
informatief gesprek voeren.
6
Inhoud van de opleiding
Inhoud van de opleiding
Op basis van de kerntaken en kernopgaven komen op de
lesdagen de volgende thema’s aan de orde. Het gaat telkens
om een combinatie van theorie, vaardigheden en eigen
reflecties daarop. Ook is er voortdurend aandacht voor de
transfer naar de eigen onderwijspraktijk.
Didactiek en vaardigheidsonderwijs:
Theorie van vaardigheidsonderwijs
Voorbereiden, uitvoeren evalueren en bijstellen
van practica
Leerlingen instrueren bij het aanleren van
beroepsvaardigheden
Evalueren en beoordelen praktijkvaardigheden
Het inrichten en onderhouden van het eigen
praktijklokaal
Leerstijlen
Begeleiden en coachen van deelnemers:
Leerlingen begeleiden bij het zelfstandig werken
Achterblijvende leerlingen motiveren en begeleiden
Omgaan met en voorkomen van gedragsproblemen
binnen de groep
Creëren van een positieve groeps- en werksfeer:
leef- en leerklimaat
Begeleiden van een groep.
Achtergronden van de ontwikkeling van leerlingen:
adolescentiepsychologie.
Werken in een organisatie:
Planmatig en zorgvuldig werken
Overleggen en samenwerken met de leden van
het onderwijsteam
Werken onder verantwoordelijkheid van een docent
Het vormgeven van uw eigen professionele ontwikkeling
7
Praktische informatie
Opleiding Instructeur in het onderwijs - 2014/2015
Locatie
Verder verplicht de school zich tot het ter beschikking
stellen van:
een opgeleide coach (in totaal minimaal 40 uur
gedurende de looptijd van de opleiding)
een opgeleide veldassessor t.b.v. het assessment van
prestatie B (observatie praktijkinstructie en C.G.I.).
De opleiding met open inschrijving wordt gegeven in
Amsterdam.
Opleidingsdagen en tijden
Studielast
Bij voldoende inschrijvingen starten er twee keer per jaar, in
september en februari, opleidingen met open inschrijving.
Voor de opleiding geldt een vaste dag en vaste tijdstippen:
De totale studielast is 300 uur, waarvan 29 dagdelen
contacttijd.
opleidingsdag:
tijden:
Kosten
woensdag
9.30 – 16.30 uur
De kosten bedragen € 4.550,-. Dit bedrag is exclusief aan te
schaffen boeken en inclusief overig studiemateriaal en een
lunch op de opleidingsdagen.
De data van de opleiding die start in september worden
bekendgemaakt op onze website. Globaal ziet het er als
volgt uit:
De intakegesprekken (30 minuten per persoon) vinden
plaats in de eerste helft van september.
Fase 1 (de opleidingsdagen) vindt plaats van eind
september tot eind april.
Fase 2 (prestatie B van het summatief assessment)
vindt plaats in mei/ juni; aansluitend is er een
certificaatuitreiking.
Eventueel bijkomende kosten
Indien een ROC of Vakschool niet in staat is om een
getrainde veldassessor aan te leveren voor het assessment
van prestatie B, dan zal CNA een extra opleidingsassessor
inzetten die de rol van veldassessor overneemt. De extra
kosten daarvan bedragen € 480,-.
Het kan voorkomen dat bij het assessment een kandidaat
onvoldoende competent wordt geacht en de gelegenheid
krijgt om de met onvoldoende beoordeelde competenties
alsnog aan te tonen. De kandidaat doorloopt dan een
aanvullend assessment; de gekozen vorm is afhankelijk
van de uitslag. Voor het afronden van het aanvullend
assessment worden extra kosten in rekening gebracht.
Aanmelding en toelatingsprocedure
U kunt zich als volgt inschrijven:
1.Via de website www.centrumvoornascholing.nl vult u
online een aanmeldingsformulier in.
2.Per post of mail verstuurt u
een bewijs dat er sprake is van een
instructeursaanstelling bij een ROC of Vakschool
gedurende de looptijd van de opleiding;
een kopie van het diploma van uw hoogst afgeronde
vooropleiding.
Examencommissie
Toetsing, beoordeling en certificering/diplomering vindt
plaats onder verantwoordelijkheid van de examencommissie
van de opleiding.
Uw aanmelding wordt behandeld op volgorde van
binnenkomst. Op grond van uw aanmeldingsformulier en
uw toelaatbaarheid stellen wij vast of u wordt uitgenodigd
voor een intakegesprek met de opleider. De uitkomst van dit
intakegesprek bepaalt of u wordt geplaatst.
Contact: Renec Hamminga, secretaris
E: [email protected]
8
Bezwaar en beroep
Indien een cursist het niet eens is met inhoudelijke
of procedurele aspecten van de beoordeling van zijn/
haar werk door een docent van de opleiding kan hij/zij
schriftelijk bezwaar maken bij de examencommissie. De
examencommissie behandelt het bezwaar binnen 21 dagen.
Indien de cursist van mening is dat het bezwaar door de
examencommissie op onbevredigende wijze is afgehandeld
kan hij/zij in beroep gaan bij het College van Beroep van de
Hogeschool van Amsterdam. De daarmee samenhangende
procedure staat beschreven in het studentenstatuut van de
Hogeschool van Amsterdam, dat is te downloaden van de
website: www.hva.nl/studeren/juridisch/studentenstatuut/
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de
coördinator
Petra Overmars
T 020 525 1565
E [email protected]
Centrum voor Nascholing
Correspondentieadres:
Postbus 2009
1000 CA AMSTERDAM
Bezoekadres:
Hogeschool van Amsterdam
Theo Thijssenhuis
Wibautstraat 2-4
1091 GM AMSTERDAM
020 525 1241
www.centrumvoornascholing.nl
9
Eendaagse training voor veldassessoren
Opleiding Instructeur in het onderwijs - 2014/2015
Omvang van de training en
studiebelasting
Voor opgeleide en ervaren assessoren is het mogelijk
om met een eendaagse aanvullende assessorentraining
competent te worden in het assessen van docenten
en instructeurs in het MBO. Daarmee kunnen zij als
veldassessor optreden ten behoeve van de opleiding voor
docenten en instructeurs in het MBO. Dit betekent dat deze
assessoren ook als veldassessor kunnen optreden bij een
EVC-assessment van MBO-docenten.
De omvang van de training is 1 dag. Om op de trainingsdag
efficiënt te kunnen werken wordt van de deelnemers
verwacht dat zij verschillende documenten vooraf
bestuderen.
De totale studiebelasting is 10 uur.
Inhoud van de training
Kosten
De kosten bedragen € 550,- p.p. (inclusief materiaal, lunch,
koffie/thee).
In de training zal - in een gesimuleerde setting - geoefend
worden met het hele instrumentarium om docenten in het
MBO te beoordelen. Dat betekent dat de deelnemers
een reëel portfolio beoordelen;
over dit portfolio een Criterium Gericht Interview
uitvoeren met een kandidaat (een 2e trainer neemt deze
rol op zich);
een lessituatie op DVD observeren en beoordelen;
tot een eindbeoordeling komen;
een rapportage leren maken.
De training is dus heel praktisch van opzet, ervan
uitgaande dat de deelnemers voldoende theoretische
achtergrond hebben.
Opbrengst
Aan het eind van de training zijn de deelnemers in staat om
op een verantwoorde wijze het instrumentarium
te hanteren ten behoeve van het assessen van de
competenties van een docent en instructeurs in
het MBO;
de competenties van een docent in het MBO te
herkennen en te erkennen bij docenten.
Voorwaarden voor deelname aan de
training
De deelnemers
zijn ervaren en bevoegde docenten;
zijn (aantoonbaar) geschoold als assessor in het MBO;
beschikken over basiskennis over beoordelen.
10
Basistraining voor veldassessoren
Opbrengst
De basistraining voor veldassessoren is bedoeld voor
ervaren en bevoegde MBO-docenten die zich willen
bekwamen in het assessen in het algemeen en specifiek
in het assessen van docenten en instructeurs in het MBO.
Algemene noties over competentiegericht beoordelen
komen aan de orde. Beoordelingsvaardigheden als neutraal
observeren, een portfolio beoordelen, een Criterium Gericht
Interview voeren en een rapportage opstellen worden
uitgebreid geoefend. Tevens wordt in een gesimuleerde
setting met het instrumentarium voor het beoordelen van
docentcompetenties geoefend. Na de training kunnen de
docenten zowel optreden als assessor voor het assessment
van de opleiding tot docent en instructeurs in het MBO als
voor het EVC-assessment van een MBO-docent.
Aan het eind van de training zijn de deelnemers in staat om
Op een verantwoorde wijze beoordelingsinstrumenten te
hanteren (zoals observeren, Criterium Gericht Interview
voeren, portfolio beoordelen).
De SBL-competenties van een MBO-docent te
herkennen en te erkennen bij docenten.
Op een verantwoorde wijze het instrumentarium
te hanteren ten behoeve van het assessen van de
competenties van een docent en instructeurs in
het MBO.
Voorwaarden voor deelname aan de
training
Inhoud
De deelnemers
zijn ervaren en bevoegde docenten;
beschikken over basiskennis over beoordelen.
In de training wordt ingegaan op de volgende inhouden:
Opfrissen van kernbegrippen met betrekking tot
beoordelen (bijvoorbeeld validiteit, betrouwbaarheid,
intersubjectiviteit).
Hoe kom je tot een valide en betrouwbare manier van
beoordelen?
Observeren van een activiteit.
Relateren van geobserveerd gedrag aan de beoogde
docentcompetenties.
Het beoordelen objectiveren, betrouwbaarder maken
middels de BOB-methode.
Voeren van Criterium Gericht Interview (CGI) aan de
hand van het STARR-model.
Beoordelen van een portfolio.
Bewustwording van eigen valkuilen en blinde vlekken
tijdens het beoordelingsproces.
Voeren van een beoordelingsgesprek met een
assessmentkandidaat.
Rapporteren aan de kandidaat (mondeling en
schriftelijk).
De docentcompetenties zoals beschreven
voor de MBO-docent (SBL-competenties) en
instructeurscompetenties.
Het instrumentarium om docentcompetenties te
beoordelen in het assessment en het EVC-assessment.
Omvang van de training en
studiebelasting
De omvang van de training is 5 dagdelen.
De totale studiebelasting is 30 uur.
Kosten
De kosten bedragen € 1.175,- p.p. (inclusief materiaal,
koffie/thee).
11
Algemene voorwaarden
opleidingen en cursussen
Opleiding Instructeur in het onderwijs - 2014/2015
Open inschrijving
Maatwerk
1. Inschrijving
Inschrijving geschiedt via een digitaal aanmeldingsformulier
op de website www.centrumvoornascholing.nl. Plaatsing
geschiedt op volgorde van binnenkomst. Pas na schriftelijke
bevestiging van het secretariaat is uw inschrijving definitief.
Voorwaarden van toepassing op maatwerk zijn op aanvraag
verkrijgbaar bij het secretariaat van CNA en worden standaard meegeleverd met de offerte.
2. Betaling
In principe ontvangt u (of uw werkgever) vóór aanvang van
de opleiding of cursus een nota. De kosten dienen te worden
voldaan binnen de gestelde betalingstermijn van 30 dagen.
De kosten zijn vrij van btw aangezien het om scholingsactiviteiten gaat.
3. Annulering door het Centrum voor Nascholing
Bij onvoldoende inschrijvingen of overmacht behoudt het
Centrum voor Nascholing zich het recht voor de opleiding of
cursus te annuleren. De eventueel betaalde kosten worden
volledig gerestitueerd.
4. Annulering door de deelnemer
Mocht u door omstandigheden verhinderd zijn deel te
nemen aan de opleiding of cursus waarvoor u zich heeft
ingeschreven, dan dient u dit schriftelijk kenbaar te maken.
Bij annulering langer dan twee maanden voor aanvang
van de opleiding of cursus wordt € 60,50 administratiekosten in rekening gebracht.
Bij annulering korter dan twee maanden, maar langer
dan één (1) maand voor aanvang van de opleiding of
cursus wordt 50% van de kosten in rekening gebracht.
Bij annulering korter dan één maand voor aanvang van
de opleiding of cursus worden de volledige kosten van de
opleiding of cursus in rekening gebracht.
5. Gedeeltelijke deelname of tussentijdse beëindiging
Bij gedeeltelijke deelname of tussentijdse beëindiging
door de deelnemer vindt geen restitutie van de cursusof opleidingskosten plaats. Voortijdig stoppen met de
opleiding of cursus dient schriftelijk te worden gemeld
aan het secretariaat.
12
Centrum voor Nascholing
Postbus 2009
1000 CA Amsterdam
Tel. 020 525 12 41
[email protected]
www.centrumvoornascholing.nl
‘Verder met onderwijs’
Met dit motto biedt het Centrum voor
Nascholing (CNA) een kleurrijk palet
aan professionaliseringsmogelijkheden in alle sectoren van het onderwijs.
U kunt bij ons terecht voor master- en
post-HBO opleidingen, trainingen en
maatwerk voor docenten, leidinggevenden en onderwijsondersteunend
personeel. Onze expertisegebieden zijn
didactiek, begeleidingskunde en leiderschap. Door de nauwe samenwerking
met de Universiteit van Amsterdam en
de Hogeschool van Amsterdam is CNA
een hoogwaardig kenniscentrum voor
professionalisering in het onderwijs.