STICHTING VAN DE ARBEID - P E N S I O E N T - E D E R A T I E Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid t.a.v. mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus 90801 2500 LV DEN HAAG Den Haag : 12 december 2014 Ons kenmerk : SA 14.03514 JM/EH Betreft : Indexatiedepots pensioenfondsen Geachte mevrouw Klijnsma, Graag vragen de Stichting van de Arbeid en de Pensioenfederatie uw aandacht voor specifieke bestemmingsreserves die met een bepaald doel door cao-partijen zijn of worden ingesteld, maar die door de spelregels van het nieuwe Financieel toetsingskader (nFTK) in het gedrang komen. Hierdoor komen de door cao-partijen beoogde doelen, die als zeer legitiem zijn aan te merken, in gevaar. Er zijn diverse pensioenfondsen die werken met bestemmingsreserves, zoals de zogeheten 'premie- en indexatiedepots'. Deze depots worden wel ondergebracht binnen het fonds maar zijn geen onderdeel van de algemene reserve en worden bij de bepaling van de dekkingsgraad niet gezien als beschikbaar vermogen van het pensioenfonds. Uit contacten tussen uw ministerie en de Pensioenfederatie is gebleken dat weinig problemen zich zullen voordoen bij premiedepots. Deze depots - bijvoorbeeld bij cDCregelingen - dienen voor de egalisatie van de premie. In tijden waarin de premie te laag is om kostendekkend te zijn, wordt premie uit het egalisatiedepot gehaald om verlaging van de opbouw in het betreffende jaar te voorkomen. Onder het nFTK zou dit nog steeds mogelijk blijven. Wel kunnen er bij indexatiedepots knelpunten gaan ontstaan door het nFTK. Bij een indexatiedepot wordt er in het fonds een aparte reserve aangehouden om de pensioenen van bepaalde groepen deelnemers onder specifieke omstandigheden te indexeren. De volgende voorbeelden kunnen dit verhelderen. Een bestemmingsreserve die is of wordt gevormd bij de totstandkoming van een fusie. Daarbij wordt geld opzij gelegd om een overgang naar een nieuwe regeling mogelijk te maken voor een groep deelnemers die eerder een gunstigere regeling kende bij het oude pensioenfonds. • Een apart indexatiedepot voor (actieve) deelnemers bijvoorbeeld bij een cDCDe Stichting van de Arbeid is het overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers: Vereniging VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO-Nederland, FNV, CNV en Vakcentrale MHP STICHTING VAN DE ARBEID • 2 regeling. Het indexatiedepot wordt gevuld via een eenmalige storting door de werkgever(s). Vanuit dit depot kunnen indexaties gefinancierd worden in het geval de dekkingsgraad op enig moment te laag is om (volledig) te kunnen indexeren uit het vermogen van het fonds. Het indexatiedepot vormt als het ware een vooruit betaalde indexatiepremie. Dergelijke constructies komen zowel voor bij bedrijfstakals bij ondernemingspensioenfondsen. Een pensioenregeling is in het verleden omgezet van een onvoorwaardelijke in een voorwaardelijke indexatie. Er is destijds geld gestort in een indexatiedepot om de indexatie toch enigszins mogelijk te maken in tijden dat het slechter gaat met het fonds en er vanuit de dekkingsgraad geen (volledige) indexatie mogelijk is. Volgens de Stichting van de Arbeid en de Pensioenfederatie is het niet gewenst dat het nFTK overeengekomen arbeidsvoorwaarden plotseling onmogelijk zou maken. Beide organisaties hebben er begrip voor dat u wilt voorkomen dat met de vorming van depots getracht wordt de indexatieregels volgens het nFTK te ontduiken. Zij wijzen er echter op dat de bestaande depots met een ander doel zijn opgezet en veelal een arbeidsvoorwaardelijk karakter hebben. Bovendien is de vorming van depots gewenst om in de toekomst de overgang naar complete contracten - waaronder cDC-regelingen - te kunnen realiseren. De Stichting van de Arbeid en de Pensioenfederatie doen daarom een dringend beroep op u om deze indexatiedepots met hun specifieke bestemmingen mogelijk te houden. Indien gewenst zijn sociale partners binnen de Stichting van de Arbeid en de Pensioenfederatie vanzelfsprekend bereid om de inhoud van deze brief toe te lichten. Hoogachtend, mede namens de Pensioenfederatie, dk^ J.MA. Mooren secrèfaris Stichting van de Arbeid Een afschrift van deze brief is gestuurd naar de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer.