PENSION ALERT datum: 12 mei 2014 plaats: Amsterdam Hoed u voor de DC regeling (beschikbare premieregeling) Lifecycle het toverwoord in de moderne DC-regeling. De theorie is simpel, de uitwerking ingewikkeld. Wie een individueel pensioenpotje opbouwt, kan in zijn jonge jaren meer risico nemen dan als de pensioendatum nadert. Dat betekent dus dat de ingelegde premies in de eerste jaren vooral in risicovolle aandelen worden belegd, met meer kans op hoge rendementen. Naarmate de werknemer ouder wordt, gaat er steeds meer naar zogenoemde vastrentende waarden, zoals staatsleningen. Elke lifecycle werkt volgens dit principe, maar de verschillen tussen lifecycles zijn enorm. Belangrijk zijn onder meer het tijdstip waarop wordt begonnen met afbouwen naar zekere beleggingen, de snelheid en de stappen waarmee dat gebeurt en de kwaliteit en diversiteit van de beleggingen. Over het algemeen geldt: hoe verfijnder de lifecycle hoe beter. Maar aan maatwerk hangt een prijskaartje. Veel verzekeraars hebben standaardlifecycles, terwijl een goede lifecycle juist aansluit bij bijvoorbeeld de leeftijdsopbouw in een bedrijf of zelfs bij het individu. De meeste lifecycles dekken bij het naderen van de pensioenleeftijd het renterisico af. Dat is het risico dat de rente laag staat als u met pensioen gaat, waardoor u met uw spaarpot minder pensioen kunt kopen. De toekomstige jaarlijkse pensioenuitkering hangt namelijk af van de rente op het moment van inkoop. Door het afdekken van het risico stijgt de waarde van het opgebouwde kapitaal als de rente daalt. Het nadeel van individuele lifecycles is dat het afbouwen van risico tevens betekent dat de kans op een mooi rendement steeds kleiner wordt. Bij collectieve regelingen speelt dat probleem minder, omdat het pensioen uit een gezamenlijke pot wordt betaald. Risico’s Kenmerk van een DC-regeling is dat alle risico’s bij de deelnemer liggen. Te lage rendementen, te lage rente, hoge inflatie, hoge leeftijdsverwachting. Allemaal factoren die u niet in de hand heeft, maar die uw pensioen wel tot zeer weinig kunnen reduceren. Juist vanwege al die risico’s zou de premie voor een DC-regeling hoger moeten zijn dan in een middelloonregeling. In de praktijk ligt dat omgekeerd. Volgens de Nederlandsche Bank wordt er jaarlijks gemiddeld € 5400 ingelegd bij middelloonregelingen en € 1400 bij DC-regelingen. Bron: Het Financiële dagblad PENSION ALERT Verzekeringen Bij een goede DC-regeling horen aparte verzekeringen voor bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid en overlijden (nabestaandenpensioen). Tot nu toe zaten de kosten daarvoor vaak in de premie verwerkt. Gevolg: na aftrek van de kosten, blijft er (veel) minder premie over om mee te beleggen, zoals bij Frans Sessink gebeurde. Vanaf volgend jaar mogen de verzekeringskosten niet meer in de premie worden verwerkt. De premie gaat in de pensioenpot; andere kosten worden apart afgerekend. Met uitzondering van de beleggingskosten zelf, die ook behoorlijk kunnen aantikken. Keuzevrijheid Steeds vaker bieden DC-regelingen individuele werknemers de keuze om hun beleggingen aan te passen. Meestal is er keuze tussen een defensief, een neutraal en een offensief beleggingsprofiel. Een enkele DC-regeling biedt zelfs de mogelijkheid om vrij te beleggen. Die keuzevrijheid is voor de gemiddelde werknemer veel te ingewikkeld. Niet alleen moet u de lifecycle begrijpen, u moet ook nog verschillende lifecycles kunnen vergelijken. Bovendien moet u uw keuze om de paar jaar heroverwegen, afhankelijk van uw financiële situatie. Staffels Obstakels bij DC-regelingen zijn de zogenaamde fiscale staffels. Bij de berekening van uw pensioen wordt een rekenrente van 3% of 4% gehanteerd. Die rekenrente (het verwachte rendement) bepaalt hoeveel er maximaal aan premie kan worden betaald. Maar die 4% wordt zelden gehaald, terwijl de premie daar wel van uitgaat. En dan is de inflatie nog niet meegerekend. Met de zogenaamde 3%- staffel kan mogelijk wel een fatsoenlijk pensioen worden opgebouwd. Veel werkgevers benutten de fiscale ruimte voor pensioenopbouw in DC-regelingen niet eens optimaal. Ze laten bijvoorbeeld alle werknemers relatief evenveel pensioen per jaar opbouwen ( vlakke staffel), terwijl voor een goed pensioen de premie steeds hoger moet worden naarmate de werknemer ouder wordt. Shell pakt het anders aan bij zijn DC-regeling. Er zijn speciale afspraken met de fiscus gemaakt waardoor er binnen de fiscale grenzen meer premie kan worden ingelegd dan volgens de standaardstaffels. Daardoor neemt de kans op een goed pensioen toe. Bron: Het Financiële dagblad PENSION ALERT Uniform pensioenoverzicht De bedragen op uw pensioenoverzicht hebben bij een DC-regeling een hoog fictief gehalte. Uw uiteindelijke pensioen is immers afhankelijk van de beleggingsresultaten en wat u met het opgebouwde kapitaal kunt kopen. Dat is onder meer afhankelijk van de rentestand. Tot voor kort werd op het UPO zelfs met een rente van 4% gerekend. Nu met 2,4 %. En zelfs dat is aan de hoge kant. Uw uiteindelijke pensioen is waarschijnlijk minder dan op het UPO staat. Pensioen aankopen Het heikele punt van de DC-regeling. Er komt een moment — de pensioendatum — waarop van het gespaarde pensioenkapitaal een levenslang pensioen moet worden gekocht. Die wettelijk verplichte knip maakt DC-regelingen onnodig onaantrekkelijk. Tot de pensioendatum wordt eerst alle risico afgebouwd (lees: alle aandelen eruit) terwijl de gepensioneerde in de pakweg twintig jaar daarna nog best risico kan lopen om zijn pensioen wat hoger te laten uitvallen. Veel keuze bij de aankoop van een pensioen heeft u niet. U krijgt een vast bedrag per jaar, tot u overlijdt. Bij de huidige rente koopt u voor € 20 gespaard pensioen ongeveer € 1 pensioen per jaar. Waardeoverdracht Als uw nieuwe werkgever een DC-regeling heeft en u heeft elders middelloonpensioen opgebouwd, dan is waardeoverdracht van het oude pensioen naar de nieuwe regeling zelden een goed idee. De meeste bedrijven die op DC overgaan, laten de DC-regeling alleen voor nieuwe werknemers gelden. Pas op als uw werkgever ook uw oude rechten in het nieuwe DCpensioen wil stoppen. Dat gaat u waarschijnlijk geld kosten. PPI Sinds 2011 kunnen DC-pensioenen worden ondergebracht in een premiepensioeninstelling: een soort pensioenbeleggingsmaatschappij die alleen de pensioenpremie belegt. Het voordeel van deze nieuwe instellingen is dat ze goedkoper en transparanter zijn dan gewone verzekeraars. De PPI’s claimen daardoor betere DC-regelingen te kunnen bieden dan verzekeraars, zelfs al zijn ze onderdeel van hetzelfde bedrijf. Bron: Het Financiële dagblad PENSION ALERT Collectieve DC-regeling Om de nadelen van een individuele DC-regeling te ondervangen, kiezen veel bedrijven voor een collectieve DC-regeling (CDC). Die lijkt meer op een middelloonregeling dan op DC: er wordt een pensioen toegezegd van ongeveer 70% van het gemiddelde loon, er is solidariteit tussen generaties en risico’s worden collectief gedragen. Er is een belangrijke maar: als de beleggingsopbrengsten tegenvallen, springt niemand bij. De pensioenen moeten worden gekort. Maar dat geldt ook al voor gewone middelloonregelingen. En net als bij middelloonregelingen is bij CDC-regelingen niet altijd helder hoe de pijn dan moet worden verdeeld. AFM Toezichthouder AFM kwam in 2010 tot de conclusie dat bij DC-regelingen de kosten erg hoog waren, soms bijna de helft van de premie. Recentelijk kwam de AFM met nieuwe aanbevelingen. DC-regelingen moeten beter informeren over de kosten en de risico’s in goede en slechte scenario’s. Goede DC-regelingen moeten arbeidsongeschiktheid en overlijden verzekeren en maximaal gebruikmaken van de fiscale opbouwruimte. De boodschap tussen de regels: er zit nog erg veel kaf tussen het DC-koren. Bron: http://fd.nl/personal-finance/565748-1405/hoed-u-voor-de-dc-regeling Bron: Het Financiële dagblad
© Copyright 2024 ExpyDoc