Algemene Informatiegids voor de scholen Inhoud Inleiding ................................................................................................................................. 3 Adressen van de scholen ...................................................................................................... 3 Waar de scholen voor staan .................................................................................................. 4 De organisatie van het onderwijs ........................................................................................... 5 Spreiding en grootte van de scholen .............................................................................. 5 Toelating ........................................................................................................................ 5 Leerplicht........................................................................................................................ 5 Verwijdering ................................................................................................................... 5 Buitengewoon verlof ....................................................................................................... 6 Extra vakantieverlof ........................................................................................................ 6 Passend onderwijs en onze scholen...................................................................................... 7 Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) .............................................................................. 9 Hoofdluis ..............................................................................................................................11 Klachtenregeling...................................................................................................................11 Protocol ter voorkoming van pestgedrag ..............................................................................11 Voorkoming en bestrijding van seksuele intimidatie ..............................................................12 Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling ..............................................................13 Non-discriminatie beleid .......................................................................................................13 Informatie en communicatietechnologie ...............................................................................15 2 Inleiding De scholen van PCBO bieden onderwijs aan kinderen van vier tot circa twaalf jaar. Onderwijs is onlosmakelijk verbonden met opvoeding. In het klimaat waarbinnen het onderwijs wordt gegeven, wordt de Protestants Christelijke identiteit herkenbaar in openheid en respect voor elkaar, dienstbaarheid en milieubewustzijn. Om deze doelstelling te realiseren is een organisatiestructuur nodig. De leerkrachten van elke school overleggen met hun eigen directie. De schooldirecteur is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken op de scholen en heeft regelmatig namens de bestuurder overleg met de medezeggenschapsraad van de school. De directeuren van de scholen vormen met de bestuurder het directieoverleg. De taken van het directieoverleg bestaan uit beleidsontwikkeling en aansturing van de scholen. Het directieoverleg staat onder leiding van de bestuurder aan wie de directeuren verantwoording afleggen. De bestuurder op zijn beurt is verantwoording schuldig aan de Raad van Toezicht van de stichting. De verdeling van taken en bevoegdheden tussen Raad van Toezicht, bestuurder en directieoverleg zijn vastgelegd in het directiestatuut. De Raad van Toezicht is het interne controle orgaan van de stichting. De RvT benoemt en ontslaat de bestuurder, stelt de belangrijkste kaders vast en controleert naleving van deze kaders. De bestuurder is het bevoegd gezag over de scholen en vertegenwoordigt de stichting ook extern. De bestuurder is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de organisatie en voert het overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De directeuren van de scholen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de schoolplannen en het dagelijks beheer van de scholen. Daarnaast verrichten zij een aantal met de bestuurder afgesproken bovenschoolse taken. Adressen van de scholen PCB School Kastanjelaan Kastanjelaan 6 2351 ND Leiderdorp Tel.: 071 5820081 E-mail: [email protected] Directeur: Roald Vahl PCB Willem de Zwijger Bernhardstraat 1, 2351 GG Leiderdorp Tel.: 071 5895659 E-mail: [email protected] Directeur: Charlotte Lendfers PCB ’t Bolwerk Klerkenhof 1, 2353 WB Leiderdorp Tel.: 071 5893838 E-mail: [email protected] Directeur: Anneke van Vliet PCB Regenboog Marjoleintuin 58. 2353 PL Leiderdorp Tel.: 071 5893813 E-mail: [email protected] Directeur: Carla Kerner Administratie: mevr. A.M. Lepelaar – van der Holst Marjoleintuin 58 2353 PL Leiderdorp Tel.: 071 5425503 E-mail: [email protected] Directeur-bestuurder Stichting PCBO Dhr. P. Laman p/a Marjoleintuin 58 2353 PL Leiderdorp Tel: 071 5425503 3 Waar de scholen voor staan De Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs (PCBO) te Leiderdorp is de overkoepelende stichting van vier basisscholen. De vier scholen zijn door de stichting met elkaar verbonden. Zij versterken en ondersteunen elkaar als het gaat om organisatie, kennisuitwisseling en onderwijsontwikkeling. Naast de brede gemeenschappelijke basis is een eigen schoolaccent mogelijk. De stichting heeft ten doel het geven van Protestants-Christelijk basisonderwijs in de gemeente Leiderdorp. Het onderwijs aan de scholen gaat uit van de Christelijke beginselen, met als richtsnoer het Evangelie van Jezus Christus. Het pedagogisch en didactisch klimaat op de scholen is gebaseerd op de levensbeschouwelijke identiteit. Zo krijgen de kinderen gelijke kansen om zich naar vermogen te ontplooien, waarbij aan specifieke ontwikkelingsmogelijkheden bijzondere zorg wordt gegeven. Binnen dit kader is er ruimte en respect voor elkaars geloofsbeleving. De stichting beoogt onderwijs te (laten) geven, gericht op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling van het kind, te weten het verwerven van noodzakelijke kennis, sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden en het ontwikkelen van creativiteit. Het onderwijs gaat er mede vanuit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. Ons onderwijs vindt dus zijn inspiratie in de Protestants-Christelijke traditie. Met behulp van Bijbelverhalen wordt aandacht besteed aan normen en waarden en aan het Christelijke geloof en haar tradities en vieringen. Begrippen als naastenliefde, respect voor en vertrouwen in elkaar, verantwoordelijkheidsgevoel, waardering voor de natuur en het leven en het ontwikkelen van je talenten komen aan bod. Leerlingen leren wat deze waarden en normen voor hun dagelijks leven betekenen en leren hoe om te gaan met verschillende levensopvattingen. Wij voeren een pedagogisch-didactisch beleid uit waarin het lerende kind en zijn/haar toekomst centraal staan en de basis wordt gelegd voor de bij het kind passende vorm van vervolgonderwijs. De ontwikkeling van de kinderen wordt inzichtelijk gemaakt door het gebruik van leerlingvolgsystemen. De scholen maken gebruik van moderne methoden en middelen gericht op het leren leren. Door de persoonlijke aandacht voor ieder kind worden aanwezige ontwikkelingspotenties, zowel cognitief, sociaal-emotioneel als creatief gesignaleerd en gerealiseerd. Er wordt een kwaliteitszorgsysteem gehanteerd om de kwaliteitscyclus te waarborgen. Een kwaliteitszorgsysteem wordt opgevat als een geheel van afspraken en activiteiten gericht op planning, beheersing, borging, verbetering en verantwoording van de werkprocessen. De personeelsleden zijn innovatief en creatief. Vormen van deskundigheidsverhoging voor leerkrachten krijgen bijzondere aandacht. Binnen de scholen heerst een werkklimaat waarin mensen elkaar durven en willen aanspreken op de kwaliteit van het te geven onderwijs. De scholen vormen voor het kind een (pedagogisch) veilige omgeving van waaruit de interesse van het kind gewekt wordt in een steeds groter wordende wereld. Op onze scholen wordt iedere dag geopend en afgesloten op een manier die past bij de identiteit: een gebed, een lied, een (Bijbel)verhaal of een gesprek daarover. Wij stimuleren de kinderen zich te uiten over de dingen die ze horen, zien en voelen. Het respecteren van de ander is de basis van waaruit dit vorm krijgt. 4 De organisatie van het onderwijs Spreiding en grootte van de scholen In verschillende delen van Leiderdorp is een basisschool van de Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs. Voor veel kinderen is er een protestants-christelijke basisschool in de buurt. In de nieuwste wijk van Leiderdorp, de Leyhof, zijn geen basisscholen gebouwd. Voor kinderen in deze wijk zijn ’t Bolwerk (Buitenhof) en Regenboog (Voorhof) de aangewezen scholen. De scholen variëren in grootte van ongeveer negentig tot tweehonderdvijftig leerlingen. De kleutergroepen zijn heterogeen van samenstelling en daarna worden de leerlingen naar leeftijd gegroepeerd. Binnen de groepen vindt, afhankelijk van de mogelijkheden van het kind, aanpassing naar tempo en inhoud plaats. Toelating Volgens de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) mogen kinderen naar school vanaf hun vierde verjaardag. Vanaf de leeftijd van drie jaar en tien maanden tot aan hun vierde verjaardag mogen de kinderen maximaal tien schooltijden (ochtenden of middagen) naar school om te wennen. De leerkracht van de groep waarin het kind wordt geplaatst, neemt van tevoren contact op met de ouders/verzorgers om afspraken te maken over de periode van gewenning. Wanneer ouders/verzorgers hun kind willen aanmelden, worden zij uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met de directeur. Indien mogelijk is het kind hierbij aanwezig. Tijdens het gesprek komen onder andere de protestants-christelijke identiteit en de onderwijskundige en pedagogische uitgangspunten van de school aan de orde. Van de ouders wordt gevraagd, dat zij de identiteit en de doelen van de school respecteren. De toelating tot de school mag nooit afhankelijk worden gesteld van een geldelijke bijdrage van de ouders of van het houden van rechtmatig verblijf in het kader van de Vreemdelingenwet. Leerplicht Kinderen worden leerplichtig met ingang van de eerste schooldag van de maand volgend op de maand waarin ze vijf jaar zijn geworden. Als een kind op 12 maart vijf jaar is geworden, is het dus leerplichtig vanaf de eerste schooldag in april. Vrijstelling van de leerplicht kan verleend worden aan een leerling die nog geen zes jaar oud is, voor maximaal vijf uur per week. Als ouders gebruik wensen te maken van deze mogelijkheid, moeten zij dit meedelen aan de directeur. Naast deze vrijstelling kan de directeur van de school nog eens ten hoogste vijf uur per week vrijstelling geven. De uren mogen niet worden opgespaard om er bijvoorbeeld een extra vakantie van te maken. Ten aanzien van alle andere vormen van buitengewoon verlof kan de directeur ouders informeren. Iedere gemeente heeft een leerplichtambtenaar, die ook informatie kan verstrekken. Verwijdering Het kan voorkomen dat de directeur over wil gaan tot verwijdering van een leerling. Een dergelijke beslissing kan alleen worden genomen door de directeur-bestuurder van de Stichting PCBO Voordat het besluit wordt genomen, moet de betrokken leerkracht door directeur-bestuurder worden gehoord. Definitieve verwijdering van een leerling kan alleen plaatsvinden nadat het bestuur er voor heeft zorggedragen dat een andere school, een speciale school voor basisonderwijs of een school of instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, bereid is de leerling toe te laten. Als het bestuur kan aantonen acht weken zonder succes op zoek te zijn geweest naar een andere school of instelling, kan toch tot definitieve verwijdering worden overgegaan. 5 Buitengewoon verlof Veel ouder(s)/ verzorger(s) hebben vragen over de mogelijkheden van verlof. De Leerplichtwet biedt verschillende mogelijkheden voor verlof. Dit zijn onder andere extra vakantieverlof, verlof vanwege belangrijke omstandigheden en verlof vanwege godsdienst of levensovertuiging. Deze mogelijkheden worden hieronder toegelicht. Voor meer informatie verwijzen we u naar de site van Regionaal Bureau Leerplicht; http://www.rblhollandrijnland.nl/informatie-voor-ouders/verlof Extra vakantieverlof Verlof voor extra vakanties is vrijwel niet mogelijk. Alleen wanneer het door de specifieke aard van het beroep van één van de ouder(s)/ verzorger(s) niet mogelijk is eens per jaar met het gezin twee weken op vakantie te gaan, kan dit verlof worden aangevraagd. Dit kan als een ouder bijvoorbeeld seizoensgebonden werk heeft of werk die een piekdrukte heeft tijdens de schoolvakanties. In dat geval moet u kunnen aantonen dat er sprake is van onoverkomelijke bedrijfseconomische problemen als u tijdens de schoolvakantie verlof moet opnemen. Er kan geen verlof worden toegekend vanwege organisatorische problemen in uw bedrijf. Als aan deze voorwaarden is voldaan, kan de schooldirecteur één maal per schooljaar, voor maximaal tien schooldagen, toestemming voor extra vakantie verlenen. Er mag dus niet meerdere keren verlof voor een paar dagen gegeven worden. Het verlof mag ook niet in de eerste twee weken van het nieuwe schooljaar gegeven worden. Extra vakantieverlof moet acht weken van tevoren bij de schooldirecteur worden aangevraagd. Wanneer wordt een verzoek zeker afgewezen? Een uitnodiging van familie of vrienden om buiten een schoolvakantie op vakantie te gaan. Verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin vrij zijn. Familiebezoek in het buitenland. Vakantie in een goedkopere periode of in verband met een speciale aanbieding. Vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden. Vakantie in verband met een gewonnen prijs. Eerder vertrek of latere terugkeer in verband met verkeersdrukte. Gaat u met uw kind(eren) zonder toestemming toch op vakantie, dan is er sprake van luxe verzuim. Dit moet door school gemeld worden bij de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar kan dan tegen u proces-verbaal op maken. Dit kan leiden tot strafvervolging door de Officier van Justitie. 6 Passend onderwijs en onze scholen Onze scholen zijn lid van het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs regio Leiden (PPO). Samen met alle basisscholen en scholen voor speciaal (basis) onderwijs in de regio Leiden zorgen we ervoor dat er voor elk kind een passende onderwijsplek beschikbaar is. Dat noemen we ‘zorgplicht’. Ondersteuning binnen de basisschool Het is ons streven om kinderen zo goed mogelijk onderwijs te geven op onze school. We gaan daarbij uit van de ontwikkelingsmogelijkheden en talenten van uw kind. Soms is er iets extra’s nodig om een kind verder te helpen. Als de leerkracht of u als ouder dat signaleert dan zal de leerkracht daarover met u in gesprek gaan. De leerkracht kan de hulp ingeroepen van de intern begeleider van onze school. Het ondersteuningsteam Soms is het voor de leerkracht, intern begeleider en u als ouder niet duidelijk welke ondersteuning gewenst is. In dat geval kan het ondersteuningsteam bij elkaar komen. Er wordt dan hulp ingeroepen van de adviseur Passend onderwijs en/of de gezinsspecialist. De adviseur Passend onderwijs kent de weg naar beschikbare ondersteuning in het onderwijs en de gezinsspecialist kent de weg naar opgroei -en opvoedondersteuning. Doel van het ondersteuningsteam is om te onderzoeken welke ondersteuning het beste past bij de behoefte van het kind en af te spreken hoe deze wordt uitgevoerd. Het expertteam Als blijkt dat er meer ondersteuning nodig is dan wij als scholen kunnen bieden, kunnen we een beroep doen op het expertteam. Het expertteam bestaat uit deskundigen die gespecialiseerd zijn in ondersteuning aan kinderen en leerkrachten op het gebied van gedrag, motoriek, taalontwikkeling, kinderen met een ontwikkelingsachterstand, of juist kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong, enzovoort. Informatie over passend onderwijs en PPO Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met onze intern begeleider en verwijzen wij u naar de website van het samenwerkingsverband. www.pporegioleiden.nl Via de Kennisbank op de site van PPO vindt u links naar de (speciale) scholen die aangesloten zijn bij het samenwerkingsverband. Andere sites: www.passendonderwijs.nl, www.poraad.nl, www.steunpuntpassendonderwijs.nl Als het op de basisschool niet meer gaat Soms wordt duidelijk dat de ondersteuning op onze school niet genoeg is voor een optimale ontwikkeling van uw kind. Belangrijk is dat u daarbij tijdig aangeeft wat de signalen zijn van uit de thuissituatie. Zit uw kind nog wel goed in zijn vel? Als duidelijk wordt dat uw kind beter op zijn plek is in een speciale (basis)school, kan dat in het ondersteuningsteam besproken worden. Belangrijk is wel dat uit het leerlingdossier blijkt dat de school de juiste hulp geboden heeft en dat u vanaf het begin betrokken bent geweest. Verder moet er een ontwikkelingsperspectief-plan (OPP) opgesteld zijn. Uit dit plan moet blijken wat de mogelijkheden van uw kind zijn nu en in de toekomst. Vanuit het samenwerkingsverband PPO denkt de gedragskundige /orthopedagoog in het ondersteuningsteam mee bij het besluit tot overgang naar een andere school. Als u het met het advies van de school eens bent, kunt u zich gaan oriënteren op de nieuwe speciale school (SO) of speciale basisschool (SBO). U wordt daarbij geadviseerd door een deskundige uit het speciaal (basis) onderwijs. Deze deskundige weet wat de speciale school te bieden heeft en op welke wijze antwoord gegeven wordt op de vragen van uw kind. De basisschool zal daarna een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij het samenwerkingsverband PPO. Als alle stappen in het proces goed genomen zijn, wordt de toelaatbaarheidsverklaring (TLV) afgegeven. 7 Vervolgens maakt u samen met de basisschool en de S(B)O-school afspraken over de overgang. Als u het niet eens bent met het advies… Belangrijk is te weten dat onze school verantwoordelijk is voor goed onderwijs en de beste plek voor uw kind. Mocht u het niet eens zijn met onze ondersteuning en adviezen dan kunt u een second opinion aanvragen via het samenwerkingsverband PPO regio Leiden. Als er dan nog geen overeenstemming is zijn er vervolgens nog drie mogelijkheden: een klacht bij het bestuur van de school; een klacht bij het samenwerkingsverband PPO; een bezwaarprocedure tegen besluiten van het samenwerkingsverband PPO; een beroepsmogelijkheid bij de bestuursrechter. 8 Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Ouders, kinderen en jongeren kunnen bij het CJG terecht met al hun vragen over opgroeien en opvoeden. In het CJG werken verschillende professionals, zoals jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, logopedisten, maatschappelijk werkers en pedagogen,samen. De kernpartners van het CJG zijn de GGD Hollands Midden en het Maatschappelijk Werk van Kwadraad. Iedere medewerker heeft eigen specifieke deskundigheid en taken maar ze werken allemaal ter ondersteuning van u en uw kinderen. Alle medewerkers in het CJG zijn geschoold in de methode “Positief Opvoeden” volgens Triple P (Positief Pedagogisch Programma). Het CJG en de basisschool De school van uw kind en het CJG werken nauw samen. De medewerkers van het CJG vormen de vaste schakel tussen het CJG en de basisschool. Zij nemen onder andere deel aan de Zorgteams van uw school. Hoe bereikt u het CJG? Wilt u iets vragen of in gesprek met een medewerker van het CJG dan vindt u informatie over de openingstijden op de website van het CJG: www.cjgzuidhollandnoord.nl Klik op uw woonplaats en/of wijk. Of ga direct naar: http://www.cjgleiderdorp.nl/ Alle CJG’s zijn telefonisch te bereiken via 088 – 254 23 84. Een (anonieme) vraag stellen via de website is ook mogelijk. De leerkracht/interne begeleider kan u ook informeren over de bereikbaarheid van de CJG medewerkers die aan de school van uw kind verbonden zijn. Waarvoor kunt bij het CJG terecht? Jeugdgezondheidszorg (JGZ): De jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, assistenten, logopedisten en andere professionals zetten zich in voor alle kinderen van 0 tot 19 jaar. Zij werken nauw samen met de scholen en andere instanties. Jeugdgezondheidszorg wordt u aangeboden door de GGD Hollands Midden. Wat doet JGZ op de basisschool? Op vaste momenten wordt de groei en ontwikkeling van alle kinderen gevolgd. Tijdens de basisschoolperiode worden alle kinderen uitgenodigd als ze in groep 2 en 7 zitten. Natuurlijk kunt u naast de vaste momenten altijd contact met het CJG opnemen als u vragen of zorgen heeft over de gezondheid, ontwikkeling of opvoeding van uw kind. Op verschillende manieren kan op uw vraag worden ingaan. Bijvoorbeeld door een advies, een gesprek (volgens Triple P methode), een themabijeenkomst, een cursus etc. Zijn er zorgen over uw kind dan wordt daar extra aandacht aan besteed. Samen met de ouders en de school wordt besproken wat nodig is om de zorgen aan te pakken. Zo nodig overlegt de jeugdarts en/of jeugdverpleegkundige met de huisarts, specialist en andere instanties. Een gezond schoolleven is belangrijk. Daarom worden adviezen gegeven over veiligheid, hygiëne, infectieziekten, omgaan met elkaar, pesten, voeding en beweging en dergelijke. De school wordt ondersteund bij het uitvoeren van gezondheidsprojecten. Wat doet logopedie op de basisschool? Logopedie houdt zich bezig met het verbeteren van het spreken en alles wat daarmee samenhangt: de taal, de uitspraak, verkeerde mondgewoonten en de stem. Het is belangrijk dat problemen zo vroeg mogelijk worden ontdekt en verholpen. Daarom worden alle kinderen rond hun vijfde verjaardag gescreend op school. Kinderen uit de overige groepen kunnen op verzoek onderzocht worden. U krijgt daarna altijd schriftelijk bericht van de resultaten. De gegevens worden met de leerkracht en /of de jeugdarts besproken. 9 Eventuele bevindingen en mogelijke vervolgacties zoals advisering, nader onderzoek, verwijzing naar een logopediepraktijk of kortdurende begeleiding, worden met u besproken. Voorlichting De logopedist geeft op verzoek ook voorlichting op school voor ouders van de leerlingen van groep 1 en 2 over de taal- en spraakontwikkeling. In overleg met school kan het project “Mondje dicht, beter gezicht” in de kleutergroepen worden aangeboden. De Jeugdgezondheidszorg en de logopedie zijn ook telefonisch te bereiken via 088 – 308 33 42. Maatschappelijk Werk voor jeugd (MWj): Het MWj is een vrij toegankelijke, laagdrempelige en kosteloze vorm van hulp voor alle gezinnen met kinderen die de basisschool bezoeken, dus ook voor de school van uw kind! Het Maatschappelijk Werk voor jeugd wordt aangeboden door de Maatschappelijke Dienstverlening Kwadraad. Het MWj werkt samen met ouders en de school om de ontwikkeling van de kinderen zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen. Wij werken actief om problemen bij het opgroeien en opvoeden te signaleren en te verminderen en doen dit door: - de scholen te ondersteunen bij het signaleren van knelpunten en het uitvoeren van de zorgtaak; - hulpverlening (zoals opvoedingsondersteuning) te bieden aan ouders en kinderen; - zo nodig te helpen bij het begeleiden naar passende, gespecialiseerde zorg. Misschien herkent u de volgende zorgen: ‘Mijn kind gaat niet met veel plezier naar school, wat zou er aan de hand zijn?’ ‘De leerkracht vertelt me dat mijn kind in de klas onrustig is en niet geconcentreerd aan het werk is. Thuis merk ik ook dat hij niet luistert als ik hem wat vraag.’ ‘Mijn partner en ik gaan uit elkaar en we zijn bezorgd over wat dit met de kinderen doet.’ Met deze en andere vragen over de opvoeding kunt u terecht bij de maatschappelijk werker. Een afspraak voor een (intake)gesprek kan zowel op school, thuis, op het CJG als bij Kwadraad op kantoor plaatsvinden. In dit gesprek wordt bekeken wat de maatschappelijk werker voor u en uw kind kan betekenen. Ook kunt u via het CJG naar uw maatschappelijk werker vragen. Opvoedcursussen en themabijeenkomsten: Het CJG organiseert een groot aantal cursussen en themabijeenkomsten rond opvoeden en opgroeien. Meer informatie daarover staat op de site www.cjgcursus.nl Websites: Informatie over: opvoeden en opgroeien: www.cjgzuidhollandnoord.nl en www.hoezitdat.info (voor jongeren) opvoedcursussen: www.cjgcursus.nl GGD Hollands Midden, Jeugdgezondheidszorg: www.ggdhm.nl Kwadraad, Maatschappelijk Werk: www.kwadraad.nl 10 Hoofdluis Hoofdluizen komen helaas ook op onze scholen voor. Het is een probleem dat moeilijk onder controle te krijgen is De GGD’s zeggen er het volgende over: Hoofdluis Luis in je haar? Kammen maar! Dat is de boodschap die GGD'en willen meegeven aan basisscholen, kinderopvang en ouders van schoolgaande kinderen. Want naast de kinderen zelf, krijgen vooral zij met hoofdluis te maken. De juiste aanpak kan voorkomen dat hoofdluis een hardnekkig probleem wordt. Regelmatige controles zorgen er bijvoorbeeld voor dat een snelle behandeling mogelijk is. Zo blijven kinderen elkaar niet besmetten. En als een kind hoofdluis heeft, dan raadt de GGD aan het haar gedurende twee weken dagelijks te kammen met een netenkam. Eventueel kan het kammen gecombineerd worden met een antihoofdluismiddel. Verder is het belangrijk om ook huisgenoten te controleren. En het is verstandig om het te melden op school, bij clubjes en vriendjes. Voor meer informatie verwijzen we u naar de site van de GGD Zuid-Holland Noord; http://www.ggdhm.nl/gezondheidsinformatie/item/gezondheidsinformatie/hoofdluis Klachtenregeling Waar gewerkt wordt, kunnen fouten worden gemaakt of kunnen misverstanden ontstaan. U bent van harte welkom dergelijke zaken eerst met de betrokken leerkracht te bespreken om samen een goede oplossing te vinden. Komt u er niet uit, dan kunt u dit overleggen met de directeur. Indien ook dit niet tot een goed resultaat leidt, kunt u zich wenden tot de bestuurder van de Stichting PCBO, p/a Marjoleintuin 58 2353 PL Leiderdorp. Een klacht dient dan schriftelijk te worden ingediend, voorzien van naam en adres van de klager en dagtekening en moet een omschrijving van de klacht bevatten. Als een klacht niet naar tevredenheid van klager en/of het bestuur wordt opgelost, hebben beide partijen de mogelijkheid zich te wenden tot de landelijke klachtencommissie. De PCBO heeft het model klachtenregeling vanuit de Besturenraad voor het Christelijk onderwijs overgenomen en zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van deze organisatie. Met de regeling wordt een zorgvuldige behandeling van klachten beoogd, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directeur op de juiste wijze worden afgehandeld. De klachtenregeling stelt de ouders in staat om, wanneer zij het gevoel hebben niet voldoende bij de leerkracht of de directie terecht te kunnen, extern hulp te zoeken. Dit kan schriftelijk t.a.v.: Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht. Meer informatie kunt u vinden op; www.onderwijsgeschillen.nl Protocol ter voorkoming van pestgedrag Op de scholen van de PCBO is een protocol ter voorkoming van pestgedrag aanwezig. In dit protocol is omschreven wat we onder pestgedrag verstaan, welke maatregelen er genomen kunnen worden en wie waar voor verantwoordelijk is of aanspreekbaar is. Dit protocol ligt ter inzage bij de directeur. Daarnaast kan het worden ingezien op de informatieavond aan het begin van het schooljaar. Dit protocol wordt door alle teams en de oudervertegenwoordigingen van de MR onderschreven. 11 Voorkoming en bestrijding van seksuele intimidatie Wij vinden het belangrijk dat leerlingen en volwassenen zich veilig voelen binnen onze school. Door het naleven van gedragsregels, creëren wij een goed pedagogisch klimaat in de scholen. Door middel van deze gedragsregels willen wij op onze school een klimaat van openheid en respect bevorderen, waarin voor ongewenste intimiteiten geen plaats is. Onder meer door deze regels wordt naar buiten, met name naar de ouders, duidelijk gemaakt hoe wij omgaan met onze leerlingen. Seksistisch taalgebruik, seksueel getinte grappen, toespelingen en wijzen van aanspreken worden niet getolereerd. Hetzelfde geldt voor seksistische gebaren, afbeeldingen en geschreven teksten. Waar het gaat om lichamelijk contact in de zin van aanraken, gaan wij ervan uit dat “de ander” (leerling, leerkracht, ouder) aangeeft wat gewenst en ongewenst is. Omdat de leerlingen veelal niet in staat zijn uit te spreken wat zij als ongewenst ervaren en om ouders op dit punt duidelijkheid te verschaffen, nemen alle volwassenen in onze school de volgende regels in acht: - het is vanzelfsprekend dat jonge leerlingen op schoot zitten, omarmd worden enz. door, met name, de leerkrachten; als een leerling, hoe dan ook, te kennen geeft dit onprettig te vinden, wordt dat gerespecteerd; - in de hogere groepen kan het op schoot zitten etc. voorkomen als het initiatief door de leerling wordt genomen of als dit in een situatie in de groep vanzelf spreekt; leerkrachten of andere volwassenen accepteren dit niet als zij in of buiten de school met de leerling alleen zijn; - leerlingen in de onderbouw worden, indien dit nodig is, bij het verkleden voor en na de gymles geholpen door een leerkracht of ouder; dit gebeurt in ruimtes waar een groep of een deel ervan aanwezig is; - leerlingen uit de bovenbouw verrichten alle hierboven genoemde handelingen zelf; - deze leerlingen worden, indien zij dit wensen, in de gelegenheid gesteld zich in een aparte ruimte te verkleden, af te drogen of te douchen; door zo te handelen tonen wij begrip voor het zich ontwikkelend schaamtegevoel; - leerkrachten en/of begeleidende ouders betreden de douche- en/of kleedruimte na dit te hebben aangekondigd; - leerkrachten en ouders verkleden, drogen, douchen zich niet in dezelfde ruimte als de leerlingen; - leerkrachten nemen leerlingen buiten schooltijd niet mee naar huis of naar een andere gelegenheid, tenzij de ouders/verzorgers van dit voornemen en het doel ervan op de hoogte zijn gesteld en er mee hebben ingestemd; - als leerlingen buiten schooltijd individueel onder toezicht van één leerkracht moet “nablijven” of op school terugkomen, zijn de ouders/verzorgers van dit voornemen op de hoogte gesteld. 12 Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Jaarlijks zijn er meer dan 100.000 kinderen slachtoffer van mishandeling of verwaarlozing. Alle organisaties die met kinderen te maken hebben, zijn verplicht de ‘Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling’ te hanteren. Onze leerkrachten krijgen daarom binnenkort een deskundigheidstraining op het terrein van het signaleren van kindermishandeling. Meldcode is geen meldplicht. Een verplichte meldcode is iets anders dan een meldplicht. Bij een meldplicht moet de professional zijn vermoeden van geweld melden bij andere instanties, bijvoorbeeld bij een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of Steunpunten Huiselijk Geweld. Die verplichting bestaat niet bij een meldcode. Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in het online handelingsprotocol van de regio Hollands Midden. Dit protocol is opgesteld conform de Wet Verplichte Meldcode en bevat veel achtergrondinformatie, een uitgebreid overzicht van signalen en taxatie-instrumenten en vele nuttige tips voor gespreksvoering met ouders en jeugdigen zelf. De Regionale Handreiking Meldcode Hollands Midden die door de ketenpartners in gezamenlijkheid is opgesteld is ook opgenomen in het handelingsprotocolhm.nl . Waar nodig wordt gebruik gemaakt van www.handelingsprotocolhm.nl . Non-discriminatie beleid Op onze scholen erkennen we dat Nederland een multi-etnische, multiculturele samenleving is en dat discriminatie in onze samenleving helaas voorkomt. Op onze scholen geldt als standaard dat discriminatie niet mag voorkomen en dat wij zowel in het beleid van de school als in het dagelijks handelen de beginselen van artikel 1 van de Grondwet (het non-discriminatie artikel) ten uitvoer willen brengen. Het is aan een ieder die zich in ons schoolgebouw of op het schoolterrein bevindt, niet toegestaan: - discriminerende opmerkingen of grappen te maken, zowel in woord als gebaar; - materialen te verspreiden die discriminerend zijn of die aanzetten tot discriminatie; - samenwerking met anderen te weigeren op grond van ras, geloof, sociaal-economisch milieu, huidkleur, levensovertuiging, culturele achtergrond, sekse, seksuele voorkeur of fysieke verschijning; - propaganda te maken voor organisaties die discriminatie beogen of anderen daartoe aanzetten. Het onderwijs, zoals dat in schoolplan en schoolgids staat beschreven, wordt in de praktijk zodanig vormgegeven, dat daarmee de leerlingen optimaal worden voorbereid op het vervolgonderwijs en de multi-etnische/culturele samenleving. Daarbij wordt: - aangesloten bij de ervarings- en belevingswereld van leerlingen van diverse afkomst; - etnocentrisme vermeden; - een zo objectief mogelijk beeld gegeven van de diverse meningen, ideeën en wetenschappelijke verworvenheden, ook die van niet-westerse oorsprong; - aandacht besteed aan het bestaan, de oorzaken en de effecten van discriminatie, vooroordelen en racisme. 13 De leermiddelen die wij hanteren: - gaan uit van een multiculturele/etnische samenleving, vermijden etnocentrisme en bevatten geen vooroordelen en stereotypen; voor zover de leermiddelen (nog) niet aan dit uitgangspunt voldoen, zullen deze op zo kort mogelijke termijn worden vervangen, terwijl de betreffende leermiddelen in de tussentijd door de onderwijsgevenden worden gehanteerd overeenkomstig de inhoud van deze paragraaf; - zijn bedoeld om begrippen en vaardigheden te ontwikkelen, die leerlingen in staat stellen kritisch met informatie om te gaan; - worden didactisch en methodisch zodanig aangewend, dat meertalige leerlingen er goed mee uit de voeten kunnen. Onze scholen stellen de leerlingen in staat: - de eigen culturele oriëntatie, de eigen godsdienst en de eigen taal te beleven; - te ervaren dat de eigen taal erkend en gewaardeerd wordt; - algemene feestdagen, behorend bij de door hem/haar beleden godsdienst, te vieren door het, op verzoek, verlenen van verlof binnen de kaders van de leerplichtwet. Het personeel van onze scholen spreekt de namen van de leerlingen op de juiste manier uit en gaat behoedzaam om met de nationaliteit en de etnische afkomst van de leerlingen, waarbij het verwisselen van nationaliteit en etnische afkomst wordt voorkomen. Op onze scholen geldt als uitgangspunt, dat de onderwijsgevenden de verantwoordelijkheid voor het welzijn van de leerlingen delen met de ouders/verzorgers. Het betrekken van de ouders/verzorgers bij de school beschouwen wij in dit kader als een voorwaarde. Onze scholen streven naar een evenredige vertegenwoordiging onder de kandidaten voor de oudergeleding van de medezeggenschapraden en andere raden en commissies. 14 Informatie en communicatietechnologie De wereld van het kind wordt vandaag de dag voor een groot deel bepaald door “Media Literacy”. Het kind komt al op zeer jonge leeftijd in aanraking met allerlei vormen van Informatie Technologie. Allerlei vormen van media zijn dagelijkse realiteit in de wereld van het kind. Het is de taak van het onderwijs om vanuit deze realiteit het onderwijs nader vorm te geven. In de planperiode wordt het ICT gebruik als leermiddel (Tool) nader vormgegeven. ICT is niet meer een doel op zich maar een gebruiksvoorwerp. In de scholen zijn digitale schoolborden en laptopkarren aanwezig om dit te ondersteunen. De scholen beschikken over een goed functionerend netwerk. 15
© Copyright 2025 ExpyDoc