Psychodiagnostisch onderzoek binnen PPO Rotterdam 1. Doel van psychodiagnostisch onderzoek. Wanneer op basis van de beschikbare gegevens over het functioneren van een leerling op school, de ontwikkeling en het functioneren in het gezin geen gefundeerde beslissing kan worden genomen over de keuze van het voor deze leerling meest geschikte arrangement, kan psychodiagnostisch onderzoek worden gedaan. Het gaat hierbij om leerlingen die onvoldoende kunnen participeren binnen hun onderwijsleersituatie. Psychodiagnostisch onderzoek heeft tot doel de onderwijsbehoeften van leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben, te verhelderen. Door het verhelderen van de onderwijsbehoeften wordt meer duidelijkheid verkregen over de ondersteuningsbehoeften van de leerling en welk arrangement van PPO daar op aansluit. Ook voor leerlingen van een voorschoolse voorziening, waarvan onduidelijk is welke onderwijsbehoeften zij hebben, kan psychodiagnostisch onderzoek worden ingezet. 2. Inhoud van psychodiagnostisch onderzoek Binnen PPO richt het psychodiagnostisch onderzoek zich altijd op het verhelderen van de onderwijsbehoeften van een leerling binnen de onderwijsleersituatie. Hierbij wordt gewerkt volgens de systematiek van handelingsgerichte diagnostiek. Naast onderzoek naar de cognitieve mogelijkheden en de opbouw van het intelligentieprofiel kan er onderzoek worden gedaan naar sociaal en emotioneel functioneren, werkhouding/ taakaanpak, aandacht en concentratie, gedrags- en leerproblematiek. In het kader van de toewijzing van de meest intensieve onderwijsarrangementen kan er binnen PPO ook onderzoek gedaan worden naar de onderwijsbehoeften van leerlingen met het vermoeden van kinderpsychiatrische problematiek. 3. Plaats van psychodiagnostisch onderzoek binnen het ondersteuningsaanbod van PPO Binnen het ondersteuningsplan PPO Rotterdam wordt psychodiagnostisch onderzoek geplaatst op het niveau van extra ondersteuning. Psychodiagnostisch onderzoek vindt plaats vanuit het onderwijs arrangeerteam (OAT), onder verantwoordelijkheid van de teamleider. De resultaten van het onderzoek zullen samen met de reeds beschikbare informatie richting geven aan de keuze van het voor de leerling meest geschikte arrangement. Indien het een verwijzing betreft naar het S(B)O kan het onderzoek deel uitmaken van het wettelijk vereiste deskundigenadvies (het eerste en/of het tweede deskundigenadvies). In dit geval maakt het onderzoeksverslag deel uit van het dossier dat zal worden voorgelegd aan de commissie toelaatbaarheidsverklaringen (TLV). 4. Samenwerking psychodiagnostiekteam PPO en het diagnostiekteam van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) In het kader van Passend Onderwijs zal er binnen de school een effectieve samenwerking plaatsvinden tussen PPO en CJG. Binnen het CJG zijn er ook diagnostiekteams aanwezig. In geval van twijfel wordt in het Onderwijs Zorg Overleg (OZO) besloten of de vraag voor psychodiagnostisch onderzoek moet worden neergelegd bij het OAT van het PPO of bij het diagnostiekteam van het CJG. Het doel van het onderzoek zal daarbij richtinggevend zijn: indien er sprake is van een vraag naar onderwijsbehoeften zal het onderzoek worden aangevraagd bij PPO; indien er sprake is van een vraag naar hulpverlening voor de leerling en/of het gezin zal er onderzoek worden aangevraagd bij het CJG. In veel gevallen is er sprake van een combinatie van beide vragen. Er zal dan gekeken moeten worden, waar de primaire vraag ligt. In deze gevallen kunnen beide diagnostiekteams in onderling overleg het onderzoek vormgeven. 5. Procedure van aanvraag en uitvoering van psychodiagnostisch onderzoek Indien de schoolcontactpersoon (SCP) in overleg met de intern begeleider van school en ouders tot de conclusie komt dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om een keuze te maken voor een geschikt arrangement, vraagt hij/zij een psychodiagnostisch onderzoek aan bij het OAT. In overleg met de teamleider OAT wordt besloten tot het uitvoeren van psychodiagnostisch onderzoek en worden de onderzoeksvragen opgesteld. Men baseert zich hierbij op de informatie welke in samenspraak met ouders en school is verzameld door de SCP. De teamleider OAT draagt zorg voor het toewijzen van een onderzoeker, die het onderzoek zo mogelijk op de (voor) school zal uitvoeren. Ten behoeve van de effectiviteit en korte lijnen, kan het onderzoek worden uitgevoerd door de SCP. Het onderzoek zal bij voorkeur binnen een dagdeel worden uitgevoerd. Bij de jongste leerlingen kan de aanwezigheid van ouders gewenst zijn. Binnen PPO wordt er gewerkt volgens de richtlijnen van de handelingsgerichte diagnostiek en de richtlijnen van de beroepsverenigingen NVO en NIP. Psychodiagnostisch onderzoek wordt uitgevoerd door een daartoe academisch geschoolde orthopedagoog, psycholoog of onderwijskundige met diagnostiek aantekening, dan wel in opleiding daartoe (onder supervisie). De gegevens welke tijdens het psychodiagnostisch onderzoek worden verzameld, worden weergegeven in een onderzoeksrapport, volgens een vast format. De onderzoeker legt het onderzoeksverslag voor aan de teamleider OAT ter controle. In onderling overleg tussen de teamleider OAT, de onderzoeker en de SCP (de laatst genoemden kunnen één persoon zijn) wordt een voorlopig advies geformuleerd. De onderzoeker en de SCP (kunnen één persoon zijn) bespreken de resultaten uit het onderzoek en het voorlopig advies van het OAT met ouders en school. Indien ouders dit wensen kunnen zij vooraf individueel op de hoogte worden gesteld van de resultaten uit het onderzoek. Tijdens de adviesbespreking wordt besloten welk arrangement voor de betreffende leerling wordt gekozen.
© Copyright 2024 ExpyDoc